Studiegids Geneeskunde 2005/2006. Erasmusarts maakt je beter



Vergelijkbare documenten
ERASMUS MC STUDIEGIDS GENEESKUNDE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

ERASMUS MC STUDIEGIDS GENEESKUNDE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

STUDIEGIDS GENEESKUNDE

Onderdelen en ECTS-verdeling Master Geneeskunde

a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Minor in het buitenland Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Raamplan Artsopleiding 2009

Verwacht niveau in de co-schappen

Op zoek naar talent en ambitie!

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Titel: Interne Geneeskunde: van symptoom naar diagnose

Regeling voor de verdeling van coschappen startdata Masteropleiding Geneeskunde

Basiskwalificatie Onderwijs (BKO)

Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie)

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven.

Naam opleiding: Klinische Technology. Toelating

BSc Klinische Technology

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

Klinisch Redeneren. Leereenheid. Verpleegkundige Vervolgopleidingen

Bachelor VUmc-compas 15 Overgangsregeling. Prof.dr. Anton Horrevoets, Programmaleider Bachelor GNK

a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

1 Toelichting. 1.1 Achtergrondinformatie

Minor Taal en Gehoor - track voor universitaire studenten

Regeling voor de verdeling van instroommomenten reguliere coschappen masteropleiding Geneeskunde

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Inventarisatie De coassistent in het buitenland

De Erasmus-arts 2007: filosofie, profiel en opbouw

Overgangsregeling Curius naar Curius+, Ongedeelde Opleiding Geneeskunde

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Integrale lichaamsmassage

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Voorlichting Master geneeskunde

De studiebelasting voor Werktuigbouwkunde bedraagt gemiddeld 42 uur per week. Wiskunde is wel een

Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde Studiejaar

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

BACHELOROPLEIDING KLINISCHE TECHNOLOGIE. UITVOERINGSREGELING BEHORENDE BIJ DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.

Hbo-bachelor verloskunde

Programma van toetsing

Economie en Bedrijfseconomie. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Naam opleiding: Technische Bestuurskunde. Toelating

Onderwijs- en examenregeling

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Erasmus MC Junior Med School

Studieloopbaan en Loopbaanorientatie

Onderwijs- en examenregeling

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Examenprogramma biologie vwo

Voorbereidingscursussen

Huisartsopleiding. Kennismakingsbrochure. Huisarts: specialist in veelzijdigheid! a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Minor Taal en Gehoor - track voor logopediestudenten

Vrijstellingsregeling voor Overstap van GNK Bachelor curriculum 2007 naar 2012

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Naam opleiding: Life Science & Technology. Toelating

Sport en Welzijn. Physician Assistant Masteropleiding Amsterdam

Voorlichting Master geneeskunde

Appendix 3. Attitude - Vragenlijst (B-versie)

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Voorlichting Master geneeskunde

Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde, Ongedeelde opleiding Studiejaar

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

BACHELORJAAR 1 OPLEIDINGSONDERDEEL Leerlijn 1 : Medische kennis. Biologie: basis van het leven 6. De cel: biomoleculen en metabolisme 10

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

Onderwijs- en examenregeling

Inventarisatie opbouw en toetsing master jaar 3

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk

Docenten voor Docenten

Voorlichting Master geneeskunde

INLEVEREN OP HET SECRETARIAAT VAN DE OPLEIDING

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

Helpt u mee onze zorg nog persoonsgerichter te maken?

Verkiezingsprogramma

Studeren in een academische context

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

CKV Festival CKV festival 2012

Decentrale Selectie

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating

Inhoud. Introductie tot de cursus

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling van de co-fase voor de ongedeelde opleiding geneeskunde (Curriculum 1991) Collegejaar

Examenprogramma biologie havo

Inventarisatie: aantal weken coschappen per specialisme per faculteit Simone Bernard (bestuurslid LOCA 2011), januari 2012

Onderwijs- en Examenregeling Geneeskunde, Ongedeelde opleiding Studiejaar

Voorlichting minorenonderwijs Vrijdag 9 maart uur. Joke Tulen, Minorcoördinator

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Programma Stichting Educatie Atrium Innovations GEZONDHEID

Transcriptie:

a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a Studiegids Geneeskunde 2005/2006 Erasmusarts maakt je beter

Studiegids Geneeskunde 2005/2006

Studiegids Geneeskunde 2005/2006 Uitgave Erasmus MC, Rotterdam, augustus 2005 Redactie en opmaak Simone Hoogakker Fotografie Piet Smaal Druk B&T Ontwerp en Advies, Rotterdam ISBN 90 56 77 31 51

Studiegids 2005-2006 Inhoudsopgave Voorwoord Leeswijzer Deel 1 Onderwijs 1 Algemene beschrijving van de opleiding Erasmusarts 13 1.1 Toelating tot de opleiding 13 1.2 Doelstelling van de opleiding 13 1.3 Het geïntegreerde kerncurriculum 14 1.4 Het patiëntgeoriënteerd curriculum 20 1.5 Het keuzecurriculum 21 1.6 Patiëntgeoriënteerd curriculum en keuzecurriculum jaar 6 22 1.7 Erasmuscode 22 1.8 Schematische weergave van de opleiding Erasmusarts 24 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar 27 2.1 Thema De Arts 27 2.2 Thema Stoornissen in het milieu interieur 30 2.3 Thema Abnormale celgroei 34 3 Themaonderwijs in het tweede studiejaar 39 3.1 Thema Infectie- en immuunziekten 39 3.2 Thema Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie 43 4 Themaonderwijs in het derde studiejaar 49 4.1 Thema Stoornissen in de reproductieve cyclus 49 4.2 Thema Disfuncties in hersenen en zintuigen 53 5 Themaonderwijs in het vierde studiejaar 59 5.1 Thema Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem 59 5.2 Thema De populatie als patiënt 63 5.3 Thema Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek 67 5.4 Thema De patiënt 69

4 / 210 Studiegids 2005/2006 / Inhoudsopgave 6 Lijnonderwijs en overig onderwijs in de studiejaren 1-4 73 6.1 Practicum Klinische Vaardigheden 73 6.2 Zorgstage 78 6.3 Eerste hulp 79 6.4 Keuzeonderwijs en keuzeonderzoek 80 6.5 Klinisch Pathologisch Practicum 85 7 Onderwijs in het vijfde en zesde studiejaar 87 7.1 Toelating tot de klinische fase 87 7.2 Onderwijsprogramma klinische fase 88 7.3 Programmaoverzicht 89 8 Lijst van verplichte boeken 91 8.1 Toelichting 91 8.2 Boekenlijst jaar 1 92 8.3 Boekenlijst jaar 2 93 8.4 Boekenlijst jaar 3 93 8.5 Boekenlijst jaar 4 94 9 Gezondheidsrisico s 95 9.1 Tuberculose 95 9.2 Hepatitis B, Rubella en Poliomyelitis 96 9.3 Overige risico s 97 9.4 Meer informatie 97 10 Kwaliteitszorg 99 10.1 Wat zijn de indicatoren? 99 10.2 Wat meten we, wat doen we? 99 10.3 Hoe zorgen we voor verbetering? 100 10.4 Meer weten? 100 11 Master of Science Programs 101 11.1 Master of Clinical Epidemiology 101 11.2 Master of Clinical Research 102 11.3 Master of Molecular Medcine 103 11.4 Master of Neuroscience 104 11.5 Examination Board and Advising Committee 105 12 Na het artsexamen 107 12.1 Algemene informatie over specialisaties 107 12.2 Opleiding tot huisarts 110 12.3 Opleiding tot arts voor verstandelijke gehandicapten 111

