Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Vergelijkbare documenten
KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT)

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit?

Zelfevaluatie. Wat vinden docenten van hun examenprogramma? Hans Bataille Inge Broekmans Bart Janssen 1 november 2013

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

Om de kwaliteit van een toetsprogramma te evalueren, doorloop je idealiter vier stappen:

Edumetrische analyses

LIESBETH BAARTMAN - KAARTSPEL KIT 2.0 CONGRUENTIE

Op zoek naar nieuwe standaarden voor examinering van Competentie Gericht Onderwijs. Confrontatie tussen twee visies

Symposium Platform Leren van Toetsen. 1 juni 2018

Zelfevaluatie-instrument

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

Toetsbekwaamheid SKE november 2016

Naam Examenleverancier

Er moet om deze redenen een nieuw PTO ontwikkeld worden, voor zowel klas 1 en klas 2, Mens en Techniek/Natuur-scheikunde.

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Naam Examenleverancier. Beoordeling audit examinering Rapportage inkoopaudit examenproducten en diensten op examinering

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Naam Examenleverancier

MetaB-instrument exameninstrumenten, gebaseerd op de 'Normenbundel exameninstrumenten', versie januari 2014

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets

Examinering in het mbo. Dilemma s in de praktijk

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Projecten objectief beoordelen

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier

Kwaliteit van toetsing

Beoordelen in het HBO

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Naam Examenleverancier

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

p/a Structuurbaan 2, 3439 MB Nieuwegein Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2. Let op: ook invullen in voettekst vanaf blz. 2.

Stichting Examenservice MEI Workshop Construeren vanuit de ogen van de vaststeller

Naam Examenleverancier :

Toetscyclus. 5.1 Praktijk Reflectie De toetscyclus Portfolio 39

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

Studiepuntensysteem Office-en managementsupport

KIT PLUS. Instrument voor het borgen van de kwaliteit van toetsen, toetsprogramma's en toetsbeleid

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Helpende zorg en welzijn

KIT-rapportage Algehele bevindingen

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Naam Examenleverancier

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Certificaat B Duurzaamheid. Techniek en Technologie. NIVEAU: 1 t/m 4 STUDENTENINFORMATIE

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Handleiding gebruik landelijke Sportexamens Angerenstein V2

Inhoudsopgave. Voorwoord 11

Opbrengstgericht werken:

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Aventus te Apeldoorn. Medewerker sociale zekerheid

Digibib. Hoe te werken met de oefenopdrachten en examens?

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC Aventus te Apeldoorn

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

De Toetsing Getoetst in definities

2.2 TOETSDOELEN Toetsen geven leerlingen en docenten inzicht in welke aspecten van het curriculum wel of niet beheerst worden.

De complexe wereld van toetsing

Examinering in de praktijk, dilemma s en oplossingen. Nelleke Lafeber

Leren van een assessment. Workshop IVG Scholingsdag Toetsing Eric Entken en Titia van Eijndhoven 12 november 2012

Een toetsprogramma om van te leren. Platform leren van toetsen 2 juni 2017 Wendy Peeters en Nienke Zijlstra

Toetsregeling Professionaliteit

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO

Hoe toets je of de doelen van het curriculum worden bereikt? Harm Tillema

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg te Tilburg. Verkoper (Verkoper detailhandel)

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

Ontwerpprincipes voor het onderwijs van Hogeschool Leiden. Ontwerpprincipes voor actief en succesvol studeren

KWALITEITSONDERZOEK MBO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC van Amsterdam te Amsterdam

7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Roeien met de riemen die je hebt Beoordeling interculturele competenties

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012

DEM Toets Beoordelingsformulier

Leerwegonafhankelijke beoordeling

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Studenten maken de rubric zelf Comparative Judgement als methode om studenten succescriteria en standaarden te laten formuleren

Opleider. Context. Doel

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

Zelfevaluatie van de kwaliteit van assessment

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Summa College te Eindhoven

Examens voor Service en Onderhoud

Examenprofiel mbo Schilderen en Onderhoud en Afbouw

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Medewerker ICT

Stimuleren en beoordelen van een onderzoekende houding. Forra Cornelis docent fontys paramedische hogeschool

