Visie op gemeentelijke collectiviteit voor de Omgevingswet

Vergelijkbare documenten
Vereniging van Nederlandse Gemeenten Aan de slag met de informatievoorziening Omgevingswet

Portfolio collectiviteiten voor de Omgevingswet Q DSO-CG, project Collectiviteit, 19 maart 2018

Roadmap gemeenten, praktijkproeven & leveranciersbetrokkenheid

Collectiviteit en Sourcing

Gemeentelijke applicaties Omgevingswet en DSO

Invoering Omgevingswet G40 31 oktober 2018

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 17 mei 2017 U Lbr. 17/028 (070) Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Wat betekent Common Ground voor de bedrijfsvoering?

Tijdelijke opdracht: Projectleider Toepasbare regels

Adviesgroep Informatievoorziening. Omgevingswet. Erna Roosendaal

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Archivering en de Omgevingswet. Archiefinnovatie decentrale overheden Nieuwegein 7 april 2016

Gemeenten voeren Regie op Informatie en Processen

SAMENVATTING VERKENNING MIGRATIE LANDELIJKE VOORZIENINGEN

Programma Invoering Omgevingswet Gemeenten

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet. Raad op zaterdag Ernst Koperdraat 24 september 2016

Collectieve aanpak. Toepasbare Regels. Wim Bakkeren VNG Realisatie. VDP Werkgroep Omgevingswet

Verwerving van nieuwe functionaliteiten voor planvorming en vergunningverlening 18 juni Floor Lekkerkerker Ko Mies

Foto plaatsen. Het DSO en de Omgevingswet. Philip Hessing programmamanagement invoeringsondersteuning

Samen organiseren van de Omgevingswet

Implementatie Omgevingswet: Utrechtse ervaringen. Hier komt tekst CROW 30 maart Mirelle Kolnaar. Utrecht.nl

Samen organiseren. Inhoud Ingrid Hoogstrate Zwolle 8 maart 2018

De Raad en de Omgevingswet

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering?

Omgevingswet en de raad

Vliegwiel voor verbinden en versnellen van gezamenlijke gemeentelijke uitvoering

Catalogus Omgevingswet PLDN 18 april 2017 Peter Stolk projectmanager Kadaster

De uitvoering van de Omgevingswet vindt plaats in het. Programma Aan de slag met de Omgevingswet. (Adsmo)

Realisatie. Deelnemersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Leveranciers Aan de Slag. Gijs van Duijn Bas Hoondert

Éen gezamenlijke VTH-oplossing voor heel Limburg. Kennissessie Omgevingswet en digitalisering 30 november 2017

Foto plaatsen. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) Pieter Meijer

Jos Dolstra. Erna Roosendaal MWH VNG. Voorzitter VVM sectie Milieurecht en Praktijk en projectleider jaarlijkse Dag v.d. Omgevingswet.

De Raad en de Omgevingswet

Collectieve aanpak Toepasbare Regels

Digitaal Stelsel Omgevingswet

Ketensamenwerking in de regio. Foto plaatsen. Roadshow Midden-Nederland i.s.m. Provincie Flevoland. Lelystad, 8 juni 2017

Bijlage 5.1 Zaakgericht (samen)werken en ondersteunende voorzieningen

Omgevingswet en VIVO. Landelijk ICT Beraad

Foto plaatsen. Roadshow Groningen Mei 2016

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 30 mei 2018 U Lbr. 18/028. ALV voorstel Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering 2019

Samen Organiseren. Chris Batist, Den Haag. Papieren Tijger Netwerk, 27 maart 2018

Digitaal Stelsel Omgevingswet. André van Nijkerken Gijs van Duijn

Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving. Hoofdstuk 3. Verantwoording methode doelgerichte digitale regelgeving

De Omgevingswet en nu..? Schakeldag2016, ir S. Ros (Sarah)

Omgevingswet en VIVO. Verkenning InformatieVoorziening Omgevingswet

Aan de slag met de informatievoorziening voor de Omgevingswet: hoe een nulmeting uit te voeren?

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Provero bijeenkomst. Utrecht, 15 november 2016 Ernst Koperdraat Jos Dolstra

een toetsende rol. Het nee tenzij denken wordt vervangen door het ja mits perspectief;

Omgevingswet en de raad

Openbare publicatie (standaard: ja) A1.1 Handelsnaam Antwoord

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Sturing op standaardisatie op weg naar gegevenslandschap. Regiegroep gegevens en berichtenstandaarden 3 oktober 2018

28 september 2017 PON Outsourcing Kenniscongres

Inhoud en aanpak DSO. 12 april 2018

Bestuurlijke Visie Digitaal Stelsel Omgevingswet. Met één klik op de kaart: inzicht, duidelijkheid en samenwerking!

Proces standaardverklaring

WORKSHOP KLANTREIZEN. Hoe de klant tot zijn recht komt in de werkprocessen Omgevingswet

t t Gemee n t e Almelo Voorstel aan de raad

Omgevingswet 17 april 2017

De Interbestuurlijke Visie op het Digitaal Stelsel Omgevingswet in Provero-Congres 24 mei 2016 Evert-Jan Lameris, Marjan Bevelander

Werken met de Omgevingstafel

Introductie Digitaal Stelsel Omgevingswet. Gijs van Duijn en Peter Kok

VEREENVOUDIGEN DIENSTVERLENING IS EEN COMPLEXE OPGAVE

Het Digitaal Stelsel Omgevingswet Standaard IMTR/STTR Leverancierdag. 16 mei 2017

Mobiele visie op de omgevingswet

Aan de slag met de omgevingswet Samenwerkingsfunctionaliteit Business case. Ko Mies (VNG) en Pascale Knibbeler (DSO)

de pilotstarter Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening deelnemersbrochure

Foto plaatsen. Roadshow Waterschap Scheldestromen 27 juni Joost van Halem Jolanda Verwegen

Financiële effecten Omgevingswet

Omgevingswet gezocht: bestuurders met visie in onzekere tijden Jop Fackeldey Kristel Lammers Nieuwegein 1 december 2017

Basisregistraties en de Omgevingswet: wát een stel. Wim van Oekel & Marjolein Kavelaars

Digitaal Stelsel Omgevingswet Van bestuursakkoord naar realisatie

De Omgevingswet brengt ons bij elkaar!? Arend van Beek, VIAG

STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen

Dienstverlening. en de Omgevingswet. Aan de slag met Serviceformules

STAM/IMAM Standaard en Informatiemodel Aanvragen en Meldingen

bij het in gebruik nemen van een e-depot

Proces-aanpak Implementatie Omgevingswet

Kerninstrument Programma en Informatievoorziening

Roadmap BIM Loket. Versie 7, 1 december Inleiding

We zijn transparant over de kwaliteit van en tussen gegevensregistraties, geven inzicht in de betekenis van gegevens en we herstellen fouten in de

Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) Routeplanner & routetool Invoeringsstrategieën

Digitaal Stelsel Omgevingswet

CHECKLIST DIENSTVERLENING OMGEVINGSWET V1.0

nemen van een e-depot

Digitalisering van de Omgevingswet. Laan van de Leefomgeving. Inge Kure Yvette Ellenkamp. Uitvoeringsprogramma GOAL. Schakeldag 26 juni 2014

Digitale Agenda september 2017

Informatie-architectuur Samenwerking (aan uitvoering van de Omgevingswet) UIVO-i, Wp2 versie 1.0,

VAN AMBITIE NAAR UITVOERING - INRICHTING EN BESTURING I&A DELFLAND. 31 augustus 2013

Digitaal Stelsel Omgevingswet: de laan van de leefomgeving. Emissiesymposium Lucht 16 juni Martijn van Langen. EB- Digitalisering Omgevingswet

Contouren Launching Plan 1 e release eid Stelsel door middel van pilots (voorheen pilotplan ) 1

Onder welke voorwaarden koopt u 1,2 miljard aan ICT in?

