BESTUURSOVEREENKOMST HANDHAVING OMGEVINGSRECHT PROVINCIE NOORD-BRABANT PARTIJEN,

Vergelijkbare documenten
Bouwaanvragen agrarische bedrijven t/m 20 september 2013 aanvragen per gemeente per week. week 13 (t/m 29-3) week 11 (t/m 15-3) week 12 (t/m 22-3)

Inwonertal Brabant groeit met ruim 9000

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard Postbus GA VALKENSWAARD. Interbestuurlijk Toezicht 2017

Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten Postbus AG ASTEN. Interbestuurlijk toezicht 2017.

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, september 2012

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Oss

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, september 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, december 2016

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, juni 2013

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord vergelijking oud-nieuw

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, februari 2014

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2015/2016. Gemeente Asten

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, september 2013

Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant 2013

Register artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen Gemeente Waalwijk. 1 november 2016

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, maart 2014

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, februari 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juli 2015

IVBOB. Illlllllll IIII llllllll II. Platform Samenwerkende Ouderenorganisatíes Brabant IO /01/2016. VBOB Project Cliëntondersteuning

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, december 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, september 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, november 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, mei 2015

1. SO Werkelijke/Beoogde Doelgroep, Restgroep

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, maart 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juli 2018

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, april 2014

Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z Documentnummer: ZD

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2008 Provincie Noord-Brabant Oss

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, augustus 2018

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, november 2013

Zundertse Regelgeving

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, september 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, mei 2018

Zundertse Regelgeving

IVBOB. pagina 1 van 1. Gemeente Drimmelen - VBOB Cliëntondersteuning

Indeling bibliotheken in groot, middelgroot en klein

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, januari 2018

1. SO Werkelijke/Beoogde Doelgroep, Restgroep

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, november 2018

Subsidieregeling transformatie jeugdzorg Noord-Brabant

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, februari 2018

register gemeenteschappelijke regelingen gemeente s- als bedoeld in artikel 27 Wet Gemeenschappelijke regelingen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, februari 2019

Register artikel 27 Wet gemeenschappelijke regelingen Gemeente Waalwijk

Het tabellenboek. Per gemeente ** worden in voorliggend tabellenboek drie soorten hulpbronnen onderscheiden:

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, september 2017

register gemeenteschappelijke regelingen gemeente s- als bedoeld in artikel 27 Wet Gemeenschappelijke regelingen

In beweging voor u. Publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden VERBONDEN PARTIJEN: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

Huisvesting van asielzoekers en vergunninghouders

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, mei 2017

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN. 5) Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV)

register gemeenteschappelijke regelingen gemeente s- als bedoeld in artikel 27 Wet Gemeenschappelijke regelingen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, april 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juni 2018

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, oktober 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, mei 2014

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Stand van zaken Q-koorts

Register van Gemeenschappelijke Regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen

Tarievenregeling. Per 1 januari Behorend bij de Algemene Voorwaarden Drinkwater

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juli 2017

Voorlopige uitslagen per gemeente op lijstniveau. Gemeente: Alphen-Chaam Kiesgerechtigden: Opkomstpercentage: 47,68%

Persbericht. Groei Brabantse woningvoorraad in jaren niet zo hoog

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai 2 e tranche EU-richtlijn Omgevingslawaai (nr. 2002/49/EG)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, maart 2017

- Concept - Factsheet inrichting regio Oost-Brabant

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, november 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, augustus 2015

register gemeenteschappelijke regelingen gemeente s- als bedoeld in artikel 27 Wet Gemeenschappelijke regelingen

Programma bijeenkomst Transitieteam Midden- en West Brabant

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juni 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, december 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, februari 2017

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, juni 2015

Betreft: liquidatie Gemeenschappelijke Regeling Welstandszorg Noord-Brabant (WzNB Mooi Brabant)

WA/Vi Brabant Midden-West-Noord

Gemeenschappelijke regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai 3e tranche EU-richtlijn Omgevingslawaai (nr. 2002/49/EG)

Aalburg. s-hertogenbosch. Heusden. Vught. Loon op Zand. Haaren. Tilburg. Boxtel. Oisterwijk. Oirschot. Hilvarenbeek. Reusel- De Mierden.

