\êr i. de Rechtspraak. Rechtbank Noord-Holland. AANTEKENEN 1 PER POST [ PER FAX (023) Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht

Vergelijkbare documenten
2 1FEB datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel Reg.nr. PS/2XJIU lao<sa 04 DEC 2014 Dat. ontv.:

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus BA Monnickendam

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland gemeente Tiel

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar

de Rechtspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant (076) het beroep van Maatschap C. en C. Bouwmeester te Zevenbergen

de Rechtspraak Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

ECLI:NL:RBLIM:2017:544

' s Sftg. de Rechtspraak. Over het beroep met procedurenummer 11 / 685 WOB JAN 1 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

de Rechtspraak I I PER FAX

de Rechtspraak

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: HHVOL10. Parkeerverbodzone Mondriaanpark in Vlijmen

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

uitspraak van de meervoudige kamer van 21 december 2018 in de zaak tussen X te Helmond, eiser (gemachtigde: mr. E.H.T. Kleeven),

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

ECLI:NL:RBZWB:2016:7164

de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak van de rechtbank waarbij op bovenvermeld beroep is beslist.

lllll\lil\lllllll\1\1~1\llllll 18 jul 2018 /

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108

uitspraak rechtbank gedeeltelijke intrekking bouwvergunning geluidsscherm A59

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBNHO:2014:185

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

ECLI:NL:RBNNE:2015:4387

de Rechtspraak 9 AP!~ ~O1~

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

Naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank is geen nadere afweging nodig.

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

Afdeling bestuursrechtspraak 1 1 JUN Behandelend ambtenaar

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

de Rechtspraa Rechtbank Overijssel Over het beroep met zaaknummer ZWO 13/1774 BESLU WBIJ deel ik u het volgende mee.

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland PER EAX Over het beroep met zaaknummer ZUT 12 / 249 WRO 219 deel ik u het volgende mee.

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel

ECLI:NL:RBNHO:2017:3051

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND. Zittingsplaats Groningen. Bestuursrecht. zaaknummer: LEE 17/1763

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

de Rechtspraak Over het beroep met zaaknummer ROT 10 / 1193 WET BE03 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RBAMS:2012:BX3339


ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBOBR:2013:2706

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

ECLI:NL:RBROT:2016:9569

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119

ECLI:NL:RBNNE:2016:4039

ECLI:NL:RBNHO:2016:4509

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBNNE:2017:986

ECLI:NL:RBLIM:2014:3621

EelI: Nl: RBOVE:2016: 2665

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543

GERECHTSHOF AMSTERDAM

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

ECLI:NL:RBGEL:2015:2369

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:RBOVE:2016:4491

de Rechtspraak Rechtbank Linnburg Over het beroep met zaaknummer ROE 15 / 589 WOB LE deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBGEL:2015:7839

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

ECLI:NL:RBAMS:2008:BH4545

ECLI:NL:RBGEL:2017:5945

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

ECLI:NL:RBAMS:2011:BV7178

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland GEMEENTE HEi1J-NDOORN 7440 AE Nijverdal Behand.: 'į reľw.: Ąľfí Stuk WerlāLl.

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland Over het beroep met zaaknummer HAA 17 / 3976 VEROR VOO deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBDHA:2014:10175

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RBDHA:2018:8904

ECLI:NL:RBAMS:2017:2366

Transcriptie:

\êr i de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland AANTEKENEN 1 PER POST [ PER FAX (023) 511 51 71 Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht het college van burgemeester en wethouders van de Locatie Haarlem gemeente Haarlem, Middelen & Services Afdeling Juridische Zaken bezoekadres Simon de Vrieshof 1 Postbus 511 2019 HA Haarlem 2003 PB Haarlem datum 11 oktober 2017 correspondentieadres Postbus 1621 2003 BR Haarlem onderdeel Zittingsfase bestuur Haarlem t (088) 361 11 75 Zittingen contactpersoon mevr M.M.A. van der Meer t (088) 361 11 76 Beroepszaken t (088) 361 11 77 Voorzieningen doorkiesnummer (088) 361 11 97 f (088) 361 01 32 (Bestuursrecht) ons kenmerk zaaknummer HAA 17/ 1998 WVW LIN1 f (088) 361 01 28 (Belasting) uw kenmerk bijlage(n) 2017/193445 www.rechtspraak.nl faxnummer afdeling (088)361 01 32/34 Bij beantwoording de datum en onderwerp het beroep van Vereniging de Fietsersbond te Haarlem ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte heer/mevrouw. Over het beroep met zaaknummer HAA 17 / 1998 WVW LIN1 deel ik u het volgende mee. De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u het niet eens bent met de uitspraak. U kunt ook digitaal hoger beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op www.raadvanstate.nl voor meer informatie over het indienen van digitaal beroep. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, x: re re 1.xi E, n-->! «io I r-*0, tt- - BE022

