Snoei appels Enige tijd geleden hebben we al kort een bericht gemaakt over de snoei van appels. Hierbij is het belang aangegeven van een tijdige rond om de grote knippen te zetten. Probeer dit in de maand januari rond te krijgen. Indien de grote knippen tijdig plaats vinden, dan is de reactie van de grotere snoeiwonden veel mooier. De scheuten die dan uit de stompen ontstaan zijn wat steviger en vitaler. Ook komen er bij rassen die moeilijk nieuwe scheuten vormen, veel gemakkelijker scheuten uit de stompen. Kortom, dit is een belangrijk punt in het behoud van een goede appelaanplant. In het algemeen wordt geadviseerd om in deze periode per kant van de boom 2-4 grovere knippen te zetten. Vooral in het gestel is het belangrijk om voldoende lucht te creëren. Men moet dus niet angstig zijn om een keer een gat in de boom te creëren. Indien er per meter plantafstand bij volwassen bomen 3 volgroeide gesteltakken zitten en 3-4 eenjarige scheuten en 2-jarige takjes, dan is dat prima. Zorg net boven het gestel dat er geen zwaarder hout zit, opdat het gestel voldoende licht krijgt. Hou hier dus 40-50 cm vrij van takken. Bij Jonagold is men veelal wat terughoudender met het vervangen van takken. Toch moet ook hier een redelijke verjonging in acht genomen worden. Afgelopen jaar was het verschil in kwaliteit tussen telers die op jong hout telen of telers die op oud hout telen erg groot. Een goede richtlijn is om bij Jonagold de verjonging half zo snel te doen als bij Elstar. Dus doe hier bijvoorbeeld 2 knippen per kant. Bij jongere aanplanten zal met name in het gestel geknipt worden. Vaak beginnen we wel met 8-9 takken. In 3-5 jaar tijd wordt dit terug gebracht naar 4-5 takken per meter. Gesteltakken doen ook gewoon mee in de vernieuwing van de takken, alleen in een iets lager tempo dan de scheuten in de kop. In principe kan men relatief veel gesteltakken aanhouden zo lang de takken nog weinig eenjarige scheuten op de tak vormen. Zodra de tak wat breder begint te worden, moet het aantal gesteltakken vrij snel gereduceerd worden naar genoemde 4-5 takken en bij oudere bomen zelfs naar 3-4 takken, plus wat 1 en 2 jarige scheuten.
Snoei altijd op stompen van circa 3-5 cm. Bij Jonagold moet dit langer zijn; hier mag het gerust 10 cm zijn. Na de eerste grove ronde is de normale snoei aan de orde. De knopbezetting is bij appels veelal goed tot zeer goed. Ook percelen die een goede dracht kenden, lijken goed in de knop te zitten. Het blijft echter altijd veiliger om percelen die een zeer goede oogst gehad hebben, pas gereed te snoeien als de knoppen zichtbaar zijn. Vaak wordt de fijnere snoei in 2 rondes gedaan. Eerst de koppen en vervolgens de onderkant. Let er bij de koppen op dat dit niet té strak gebeurd, omdat dan vaak uiteindelijk de onderzijde van de boom juist wat ruimer gesnoeid moet worden, waardoor bijvoorbeeld het venster boven het gestel niet goed aangehouden kan worden. Voor de koppen wordt bij 3,25 meter rijafstand rond de 2,75 meter winterhoogte aangehouden. Bij smallere rijen is dit logischerwijs iets lager. Snoei de koppen op een klik en laat in de kop een mooie mix van 1-2 en 3-jarig hout staan. We zien in toenemende mate dat het niet altijd helpt om alleen maar scheuten met eindknoppen in de kop te hebben, omdat deze scheutjes met hun
dracht vaak sterk naar beneden gaan hangen en dan eigenlijk geen mooi hout vormen voor de toekomst. Snoei in de koppen eerst het sterk hangende hout en het oudere hout weg en probeer een mooie hoeveelheid 1-2- en 3-jarig hout over te houden. Hout dat strak naar beneden hangt, neemt veel licht weg op de stam en zal dus al snel weg moeten. Het is in de bovenste meter van de boom vaak zinvol om verspreid over deze koppen ook wat eenjarige scheuten zonder eindknop te hebben. Dus als de scheuten eindknoppen hebben, dan worden er wat scheuten getopt om op die wijze ook hout te creëren dat vlak of zelfs iets opgaand blijft staan. Indien op deze wijze bij Elstar een stuk of 10 scheuten in de bovenste meter van de kop blijven staan, dan is dat prima. Twee- en driejarige takken die goed bezet zijn met bloem, worden weer op een klik gezet. Uiteindelijk ontstaat dus een mooie mix van 1-, 2- en 3-jarig hout, waarbij het ideaalbeeld is dat het 2- en 3-jarige hout niet strak langs de stam hangt, maar vlak staat. Om deze reden worden dus wat eenjarige scheuten getopt. Dit geldt logischerwijs niet voor de sterke scheuten die soms ook behouden moeten worden. Zelfs bij Jonagold kan het spelen om iets sterkere tweejarige scheuten te creëren door de eenjarige scheuten te toppen. Bij een goede balans in de boom en een goede bloemknopbezetting, is het inknippen van een stuk of 10 eenjarige scheuten, een belangrijk aandachtspunt. Bij een ras als Gala is het toppen van de eenjarige scheuten overigens nog belangrijker. Zodra een Gala in balans is, dient dit vrij massaal te gebeuren. Er is binnen Nederland een toenemende interesse in Gala. Hierbij zal enerzijds de aandacht voor Neonectria cruciaal zijn; daarnaast is het essentieel dat Gala geteeld wordt op heel vitaal hout. Alleen dan zal de smaak van Nederlandse Gala vergelijkbaar zijn met import appels. Als Gala op zwak hout geteeld wordt, dan wordt de teelt van Gala in Nederland een klein drama.