TT Midden- en West Brabant 18 december 2014 Etten-Leur

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, maart 2016

Arbeidsmarktinformatie. Noord-Brabant, oktober 2013

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, april 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, november 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Noord-Brabant, januari 2017

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Samenvattende notitie Toetsing primaire waterkering

Overzicht reacties gemeenten op jaarrekening 2015 begroting 2017, versie 7 juli 2016

Regiovisie Bergen-Gennep-Mook en Middelaar

Braindrain in Noord-Brabant

WONINGBOUW EN PLANAANBOD IN BEELD ACTUELE ONTWIKKELINGEN OP DE WONINGMARKT IN NOORD-BRABANT

Transcriptie:

BESTUURSOVEREENKOMST HANDHAVING OMGEVINGSRECHT PROVINCIE NOORD-BRABANT PARTIJEN, 1. het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, te dezen vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koningin.. ; 2. de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, te dezen vertegenwoordigd door de Regionaal Inspecteur..; 3. de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, te dezen vertegenwoordigd door de hoofdingenieur-directeur van de directie Noord-Brabant van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.., de directiesecretaris van de directie Limburg van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.., en de directeur Water van de directie Zuid-Holland van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat..; 4. de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, te dezen vertegenwoordigd door de Hoofdinspecteur van de Inspectie Zuid- Nederland van de Algemene Inspectiedienst ; 5. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalburg, te dezen vertegenwoordigd door ; 6. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam, te dezen vertegenwoordigd door ; 7. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Asten, te dezen vertegenwoordigd door ; 8. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Baarle-Nassau, te dezen 9. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, te dezen vertegenwoordigd door ; 10. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergeijk, te dezen 11. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze, te dezen vertegenwoordigd door 12. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Best, te dezen 13. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel, te dezen 14. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel, te dezen 15. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer, te dezen 16. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel, te dezen 17. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, te dezen 18. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck, te dezen 19. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Cuijk, te dezen 20. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne, te dezen

21. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, te dezen 22. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen, te dezen 23. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Eersel, te dezen 24. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, te dezen 25. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur, te dezen 26. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg, te dezen 27. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Geldrop-Mierlo, te dezen 28. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel, te dezen 29. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen, te dezen 30. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, te dezen 31. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Grave, te dezen 32. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren, te dezen 33. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Halderberge, te dezen 34. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Heeze-Leende, te dezen 35. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, te dezen 36. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente s-hertogenbosch, te dezen 37. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden, te dezen 38. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek, te dezen 39. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek, te dezen 40. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Landerd, te dezen 41. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Lith, te dezen 42. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand, te dezen 43. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdonk, te dezen 44. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert, te dezen 45. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk, te dezen 46. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten, te dezen 47. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot, te dezen

48. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk, te dezen 49. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, te dezen 50. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Oss, te dezen 51. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden, te dezen vertegenwoordigd door 52. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, te dezen vertegenwoordigd door 53. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen, te dezen 54. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Schijndel, te dezen 55. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Sint Anthonis, te dezen 56. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel, te dezen 57. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode, te dezen 58. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Someren, te dezen 59. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Son en Breugel, te dezen 60. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen, te dezen 61. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, te dezen vertegenwoordigd door Wethouder; 62. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden, te dezen 63. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard, te dezen 64. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel, te dezen 65. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Veldhoven, te dezen 66. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Vught, te dezen 67. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre, te dezen 68. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, te dezen 69. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam, te dezen 70. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht, te dezen 71. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem, te dezen 72. het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert, te dezen 73. het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland, te dezen vertegenwoordigd door... 74. het dagelijks bestuur van het Waterschap Brabantse Delta, te dezen vertegenwoordigd door;

75. het dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas, te dezen vertegenwoordigd door. 76. het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel, te dezen vertegenwoordigd door OVERWEGENDE, dat het zorgdragen dat er een gewenste milieu-, water- en omgevingskwaliteit (samen: kwaliteit van het milieu in brede zin) wordt bereikt en in stand wordt gehouden als ook het zorgdragen dat gestelde regels op grond van milieuhygiënische (grijze), waterstaat- (blauwe), natuurbeschermings- (groene) en ruimtelijke ordenings- (rode) wet- en regelgeving worden nageleefd, een taak is van vele partijen, waarbij ook de afstemming met het paarse spoor (veiligheid) snel aan belang wint; dat de bestuursovereenkomst is bedoeld om binnen de provincie en de daarbinnen onderscheiden regio s, een duurzame structuur op te zetten en te onderhouden, waardoor het mogelijk is om de kwaliteit van de handhaving van de individuele overheid en de samenwerkende overheden te verbeteren; dat de Wet milieubeheer en de wijzigingen van hoofdstuk 18 van deze wet betreffende de handhavingstructuur strekken tot bevordering van een doelmatige handhavingsamenwerking, waarbij provincies een coördinerende rol vervullen; dat in de praktijk blijkt dat de huidige wijze van handhavingsamenwerking nog niet voor iedere handhavingpartner het gewenste resultaat oplevert; dat de wens bestaat om de vrijblijvendheid van samenwerking verder te doen afnemen door het maken van heldere afspraken tussen alle partijen; dat het wenselijk en noodzakelijk is het draagvlak voor de handhavingsamenwerking bij de samenwerkende partijen verder uit te bouwen en te verstevigen; dat in de Wet handhavingstructuur deze wens is vertaald in een opdracht om de samenwerking structureel te organiseren; dat bij de invulling van de bestuursovereenkomst nadrukkelijk de mogelijkheid voor maatwerk wordt geboden; dat er in Noord-Brabant uitdrukkelijk voor gekozen is om de ontwikkeling van een professionele uitvoering van de handhaving mede tot onderwerp van de handhavingsamenwerking te maken; dat er in Noord-Brabant uitdrukkelijk voor gekozen is om de integrale handhaving (van taak- naar probleemgerichte handhaving), inclusief het zoeken naar de afstemming met het veiligheidsbeleid, mede tot onderwerp van de handhavingsamenwerking te maken; dat ter voorbereiding van de verlenging van de bestuursovereenkomst bij alle partijen navraag is gedaan op welke punten en langs welke weg verbeteringen in de handhavingsamenwerking te realiseren zijn;

