Gelet op het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en verdeling van het Stedenfonds,

Vergelijkbare documenten
Gelet op het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en verdeling van het Stedenfonds,

Gelet op het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en verdeling van het Stedenfonds,

en de initiatiefnemer : Schoolinterventieteam vzw Adres : Nijverheidskaai Brussel (Sint-Jans-Molenbeek)

Overeenkomst vzw VBJK - Begeleiding van (nieuwe) initiatieven buurtgerichte buitenschoolse opvang

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Jeugd Rode Kruis

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW HUIS VOOR GEZONDHEID

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Home-Info

Overeenkomst tussen het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de erkende lokale dienstencentra OVEREENKOMST TUSSEN

Artikel 2.- Omschrijving doelstellingen m..b.t de realisatie van de doelstellingen:

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN vzw KOCB (Katholieke Opvoeding en Cultuur Brussel)

De te bereiken resultaten m.b.t. de periode september 2010 augustus 2011 kunnen als volgt worden omschreven:

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Kiezen voor Kinderen

BIJLAGE. Bijlage nr. 3

BIJLAGE. Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen. Bijlage nr. 1. Overeenkomst. Tussen

en de vzw Brusselse Welzijns en GezondheidsRaad, Blekerijstraat 25 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Johan MARTENS, voorzitter, anderzijds

en de vzw Link=Brussel, Marcqstraat 17 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Daniel ALLIET, voorzitter, anderzijds

het bevorderen van het harmonieus samenleven tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Brussel.

BIJLAGE. Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen. Bijlage nr. 10. Overeenkomst vzw Familiehulp Expertisecentrum Volle Maan.

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VBJK VZW

en de vzw Link=Brussel, Marcqstraat 17 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Daniel ALLIET, voorzitter, anderzijds

vertegenwoordigd door het College, waarvoor optreedt Mathieu VOETS, algemeen directeur Welzijn, Gezondheid en Gezin,

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Fiches SD 3 OD 5. Titel initiatief : Opleiding en tewerkstelling schoolinterventieteam

BIJLAGE. Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen. Bijlage nr. 1

Convenant tussen het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Centrum Algemeen Welzijnswerk Archipel

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

BIJLAGE. Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen. Bijlage nr. 1. Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en vzw Zonder Handen

Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en vzw Jeugd en Muziek Brussel

Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Brussels Kunstenoverleg

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr Bijlage nr. 1. Fiche. Projectomschrijving

de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel,

Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

BIJLAGE OVEREENKOMST. Bijlage nr. 1

Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Convenant tussen het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Centrum Algemeen welzijnswerk Mozaïek

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg Aksent

en vzw Walala, vertegenwoordigd door mevrouw Maud Aguirre y Otegui, voorzitster, Otletstraat 28 te 1070 Brussel (Anderlecht), hierna genoemd de vzw

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

de vzw Regenbooghuis ( ), Kolenmarkt 42, 1000 Brussel, vertegenwoordigd door Thierry Bériaux, voorzitter, anderzijds,

het bevorderen van het harmonieus samenleven tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Brussel.

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Reglement houdende de ondersteuning van jeugdinfrastructuur. HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen

- voor de uitvoering van de VGC- opdrachten en de aanwending van de daarvoor toegekende middelen wordt deze overeenkomst afgesloten;

BIJLAGE. Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen. Bijlage nr. 1

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Collegebesluit houdende het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies

Provincieraadsbesluit

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en vzw Huis voor Gezondheid

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw De Brusselse Organisatie voor de Emancipatie van Jongeren

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

MODELCONVENANT TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE VZW GEMEENSCHAPSCENTRUM

PROVINCIAAL REGLEMENT INZAKE DE TOEKENNING VAN SUBSIDIES AAN SOCIAAL-CULTURELE VERENIGINGEN, DIE ACTIEF ZIJN IN DE PROVINCIE VLAAMS-BRABANT

Reglement projecttoelage voor activiteiten ten voordele van een goed doel.

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

FINANCIELE GIDS. Begeleidingsacties voor werkzoekenden van 50 jaar en ouder. Departement Partnerships en Netwerk

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Besluit houdende het sluiten van een overeenkomst tussen het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Centrum voor het Jonge Kind

Bijlage nr. 1 Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Art Bacics for Children

BIJLAGE. Bijlage nr. 3

Stedelijk reglement betreffende de erkenning en betoelaging van initiatieven huistaakbegeleiding en studiecoaching

VERTALING OVEREENKOMST 5.02 DUURZAAM WIJKCONTRACT «DE MAROLLEN» TE BRUSSEL

Subsidiereglement voor de ondersteuning van aankoop of leasing van ICT-materialen door basisscholen