Lessons Learned - Samenhang. Leo Kooijman

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid

Zaakgericht samenwerken. Visie en Koers

Realisatie Handreiking

Common Ground en Gegevenslandschap Adviesgroep Informatievoorziening

Transcriptie:

Visie op gemeentelijke collectiviteit voor de Omgevingswet

Colofon Versie 1.0 Contactpersonen Frank van Nijkerken 06-15093003 Frank.vannijkerken@vng.nl Auteurs Projectteam Collectiviteiten Omgevingswet, DSO-CG Historie Versie Auteur Status Datum Toelichting 0.1 Projectteam Concept 17-07-2017 Opzet raamwerk 0.2 Projectteam Concept 08-08-2017 Initiële versie 0.3 Projectteam Concept 30-08-2017 Eerste uitgewerkte versie 0.4 Projectteam Concept 12-09-2017 Verwerking input 0.5 Projectteam Concept 14-09-2017 Fijn slijpen concept visie 0.6 Projectteam Concept 15-09-2017 Beoordeeld door Theo van den Brink 0.7 Projectteam Concept 19-09-2017 Verwerken reactie Theo van den Brink 0.8 Projectteam Concept 21-09-2017 Visie beschikbaar voor reviews (intern / extern) 0.9 Projectteam Concept 09-10-2017 Verwerking alle reviews incl. bespreking essentie in stuurgroepen 0.10 Projectteam Concept 15-12-2017 Actualiseren adhv Common Ground 0.11 Projectteam Concept 19-12-2017 Verwerken portfolio Collectiviteiten 0.12 Projectteam Concept 20-12-2017 Beoordeeld door Theo van den Brink 0.13 Projectteam Concept 03-01-2018 Visie beschikbaar voor consultatie Goedkeuring Naam Versie Opmerkingen Begeleidingsgroep DSO-CG 1.0 Actualisering en doorontwikkeling nodig en splitsen in visie- en toetsingsdeel Distributie definitieve versie Naam Versie VNG Realisatie, Den Haag, maart 2018 VNG Realisatie 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Ambities in collectiviteit... 6 3. Kijk op collectiviteit... 10 4. De ene collectiviteit is de andere niet... 12 5. Keuzes in collectiviteiten... 17 6. Realisatie en Beheer van collectiviteit... 20 VNG Realisatie 3

1. Inleiding Deze visie op gemeentelijke collectiviteiten voor de Omgevingswet beschrijft welke ambities gemeenten hebben met gemeentelijke collectiviteiten in en voor de Omgevingswet en hoe dit streefbeeld wordt ingevuld en bereikt. In de visie worden de begrippen collectiviteiten en collectieve voorzieningen naast elkaar gebruikt; zij betekenen hetzelfde. Een collectiviteit is dat wat nodig, voordelig of wenselijk is om samen te doen om een vraagstuk bij de in- en uitvoering van de Omgevingswet op te lossen. Ten behoeve van de gedachtebepaling, zijn hieronder in een mindmap en een tabel de gemeentelijke collectiviteiten voor de Omgevingswet weergegeven zoals die op dit moment (begin 2018) in beeld zijn. De mindmap toont de thema s en vraagstukken waar collectiviteiten nodig, voordelig of wenselijk zijn. De tabel toont voor de verschillende vraagstukken die oplossingen die in beeld zijn. Een uitgebreidere toelichting op deze collectiviteiten vindt u in een ander document: het Portfolio van collectiviteiten voor de Omgevingswet. Het onderstaande overzicht is voor de beeldvorming en is niet het eindplaatje. Nieuwe inzichten als gevolg van ontwikkelingen en nader onderzoek leiden ongetwijfeld tot mutaties. Periodiek wordt het collectiviteitenoverzicht geactualiseerd. In de hierna volgende hoofdstukken leest u meer over de visie op gemeentelijke collectiviteiten voor de Omgevingswet die aan het portfolio op de volgende pagina ten grondslag ligt. VNG Realisatie 4

Oplossingen Oplossingen A.1. A.1.a. Organiseren dat gemeenten kunnen beschikken over expertise en deze zelf kunnen ontwikkelen E.1. E.1.a. Snelserviceformule A.2. A.2.a. Standaardiseren van de meest voorkomende begrippen, regels en vragenbomen E.2. E.2.a. Nog geen oplossingen in beeld B.1. B.1.a. Aanvullingen op DSO Samenwerkingsruimte F.1. F.1.a. Verschillende oplossingen: kennisplatform, regionale samenwerking of multidisciplinaire aanpak B.2. B.2.a. Producten- en dienstencatalogus en zaaktypecatalogus (PDC en ZTC) F.2. F.2.a. Verschillende oplossingen: PDC, ZTC, zorgplichtraamwerk, kwaliteitseisen, informatiemodel, centrale zoekfunctie C.1 C.1.a. Gezamenlijke marktuitvraag omgevingsdocumenten-functionaliteit C.1.b. Centrale omgevingsdocumentenfunctionaliteit G.1. G.2. G.1.a. Nog geen oplossingen in beeld G.2.a. Nog geen oplossingen in beeld C.2 C.2.a. Gezamenlijke marktuitvraag toepasbare-regels-functionaliteit C.2.b. Centrale toepasbareregelfunctionaliteit H.1. I.1. H.1.a. Voorziening voor het publiceren van publiekrechtelijke beperkingen I.1.a. Dienst(en) voor het wijzigen van bestaande ruimtelijke plannen C.3 C.3.a. Gezamenlijke marktuitvraag VTHfunctionaliteit J.1. J.1.a. Regionale Registers Objecten en Activiteiten (ROA) C.3.b. Centrale VTH-functionaliteit C.4 C.4.a. Gezamenlijke marktuitvraag zaakregistratiefunctionaliteit C.4.b. Centrale zaakregistratiefunctionaliteit D.1 D.1.a. DSO Stelselknooppunt (geen gemeentelijke collectiviteit) VNG Realisatie 5

2. Ambities in collectiviteit 2.1. De Omgevingswet De Omgevingswet moet er voor zorgen dat een gezonde en veilige fysieke leefomgeving worden behouden waar die bestaat en deze ontwikkelen waar dat nog niet het geval is. Het realiseren hiervan is een uitdagende opgave, in een ingewikkelde omgeving met tientallen actoren. De ambities zijn groot en richten zich op het vergroten van de participatie van initiatiefnemers (burgers en ondernemers), meer samenhang tussen besluitvorming en samenwerking in de regio, snellere doorlooptijden, transparante procedures, een gelijkwaardige informatiepositie voor alle betrokkenen (van burger tot raadslid) en meer lokale afwegingsruimte. Constant met oog voor de balans tussen beschermen en benutten. De voorbereiding op en uitvoering van de Omgevingswet vraagt veel van overheden, vooral van gemeenten. De veranderopgaven gaan over een nieuw juridisch instrumentarium, verregaande digitalisering én anders werken. De digitaliseringsopgave vraagt om een veranderende informatievoorziening voor, binnen en tussen overheden om de doelen van Omgevingswet stapsgewijs te kunnen realiseren. Collectieve voorzieningen kunnen een belangrijk antwoord zijn op de benodigde veranderende informatievoorziening. 2.2. Wat gemeenten met collectiviteiten willen bereiken 2.2.1. Ambitie 1. Alles wat nodig is om de Omgevingswet te kunnen uitvoeren Gemeenten willen dat iedereen (overheden, initiatiefnemers en belanghebbenden) kunnen werken met en naar de bedoeling van de Omgevingswet, daarbij ondersteund door het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO). De gemeenten bouwen samen met de andere partners mee aan deze ambitie. Ook ondersteunen de gemeenten - via de VNG - elkaar specifiek bij de in- en uitvoering van de Omgevingswet, in de breedste zin des woords. Met allerlei vormen van ondersteuning (checklists, trainingen, handleidingen, architectuurmodellen, beveiligingstandaarden, pilots e.d.) worden de gemeenten ontzorgd; de kosten verminderd; de kans op succesvolle in- en uitvoering van de wet vergroot. Er zijn hoge verwachtingen van het DSO. De gemeenten werken hier samen met andere bevoegd gezagen en andere partners dan ook hard aan. Maar gemeenten vinden ook dat een succesvolle uitvoering van de Omgevingswet en het werken met het DSO niet zonder aanvullende collectieve digitale voorzieningen (interbestuurlijk of gemeentelijk) en bruikbare functionaliteiten uit de markt kan omdat: het DSO niet alles zal en kan leveren; het soms nodig en slim is om als gemeenten zaken samen te organiseren, al dan niet met behulp van de markt. VNG Realisatie 6

