SIMPLY CLEVER. ŠkodaRoomster INSTRUCTIEBOEKJE



Vergelijkbare documenten
ŠkodaFabia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

SIMPLY CLEVER. ŠkodaRoomster INSTRUCTIEBOEKJE

ŠkodaYeti INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

SIMPLY CLEVER. ŠkodaOctavia Tour INSTRUCTIEBOEKJE

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Roomster INSTRUCTIEBOEKJE

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA YETI

ŠkodaOctavia Tour INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

ŠkodaFabia MANUAL DE UTILIZARE SIMPLY CLEVER

ŠKODA Fabia INSTRUCTIEBOEKJE

ŠKODA Octavia INSTRUCTIEBOEKJE

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Superb INSTRUCTIEBOEKJE

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Fabia Instructieboekje

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Octavia Instructieboekje

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

SIMPLY CLEVER. ŠKODA Superb Instructieboekje

F I A T NL S N E L G I D S

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

SIMPLY CLEVER. ŠkodaSuperb INSTRUCTIEBOEKJE

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA FABIA

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA FABIA

ŠkodaOctavia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

ŠkodaFabia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

ŠkodaSuperb INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

ŠkodaFabia INSTRUCTIEBOEKJE SIMPLY CLEVER

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

De voorkant. De zijkant. De banden

LCD scherm va LCD scherm

Verkorte gebruiksaanwijzing

Uw instructieboekje is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

LCD scherm ve LCD scherm

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

De voorkant. De zijkant. De banden

Korte introductie van de Vogue E-bike. 1 Motor 2 Display 3 Accu 4 Controller 5 Pedaal sensor. Aan/uit knop

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

Het online-instructieboekje

Handleiding. E-Trendy Lithium fietscomputer. 1. Inleiding P. 2

Voertuig Controle Golf 7

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2

Nederlandstalige handleiding Autoalarm AS5

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE A3

Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina".

Handleiding. Trenergy E-relax fietscomputer. Pagina: 1

Splash 5 deurs. Samenvatting. Nieuwe look! 5 jaar garantie en assistance Laag verbruik Verhoogde instap Handige stadswagen Groot laadvlak Magic Days

Volkswagen Marine. Scheepsmotoren. Extra bedieningshandleiding Multi-functie-indicatie. SDI en TDI Volkswagen Marine

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

Gebruiksaanwijzing kort

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

Verwarming en ventilatie

Voorstoelen HANDMATIG VERSTELBARE STOELEN

************************* **************** ******** ***

Bedieningsinstructie

COP LUM KA NL :43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

Het online-instructieboekje

Verkorte gebruiksaanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

NL ESP-Systeem

Uw auto komt tot leven op internet!

Datum/Date: 04/2003ne Update: 07/2007 Car Access System E60, E61, E63, E64, E70, E81, E87, E90, E91, E92, E93

Voertuig Controle BMW 116d Sportline

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T P U N T O NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

ŠkodaOctavia Supplement - voor voertuigen met LPG-aandrijving

BIZOBIKE Display handleiding E-Motion

Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist

ŠKODA Octavia Tour INSTRUCTIEBOEKJE

Configuratie. Jimny 3 deurs. Samenvatting

Elektrische fiets. Handleiding

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

HANDLEIDING MINI ONE MINI COOPER MINI COOPER S

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

ELEKTRISCHE INSTALLATIE BI-VAN CAN COM2000

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Art-No NL Handleiding

UW INSTRUCTIEBOEKJE OP INTERNET!

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Bedieningselement voor de Eeberspächer-standverwarmingen A WORLD OF COMFORT

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Alleen voor Trip 2, 2L, 3 en 5W Gebruikershandleiding. NEDERLANDS

Praktijk Vragen over auto

Vehicle Security System VSS 1. Handleiding voor systeeminstelling - Dutch

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Inbouw handleiding Multi-Media Unit Mitsubishi Lancer

y Verwarming op brandstof 87

Manualul dvs. SKODA FABIA

REWI AANKOOPKEURING. Bezoekadres. Adres. Keurmeester. Postcode \ Plaats. Bezoekdatum. Telefoonnummer. Bezoektijd. Opdrachtgever.

Clifford Electronics Benelux bv. Tel Fax

COCKPIT 2 FC 520/ 530 / 535

ROOD Niet goed, zet uw auto op een veilige plaats stil en bel de mobiliteitsservice!

MEUBELSLOTEN (LOCKERSLOTEN) DS300 / DS400 1/13. t f INHOUDSOPGAVE

Uw gebruiksaanwijzing. SKODA OCTAVIA TOUR

Transcriptie:

SIMPLY CLEVER ŠkodaRoomster INSTRUCTIEBOEKJE

Inleiding U hebt gekozen voor een Škoda - wij danken u hartelijk voor uw vertrouwen. Met uw nieuwe Škoda krijgt u een auto met ultramoderne techniek en talrijke opties, waarvan u vast en zeker bij dagelijks gebruik maximaal plezier zult beleven. Met het oog hierop adviseren wij u dan ook, dit instructieboekje aandachtig door te lezen, zodat u uw auto snel en grondig leert kennen. Mocht u verdere vragen met betrekking tot uw auto of eventuele problemen hebben, verzoeken wij u contact op te nemen met een Škoda-dealer/vakgarage of de importeur. Daar zijn vragen, opmerkingen en kritiek altijd welkom. Afwijkende nationale wettelijke regelingen hebben voorrang op de informatie gegeven in deze handleiding. Wij wensen u veel plezier met uw Škoda en altijd een goede reis. Uw Škoda Auto

