1. De conjunctuurcycli

Vergelijkbare documenten
1. De conjunctuurcycli

antwoorden op de economische crisis in Europa Economische crisis? Hoezo?

antwoorden op de economische crisis in Europa en België! de economische crisis voldoende geld geholpen aanleiding wie heeft de lidstaten versnellen

EUROPESE RAAD Brussel, 9 december 2011

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

10889/10 VP/mg DG G I

Het Europees kader inzake begrotingstoezicht

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

EEN NIEUW KADER VOOR HET BEGROTINGSBELEID

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Beknopte gids over de euro

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Economische vooruitgang

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Estland op 1 januari 2011

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Europees semester 2014: versterken van het herstel

Eurobarometer van het Europees Parlement (EB 79.5) EN JAAR VOOR DE EUROPESE VERKIEZINGEN VAN 2014 Economische en financiële deel BEKNOPTE SAMENVATTING

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tarieven Europa: staffel 1

Praktische opdracht Economie Euro

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

9650/17 pro/van/ln 1 DG G 1A

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Scorebord van de interne markt

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Praktische opdracht Economie Economische Monetaire Unie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EDITIE De infranationale overheid in de EU : sleutelcijfers

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Luke Ming Flanagan namens de GUE/NGL-Fractie

Beknopte gids over de euro

Hierbij gaat voor de delegaties het bovengenoemde tijdschema, voorgelegd door het voorzitterschap en het aantredend voorzitterschap.

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

Europese feestdagen 2019

De Economische en Monetaire. Unie (EMU) en de euro. Voor stabiliteit, groei en welvaart in heel Europa DE EUROPESE UNIE IN HET KORT

Europese feestdagen 2018

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

Bijlage VMBO-GL en TL

Europees semester 2015: beslissingen van het college

PERSBERICHT EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 5 maart 2014

VERDRAG INZAKE STABILITEIT, COÖRDINATIE EN BESTUUR IN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, HET

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis

Miljoenennota Helmer Vossers

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

EUROPESE VERKIEZINGEN Standaard Eurobarometer (EB 69) Voorjaar 2008 Eerste grove resultaten: Europees gemiddelde en grote nationale tendensen

Europese feestdagen 2017

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

VERDRAG INZAKE STABILITEIT, COÖRDINATIE EN BESTUUR IN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, HET

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en)

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau

De Economische en Monetaire. Unie en de euro. Werken aan stabiliteit, groei en welvaart in heel Europa DE EUROPESE UNIE IN HET KORT

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Europese noodfondsen: juridische grondslag en besluitvorming over totstandkoming

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Tarieven Europa: staffel 1

DE BRIEVEN BRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE TIJDSLIJN

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wie bestuurt de Europese Unie?

6, Het verband tussen de euro en de ecu De ecu. Werkstuk door een scholier 1684 woorden 7 december keer beoordeeld

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0043/413. Amendement. Monika Vana namens de Verts/ALE-Fractie

Transcriptie:

1. De conjunctuurcycli De economie evolueert in cycli: periodes van economische groei en tijden van recessie wisselen elkaar af. Het begrip recessie verwijst naar de vertraging van de economische groei, die kan leiden tot verlies van jobs, werkloosheid, begrotingstekorten en faillissementen. De onderliggende oorzaken van de recessie identificeren is helemaal niet zo eenvoudig als het lijkt. Dikwijls zijn zelfs economen het niet eens met elkaar wat betreft het relatieve gewicht dat moet worden toegekend aan de verschillende factoren (politieke, financiële, technische, psychologische, enz.) die aan de basis liggen van veranderingen in consumptiepatronen en/of investeringen en die het tempo van de economische cyclus bepalen. Conjunctuurcycli Crisis Hoogconjunctuur Laagconjunctuur Groei Recessie Herstel Herstel Om de impact van een recessie te beperken, kan een regering een anticyclisch economisch beleid voeren. Met het oog op het stimuleren van economische activiteiten en het effenen van de cycli, kan gebruikgemaakt worden van financiële middelen (i.e. geld in de economie injecteren met risico op inflatie) of begrotingsmiddelen (i.e. belastingverlaging om het privaat ondernemerschap te stimuleren, of overheidsuitgaven verhogen door middel van investeringen met het risico begrotingstekorten te creëren). Ook de zogeheten automatische stabilisatoren 1 (bv. werkloosheidsuitkeringen) kunnen in zekere mate de negatieve effecten verzachten die een plotse toename van het aantal werkzoekenden zou kunnen hebben op de consumptie. 1 Automatische stabilisator: passieve economische maatregel die de gevolgen van economische schokken kan verminderen waardoor een land in recessie of oververhitting getroffen kan worden. Zo tempert de werkloosheidsvergoeding het effect van de toename van het aantal werkzoekenden op de consumptie in tijden van crisis.