proces-verbaal uitspraak RECHTBANK NOORD-HOLLAND Zittingsplaats Haarlem Bestuursrecht zaaknummer: HAA 17/1998 proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 oktober 2017 in de zaak tussen Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Fietsersbond, te Haarlem, eiseres, (gemachtigden: A. van der Luit, R. Rood, J. Moerman en B. Otte) en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, verweerder, (gemachtigden: J.J.G. Hendriks en mr. Y.J.M. Pijnaker). Procesverloop Bij besluit van 21 november 2016 heeft verweerder een verkeersbesluit genomen voor het Kenaupark en omgeving te Haarlem. Tegen dit besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van 9 februari 2017 (HAA 17/481) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Bij besluit op bezwaar van 7 maart 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder verwezen naar het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften. Tegen dit besluit op bezwaar heeft eiseres beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Bij brief van 21 september heeft eiseres haar beroepsgronden aangevuld alsmede een tegenadvies ingediend, opgesteld door Ligtermoet & Partners, adviseurs in verkeersbeleid. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden 5 oktober 2017. Eiseres en verweerder zijn vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan. i U.t i,- - \,f-..

zaaknummer: HAA 17/1998 blad 2 Beslissing De rechtbank: verklaart het beroep gegrond; vernietigt het bestreden besluit; draagt verweerder op met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen een nieuw besluit op het bezwaar te nemen; draagt verweerder op het betaalde griffierecht van 333, aan eiseres te vergoeden; veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van 435,60 te betalen aan eiseres. Overwegingen 1. Het bestreden besluit is op dit moment naar het oordeel van de rechtbank nog onvoldoende gemotiveerd. Ook indien in aanmerking wordt genomen de beoordelingsruimte van verweerder om het begrip veiligheid op de weg in te vullen alsmede de ruime discretionaire bevoegdheid om de verschillende belangen tegen elkaar af te wegen. 2. Verweerder kan worden toegegeven dat hij gelet op de jurisprudentie niet de absolute noodzaak van een verkeersbesluit behoeft aan te tonen maar dat laat onverlet dat zeker nu door eiseres een gemotiveerd tegenadvies is overgelegd mag en moet worden verwacht dat aan het verkeersbesluit een voldoende draagkrachtige motivering ten grondslag wordt gelegd. In ieder geval op twee punten is dat niet het geval. De rechtbank baseert zich daarbij op de CROW-richtlijnen (Tekenen voor de flets) die -naar verweerder desgevraagd ter zitting heeft erkend- een belangrijke rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van het verkeersbesluit. 3. In de eerste plaats verwijst de rechtbank naar paragraaf 4.4.4.2 van deze CROWrichtlijnen. Daarin staat met zoveel woorden vermeld dat als er veel fietsverkeer gebruik maakt van de rijbaan een rijbaanbreedte van 5,45 m worden aanbevolen. Deze breedte is afgestemd op fiets-auto-fiets (zie afbeelding 4.25 van de CROW-richtlijnen). Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder onvoldoende duidelijk kunnen maken op grond waarvan van deze richtlijn in het onderhavige geval wordt afgeweken en dat in de situatie van Kenaupark-west kan worden volstaan met een rijbaanbreedte van 5 m. De rechtbank acht voor dit oordeel mede van belang hetgeen in paragraaf 5.4.1. van de CROW-richtlijnen staat vermeld. Vooral de snelheid van het gemotoriseerde verkeer is meer dan eens een onbetrouwbare factor; limieten worden niet zelden op grote schaal overschreden. De wegbeheerder dient er daarom ofwel voor te zorgen dat de feitelijke snelheid overeenstemt met de toegestane snelheid, of vel uit te gaan van de feitelijke snelheid, los van de functie van de weg. Van belang is dat de ontwerper zich steeds richt op de feitelijke of de te verwachten situatie en niet alleen op de functionele categorie voor het gemotoriseerd verkeer'. Met inachtneming van deze passage acht de rechtbank door verweerder onvoldoende gemotiveerd dat het vaststellen van de 30 km zone ten behoeve van de erftoegangsweg toereikend moet worden geacht om enerzijds de in de oude situatie bestaande fietsvoorzieningen te verwijderen en anderzijds om niet althans onvoldoende aanvullende snelheidsremmende voorzieningen aan te brengen.