De ambitie is dat gemeenten op het moment dat het vereist is over de benodigde digitale voorzieningen beschikken. Als het DSO en de markt deze functionaliteiten niet leveren, en gemeenten kunnen en willen dit niet zelf, dan bieden collectieve voorzieningen een uitkomst. Collectieve voorzieningen is een breed begrip: het kan gaan over een IT-service maar over het afspreken van standaarden. Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) Het DSO is niet één groot ICT-systeem maar een geordend en verbonden geheel van afspraken en ICTvoorzieningen, registraties, gegevensverzamelingen en bronnen die nodig zijn om aan initiatiefnemers, belanghebbenden en bevoegd gezag de informatie beschikbaar te stellen die zij willen raadplegen of nodig hebben voor de processen van de Omgevingswet. De gemeenten hebben een grote betrokkenheid bij de ontwikkeling (en het beheer) van het DSO. Het DSO als landelijke voorziening biedt voor de gebruiksfunctionaliteit de basisondersteuning. Als er behoefte is aan meer dan moet dit zelf worden georganiseerd, met inachtneming van de functionaliteiten, logica en regels van het DSO. Zelf organiseren betekent als individuele gemeente, als collectief van gemeenten, als collectief van meerdere bestuurslagen maar ook door en met marktpartijen. Gemeentelijk collectieve voorziening zijn altijd aanvullend en nooit een vervanging van een functionaliteit van het DSO. De realisatie van het DSO gebeurt stapsgewijs waarbij in 2024 de volledige functionaliteit is gerealiseerd die nodig is om de verbeterdoelen van de Omgevingswet te ondersteunen. Op weg hierna toe is in het Bestuursakkoord afgesproken dat bij de inwerkingtreding van de wet in 2021 er sprake is van een niveau minimaal gelijk aan de huidige dienstverlening. Dit (functionele) basisniveau wordt begin 2018 meer definitief vastgesteld waarbij overigens nog steeds de mogelijkheid aanwezig is om het niveau bij te stellen. 2.2.2. Ambitie 2. Meer dan de Omgevingswet alleen De collectieve voorzieningen voor gemeenten zijn ondersteunend aan de uitvoering van de Omgevingswet en aanvullend op het DSO. Hiernaast moeten de collectieve voorzieningen voor de Omgevingswet ook een versneller zijn en in verbinding staan met de lange termijn doelen die gemeenten hebben in de vernieuwing van de brede gemeentelijke informatievoorziening. Het Gemeenschappelijke Digitaal Platform als Common Ground is hier een goed voorbeeld van. Dit doel stelt eisen aan de invulling van gemeentelijke collectiviteiten Omgevingswet; de collectieve voorzieningen moeten bijvoorbeeld voldoen aan de principes van Common Ground. Gemeenschappelijk Digitaal Platform (Common Ground) Met een gemeenschappelijk Digitaal Platform (Common Ground) willen gemeenten een fundamentele stap zetten in een andere techniek en organisatie van de informatievoorziening van gemeenten. Common Ground is een langjarig proces waarbij het idee is om naast de bestaande gemeentelijke ICT-infrastructuur een nieuwe infrastructuur neer te zetten voor de uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten. Met Common Ground willen gemeenten grip krijgen op de gemeentelijke informatievoorziening. Common Ground is ontwikkeld door IMG100+ en VIAG en wordt omarmd door de taskforce Samen Organiseren. De huidige gemeentelijke informatievoorziening voldoet niet aan datgene wat gemeenten (mogen) verwachten. Het huidige concept van systemen is er één waarin gegevens, bedrijfslogica en gebruikersinterface met elkaar vervlochten zijn. Dit heeft geleid tot een complex applicatielandschap, beperkt aantal leveranciers, dure en risicovolle koppelingsmechanismen met als gevolg hoge beheerkosten, moeilijk beheersbare beleidsimplementaties, te hoge veiligheidsrisico's en aanhoudende koppelingsproblemen. Deze silo s of kolomoplossingen houden de complexiteit in stand en staat innovatie en vooruitgang in de weg. Het idee van Common Ground is het van onderaf harmoniseren door het realiseren van een gemeenschappelijk digitaal platform. Een platform waar gezamenlijke afspraken voor basisvoorzieningen (gegevens, beveiliging e.d.) geregeld zijn. En waar gemeenten hun eigen procesapplicaties (en VNG Realisatie 7

procesinrichtingen) op kunnen laten draaien'. Common Ground wil van kolom-oplossingen naar lagenarchitectuur. Het platform kent 3 lagen. Daarbovenop liggen de lokale proces- en interactielagen. 1. Gegevens-laag: Ontsluiting gegevens conform standaard informatiemodellen. De modellen zijn in beheer bij een centraal orgaan, zijn de kern van aanbestedingen en zijn eigendom van gemeenten. 2. Service-laag: Services (API s) die conform landelijke afspraken toegang geven tot de gegevens die voldoen aan de standaard informatiemodellen. De services worden getoetst en beheerd door een centrale organisatie en aangeboden in een app store. De services worden gemaakt en geleverd door de markt en door gemeenten zelf 3. Integratie-laag: Een technische voorziening om de beschikbare services te ontsluiten (een soort servicebus). 4. & 5 Proces- en Interactie-laag: Bovenop dit platform richten gemeenten eigen processen en applicaties in. Deze applicaties draaien op het platform. Door collectiviteiten voor de Omgevingswet in de brede context van gemeentelijke informatie-voorziening te plaatsen, komen de lange termijn doelen meer en sneller binnen handbereik. Innovatie in dienstverlening en informatievoorziening; Flexibelere informatievoorziening die sneller kan reageren op veranderingen; Grotere kwaliteit van de informatievoorziening, o.a. in continuïteit en betrouwbaarheid; Oplossen en voorkomen van koppelproblemen; Verhogen van de datakwaliteit door realtime gebruik en geen verschillen tussen kopieën; Beheersing van informatieveiligheid. 2.3. Voor, door en met gemeenten Deze visie op gemeentelijke collectiviteit voor de Omgevingswet is een visie voor, door en met gemeenten. Ze is met en door gemeenten en uitvoeringspartners (Omgevingsdiensten en Veiligheidsregio s) ontwikkeld, daarbij gefaciliteerd door de VNG. Daarvoor is gebruik gemaakt van gesprekken, bijeenkomsten, enquête, toets-groepen et cetera. Communicatie naar het hele veld is essentieel. Alle gemeenten moeten namelijk weten welke collectiviteiten in beeld zijn, zodat zij hun strategie en aanpak ( sourcingsstrategie ) hierop kunnen afstemmen. De mogelijkheden voor collectiviteiten zijn met en door gemeenten en uitvoeringspartners geselecteerd. Het gemeentelijk veld bepaalt, zowel in het ophalen van de behoeftes als in het toetsen van de voorstellen. Een overzicht van de mogelijke collectiviteiten is opgenomen in hoofdstuk 1 van deze visie. De collectiviteiten zijn uitvoeriger beschreven in het Portfolio van IV-collectiviteiten voor de Omgevingswet. De voorstellen voor collectieve voorzieningen voor de Omgevingswet zijn constant in beweging. Er vindt voortdurend aanscherping en verdieping plaats om het vraagstuk beter in beeld te krijgen. Bij sommige voorstellen speelt de vraag of collectiviteit wel de juiste oplossing is of dat andere oplossingen de voorkeur genieten. Andere voorzieningen zijn dat stadium al voorbij en kan bijvoorbeeld de invulling in de praktijk worden beproefd. VNG Realisatie 8