VERTALING OVEREENKOMST 5.01A DUURZAAM WIJKCONTRACT «DE MAROLLEN» TE BRUSSEL. LM-5.1a - Passerelles-nl

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

algemene werking taalstimulering voor anderstalige volwassenen

Ontwerp van convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Foyer

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

VR DOC.1500/2

Uitgangspunt van deze omzendbrief is het subsidiëren van projecten van bepaalde duur.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar regering, in de persoon van heer Sven Gatz, minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel

Samenwerkingsovereenkomst Kunstbende editie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Beslissing van de Provincieraad van 23/05/2013. Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen en definities/begripsomschrijvingen. Artikel 1

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR INITIATIEVEN VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING 2015

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 7 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING,

Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw JES

Artikel 1.- Artikel 2.-

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 10 juni 2008;

VERTALING OVEREENKOMST 5.07 DUURZAAM WIJKCONTRACT «DE MAROLLEN» TE BRUSSEL. LM Intervention culturelle-nl

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020.

Provincieraadsbesluit

Transcriptie:

BIJLAGE Bijlage nr. 10 Overeenkomst met vzw Groep Intro ter uitvoering van collegebesluit nr. 20092010-0280 van 22 februari 2009 houdende de subsidiëring van opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Sainctelettesquare 17 te 1000 Brussel, vertegenwoordigd door het College waarvoor optreedt Steven Vervoort, algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming, enerzijds en de initiatiefnemer : Groep Intro vzw Adres : Paviljoenstraat 1-3 1030 Brussel (Schaarbeek) Naam van het project : vertegenwoordigd door anderzijds Gecoördineerde uitstroombegeleiding zorgsector Jacques Percuy, voorzitter, wordt, Gelet op het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en verdeling van het Stedenfonds, Gelet op het collegebesluit nr. 20092010-0280 van 25 februari 2010 houdende de subsidiëring van opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden, overeengekomen wat volgt : Artikel 1.- 1. De initiatiefnemer verbindt zich ertoe om met zijn initiatief een bijdrage te leveren tot de realisatie van een van de doelstellingen van het Stedenfonds: Strategische doelstelling 3 : De VGC ontwikkelt dienstverlening en projecten met het oog op het verhogen van de leefkwaliteit in de domeinen onderwijs en opleiding, welzijn en gezondheid, jeugd, cultuur en sport, met bijzondere aandacht voor een grotere zichtbaarheid van de VGC, voor het versterken van specifieke sectoren en het stimuleren van brede projecten. Operationele doelstelling 5 : De VGC verhoogt in de periode 2008-2013 de professionele en sociale vaardigheden van volwassenen in functie van een duurzame integratie op de arbeidsmarkt Het initiatief werd erkend voor een periode van 3 jaar (2008 tot en met 2010) in het kader van de uitvoering van strategische doelstelling 3 operationele doelstelling 5 van de beleidsovereenkomst Stedenfonds Brussel 2008-2013. De financiering van het initiatief wordt jaarlijks beslist. De specifieke bijdrage van de initiatiefnemer in de aangehaalde doelstellingen situeert zich in de gecoördineerde uitstroombegeleiding voor verschillende opleidings- en werkervaringsinitiatieven in de sector zorg.