Studiegids 2005/2006 / Inhoudsopgave 5 / 210 12.4 Opleiding tot sociaal geneeskundige 111 12.5 Onderzoekersopleiding 113 13 Contactpersonen en adressen van afdelingen 115 Deel 2 Studentenvoorzieningen 14 Studie Service Centrum Geneeskunde 143 14.1 Algemeen 143 14.2 Examenadministratie: OSIRIS 144 14.3 Roosters 144 14.4 Indeling van practicumgroepen, keuzeonderwijs en co-assistentschappen 144 14.5 Organisatie en administratie van tentamens en examens 145 14.6 Diploma-uitreikingen 145 14.7 Inlichtingen over toelatingseisen 147 14.8 Studievoortgangsregistratie 147 14.9 Waarmerken diploma s 147 15 Studiebegeleiding 149 15.1 Studieadviseurs en studentendecaan 149 15.2 Universiteitspsychologen 152 15.3 Studentenpastoraat 153 15.4 Vertrouwenspersoon 154 16 Bibliotheken 155 16.1 Medische Bibliotheek 155 16.2 Universiteitsbibliotheek 158 16.3 Rotterdamsch Leeskabinet 160 17 Computerfaciliteiten 161 17.1 Computervoorzieningen Erasmus MC 161 17.2 Computer Ondersteund Onderwijs (COO) 163 17.3 Computer Ondersteuning Hoboken (COH) 165 18 Studentenorganisaties 167 18.1 Medische Faculteits Vereniging Rotterdam (MFVR) 167 18.2 O Dokter 170 18.3 Studentenraad 171 18.4 Stichting Medisch Interfacultair Congres 173 18.5 Erasmus Ambassadors Club 173

6 / 210 Studiegids 2005/2006 / Inhoudsopgave 19 Internationalisering 175 19.1 Studeren in het buitenland 176 19.2 Stappenplan 176 19.3 Overzicht mogelijkheden 177 19.4 Financieringsmogelijkheden 180 19.5 Preventieve gezondheidsmaatregelen 181 19.6 Stichting IFMSA-Rotterdam 182 19.7 Stichting Stages in Ontwikkelingslanden (STOLA) 183 Deel 3 Erasmus MC en Erasmus Universiteit Rotterdam 20 Erasmus MC 189 20.1 Inleiding 189 20.2 Organisatie 193 20.3 Medezeggenschap 196 20.4 Examencommissie 197 20.5 Opleidingscommissie 200 20.6 Opleidingsinstituut Geneeskunde 200 21 Bestuurlijke organisatie van de EUR 203 21.1 College van Bestuur 203 21.2 Universiteitsraad 203 21.3 Bureau van de Universiteit 204 21.4 Universiteitsbibliotheek 204 21.5 Faculteiten 204 Trefwoordenlijst

Studiegids 2005-2006 Voorwoord Een aantal jaar geleden zijn we gestart met de vernieuwing van de artsopleiding om de opleiding geneeskunde aan te passen aan de eigentijdse eisen van de gezondheidszorg en het universitaire onderwijs. De docenten en studenten van het Erasmus MC zijn nauw betrokken bij deze onderwijsvernieuwing. De invoering van ons curriculum Erasmusarts is mede hierdoor naar grote tevredenheid verlopen. De voltooiing van de onderwijsvernieuwing nadert. Na de introductie van het nieuwe curriculum volgt nu het vijfde jaar: de co-schappen. Met ziekenhuizen in de regio zijn meerjarenafspraken gemaakt over het opleiden van de co-assistenten en medisch specialisten. Hierin is vastgelegd welk ziekenhuis wanneer hoeveel mensen opleidt. De medische wetenschap is continu gericht op het ontwikkelen van nieuwe technieken om met grotere precisie en minder ongemak voor de patiënt complexe operaties uit te voeren. Om in te spelen op deze ontwikkelingen in de gezondheidszorg heeft het Erasmus MC vorig jaar het Skills Lab geopend. Het Skills Lab is een multidisciplinaire faciliteit, bestemd voor alle medische vakken. Een operatiezaal met zes opstellingen, een kamer voor microchirurgie en een ruimte voor simulatoren maken dit Skills Lab tot een uniek trainingscentrum in Nederland waarin de arts van de toekomst kan worden opgeleid in het omgaan en bedienen van ingewikkelde technische apparatuur. Het Erasmus MC biedt getalenteerde en gemotiveerde studenten een unieke uitdaging: deelname aan een tweejarige Master of Science opleiding. De Master of Science programma s zijn hoogwaardige wetenschapsopleidingen op het gebied van fundamenteel of gezondheidszorgonderzoek. Studenten geneeskunde kunnen zich voor een van de vier geaccrediteerde, Engelstalige programma s opgeven, te weten Clinical Epidemiology, Clinical Research, Molecular Medicine en Neuroscience. Met een internationaal erkende Master of Science hebben deze studenten een uitstekende uitgangspositie om te promoveren en om een wetenschappelijke carrière op te bouwen.

De ambitie van het Erasmus MC is om artsen af te leveren die getraind zijn in de nieuwste patiëntvriendelijke technieken en artsen die een wetenschappelijke carrière ambiëren. Wij hopen dat jullie als studenten de mogelijkheden van het Erasmus MC zullen gebruiken voor een leerzame en leuke studietijd in Rotterdam. Foto: van der Maas.jpg Foto: Lange.jpg Prof.dr. Paul J. van der Maas, Decaan Dr. Johan F. Lange, Opleidingsdirecteur

Studiegids 2005-2006 Leeswijzer Deze studiegids is opgebouwd uit drie delen. Hieronder wordt kort aangegeven welke informatie men in de diverse delen kan aantreffen. Deel 1 Onderwijs Dit deel geeft een beschrijving van het onderwijs in het curriculum Erasmusarts. Ook diverse onderwijs-gerelateerde onderwerpen komen aan bod: de lijst van verplichte boeken (hoofdstuk 8), gezondheidsrisico s (hoofdstuk 9) en kwaliteitszorg (hoofdstuk 10). Verder wordt er ingegaan op mogelijkheden voor de student naast de studie in hoofdstuk 11 Master of Science Programs, en de mogelijkheden na de studie in hoofdstuk 12 Na het artsexamen. Dit deel eindigt met een lijst van contactpersonen en adressen van de verschillende afdelingen in het Erasmus MC. Deel 2 Studentenvoorzieningen Dit deel geeft veel praktische informatie voor de student die aan het Erasmus MC geneeskunde studeert. De student kan hierin antwoord vinden op vragen als: Hoe schrijf ik mij in voor tentamens? (hoofdstuk 14 Studie Service Centrum Geneeskunde ); Waar kan ik naar toe als het niet zo goed gaat met mijn studie? (hoofdstuk 15 Studiebegeleiding ); Welke voorzieningen zijn er op het gebied van bibliotheken en computers? (hoofdstukken 16 en 17); Welke studentenorganisaties zijn actief in het Erasmus MC? (hoofdstuk 8 Studentenorganisaties ) Kan ik ook studeren in het buitenland? (hoofdstuk 19 Internationalisering ). Deel 3 Erasmus MC en EUR Dit deel tenslotte geeft algemene informatie over het Erasmus MC en de EUR. Verder wordt er aandacht besteed aan de organisatiestructuur en aan die afdelingen en organen die van belang zijn voor het geneeskundeonderwijs.