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau

Het Maastrichtse Model

Tips voor het construeren van een toets en het verbeteren van de toetskwaliteit Faculteit Management en Bestuur

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

Kwantitatieve analyse toetskwaliteit

Transcriptie:

KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt u een overzicht van de kwaliteitscriteria behorende bij het KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT). Het KIT is ook beschikbaar via een website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl. Het KIT is onderdeel van een uitgebreidere zelfevaluatie-procedure, waarmee opleidingsteams (docenten / teamleiders / studenten / vertegenwoordigers uit het werkveld) de kwaliteit van hun eigen toetsprogramma kunnen bepalen. Het schema is als volgt samengesteld: in de linker kolom staan vier kwaliteitscategorieën, deze zijn in de middelste kolom uitgewerkt in twaalf kwaliteitscriteria, en in de rechtkolom is per criterium een set van indicatoren opgenomen. Door na te gaan in hoeverre aan de indicatoren wordt voldaan kan per kwaliteitscriterium worden vastgesteld wat de sterke en zwakke kanten van het toetsprogramma zijn en welke verbeteringen wenselijk of noodzakelijk zijn. Uiteindelijk wordt de kwaliteit van het toetsprogramma van de opleiding bepaald door de mate waarin het doel dat een opleiding ermee heeft, wordt gerealiseerd ( fitness for purpose ). Of dit het geval is, valt bij een afzonderlijke toets moeilijk vast te stellen. Daarom wordt het toetsprogramma als geheel als vertrekpunt genomen voor de evaluatie van toetskwaliteit. Onder een toetsprogramma wordt een samenhangend geheel van toetsen verstaan, gericht op de beoordeling van een vooraf bepaalde set of cluster van opleidingskwalificaties. Voor een deskundig gebruik van het KIT en de zelfevaluatie is het van belang dat de evaluatoren de criteria en indicatoren op een juiste wijze interpreteren en deze kunnen toepassen op de ermee samenhangende aspecten van de toetsing. Hiervoor kan vanaf september 2013 een beroep worden gedaan op een beperkte en een meer uitgebreide instructie en begeleiding vanuit het expertisecentrum docent HBO van de Hogeschool Utrecht (contactpersoon Saskia.vanLaar@hu.nl). Het KIT is vanaf september 2013 via de website www.kwaliteit-toetsprogramma.nl gratis beschikbaar voor beroepsopleidingen in het mbo en hbo. Het onderstaande schema is nu nog een conceptversie en kan worden aangepast. Wij verzoeken u deze versie niet verder te verspreiden. Het KIT is ontwikkeld door en eigendom van dr. Liesbeth Baartman en dr. Raymond Kloppenburg. Voor vragen en opmerkingen kunt u een mail sturen naar Liesbeth.Baartman@hu.nl of Raymond.Kloppenburg@hu.nl. Bij gebruik van onderstaand schema en het KIT als bron vermelden: Baartman, L.K.J., & Kloppenburg, R.T.H.M. (2013). KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s (KIT) in beroepsgericht onderwijs. Hogeschool Utrecht.