2.4. In verbinding met Samen Organiseren Samen Organiseren is een gezamenlijke aanpak om de uitvoeringskracht van gemeenten te versterken en hun dienstverlening te verbeteren. Dit door beleid en uitvoering veel meer met elkaar te verbinden, de samenwerking op beleidsarme delen van de gemeentelijke uitvoering fors te intensiveren en het creëren van standaarden. Het principe van 1 maal gezamenlijk ontwikkelen en 380 maal toepassen staat centraal. Informatievoorziening is een belangrijk onderdeel van Samen Organiseren. De uitgangspunten van Samen Organiseren zijn leidend voor de keuze en inrichting van de collectieve voorzieningen: Vanuit de uitvoeringspraktijk; gemeenten definiëren de vraagstukken en behoeften. Gemeenten vullen eigenaarschap in; collectieve voorzieningen lukken alleen als voldoende gemeenten zich op voorhand hebben gecommitteerd aan de geselecteerde collectiviteit. Realiseren van voorzieningen die alle gemeenten kunnen gebruiken door initiatieven van een kopgroep, uittesten in een grotere groep en opschalen naar landelijk gebruik. Samen denken en werken vanuit e e n overheid, ook gericht op projecten in de keten. De beleidsruimte van gemeenten blijft volledig intact. Bij gebruik van ontwikkelde voorzieningen conformeert de gemeente zich aan de gekozen standaarden. Besluitvorming Voor Samen Organiseren is een landelijke ondersteuningsstructuur opgericht die onder verantwoordelijkheid is gebracht van het VNG-bestuur. In het proces van collectieve voorzieningen voor de Omgevingswet is de Taskforce Samen Organiseren nauw betrokken. De Taskforce kan beslissen om voor het vaststellen van eventuele verplichtingen het College van Dienstverleningszaken in te schakelen. Het college adviseert het bestuur van de VNG over de financiering, standaardisering en de mate van verbindverklaring. VNG Realisatie 9

3. Kijk op collectiviteit Dit hoofdstuk legt uit wat in deze visie met collectiviteit Omgevingswet wordt bedoeld. 3.1. Collectiviteit als oplossing Een collectiviteit Omgevingswet is dat wat nodig, voordelig of wenselijk is om samen te doen om een vraagstuk bij de in- en uitvoering van de Omgevingswet op te lossen. Voor een succesvolle in- en uitvoering van de Omgevingswet hebben gemeenten (en andere bestuurslagen) een groot aantal vraagstukken op te lossen. Bijvoorbeeld hoe stel ik een omgevingsplan op, hoe sluit ik als gemeente aan op het DSO of hoe kan ik met andere partners samenwerken aan een vergunningaanvraag? Deze visie richt zich op vraagstukken van de informatievoorziening voor gemeenten, uiteraard voor de Omgevingswet. Voor het oplossen van vraagstukken kan collectiviteit een passend antwoord zijn, hiernaast zijn uiteraard ook andere oplossingen mogelijk (bijvoorbeeld op het terrein van invoeringsondersteuning of beleidsmatige oplossingen) en soms verkieslijk. Er zijn meestal verschillende varianten van een collectieve oplossing mogelijk. Deze oplossingsvarianten gaan over invulling, de realisatie en het beheer van de collectieve oplossing. Een collectiviteit is daarmee het geheel van een vraagstuk, collectieve oplossing en oplossingsvariant. 3.2. Wat verstaan we onder gemeentelijke collectiviteiten? Deze visie gaat over gemeentelijke collectiviteiten voor de Omgevingswet. Dit zijn: Gemeenschappelijk ontwikkelde en gefinancierde producten/diensten/voorzieningen, die een oplossing zijn voor een informatievoorziening-vraagstuk, die bijdragen aan de invoering en/of uitvoering van de Omgevingswet, die in ieder geval door gemeenten en uitvoeringspartners (omgevingsdiensten, veiligheidsregio s) geïnitieerd zijn en voor deze partijen beschikbaar zijn, VNG Realisatie 10

die structureel beheer vereisen dan wel leiden tot een structurele voorziening 1, die een centrale (één exemplaar voor alle gemeenten) of regionale (meerdere exemplaren) invulling kunnen hebben. Vormen van collectieve voorzieningen Een afspraak, zoals een standaard, een specificatie, een werkwijze of uitvoeringsvariant. Een IT-functionaliteit, zoals een register, een applicatie, een tool, een aansluitvoorziening of een infrastructuur. Een organisatiedienst, variërend van kennis- en ondersteuning tot uitvoering van gemeentelijke processen. 3.3. Alleen gemeentelijk? Collectieve oplossingen kunnen bestemd zijn voor alle bestuurslagen. Het DSO als landelijke collectieve voorziening is hiervan een voorbeeld. Maar een collectieve oplossing kan ook voor slechts één bestuurslaag en/of bedoeld zijn, bijvoorbeeld voor gemeenten en hun uitvoeringspartners (omgevingsdiensten en veiligheidsregio s). Voor elke collectiviteit wordt beoordeeld of de oplossing alleen voor gemeenten en haar uitvoeringspartners bestemd is of dat een ander schaalniveau nodig is. Interbestuurlijke oplossing? Een collectiviteit moet met andere bestuurslagen worden gerealiseerd als de beperking tot alleen gemeenten en hun uitvoeringspartners een onvolledige oplossing zou zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor standaardisatie van de producten- en dienstencatalogus en de zaaktypecatalogus en voor samenwerkingsfunctionaliteit. Een collectiviteit kan met andere bestuurslagen worden gerealiseerd als deze voorziet in een behoefte die andere bestuurslagen ook hebben. Dat geldt bijvoorbeeld voor een expertisecentrum voor het werken met regels en begrippen. 1 Buiten scope zijn eenmalige voorzieningen of tijdelijke gezamenlijke implementatie-ondersteuning VNG Realisatie 11

