gaswinning kleine velden

Vergelijkbare documenten
Quick Scan Gedragscode draagvlak en participatie

Minder gaswinning, versterkingspakket voor Groningen

TERNAARD OMGEVINGSPROCES

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Omgevingsproces Ternaard. 4 december 2017

Programma Energie Samenvatting Projectplan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gedragscode draagvlak en participatie wind op land

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Werken met de Omgevingstafel

Energie Prestatie Keuring (EPK)

Waarom windenergie op land?

Verslag Startbijeenkomst Omgevingsproces Ternaard d.d. 4 december 2017 (dorpshuis Ternaard)

Leidraad communicatie en participatie particuliere (bouw)initiatieven

Participatie bij Windpark Fryslân, perspectief van de investeerder

Gaswinning en de gassector in de energietransitie

Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Aardgas productie Oppenhuizen. MFC t Harspit Oppenhuizen 26 mei 2015

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat De heer E.D. Wiebes Inspraakpunt winningsplan Waalwijk-Noord Postbus AE VOORSCHOTEN

v o o r d r a c h t 9 juli 2019 Documentnummer: , PPM Dossiernummer : K1261

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie

GASWINNING IN STEENWIJKERLAND

Gaswinning: procedures, bevoegdheden en vergunningen Doarp, Stêd en Omkriten Collegebesluit d.d. 13 april Ruimtelijk Beheer en Duurzaamheid

Waarom windenergie (op land)?

Veelgestelde vragen en antwoorden over schadeafhandeling na aardbevingen door gaswinning

Windmolens in de Beekbergsebroek

Windmolens in de Beekbergsebroek Draagvlak en betrokkenheid

Aanbevelingen mogelijkheden zonnepanelen bij nieuwbouw en bestaande bouw

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Ambitiedocument Omgevingswet. Stadsronde

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

NPBO. Borgingscommissie Energieakkoord. Nationaal Platform Burgerparticipatie Omgevingsprojecten. 21 juni 2017 Den Haag

Dialoog veehouderij Venray

Windinitiatief AkzoNobel. Bijeenkomst klankbordgroep oktober 2017

Initiatiefvoorstel Omgevingswet

AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER. Raadsvergadering: 31 mei Registratienummer: TB Agendapunt: 10. Onderwerp:

Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op Land

Datum 15 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de informatievoorziening over de gasboring in Heerenveen

Van: J. van den Dool Tel nr: 8353 Nummer: 16A.01086

Procesplan Gaswinning in Heerenveen

OpenSamenspraak Inzending ontwerpwedstrijd Democratic Challenge Herontwerp de democratie september 2017

Agendapunt 5 Opinienota

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines?

Invoering Omgevingswet

De gekantelde Wmo-verordening

Concept agenda woordvoerdersoverleg thema Ruimte 23 november Opening en mededelingen. 1. Bespreekpunten. A. Doorkijk

Vragen en antwoorden startbijeenkomst Omgevingsproces gaswinning Ternaard op 4 december 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

Beleidsregel Regeling grootschalige windenergie Peel en Maas

Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Uitbreiding productie Langezwaag. De Knipe 27 januari 2015

De Raad en de Omgevingswet

NAM IN NOARDEAST FRYSLAN RAADSVRAGEN KLEINE GASVELDEN IN NOARDEAST FRYSLAN PRODUCTIECIJFERS REGIONALE GASVELDEN

Vermilion Oil & Gas Netherlands BV Uitbreiding productie Langezwaag. De Knipe 27 januari 2015

Datum collegevergadering : 9 juli 2019 Datum raadsvergadering : 25 september 2019

De Raad en de Omgevingswet

RAEDTHUYS 44 4,4i't. Afbeelding 1: Voorgenomen locatie Windturbine Zenkeldamshoek (gele cirkel)

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Zienswijze Ontwerp Structuurvisie Ondergrond November 2016

Plan van Aanpak. Beleidsplan WMO Jeugd Aanleiding

Participatie in Enschede 23 maart 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

Green Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals

OAR NHH 27 maart Stand van zaken omgevingsovereenkomst Bijpraten bewoners omliggend gebied

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Aan de Gemeenteraad. 12 januari Betreft: Routeplanner Right to Challenge. Geachte leden van de Gemeenteraad,