Studiegids 2005-2006 Deel 1 Onderwijs

Studiegids 2005-2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving van de opleiding Erasmusarts De primaire doelstelling van de opleiding geneeskunde is het opleiden van een arts die in staat is om patiëntgebonden problemen op te lossen. Het geneeskundeonderwijs in het Erasmus MC staat in het teken van het in 2001 ingevoerde curriculum Erasmusarts. 1.1 Toelating tot de opleiding De ingangseisen voor de studie geneeskunde zijn de voor geneeskunde relevante eindtermen van het VWO-profiel Natuur & Gezondheid of het profiel Natuur & Techniek, aangevuld met Biologie 1 en 2. Het betreft de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde B1, Natuurkunde 1, Scheikunde 1 en Biologie 1 en 2. Een overzicht van deze begintermen is te vinden in de aparte uitgave Begintermen opleiding geneeskunde Rotterdam. Dit document is te vinden op de website www.erasmusmc.nl/geneeskunde > curriculum > informatie. Commissie Toelating Bijzondere Gevallen Een subcommissie van de Examencommissie, de Commissie Toelating Bijzondere Gevallen, beoordeelt de aanvragen van buitenlanders die in Rotterdam geneeskunde willen studeren en van Colloquium Doctum-kandidaten. Voor verdere informatie kan men contact opnemen met het secretariaat van de commissie: mw E. Ruseler, e.ruseler@erasmusmc.nl, kamer Ec 352, 010-408 93 40. 1.2 Doelstelling van de opleiding De primaire doelstelling van de opleiding geneeskunde is het opleiden van een arts die in staat is om patiëntgebonden problemen op te lossen. Vanzelfsprekend moet de opleiding geneeskunde voldoen aan de algemene eindtermen van het Raamplan 2001, tevens opgenomen in de Wet Individuele Beroepen in de Gezondheidszorg (de wet BIG). Deze eindtermen betreffen medische, wetenschappelijke en persoonlijke aspecten én aspecten in relatie tot de maatschappij en het gezondheidszorgsysteem. Daarnaast besteedt de opleiding extra aandacht aan het feit dat de (basis)arts

14 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts doordrongen moet zijn van het feit dat het heel normaal is om iets niet te weten en aan de manier om de ontbrekende kennis te compenseren. Zelfstudie, een positieve attitude ten aanzien van levenslang leren en multi-disciplinair denken en handelen zijn daarom evenzeer belangrijke doelstellingen. Het profiel van de opleiding bestaat dan ook uit een basisprofiel, gebaseerd op de algemene eindtermen van het Raamplan 2001, waaraan toegevoegd een Rotterdams profiel van geïntegreerde basis- en klinische kennis, wetenschappelijke probleemanalyse, professionele attitude én individuele profilering. Het onderwijs staat in het teken van het in 2001 ingevoerde curriculum Erasmusarts. Dit curriculum kent vier hoofdlijnen: 1. geïntegreerd kerncurriculum in jaar 1 t/m 4 2. patiëntgeoriënteerd curriculum in jaar 1 t/m 6 3. keuzecurriculum in jaar 1 t/m 6 4. patiëntgeoriënteerd curriculum en keuzecurriculum in jaar 6 Deze hoofdlijnen vormen één samenhangend geheel en worden in de komende paragrafen verder toegelicht. Aan het eind van dit hoofdstuk, in paragraaf 1.8, staat een schematisch overzicht van het gehele curriculum. 1.3 Het geïntegreerde kerncurriculum De eerste hoofdlijn is het geïntegreerde kerncurriculum, waarin de student de stappen leert van oorzaak/pathofysiologie naar klachten naar ziekte/ziektebeeld en naar behandeling/preventie. De globale doelstellingen van het geïntegreerd kerncurriculum zijn het verwerven van kennis van en inzicht in: de oorzaken en pathofysiologie van ziekten; de normale bouw en functie die nodig zijn voor het realiseren van het eerstgenoemde leerdoel; de herkenning van ziektebeelden en de hieraan gerelateerde diagnostiek, behandeling en preventie; de filosofie en ethiek van de geneeskunde; de inrichting en het functioneren van de gezondheidszorg. Het geïntegreerd kerncurriculum is opgebouwd uit elf geïntegreerde etiologische en pathofysiologische kernthema s met ziektebeelden, zie tabel 1. Het uitgangspunt bij ieder kernthema is de klacht van de

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 15 / 210 patiënt en dit bepaalt de bijdrage van de onderdelen molecuul - cel - orgaan - functie - disfunctie - ziekte - diagnostiek/- behandeling/preventie aan het onderwijs in het thema. Tabel 1 Een overzicht van de kernthema s in het curriculum Erasmusarts Introductiethema 1.1 Thema 1.2 Thema 1.3 Thema 2.1 Thema 2.2 Thema 3.1 Thema 3.2 Thema 4.1 Thema 4.2 Thema 4.3 Afsluitend Thema 4.4 De Arts Stoornissen in het milieu interieur Abnormale celgroei Infectie- en immuunziekten Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie Stoornissen in de reproductieve cyclus Disfuncties van hersenen en zintuigen Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem De populatie als patiënt Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek De Patiënt In de kernthema s komen basisvakken, klinische vakken, gezondheidswetenschappen, filosofie en ethiek geïntegreerd aan de orde. De lijn medisch probleemoplossend onderwijs staat niet meer als lijn op zich, maar is geïntegreerd in het kerncurriculum. De samenhang tussen deze verschillende onderdelen wordt geïllustreerd aan de hand van het begrippenschema (zie schema 1). Dit schema weerspiegelt het denkproces van een arts en vormt het gereedschap waarmee studenten gedurende de hele opleiding tot Erasmusarts problemen van een patiënt leren benaderen. Het schema staat dan ook centraal in de hele opleiding tot Erasmusarts. Onderwijsvormen Iedere studieweek heeft een bepaalde opbouw. De verhouding contactonderwijs en zelfstudie per week is in de propedeuse 16:24, zie tabel 2. In de drie doctoraaljaren neemt het aantal contactmomenten. d.w.z. het aantal uren college en vaardigheidsonderwijs, per week af tot 4 uur college en 6 uur vaardigheidsonderwijs in het vierde studiejaar. De hoeveelheid uren aan vrije zelfstuide neemt toe van 8 uur in de propedeuse tot 20 uur in het vierde studiejaar. Deze toename in zelfstandig werken beoogt de student te leren het eigen leerproces in toenemende mate zelfstandig vorm te geven als onderdeel van de lijn leren leren.

