Adviesnota Datum: 28-06-2018 Managementteam Algemeen bestuur Dagelijks bestuur Onderwerp: Tarieven 2018 + eigen bijdrage algemene voorziening Huishoudelijke hulp en maatwerkvoorziening Huishoudelijke Hulp Advies: 1. Inhoud (wat willen wij bereiken en/of wat gaan wij doen in maximaal 2 zinnen?) Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd om: - Een tarief van 26,40 per uur vast te stellen voor de AV-HH voor de periode 1 april t/m 31 december 2018; - Een tarief van 26,40 per uur vast te stellen voor de maatwerkvoorziening HH1 voor de periode 1 april t/m 31 december 2018; - Het tarief voor de HH2 ongewijzigd vast te stellen ( 28,20 per uur) voor 2018. 2. Netto kosten (wat mag/gaat het kosten?) De totale kosten in 2018 zijn 3.748.095. De meerkosten ten opzichte van de herziene begroting 2018 zijn 455.733. 3. Dekking (ten laste van welk budget?) Geen dekking. Gemeentelijke bijdrage gevraagd. Besluit Managementteam: Besluit: Datum: Paraaf directeur: Besluit Algemeen bestuur: Besluit: Datum: Paraaf secretaris: Afgestemd met/behandeld in team: Naam Paraaf P&C en Financiën Inkoop J. Lenters M. Lieffering Hoofdredacteur: M. Venema Paraaf: 1 van 5
Teamleider: H. Zondervan Paraaf: a. Aanleiding en centrale vraag Op 7 mei 2018 hebben brancheorganisaties BTN en Actiz akkoord bereikt over een aanpassing van de cao voor de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT). De cao-wijziging bevat een hogere salarisinschaling voor huishoudelijke hulpen die in werking treedt vanaf 1 april 2018. Daarnaast is in het akkoord een extra loonsverhoging van 4% opgenomen die per 1 oktober 2018 in gaat. Deze wijzigingen hebben gevolgen voor de tarieven die in Noordwest-Friesland gelden voor de algemene voorziening Huishoudelijke Hulp (hierna: AV- HH) en de maatwerkvoorziening Huishoudelijke Hulp 1 en 2 (hierna: HH1 en HH2). In deze adviesnota wordt het Algemeen Bestuur gevraagd om de gewijzigde tarieven voor deze voorzieningen vast te stellen. b. Afbakening, aansluiting bij eerder vastgesteld beleid Gemeenten zijn op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor verschillende vormen van ondersteuning voor inwoners die niet of minder zelfredzaam zijn vanwege een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. HH is één van de vormen van thuisondersteuning die ertoe bijdraagt dat inwoners zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. In Noordwest-Friesland is de HH georganiseerd als algemene voorziening en maatwerkvoorziening. Hiervoor zijn tarieven voor 2018 gesteld, 23,40 per uur voor de AV- HH en HH1, en 28,20 per uur voor de HH2. Deze adviesnota beperkt zich tot de tarieven voor de algemene voorziening en maatwerkvoorzieningen Huishoudelijke Hulp. Het AB wordt nu nog niet gevraagd om een besluit te nemen over de eigen bijdrage voor de algemene voorziening. Dit vanwege ontwikkelingen omtrent de eigen bijdrage-systematiek in de Wmo 2015; het abonnementstarief. De minister is voornemens om een abonnementstarief (een vaste bijdrage per vier weken) te introduceren voor ondersteuning op grond van de Wmo 2015, voor zowel maatwerkvoorzieningen (per 2019) en algemene voorziening (per 2020). Dit heeft gevolgen voor de eigen bijdragen voor de Wmo-voorzieningen in Noordwest-Friesland. Er is echter nog geen definitief besluit. Wanneer het ontwerp van het abonnementstarief definitief is zal het AB gevraagd worden om een besluit te nemen over de bijdrage voor de AV-HH. Dit vraagstuk wordt verder uitgelegd in de bijlage (memo abonnementstarief). Tarieven HH Bij het stellen van tarieven voor de HH dient de gemeente te handelen conform de Algemene Maatregel van Bestuur reële prijs Wmo 2015 (AMvB). De AMvB verplicht de gemeenteraad (in dit geval AB) om een reële prijs te stellen voor de uitvoering van ondersteuning in het kader van de Wmo. Dit om te waarborgen dat er een goede verhouding is tussen de prijs voor de levering van een Wmo-voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan. Bij het stellen van een prijs dient rekening te worden gehouden met de volgende kostprijselementen: a. Kosten van de beroepskracht, inclusief vakantiegeld, eindejaarsuitkering, pensioen en sociale lasten; b. redelijke overheadkosten; 2 van 5
