Lesbrief. De voorlezer Bernhard Schlink

Vergelijkbare documenten
Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Lesbrief. Ik omhels je met duizend armen - Ronald Giphart

Lesbrief. Een echte man Yvonne Kroonenberg

Lesbrief. Een goeie truc Marjan Berk

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Lesbrief. Bij ons in het dorp Jan Terlouw

Lesbrief. Moeder worden, moeder zijn - Daphne Deckers

Lesbrief. Haar naam was Sarah Tatiana de Rosnay

Lesbrief. Het diner Herman Koch

Lesbrief. Op klaarlichte dag Simone van der Vlugt

L E S B R I E F Onderweg, reisverhalen van Tommy Wieringa

Lesbrief. Een Rus in de Jordaan Baantjer & De Waal

Lesbrief. Komt een vrouw bij de dokter Kluun

Lesbrief. Is er hoop Renate Dorrestein. [A] Over het boek Bekijk het boek. Lees de voorkant en de achterkant van het boek. Hoe heet het boek? ...

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Lesbrief. Zat Annie van Gansewinkel

Lesbrief. Fatale liefde Carry Slee

Beoordeling power-point groep 5

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Lesbrief. Schuld Anne-Rose Hermer

Lesbrief. Kinderjaren Jona Oberski. Doe meer met Leeslicht!

Lesbrief Leeslicht Het gouden uur Karin Giphart

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

2.1 FaVoriete leestips

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Spreekbeurt, en werkstuk

Hoe maak ik een werkstuk?

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst

Uitleg boekverslag en boekbespreking

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 2 Samenwerken Deze les gaat over helpen, geholpen worden en samenwerken.

Briefjes op ramen en deuren

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Inhoud van deze lesbrief

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Leerlingenboekje les 7 en 8. Naam. Schrijfopdracht 6 Een spannend dierenverhaal. Groep 6

Anne Frank, haar leven

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Boekje voor: spreekbeurt, boekenkring en werkstuk

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Schrijven. U leert een kaartje te schrijven OPDRACHTKAART.

Lesbrief: Vriendschap in beeld. Opdracht: maak een foto waarop je laat zien wat vriendschap voor jou betekent.

Spreekopdrachten thema 2 Geld

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

13 Jij en pesten. Ervaring

Doe meer met de stagegids Werken in het magazijn!

Werkwijzer Verslagkring:

LESBRIEF BIJ ERECODE Inleiding voor docenten

Luister naar het lied. Geef aan welke van de onderstaande woorden in het lied voorkomen.

Over:

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:

Zelfbeeld. Basisonderwijs

Leerlingboekje Les 1 en 2 Schrijfopdracht 1 Afscheid van de basisschool

Lesbrief bij Een caravan in de winter van Louisa van der Pol

inhoud Zorgen voor elkaar Aan tafel - brood en water

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

4 manieren om Samsam te gebruiken

Studielessen voor 4-7 jarigen. HANDLEIDING

Het maken van een werkstuk

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet.

25 leesbelevingsactiviteiten

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Zonder toestemming. Nota BOPZ eenvoudige versie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Lesbrief bij Biertje Casper van Marleen Schmitz voor groep 8

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Inhoud. Hallo!...5. Wie is wie? Even voorstellen...7. Wat is mijn PrOP? PrOP opstellen Doelen voor mijn PrOP...19

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

In wezen is de mens alleen

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Transcriptie:

Lesbrief De voorlezer Bernhard Schlink Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan vragen, tips en opdrachten om de boeken in de klas te behandelen.

1 Over de voorkant en de achterkant Bekijk en lees de voorkant en de achterkant van het boek. 1.1 Wie is de schrijver van het boek? 1.2 Hoe heet het boek? 2 Leesvragen Wat is goed? Kies A of B. 2.1 Lees bladzijde 7. Kies Waar of Niet waar. In de keuken stonden vier stoelen. 2.2 Lees bladzijde 8. Er staat: Ik was geen negen meer; ik was vijftien. Wat bedoelt de schrijver hiermee? A Als je vijftien bent, ben je geen kind meer. B Als je vijftien bent, ben je nog een kind. 2.3 Lees bladzijde 12. Er staat: Ik werd rood, stapte in bad en ging met mijn hoofd onder water. Waarom werd Michael rood? A Omdat het water zo warm was. B Omdat Hanna naar hem keek. 2.4 Lees bladzijde 15. Kies Waar of Niet waar. Michael vond de geur van vers zweet niet lekker. 2.5 (NT2) Lees bladzijde 16. Wat betekent schatten? A Bedenken hoeveel iets ongeveer is. B Heel lief voor iemand zijn. 2.6 Lees bladzijde 20. Kies Waar of Niet waar. Michael ging in dezelfde wagen als Hanna zitten. 2

2.7 (NT2) Lees bladzijde 21. Wat betekent spotten? A Dat je iets of iemand belachelijk maakt. B Dat je iets of iemand heel serieus neemt. 2.8 Lees bladzijde 22. Kies Waar of Niet waar. Michael en Hanna konden goed over hun ruzies praten. 2.9 (NT2) Lees bladzijde 27. Wat is flirten? Kies A of B. A Elkaar proberen te versieren. B Een teamsport met een bal. 2.10 Lees bladzijde 29. Er staat: Wij zouden haar opleiding betalen. En nu is ze vertrokken. Wie wordt bedoeld met wij? A De man en zijn vrouw. B De trammaatschappij. 2.11 (NT2) Lees bladzijde 33. Wat betekent arrogant? A Intelligent. B Denken dat je iets goed kunt. 2.12 Lees bladzijde 34. Kies Waar of Niet waar. Michael werd heel emotioneel toen hij Hanna herkende. 2.13 Lees bladzijde 36. Waarom denk je dat Hanna niet op de oproep reageerde? A Ze durfde niet naar de politie of de rechter. B Ze kon de oproep niet lezen. 2.14 (NT2) Lees bladzijde 37. Wanneer haalt iemand zijn schouders op? A Als hij het antwoord niet weet. B Als hij het antwoord wel weet. 2.15 (NT2) Lees bladzijde 40. Wat betekent hardnekkig? A Moeilijk verstaanbaar. B Koppig. 3