Notitie. Doorkiesnummers: Aan Het college van burgemeester en wethouders. Afschrift aan. Onderwerp Aanpak Right to Challenge

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Raadscommissie 12 april 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mijnbouw vergunningverlening

kijk Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Routekaart energietransitieopgave 2030

Vragen en antwoorden Versterkingsprogramma Eemsmond

Nieuwsbrief van Fêste Grûn

Verslag bijeenkomst Werkgroep Omgeving Windmolens van Windpark De Rietvelden

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in %

Visie op omgevingsmanagement

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Routeplanner Right to Challenge

De waarde van participatie

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de Monitor Wind op Land 2017.

Inzichten uit een regio:

Betrekken omgeving bij ruimtelijke initiatieven

Wouter Deen Projectleider Omgevingswet - WODV. Pilotproject Arsenaal bewonersbijeenkomst 19 december 2017

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Meten en weten aan grondwater in de toekomst

SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN

Zwaneveld, Jan; Kraaijkamp, Gerard; Viveen, Diana; Kraan, Corina

Olie, gas en aardwarmte in Nederland Aanvragen voor vergunningen voor opsporing en winning

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

: Nota van Beantwoording inspraak- en overlegreacties voorontwerp bestemmingsplan Leidingtracés NAM, gemeente De Wolden

Communicatieplan windenergie

Nationaal programma Regionale Energie Strategieën (NP RES) Samen aan de slag voor het klimaat

Transcriptie:

Gedragscode gaswinning kleine velden

2Gedragscode PAGINA gaswinning kleine velden ACHTERGROND 2 1. DEFINITIES 5 2. INLEIDING EN REIKWIJDTE 6 3. VERANTWOORDING 7 4. IN DE PRAKTIJK 8 5. COMMUNICATIE & DIALOOG 9 6. OMGEVINGSEFFECTEN 10 7. KWALITEIT VAN DE LEEFOMGEVING 11 BIJLAGEN 12