dat de gehouden inventarisatie voor verbeterpunten heeft geleid tot de notitie Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant (zie bijlage) welke door alle partijen is onderschreven en waarvan de resultaten in deze bestuursovereenkomst zijn verwerkt;

dat de minimumkwaliteitseisen zoals vastgelegd in het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer, waarin onder andere de externe afstemming is opgenomen (artikel 2 lid 5), gelden als extra reden voor een professionele samenwerking en de (verdere) begeleiding en ondersteuning van de professionalisering van de handhaving, waarbij integratie van handhavingstaken een genoemde eis is; dat de inzet van menskracht en middelen voor de handhaving in Brabant op adequate en efficiënte wijze wordt vormgegeven. ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT: Artikel 1. Begripsbepalingen In deze bestuursovereenkomst worden de volgende begripsomschrijvingen gehanteerd: Handhaving: Het door toezicht en toepassen van (of dreigen met) bestuur(srechte)lijke, strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen bereiken dat de algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften worden nageleefd. Handhaving bestaat uit toezicht, opsporing en sanctionerend optreden. Samenwerking: Samenwerking is het door partijen op elkaar afstemmen van werkzaamheden (waaronder programmeren), informatie uitwisselen dan wel operationeel gezamenlijk optreden. Partijen: De ondertekenaars van de bestuursovereenkomst worden aangeduid als handhavingpartners of partijen. Coördinatierol: De coördinatierol is gericht op het bevorderen en faciliteren van de uitbouw van de samenwerking tussen de handhavende instanties. Handhavingsprogramma: het jaarlijkse handhavingsprogramma waarin de partijen vastleggen welke projecten en activiteiten zij in gezamenlijkheid ten uitvoer gaan brengen en waarin nadere afspraken worden gemaakt over de wijze waarop daaraan uitvoering wordt gegeven. Handhavingteam: een op projectbasis geformeerd team bestaande uit vertegenwoordigers van meerdere partijen gericht op de gezamenlijke uitvoering van handhavingactiviteiten. LOM: Landelijke Overleg Milieuwethandhaving, waarin de instanties die belast zijn met de handhaving van de milieuwetgeving vertegenwoordigd zijn. PHO: (ambtelijk en bestuurlijk) Provinciaal Handhavingoverleg, waarin alle partijen vertegenwoordigd zijn.

B-PHO: Bestuurlijk PHO A-PHO: Ambtelijk PHO RHO: Iedere regio kent een (ambtelijk en bestuurlijk) Regionaal Handhavingoverleg, waarin alle partijen uit de betreffende regio vertegenwoordigd zijn.