2 Inleiding Wagendocumentatie In de meegeleverde documentatie van uw auto vindt u naast dit instructieboekje ook een serviceplan en aanwijzingen voor hulp onderweg. Bovendien kunnen al naargelang het model en de uitvoering verschillende gebruiksaanwijzingen en extra aanwijzingen aanwezig zijn (bijv. radioinstructieboekje). Als u één van bovengenoemde documenten mist, verzoeken wij u direct contact op te nemen met een Škoda-dealer, waar men u graag zal helpen. Er moet rekening mee worden gehouden dat de gegevens op het kenteken steeds voorrang hebben op de gegevens in dit instructieboekje. Gebruiksaanwijzing Dit instructieboekje beschrijft de huidige omvang van de uitrusting. Enkele van de hier genoemde uitrustingen worden later geïntroduceerd of zijn alleen bedoeld voor bepaalde exportlanden. De afbeeldingen kunnen in enkele onbelangrijke details afwijken van uw auto; de afbeeldingen moeten echter alleen maar worden gezien als algemene informatie. Naast de informatie met betrekking tot de bediening staan in het instructieboekje ook belangrijke gebruiks- en onderhoudstips ten behoeve van uw veiligheid alsmede voor het behouden van de inruilwaarde van uw auto. Hier staan belangrijke tips en helpinformatie in. Bovendien staat hierin hoe u met uw auto veilig, economisch en milieuvriendelijk kunt rijden. Het serviceplan Bevat: gegevens van de auto; onderhoudsintervallen; overzicht van de onderhoudswerkzaamheden; servicebewijs; bevestiging van de mobiliteitsgarantie (geldt alleen in bepaalde landen); belangrijke aanwijzingen met betrekking tot de garantie. De bevestigingen van de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden zijn een van de voorwaarden voor een eventuele garantieaanspraak. Geef het serviceplan dan ook altijd af als u uw auto bij een servicedealer afgeeft. Als het serviceplan is zoekgeraakt of op is, neem dan contact op met de Škoda-dealer waar u de auto regelmatig voor onderhoud aanbiedt. Hier ontvangt u dan een duplicaat waarin de tot nu toe uitgevoerde onderhoudsbeurten worden bevestigd. Hulp onderweg Hierin staan de belangrijkste telefoonnummers in bepaalde landen en de adressen en telefoonnummers van de Škoda-importeurs. Let, met het oog op de veiligheid, ook beslist op de informatie met betrekking tot accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen bladzijde 187. Maar ook de andere hoofdstukken van dit instructieboekje zijn belangrijk, want een vakkundige behandeling van de auto draagt - naast regelmatig onderhoud - bij aan het behouden van een goede inruilwaarde en is bovendien in de meeste gevallen één van de voorwaarden voor het recht op een garantieaanspraak.

Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen)......................... Bediening................................ Cockpit........................................ Overzicht.................................... De beknopte informatie...................... Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen...... Instrumenten en controlelampen............ Overzicht instrumentenpaneel................ Toerenteller.................................. Snelheidsmeter.............................. Koelvloeistoftemperatuurmeter*.............. Brandstofmeter*............................. Kilometertotaalteller.......................... Service-interval-indicatie...................... Digitale klok.................................. Multi-functie-indicatie (boordcomputer)*...... MAXI DOT-Display (informatiedisplay)*........ Auto-Check-Control.......................... Controlelampjes.............................. Ontgrendelen en vergrendelen............... Sleutel....................................... Vergrendelen................................. Kinderslot.................................... Centrale vergrendeling*....................... Afstandsbediening*........................... Alarmsysteem*............................... Interieurbewaking* en afsleepbewaking*....... Elektrische ruitbediening*..................... Panoramadak*............................... 6 9 11 11 12 12 17 17 18 18 18 18 19 19 20 21 24 25 27 37 37 38 38 39 43 44 45 46 48 Verlichting en zicht............................ Verlichting.................................... Binnenverlichting:............................. Zicht......................................... Ruitenwisser- en ruitensproeier................ Achteruitkijkspiegel........................... Zitten en opbergen............................ Stoelen vooraan.............................. Hoofdsteunen................................ Voorstoelverwarming*........................ Achterstoelen................................. Pedalen...................................... Bagageruimte................................. Variable laadvloer in kofferruimte*............. Fietsendrager in kofferruimte*................. Imperiaal*.................................... Bekerhouder voor............................. Bekerhouder achter*.......................... Parkeertickethouder........................... Asbak*....................................... Sigarettenaansteker* en stopcontacten*........ Opbergvakken (dashboardkastjes).............. Verwarming en airconditioning............... Luchtuitstroomroosters........................ Circulatiefunctie.............................. Verwarming.................................. Climatic (halfautomatische airconditioning)*.... Climatronic* (automatische airco).............. Wegrijden en rijden........................... Stuurwielstanden instellen..................... Contactslot................................... Motor starten................................. Motor afzetten................................ Schakelen (schakelbak)........................ Handrem..................................... 49 49 54 55 56 58 60 60 61 62 62 65 65 69 71 73 74 74 75 75 75 76 81 81 81 82 84 87 91 91 91 92 93 94 94 Parkeerhulp*................................. Snelheidsregelsysteem (SRS)*................. Automatische versnellingsbak................ Automatische versnellingsbak*................ Communiceren............................... Multifunctioneel stuurwiel*................... Universele telefoonvoorbereiding GSM II*...... Gesproken bediening......................... Muziekweergave via Bluetooth.............. Ingangen AUX-IN* en MDI*................... Veiligheid................................. Passieve veiligheid............................ Basisprincipes................................ Juiste zitpositie............................... Veiligheidsgordels............................ Waarom veiligheidsgordels?................... Het natuurkundige principe van een frontale aanrijding.................................... Belangrijke veiligheidsinstructies bij de omgang met veiligheidsgordels............................ Hoe worden veiligheidsgordel goed gedragen?. Gordelspanner............................... Airbagsysteem................................ Beschrijving van het airbagsysteem............ Voorairbags.................................. Zijairbags*................................... Hoofdairbags*............................... Airbags uitschakelen.......................... Veilig vervoer van kinderen................... Wat u moet weten als u kinderen vervoert!..... Kinderzitje................................... Bevestiging kinderzitje met ISOFIX -systeem*... Bevestiging kinderzitje met het Top Tether -systeem 95 96 98 98 104 104 105 110 111 111 113 113 113 114 117 117 117 118 119 121 122 122 123 125 127 128 131 131 134 136 137 Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