16 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts Schema 1 Begrippenschema Primaire preventie Etiologische factoren Etiologie Waardoor en hoe wordt de ziekte veroorzaakt? Pathogenese Hoe is de ziekte ontstaan? Pathofysiologie Wat functioneert niet goed in het zieke lichaam? Wat zijn de klachten van Klachten / Hulpvraag de patiënt en welke hulpvraag hoort daarbij? Gegevens uit anamnese en lichamelijk onderzoek Wat zijn de ziekteverschijnselen? Probleem bepalende gegevens Welke gegevens geven de doorslag? Wat is het probleem op Probleemstelling(en) basis van de doorslaggevende gegevens? Differentiaal diagnose(n) Wat zijn de meest waarschijnlijke ziekten? Preventie Aanvullend onderzoek Welk onderzoek is nodig voor meer zekerheid? Epidemiologie (Waarschijnlijke) Wat is (zijn) de meest diagnose(n) waarschijnlijke ziekte(n)? Therapie Welke behandeling stel ik Preventie voor en wat verwacht ik Prognose daarvan? Gezondheidszorgaspecten Beloop Hoe verloopt de ziekte? Welke nieuwe Nieuwe ontwikkelingen ontwikkelingen zijn er op het gebied van deze ziekte?

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 17 / 210 Tabel 2 Een overzicht van het aantal uur onderwijs in de propedeuse en de bijbehorende onderwijsvormen 16 uur contactonderwijs 8 uur grootschalig onderwijs (iedereen): hoorcolleges patiëntendemonstraties symposia 8 uur kleinschalig onderwijs (< 61 studenten): responsiebijeenkomsten vaardigheidsonderwijs 24 uur zelfstudieonderwijs 8 uur vrije zelfstudie (individueel of in (studie)groepen): voorbereiden en verwerken van colleges, vaardigheidsonderwijs en tentamen 16 uur gestuurde zelfstudie (individueel of in (studie)groepen): zelfstudieopdrachten 40 uur totaal Per week is een docent, in deze functie respondent genoemd, verantwoordelijk voor het onderwijs van die week. De respondent is het aanspreekpunt voor het beantwoorden van vragen die ontstaan tijdens het uitwerken van de zelfstudieopdrachten en bij het bestuderen van overige zaken. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende onderwijsvormen: Hoorcolleges (HC) Tijdens een hoorcollege houdt een docent zijn/haar verhaal voor alle studenten in een collegezaal. Dit verhaal geeft een overzicht van de leerstof, het betreffende onderwerp of vakgebied. Een docent kan tijdens een college dieper ingaan op de leerstof en/of moeilijke, complexe onderdelen behandelen. Patiëntdemonstratie (PD) Een patiëntdemonstratie is een college waarbij de docent een patiënt met klachten presenteert aan de studenten. Aan de hand van het probleem van de patiënt wordt ingegaan op de achtergrond en behandelproblematiek van het ziektebeeld. Het begrippenschema (zie schema 1) vormt hierbij het uitgangspunt.

18 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts Symposium (SP) Wetenschappelijke presentaties voor en door studenten over medisch relevante onderwerpen. Lectio Magistralis (LM) Een lectio magistralis is een college gegeven door een coryfee in de medische wereld die op enthousiaste wijze en met bevlogenheid een inspirerend verhaal houdt over zijn expertise binnen de medische wereld. De inhoud van het lectio magistralis behoort niet tot de tentamenstof. Integratiecollege (IC) Aan het eind van de week houdt de respondent in de eerste drie jaren een integratiecollege. Tijdens dit college wordt de samenhang tussen de verschillende onderwerpen van die week of periode uitgediept. Vaardigheidsonderwijs (VO) Bij het vaardigheidsonderwijs staat zelfwerkzaamheid voorop. Aan de hand van duidelijk omschreven opdrachten werkt de student naar een meetbaar resultaat toe. Dit gebeurt onder (gedeeltelijk) toezicht van een docent. De groepsgrootte varieert van 12 tot 60 studenten. Het vaardigheidonderwijs valt uiteen in de volgende onderdelen: praktische klinische vaardigheden, zoals het afnemen van een anamnese en verrichten van lichamelijk onderzoek; communicatieve vaardigheden en professionele attitude, zoals het voeren van een slecht-nieuws-gesprek en het omgaan met patiënten en collega s; praktische technische of motorische vaardigheden, zoals het werken met een microscoop, het luisteren met een stethoscoop en EHBO; cognitieve vaardigheden, zoals analyseren en medisch probleemoplossen; reflectieve vaardigheden, zoals een standpunt bepalen in een medisch-ethische discussie en nagaan hoe je omgaat met ingrijpende gebeurtenissen inherent aan de medische professie (lijden, dood, fouten). Het vaardigheidsonderwijs is in principe facultatief. Uitzonderingen zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. Zelfstudieopdracht (ZO) Een zelfstudieopdracht betreft een leeropdracht die de student zelfstandig uitvoert, dat wil zeggen zonder directe begeleiding van een docent. De opdracht helpt de student bij het bestuderen van

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 19 / 210 moeilijke leerstof. De opdracht kan individueel of in kleine groepjes gemaakt worden. Er zijn verschillende mogelijkheden om te controleren of de student de opdracht goed heeft uitgevoerd: in de ZO zelf, aan de hand van leerdoelen en specifieke vragen; door het bestuderen van de modelantwoorden die aan het begin van de week op Blackboard staan; in overleg met medestudenten, al dan niet in studiegroepverband; door het stellen van vragen aan de respondent van de week, via e- mail; in de responsiebijeenkomst, zoals hieronder wordt toegelicht. Responsiebijeenkomst (RB) Een responsiebijeenkomst geeft de student de mogelijkheid vragen voor te leggen aan een docent en te leren van vragen van anderen. De student kan hier toetsen of hij de leerstof van de week heeft begrepen en de vaardigheden beheerst. Een responsiebijeenkomst is niet bedoeld om de leerstof samen te vatten. De groepsgrootte is maximaal 60 studenten. Tutorgroepbijeenkomsten (TB) De studenten worden bij het begin van de opleiding ingedeeld in groepen van twaalf personen, de studiegroepen. Elke groep krijgt een tutor en een mentor toegewezen. De tutor is een medewerker van het Erasmus MC, de mentor is een ouderejaars student. Een studiegroep vormt samen met hun tutor een tutorgroep. In de eerste drie maanden van de propedeuse staan negen tutorgroepbijeenkomsten geroosterd. In deze tutorgroepbijeenkomsten komen allerlei onderwerpen aan de orde die te maken hebben met de studie geneeskunde, zoals oriëntatie op de studie, oriëntatie op het beroep van arts, studieaanpak, belangrijke regels van de opleiding, plannen, presenteren, tentamens en werken in groepsverband. Dat gebeurt altijd onder leiding van de tutor. Verder kan de tutor worden gezien als vraagbaak en als aanspreekpunt bij problemen. Studiegroepbijeenkomst (SB) De studiegroep, zonder mentor of tutor, is bedoeld om te leren samenwerken in een team en elkaar te helpen bij de studie. Denk daarbij aan het samen werken aan zelfstudieopdrachten en het oefenen van vaardigheden zoals het geven van een mondelinge presentatie en het voorbereiden op de responsiebijeenkomsten. Maar ook problemen die een student tegenkomt in de studie kunnen worden voorgelegd in de studiegroep. Wellicht kunnen de groepsgenoten de student op weg helpen bij het oplossen van een