Kwaliteitscategorie Kwaliteitscriteria Indicatoren Validiteit Operationalisatie= Het toetsprogramma is op een duidelijke en juiste wijze afgeleid van de opleidingskwalificaties. 1. De opleidingskwalificaties zijn helder omschreven, uitgewerkt en afgebakend. 2. De opleidingskwalificaties zijn duidelijk uitgewerkt in leerdoelen per cursus. 3. De leerdoelen per cursus zijn duidelijk uitgewerkt in beoordelingscriteria van de toetsen. Dekking = De inhoud van het toetsprogramma is een goede afspiegeling van de opleidingskwalificaties en aspecten daarvan. 1. Alle opleidingskwalificaties en aspecten daarvan worden beoordeeld in het toetsprogramma. 2. Het toetsprogramma bevat een goede afspiegeling van de vereiste kennisbasis. 3. Het toetsprogramma bevat een goede afspiegeling van de vereiste (beroeps)vaardigheden. 4. Het toetsprogramma bevat een goede afspiegeling van de vereiste beroepshouding. 5. In het toetsprogramma wordt het integraal inzetten van kennis, vaardigheden en houdingen in complexe beroepssituaties beoordeeld. 6. In het toetsprogramma wordt het vermogen tot zelfstandig leren beoordeeld. Complexiteit = Het toetsprogramma is van het juiste niveau, passend bij de fase van de opleiding. 1. De normering in het toetsprogramma sluit aan bij het vereiste beheersingsniveau, passend bij de (afstudeer)fase van de opleiding. 2. Het toetsprogramma vereist een toenemend niveau van kennis, vaardigheden en houdingen. 3. Het toetsprogramma kent een toenemend niveau van complexiteit van beroepstaken. 4. Het toetsprogramma vereist een toenemend niveau van zelfstandigheid. 5. Het toetsprogramma vereist een toenemend niveau van (theoretische en ethische) verantwoording van handelen. Vorm = De toetsvormen in het toetsprogramma passen bij de te beoordelen inhoud. 1. In het toetsprogramma is voldoende variatie in beoordelingsvormen, waardoor studenten voldoende kansen hebben om hun capaciteiten te tonen. Denk bijvoorbeeld aan: schriftelijke toetsen, authentieke beroepstaken, peer/self-assessment, reflectieverslagen, groepsgewijze beoordeling, enzovoort. 2. De toetsvormen in het toetsprogramma passen bij de te beoordelen leerdoelen en de verhouding aan kennis, vaardigheden en beroepshouding daarbinnen. Betrouwbaarheid Vergelijkbaarheid = De toetsuitslagen van studenten in het toetsprogramma zijn 1. De beoordelingscriteria en normering zijn voor alle studenten gelijk en vastgelegd in protocollen. 2. Voor alle toetsen is een eenduidige instructie beschikbaar.

vergelijkbaar doordat zij zoveel mogelijk onafhankelijk zijn van verschillen tussen beoordelaars en omstandigheden. 3. De toetsomstandigheden zowel binnen- als buitenschools zijn voor alle studenten vergelijkbaar qua ondersteuning en complexiteit van omstandigheden. 4. De beoordelaars interpreteren en gebruiken de beoordelingscriteria op dezelfde manier. 5. Er zijn geen grote afwijkingen tussen de beoordelingen van verschillende docenten. Triangulatie = Het toetsprogramma levert voldoende rijkheid aan informatie op om een betrouwbaar (integraal) oordeel te kunnen vellen. Dit gebeurt ten eerste door gevarieerde en rijke informatie te verzamelen over de student. Ten tweede gebeurt dit door een toetsoverstijgend (integraal) eindoordeel te vellen over de student op basis van deze informatie. 1. Elk (cluster van) opleidingskwalificaties wordt in verschillende soorten toetsen beoordeeld. 2. Er wordt rijkheid van informatie gecreëerd door de toetsen in verschillende contexten uit te voeren. Denk aan: binnenschools, buitenschools, simulaties, enzovoort. 3. Er wordt rijkheid van informatie gecreëerd door verschillende beoordelaars te betrekken. Denk aan: verschillende docenten, praktijkdeskundigen, leidinggevenden, medestudenten, de student zelf, enzovoort. 4. De hoeveelheid toetsen/informatie op basis waarvan een oordeel wordt geveld over de student is in overeenstemming met de consequenties van dit oordeel (denk aan: één cursus herkansen, eindexamen herkansen, bindend studieadvies). 5. Bij toetsen waarbij veel op het spel staat (high stake) en/of die veel interpretatie vereisen wordt een tweede beoordelaar betrokken. Bij een toetsoverstijgend eindoordeel 6. Bij een toetsoverstijgend (integraal) eindoordeel zijn meerdere beoordelaars betrokken die elk een volwaardige inbreng hebben in het eindoordeel. 7. Indien deze beoordelaars geen overeenstemming kunnen bereiken, wordt een extra beoordelaar betrokken. 8. Het eindoordeel is gebaseerd op een passende weging van alle kwalitatieve en kwantitatieve informatie uit het toetsprogramma.