4 Inhoudsopgave en voor het rijden... Intelligente techniek.......................... Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)*...... Remmen..................................... Rembekrachtiger............................. Antiblokkeersysteem (ABS).................... Remassistent (remkrachtverhoger)*............ Assistenten voor rijden op hellende wegen*.... Elektrohydraulische stuurbekrachtiging......... Bandendrukcontrole*......................... Roetfilter* (dieselmotor)...................... Rijden en milieu............................... De eerste 1 500 kilometer en daarna........... Katalysator................................... Economisch en milieubewust rijden........... Milieu-aspecten.............................. Rijden in het buitenland....................... Voorkomen van schade aan de auto........... Rijden door water op straten.................. Rijden met aanhangwagen................... Gebruik aanhangwagen....................... Gebruikvoorschriften............... 139 139 139 141 142 142 143 143 143 144 145 147 147 148 148 152 152 153 153 155 155 159 Accu......................................... Ruitensproeiersysteem........................ Wielen en banden............................. Wielen....................................... Accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen.................................... Accessoires en onderdelen.................... Technische wijzigingen........................ Auto's van de categorie N1..................... Raad en daad............................ Raad en daad.................................. Verbanddoos* en Gevarendriehoek*........... Brandblusser*................................ Boordgereedschap............................ Bandenreparatieset........................... Reservewiel*................................. Wiel verwisselen.............................. Starthulp..................................... Weg- en aanslepen............................ Zekeringen en gloeilampen................... Elektrische zekeringen......................... Gloeilampen.................................. 176 180 181 181 187 187 187 187 189 189 189 189 189 190 190 191 194 196 199 199 204 Technische gegevens................ Technische gegevens......................... Algemene aanwijzingen....................... Gebruikte afkortingen......................... Rijprestaties.................................. Gewichten................................... Identificatiegegevens......................... Brandstofverbruik volgens ECE-voorschriften en EUrichtlijnen.................................... Afmetingen.................................. Motoroliespecificaties........................ 1,2 l/51 kw - EU5 / EU2 DDK.................. 1,2 l/63 kw TSI - EU5.......................... 1,2 l/77 kw TSI - EU5.......................... 1,6 l/66 kw TDI CR DPF - EU5.................. 1,6 l/77 kw TDI CR DPF - EU5.................. Trefwoordenlijst....................... 213 213 213 213 213 213 213 214 215 216 218 220 222 224 226 229 Verzorging en reiniging van de auto.......... Algemeen.................................... Verzorging buitenzijde auto................... Verzorging binnenzijde auto................... Brandstof...................................... Benzine...................................... Diesel....................................... Tanken....................................... Controleren en navullen...................... motorruimte................................. Motorolie.................................... Koelsysteem................................. Remvloeistof................................. 159 159 159 164 166 166 166 167 169 169 171 173 175 Praktijk..................................... Praktijk......................................... Bevestigingsogen............................. Verstelbare scheidingswand achter de voorstoelen Bevestiging van de laadvloer................... Verstelling van de scheidingswand.............. Noodontgrendeling van de laadruimteklep...... 211 211 211 211 211 212 212

Inhoudsopgave 5 Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

6 Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Dit instructieboekje is systematisch opgebouwd om het vinden en opnemen van de benodigde informatie te vergemakkelijken. Hoofdstuk, inhoudsopgave en trefwoordenregister De tekst van dit instructieboekje is in relatief korte paragrafen ingedeeld, die in overzichtelijke hoofdstukken zijn samengevoegd. Het actuele hoofdstuk staat rechtsonder op de pagina geaccentueerd. De aan de hand van de hoofdstukken ingedeelde inhoudsopgave en het uitgebreide trefwoordenregister achter in het instructieboekje helpen u de gewenste informatie snel te vinden. Hoofdstukken De meeste alinea's gelden voor alle auto's. Omdat de uitvoeringsvarianten echter zeer veelvuldig kunnen zijn, is het niet te voorkomen, dat ondanks de indeling in alinea's soms ook uitvoeringen worden genoemd waar uw auto niet mee is uitgerust. De met een * gemarkeerde uitrustingen behoren alleen standaard bij bepaalde modeluitvoeringen of zijn alleen voor bepaalde modellen als meeruitvoering leverbaar. Samenvatting en uitleg Elke alinea is voorzien van een kop. Er volgt beknopte informatie (in groot cursief schrift) waarover het in deze alinea gaat. De afbeelding wordt meestal gevolgd door een uitleg (in relatief groot schrift) die in klare taal uitlegt hoe u te werk moet gaan. Uit te voeren handelingen worden aangegeven met een koppelteken. Richtingaanwijzingen Alle richtingaanwijzingen zoals links, rechts, voor, achter zijn gebaseerd op de rijrichting van de auto. Symboolverklaring De zo gekenmerkte onderdelen behoren seriematig alleen bij bepaalde modellen of zijn alleen bij bepaalde modellen als extra leverbaar. Eind van een hoofdstuk. Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder. en Alle vier de typen aanwijzingen die in de tekst worden gebruikt staan altijd aan het einde van het betreffende hoofdstuk vermeld. De belangrijkste aanwijzingen worden aangeduid met de kop Attentie. Deze attentie-aanwijzingen attenderen op een ernstige kans op ongevallen of letsel. In de tekst vindt u vaak een dubbele pijl die wordt gevolgd door een klein attentiesymbool. Dit symbool attendeert op een attentie-aanwijzing aan het einde van de alinea die beslist moet worden opgevolgd. Voorzichtig! Een voorzichtig-aanwijzing attendeert op mogelijke defecten aan uw auto (bijv. defecte versnellingsbak), of attendeert op de kans op een ongeval. Milieu Een milieu-aanwijzing attendeert op de milieubescherming. Hier vindt u bijv. adviezen voor een lager brandstofverbruik. Een normale aanwijzing attendeert op algemene en belangrijke informatie. Richtingaanwijzingen Alle richtingaanwijzingen zoals links, rechts, voor, achter zijn gebaseerd op de rijrichting van de auto.

Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) 7 Eenheden In enkele landen kunnen Britse eenheden zijn aangegeven. Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

8 Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen)

9 Bediening Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

10 Cockpit Afb. 1 Een aantal op de foto weergegeven uitrustingen gelden alleen maar voor bepaalde type-uitvoeringen of zijn als optie leverbaar.

Cockpit 11 Cockpit Overzicht Door dit overzicht zult u snel vertrouwd raken met de meters/controlelampjes en de bedieningselementen. A1 elektrische ruitbediening*...................................... 46 A2 Elektrische buitenspiegelverstelling*............................ 58 A3 Luchtuitstroomroosters........................................ 81 A4 Hendel voor multifunctieschakelaar: knipperlicht, groot licht en parkeerlicht, grootlichtsignaal....... 53 snelheidsregelsysteem*..................................... 96 A5 Stuurwiel: met claxon A6 A7 A8 met bestuurdersairbag....................................... met bedieningstoetsen voor radio, navigatie en telefoon*...... Instrumentenpaneel: Instrumenten en controlelampjes........... Hendel voor multifunctieschakelaar: Multi-functie-indicatie*...................................... Ruitenwissers en -sproeiers.................................. Schakelaar voor achterruitverwarming........................... 123 104 17 21 56 55 A9 Schakelaar voor ASR*.......................................... 139 A10 Luchtuitstroomroosters........................................ 81 A11 Schakelaar voor alarmlichten................................... 52 A12 Controlelampje voor uitschakeling airbag voorpassagier*......... 129 A13 Afhankelijk van de uitrusting: A14 A15 Bediening voor verwarming.................................. Bediening voor Climatic*.................................... Bediening voor Climatronic*................................. Opbergvakken aan de voorpassagierszijde*...................... Airbag voorpassagier*.......................................... 81 84 87 77 123 A16 Schakelaar voor airbag voorpassagier*.......................... 129 A17 Schakelaar, afhankelijk van de uitrusting: Kofferdeksel ontgrendelen*.................................. 42 A18 Interieurbewaking*.......................................... Zekeringenhouder in dashboard................................. 45 199 A19 Lichtschakelaar en lichtbundelhoogstevertelling.................. 49, 52 A20 Ontgrendelingshendel voor motorkap........................... 169 A21 Hendel voor stuurwielverstelling................................ 91 A22 A23 Contactslot.................................................... Afhankelijk van de uitrusting: Radio* Navigatie* 91 A24 Tuimelschakelaar voor de verwarming van de bestuurdersstoel*... 62 A25 Schakelaar voor centrale vergrendeling*......................... 41 A26 Afhankelijk van de uitrusting: versnellingshendel (schakelbak).............................. 94 keuzehendel (automatische versnellingsbak*)................. 100 A27 Tuimelschakelaar voor de verwarming van de passagiersstoel*.... 62 A28 Afhankelijk van de uitrusting: Asbak*...................................................... Opbergvak.................................................. 75 78 A29 MDI*.......................................................... 111 Bij auto's die af fabriek met een radio, of navigatiesysteem zijn uitgerust, is een aparte handleiding voor de bediening van deze apparaten bijgevoegd. Bij auto's met stuur rechts wijkt de plaatsing van de bedieningselementen voor een deel af van de in bladzijde 10, afb. 1 weergegeven plaatsing. De symbolen komen echter overeen met die op de bedieningselementen van auto's met stuur links. Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