2. Te bereiken resultaten: De initiatiefnemer begeleidt een 29-tal werkzoekenden van de werkervaringsinitiatieven Elmer, De Buiteling, Solidariteit voor het gezin, Familiehulp, DC Aksent, DC De Vaartkapoen, DC Cosmos en jaarlijks een 42-tal werkzoekenden uit de opleidingsinitiatieven van Solidariteit voor het gezin (polyvalent verzorgende), Familiehulp (polyvalent verzorgende), en CVO Brussel (TKO Kinderzorg, Jeugd- en Gehandicaptenzorg, polyvalent verzorgende). o De initiatiefnemer maakt een actueel overzicht van de capaciteit van de werjervaringsplaatsen per deelnemende partners: per deelnemende partner: aantal beschikbare plaatsen opleiding en werkervaring voor de doelgroep, met vermelding van het statuut, VTE, en korte omschrijving en gemiddelde duur van het traject. o o In de rapportage wordt de effectieve bezetting van de plaatsen geregistreerd. In de rapportage wordt aangeduid welke deelnemers worden begeleid door Groep Intro. In het rapport wordt het aantal en soort interventies van de begeleider en de respectievelijke deelnemers per interventie ook duidelijk in kaart gebracht. De resultaten inzake uitstroom worden gemeten na 1, 3, 6 maanden uitstroom. In samenwerking met ACTIRIS wordt NWP als meetinstrument gebruikt voor de weergave van de uit- en doorstroomresultaten. Daarnaast bezorgt de initiatiefnemer (i.s.m. de betrokken partner) beknopte info van de uitstroombegeleider over individuele vorderingen van deelnemer alsook de info over de tewerkstellingsplaats en soort afgesloten arbeidsovereenkomst. De initiatiefnemer bezorgt de VGC ook de gegevens die nodig zijn om de resultaten te kunnen toetsen met de gegevens uit de databank DIMONA. Er wordt een minimumuitstroom behaald van 70%: o Voor 2008 betekent dit in een succesvolle doorstroom naar de arbeidsmarkt van 16 werkzoekenden uit de werkervaringsprojecten (70% van 22), en 30 werkzoekenden uit de opleidingsprojecten (70% van 42). o Voor de jaren 2009-2010 wordt gestreefd naar 70% tewerkstelling ten opzichte van het aantal deelnemers die einde traject zijn (het percentage wordt berekend op de deelnemers die hun traject 6 maanden beëindigden). In het geval geen tewerkstelling werd bereikt, wordt geregistreerd of de volgende resultaten van toepassing zijn (per deelnemer op 6 maand na einde traject): o gestart met opleiding; o doorverwezen naar gespecialiseerde begeleiding (GTB, De Werklijn); o tijdelijk niet-bemiddelbaar door extrinsieke redenen: door zwangerschap of medische ongeschiktheid, door verhuis, door gebrek aan kinderopvang, door sociale, gerechtelijke of administratieve problemen (gevangenis, geen geldige verblijfsvergunning/arbeidskaart ). De expertise van de initiatiefnemer wordt gedeeld met Tracé Brussel, en voor de band met de Lokale Werkwinkel, en voor een eventuele koppeling met m.b.t. trajectbewaking (gemeenschappelijke noden op vlak opleiding, ). De mogelijkheden van de overdracht van de expertise en/of personeel bij Tracé Brussel wordt meegenomen in de eindevaluatie van het project (januari 2010). De expertise wordt gedeeld met de initiatiefnemers voor de gecoördineerde trajectbegeleiding in de sector bouw (Groep Intro) en horeca (JES). 3. Wijze van meten aan de hand waarvan wordt aangetoond in welke mate de voorgenomen resultaten zijn gerealiseerd en de vereiste verantwoording indien deze niet zijn gerealiseerd: De initiatiefnemer zal een samenvattend rapport voorleggen waaruit blijkt dat de vooropgestelde resultaten werden behaald, met als bijlage de gegevens zoals ze hierboven werden omschreven. Tracé Brussel wordt betrokken in de (tussentijdse en eind-) evaluatie. De manier van rapporteren wordt afgestemd op de rapportage in de sector bouw (Groep Intro), en horeca (JES). De initiatiefnemer maakt na een projectperiode van 1 jaar (uiterlijk op 31 maart 2009) een tussentijdse rapportage, en na een projectperiode van 2 jaar (uiterlijk op 31 januari 2010) een eindrapportage, over aan de administratie. Het jaar 2010 wordt gebruikt als overgangs- en evaluatieperiode ter voorbereiding voor een

nieuwe erkenningsperiode 2011-2013. Van het werkingsjaar 2010 wordt een aanvullende rapportage overgemaakt op uiterlijk op 31 maart 2011 (zie ook artikel 5). Artikel 2.- Voor de realisatie van bovenstaand project bepaalt het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de totale forfaitaire enveloppensubsidie voor de periode januari-december 2010 op 55.523 EUR. De middelen uit het Stedenfonds kunnen niet aangewend worden voor representatie- en reisonkosten. De afrekening van de subsidies (en eventuele terugvordering van saldo s) gebeurt op basis van het werkingsverslag en het financieel verslag, in te dienen op uiterlijk 31 maart 2011. Artikel 3.- Het personeel in dienst genomen voor de realisatie van de werking wordt aangesteld door de initiatiefnemer, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidscontracten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie. Het personeel zal uitsluitend werken voor de opdrachten die in de werking kaderen. Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De initiatiefnemer vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding. Artikel 4.- De initiatiefnemer verklaart zich er uitdrukkelijk mee akkoord dat door de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter plaatse controle kan uitgeoefend worden over de aanwending van de financiële middelen en over de werking. Alle facturen die de besteding van de toegekende middelen staven en verantwoorden moeten, indien de administratie dit verzoekt, binnen de week door de initiatieven kunnen worden voorgelegd. Alle documenten en bewijsstukken worden ter plekke bewaard. Ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap krijgen bij hun eerste verzoek toegang tot bewijsstukken en documenten. Artikel 5.- Overeenkomstig de collegebesluiten nr. 08/429 van 17 december 2008 houdende vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies en nr. 08/430 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring zal de initiatiefnemer verantwoording afleggen over de aanwending van de ontvangen subsidie en over het gebruik van middelen en diensten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Bijgevolg stuurt de initiatiefnemer voor 31 maart 2011 een voortgangsrapport bestaande uit een activiteitenverslag naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In dit verslag wordt aangetoond in welke mate de resultaten, zoals deze zijn opgenomen in voorliggende overeenkomst, zijn gerealiseerd, en met de vereiste verantwoording indien deze niet zijn gerealiseerd. De richtlijnen voor de opmaak van dit projectverslag worden door de administratie opgesteld en schriftelijk meegedeeld aan de initiatiefnemers van de projecten. Tevens stuurt de initiatiefnemer voor 31 maart 2011 een jaarverslag van de organisatie, een financieel verslag van het project en van de organisatie, en een balans naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Artikel 6.- De initiatiefnemer zal de ontvangen subsidies uitsluitend aanwenden om de in artikel 1 omschreven werking te realiseren. Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheden moet gevraagd en verkregen worden.