zaaknummer: HAA 17/1998 blad 3 4. Onvoldoende is gebleken dat verweerder -de rechtbank verwijst nogmaals naar de hiervoor genoemde passage uit de CROW-richtlijnen- ook de naar algemeen kan worden aangenomen vaak onvoorspelbare verkeerssituatie in spitsuren in toereikende mate in de besluitvorming heeft meegewogen. Dit geldt zowel op het traject Kinderhuisvest, Kenaupark-west tot aan de Franklin Hoevenstunnel als op het kruispunt Kinderhuisvest- Parklaan met Kenaupark-west. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder ook ter gelegenheid van de behandeling van het beroep de stelling van Ligtermoet & Partners dat dit laatstgenoemde traject in de nieuwe situatie een duidelijke verslechtering is voor het fietsverkeer ten opzichte van de oude situatie onvoldoende weersproken. 5. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is het bestreden besluit genomen in strijd met het motiveringsbeginsel zoals neergelegd in artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Flet beroep is gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd. Verweerder moet met inachtneming van de overwegingen van deze uitspraak opnieuw op het bezwaar beslissen. 6. De rechtbank moet zich buigen over de vraag of er een mogelijkheid is tot finale geschilbeslechting. Gelet op hetgeen namens verweerder ter zitting is gesteld, ziet de rechtbank daarvan af omdat niet verwacht kan worden dat verweerder de hiervoor besproken gebreken zal willen herstellen. 7. Eiseres heeft gevraagd om vergoeding van reiskosten, kopieerkosten en de door Ligtermoet & Partners in rekening gebrachte deskundigenkosten. Ter zitting is mr. Pijnaker gevraagd het door eiseres ingevulde proceskostenformulier te becommentariëren. Zij heeft volstaan met de opmerking dat het verzoek om proceskosten moet worden afgewezen. Blijkens het Formulier proceskosten betreft een bedrag van 13,30 reiskosten (artikel 1, aanhef en onder c, van het Besluit proceskosten bestuursrecht) gemaakt door een advocaat. Deze kosten komen niet in aanmerking voor vergoeding. Onduidelijk is door wie deze kosten zijn gemaakt. Eiseres is immers bij de behandeling van het beroep niet bijgestaan door iemand die beroepsmatig rechtsbijstand verleent. Dergelijke reiskosten gemaakt door iemand die beroepsmatig bijstand verleent, zitten overigens inbegrepen in de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De kopieerkosten ad 40,01 komen niet voor vergoeding in aanmerking (vide artikel 1, aanhef en onder e, van het Besluit proceskosten bestuursrecht). Ingevolge artikel 1, aanhef en onder b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan, voor zover thans van belang, een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb uitsluitend betrekking hebben op kosten van een deskundige die door een partij is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht. De kosten van een deskundige komen op de voet van artikel 8:75 van de Awb voor vergoeding in aanmerking als het inroepen van die deskundige redelijk was en de deskundigenkosten zelf redelijk zijn (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 31 augustus 2011; ECL1:NL:RVS:BR6309). De rechtbank is van oordeel dat in dit geval aan deze eisen is voldaan. Eiseres mocht er op het moment van het inschakelen van de deskundige vanuit gaan dat deze een relevante bijdrage zou leveren aan de beslechting van het geschil. Het uurtarief wordt ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht forfaitair bepaald overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken. Ingevolge artikel 6. eerste lid, van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 geldt voor werkzaamheden waarvoor geen speciaal tarief is

zaaknummer: HAA 17/1998 blad 4 bepaald, naar gelang de werkzaamheden niet of in meer of mindere mate van wetenschappelijk bijzondere aard zijn een tarief van ten hoogste 1 16,09 per uur. Volgens de bij het proceskostenformulier gevoegde factuur heeft Ligtermoet & Partners 435,60 bij eiseres gedeclareerd, hetgeen neerkomt op ongeveer 4 uur werk. Dit komt de rechtbank niet onredelijk voor. De rechtbank zal verweerder veroordelen in de kosten van de deskundige tot een bedrag van 435,60. Beslissing Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, rechter, in aanwezigheicftvan mr. J. Poggemeier, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 oktpbef^ol 7. Afschriftverzonden aan partijen op: 4 1-10- 2017 Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het procesverbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening. Voor eensluidend afschrift De griffier ven "

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland Post NL Port Betaald Port Payé Pays-Bas Aangetekend G-A-l Postbus 1621,2003 BR Haarlem 3SRRC10872894