2.16 Lees bladzijde 44. Kies Waar of Niet waar. De lievelingetjes van Hanna waren altijd de oudere meisjes. 2.17 Lees bladzijde 46. Wat betekent gammel? A Nog heel mooi. B Al bijna kapot. 2.18 Lees bladzijde 52. Wat is een deskundige? A Iemand die veel van iets weet. B Iemand die veel praat. 2.19 (NT2) Lees bladzijde 58. Wat betekent rumoerig? A Gespannen. B Lawaaiig. 2.20 Lees bladzijde 61. Waarom verdoofde Michael zichzelf? A Omdat hij niet aan het proces van Hanna wilde denken. B Om hard te kunnen studeren. 2.21 Lees bladzijde 63. Kies Waar of Niet waar. Michael heeft drie relaties gehad, nadat hij was gescheiden. 2.22 Lees bladzijde 69. Kies Waar of Niet waar. Toen Michael de brief van de directrice had gekregen, ging hij meteen bij Hanna op bezoek. 2.23 (NT2) Lees bladzijde 75. Wat zijn slachtoffers? A Mensen die iets ergs hebben meegemaakt. Terwijl ze daar niets aan konden doen. B Wereldberoemde schrijvers. 2.24 Lees bladzijde 78. Kies Waar of Niet waar. Michael ging in de herfst naar New York. 4

2.25 Lees bladzijde 81. Er staat: Ik wil het niet gebruiken voor oorlogsslachtoffers. Dan is het net of ik mevrouw Schmitz heb vergeven. Wat bedoelt de vrouw hiermee? A Dat oorlogsslachtoffers geen geld nodig hebben. B Dat het geld niet goed kan maken wat Hanna gedaan heeft. 3 Voorleesvragen 3.1 De docent of een cursist leest bladzijde 24 en 25 voor. Luister en lees mee. Er staat: Toen ik terugkwam, stond ze trillend in de kamer. Ze was woedend. Hoe kun je zomaar weggaan! Waarom is Hanna zo boos, denk je? Begrijp je waarom ze Michael slaat? Vraag het ook aan andere cursisten. Bespreek het samen. 3.2 De docent of een cursist leest bladzijde 38 en 39 voor. Luister en lees mee. Er staat: De bewaaksters hadden die deuren open kunnen doen. Ze deden het niet. De opgesloten vrouwen verbrandden in de kerk. Wat vind je van deze situatie? Kun je begrijpen dat zoiets gebeurt? Bespreek het samen. 4 Om over te praten 4.1 Lees bladzijde 16. Er staat: Ik dacht dat zij dat wist. Mijn naam stond op al mijn schoolboeken en schriften. Hanna kan niet lezen en schrijven, ze is analfabeet. Als je goed leest, kom je dat al eerder in het verhaal te weten. Aan welke zinnen kun je dat zien in het boek? Maak samen een lijstje. Schrijf het hieronder op, begin zo: Bladzijde 16 Ik dacht dat zij dat wist. Mijn naam stond op al mijn schoolboeken en schriften. Bladzijde...... 5

4.2 Mensen die niet kunnen lezen en schrijven bedenken vaak een excuus, omdat ze zich schamen. Hanna doet dat ook, ze wil bijvoorbeeld de kaart niet lezen. Ze zegt: Daar ben ik te zenuwachtig voor. Welke smoesjes gebruikt Hanna nog meer in het boek? Ken jij mensen die niet kunnen lezen en schrijven? Hoe komt dat? Gebruiken zij ook smoesjes? Begrijp je dat? Vraag het ook aan je medecursisten. Praat er samen over. 4.3 Lees bladzijde 43 en 44. Er staat: U had toch ook lievelingetjes in het kamp? U alleen? Hanna had lievelingetjes in het kamp. Die meisjes moesten haar voorlezen. Wat vind je ervan als iemand lievelingetjes heeft? Ken je dat uit je klas, van je werk of in je familie? Wat vind je van wat Hanna deed? Vraag het ook aan andere cursisten. Praat er samen over. Er staat ook: Hanna draaide zich om en keek me aan. Ze moet al die tijd geweten hebben dat ik er was. Waarom denk je dat Hanna zich op dat moment omdraaide? Vertel het aan een medecursist. Vraag ook wat hij of zij denkt. 5 Tot slot 5.1 Wat is jouw mening over het boek? Bedenk drie woorden die duidelijk maken wat je van het boek vindt. Bijvoorbeeld; spannend, mooi of verdrietig. Schrijf de woorden hieronder op. Vertel ook waarom je deze drie woorden kiest. Bespreek je mening met andere cursisten. 6

5.2 De titel van het boek is: De voorlezer. Vind je dat de titel goed bij het boek past? Waarom wel of niet? Vraag het ook aan andere cursisten. Bedenk zelf een andere titel. Schrijf die hieronder op. Welke titels hebben jullie bedacht? Maak een lijstje op het bord. Begin zo: De voorlezer 5.3 Lees het Nawoord op bladzijde 83: Er staat: Met die brief ben ik naar het kerkhof gegaan, naar Hanna s graf. Het was de enige keer dat ik aan haar graf heb gestaan. Wat vind je van het nawoord en het einde van het boek? Vraag het ook aan andere cursisten. Bespreek het samen. 7