Achtergrond In september 2016 hebben de bedrijven die in de Nederlandse ondergrond olie en gas winnen het initiatief genomen om een gedragscode te ontwikkelen die van toepassing is op alle zogenaamde kleine-velden projecten op land. De gedragscode is bedoeld voor deze bedrijven zelf (de operators) en richt zich tot bewoners en bedrijven in de omgeving en de relevante gemeenten en provincies, drinkwaterbedrijven, waterschappen en natuur- en milieuorganisaties. Voor het ontwikkelen van de gedragscode zijn gesprekken gevoerd met ongeveer 40 mensen die op een of andere wijze betrokken zijn bij een gaswinningsproject of bij een voorgenomen initiatief daartoe. Er is in de periode oktober 2016 tot en met april 2017 gesproken met de Rijksoverheid, gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties, waterbedrijven, waterschappen, kennisinstellingen, buurtorganisaties en een ondernemersvereniging. Het doel van de gesprekken was om te leren van alle ervaringen. En om te horen hoe mensen betrokken worden bij een gaswinningsproject en hoe men eigenlijk betrokken wil worden. Welke vragen, zorgen en wensen leven er rondom projecten? En we wilden inzicht krijgen in de verwachtingen van mensen, inzicht in wat er goed gaat, wat er niet goed gaat en vooral hoe dat beter kan en moet. Het proces is door NOGEPA begeleid, dit is de brancheorganisatie van de bedrijven die zich in Nederland bezighouden met olie- en gaswinning. Voor de sector is het proces heel waardevol en leerzaam geweest. We hebben veel gehoord en geleerd, onder andere over wat er van ons wordt verwacht en over de wijze waarop wij samen met regionale betrokkenen kunnen werken aan projecten die een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving en de energietransitie. in een of andere vorm een plek gekregen. Daar waar dat niet mogelijk is, zullen we dit goed onderbouwd uitleggen. De onderdelen van de gedragscode zijn gevat in richtlijnen en de leden van de NOGEPA committeren zich aan deze richtlijnen. Vier belangrijke punten willen we nog expliciet benoemen. Allereerst de situatie rondom het Groningenveld. Veel feedback raakt aan de situatie rondom de gaswinning in Groningen. De zorgen over de aardbevingen en de gevoelens van onveiligheid en onrecht bij de Groningers kwamen in veel van de gesprekken terug. En dat begrijpen we. Maar Groningen is, zo durven we wel te stellen, een geval apart. Groningen kent zijn eigen dynamiek en ook techniek. Velen, waaronder de verschillende overheden, bewonersgroepen en de NAM, werken daar elke dag aan. Dat proces ligt buiten de scope van deze gedragscode. Deze code richt zich dan ook uitsluitend op de zogenoemde kleine velden. Ten tweede: maatwerk is essentieel De gedragscode geeft algemene gedragsregels, die voor alle gebieden waar winning plaatsvindt uniform van toepassing zijn. In aanvulling wordt voor elk project een specifiek Project-afstemmingsprogramma ontwikkeld: een document waarin de in de algemene gedragscode beschreven richtlijnen samen met belanghebbenden worden uitgewerkt tot een gebiedsgerichte invulling die zo goed als mogelijk aansluit bij de behoeftes in de omgeving van een project. Want dat is de kern van wat onze omgeving ons vraagt: betrek ons! PAGINA 4 Gedurende het proces hebben de leden van NOGEPA alle informatie zorgvuldig besproken. Uitgangspunt is geweest om de omgeving waarin wij opereren duidelijkheid en zekerheid te bieden over het ontwikkelingsproces van een gaswinningsproject en om daarnaast een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving. De code geeft inzicht in onze werkwijze, in hoe wij ons gedragen in uw omgeving en wat wij samen met die omgeving willen doen om een positieve impuls te geven aan voor de omgeving belangrijke onderwerpen. Hierbij denken wij dat maatwerk noodzakelijk is en daarom wordt de gedragscode per project uitgewerkt in een zogenaamd Project-afstemmingsprogramma. We hebben geprobeerd om alle geopperde wensen en ideeën te adresseren in deze gedragscode, en veel van wat is aangedragen heeft ook Ten derde kwam de lusten-lasten verdeling meerdere malen aan bod, en de wens om dit anders in te richten. Lasten zijn lokaal en lusten zijn met name nationaal. De ondertekenaars ondersteunen het idee dat er een evenwichtiger lusten-lastenverdeling moet komen, en stellen in de investeringsfase middelen ter beschikking om te investeren in de lokale omgeving. Dit wordt verder beschreven in de Project-afstemmingsprogramma s. Of de verdeling van de landelijke gasopbrengsten gedurende de gehele productiefase gewijzigd zou moeten én kunnen worden moet op nationaal niveau worden bepaald. Dat ligt buiten de invloedsfeer van de ondertekenaars. Ten vierde bleek er bij sommige partijen behoefte aan uitleg waarom gaswinning überhaupt nog nodig is in Nederland. Dit hangt nauw samen met het Nationale energietransitiebeleid. De nationale overheid heeft in de Energieagenda (zie bijlage 1) aangegeven