B-RHO: Bestuurlijk RHO A-RHO: Ambtelijk RHO UVO: Uitvoeringsoverleg Seph: Servicepunt handhaving Artikel 2. Doel Doel van de bestuursovereenkomst is het realiseren en in stand houden van een gewenste milieu-, water- en omgevingskwaliteit door het bevorderen en vasthouden van structureel, systematisch en samen handhaven door de verschillende partijen bij de uitvoering van handhavingstaken, bij of krachtens grijze, groene, blauwe en rode wet- en regelgeving, gericht op: het realiseren en in stand houden van een adequate werkwijze door een efficiënte en effectieve inzet van menskracht en middelen; het maken van gezamenlijke afspraken over de uitoefening van de handhaving ter voorkoming van rechtsongelijkheid, en; het bevorderen van een goede samenwerking tussen de verschillende partijen bij de uitvoering van de eigen taak in zaken waarbij ook andere instanties bevoegd zijn, zoals strafrechtelijk versus bestuursrechtelijk optreden, bovenlokale en gebiedsgerichte activiteiten alsmede ketenbeheer. Artikel 3. Taken en bevoegdheden van partijen 3.1 Taken partijen Partijen geven in gezamenlijkheid uitvoering aan het in deze bestuursovereenkomst bepaalde. Iedere partij wordt geacht de eigen handhavingstaak op een professionele wijze uit te voeren. 17.3 Plaats en rol van de provinciale overheid Het College van de Gedeputeerde Staten vervult, in nauwe samenspraak met de servicepunten handhaving, de coördinerende rol bij de uitvoering van de bestuursovereenkomst. Artikel 4. Schaal van de samenwerking Handhavingsamenwerking vindt plaats binnen die geografische eenheden die als optimaal schaalniveau voor de uitvoering van taken beschouwd kunnen worden. Binnen de provincie worden de volgende regio s onderscheiden: de regio Midden- en West-Brabant, omvattend (in alfabetische volgorde) de gemeenten Aalburg; Alphen-Chaam; Baarle-Nassau; Bergen op Zoom; Breda; Dongen; Etten-Leur; Geertruidenberg; Gilze en Rijen; Goirle; Halderberge; Hilvarenbeek; Loon op Zand; Drimmelen; Moerdijk; Oisterwijk; Oosterhout; Roosendaal; Rucphen; Steenbergen; Tilburg;

Waalwijk; Werkendam; Woensdrecht; Woudrichem; Zundert;

de regio Brabant Noord, omvattend (in alfabetische volgorde) de gemeenten Bernheze; Boekel; Boxmeer; Boxtel; Cuijk; Grave; Haaren; Heusden; s-hertogenbosch; Landerd; Lith; Maasdonk; Mill en Sint Hubert; Oss; Schijndel; Sint Anthonis; Sint-Michielsgestel; Sint-Oedenrode; Uden; Veghel; Vught; de regio Brabant Zuidoost, omvattend (in alfabetische volgorde) de gemeenten Asten; Bergeijk; Best; Bladel; Cranendonck; Deurne; Eersel; Eindhoven; Gemert-Bakel; Geldrop-Mierlo; Heeze-Leende; Helmond; Laarbeek; Nuenen, Gerwen en Nederwetten; Oirschot; Reusel-De Mierden; Someren; Son en Breugel; Valkenswaard; Veldhoven; Waalre. Daarnaast is het mogelijk om afhankelijk van de behoeften rond bepaalde thema s tot, al dan niet tijdelijke, andere clustervorming over te gaan die ook regio-overstijgend kan zijn. Artikel 5. Meerjarenvisie 5.1 Partijen stellen in onderlinge afstemming een gemeenschappelijke meerjarenvisie voor samenwerking op. De gemeenschappelijke meerjarenvisie wordt gebaseerd op de risicoanalyses (vooralsnog opgesteld voor het blauwe en grijze spoor) van de afzonderlijke partijen en de door partijen op regionaal niveau gestelde prioriteiten. 5.2 In de meerjarenvisie wordt aangegeven hoe de samenwerking op het gebied van handhaving van het omgevingsrecht zich op provinciale en regionale schaal de komende jaren zal ontwikkelen. 17.3 De meerjarenvisie voor samenwerking behelst minimaal vijf jaar en wordt zonodig jaarlijks geactualiseerd. Ze maakt onderdeel uit van de jaarlijkse programmering van samenwerking, zoals beschreven in artikel 7 van deze bestuursovereenkomst. Artikel 6. Gemeenschappelijk kader 6.1 Partijen hanteren ter bevordering van een uniforme en effectieve aanpak van overtredingen een gemeenschappelijke handhavingstrategie welke betrekking heeft op afstemming en uniformering van de wijze waarop sancties worden genomen. De gemeenschappelijke handhavingstrategie voldoet aan de landelijk gestelde kaders in de landelijke sanctiestrategie. Met behulp van deze gemeenschappelijke handhavingstrategie voeren de partijen conform dezelfde criteria hun handhavingproces uit. 6.2 Een vastgestelde gemeenschappelijke handhavingstrategie voor het integrale omgevingsrecht maakt onderdeel uit van deze overeenkomst. 6.3 De gemeenschappelijke handhavingstrategie wordt minimaal tweejaarlijks geëvalueerd, opdat de afspraken in overeenstemming blijven met de op dat gebied zich voordoende algemene ontwikkelingen en algemeen verbindende voorschriften. Wijzigingen van de gemeenschappelijke handhavingstrategie worden overeenkomstig artikel 16 vastgesteld.