Aangezien het monetair beleid in de landen die deel uitmaken van de eurozone bepaald wordt door de Europese Centrale Bank, beïnvloeden de nationale regeringen voornamelijk het begrotingsbeleid 2. De Europese Unie beschikt over een hechte monetaire unie, maar de economische unie is minder vergevorderd. In de loop der tijden zijn er tussen de EU-landen verschillen ontstaan op het vlak van groei, inflatie, concurrentievermogen, begrotingstekorten en -schulden. Daarom moeten deze verschillen aangepakt worden en moet men door middel van een betere economische coördinatie negatieve effecten trachten te voorkomen. Anderzijds zijn beslissingen op het niveau van het monetair beleid sneller voelbaar (een stijging van de rentevoet voelt men van de ene dag op de andere), terwijl er op het niveau van het begrotingsbeleid rekening moet worden gehouden met de nodige uitvoeringstermijn van de maatregelen. Economische en monetaire unie Onevenwicht tussen economisch en monetair beleid Economisch Monetair het economisch beleid en economisch bestuur Monetair beleid (ECB): geldvoorraad en rente Alle lidstaten (EU28) maken deel uit van de economische en monetaire unie maar ze behoren niet allemaal tot de eurozone (EU19) 2 Een deel van het economisch beleid van de lidstaten wordt bepaald op Europees niveau. Binnen de economische en monetaire unie (EMU) zijn een aantal beleidslijnen uitgewerkt die gericht zijn op het versterken van de economische stabiliteit. Het Europees monetair beleid = wordt bepaald door de Europese Centrale Bank (ECB). Het hoofddoel van dit gemeenschappelijk beleid is het handhaven van prijsstabiliteit en de waarde van de euro, door vaststelling van de rente voor leningen die banken verstrekken. De ECB heeft het monopolie op het drukken van bankbiljetten. Het begrotingsbeleid = hieronder vallen belastingen en overheidsuitgaven. Dit domein is de bevoegdheid van de nationale regeringen, maar hoort conform te zijn met de respectievelijke Europese voorschriften. De andere economische beleidsdomeinen = de arbeidsmarkt of de pensioenstelsels maar ook het sociale beleid vallen onder de bevoegdheid van de nationale regeringen, maar worden gecoördineerd op het niveau van de EU in het kader van het Europees semester (zie fiche n 4).