20 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts probleem. De groep werkt in principe zelfstandig en bepaalt zelf welke activiteiten in de groep worden ondernomen, welke onderwerpen worden besproken en welke vaardigheden worden geoefend. 1.4 Het patiëntgeoriënteerd curriculum De tweede hoofdlijn is het patiëntgeoriënteerde curriculum waarin de student de denk- en handelwijze leert die past bij de reeks van klachten naar oorzaak/pathofysiologie en ziekte/ziektebeeld naar behandeling/-preventie en waarin de student de algemene eindtermen op het niveau van het Raamplan kan behalen. De problemen uit het Raamplan fungeren hierbij niet zozeer als didactisch middel (een prikkel om nieuwe stof te bestuderen), dan wel als uitgangspunt om vaardigheden in het medisch probleemoplossen te oefenen. De globale doelstellingen van het patiëntgeoriënteerd curriculum zijn: het verwerven van een professionele attitude; het ontwikkelen van praktische klinische vaardigheden; het ontwikkelen van het probleemoplossend vermogen/klinisch redeneren; het kunnen presenteren van patiëntencasus; het ontwikkelen van discipline-gebonden kennis en vaardigheden; het ontwikkelen van zelfstandigheid en tempo in klinisch handelen. In het patiëntgeoriënteerde curriculum zijn de volgende onderdelen te onderscheiden: medisch probleemoplossend onderwijs inclusief algemene klinische training (algemene klinische vaardigheden en in beperkte mate discipline-gebonden vaardigheden); speciële, discipline-gebonden klinische training (ervaring en tempo); medisch handelen met meer eigen verantwoordelijkheid; individuele profilering.

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 21 / 210 1.5 Het keuzecurriculum De derde hoofdlijn is het keuzecurriculum, waarin het accent ligt op de wetenschappelijke vorming, oriëntatie en individuele profilering. Deze hoofdlijn omvat ongeveer 42 weken. De onderwijsfilosofie van deze hoofdlijn is het besef dat door zelf ervaring op te doen in het onderzoek de student beter in staat is de wetenschappelijke ontwikkelingen in de geneeskunde te begrijpen en te beoordelen. Door het doen van onderzoek traint de arts zich extra in het kritisch denken en de kritische evaluatie van het eigen functioneren. Betrokkenheid bij het onderzoek zal extra belangstelling voor de wetenschap kweken, waardoor de inbreng van artsen aan de ontwikkeling van de medische wetenschap groter wordt. De globale doelstellingen van dit curriculum zijn: het ontwikkelen van kennis en vaardigheden voor wetenschappelijke probleemanalyse; het leren kritisch denken ( weet ik genoeg om te kunnen handelen ); het ontwikkelen van het probleemoplossend vermogen; het leren geven van een presentatie en voorbereiden van een publicatie het bevorderen van oriëntatie en verdieping het bevorederen van individuele profilering. In het tweede en derde studiejaar van het curriculum Erasmusarts vindt keuzeonderwijs plaats. De duur van het keuzeonderwijs is in totaal 8 weken. Het keuzeonderwijs in het tweede studiejaar bestaat uit een gemeenschappelijke deel, dat voor alle studenten hetzelfde is, en een themaspecifiek deel. Het gemeenschappelijke deel betreft het RIGIT-onderwijs (Raadplegen Informatie in de Geneeskunde met moderen Informatie Technologie), en een deel waarin maatschappelijke en ethische aspecten van medisch wetenschappelijk onderzoek worden behandeld. Het keuzeonderwijs beoogt de student een persoonlijk profiel te geven en zich voor te bereiden op het keuzeonderzoek. In het vierde of zesde studiejaar volgt een periode van 21 weken wetenschappelijke vorming door de student waarin de student op een eigen gekozen onderzoeksgebied actief kennis maakt met de verschillende stadia van wetenschappelijk onderzoek. Zie voor meer informatie over het keuzecurriculum paragraaf 6.4.

22 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts Uitzonderlijk presterende studenten krijgen extra mogelijkheden. Voor deze studenten stelt de faculteit deelname aan een Master of Science-opleiding (zie hoofdstuk 11) open en zoekt de faculteit naar mogelijkheden voor het ter beschikking stellen van fellowships van 1 jaar te vervullen in binnen- en/of buitenland. 1.6 Patiëntgeoriënteerd curriculum en keuzecurriculum in jaar 6 De laatste periode in het curriculum Erasmusarts bestaat uit een patiëntgericht keuzecurriculum. Aan het eind van de klinische fase is er het keuze- en oudste co-schap, van respectievelijk 3 en 12 weken. Het keuze- en oudste co-schap kunnen ook samengevoegd worden tot één co-schap van 15 weken. Gedurende deze periode gaat het om een verdere training in zelfstandig functioneren in de patiëntenzorg in een zelf gekozen specialisme (zie verder hoofdstuk 7). 1.7 Erasmuscode Bij het volgen van het geneeskundeonderwijs geldt een gedragscode. Deze Erasmuscode is opgesteld door studenten zelf en bestaat uit de volgende richtlijnen: De student komt op tijd bij te volgen onderwijs. De voorste plaatsen moeten zoveel mogelijk worden benut zodat de studenten, die onverhoopt toch te laat komen, achterin plaats kunnen nemen. Ook voor docenten en eventueel aanwezige patiënten is het prettig als de voorste plaatsen worden gebruikt. De student toont interesse en betrokkenheid. Gedragingen of handelingen die niet uit het beoogde doel van het onderwijs voortkomen, worden niet geaccepteerd. De student heeft een schoon en verzorgd uiterlijk. Etenswaren worden niet genuttigd tijdens het volgen van onderwijs. De student stelt zich aan de patiënt voor wanneer de mogelijkheid wordt geboden om in de collegezaal direct vragen te stellen aan de patiënt. In beginsel spreekt de student de docent en de patiënt met u aan. De student gaat zorgvuldig om met zijn/haar zwijgplicht. De zwijgplicht houdt in dat de student niets openbaar maakt van wat de student over en van patiënten te horen en te zien krijgt. De zwijgplicht geldt dus al voordat deze wordt bezworen bij het

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 23 / 210 artsexamen. De student kan bij het in gebreke blijven op bovenstaande worden aangesproken door medestudenten, docent en patiënt. Indien volhardend in zijn gedrag kan de student - in het belang van onderwijs en patiëntenzorg - de verdere toegang tot onderwijs worden ontzegd.

24 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 1.8 Schematische weergave van de opleiding Erasmusarts Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Introductiethema 1.1 De arts 7 ECTS Thema 1.2 Stoornissen in het milieu interieur 25 ECTS Thema 1.3 Abnormale celgroei 21 ECTS Tutorbijeenkomsten, 1,5 ECTS Beroepsoriëntatie, 1,5 ECTS Prakticum Klinische Vaardigheden: PKV-CA 1,5 ECTS; PKV-MT 1,5 ECTS Integratietoets, 1 ECTS Thema 2.1 24 ECTS Zorgstage 2 ECTS Thema 2.2 Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie 24 ECTS Eerste Hulp 1 ECTS Infecties en Immuunziekten Keuzeonderwijs 5 ECTS Prakticum Klinische Vaardigheden: PKV-CA 1,5 ECTS; PKV-MT 1,5 ECTS Integratietoets, 1 ECTS Thema 3.1 Stoornissen in de reproductieve cyclus 24 ECTS Keuzeonderwijs 5 ECTS Thema 3.2 Disfuncties van zintuigen en hersenen 27 ECTS Prakticum Klinische Vaardigheden: PKV-CA 1,5 ECTS; PKV-MT 1,5 ECTS Integratietoets, 1 ECTS