4. De ene collectiviteit is de andere niet Dit hoofdstuk ordent de collectiviteiten naar oogmerk en deelt ze in boxen. 4.1. Primaire doel van een collectiviteit Collectieve voorzieningen verschillen sterk van elkaar, in aard, omvang, termijn, doel et cetera. Een ordening van de collectiviteiten naar oogmerk is behulpzaam bij: de afweging tussen collectiviteiten (elke box heeft specifieke beoordelingsaspecten); de inrichting van de collectiviteiten (elke box stelt specifieke eisen aan de oplossingsvarianten); de aanpak in de realisatie (elke box heeft een eigen benadering). De ordening vindt plaats door de collectiviteiten in drie boxen in te delen. Op het eerste gezicht lijkt een collectiviteit in meer dan één box te kunnen zitten. Een collectiviteit kan immers verschillende doelen dienen. Waar het om gaat is dat het centrale argument leidend is. Als het noodzakelijk is dat het samen gedaan moet worden (omdat anders gemeenten de wet niet kunnen uitvoeren) dan hoort de collectiviteit in de eerste box. Deze collectiviteit kan daarnaast uiteraard ook voordelig zijn en bijdragen aan lange termijn doelen. De boxen geven aan wat het hoofddoel of het bestaansrecht van een collectiviteit is. De box-benadering is nadrukkelijk niet bedoeld om de boxen onderling te prioriteren. Beoordeling en prioritering vindt op het niveau van de collectiviteit plaats en niet op het niveau van de boxen. Uiteraard moeten noodzakelijke collectiviteiten per definitie op een bepaald moment nu of in de toekomst gerealiseerd zijn. Voor de collectiviteiten in de andere twee boxen geldt die noodzaak niet. 4.2. Box 1: Noodzakelijke collectiviteiten Een collectiviteit is noodzakelijk als alleen door het samen te doen alle gemeenten in staat zijn om de wet uit te voeren. Dit betreft vraagstukken waar sommige gemeenten zich zelf kunnen redden, maar waar voor het merendeel van de gemeenten een collectieve oplossing noodzakelijk is. We noemen dit minimaal adequaat. Minimaal adequaat betekent dat gemeenten beschikken over de onmisbare vaardigheden en functionaliteiten voor de minimale taakuitvoering en bijbehorende bedrijfsvoering en dienstverlening. Onmisbare vaardigheden en functionaliteit zijn vaardigheden en functionaliteiten die wettelijk verplicht zijn, die afgesproken (of VNG Realisatie 12

zelfopgelegd) zijn of die vereist zijn voor de uitvoering van de wet. Dit kan zijn bij inwerkingtreding, maar kan ook later zijn, en zelfs ook veel later. Dit betekent dat noodzakelijke collectiviteiten altijd ergens in de tijd prioriteit hebben Op het eerste gezicht lijken noodzakelijke collectiviteiten per definitie onderdeel te moeten zijn van het DSO als landelijke voorziening. Dat is niet zo. Er worden afspraken gemaakt over de functionaliteiten die het DSO levert. De gemeenten, gefaciliteerd door de VNG, proberen als mede-eigenaar van het DSO ook de gemeentelijke behoefte in te brengen. De gemeenten kunnen ook van mening zijn dat collectieve oplossingen - aanvullend op het DSO - noodzakelijk zijn, omdat: Niet alle collectiviteiten (alleen) IV-functionaliteit zijn, zoals bruikbare en beheersbare verzameling regels en begrippen en vergunningverlening in acht weken. Sommige collectiviteiten bij bevoegd gezagen en uitvoeringspartners zelf geïmplementeerd moeten worden, zoals de implementatie van de PDC en ZTC. Het beheer van dergelijke standaarden zou mogelijk wel bij het DSO ondergebracht kunnen worden. De functionaliteiten van het DSO voor een deel van de gemeenten eventueel onvoldoende zijn, zoals de mogelijkheid om digitaal te kunnen samenwerken met initiatiefnemers. Verder kunnen financiële en beheermatige overwegingen van gemeenten ook een rol spelen in de keuze voor aanvullende collectiviteiten naast het DSO. Voorbeelden van noodzakelijke collectiviteiten 1. Standaardiseren van de meest voorkomende regels, begrippen en vragenbomen Het DSO levert functionaliteit om regels en begrippen te gebruiken, toe te voegen en te wijzigen. Het DSO levert ook een basisvulling van regels en begrippen. Het maken en beheren van de overige regels en begrippen is een taak van de verschillende bevoegd gezagen. Het standaardiseren van de meest voorkomende begrippen, regels en bijbehorende vragenbomen zorgt er ten eerste voor dat deze snel beschikbaar komen voor alle bevoegd gezagen en voorkomt ten tweede dat ieder bevoegd gezag haar eigen variaties op deze begrippen en regels aan het DSO toevoegt. Dat laatste voorkomt dat er een onbeheersbaar grote hoeveelheid van begrippen en regels ontstaat. 2. PDC en ZTC om in ketens zaakgericht te kunnen samenwerken Voor zaakgerichte samenwerking zijn interbestuurlijk de Producten- en Dienstencatalogus en Zaaktypecatalogus ontwikkeld. Deze standaarden vormen een belangrijke basis voor het maken van samenwerkingsafspraken, voor het overdragen van werk in ketens, voor het inrichten van de informatievoorziening en voor het uitwisselen van statusinformatie. De implementatie moet in de processen en systemen van de bevoegd gezagen en hun uitvoeringpartners plaatsvinden. 3. Vergunningverlening in acht weken mogelijk maken De beslistermijn voor vergunningaanvragen wordt straks acht weken. Hoe kunnen gemeenten binnen deze verkorte beslistermijn vergunningen tijdig afhandelen? Dit vraagstuk valt voorlopig in box 1 ondanks dat er nog geen oplossingen zijn benoemd. Verschillende oplossingen voor andere vraagstukken bieden mogelijk een deeloplossing en mogelijk zijn aanvullende functionaliteiten noodzakelijk. 4. Digitaal ondersteunen van samenwerking naast de DSO Samenwerkingsruimte Het DSO gaat met de Samenwerkingsruimte de benodigde ondersteuning bieden voor samenwerking bij vergunningverlening. Deze Samenwerkingsruimte is geen gemeentelijke collectieve oplossing. Mogelijk zijn aanvullende oplossingen noodzakelijk. Een voorbeeld is het selecteren en geschikt maken voor de Omgevingswet van samenwerkingsoplossingen (collaboration services) die beschikbaar zijn in de markt, bijvoorbeeld om de samenwerking van gemeenten met initiatiefnemers te ondersteunen. VNG Realisatie 13