2. Steun aan Griekenland en de financiële firewall van de Europese Unie Het doel van een financiële «firewall» door de Europese Unie is om te voorkomen dat een mogelijke crisis in een lidstaat van de Eurozone het geheel van landen die de eenheidsmunt delen zou destabiliseren. Gezien de hoge nood in Griekenland, heeft de Europese Unie eerst en vooral financiële hulp ingezet onder de vorm van bilaterale leningen, uit Europese solidariteit met één van de lidstaten (zie ommezijde). In 2010 werden vervolgens twee tijdelijke noodfondsen opgericht om de crisis de baas te kunnen, namelijk de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF) voor de lidstaten van de eurozone, en het Europees Financieel Stabiliteitsmechanisme (EFSM) voor elke lidstaat van de EU. Eind 2012 werden deze tijdelijke fondsen vervangen door het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). Deze inter-gouvernementale financiële instelling verschaft financiële bijstand aan lidstaten van de eurozone die te maken krijgen met financiële moeilijkheden of deze dreigen te ondervinden. Het ESM biedt onder andere een lagere rente dan de markt voor leningen, verstrekt leningen aan lidstaten in moeilijkheden, zorgt voor de herkapitalisatie van kredietinstellingen, enzovoort. Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF) - bevoordeelden: de landen van de eurozone - kredietverleningscapaciteit: 440 miljard gegarandeerd door de lidstaten van de eurozone Europees Financieel Stabiliteitsmechanisme (EFSM) - bevoordeelden: elke lidstaat van de EU - kredietverleningscapaciteit: 60 miljard gegarandeerd door het budget van de EU Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) - elke lidstaat van de eurozone maakt hiervan deel uit - inter-gouvernementele financiële instelling - permanent fonds waarvan de kapitaalreserve de grootste is ter wereld - 500 miljard euro kredietverleningscapaciteit - strikte uitvoering op basis van het macro-economisch aanpassingsprogramma (beslist onder gemeenschappelijk akkoord tussen de lidstaat, de Commissie, de Europese Centrale Bank, het IMF en andere eventuele geldschieters) - monitoringsprogramma om te voorkomen dat de oorzaak van financiële instabiliteit zich opnieuw voordoet.

Hulpprogramma s voor Griekenland 1 e hulpprogramma in 2010: 110 miljard euro 80 miljard onder de vorm van leenfaciliteiten vrijgemaakt door andere landen van de eurozone en 30 miljard euro van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). 2 e hulpprogramma in 2012: 130 miljard euro voor een periode van 3 jaar (2012-2014) onder de vorm van leningen afkomstig van de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF). De ministers van financiën van de eurozone (Eurogroep) beslissen om de leenkost te reduceren en kennen een langere terugbetalingstermijn toe. 3 e hulpprogramma in 2015: tot 86 miljard euro voor een periode van 3 jaar (2015-2018) via het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). http://www.esm.europa.eu/

3. Herzieningen van het stabiliteitsen groeipact Het stabiliteits en groeipact werd in 1997 ingevoerd met het oog op de verlenging van de inspanningen rond de verlaging van de begrotingstekorten die waren vastgelegd voor de invoering van de euro (Criteria van Maastricht 3-1992). Het pact verplicht de lidstaten om hun begrotingsdoelstellingen op middellange termijn (het lopende jaar + 3 jaar) vast te leggen in hun stabiliteits- of convergentieprogramma (afhankelijk of ze al dan niet behoren tot de eurozone - zie fiche n 4). Dit om te vermijden dat de lidstaten een schuld opbouwen die een bedreiging zou kunnen vormen voor de stabiliteit van de eurozone. Het pact verplicht de lidstaten tevens om de buitensporige overheidstekorten te herstellen volgens een duidelijk tijdschema. De twee belangrijkste criteria van het pact zijn: het begrotingstekort moet lager zijn dan 3 % van het BBP en de overheidsschuld moet minder dan 60 % van het BBP bedragen of moet aanzienlijk worden verlaagd (met 5 % per jaar gedurende 3 opeenvolgende jaren - herziening van 2011: Six Pack ). Het pact is verschillende malen gewijzigd: herziening van 2005, Six Pack (2011), Two Pack (2013) en het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur, waaronder het Budgettair Pact (2013). Het Six Pack (2011) omvat zes wetgevingsmaatregelen, waarvan vier maatregelen het stabiliteits- en groeipact versterken, en voegt een uitgavencriterium toe aan de middellange termijndoelstelling. Deze stelt dat de jaarlijkse verhoging van de overheidsuitgaven niet hoger mag zijn dan een bepaald referentiepercentage gebaseerd op de potentiële groei van het BBP op middellange termijn, zodat de groei bijdraagt tot het verminderen van de overheidsschuld en niet tot het verhogen van de overheidsuitgaven. Het pakket voorziet ook in een nieuw toezichtsmechanisme, de procedure voor macro-economische onevenwichten, met inbegrip van een waarschuwingsmechanismeverslag dat elk macro-economisch onevenwicht signaleert door middel van de opvolging van 14 indicatoren (zie fiche n 5). 3 Criteria van Maastricht (1992) - convergentiecriteria voor de invoering van de euro: 1. Begrotingstekort < 3 % van het BBP. 2. Overheidsschuld < 60 % van het BBP. 3. Inflatie: de snelheid waarmee de algemene prijsniveaus in een land in één jaar tijd stijgen mag maximaal 1,5 procentpunt hoger zijn dan de inflatie in de drie best presterende landen in de eurozone op een gegeven ogenblik. 4. Rentevoeten: niet meer dan 2 procentpunten hoger dan het gemiddelde van de drie EU-landen die het best presteren inzake prijsstabiliteit. 5. Wisselkoersen: de wisselkoers (de prijs waartegen een valuta kan worden geruild voor een andere) van het land moet binnen een bepaalde schommelingsmarge blijven, en dit om aan te tonen dat de economie stabiel genoeg is om de euro in te voeren.