c. kosten voor niet-productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg; d. reis- en opleidingskosten; e. indexatie van loon binnen een overeenkomst; f. kosten als gevolg van gemeentelijke eisen, zoals rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen. Toen de tarieven voor de HH zijn vastgesteld voor 2018, was wel bekend dat er werd gewerkt aan een cao-wijziging, maar was niet inzichtelijk hoe groot die wijziging zou zijn. Er is toen wel op geanticipeerd, echter blijkt de wijziging van de cao groter te zijn dan toen is ingeschat. Nu de wijziging van de cao bekend is, dienen de tarieven daarop te worden aangepast om conform AMvB te handelen. c. Advies Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd om: - Een tarief van 26,40 per uur vast te stellen voor de AV-HH voor de periode 1 april t/m 31 december 2018; - Een tarief van 26,40 per uur vast te stellen voor de maatwerkvoorziening HH1 voor de periode 1 april t/m 31 december 2018; - Het tarief voor de HH2 ongewijzigd vast te stellen ( 28,20 per uur) voor 2018. d. Argumenten De tarieven zijn zorgvuldig berekend. Bij de tariefstelling is de cao VVT nauw bestudeerd en zijn landelijke en regionale onderzoeken gebruikt, zoals uitkomsten van het onderzoek van Berenschot Slimme overhead, goede zorg. Ook is er vergeleken met andere gemeenten in de regio. Het voorgestelde tarief is zo scherp mogelijk neergezet binnen de lijnen van de AMvB. In dit advies is er voor gekozen om rekening te houden met de kostprijselementen in de AMvB, omdat het niet wenselijk is om in strijd met de AMvB te handelen. Dat leidt tot een verhoging van het tarief bij de AV-HH en de HH1 van 3,- per uur vanaf 1 april 2018, omdat de cao-wijziging per die datum in werking is getreden. In het kader van kostenbeheersing kan ervoor gekozen worden om wel in strijd te handelen met de AMvB, maar de gemeenten en Dienst lopen daarmee een groot juridisch en maatschappelijk risico. De Rijksoverheid is van plan de toepassing van de AMvB in 2019 te evalueren. Mocht uit deze evaluatie blijken dat gemeenten niet voldoen aan de AMvB, kan dat gevolgen hebben. Daarnaast zijn brancheorganisaties (Actiz en BTN) en de vakbonden erg scherp op de huidige gemeentelijke tarieven in Nederland en de onderbouwing daarvan. Het tarief voor HH2 is ongewijzigd ten opzichte van het tarief dat al in 2018 wordt gehanteerd. Dit omdat de nieuwe cao-afspraken geen direct effect hebben op de financiële inschaling van medewerkers die HH2 verlenen. Het huidige tarief van 28,20 is daarmee in 2018 conform AMvB. 3 van 5
e. Kanttekeningen en risico s e1. Bestuurlijk, financieel, juridisch of maatschappelijk risico: Financieel risico Door conform AMvB te handelen lopen we geen bestuurlijk, juridisch of maatschappelijk risico. Echter resulteert dit advies wel in een tariefwijziging van 3,- extra per uur voor de AV-HH en HH1. Daarnaast vindt extra loonsverhoging van 4% per 1 oktober 2018 plaats en moet er rekening worden gehouden met jaarlijkse indexatie, wat het tarief in 2019 verder op kan drijven. Dat heeft financiële gevolgen. De gemeenten worden financieel gecompenseerd voor de extra