4.3. Box 2: Voordelige collectiviteiten Een collectiviteit is voordelig als deze financiële en/of maatschappelijke baten oplevert door het samen te doen. Het centrale afwegingscriterium is een overtuigende financiële en/of maatschappelijke businesscase voor de afzonderlijke collectiviteit. Voordelige collectiviteiten hebben betrekking op de vaardigheden en functionaliteiten waarvan een (specifieke groep van) gemeenten stelt dat het samen doen voordelig is. De voordelige collectiviteiten kunnen op korte termijn (bij invoering van wet) maar ook later in de tijd aan de orde zijn. Hierbij dient in overweging genomen te worden wanneer naar verwachting gemeenten of de markt zelf oplossingen ontwikkelen, zodat een collectieve oplossing te laat beschikbaar is. Collectiviteiten kunnen voordelig zijn voor alle gemeenten, maar ook voor specifieke groepen van gemeenten, bijvoorbeeld koplopers, volgers of achterblijvers. Per collectiviteit wordt de primaire voordelige groep(en) gemeenten in beeld gebracht. In de businesscase wordt dit vervolgens onderzocht en getoetst. De primaire doelgroep van de collectiviteitsoptie is sturend in het vaststellen van de wenselijke functionaliteit van de collectiviteit. Voorbeelden van voordelige collectiviteiten 1. Organiseren dat gemeenten kunnen beschikken over expertise om met regels en begrippen te kunnen werken en deze expertise kunnen ontwikkelen. Om burgers en bedrijven, via het klikken op de kaart inzicht te bieden in wat wel en niet kan in de openbare ruimte is het nodig dat gemeenten voor hun werkingsgebied regels en vragenbomen opstellen en deze aan het DSO leveren. Gemeenten willen de benodigde deskundigheid zelf ontwikkelen. In het begin moeten ze daarbij geholpen worden. Een mogelijke oplossing is te organiseren dat deze hulp beschikbaar komt en dat gemeenten mogelijkheden hebben om te experimenteren en te leren. Hiervoor zijn verschillende varianten mogelijk, zoals zorgen dat gemeenten over elkaars expertise kunnen beschikken, het creëren van een expertisecentrum of zorgen dat de markt de benodigde expertise levert. 2. Gezamenlijke marktuitvraag IV-functionaliteit Het DSO en de omgevingswet vragen een aantal nieuwe IV-functionaliteiten (software) en wijzigingen op bestaande functionaliteit. Gemeenten zullen zich hier allemaal op moeten aanpassen, we zien hier een collectieve activiteit om dit te verkennen en centraal regie op te voeren. Deze gezamenlijke activiteit kan variëren van alleen het gezamenlijk opstellen van een programma van eisen tot het daadwerkelijk gezamenlijk inkopen van deze functionaliteit. We hebben hierbij vooralsnog de volgende vraagstukken in beeld: Verwerving van omgevingsdocumenten-functionaliteit Verwerving van toepasbare regels functionaliteit Vernieuwing van VTH-functionaliteit Vernieuwing van zaakregistratiefunctionaliteit 3. Eenvoudige aanvragen snel afhandelen Snelserviceformule De Snelserviceformule is gericht op het snel afhandelen van eenvoudige meldingen en vergunningaanvragen. Gemeenten hebben aangegeven veel waarde te hechten aan de realisatie hiervan. Dit vraagt zowel om een geïntegreerd loket dat de initiatiefnemer van begin tot eind ondersteunt als om regels en begrippen in het DSO voor de bulk van eenvoudige gevallen. De Snelserviceformule kan op verschillende manieren worden ingevuld, variërend van volledige ondersteuning door het DSO, een centrale oplossing voor alle gemeenten, lokale oplossingen bij gemeenten zelf, tot oplossingen in het private domein. Tussen deze scenario s is nog geen keuze gemaakt. 4. Voorziening voor het publiceren van publiekrechtelijke beperkingen Het idee is een voorziening te realiseren waar gemeenten zowel niet-omgevingswet als Omgevingswet-besluiten kunnen aanbieden met gebruik van de standaarden van het DSO. Deze voorziening zorgt er vervolgens voor dat de besluiten aan de juiste registratie worden geleverd. Het Gemeentelijk GEO-Beraad (GGB) vindt dat deze voorziening onder regie van de gemeente moet VNG Realisatie 14

worden ontwikkeld en wil hierin het voortouw nemen. 5. Dienst(en) voor het wijzigen van bestaande ruimtelijke plannen Het idee is om voor het wijzigen van bestaande ruimtelijke plannen een collectieve oplossing te treffen zodat niet alle gemeenten hiervoor hun bestaande software nog vier jaar na invoering van de Omgevingswet in stand moeten houden. Er zijn verschillende varianten mogelijk van een centrale dienst onder VNG-regie, een dienst van het Informatiehuis Ruimte tot dienst(en) van marktpartij(en). 6. Beschikbaar maken van objecten- en activiteitengegevens - Regionale Registers Objecten en Activiteiten (ROA) In de ketensamenwerking is er behoefte aan object- en activiteit informatie van inrichtingen. Deze informatie is veelal versnipperd opgeslagen, afhankelijk van het bevoegd gezag of uitvoeringsorganisatie die de taak uitvoert. Er is een inventarisatie uitgevoerd naar de behoefte van het centraal beschikbaar maken van deze object- en activiteitinformatie en mogelijke invullingen ervan. De conclusie hieruit is dat VNG een faciliterende rol kan vervullen om regionale initiatieven te stimuleren en te adviseren en waar mogelijk en zinvol meer in lijn met elkaar te brengen. Het idee is niet om een nieuw register te ontwikkelen, maar regionale voorzieningen te benutten of te laten realiseren. 4.4. Box 3: Transformerende collectiviteiten Een collectiviteit is transformerend als de collectiviteit één van de stappen is die nodig is om een lange-termijn doelen in de brede gemeentelijke informatievoorziening te bereiken. De afzonderlijke collectiviteit levert geen (of niet noodzakelijk een) direct voordeel op. Het centrale afwegingscriterium voor de afzonderlijk collectiviteit is een positieve businesscase in samenhang met andere stappen. Transformerende collectiviteiten kunnen op de korte en lange termijn nodig zijn. De lange termijn doelen voor de gemeentelijke informatievoorziening (zie hoofdstuk 2) worden geoperationaliseerd in veranderopgaven. De collectiviteiten worden beoordeeld aan deze veranderopgaven. Voorbeelden van deze veranderopgaven zijn scheiding van gegevens en processen en standaardisatie van processen waar gemeenten zich niet onderscheiden. De transformerende collectiviteiten dragen bij aan de invoering en uitvoering van de Omgevingswet, maar primair is de reikwijdte breder, namelijk de gehele gemeentelijke informatievoorziening. De aanpak kenmerkt zich door leren, klein beginnen en modulair opschalen zowel functioneel als qua gebruik. Pilots en praktijkbeproevingen spelen hierin een belangrijke rol. Van de koplopers in de vernieuwing van de gemeentelijke informatievoorziening wordt verwacht dat zij ook aan zet zijn om een collectiviteit vanuit het veld op te bouwen i.c. te ontwikkelen. Voorbeelden van transformerende collectiviteiten 1. Centrale toepasbare-regelfunctionaliteit Toepasbare-regelfunctionaliteit zou geboden kunnen worden vanuit een centrale voorziening, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de landelijke online diensten (LOD) voor de Digitale Aangifte Overlijden en de Verhuisservice. 2. Centrale zaakregistratiefunctionaliteit Afgescheiden zaakregistratiefunctionaliteit kan geboden worden vanuit een centrale voorziening los van de procesapplicaties bij gemeenten zelf., waarbij de zaakinformatie vanuit verschillende zaaksystemen van de gemeente integraal beschikbaar komt, voor de gemeente zelf, maar wellicht ook voor ketenpartners. 3. Implementatie van archivering (lokaal en in de keten) Bij ieder IV project spelen de archiveringsregels een belangrijke, maar vaak ondergeschikte rol. I.h.k.v. de omgevingswet moet er voldoende aandacht zijn voor archivering om duurzame toegankelijkheid te borgen. Om voor archivering de juiste aandacht te krijgen en gemeenten bij dit onderwerp te helpen is één mogelijkheid het organiseren van expertise en ondersteuning. Door het bieden van regie en VNG Realisatie 15

ondersteuning of het ondersteunen van bewustwording en kennisdeling in alle bestuurslagen door middel van een kennisplatform. 4. Borging van gegevenskwaliteit met gemeentelijk gegevensmanagement Kwaliteitsborging van gegevens is een integraal onderdeel van gegevensmanagement. Het inrichten van gegevensmanagement is een lastig vraagstuk. De invoering van de Omgevingswet biedt de kans om dat vanaf het begin integraal op te pakken, als stap naar het verbeteren van gegevensmanagement voor alle gemeentelijke taken. VNG Architectuur en Standaarden en VIAG Expertgroep Gegevensmanagement hebben handreikingen ontwikkeld voor gemeentelijk gegevensmanagement. Mogelijk kan daar op worden voortgebouwd. N.B.: ook collectiviteiten uit box 1 en box 2 kunnen bijdragen aan de transformatie naar lange-termijndoelen zoals Common Ground. Dit is niet voorbehouden aan collectiviteiten in box 3. Het verschil is dat voor de collectiviteiten de bijdrage aan een lange-termijndoel het hoofddoel is. Collectiviteiten in box 3 zijn geen noodzakelijke collectiviteit en hebben mogelijk ook geen positieve businesscase. VNG Realisatie 16