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 1 Algemene beschrijving opleiding Erasmusarts 25 / 210 Jaar 4 Jaar 5 Jaar 6 Thema 4.1 Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem 7 ECTS Thema 4.2 De populatie als patiënt 5,5 ECTS Thema 4.3 Methoden van klinisch en epidemiologisch onderzoek 5,5 ECTS Thema 4.4 De Patënt 9 ECTS Keuzeonderzoek en keuzeonderwijs 30 ECTS (kan ook in jaar 6 gevolgd worden) Prakticum Klinische Vaardigheden: PKV-CA + PKV-MT 1,5 ECTS Klinisch Pathologisch Practicum, 1,5 ECTS Doctoraalexamen AKTE 20 ECTS Interne Geneeskunde 11 ECTS Heelkunde 11 ECTS Kindergeneeskunde 4,5 ECTS ICK Psychiatrie 1,5 ECTS Psychiatrie 7 ECTS ICK Neuro/Vrouw 1,5 ECTS Neurologie 7 ECTS Vrouwenziekten 8,5 ECTS ICK Derma/KNO/ Oogheelkunde 1,5 ECTS Dermatologie 4,5 ECTS KNO 4,5 ECTS Oogheelkunde 4,5 ECTS Huisartsgeneeskunde Med. Psychologie Sociale Geneeskunde Revalidatie incl. Farmacotherapie 10 ECTS Keuze-coschap 6 ECTS Oudste coschap 17 ECTS Artsexamen

Studiegids 2005-2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar Het eerste jaar van de opleiding geneeskunde, de propedeuse, heeft een drietal functies: oriëntatie, selectie en verwijzing. Gedurende dit eerste jaar moeten de studenten en opleiders kunnen vaststellen of de studiekeuze verantwoord is geweest. Met ingang van het studiejaar 2005/2006 geldt er voor de propedeuse een Bindend Studie Advies (zie paragraaf 20.4). Het hoofdprogramma van het eerste jaar is opgebouwd uit drie thema s. 2.1 Thema De Arts Themacoördinator Foto: van Hal.jpg Dr. P.Th.W. van Hal E-mail: p.vanhal@erasmusmc.nl Kamer: Sv 224 Telefoon: 463 56 96 Overige coördinatoren Naam E-mail Kamer Telefoon Dr. P.W. Moorman Dr. T.J.H. Ruigrok p.moorman@ erasmusmc.nl t.ruigrok@ erasmusmc.nl Ee 2110 408 81 25 Ee 1579 408 72 96 Introductie Het thema De Arts is het eerste thema van de studie geneeskunde in Rotterdam. Het betreft een eerste kennismaking met de beroepspraktijk: wat houdt het beroep van arts in?, hoe denkt een arts? en welke soorten artsen zijn er eigenlijk?. Het begrippenschema (zie hoofdstuk 1, schema 1) wordt geïntroduceerd. Dit toont schematisch de denkstappen die een arts doorloopt tijdens het behandelen van een patiënt.

28 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar Daarnaast is er in dit thema aandacht voor vaardigheden die nodig zijn bij het studeren en bij de latere beroepsuitvoering als arts. Een begin wordt gemaakt met het leren omgaan met medische informatiestromen, de ontwikkeling van algemene en vakspecifieke vaardigheden, en het verwerven van een passende beroepsattitude. Een belangrijk onderdeel hierbij is het verkrijgen van inzicht in het eigen leerproces en de manier waarop de student dit leerproces kan sturen. Na twee introductieweken volgen vier weken waarin telkens een geneeskundig onderwerp centraal staat. Deze onderwerpen zijn: sport, angina pectoris, erfelijke afwijkingen en influenza. De vakspecifieke vaardigheden die de student in deze weken leert zijn hieraan gekoppeld. Opbouw thema Week 1 Algemene introductie de denkwijze van een arts gekoppeld aan het begrippenschema; de relatie arts-patiënt met aandacht voor emoties en ethiek; de medische taal; gezondheidszorg in Nederland en de rol van de arts daarin. Week 2 Gegevens- en kennisverwerking wetenschappelijke benadering van een klinisch probleem; rol basisvakken in de geneeskunde; medische informatie zoeken, vinden en selecteren; informatie verwerken tot een presentatie; gespreksvaardigheden; algemene studievaardigheden. Week 3 Sport homeostase; fysiologie van spieren; sport als preventie; sport en blessures; sport, medicatie en doping; Week 4 Angina pectoris uitvragen klacht pijn op de borst ; differentiële diagnose bij pijn op de borst ; behandelschema s; (patho)fysiologie van het hart.

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar 29 / 210 Week 5 Erfelijke afwijkingen problematiek rondom erfelijke afwijkingen met als voorbeeld de ziekte van Huntington (inclusief ethische en emotionele aspecten); (informatie)vaardigheden gericht op het verwerven van een passende beroepsattitude. Week 6 Influenza bescherming, afweer en immuniteit; griep en de maatschappij; preventie; epidemiologie; presenteren van wetenschappelijke informatie. Globale leerdoelen In de studie geneeskunde wordt gewerkt met leerdoelen. Een leerdoel vertelt wat de student aan het eind van het thema moet weten en kunnen. Het is een handig hulpmiddel bij de voorbereiding op het tentamen. Het thema De Arts kent twee soorten leerdoelen: globale en specifieke leerdoelen. Globale leerdoelen geven de student een indruk van de leerstof in De Arts en staan hieronder vermeld. De specifieke leerdoelen betreffen een gedetailleerde beschrijving van de stof in een bepaalde week en staan bij de weekbeschrijvingen uit het themaboek. De globale leerdoelen zijn: De student kan aan de hand van voorbeelden onderstaande onderwerpen bespreken die een rol spelen bij de beroepsuitoefening van een arts: onderscheid tussen klacht en probleem; klinisch redeneren; professioneel gedrag en handelen in relatie tot het eigen gedrag en handelen; medisch-ethische vraagstukken; onzekerheden in de geneeskunde; de organisatie van de gezondheidszorg. De student kan het begrippenschema toepassen bij het ordenen van klinische gegevens bij ziektebeelden, zoals die aan bod komen in thema De Arts. De student kan de plaats van het begrip homeostase in het medische denken duiden. De student kan de anatomie, fysiologie en pathofysiologie van het menselijk lichaam beschrijven, zoals uitgewerkt bij de specifieke

30 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar leerdoelen per week (zie themaboek). De student kan een aantal medische handelingen uitvoeren zoals uitgewerkt bij de specifieke leerdoelen. De student kan een aantal analysetechnieken uitvoeren en/of interpreteren. De student kan uitgangspunten noemen voor een professionele arts-patiënt-relatie. De student kan medische en wetenschappelijke informatie vinden, beoordelen en presenteren. De student kan het belang van een persoonlijk netwerk beargumenteren. De student heeft inzicht in het eigen studiegedrag. Toetsing en credits Het thema De Arts duurt 6 weken en eindigt met één afsluitend schriftelijk tentamen. Dit tentamen bestaat uit open en gesloten vragen en toetst zowel kennis als begrip. Als voorbereiding op het tentamen wordt in de loop van het thema een voorbeeldtentamen ter beschikking gesteld. Het aantal ECTS is 7. Meer informatie Voor meer informatie zie het themaboek De Arts en de website www.erasmusmc.nl/geneeskunde > curriculum > jaar 1 & 2 > thema 1.1. 2.2 Thema Stoornissen in het milieu interieur Themacoördinatoren Foto: Duncker.jpg Foto: Zietse.jpg Prof.dr. D.J.G.M. Duncker E-mail: d.duncker@ erasmusmc.nl Kamer: Ee 2355a Telefoon: 408 80 29 Dr. R. Zietse E-mail: r.zietse@erasmusmc.nl Kamer: Bd 391/ D 406 Telefoon: *8111-356 61