dat aardgas voorlopig nog een essentiële rol speelt in de Nederlandse energievoorziening en dat winning in eigen land wenselijk is, met voordelen voor de economie, werkgelegenheid en energieonafhankelijkheid. Natuurlijk mits het veilig gewonnen kan worden. Wij, als operators, zien ook een goede rol voor aardgas in de energietransitie naar een duurzame energiehuishouding en de productie van Nederlands aardgas als onderdeel daarvan. Voor het gebruik van gas in de energietransitie hebben wij samen met andere partijen uit de gassector, de Gas-op-Maat visie ontwikkeld. In deze visie zet men aardgas alleen dáár in waar duurzamere alternatieven niet voor handen zijn, en/of waar minder duurzame alternatieven kunnen worden vervangen. Dit is niet alleen een visie op papier; de gassector heeft een programma opgesteld met concrete projecten om de energietransitie te versnellen. Landelijk loket mijnbouwschade Sinds 1 januari 2017 is door het Rijk het landelijk loket mijnbouwschade opgericht. Iedereen die vermoedt schade te hebben ondervonden door mijnbouwactiviteiten kan bij dit loket terecht voor begrijpelijke en bruikbare informatie. Ook heeft het loket de rol deze mensen zo snel mogelijk in contact te brengen met de juiste instantie. De leden van NOGEPA steunen de 1-loketgedachte. Het is belangrijk dat betrokkenen die vinden schade te hebben ondervonden onafhankelijke en objectieve informatie kunnen krijgen over de wijze waarop zij hun schade het best kunnen melden. De leden van NOGEPA hopen dat de werking van dit loket goed geëvalueerd wordt en de taken bij succes worden uitgebreid. Tevens werken de initiatiefnemers van deze code aan harmonisatie van hun individuele schadeprotocollen. Om zo ook hierover meer duidelijkheid en transparantie voor de betrokkenen tot stand te brengen. Tot slot Het publiceren van deze gedragscode is geen einddoel. Wij zien de gedragscode als een proces waarin wij in een veranderende wereld de winning van aardgas, in nauwe samenspraak met de omgeving zorgvuldig en verantwoord invullen. De versie zoals nu voorligt is een eerste versie, die wij nu zullen gebruiken bij onze operaties in de Nederlandse ondergrond. Wij zullen de gedragscode jaarlijks evalueren, samen met betrokkenen, en verbeteren daar waar dat nodig en mogelijk is. Als u ook ideeën heeft voor het verbeteren van de gedragscode of u wilt graag meepraten, dan horen wij dat heel graag. U kunt hiervoor contact opnemen met NOGEPA. Definities Initiatiefnemer(s) De (beoogde) uitvoerder van activiteiten van het opsporen en winnen van aardgas en/of olie, ook wel operator genoemd. In Nederland zijn initiatiefnemers zoals hier beschreven lid van brancheorganisatie NOGEPA en daarmee verbonden aan de gedragscode. Belanghebbende(n) Een persoon of organisatie die in de omgeving van een (potentieel) project een rechtstreeks aantoonbaar belang heeft. Project Een project is een activiteit gericht op het opsporen en/of winnen van olie of gas waar milieu- en omgevingseffecten zouden kunnen ontstaan. Regulier en periodiek onderhoud is hiervan uitgezonderd. Project-afstemmingsprogramma Een document waarin de in deze gedragscode beschreven richtlijnen samen met belanghebbenden in detail zijn uitgewerkt zodat het zo goed mogelijk aansluit bij de wensen en behoeften in de omgeving van een project. 1 Omgeving Omgeving kan slaan op het fysieke gebied waar effecten van activiteiten merkbaar kunnen zijn. En de omgeving wordt ook gebruikt om belanghebbenden in dit fysieke gebied die deze effecten kunnen ervaren aan te duiden. PAGINA 6

8Inleiding en reikwijdte PAGINA 2.1 De gedragscode heeft als doel betrokkenheid van belanghebbenden te versterken. Op deze manier willen initiatiefnemers projecten beter laten aansluiten bij wensen en behoeftes van de omgeving en er rekening mee houden dat projecten in meer of mindere mate hinder of overlast in de omgeving kunnen zorgen. 2.2 De gedragscode bevat richtlijnen waar initiatiefnemers, de leden van NOGEPA, zich aan moeten houden. 2.3 De gedragscode komt niet in plaats van, maar is een aanvulling op bestaande wet- en regelgeving zoals schematisch weergegeven in bijlage 3. 2.4 Uitgangspunt is de uitvoering van een project, waarbij de globale contouren technisch en economisch bepaald zijn en waarin actieve deelname van de omgeving wordt gevraagd om de specifieke invulling van het project zoveel mogelijk af te stemmen op de wensen van de omgeving. 2.5 De gedragscode is van toepassing op alle fasen van gaswinning in Nederland. Van de eerste verkenning van de ondergrond, tot de (proef)boring, de winning, het opruimen van installaties en het goed achterlaten van het terrein. Een project kan betrekking hebben op de gehele levensfase van een gaswinningsproject (verkennen, opsporen, winnen en opruimen van een locatie) of over een gedeelte hiervan. 2.6 De gedragscode is van toepassing op alle nieuwe projecten. 2 2.7 Reeds bestaande activiteiten op bestaande inrichtingen worden, indien hier behoefte aan is, samen met belanghebbenden aan de hand van deze gedragscode besproken. Doel hiervan zal zijn het delen van informatie en het geven van voorlichting. De gedragscode biedt een aanpak op maat: Bij nieuwe boringen moeten bijvoorbeeld meer keuzes worden gemaakt waarbij de omgeving wordt betrokken dan bij projecten op bestaande locaties. Verantwoording 3 3.1 De gezamenlijke initiatiefnemers in Nederland hebben voor de totstandkoming van de gedragscode met ongeveer 40 betrokken organisaties en belangengroepen gesproken. Dit zijn o.a. overheden, belangenverenigingen, waterschappen en NGO s. De zorgen en wensen die tijdens deze gesprekken zijn geuit vormden inbreng voor een concept gedragscode. Op 7 september 2017 is de gedragscode gepubliceerd. De betrokken organisaties is gevraagd om input voor verbeteringen van de code. 3.2 Het is voor het eerst dat dergelijke richtlijnen collectief zijn beschreven en gelden voor alle NOGEPA leden. De gedragscode moet meegaan met zijn tijd. Evaluatie en reflectie zijn daarom belangrijk om aan te blijven sluiten bij de veranderende samenleving. 3.3 De gedragscode wordt in eerste instantie een half jaar na publicatie in overleg met belanghebbenden geëvalueerd. Daarna voorzien we jaarlijkse evaluatie.