Bij rassen zoals Junami, Golden, Kanzi etc wordt het inknippen van een aantal eenjarige scheuten om in het jaar erna mooi tweejarig hout te creëren ook steeds meer gemeengoed. Vooral voor aanplanten die goed in balans zijn, is dit een hele goede methode om kwalitatief goed vruchthout te behouden. Hoe rustiger de groei, hoe meer 1-jarige scheuten ingeknipt worden. In de onderste helft wordt na de eerste snoeironde, ook eerst gekeken wat er nog aan overtollig hout is. Vaak betreft dit bijvoorbeeld het hout net boven het gestel. Ook in de onderste helft wordt eerst het sterk hangende hout en het te oude hout weg genomen. Het resterende hout wordt min of meer hetzelfde gesnoeid als in de koppen. In het gestel wordt op het uiteinde een klik gezet op iedere gesteltak. Veelal worden eenjarige scheuten die blijven staan als vervangend hout, getopt. De tweeen driejarige gesteltakjes worden al weer gewoon op een klik gezet. Per gesteltak wordt de tak vervolgens van buiten naar binnen gesnoeid, zodat er geen hangend hout overblijft. De gesteltakken worden dus goed beknipt. Het beknippen zal bij een ras dat normaliter een zware dracht heeft, natuurlijk altijd wat strakker gebeuren dan bij een ras dat minder gemakkelijk draagt. Besteed in het gestel ook veel aandacht aan het verwijderen van kleine takjes etc. op de stam, omdat deze alleen maar licht kosten in de broek van de boom en geen toegevoegde waarde hebben.
De lijnen zijn eigenlijk over alle rassen gelijk, alleen is de mate van vernieuwing in het ene ras duidelijk hoger dan in het andere ras. Jonagold en Boskoop zijn trage vernieuwers. Alle diploide rasen worden in het algemeen dusdanig vernieuwd dat er geen hout ouder dan 4 jaar in de boom zit. Hoe moeilijker een ras dunt, hoe consequenter beknipt wordt. Voor Jonagold zal het inknippen van de eenjarige scheuten pas aan de orde zijn als de bomen vrij gematigd groeien. Bij een sterke groei worden de eenjarige scheuten niet ingeknipt. Bij diploïde rassen is het voor alle rassen raadzaam om diverse eenjarige scheuten in te knippen om zo mooier tweejarig hout te creëren. Bij rassen als Gala, Golden, Junami etc gebeurt het duidelijk consequenter. Maak voor de snoei indeling een goede indeling in relatie tot de mate van knop die verwacht wordt. Voor percelen die goed en egaal bloeien, is het belangrijk om ze tijdig te snoeien. Hier kan de fijne snoei prima in de periode januari eind maart gebeuren. Bij percelen met een matige bloei kan veel gered worden door ze laat te snoeien. Vaak is het wel zinvol om de eerste snoeironde op de normale tijd te doen. De fijnere snoei wordt pas gedaan als de knop zichtbaar is, dus vanaf half maart. Wortelsnoei/inzagen Tijdens de snoeibezoeken komen we een grote variatie tegen in de noodzaak van wortelsnoei. Op een flink aantal percelen is geen wortelsnoei nodig, maar er zijn ook percelen waar pleksgewijs of zelfs op het gehele perceel een wortelsnoei noodzakelijk is. Vooral op sterke gronden zoals in de polders is dit laatste vaak het geval. De afgelopen jaren hebben we voor sterke koppen ook regelmatig het inzagen van de koppen (rond 2 meter hoogte, tweezijdig tot de helft met 30 cm tussenruimte) geadviseerd. Dit is een mooie methode om de koppen beter in balans te brengen met de onderzijde van de boom. Het inzagen gebeurt in het groene knop stadium.