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar 31 / 210 Overige coördinatoren Naam E-mail Kamer Telefoon Dr. A.J.M. Verhoeven Dr. J. van der Steen Dr. H. Stam Dr. A.P.J. Klootwijk a.verhoeven@ erasmusmc.nl j.vandersteen@ erasmusmc.nl h.stam.1@ erasmusmc.nl a.klootwijk@ erasmusmc.nl Ee 614a 408 73 25 Ee 1542 408 75 72 V 207 463 31 43 H 558 463 50 18 Introductie Dit thema gaat over evenwicht en stoornissen in het milieu interieur. Er zijn een aantal redenen om dit voor in het kerncurriculum te plaatsen. Op de eerste plaats sluit het goed aan bij het biologieonderwijs op het VWO, waar de nadruk ligt op de homeostase (in evenwicht verkerende biologische systemen). In dit thema maakt de eerstejaars student kennis met de stoornissen en de pathofysiologie die bij het begrip homeostase horen. Op de tweede plaats verschaft dit thema een goede basis voor de hierop volgende drie thema s (Abnormale celgroei, Infectie- en immuunziekten en Stoornissen in voeding, metabolisme en hormonale regulatie), waarin andere vormen van ontregelde homeostase aan bod komen. Het hoofddoel van dit thema is het begrip van de pathofysiologie van verstoringen van de homeostase van het milieu interieur. De student leert begrijpen hoe het organisme met behulp van zijn circulatie, ventilatie en nierfunctie de homeostase van het milieu interieur handhaaft, welke compensaties optreden bij dreigend falen en wanneer er sprake is van decompensatie. Van belang is dat de student enerzijds de relatie tussen klachten en symptomen en anderzijds het onderscheid tussen compensatie en decompensatie begrijpt. Stoornissen in het milieu interieur treden op als gevolg van: insufficiënte circulatie; insufficiënte ventilatie en; insufficiënte nierfunctie. Als exemplarische ziektebeelden zijn hierbij gekozen: claudicatio intermittens, angina pectoris/ myocardinfarct, COPD, astma, hypertensie, acute en chronische nierinsufficiëntie en hartfalen.

32 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar Een aantal ziektebeelden, die stoornissen in het milieu interieur teweeg kunnen brengen, kunnen niet of slechts oppervlakkig behandeld worden, omdat kennis nog ontbreekt. Dit betreft met name kanker, infectie, autoimmuun ziekten en hormonale stoornissen. Later zal dit in de thema s aan de orde komen. Opbouw thema Het thema is opgebouwd uit vier delen: Deel 1 Wat is het milieu interieur? Deel 2 Van normaal naar compensatie en decompensatie Deel 3 Exemplarische ziektebeelden: 1. Claudicatio intermittens 2. Angina pectoris/myocard infarct 3. Longembolie 4. COPD/emfyseem 5. Hypertensie/chronische nierinsufficiëntie 6. Hartfalen Deel 4 Toepassing van kennis en inzicht op andere ziektebeelden In deel 1 wordt het milieu interieur gedefinieerd, wordt de rationale achter de homeostase van het milieu interieur belicht ( m.a.w. welk idee zit hierachter) en worden de homeostatische principes en mechanismen beschreven. Deel 2 belicht het spectrum van normaal via afwijkend naar de kliniek: bouw en functie relaties van suborganel tot orgaan en systeemniveau, compensatie in de fysiologie versus decompensatie in de pathofysiologie. In deel 3 worden 6 exemplarische ziektebeelden behandeld. In delen 2 en 3 ligt qua onderwijsinspanning het zwaartepunt van het thema. Colleges, practica, zelfstudieopdrachten en responsiebijeenkomsten zijn hieromheen geclusterd. Met ieder exemplarisch ziektebeeld worden enkele nieuwe fundamentele principes geïntroduceerd, die de kennis uitbouwen, zodat dezelfde kennis op een hoger integratieniveau kan worden uitgebouwd in het direct erop volgende exemplarische ziektebeeld. Om die reden is niet gekozen voor een opbouw vanuit specifieke orgaansystemen. De gekozen ziektebeelden zijn daarentegen gerangschikt naar oplopende complexiteit om de cascade van begripsvorming over de fundamentele pathofysiologie te vergemakkelijken. Dit proces van steeds terugkerende integratie wordt gecomplementeerd door de combinatie van zowel verticale integratie als horizontale integratie

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar 33 / 210 (theoretisch versus klinisch en beschouwend versus snijdend). Deel 4 betreft het toepassen van verworven kennis en inzicht op relevante ziektebeelden die in voorgaande drie delen nog niet behandeld zijn. In dit stadium is de zelfwerkzaamheid van de student een zeer belangrijke factor, en dienen de overige ziektebeelden te worden behandeld. Globale leerdoelen Ook in dit thema wordt gewerkt met leerdoelen. Een leerdoel vertelt de student wat hij aan het eind van het thema moet weten en kunnen. Het is een handig hulpmiddel bij de voorbereiding op het tentamen. Er zijn twee soorten leerdoelen: globale en specifieke leerdoelen. De globale leerdoelen van het thema Stoornissen in het milieu interieur staan hieronder vermeld. De specifieke leerdoelen met een gedetailleerde beschrijving van de stof in een bepaalde week kan de student vinden in het themaboek. De globale leerdoelen zijn: De student kan een beschrijving geven van de normale bouw en werking van hart, bloedvaten, longen en luchtwegen in relatie tot etiologie, pathologie en therapie van ziektes van deze orgaansystemen. De student kan een beschrijving geven van de normale bouw en werking van de nier in relatie tot etiologie en pathologie van dit orgaan, alsmede de betekenis van dit orgaan voor het handhaven van het milieu interieur. De student verwerft aan de hand van exemplarische ziektebeelden kennis en inzicht in de therapeutische behandeling en prognose van hart-, vaat- en longziekten en stoornissen van het milieu interieur. De student kan met gebruikmaking van de kennis over normale bouw en werking oorzaken en gevolgen van disfunctie beredeneren en verwerft aan de hand van exemplarische ziektebeelden kennis en inzicht in de pathologie, diagnose van hart-, vaat- en longziekten en nierziekten. De student verwerft aan de hand van exemplarische ziektebeelden kennis en inzicht in het ontstaan en behandelen van multi-orgaan aandoeningen bij bovengenoemde stoornissen. De student is in staat om nieuwe c.q. toekomstige ontwikkelingen ten aan zien van etiologie, diagnostiek en therapie van ziekten die gerelateerd zijn aan stoornissen in het milieu interieur te beschrijven.