In de praktijk 4.1 Om de verbinding met de omgeving zo goed mogelijk te leggen zullen initiatiefnemers samen met lokale overheden en belanghebbenden bij ieder project een Project- afstemmingsprogramma ontwikkelen. 4.2 Elk project-afstemmingsprogramma is een specifieke uitwerking van hetgeen in deze gedragscode beschreven staat. Elk Project-afstemmingsprogramma is uniek voor het project en de wensen en behoeften uit de omgeving van dat project. 4.3 NOGEPA stelt een contactpersoon aan specifiek voor de gedragscode. Indien een belanghebbende van mening is dat er in strijd met de gedragscode wordt gehandeld, dan kan men dit melden bij de contactpersoon van NOGEPA. 4.4 De initiatiefnemer stelt een contactpersoon aan binnen de organisatie voor het Project-afstemmingsprogramma. Indien een belanghebbende van mening is dat er in strijd met het Project-afstemmingsprogramma wordt gehandeld, dan kan men dit melden bij de contactpersoon van de initiatiefnemer. 4.5 Voor een zorgvuldige adressering van de meldingen hanteren NOGEPA en initiatiefnemer een protocol voor afhandeling van klachten. 4 4.6 Elk Project-afstemmingsprogramma bevat afspraken over evaluatiemomenten en procedures. Elk jaar worden de projecten die zijn ontwikkeld binnen deze gedragscode geëvalueerd, waarbij de NOGEPA in gesprek gaat met belanghebbenden en vraagt naar de ervaringen. De evaluatie heeft tot doel de gedragscode en de bijbehorende Project-afstemmingsprogramma s te verbeteren en aan te scherpen. Communicatie & dialoog Goede, open en transparante communicatie en contact met de omgeving is tijdens alle fases van een gaswiningsproject van wezenlijk belang. De doelstelling van deze communicatie is het vormgeven van een proces dat leidt tot een goede en tijdige informatie-uitwisseling tussen initiatiefnemers en belanghebbenden bij projecten. Om deze doelstelling te bereiken hanteren we een aantal principes: 5.1 Belanghebbenden worden zo vroeg als mogelijk betrokken en geinformeerd. 5.2 Het Rijk, toezichthouder, provincie en gemeente hebben ieder hun eigen formele rol, taken en verantwoordelijkheden in het proces. Dit wordt meegenomen in het Project-afstemmingsprogramma. 5.3 De informatievoorziening wordt met belanghebbenden afgestemd op de behoefte. Dit omvat bijvoorbeeld informatie over mogelijke locatie(s), omvang van het project en mogelijke effecten zoals hinder of overlast. 5.4 De initiatiefnemer zorgt voor het beschikbaar stellen van informatie, waarbij rekening wordt gehouden met commerciële- en aanbestedingsregels. 5.5 De initiatiefnemer onderhoudt het contact met belanghebbenden in alle fasen van de activiteiten. 5.6 De initiatiefnemer zorgt ervoor dat zorgen kunnen worden besproken en stelt één aanspreekpunt beschikbaar voor vragen en klachten. 5 5.7 Gedurende alle fasen van een project kunnen nieuwe inzichten ontstaan waardoor plannen gewijzigd kunnen worden. Bij relevante projectwijzigingen en/ of inzichten worden belanghebbenden actief geïnformeerd. PAGINA10