12 De beknopte informatie De beknopte informatie Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen Stuurwielstand instellen Inleiding Het hoofdstuk 'De beknopte informatie' dient alleen voor een snelle kennismaking met de belangrijkste bedieningselementen van de auto. Alle aanwijzingen in de volgende hoofdstukken van de handleiding moeten beslist in acht genomen worden. Auto ont- en vergrendelen Afb. 3 Verstelbaar stuurwiel: Hendel aan de stuurkolom / de juiste afstand van de bestuurder tegenover het stuurwiel Afb. 2 Radiografische afstandsbediening A1 Auto ontgrendelen A2 Kofferklep ontgrendelen A3 Auto vergrendelen A4 Sleutel uitklappen/inklappen Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 43, Auto ont- en vergrendelen. De stand van het stuurwiel is in hoogte en lengterichting instelbaar. Klap de hendel onder de stuurkolom afb. 3 naar beneden. Plaats het stuurwiel in de gewenste stand (hoogte en hoek). Druk de hendel naar boven tot aan het etiket. De stand van het stuurwiel is in hoogte en lengterichting instelbaar. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 91, Stuurwielstanden instellen. Stel het stuurwiel zo af dat de afstand tussen het stuurwiel en het borstbeen minstens 25 cm bedraagt afb. 3 rechts. Als deze minimale afstand niet wordt aangehouden, kan het airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar! Het stuurwiel mag nooit tijdens de rit worden versteld! Om veiligheidsredenen moet de hendel altijd vast naar boven zijn gedrukt zodat de stand van het stuurwiel onder het rijden niet onbedoeld kan wijzigen - kans op ongevallen!

De beknopte informatie 13 Hoogteverstelling veiligheidsgordels A1 Stoel in lengterichting instellen A2 Zittinghoogte instellen* A3 Hoek van de rugleuning instellen Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 60, Voorstoelen instellen. Afb. 4 Voorstoel: Hoogteverstelling veiligheidsgordels Stel de bestuurdersstoel alleen bij stilstaande auto in - kans op ongevallen! Elektrische verstelling buitenspiegel* Druk voor het instellen op de doorvoerplaat en schuif deze naar boven of naar beneden afb. 4. Na het instellen controleert u door met korte rukken aan de gordel of de geleiderand zeker vergrendeld is. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 119. Stel de hoogte van de gordel zo in, dat de schoudergordel ongeveer over het midden van de schouder - maar in geen geval langs de hals - loopt! Voorstoel instellen Buitenspiegelverwarming Linkerbuitenspiegel instellen Buitenspiegel rechts instellen Bediening uitschakelen Afb. 6 Binnenzijde portier: Draaiknop Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 58, Achteruitkijkspiegel. Afb. 5 Bedieningspaneel op stoel Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

14 De beknopte informatie Verlichting in- en uitschakelen Knipperlicht- en grootlichtschakelaar Afb. 7 Dashboard: Lichtschakelaar: Afb. 8 De knipperlicht- en grootlichtschakelaar Alle verlichting uitschakelen Stadslicht inschakelen Dimlicht en groot licht inschakelen Mistlichten* Mistachterlicht A Knipperlicht rechts AB Knipperlicht links AC Omschakelen tussen dim- en groot licht AD Lichtsignaal Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 53, De richtingaanwijzer- en grootlichtschakelaar. Ruitenwisserschakelaar Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 49, Verlichting in- en uitschakelen. Afb. 9 Ruitenwisserschakelaar A Intervalschakelaar A0 Wissen uitgeschakeld A1 Interval-wissen

De beknopte informatie 15 A2 A3 A4 A5 Langzaam wissen Snel wissen Eénmaal wissen Wis-/wasautomaat Tanken Achterruitwisser A6 Interval wissen - iedere 6 seconden A7 Wis-/wasautomaat Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 56, Ruitenwisser. Elektrische ruitbediening* Afb. 10 Schakelaars in bestuurdersportier A schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het bestuurdersportier AB schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het rechter voorportier AC schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het rechter achterportier* AD schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het linker achterportier* AS veiligheidsschakelaar* Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 46, Toetsen voor elektrische ruitbediening. Afb. 11 Rechterachterzijde: Tankklep / tankklep met losgeschroefde tankdop Tankafsluiting openen Maakt u de tankklep met de hand open De tankdop van de vulpijp met behulp van de contactsleutel naar links toe ontgrendelen. Schroef de tankdop linksom los en plaats de tankdop van bovenaf op de tankklep afb. 11 rechts. Tankdop sluiten Schroef de tankdop rechtsom tot deze hoorbaar wordt vergrendeld. Vergrendel de tankdop van de brandstofvulopening door de autosleutel naar rechts te draaien en verwijder de sleutel. Druk de tankdopklep dicht. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 167, Tanken. Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

16 De beknopte informatie Ontgrendeling van de motorkap Motoroliepeil: controleren Trek aan de ontgrendelingshendel onder het dashboard aan de bestuurderszijde afb. 12. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 169, Ontgrendeling van de motorkap. Motorkap openen Afb. 12 Ontgrendelingshendel voor motorkap Afb. 14 Oliepeilstok Aa Motorolie mag niet bijgevuld worden. Ab Motorolie mag bijgevuld worden. Ac Motorolie moet bijgevuld worden. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 171, Motoroliepeil controleren. Afb. 13 Radiateurgrille: Borghendel / Borging van de motorkap met behulp van de motorkapsteun Trek de vergrendelingshendel afb. 13, de motorkap wordt ontgrendeld. Neem de motorkapsteun uit de klem en zet hem in de daarvoor bestemde opening afb. 13 rechts. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 169.