Functies Selectie = Op basis van het toetsprogramma kunnen goede en zwakke studenten worden onderscheiden en geselecteerd. Leereffect = Het toetsprogramma heeft een wenselijk effect op het leerproces van de student. Het gaat hier om zowel de voorbereiding van de student richting de toetsen, het leren van de toets zelf (tijdens de toets) en de feedback die de toets oplevert om weer verder te leren. Onderwijseffect = Het toetsprogramma geeft rijke informatie over het ermee samenhangende onderwijs. 1. Op basis van het toetsprogramma kan een goed onderscheid worden gemaakt tussen (zeer) goede, middelmatige en (zeer) zwakke studenten. 2. Op basis van het toetsprogramma wordt tijdig inzichtelijk of studenten geschikt zijn voor het vervolg van de opleiding. 3. Op basis van het toetsprogramma kunnen studenten worden geselecteerd op geschiktheid voor de uitoefening van het beroep (aan het eind van de opleiding. 1. De toetsen in het toetsprogramma stimuleren de gewenste leerprocessen in voorbereiding naar de toets. 2. Studenten ervaren het uitvoeren van de toetsen in het toetsprogramma als een waardevol leermoment. 3. De toetsen in het toetsprogramma zetten de studenten aan het denken over hun eigen ontwikkeling. 4. De toetsen in het toetsprogramma bevatten rijke informatie en geven de student feedback over zijn geleverde prestaties. 5. De toetsen in het toetsprogramma geven de student handvatten over hoe nu verder (b.v. in de vorm van nieuwe leerdoelen). 1. De toetsen in het toetsprogramma geven rijke informatie aan de docent over het huidige niveau van de studenten. 2. De toetsen in het toetsprogramma geven rijke informatie aan de docent over de kwaliteit van het gegeven onderwijs.

Condities Transparantie = De informatie over de toetsen in het toetsprogramma is duidelijk en begrijpelijk. Oordeelkundigheid = De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de toetsinhoud, de manier van toetsen en het geven van feedback. Organisatie = Het toetsprogramma is efficiënt en effectief georganiseerd. 1. In de studiehandleiding wordt begrijpelijke informatie gegeven over de te beoordelen opleidingskwalificaties en de docent legt dit uit. 2. In de studiehandleiding wordt begrijpelijke informatie gegeven over de beoordelingscriteria en normering en de docent legt dit uit. 3. In de studiehandleiding wordt begrijpelijke informatie gegeven over de toetsvormen en de docent legt uit wat er van studenten wordt verwacht. 1. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de toetsinhoud, beoordelingscriteria en normering. 2. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de beroepspraktijk waarop de toetsing van toepassing is. 3. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over de verschillende toetsvormen. 4. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over het geven van feedback aan studenten en het evalueren van gegeven onderwijs op basis van de toetsuitslagen. 5. De beoordelaars beschikken over voldoende kennis en vaardigheden over wettelijke en ethische aspecten van het beoordelen van studenten. 1. Het toetsprogramma is in overeenstemming met de beschikbare tijd en kosten voor ontwikkeling en uitvoering. 2. De tijd die een student nodig heeft voor het uitvoeren van de toetsen is in overeenstemming met de daartoe bepaalde studiebelasting/ects. 3. De aan de docent toegekende tijd is voldoende om tot een zorgvuldige beoordeling te komen. 4. De toetsuitslagen worden binnen de vastgestelde termijn bekend gemaakt. 5. Er zijn voldoende herkansingsmogelijkheden voor studenten. 6. De opleiding beschikt over een klachtenprocedure die bekend is bij docenten en studenten. 7. De voor de toetsing vereiste voorzieningen zijn voldoende aanwezig.