Het Two Pack (2013) heeft het toezicht op de nationale begrotingen nog verstrengd, door een gemeenschappelijke budgettaire kalender voor alle lidstaten op te stellen. Alle lidstaten moeten jaarlijks vóór 15 april hun begrotingskader op middellange termijn indienen bij de Commissie. Vóór 15 oktober, nog voor de nationale controle, moeten de lidstaten hun ontwerpbegrotingsplannen indienen, waarin wordt uitgelegd hoe ze hun middellange termijndoelstellingen denken te behalen. Indien uit de analyse van de Commissie blijkt dat het risico bestaat dat de lidstaat haar aanbevelingen niet volgt, kan ze eisen dat het begrotingsontwerp wordt aangepast. Het Two Pack vereist dat onafhankelijke instanties (onafhankelijke Begrotingsraad) toezien op de op nationaal niveau genomen begrotingsmaatregelen en de macro-economische vooruitzichten. Het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (2013) omvat het begrotingspact dat de lidstaten verplicht hun doelstellingen voor de middellange termijn in hun nationale wetgeving op te nemen (zo niet kan een boete gelijk aan 1 % van het BBP per jaar worden opgelegd aan de leden van de eurozone). Bovendien moet het structureel tekort kleiner zijn dan 0,5 % van het BBP, zodat de overheidsuitgaven door overheidsinkomsten worden gefinancierd en niet door de schuldenlast (behalve in uitzonderlijke omstandigheden, recessie of ongebruikelijke gebeurtenissen die onafhankelijk zijn van de wil van de staten; wanneer de schuld lager is dan 60% van het BBP, dan mag het structurele tekort oplopen tot 1 % van het BBP). Het doel is de onderliggende oorzaken van de structurele tekorten aan te pakken om de groei van de noodlijdende economie te bewerkstelligen. Het begrotingspact voorziet in een automatisch correctiemechanisme dat in werking treedt bij overschrijding van de grens van het structureel tekort 4. De lidstaten zijn vervolgens verplicht om in hun nationale wetgeving uit te leggen hoe en wanneer zij dit willen rechtzetten in de komende begrotingen. 4 Structureel tekort: conjunctuurgezuiverd overheidstekort ongeacht eenmalige maatregelen.