5. Keuzes in collectiviteiten Dit hoofdstuk maakt inzichtelijk welke keuzes in collectiviteiten worden gemaakt en hoe ze worden gemaakt. 5.1. Iedere collectiviteit heeft eigen snelheid Het ontwikkelingsproces van een collectiviteit bestaat uit een aantal stadia: het begint met het proces van verkenning, vervolgens het verdiepingsproces, daarna vindt besluitvorming plaats over het wel of niet realiseren van de collectiviteit. Daarna start eventueel de realisatie van de collectiviteit (ontwikkeling, implementatie en beheer). Collectiviteiten doorlopen een afwegingstraject dat gebaseerd is op een trechter - mechanisme. Aan het begin bestaat een brede lijst met vraagstukken en collectiviteitsopties die op den duur steeds smaller wordt op basis van diverse toetsingen. Het moment waarop een toetsing plaatsvindt, verschilt echter per collectiviteit omdat het afhankelijk is van een groot aantal factoren. De inzichten veranderen ook steeds omdat enerzijds collectiviteiten worden uitgediept en anderzijds steeds duidelijker wordt wat bijvoorbeeld het DSO wel en niet aan functionaliteit gaat leveren. Met andere woorden, iedere collectiviteit heeft z n eigen snelheid in uitwerking en daarmee in toetsing. We sturen dus op een samenhangend portfolio van collectiviteiten, waarbij collectiviteiten zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden. 5.2. Hoe collectiviteiten te beoordelen? Om een besluit te kunnen nemen of een gemeentelijke collectiviteit daadwerkelijk gerealiseerd kan en moet worden, is een reeks van beoordelingen nodig. Hiervoor is een afwegingskader ontwikkeld. Het kader bevat de volgende afwegingsvraagstukken die in verschillende volgorde aan de bod kunnen komen. 1. Is een collectieve oplossing de meest voor de hand liggende oplossing voor het IV-vraagstuk (afweging collectief of niet collectief )? Dit is van belang om tunnelvisie te vermijden, om te voorkomen dat een collectieve oplossing als enige en juiste oplossing wordt gezien. 2. Wat is het gewenste schaalniveau waarop een collectieve oplossing moet plaatsvinden (afweging wel of niet gemeentelijk collectief )? Hier speelt de samenhang met andere bestaande of nieuwe collectieve voorziening (w.o. het DSO) een belangrijke rol. Is het verstandig om alleen in te zetten op gemeentelijke collectiviteiten of is inbedding, aanhaking of opschaling naar andere bestuurslagen veel verstandiger? 3. Hoe wordt de haalbaarheid van en de support voor gemeentelijke collectiviteiten bepaald (afweging wel of niet gereed voor besluit tot realisatie )? 4. Aan welke eisen moet de inrichting en invulling van gemeentelijke collectiviteiten voldoen (afweging wel of geen geschikte oplossingsvarianten )? De antwoorden op deze vragen bepalen of een collectiviteit gerealiseerd kan en moet worden. 5.3. Wanneer zijn collectiviteiten haalbaar en gedragen? Onderzoeken en beproevingen zoals impactanalyses, pilots, businesscases zijn nodig om de haalbaarheid en draagvlak van (de oplossingsvariant van) gemeentelijke collectiviteiten te bepalen. Voor de beoordeling van haalbare en wenselijke gemeentelijke collectiviteiten (geschikte oplossingsvarianten) worden de onderstaande criteria gebruikt waarbij het aantal bolletjes de hardheid aangeeft. Een criterium met is een knock-out criterium: hieraan moet de collectiviteit minimaal voldoen. Collectiviteiten die daar niet aan voldoen vallen af. De overige criteria zijn zachter. VNG Realisatie 17

Toetsing haalbaar- en wenselijkheid Box 1 Box 2 Box 3 Toekomst-proof Positieve financiële kosten- /batenverhouding Positieve maatschappelijke kosten- /batenverhouding Draagvlak voor oplossing Eigenaarschap voor realisatie Gemeentelijk gebruik Deze criteria moeten nog nader worden geoperationaliseerd. Daarbij gaat het zowel om de wat-vraag, bijvoorbeeld wanneer is sprake van positieve kosten-/batenverhouding? Maar ook de hoe-vraag. Hoe wordt bijvoorbeeld eigenaarschap gerealiseerd? Bij box 1 collectiviteiten is het wellicht een andere benadering (eigenaarschap door bijvoorbeeld dit zelfverplichtend op te leggen) dan bij box 2 (eigenaarschap is een voorwaarde). 5.4. Wat zijn eisen aan inrichting en invulling? Collectieve oplossingen worden uitgewerkt in één of meer oplossingsvarianten, zowel qua invulling als qua inrichting (w.o. aanpak). De eisen aan oplossingsvarianten variëren per collectiviteit(sbox). Voor de beoordeling van geschikte oplossingsvarianten worden de onderstaande eisen gebruikt waarbij het aantal bolletjes de hardheid van de eis aangeeft. Een eis met is een harde eis; hieraan moet de oplossingsvariant minimaal voldoen. Oplossingsvarianten die daar niet aan voldoen, vallen als variant af (niet de collectiviteit zelf). De overige eisen zijn zachter. Eisen aan inrichting en invulling Box 1 Box 2 Box 3 Geen grootschalige IT-traject (maar opschaling van bestaande oplossingen) Modulaire opbouw Beperkte lokale implementatielast Klein beginnen en opschalen Vermindert marktafhankelijkheid Noodzaak dat alle gemeenten meedoen Passend binnen Common Ground Beperkt risicoprofiel (juridisch en organisatorisch) Afwezigheid gemeentelijke autonomiekwesties Tijdige beschikbaarheid 5.5. Recht om op elk moment af te vallen Sommige collectiviteiten vallen gedurende het afwegingstraject af. Andere collectiviteiten doorlopen het gehele afwegingstraject en worden uiteindelijk finaal beoordeeld op haalbaarheid. Op ieder moment kan iedere collectiviteitsopties de volgende mogelijkheden voor vervolgstatus krijgen: 1. Niet geschikt als collectiviteit en valt af, om redenen die horen bij de fase waar de collectiviteit zich in bevindt. Bijvoorbeeld; andere oplossingen dan collectief liggen meer voor de hand, de businesscase is negatief, er is geen draagvlak, de praktijkbeproeving laat zien dat het geen goede oplossing is. VNG Realisatie 18

2. (Vooralsnog) geschikt en verdere uitwerking en toetsing nodig. Hiervan is sprake als het vraagstuk voldoende gedragen is er urgentie is er geen redenen (elders) zijn om te wachten 3. (Vooralsnog) geschikt als collectiviteit maar even in de wachtkamer omdat het in afwachting is van ontwikkelingen elders (bijv. eisen common ground, ontwikkeling DSO) of 2 geen urgentie (kan ook later) of lage prioriteit 4. Definitief geschikt als collectiviteit en kan voor realisatie-besluitvorming worden voorgelegd. 5.6. Kiezen van definitieve collectiviteiten Definitief geschikt betekent niet hetzelfde als wordt ook gerealiseerd. Ook geldt niet wie het eerst komt wie het eerst maalt, tenzij sprake is van een urgente collectiviteit die niet kan wachten. Ten behoeve van de besluitvorming worden de definitieve geschikte collectiviteiten onderling gewogen omdat de financiële middelen en (verander)capaciteit kaderstellend zijn. De volgende criteria worden gebruikt. 1. Wat niet kan wachten (anders te laat om op tijd klaar te zijn) heeft voorrang. Dat zou kunnen betekenen dat je nu voorrang geeft aan de collectiviteiten die vanaf de invoeringsdatum Omgevingswet nodig zijn. 2. Nieuwe functionaliteit gaat boven vervanging van bestaande functionaliteit. Dat zou kunnen betekenen dat je kiest voor het collectief verwerven van nieuwe functionaliteiten voor toepasbare regels boven het collectief vervangen van bestaande VTH-systemen. 3. Wat gemeenten per definitie niet alleen op kunnen lossen gaat boven wat in principe wel alleen kan worden opgelost 3. Dat zou kunnen betekenen dat je eerder kiest voor het collectief realiseren van regionale registers voor objecten- en activiteiteninformatie (ROA) boven het collectief verwerven vervangen van VTH-systemen. 4. Collectieve oplossingen voor uitvoering en realisatie gaan boven oplossingen op het terrein van innovatie en bewustwording. Ondersteuning voor primaire processen bij gemeenten heeft voorrang. Dat zou kunnen betekenen dat je kiest voor ROA boven innovatieve ontwikkelingen zoals 3D-technologie. 5. Voorrang aan waar maatschappelijk belang en bestuurlijke prioriteit ligt ( burger centraal vernieuwend in gebruik ). Dat zou kunnen betekenen dat je eerder kiest voor de Snelserviceformule dan voor het collectief verwerven van applicaties voor omgevingsdocumenten. 6. Wat relatief snel te realiseren is heeft voorrang. Dat zou kunnen betekenen dat je eerder kiest voor een collectieve oplossing voor het kunnen wijzigen van bestaande ruimtelijke plannen dan een centraal zakenmagazijn. 2 Dit kan ook gelden voor collectiviteiten in box 1 (noodzakelijk) 3 Noodzakelijke collectiviteiten (box 1) kunnen per definitie niet alleen worden gerealiseerd. VNG Realisatie 19