Instrumenten en controlelampen 17 Instrumenten en controlelampen Overzicht instrumentenpaneel Afb. 15 Instrumentenpaneel A1 A2 A3 A4 A5 Toerenteller Display met kilometertotaalteller bladzijde 19 met service-interval-indicatie bladzijde 19 met digitale klok bladzijde 20 met multifunctionele -indicatie* bladzijde 21 met informatiedisplay* bladzijde 24 Snelheidsmeter bladzijde 18 Koelvloeistoftemperatuurmeter* bladzijde 18 Toets voor aanduidings modus: Instellen van uren/minuten Activering/deactivering van de tweede snelheid in mph respectievelijk in km/u* A6 A7 Service interval - Aanduiding van de rustdagen en het aantal kilometers respectievelijk mijlen tot de volgende Inspectie-service / Reset* 1) Toets voor: Dagteller voor voor de afgelegde rijafstand terugstellen Service-intervalindicatie: terugzetten Instellen van uren/minuten Aanduidings modus activeren/deactiveren Brandstofmeter* bladzijde 18 1) Geldt voor landen, waarin de waarde in britse maateenheden wordt aangeduid. Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

18 Instrumenten en controlelampen Toerenteller Het rode bereik van de snelheidsmeterschaal A1 bladzijde 17, afb. 15 kenmerkt het bereik, in welke de motoraandrijving begint met het begrenzen van het motortoerental. De motoraandrijving begrenst het motortoerental op een zekere grenswaarde. Schakel, voor het bereiken van het rode bereik van de snelheidsmeterschaal naar de volgend hogere gang respectievelijk kiest u de keuzehandel instelling D van de automatische versnellingsbak. Vermijd hoge motortoerentallen gedurende de ingansperiode en voor de motor op werkingstemperatuur is verwarmt bladzijde 147. Milieu Op tijd opschakelen helpt brandstof te besparen, verlaagt de geluidsproductie en ontziet het milieu en is goed voor de levensduur en betrouwbaarheid van de motor. Snelheidsmeter Waarschuwing bij snelheidsovertreding* Bij het overschrijden van de rijsnelheid van 120 km/uur klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal. Als de snelheid weer terugloopt tot onder deze snelheidsgrens, wordt het akoestische waarschuwingssignaal uitgeschakeld. Deze functie geldt alleen voor enkele landen. Koelvloeistoftemperatuurmeter* De koelvloeistoftemperatuurmeter A4 bladzijde 17, afb. 15 werkt alleen maar bij ingeschakeld contact. Neem, om schade aan de motor te voorkomen, de volgende aanwijzingen in acht met betrekking tot temperatuurbereiken op de meter: Bereik voor koude motor Als de wijzer in het linkergedeelte van de meterschaal staat heeft de motor zijn bedrijfstemperatuur nog niet bereikt. Vermijd hoge motortoerentallen, vol gas en zware motorbelastingen. Bereik bedrijfswarme motor De motor heeft zijn bedrijfstemperatuur bereikt als de wijzer in het middelste gedeelte van de meterschaal staat. Bij sterke motorbelasting en hoge buitentemperaturen kan de wijzer ook verder naar rechts lopen. Dit kan geen kwaad zolang het waarschuwingssymbool in het instrumentenpaneel niet knippert. Als het symbool op het instrumentenpaneel knippert, is of de koelvloeistof temperatuur te hoog of het koelvloeistof peil te laag. en opvolgen bladzijde 30, Koelvloeistoftemperatuur/koelvloeistofpeil. Neem de waarschuwingsaanwijzingen in acht bladzijde 170, Werkzaamheden in de motorruimte voordat u de motorkap opent en het koelvloeistofpeil controleert. Voorzichtig! Verstralers en andere aanbouwdelen voor de verseluchtinlaat verslechteren de koelwerking van de koelvloeistof. Bij hoge buitentemperaturen en zware motorbelasting is de kans aanwezig dat de motor oververhit raakt! Brandstofmeter* De brandstofmeter A7 bladzijde 17, afb. 15 werkt alleen maar bij ingeschakeld contact. De tankinhoud bedraagt ca. 55 liter. Als de wijzer de reservestand heeft bereikt, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingssymbool branden. Er zit nog ca. 7 liter brandstof in de tank. Dit symbool herinnert eraan, dat u moet tanken. Op het informatiedisplay* verschijnt: Please refuel! (Tanken s.v.p.!)

Instrumenten en controlelampen 19 Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal. Bij enkele voertuigen wordt de brandstofmeter in de display van het instrumentenpaneel aangeduid. Voorzichtig! Rijd de tank nooit helemaal leeg! Een onregelmatige verzorging van het brandstofsysteem kan ertoe leiden dat de motor onregelmatig draait. Er kan dan onverbrande brandstof in het uitlaatsysteem terechtkomen en de katalysator beschadigen. Indien bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust, en de aanduiding van tweede snelheid in mph resp. in km/u geactiveerd is, wordt de rijsnelheid in plaats van de teller, weergegeven voor de gehele afgelegde rit. Service-interval-indicatie Kilometertotaalteller De kilometerdagteller bevindt zich in het onderste gedeelte van de display. De indicatie van de afgelegde afstand vindt plaats in kilometers (km). In enkele landen wordt de maateenheid mijlen gebruikt. Terugstelknop Houd de terugstelknop A6 bladzijde 17, afb. 15 ca. 1 seconde ingedrukt, de kilometerdagteller wordt teruggezet op nul. Kilometerdagteller (trip) De kilometerdagteller geeft de afstand weer die is afgelegd nadat de kilometerteller voor de laatste keer op nul is teruggezet - en wel in stappen van 100 m, resp. 1/10 mijl. Kilometertotaalteller De kilometertotaalteller geeft het aantal kilometers, resp. mijlen weer die de auto in totaal heeft afgelegd. Storingindicator Als er sprake is van een storing in het instrumentenpaneel, verschijnt op de display continu Error. Laat de storing zo snel mogelijk door een Škoda-dealer opheffen. Verstel om veiligheidsredenen de kilometerdagteller nooit tijdens het rijden! Afb. 16 Service-interval-indicatie: Volgens de uitrusting van de auto kan de indicatie op de display afwijken. Service-interval-indicatie Voor het bereiken van het service-interval wordt na het aanschakelen van het contact een sleutelsymbool en de nog resterende kilometers aangetoond afb. 16 Gelijktijdig verschijnt een aanduiding over de nog resterende dagen tot het volgende service-interval. Op het informatiedisplay* verschijnt: Service in... km or... days (service na... km of... dagen) De kilometerindicatie of de dagindicatie loopt voor de servicebeurt in stappen van 100 km of hele dagen terug. Als het service-interval is bereikt, verschijnt op de display gedurende 20 seconden een knipperend sleutelsymbool en de tekst Service. Op het informatiedisplay* verschijnt: Service now! (Onderhoud nu!) Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