4. Europees semester Om gezonde overheidsfinanciën, de bevordering van de economische groei en het voorkomen van buitensporige macro-economische onevenwichten binnen de Europese Unie te garanderen, heeft de Unie een jaarlijks coördinatieschema opgesteld dat men het Europees semester noemt. Deze nieuwe werkmethode, die sinds 2011 van kracht is, heeft als doel besmettingseffecten tussen verschillen in economisch beleid tegen te gaan. De cyclus bestaat uit de volgende fasen: In de voorbereidende fase (november) publiceert de Commissie haar jaarlijkse groeianalyse (JGA), gebaseerd op de analyse van de huidige situatie en de followup van de voorgaande cyclus. De analyse bepaalt de EU-prioriteiten die de economische groei en werkgelegenheid van het volgende jaar zouden moeten bewerkstelligen. De JGA bevat een beoordeling van de vorderingen die al dan niet gemaakt zijn om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te behalen (zie fiche n 6), en een verslag over de werkgelegenheid. Tegelijkertijd publiceert de Commissie haar waarschuwingsmechanismeverslag dat een lijst bevat van de lidstaten die te maken zouden kunnen krijgen met economische onevenwichten en waarvoor een gedetailleerdere analyse van de economische situatie moet worden opgemaakt. In november brengt de Commissie ook advies uit over de begrotingsplannen (zie fiche n 3 Two Pack) van de lidstaten van de eurozone en over de economische partnerschapsprogramma s (voor de lidstaten van de eurozone met een buitensporig begrotingstekort). Tijdens de eerste fase (maart), waarin de Europese beleidslijnen worden uiteengezet, baseren de staatshoofden en regeringsleiders (Europese Raad) zich op de jaarlijkse groeianalyse van de Commissie om de richtsnoeren van de EU met betrekking tot het economisch beleid te bepalen. Op haar voorjaarstop geeft de Europese Raad richting aan de budgettaire en structurele hervormingen, alsook rond potentiële groeisectoren. De lidstaten dienen hun stabiliteits- of convergentieprogramma in (april) om de houdbaarheid van hun openbare financiën aan te tonen. Ze dienen ook hun nationaal economisch hervormingsprogramma in dat moet aantonen dat er maatregelen zijn genomen voor een slimme, duurzame en inclusieve groei (Europa 2020 zie fiche n 6). De Commissie beoordeelt deze programma s en doet landenspecifieke aanbevelingen. De Europese Raad kijkt vervolgens deze aanbevelingen na (zie schema: Wie doet wat in het Europees semester?). In de laatste uitvoerende fase (eind juni, begin juli) geeft de Raad haar formele goedkeuring aan de landenspecifieke aanbevelingen.

Wie doet wat in het economisch bestuur: Binnen de economische en monetaire unie (EMU) wordt de verantwoordelijkheid voor het economisch beleid gedeeld tussen: -> De Europese Raad Staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie. Zij definiëren de belangrijkste politieke richtlijnen. De Eurotop: Bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders van de landen van de eurozone. Gaat minstens 2 keer per jaar door (voorzitter verkozen voor 2,5 jaar, gelijktijdig met de voorzitter van de Raad) -> De Raad van de EU (of kortweg: de Raad) De ministers van de Europese Unie. Zij coördineren het beleid, spreken zich uit over de voorstellen van de Commissie en nemen beslissingen die bindend kunnen zijn. -> De landen van de Europese Unie Stellen hun nationale begrotingen op binnen het kader van de opgelegde limieten wat betreft het tekort en de schuld, en leggen hun structurele beleidsmaatregelen vast voor de arbeidsmarkt, het pensioenstelsel en de kapitaalmarkten. -> De Eurogroep Ministers van Financiën van de eurozone (+ permanente voorzitter). Zij coördineren beleidsmaatregelen die van gemeenschappelijk belang zijn voor de eurozone. -> De Europese Commissie Stelt richtlijnen rond het budgettair en economisch beleid voor aan de Raad en is verantwoordelijk voor de follow-up en het toezicht op de uitvoering van de besluiten van de Raad (d.w.z. de verbintenissen van de lidstaten zelf en de verdragen zelf). -> Het Europees Parlement Deelt de wetgevende macht met de Raad en oefent democratisch toezicht uit op het economisch beleid, met name in het kader van de economische dialoog. 5 -> De Europese Centrale Bank Voert onafhankelijk het monetaire beleid voor de eurozone, met prijsstabiliteit als voornaamste doel. 5 Economische dialoog Het Europees Parlement kan de voorzitter van de Raad, de Commissie en, in voorkomend geval, de voorzitter van de Europese Raad of de voorzitter van de Eurogroep verzoeken om aangelegenheden in verband met het Europees semester te bespreken. Ook individuele lidstaten kan de mogelijkheid worden geboden om aan de gedachtewisseling deel te nemen.