6. Realisatie en Beheer van collectiviteit Het laatste hoofdstuk gaat in op de vraag wat belangrijk is bij de realisatie en het beheer van collectieve voorzieningen. Deze visie beschrijft de eerste beelden die een verdere uitwerking krijgen in een afzonderlijke visie op sourcing, regie en beheer van collectieve voorzieningen. 6.1. Situationele invulling Collectieve voorzieningen kunnen verschillende vormen hebben: een standaard, een IT-functionaliteit en een organisatiedienst (zie paragraaf 3.2). Dit onderscheid is belangrijk om te benadrukken dat een collectiviteit niet per definitie een informatiesysteem i.c. IT-functionaliteit hoeft te zijn. De invulling van een collectiviteit kan door de realisatie van een nieuwe voorziening (nieuwbouw), het toepassen van een bestaande voorziening uit de markt of het opschalen van een lokale of regionale voorziening. Dit laatste wordt wel collectiviseren genoemd waarbij niet een nieuwe gemeentelijke collectiviteit wordt gerealiseerd, maar lokale of regionale initiatieven breder beschikbaar worden gemaakt. Ieder collectieve voorziening vraagt een eigen benadering in de realisatie-aanpak, vereist maatwerk en is situationeel bepaald; praktisch toepassen wat nodig is en wat werkt in een bepaalde context. Voor ieder collectiviteit wordt een eigen realisatieplan opgesteld. 6.2. Borging van gemeentelijk eigenaarschap Ongeacht de vorm en schaal van de collectieve voorziening moeten gemeenten aan het stuur staan van de collectivisering; zonder eigenaarschap geen realisatie. Eigenaarschap betekent in ieder geval dat: een aantal gemeenten zich - voorafgaand aan de besluitvorming - heeft gecommitteerd aan de realisatie van de collectiviteit; er gemeentelijke ambassadeurs (ambtelijk en bestuurlijk) aangewezen zijn;. de gebruikersverenigingen betrokken zijn; de gemeentelijke gebruikers een sturende positie hebben in de governance. 6.3. Inzet van de markt In de realisatie van collectieve voorzieningen moet de kracht van marktpartijen worden benut. Dit kan door middel van inzet van bestaande functionaliteiten, maar ook door het laten realiseren van gewenste nieuwe functionaliteiten door de markt. Marktpartijen kunnen daarbij privaat maar ook publiek zijn. Tegelijkertijd is er de wens om de leveranciersonafhankelijk en de transparantie van de (private) markt te vergroten. Beide behoeften lijken op het eerste gezicht tegenstrijdig maar door een sturende leveranciersstrategie te hanteren kan zowel de kracht van de markt worden benut als de onafhankelijkheid worden vergroot. Voor de relatie met IT-leveranciers zet de VNG in op de beweging van contract naar leveranciers, van software naar generieke technologie-leveranciers en van gemeente-specifieke naar technisch algemene leveranciers. De leveranciersstrategie in het kader van de Omgevingswet is erop gericht dat gemeenten tijdig en voldoende aanbod van (bestaande, nieuwe en collectieve) functionaliteiten hebben om de Omgevingswet in- en uit te kunnen voeren. De functionaliteiten kunnen door zowel IT-leveranciers als advies- en planbureaus (niet ITfunctionaliteiten) worden geleverd. De leveranciersstrategie is er op gericht dat: leveranciers voldoende inhoudelijk kennis van gemeentelijke processen en standaarden hebben om de benodigde aanpassingen en ontwikkelingen te realiseren; er keuzevrijheid voor gemeenten is (meerdere leveranciers); de IT-functionaliteiten compliant zijn met de standaarden vanuit VNG en DSO; VNG Realisatie 20

de IT-functionaliteiten aansluiten bij de principes van Common Ground. In de uitvoering van de leveranciersstrategie wordt een reeks van activiteiten ontplooid, uiteenlopend van het uitvoeren van marktuitvragen, het gezamenlijk inkopen van functionaliteiten tot het vaststellen van standaarden en het leveren van handvatten voor gemeentelijk leveranciersmanagement. De leveranciersstrategie vergt verdere verbijzondering. Dit gebeurt langs de functionele gebieden landelijke voorzieningen zoals het DSO, gemeentelijke collectiviteiten, open markt en implementatie. Binnen elk van deze gebieden wordt de strategie op maat gemaakt. De inzet van de markt is niet alleen beperkt tot de realisatie van collectieve voorzieningen, ook in het beheer ervan kan de markt een belangrijke rol spelen. Het beheervraagstuk voor collectieve voorzieningen Omgevingswet wordt nader uitgewerkt. Daarbij worden de uitkomsten meegenomen van het ontwerp van de beheerorganisatie voor het DSO en de gemeentelijke gemeenschappelijke serviceorganisatie (i.o.v. de Taskforce Samen Organiseren). 6.4. Rol van VNG De keuze voor een gemeentelijk collectieve voorziening ligt bij de gemeenten. Gemeenten zijn formeel opdrachtgever 4. Wat betekent dit voor de rol en positie van de VNG (deze is nog in ontwikkeling)? 1. Bij een landelijke invulling van de collectiviteit is de VNG namens en in opdracht van gemeenten de gemandateerd opdrachtgever. 2. VNG ondersteunt/faciliteert de realisatie van een collectieve voorziening maar ontwikkelt niet zelf software (is geen leverancier). 3. VNG is een regie-organisatie (adviesorganisatie) en zorgt voor functionele aansturing van het beheer. 4. VNG kan zelf ook een beheerorganisatie voor een collectieve voorziening zijn maar is dit bij voorkeur voor nieuwe collectieve voorzieningen niet. 5. VNG zorgt voor samenhang tussen de collectieve voorzieningen en daarbij behorende activiteiten. 6. VNG heeft een aantal strategische partners i.c. gerede partijen voor realisatie/beheer. 4 Dit ligt anders als er sprake is van een interbestuurlijke collectiviteit. Dan zijn andere afspraken nodig, zoals die worden gemaakt voor de inrichting van de interbestuurlijke governance en ketenregie-organisatie in het kader van het DSO. VNG Realisatie 21

VNG Realisatie Nassaulaan 12 Den Haag Postbus 30435, 2500 GK Den Haag 070 373 8008 realisatie@vng.nl