Artikel 7. Prioritering en programmering 17.3 Partijen stellen op basis van de meerjarenvisie voor samenwerking en zoveel als mogelijk op basis van de door de Seph s bij partijen te inventariseren eigen prioriteiten, in onderlinge afstemming, jaarlijks het regionaal werkprogramma en een gemeenschappelijk handhavingsprogramma op en vast voor de handhavingsamenwerking op het gebied van het integrale omgevingsrecht; deze beslaat het komende kalenderjaar. Hierin wordt beschreven: hoe de samenwerking bij de handhaving van het omgevingsrecht gestalte krijgt; wat de regionale, provinciale en landelijke prioriteiten zijn in de samenwerking voor de programmaperiode; hoe deze prioriteiten zijn terug te vinden in structurele, tijdelijke en ad hoc-vormen van samenwerking genoemd in het programma; rond welke projecten en activiteiten de uitvoering van de samenwerking meer expliciet vorm wordt gegeven door het formeren van een gezamenlijk handhavingteam. 7.2 Het gemeenschappelijk handhavingsprogramma wordt voorbereid door de Servicepunten handhaving in samenwerking met de provincie in haar rol als coördinator van de samenwerking. 7.3 a. Het regionale werkprogramma wordt vastgesteld in het B-RHO van de betreffende regio; b. Het gemeenschappelijke handhavingsprogramma wordt vastgesteld in het B-PHO met in achtneming van de regionaal vastgestelde werkprogramma s 7.4 Bij de op- en vaststelling van gemeenschappelijke handhavingsprogramma s wordt rekening gehouden met het landelijke handhavingsprogramma c.q. de landelijke prioriteiten terzake de handhaving. Daartoe worden de procedures op elkaar afgestemd. 7.5 Partijen waarborgen de uitvoering van de gemeenschappelijk gemaakte afspraken, ondermeer door te zorgen voor een vertaling van het gemeenschappelijk handhavingsprogramma naar het handhavingsprogramma voor de eigen organisatie. Artikel 8. Operationele aansturing 8.1 In het handhavingsprogramma wordt per project een partij als bestuurlijk verantwoordelijke ( eigenaar ) aangewezen. De voor het project bestuurlijk verantwoordelijke partij draagt zorg voor de operationele aansturing op hoofdlijnen, voor de externe communicatie en de terugkoppeling naar het bestuurlijke overleg. Tevens is de bestuurlijk verantwoordelijke aanspreekpunt indien zich knelpunten voordoen in de voortgang van een project. 8.2 Daarnaast wordt in het handhavingsprogramma voor elke project een ambtelijk verantwoordelijke (projectleider) benoemd. Dit is of een medewerker van één van de partijen dan wel een medewerker van het Servicepunt handhaving of van de provincie (in haar rol als coördinator). 8.3 In het programma wordt per project of activiteit vastgelegd op welke wijze de uitvoering concreet ter hand wordt genomen (doel, resultaat, wijze van uitvoering, planning

en middelenbeslag). De partijen nemen deel aan de regionale projecten/activiteiten met behoud van ieders eigen wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Artikel 9. Servicepunt handhaving (Seph) 9.1 Binnen de provincie Noord-Brabant is de coördinatierol van de handhavingsamenwerking ondergebracht bij de provincie. 17.3 Er is per in artikel 4.1 genoemde regio een Servicepunt handhaving ingesteld, dat voor de betreffende regio werkzaam is. Het Servicepunt handhaving voert faciliterende werkzaamheden uit ten behoeve van de handhavingsamenwerking en dient zo als katalysator tussen de partijen. Het Servicepunt verricht werkzaamheden ten dienste van alle partijen in de regio. De taak van het Servicepunt handhaving bestaat in ieder geval uit onderstaande componenten: faciliteren van handhavingprocessen en bijbehorende overlegstructuren; mede zorgdragen voor de uitvoering van het gemeenschappelijke handhavingsprogramma; faciliteren van de informatie-uitwisseling; fungeren als kenniscentrum (innovatie) en het in dit kader mede zorg dragen voor het vormgeven en faciliteren van de ontwikkeling naar een professionele en integrale handhaving door partijen. 9.3 Het College van de Gedeputeerde Staten brengt namens partijen de regionale Servicepunten in de handhavingsregio s Midden- en West-Brabant, Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost onder bij respectievelijk de Regionale Milieudienst West-Brabant, het RMB (Brabant-Noordoost) en de SRE Milieudienst. Hiertoe wordt een overeenkomst gesloten met betreffende milieudiensten waarin duidelijk wordt gesteld onder welke condities de servicepunten worden ondergebracht bij de betreffende milieudiensten, opdat het College van de Gedeputeerde Statenhaar coördinatierol, zoals die in artikel 3.2 is aangegeven, goed kan vervullen. Alle betrokken partijen kunnen het College van de Gedeputeerde Staten aanspreken op de taakuitvoering van het Servicepunt. 9.4 Het Servicepunt handhaving wordt op basis van het vastgestelde werkprogramma aangestuurd door de respectievelijke directeur van de Regionale Milieudienst West-Brabant, het RMB (Brabant-Noordoost) en de SRE Milieudienst. Artikel 10. Informatie-uitwisseling 17.3 Partijen wisselen informatie uit die nodig is voor een goede samenwerking. De uitwisseling van informatie dient twee doelen: het op een gecoördineerde wijze invulling geven aan de uitvoering van de bestuursrechtelijke en of strafrechtelijke handhaving; het op een gecoördineerde wijze richting geven aan het gezamenlijke handhavingproces. Voor de informatie-uitwisseling wordt onderscheid gemaakt tussen operationele informatie-uitwisseling en beleidsmatige informatie-uitwisseling. 10.2 Partijen wisselen op operationeel niveau informatie uit om tot een daadkrachtige en adequate gezamenlijke aanpak in de handhaving c.q. oplossing van probleemsituaties te komen.