20 Instrumenten en controlelampen Indicatie over de nog af te leggen afstand en dagen tot aan de eerstvolgende onderhoudsbeurt U kunt de nog resterende rijafstand en dagen tot de volgende servicebeurt op eender welke tijd met behulp va de toets A5 laten aantonen bladzijde 17. Op de display verschijnt gedurende 10 seconden een sleutelsymbool en een aanduiding over de nog resterende kilometers. Gelijktijdig verschijnt een aanduiding over de nog resterende dagen tot het volgende service-interval. Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust roept u deze aanduiding in het volgende menu op SETUP (Instellingen) bladzijde 25. Op het informatiedisplay* verschijnt gedurende 10 seconden: Service in... km or... days (service na... km of... dagen) Service-intervalindicatie: terugzetten Het terugstellen van de service-intervalindicatie kan pas worden uitgevoerd als op de display van het instrumentenpaneel een servicemelding of ten minste een voorafgaande waarschuwing wordt weergegeven. Wij adviseren het resetten door een Škoda-dealer te laten uitvoeren. De dealer: zet na de betreffende Grote Onderhoud Service het geheugen van de indicatie terug; noteert de onderhoudsbeurt in het serviceplan; plakt de sticker, met de aantekening voor de volgende onderhoudsbeurt aan de zijkant van het instrumentenpaneel aan de bestuurderszijde. De service-interval-indicaties kunnen ook met behulp van de terugstelknop A6 bladzijde 17 als volgt worden gereset (teruggesteld): Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust roept u deze aanduiding in het volgende menu op SETUP (Instellingen) bladzijde 25. Reset de indicatie nooit tussen de onderhoudsintervallen in omdat er anders verkeerde gegevens worden weergegeven. Bij losgekoppelde autoaccu blijven de waarden van de service-interval-indicatie bewaard. Indien na een herstelling het instrumentenpaneel wordt verwisseld, moet in de teller voor de dienstbeurtaanduiding de correcte waarde worden ingevoerd. Deze werkzaamheden worden door een Škoda-dealer uitgevoerd. Na het resetten van de indicatie met verlengde flexibele onderhoudsintervallen (QG1) worden de gegevens net zoals bij auto's met verlengde vaste onderhoudsintervallen (QG2) weergegeven. Om deze reden adviseren we de service-interval-indicatie alleen door een erkende Škoda-dealer te laten resetten, die het resetten uitvoert met behulp van een elektronicatester. Uitgebreide informatie met betrekking tot de onderhoudsintervallen - zie brochure Serviceplan. Digitale klok De klok stelt u in met de toetsen A5 en A6 bladzijde 17, afb. 15. Met de toets A5 kiest u de aanduiding, die u veranderen wilt, en met de toets A6 doorvoert u de verandering. Bij voertuigen die met informatiedisplay* zijn uitgerust, kan de klok in het menu Time (uur) ingesteld worden bladzijde 26. De tijd mag om veiligheidsredenen niet tijdens het rijden, maar alleen bij stilstaande motor worden ingesteld. Voorzichtig! Wij adviseren de service-interval-indicatie niet zelf te resetten omdat dit kan leiden tot een verkeerde instelling van de service-interval-indicatie, waardoor er storingen in de auto kunnen optreden.

Instrumenten en controlelampen 21 Multi-functie-indicatie (boordcomputer)* Geheugen Inleiding De multifunctionele -indicatie wordt, afhankelijk van de uitrusting van de auto, op de display afb. 17 of op het informatiedisplay weergegeven bladzijde 24. De multifunctionele -indicatie biedt een reeks nuttige informatie. Buitentemperatuur bladzijde 22 Rijtijd bladzijde 22 Actueel brandstofverbruik bladzijde 23 Gemiddeld brandstofverbruik bladzijde 23 Actieradius bladzijde 23 Afgelegde afstand bladzijde 23 Gemiddelde snelheid bladzijde 23 Actuele snelheid* bladzijde 23 Waarschuwing bij snelheidsovertreding* bladzijde 24 Bij auto's die met informatiedisplay* zijn uitgerust, is het mogelijk om de aanduiding van sommige informatie uit te schakelen. In bepaalde exportuitvoeringen worden de waarden in het Engelse stelsel weergegeven. Wordt de aanduiding van de snelheid in mph geactiveerd, dan wordt de actuele snelheid* in km/u niet aangetoond op de display. Afb. 17 Multifunctie-indicator De multifunctionele -indicatie is uitgevoerd met twee automatisch werkende geheugens. In het midden van de displayveld wordt het gekozen geheugen weergegeven afb. 17. De gegevens van het ritgeheugen (geheugen 1) worden weergegeven als op de display een 1 verschijnt. Als er een 2 verschijnt worden de gegevens van het reisgeheugen (geheugen 2) weergegeven. Het schakelen tussen de geheugens wordt uitgevoerd met behulp van toets AB bladzijde 22, afb. 18 aan de ruitenwisserhendel. Ritgeheugen (geheugen 1) Het ritgeheugen verzamelt de rij-informatie vanaf het inschakelen tot aan het uitschakelen van het contact. Als de rit binnen 2 uur na het uitschakelen van het contact wordt voortgezet worden de er dan nog bijkomende waarden meegenomen in de berekening van de actuele rij-informatie. Bij een onderbreking van de rit met meer dan 2 uur wordt het geheugen automatisch gewist. Reisgeheugen (geheugen 2) Een reisgheugen verzamelt de rijgegvens van en willekeurig aantal individuele ritten tot in totaal 19 uur en 59 minuten of 1 reistraject van 1 999 km resp., bij wagens die uitgerust zijn met een informatiedisplay* 99 uur en 59 minuten of en reistraject van 9999km. Het reisgeheugen wordt, in tegenstelling tot het ritgeheugen, niet na een onderbreking van meer dan 2 uur gewist. Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