Omgevingseffecten Doelstelling: Het adresseren van zorgen over effecten op de leefomgeving van een project. Uitgangspunt is de uitvoering van een project, waarbij contouren voor de globale uitvoering technisch en economisch bepaald zijn en waarin actieve deelname van de omgeving wordt gevraagd om de specifieke invulling van het project af te stemmen op de wensen van de omgeving. Hierbij hanteren we de volgende principes: 6.1 Als onderdeel van het Project-afstemmingsprogramma wordt de bestaande situatie voor de gebouwde omgeving in kaart gebracht. 6.2 De mogelijke effecten op de omgeving worden zo goed mogelijk inzichtelijk gemaakt. 6 6.3 Nadelige effecten op de omgeving worden zoveel mogelijk voorkomen of verminderd. 6.4 Als bij het opstellen van het Project-afstemmingsprogramma blijkt dat aanvullend onderzoek gewenst is en het verzoek daartoe redelijk is, wordt dit met erkende instituten besproken. In samenspraak met de belanghebbenden worden deze instituten geselecteerd. 6.5 Onderzoeken worden transparant uitgevoerd: belanghebbenden worden bij de opzet en de uitvoering van het onderzoek betrokken en tussentijds geïnformeerd. 6.6 De omgeving wordt, indien mogelijk, betrokken bij het zoeken naar de meest omgevingsvriendelijke uitvoering van de activiteiten. Hierbij wordt een balans tussen de voor- en nadelen nagestreefd. 6.7 De omgeving wordt, indien mogelijk, betrokken bij het zoeken naar de meest omgevingsvriendelijke locatie voor projecten. 6.8 Omgevingseffecten van de activiteiten worden gemonitord, tijdens en na de activiteiten. Monitoring is een onderdeel van het Project- afstemmingsprogramma en wordt met belanghebbenden besproken. 6.9 De wet bevat bepalingen over het compenseren of vergoeden van schade. De initiatiefnemer is wettelijk verplicht de aantoonbaar door hem veroorzaakte schade op de omgeving te vergoeden of compenseren. Kwaliteit van de leefomgeving 7 Doelstelling: Het leveren van een positieve bijdrage aan de omgeving in de gebieden waar nieuwe projecten plaatsvinden. Hierbij hanteren we de volgende principes: 7.1 Waar mogelijk kunnen lokale of regionale ondernemers betrokken worden in de uitvoering van activiteiten voor het project om een postitieve bijdrage te leveren aan de lokale omgeving, werkgelegenheid en economie. 7.2 De initiatiefnemer stelt kennis en middelen beschikbaar om een positieve bijdrage aan de omgeving te leveren. Met de omgeving wordt de invulling van deze bijdrage afgestemd. Waar en hoe dit wordt ingevuld zal in samenspraak met de omgeving in detail worden uitgewerkt in het Project-afstemmingsprogramma. Hierbij is het streven dat de bijdrage leidt tot een zo goed mogelijke balans van lusten en lasten voor de omgeving. Dit kan zijn een: maatschappelijke bijdrage, bijv. via synergiën met lokale projecten, activiteiten en doelstellingen, en/of economische bijdrage, en/of bijdrage aan de energietransitie ter plaatse. PAGINA12 6.10 Als er onverhoopt iets gebeurt dat leidt tot schade en dat op voorhand niet is voorzien, dan handelt de initiatiefnemer volgens een vooraf afgesproken schadeprotocol.