10.3 Deelnemende partijen wisselen op beleidsmatig gebied informatie uit via het Gezamenlijk Handhavingsprogramma, het Gezamenlijk Jaarverslag en de beleidsoverleggen; Artikel 11. Overlegvormen 11.1 Er is op provinciaal en regionaal niveau een bestuurlijk en ambtelijk handhavingsoverleg, afgekort B-PHO en A-PHO op provinciaal niveau en B-RHO en A-RHO op regionaal niveau. Het B-PHO wordt voorgezeten door de Commissaris van de Koningin, het A-PHO door een managementlid van de provincie. Op regionaal niveau kiezen de deelnemers de voorzitter. Alle partijen in de betreffende regio zijn lid van het RHO. 17.3 De taak van de in het eerste lid genoemde handhavingsoverleggen is besluitvorming (op bestuurlijk niveau) en voorbereiding ervan (op ambtelijk niveau) omtrent die zaken die provinciebreed, respectievelijk regiobreed uniformiteit behoeven, met name: het gemeenschappelijk handhavingsprogramma als bedoeld in artikel 7, de evaluatie als bedoeld in artikel 20 en de jaarrapportage als bedoeld in artikel 13; de meerjarenvisie als bedoeld in artikel 5; gezamenlijke prioriteiten; de handhavingstrategie als bedoeld in artikel 6; organisatorische en financiële aangelegenheden die de gehele regio onderscheidelijk de provincie aangaan, waaronder de taakuitvoering van het Servicepunten handhaving als bedoeld in artikel 9; die zaken, waarin betrokken partijen op regionaal of provinciaal niveau uniformiteit wensen, bijvoorbeeld rond actuele thema s maar ook voor structurele taken. Besluitvorming vindt op basis van consensus plaats. 11.3 De vertegenwoordiging van de in het eerste lid genoemde handhavingsoverleggen bestaat op bestuurlijk niveau uit de verantwoordelijk bestuurder voor handhaving en op ambtelijk niveau uit een persoon die, voor zover van toepassing en waar aan de orde toegroeiende naar een integrale vertegenwoordiging, alle handhavingstaken op het gebied van de grijze, blauwe, groene en rode wet- en regelgeving van betrokken handhavingpartner vertegenwoordigt. Betreffende ambtelijk vertegenwoordiger kan met mandaat namens betrokken partij afspraken maken in het overleg. 17.3 Per regio worden er op het niveau van de politiedistricten of clusters uitvoeringsoverleggen georganiseerd. Doel van deze uitvoeringsoverleggen is het bespreken van bestuurlijke en/of strafrechtelijke uitvoeringszaken op handhavingsgebied die in het betreffende politiedistrict of cluster spelen en die voor meerdere partijen in het betreffende politiedistrict of cluster van belang zijn. Alle partijen in het betreffende gebied die concrete uitvoeringszaken behartigen zijn actueel of potentieel lid van het uitvoeringsoverleg, naargelang door het RHO van de regio binnen welke het politiedistrict of cluster is gelegen is bepaald.