34 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar Toetsing en credits Het thema Stoornissen in het milieu interieur duurt 19 weken. Kennis en inzicht in de leerstof van dit thema worden getoetst in vier tentamens. Deze tentamens worden gelijkmatig verspreid over het thema afgenomen. In alle vier tentamens is sprake van open en gesloten vragen en staat het toetsen van begrip centraal. Als voorbereiding op een tentamen wordt in de loop van het thema een voorbeeldtentamen ter beschikking gesteld. Het aantal ECTS is 25. Meer informatie Voor meer informatie zie het themaboek Stoornissen in het milieu interieur en de website www.erasmusmc.nl/geneeskunde > curriculum > jaar 1 & 2 > thema 1.2. 2.3 Thema Abnormale celgroei Themacoördinatoren Foto: Hoeijmakers.jpg Foto: van Gent.jpg Prof.dr. J.H.J. Hoeijmakers E-mail: j.hoeijmakers@ erasmusmc.nl Kamer: Ee 720B Telefoon: 408 71 99 Dr. D.C. van Gent E-mail: d.vangent@ erasmusmc.nl Kamer: Ee 651 Telefoon: 408 79 32 Overige coördinatoren Naam E-mail Kamer Telefoon Prof. dr. C.H. Bangma Dr. M. Bontenbal h.j.vanalphen@ erasmusmc.nl m.bontenbal@ erasmusmc.nl H 1072 463 36 07 G 4 439 15 05 Dr. P.P. Janssen p.p.jansen@ erasmusmc.nl F 117 439 13 35

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar 35 / 210 Dr. K. Munte Dr. J.N.J. Philipsen Prof. dr. I.P. Touw k.munte@ erasmusmc.nl j.philipsen@ erasmusmc.nl i.touw@ erasmusmc.nl PA 244 463 59 33 Ee 669A 408 82 82 Ee 1330C 408 78 37 Introductie Dit pathofysiologisch thema richt zich op kanker, de meest voorkomende en meest belangrijke vorm van abnormale celgroei. Kanker is na hart- en vaatziekten (zie thema Stoornissen in het milieu interieur) de belangrijkste doodsoorzaak. Het concept kanker wordt op een systematische wijze behandeld beginnend met de etiologische factoren via pathogenese, klachten en diagnose tot behandeling, beloop en nieuwe ontwikkelingen. Voor alle soorten kanker geldt dat het ontstaan van de kankercel het gevolg is van DNA-schade. Kanker wordt daarom ook wel de ziekte van de genen genoemd: DNAbeschadigingen leiden tot permanente wijzigingen in de genetische code. Mutaties in genen, die de celdeling regelen, kunnen leiden tot ongeremde celgroei en tumorvorming. De pathogenese en pathofysiologie zijn voor de meeste kankersoorten vergelijkbaar. Klachten en symptonen zijn deels algemeen en deels orgaangebonden, maar hebben veelal dezelfde pathofysiologische achtergrond. Evenzeer hebben diagnostiek en therapie voor een groot deel een gemeenschappelijke basis en voor een kleiner deel een meer orgaanspecifieke toepassing. Het hoofddoel van het thema is dat de student het concept kanker van ontstaan tot behandeling en beloop beheerst aan de hand van de vier exemplarische ziektebeelden (long-, borst- en darmkanker en leukemie). Op basis van dit verworven inzicht moet de student in staat zijn om zelfstandig kennis te verwerven van en inzichten toe te passen op elke willekeurige andere soort kanker. Opbouw thema Deel 1 Wat is kanker? Deel 2 Kanker: van normaal naar abnormaal naar kliniek Deel 3 Exemplarische vormen van kanker: leukemie, long-, borsten colonkanker Deel 4 Toepassing kennis en inzicht op andere vormen van kanker Elk van de delen zal worden afgesloten met een of meerdere toetsen.

36 / 210 Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar De inhoud van ieder deel wordt aangegeven met uitgewerkte begrippenschema s. In deel 1 wordt het begrip kanker geïntroduceerd en een overzicht van het thema gegeven, waarbij de vier exemplarische vormen van kanker worden geïllustreerd. Aan de hand van iedere patiëntcasus worden de onderdelen van het begrippenschema globaal behandeld en wordt een overzicht gegeven van de opbouw en samenstelling van de overige delen van het thema. In deel 2 komen de basale aspecten van etiologische factoren tot en met nieuwe ontwikkelingen aan bod. Deel 3 gaat uitgebreid in op longcarcinoom, pathogenese, coloncarcinoom, mammacarcinoom en leukemie. De nadruk ligt op de symptomen en klachten, gerelateerd aan de tumor, en de subjectieve beleving van de ziekte door de patiënt, de prognose en de behandeling. Tenslotte zal in deel 4 de opgedane kennis worden toegepast op een aantal andere vormen van kanker. Globale leerdoelen Ook in dit thema wordt gewerkt met leerdoelen. Een leerdoel vertelt de student wat hij aan het eind van het thema moet weten en kunnen. Het is een handig hulpmiddel bij de voorbereiding op het tentamen. Er zijn twee soorten leerdoelen: globale en specifieke leerdoelen. De globale leerdoelen van het thema Abnormale celgroei staan hieronder vermeld. De specifieke leerdoelen met een gedetailleerde beschrijving van de stof in een bepaalde week kan de student vinden in het themaboek. De globale leerdoelen zijn: De student leert om te gaan met de grote stroom van medische informatie en leert hieruit de voor hem/haar relevante informatie te destilleren. De student is in staat om een globale beschrijving te geven van de pathogenese van kanker in het algemeen, inclusief de betreffende etiologische en epidemiologische factoren. Voor de vier exemplarische ziektebeelden is de student in staat om dit in detail weer te geven. De student verwerft kennis van verbanden tussen cellen, weefsels en organen en van de geïntegreerde microscopische anatomie,

Studiegids 2005/2006 / Deel 1 Onderwijs / Hoofdstuk 2 Themaonderwijs in het eerste studiejaar 37 / 210 histologie en fysiologie van relevante orgaansystemen. De student is in staat om de opbouw van de long, dikke darm, mamma en beenmerg te beschrijven op anatomisch, histologisch en cellulair niveau. De student is in staat om de opbouw van de bij het vorige punt genoemde organen te relateren aan het type kanker en de kankergerelateerde symptomen. De student is in staat om de principes van diagnostiek, prognostische factoren, therapie, prognose, complicaties en preventie van kanker weer te geven en gedetailleerd toe te passen op de vier exemplarische vormen van kanker. De student verwerft kennis van nieuwe c.q. toekomstige ontwikkelingen t.a.v. etiologie, diagnose en therapie van kanker. Hij/zij beschikt over het noodzakelijke inzicht om nieuwe c.q. toekomstige informatie zelfstandig en op eigen initiatief te verkrijgen onder meer via de elektronische media. De student is in staat om kanker gerelateerde gezondheidszorgaspecten, zoals preventie, screening en thuiszorg weer te geven. Na afloop van het thema is de student in staat om zelfstandig kennis te verwerven conform de onderdelen van het begrippenschema van iedere vorm van kanker als onderwerp van de volgende thema s. Toetsing en credits Het thema Abnormale celgroei duurt 16 weken. Kennis en inzicht in de leerstof van dit thema worden getoetst in vier tentamens. Deze tentamens worden gelijkmatig verspreid over het thema afgenomen. In alle vier tentamens is sprake van open en gesloten vragen en staat het toetsen van begrip centraal. Als voorbereiding op een tentamen wordt in de loop van het thema een voorbeeldtentamen ter beschikking gesteld. Het aantal ECTS is 21. Meer informatie Voor meer informatie zie het themaboek Abnormale celgroei en de website www.erasmusmc.nl/geneeskunde > curriculum > jaar 1 & 2 > thema 1.3.