Bijlagen 1. Extract uit de Energieagenda (Ministerie van Economische Zaken) d.d. 7 December 2016 Energieprojecten hebben impact op de fysieke leefomgeving. Daarnaast brengen deze projecten in veel gevallen ook een aantal veiligheidsrisico s met zich mee. Regionale overheden vragen daarom om de verdeling van lusten en lasten te beoordelen. De vraag van burgers en regionale overheden wordt opgepakt door de energiesector, getuige de verkenningen in de verschillende sectoren. De Nederlandse Wind EnergieAssociatie (NWEA) heeft bijvoorbeeld samen met de Natuur- en Milieufederaties, Natuur & Milieu, ODE Decentraal, Milieudefensie en Greenpeace Nederland de Gedragscode Draagvlak en Participatie Windenergie op Land ondertekend. Deze gedragscode is in 2016 geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat acht op de tien projectontwikkelaars omwonenden laten participeren in de totstandkoming van nieuwe windmolens. In vrijwel alle projecten voor windenergie kunnen mensen financieel participeren. Ook de olie- en gasindustrie werkt momenteel aan een gedragscode. De Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) besteedt daarin aandacht aan maatregelen in de omgeving van een mijnbouwlocatie. Overheden vragen ook in bredere zin aandacht voor investeringen in regionale sociaal economische projecten. De komende tijd wordt samen met de olie- en gasindustrie gekeken of en hoe daar invulling aan kan worden gegeven. In 2017 zal onderzocht worden op welke wijze de verdeling van lusten en lasten in algemene zin geborgd kan worden bij energieprojecten, en welke specifieke maatregelen hierbij genomen kunnen worden 2. Overzicht indeling Project-afstemmingsprogramma Hieronder volgt een voorstel voor de inhoud van een Project-afstemmingsgsprogramma. Een Project-afstemmingsprogramma dat in samenspraak met belanghebbenden van het project wordt opgesteld omvat in ieder geval, maar niet uitsluitend, afspraken over de volgende onderwerpen: 1. Projectbeschrijving 2. Schets van de omgevingskarakteristieken Hier wordt een beknopte beschrijving van de omgeving, de natuurwaarden en een ruimtelijke onderbouwing gegeven. Deze worden (o.a.) overgenomen uit vergunningsaanvragen. Verder zal de input vanuit de omgeving met betrekking tot het (overig) gebruik van het gebied zoveel mogelijk worden meegenomen. Dit kan van alles zijn, zoals bijvoorbeeld een jarenlange bouw van een snelweg, een groot te organiseren festival in dezelfde periode, en andere evenementen/ activiteiten die een impact op de omgeving hebben gehad. 3. Procesparticipatie: a. Beschrijving proces b. Beschrijving procedures en verantwoordelijken c. Beschrijving betrokken partijen d. Beschrijving wijze en planning van betrokkenheid 4. Lokale wensen en doelen a. Lokale doelstellingen en bijdrage vanuit project b. Het organiseren van de betrokkenheid 5. Communicatie en informatie a. Communicatiestrategie b. Communicatiemiddelen c. Evaluatie PAGINA14

Bijlagen 6. Omgevingseffecten monitoren a. Maaiveldhoogte meten (bodemdaling) b. Monitoring SRA (bodemtrilling) c. Bouwkundige vooropnames d. Schadeafhandeling e. Andere omgevingseffecten 7. Planning 3. Wettelijke vergunning en inspraak cyclus Op de website hoewerktgaswinnen.nl kunt u informatie vinden over het wettelijke kader van gaswinnen, over vergunningen en over inspraak mogelijkheden. Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met NOGEPA. 8. Arbiter/Tussenpersoon 9. Vragen- en klachtenafhandeling PAGINA16

Bijlagen 4. Lijst gesprekspartners / organisaties Voor het ontwikkelen van de gedragscode is gesproken met een of meerdere personen uit onderstaande lijst van organisaties. 1 Dorpsbelang Kommerzijl 2 Dorpsbelang Wapse 3 Dorpsvereniging Top & Twel 4 Gemeente Alkmaar 5 Gemeente Ameland 6 Gemeente Bergen 7 Gemeente Delfzijl 8 Gemeente Dongeradeel 9 Gemeente Loppersum 10 Gemeente Westerveld 11 Gemeente Woerden 12 IPO 13 It fryske Gea 14 Ministerie EZ 15 Ministerie I&M 16 Ondernemersvereniging Boekelermeer 17 Provincie Drenthe 18 Provincie Friesland 19 Provincie Groningen 20 Rijkswaterstaat 21 Staatsbosbeheer 22 Staatstoezicht op de Mijnen 23 Stichting natuur en Milieu 24 Unie van Waterschappen 25 Vewin 26 VNG 27 Waterschap Noorderzijlvest 28 Wetterskip Fryslan PAGINA18