Artikel 12. Handhavingsmonitor Partijen hanteren voor de monitoring van de handhavingsinspanningen de landelijke monitor. In deze monitor is de gegevensvraag op landelijk niveau (voor de jaarlijkse handhavingsbrief aan de Tweede Kamer), op provinciaal niveau (voor de provinciaal regisseur) en op regionaal niveau (t.b.v. de jaarrapportage als bedoeld in artikel 13) verenigd. Artikel 13. Jaarrapportage 17.3 Het Seph stelt jaarlijks vóór 1 juli vast te stellen datum een rapportage op met betrekking tot haar bijdrage aan de handhavingssamenwerking. In de rapportage worden per samenwerkingsregio de volgende thema s behandeld: realisatie van de programmapunten (in termen van producten, tijd en middelen); relatie tussen geplande en gerealiseerde inzet; mate waarin de (handhavings)doelen gerealiseerd zijn; motivering waarom inzet en resultaten al dan niet gerealiseerd zijn; evaluatie van de planning; evaluatie van de werkwijze; conclusies en aanbevelingen. Verder wordt in de rapportage de realisatie van de verbeterpunten als beschreven in de notitie Nieuwe impulsen handhavingssamenwerking Noord-Brabant beschouwd. 13.2 Op basis van de rapportages van de partijen stellen de regionale servicepunten handhaving in een jaarrapportage op omtrent de uitvoering van de handhavingsamenwerking. Een samenvatting van de eigen handhavingtaakuitvoering van de afzonderlijke partijen vormt een bijlage bij de jaarrapportage. 13.3 De jaarrapportage wordt door elk B-RHO en vervolgens in het B-PHO vastgesteld. Het B-PHO zendt de vastgestelde verslagen naar besturen van alle partijen. Artikel 14. Financiering 17.3 De vaste kosten voor de samenwerking worden gedragen door de dagelijkse besturen van de provincie, de gemeenten en de waterschappen. De vaste kosten van de samenwerking bestaan uit: personele kosten servicepunt handhaving; huisvestings- en bureaukosten servicepunt handhaving (inclusief reguliere overleggen); vaste kosten informatie-uitwisseling (indien niet ondergebracht in personele of bureaukosten servicepunt); personele kosten coördinatierol; kosten voor de uitvoering van het regionale werkprogramma. 14.2 De vaste kosten voor de coördinatierol worden geheel gedragen door de provincie 17.3 De vaste kosten voor de servicepunten handhaving worden per regio gedragen door: de gemeenten, omvattende 70% van de totale vaste kosten, gebaseerd op een jaarlijks te indexeren bedrag per inwoner van 0,188, (peildatum 1-1-2005); de provincie, omvattende 20% van de totale vaste kosten, bestaande uit een jaarlijks te indexeren vaste bijdrage;

de waterschappen, omvattende 10 % van de totale vaste kosten, bestaande uit een jaarlijks te indexeren vaste bijdrage per waterschap 14.4 De variabele kosten van de samenwerking bestaan uit de jaarlijkse bijdragen (personeel, materieel en financieel) aan de uitvoering van specifiek te benoemen activiteiten in het kader van het regionale, provinciebrede of landelijke projecten die niet kunnen worden bekostigd uit de vaste kosten. De variabele kosten worden jaarlijks op basis van de begroting van de partijen beschikbaar gesteld en de besteding van deze middelen worden expliciet benoemd in het regionale werkprogramma en van daaruit ook in het gemeenschappelijk handhavingsprogramma. 14.5 De variabele kosten worden in rekening gebracht bij alle partijen die deelnemen aan c.q. opdracht geven tot de in artikel 14.4 bedoelde specifieke activiteiten gericht op het uitvoeren van nader te specificeren werkzaamheden te verrichten door de servicepunten of de provincie als coördinator. 17.3 Aan partijen die geen bijdrage leveren aan de vaste kosten van de handhavingssamenwerking wordt op de variabele kosten c.q. de door hen daartoe te leveren financiële bijdrage een samenwerkingsopslag in rekening gebracht, waarvan de hoogte jaarlijks door het B-PHO wordt bepaald. 14.7 Specifiek geclausuleerde bijdrages aan de samenwerking (projectgelden) worden onder coördinatie van de provincie ingebracht in de regionale werkprogramma s en het gemeenschappelijk handhavingsprogramma. Voor zover er voor deze geclausuleerde bijdrages sprake is van een verplichte keerzijde financiering wordt hierin voorzien door de inbreng van middelen die partijen leveren in het kader van de vaste en variabele kosten van de samenwerking in het kader van deze bestuursovereenkomst. 14.8 De per regio beschikbaar gestelde gelden komen op basis van het regionale werkprogramma ten goede aan de betreffende regio. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van efficiëntievoordelen door de uitvoering van de regionale werkprogramma s op provinciale schaal te bundelen. Waar dit aan de orde is wordt dat verankerd in het gemeenschappelijke handhavingsprogramma. 14.9 In het handhavingsprogramma wordt jaarlijks vastgelegd op welke wijze de bijdrage van partijen wordt ingezet c.q. wat de in dat betreffende jaar de programmaonderdelen te financieren uit de vaste kosten zijn en voor welke programmaonderdelen een additionele financiering geldt. Tevens wordt in het handhavingsprogramma aangegeven de inzet in personele, materiële en financiële zin op zowel regionaal als provinciaal niveau. In het programma wordt onderscheid gemaakt naar vaste en additionele programma-elementen. Dit handhavingsprogramma is gebaseerd op de werkprogramma s van de regio, welke per regio in het B-RHO worden vastgesteld. 17.3 Alle partijen betalen hun bijdragen welke betrekking hebben op zowel de vaste kosten, als de variabele kosten, jaarlijks aan de provincie, die zorgdraagt voor de betaling van de kosten van de servicepunten. Het College van de Gedeputeerde Staten legt hierover jaarlijks verantwoording af aan het B-PHO.