loonsverhoging middels jaarlijkse OVA-middelen vanuit het Rijk (voorlopig geraamd op 4,08%). Deze middelen zijn echter niet toereikend om de extra kosten van de hogere salarisinschaling per 1 april 2018 op te vangen. Het Rijk verwacht dat gemeenten dit opvangen uit de accresafspraken zoals opgenomen in het Interbestuurlijk programma (IBP). Op dit moment is echter onvoldoende duidelijk of die afspraken toereikend zijn om de forse stijging van het tarief op te vangen. Hiermee ontstaat een financieel risico voor 2018 en de jaren daarna. Dit roept de vraag op in welke mate het product zoals dat nu is ingericht financieel houdbaar is, vooral gezien de ontwikkelingen omtrent de eigen bijdrage; het abonnementstarief. e2. Maatregel om risico te minimaliseren: De gemeenten en Dienst kunnen op drie manieren het financieel risico verminderen, namelijk door: De eigen bijdrage voor de AV-HH aan te passen; De hulp in het huishouden anders organiseren of financieren; Lobby richting het Rijk voor voldoende financiële compensatie. Op dit moment is het niet wenselijk om de eigen bijdrage voor de AV-HH aan te passen, omdat een abonnementstarief in ontwikkeling is die zeer waarschijnlijk gevolgen heeft voor de eigen bijdrage systematiek voor algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Wanneer het abonnementstarief landelijk is vastgesteld, kan hierover een advies worden gedaan. Naar verwachting zal dit in het tweede halfjaar van 2018 zijn. De tweede optie vraagt meer verdieping en onderzoek. Hierbij is een belangrijk aandachtspunt wat er georganiseerd kan worden in het voorliggende veld. Wijzigingen in de organisatie of financiering van hulp in het huishouden kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor inwoners en uitvoering intern en extern. Indien er behoefte is om de hulp in het huishouden anders in te richten, dient verder onderzoek plaats te vinden en dient rekening te worden gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen en de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 18 mei 2016 over hulp in het huishouden onder de Wmo 2015. 4 van 5
f. Financiële consequenties f1. Totale kosten van de investering of uitgaaf De totale kosten in 2018 zijn 3.748.095. De meerkosten ten opzichte van de herziene begroting 2018 zijn 455.733, waarvan 168.609,- als gevolg van bestandsmutatie en 287.124,- voor de aangepaste tarieven als gevolg van de AMvB en cao-wijziging. f2. Bijdrage van derden N.v.t. f3. Incidentele of structurele kosten Structureel. f4. Financiële consequentie is wel of niet binnen de begroting te verantwoorden Niet. De meerkosten wijken af van de herziene begroting 2018. f5. Dekking vanuit budget Voor de meerkosten is geen dekking, hiervoor wordt een gemeentelijke bijdrage gevraagd. g. Procedures, uitvoering en planning Na vaststellen van de tarieven dient een addendum te worden opgesteld ter aanvulling op de huidige overeenkomst. In het addendum zijn de nieuwe tarieven beschreven. Daarnaast volgt er in het tweede halfjaar van 2018 een voorstel over hoe om te gaan met de eigen bijdrage voor de AV-HH en de Kortingsregeling in 2019. Tevens moeten dan de tarieven voor 2019 worden vastgesteld. Dit wordt nu niet voorgelegd in verband met onzekerheden omtrent het abonnementstarief Wmo 2015. h. Communicatie Nadat de tarieven zijn vastgesteld worden deze gecommuniceerd met de huidige gecontracteerde HH-aanbieders. Daarnaast worden de gewijzigde tarieven en de daaruit afgeleide kortingen voor de AV-HH Kortingsregeling na het besluit intern en extern gecommuniceerd. i. Bijlagen Bijlage 1: Memo lasten Wmo, hoofdstuk 2. Bijlage 2: Memo eigen bijdrage Wmo per 2019 - abonnementstarief. 5 van 5