22 Instrumenten en controlelampen Als de autoaccu wordt losgekoppeld, worden alle waarden in het geheugen gewist 1 en 2. Bediening gemiddeld brandstofverbruik; afgelegde afstand; gemiddelde snelheid; rijtijd. De multifunctionelde aanduiding indicatie kan alleen bij ingeschakeld contact worden bediend. Na het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het uitschakelen als laatste werd gekozen. Buitentemperatuur De tuimelschakelaar A en de toets AB bevinden zich in de ruitenwisserschakelaar afb. 18. Geheugen kiezen Door het herhaaldelijk kort aantippen van de toets AB aan de ruitenwisserhendel kiest u het gewenste geheugen. Kiezen van de functies Druk de ruitenwissertoets A boven of beneden voor langer dan 0,5 seconden in. Daarna roept u na elkaar de individuele functie's van de multifunctionele -aanduiding op. Functie op nul zetten Kies het gewenste geheugen. Druk de knop AB langer dan 1 seconde in. Afb. 18 multifunctionele -indicatie: Bedieningselementen De buitentemperatuur wordt bij ingeschakeld contact op de display weergegeven. Als de buitentemperatuur terugloopt tot beneden +4 C, verschijnt voor de temperatuur een ijskristalsymbool (waarschuwingssignaal gladheid), dat 10 seconden knippert en vervolgens samen met de buitentemperatuur blijft staan. Tegelijkertijd klinkt er een akoestisch signaal. Na het indrukken van de tuimelschakelaar A aan de ruitenwisserhendel afb. 18 wordt de functie weergegeven die laatst werd weergegeven. Ga er niet alleen op basis van de buitentemperatuurindicatie vanuit dat er geen sprake is van ijzel. Denk eraan dat ook bij buitentemperaturen van rond +4 C er sprake kan zijn van ijzel - waarschuwing tegen ijzel! Rijtijd Op de display verschijnt de rijtijd die is verstreken sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist bladzijde 21. Als u de rijtijd vanaf een bepaald tijdstip wilt tellen, dan wist u op dat moment het geheugen door de toets AB afb. 18 in te drukken. De maximale displaywaarde in beide schakelposities is 19 uur en 59 minuten resp., bij wagen die uitgerust zijn met een informatiedisplay*, 99 uur en 59 minuten. Als deze waarde wordt overschreden, start de weergave weer vanaf nul. De volgende waarden van het gekozen geheugen worden met behulp van de knop op nul gezet: AB

Instrumenten en controlelampen 23 Momenteel brandstofverbruik Op de display wordt het huidige brandstofverbruik in l/100 km weergegeven. Met behulp van deze weergegeven gegevens kunt u uw rijgedrag aanpassen aan het gewenste verbruik. Bij een stilstaande of langzaam rijdende auto wordt het brandstofverbruik in l/u weergegeven. Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 0,5 seconden geactualiseerd. Gemiddeld brandstofverbruik Op de display verschijnt het gemiddelde brandstofverbruik in l/100 km sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist bladzijde 21. Met behulp van deze weergegeven gegevens kunt u uw rijgedrag aanpassen aan het gewenste verbruik. Als u het gemiddelde brandstofverbruik voor een bepaalde periode wilt bepalen, moet u het geheugen bij het begin van de nieuwe meetperiode met behulp van de toets AB bladzijde 22, afb. 18 wissen. Na het wissen verschijnen op de display gedurende de eerste 300 meter streepjes. Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 5 seconden geactualiseerd. De verbruikte hoeveelheid benzine wordt niet weergegeven. Actieradius Op de display wordt de geschatte actieradius in kilometers weergegeven. Deze waarde geeft aan welke afstand uw auto met de huidige brandstofvoorraad en met dezelfde rijstijl nog kan afleggen. De weergave vindt plaats in sprongen van 10 km. Na het oplichten van het controlelampje voor de branddstofreserve vervolgt de aanduiding in sprongen van 5 km. Bij de berekening van de actieradius wordt het brandstofverbruik van de laatste 50 km als basis genomen. Als u zuiniger rijdt, wordt de actieradius groter. Wanneer het geheugen op nul wordt gezet (na het ontklemmen van de batterij), wordt de radius met het brandstofverbruik berekend van 10 l/100 km en daarna wordt de waarde met stilstand toepasselijk aangepast. Afgelegde afstand Op de display verschijnt de afgelegde rijafstand sinds het geheugen voor de laatste keer bladzijde 21 is gewist. Als u de de gereden afstand vanaf een bepaald tijdstip wilt tellen, dan moet u het geheugen op dit moment door het indrukken van de toets AB aan de ruitenwisserhendel bladzijde 22, afb. 18 wissen. De maximal weergavewaarde in beide schakelposities is 1 999 km, bij wagens die uigerust zijn met een informatiedisplay* 9 999 km. Als deze waarde wordt overschreden, start de weergave weer vanaf nul. Gemiddelde snelheid Op de display verschijnt de gemiddelde snelheid in km/u sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist bladzijde 21. Als u de gemiddelde snelheid voor een bepaalde periode wilt bepalen, moet u het geheugen bij het begin van de nieuwe meetperiode met behulp van de toets AB aan de ruitenwisserhendel bladzijde 22, afb. 18 wissen. Na het wissen verschijnen op de display gedurende de eerste 100 m streepjes. Tijdens de rit wordt de weergegeven waarde elke 5 seconden geactualiseerd. Actuele snelheid* Op de display wordt de actuele snelheid aangetoond, die met de aanduiding van de snelheidsmeter A2 identiek is bladzijde 17, afb. 15. Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

24 Instrumenten en controlelampen Waarschuwing bij snelheidsovertreding* MAXI DOT-Display (informatiedisplay)* Inleiding Afb. 19 multifunctionele -indicatie: Bedieningselementen Door deze functie is het mogelijk een snelheidslimiet in te stellen, bijv. bij het rijden in de stad. Als u de ingestelde snelheidslimiet overschrijdt, wordt uw aandacht hierop gevestigd door een melding op de display. Waarschuwing bij snelheidsovertreding Kies het menupunt Speed warning --- km/u (waarschuwing bij --- km/u). Rij b.v. met een snelheid van 50 km/u. Druk op de schakelaar AB afb. 19. In de informatiedisplay* wordt aangeduid Speed warning 50 km/h (Waarschuwing bij 50 km/u). Deze waarde kunt u met behulp van de schakelaar A op een hogere resp. lagere waarde aanpassen. Als de schakelaar AB nogmaals wordt ingedrukt, wordt de waarde opgeslagen. Als de schakelaar nogmaals wordt ingedrukt, wordt de waarde opgeheven en in het informatiedisplay* wordt --- weergegeven. Als u nu de ingestelde snelheid overschrijdt, verschijnt op het display Speed 50 km/h exceeded (Snelheid 50 km/u overschreden). Deze tekst wordt weergegeven tot u de snelheid onder de ingestelde limiet laat zakken, of de aangeteoonde tekst met de toets AB afb. 19 uitschakelt. Als extra waarschuwingssignaal klinkt een akoestisch signaal. De ingestelde snelheidslimiet blijft ook na het uitschakelen van het contact opgeslagen. Het informatiedisplay informeert op comfortabele wijze over de actuele bedrijfstoestand van de auto. Bovendien levert het informatiedisplay (afhankelijk van de uitrusting van de auto) gegevens met betrekking tot de radio-, telefoon-. multi-functie-indicatie-, navigatiesysteem, op de MDI-ingang aangesloten apparaat en automatische versnellingsbak. Bij ingeschakeld contact en tijdens het rijden worden in de auto altijd bepaalde functies en statussen gecontroleerd. Functiestoringen of noodzakelijke reparaties of andere informatie wordt door middel van rode symbolen bladzijde 26 en gele symbolen bladzijde 26 weergegeven. Het oplichten van de symbolen is gecombineerd met een akoestisch waarschuwingssignaal. Bovendien verschijnen op het display informatie- en waarschuwingsmeldingen bladzijde 27. De tekstmelding is in een van de volgende talen mogelijk: Tsjechisch, Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees, Russisch en Chinees. U kunt de gewenste taal in het instelmenu kiezen. Op het display kunnen (al naargelang de uitrusting) de volgende gegevens worden weergegeven: Hoofdmenu bladzijde 25 Portier-, kofferklep-, achterklep- en motorkapwaarschuwing bladzijde 25 Service-interval-indicatie bladzijde 19 Keuzehendelstand van de automatische versnellingsbak bladzijde 98