Artikel 15. Looptijd bestuursovereenkomst 15.1 De bestuursovereenkomst heeft een looptijd van 5,5 jaar en treedt 1 juli 2007 in werking. Artikel 16. Wijziging overeenkomst 16.1 Elke partij kan voorstellen doen tot het tussentijds wijzigen of aanvullen van deze overeenkomst. 16.2 Een dergelijk voorstel wordt besproken in een vergadering van B-RHO s en het B-PHO. 16.3 Na instemming van het B-PHO wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen tenzij ten minste één van de partijen binnen acht weken na verzending van het voorstel schriftelijk aan het secretariaat van het Provinciaal Handhavingsoverleg te kennen heeft gegeven het niet met het voorstel eens te zijn. Artikel 17. Opzegging 17.1 Elke partij mag haar deelname aan de bestuursovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden schriftelijk opzeggen, mits gemotiveerd wordt ingegaan op de veranderende omstandigheden die daartoe de aanleiding zijn. 17.2 Opzegging van de bestuursovereenkomst ontslaat een partij gedurende de vastgestelde looptijd van de overeenkomst niet van de financiële verplichtingen zoals overeengekomen in artikel 14.3. 17.3 Indien een partij de bestuursovereenkomst opzegt, beraden de overige partijen, vertegenwoordigd in het Provinciaal Handhavingsoverleg, zich over de mogelijke gevolgen voor de samenwerking en de bestuursovereenkomst. Artikel 18. Toetreding Toetreding tot de bestuursovereenkomst is mogelijk met instemming van het B-PHO en door een schriftelijk verzoek van de toetredende partij. Artikel 19. Geschillenregeling Alle geschillen die voortvloeien uit deze bestuursovereenkomst of afspraken die daarmee samenhangen, worden indien voorafgaand overleg tussen de betrokken partijen op ambtelijk en bestuurlijk niveau niet tot overeenstemming heeft geleid- beslecht door een bindend advies, te geven door meerdere binnen vier weken te benoemen adviseurs. De bij het geschil betrokken partijen wijzen elk één adviseur aan, die in onderling overleg een derde adviseur benoemen. Er is sprake van een geschil, indien een van de partijen dat schriftelijk aan de andere partij(en) meedeelt.

Artikel 20 Evaluatie 20.1 Partijen evalueren telkens aan het einde van de looptijd de uitvoering en werking van de bestuursovereenkomst. 20.2 Binnen twee jaar wordt een tussentijdse evaluatie gehouden waarbij met name de verbreding van de samenwerking naar het omgevingsrecht en de handhavingstrategie wordt onderzocht. Bij deze tussentijdse evaluatie wordt ook betrokken de notitie Nieuwe impulsen handhavingssamenwerking Noord-Brabant, deel 1 en deel 2. 20.3 De provincie neemt het initiatief tot de evaluatie en begeleidt de totstandkoming van het evaluatieverslag. Partijen verlenen hun medewerking aan de evaluatie. 20.4 Het evaluatieverslag wordt besproken in de Regionale Handhavingsoverleggen en in het Provinciale Handhavingsoverleg.

BIJLAGE o o o Gemeenschappelijke handhavingstrategie Zó handhaven we in Brabant; Actualisering 2007, Factsheet en tekst Brabantse handhavingstrategie. Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant; Deel 1, Toewijding aan de handhaving, 17 oktober 2006. Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant; Deel 2, Zo gaan we het doen: flexibel en vraaggestuurd!, 2 maart 2007.