Uitdrukkelijk wordt overeengekomen dat bij de stopzetting van lopende initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheden moet gevraagd en verkregen worden. Indien de bestemming van de subsidie wijzigt zonder toestemming van het College, of indien de vereniging na uitkering van de subsidie ophoudt te bestaan, wordt de subsidie teruggevorderd. De initiatiefnemer ontvangt een voorschot op de subsidie voor de periode januari - juni 2010. De rest van het bedrag wordt betaald in twee schijven (per kwartaal) na het indienen van volgende documenten: projectverslag 2008-2009, jaarverslag organisatie 2009, projectafrekening 2009, financieel verslag organisatie 2009, balans 2009, begroting 2010 en projectbegroting 2010. De financiële tussenkomst wordt uitbetaald onder voorbehoud van de voornoemde middelen die de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ter beschikking krijgt van de Vlaamse Gemeenschap. Artikel 7.- Aan de hand van de krachtens artikel 5 opgevraagde verantwoordingsstukken zal de werking worden geëvalueerd. Bij betwisting zal het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich wenden tot de voorzitter van de vzw. Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van de overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. Artikel 8.- De initiatiefnemer verbindt zich ertoe om op elk origineel verantwoordingsstuk dat dient ter verantwoording van uitgaven een handgeschreven merkteken aan te brengen dat bestaat uit twee delen, namelijk een volgnummer + de tekst Stedenfonds Vlaanderen (Voorbeeld: 1 Stedenfonds Vlaanderen; 2 Stedenfonds Vlaanderen; 3 Stedenfonds Vlaanderen; enz. ) Artikel 9.- In de jaarlijkse algemene resultatenrekening die de organisatie opstelt (of volgens het vastgelegd model bij KB van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, stichtingen internationale en verenigingen zonder winstoogmerk), moet de organisatie duidelijk en afgescheiden (via een aparte code) van de andere opbrengsten en subsidies de totale opbrengsten/inkomsten vanuit het Vlaams Stedenfonds, aangeven. Voorbeeld: Subsidie VGC Vlaams Stedenfonds: X EUR. Artikel 10.- De initiatiefnemer verbindt zich ertoe in iedere publicatie met betrekking tot het project te vermelden dat deze met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie - Stedenfonds wordt uitgevoerd. De vermelding gebeurt volgens richtlijnen voor het gebruik van de huisstijl, zoals beschreven in het stijlhandboek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://stijlhandboek.vgc.be/ Artikel 11.- Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden van deze overeenkomst niet worden vervuld, of indien de begunstigde de controle verhindert, zoals omschreven in artikel 4 en 5, kan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de toegekende middelen geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de betrokken vereniging van verdere subsidiëring uitsluiten, ongeacht de toepassing van wettelijke bepalingen betreffende het afleggen van onjuiste verklaringen.

Artikel 12.- Deze overeenkomst geldt voor de periode januari-december 2010 zoals vastgesteld bij collegebesluit nr. 20092010-0280 van 25 februari 2010. Opgemaakt in vier exemplaren te Brussel op 2010, Namens de Vlaamse Gemeenschapscommissie Namens vzw Groep Intro Steven Vervoort Algemeen directeur Onderwijs en Vorming Jacques Percuy Voorzitter Gezien om gevoegd te worden bij het Collegebesluit houdende de subsidiëring van opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden - deel 1 nr. 20092010-0280 van 25-02-2010 De collegeleden, Bruno DE LILLE Brigitte GROUWELS Jean-Luc VANRAES