Instrumenten en controlelampen 25 Hoofdmenu Als het informatiedisplay niet wordt bediend, schakelt het menu steeds na 10 seconden een niveau hoger in. De bediening van de/het af fabriek ingebouwde radio* resp. navigatiesysteem* staat in een aparte gebruiksaanwijzing beschreven die deel uitmaakt van de documentatie. Portier-, achterklep- en motorkapwaarschuwing Het MAIN MENU (HOOFDMENU) wordt geactiveerd door de tuimelschakelaar A afb. 20 langer dan 1 seconde in te drukken. Via de tuimelschakelaar A kunt u uit de menu's kiezen. Na het even aantippen van de schakelaar AB wordt de gekozen informatie weergegeven. U kunt (al naargelang de uitrusting van de auto) de volgende menu's kiezen: Multi-functie-indicatie (boordcomputer) bladzijde 21 Audio (Audio)* Navigation (navigatie)* Phone (Telefoon)* bladzijde 105 Vehicle status (Voertuigstatus) bladzijde 25 Setup (Instellingen) bladzijde 26 Afb. 20 Informatiedisplay: Bedieningselementen Het menupunt Audio (Audio) verschijnt alleen als de radio* is ingeschakeld. Het menupunt Navigation (navigatie) verschijnt alleen als het navigatiesysteem* is ingeschakeld. Als in het informatiedisplay waarschuwingen worden weergegeven bladzijde 25, moeten u deze meldingen met de schakelaar AB op de ruitenwisserhendel indrukken om het hoofdmenu op te roepen. Het portierwaarschuwings-, kofferklep-/achterklep- en motorkapwaarschuwingssymbool gaat branden als minstens één portier, de kofferklep/achterklep of de motorkap niet is gesloten. Het symbool geeft aan welk portier, resp. of de kofferklep/achterklep of motorkap niet gesloten is. Het symbool dooft zodra de portieren, de kofferklep/achterklep en de motorkap geheel zijn gesloten. Bij een geopend portier of kofferklep/achterklep en een snelheid boven de 6 km/h klinkt een waarschuwingssignaal. Auto-Check-Control Toestand auto De Auto-Check-Control controleert de staat van bepaalde functies en autocomponenten. De controle vindt bij ingeschakeld contact continu plaats, zowel bij stilstaande auto alsook tijdens het rijden. Functiestoringen, dringend noodzakelijke reparaties, onderhoudswerkzaamheden of andere meldingen worden op het display van het instrumentenpaneel weergegeven. Deze indicaties zijn al naargelang de prioriteit ingedeeld in rode en gele lichtsymbolen. De rode symbolen geven een gevaar aan (prioriteit 1) terwijl de gele een waarschuwing aangeven (prioriteit 2). Daarnaast verschijnen als aanvulling op de symbolen aanwijzingen voor de bestuurder bladzijde 27. Verschijnt in het menu Vehicle status (voertuigstatus), dan is er ten minste een foutmelding. Na het selecteren van dit menu wordt de eerste van de storingmeldingen weergegeven. Als er meerdere storingmeldingen zijn, wordt op het display onder de melding bijv. 1/3 weergegeven. Dat betekent dat de eerste van in totaal drie meldingen Bediening Veiligheid en voor het rijden Gebruikvoorschriften Raad en daad Praktijk Technische gegevens

26 Instrumenten en controlelampen wordt weergegeven. De betreffende meldingen worden na elkaar met tussenpozen van 5 seconden aangewezen. Controleer zo vlug mogelijk de aangewezen storingsmeldingen. Zolang de functiestoringen niet zijn opgeheven, verschijnen de symbolen steeds weer. Na de eerste melding worden de symbolen zonder aanwijzingen voor de bestuurder weergegeven. Als er een storing optreedt, klinkt naast de weergave van het symbool en de tekst ook een waarschuwingssignaal: Prioriteit 1 - drie waarschuwingstonen Prioriteit 2 - één waarschuwingstoon Rode symbolen Een rood symbool geeft een gevaar aan. Stop de auto. Zet de motor af. Controleer de aangegeven functie. Doe, in geval van nood een beroep op de vakkundige hulp van uw Škoda-dealer. Betekenis van de rode symbolen: Motoroliedruk te laag bladzijde 31 Oververhitte koppelingen van de automatische versnellingsbak DSG* Als er een rood symbool verschijnt, weerklinken drie opeenvolgende waarschuwingstonen. Gele symbolen Een geel symbool geeft een waarschuwing aan. Controleer de betreffende functie zo snel mogelijk. bladzijde 98 Betekenis van de gele symbolen: Als er een geel symbool verschijnt, weerklinkt één waarschuwingssignaal. Als er sprake is van meerdere functiestoringen met prioriteit 5, verschijnen deze symbolen na elkaar en zijn ze steeds gedurende circa 2 seconden zichtbaar. Instellingen Motoroliepeil controleren, motoroliesensor defect bladzijde 31 U kunt met behulp van het informatiedisplay bepaalde instellingen zelf wijzigen. De actuele instelling is op het informatiedisplay in het betreffende menu boven onder de streep weergegeven. U kunt (al naargelang de uitrusting van de auto) de volgende menu's kiezen: Language (Taal / Lang.) MFD Data (MFA DATA) Time (Tijd) Winter tires (Winterbanden) Units (Eenheden) Alt. speed dis. (alternatieve afstands snelheid) Service interval (Service) Factory setting (Fabrieksinstell.) Back (Terug) Na het selecteren van het menupunt Back (terug) komt u één niveau hoger in het menu. Taal Hiermee kunt u instellen in welke taal de waarschuwings- en informatieteksten moeten worden weergegeven. Aanduidingen van de MFA Hier kunt u enkele aanwijzingen van de multi-functionele aanduidingen uit-, resp. inschakelen.