November Voorbereidende fase SITUATIEANALYSE en follow-up vorig jaar Wie doet wat in het Europees semester? Budgettair en structureel beleid Europese Commissie analyse Macro-economishe onevenwichten Eurozone werkt de aanbevelingen uit van de eurozone Jaarlijkse groeianalyse (JGA) Waarschuwingsmechanismeverslag Eurozone formuleert mening over De ontwerpbegrotingsplannen van de lidstaten! December Eurozone De EUROGROEP debatteert over de mening van de Europese Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen Eurozone De Lidstaten keuren hun begrotingen goed (vóór 31 december) Januari Fase 01 AANSTURING BELEID op EU-niveau Februari Maart April Raad van de EU bestudeert JGA en stelt conclusies vast neemt de aanbevelingen van de eurozone aan Europees Parlement advies over werkgelegenheidsrichtsnoeren Europees Raad (staatshoofden en regeringsleiders): beleidslijnen Grondige evaluatie landen met macro-economische onevenwichten Fase 02 LANDENSPECIFIEKE doelstellingen, beleidsmaatregelen en plannen Mei Lidstaten schetsen specifieke doelstellingen, prioriteiten en plannen Juni Raad van de EU stemt in met definitieve landenspecifieke aanbevelingen Europese Commissie stelt landenspecifieke aanbevelingen voor Europese Raad keurt de landenspecifieke aanbevelingen goed Juli Raad van de EU keurt de landenspecifieke aanbevelingen goed Fase 03 UITVOERING LIDSTATEN nemen aanbevelingen mee in het nationaal besluitvormingsproces over hun begroting van het komende jaar Op het einde van het jaar begint een nieuwe cyclus wanneer de Commissie een overzicht geeſt van de economische situatie in haar jaarlijkse groeianalyse voor het komende jaar. BRON: Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie 2013. Reproductie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

Europees semester 2016 Illustratie van de situatie in juni 2016 i.h.k.v. de macro-economische onevenwichtenprocedure Landen in buitensporigtekortprocedure (correctief deel) Landen niet in buitensporigtekortprocedure (preventief deel) Geen diepgaande evaluatie Tsjechië Denemarken Letland Litouwen Luxemburg Slowakije Malta Polen Geen onevenwichten Resultaten diepgaande evaluaties 2016 Onevenwichten Buitensporige onevenwichten Kroatië Frankrijk Verenigd Koninkrijk Spanje Portugal Oostenrijk België Estland Hongarije Finland Bulgarije Duitsland Cyprus Ierland Italië Nederland Roemenië Slovenië Zweden Buitensporige onevenwichten met corrigerende maatregelen Geen landenverslag Macro-economische onevenwichten aangepakt met macro-economisch aanpassingsprogramma Greece = eurozone http://europa.eu/rapid/press-release_ip-16-591_nl.htm

5. Toezichtsmechanismen -> Toezichtsmechanismen voor begrotingsonevenwichten Het belangrijkste instrument is het stabiliteits- en groeipact dat 2 essentiële criteria bevat: het begrotingstekort (< 3 % van het BBP) en de staatsschuld (< 60 % van het BBP of verlagen met minstens 5 % per jaar gedurende 3 opeenvolgende jaren). Een buitensporige tekortenprocedure (of schuldprocedure) kan worden opgestart als deze waarden worden overschreden, tenzij er zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen (recessie of wanneer het tekort het gevolg is van de financiering van investeringen gericht op het doorvoeren van structurele verbeteringen in de economie, bv. investeringen in het pensioenstelsel, de infrastructuur enz.). Aanbevelingen in de vorm van stappenplannen tot uitvoering van de corrigerende maatregelen leggen de termijnen vast waarbinnen deze genomen moeten worden tot uitvoering van de corrigerende maatregelen. De overheden moeten hierover op systematische wijze verslag uitbrengen aan de Europese Commissie. Financiële sancties (alleen voor de lidstaten van de eurozone) worden geleidelijk aan opgelegd indien aanbevelingen niet worden opgevolgd. In eerste instantie gaat het om een depositogarantie bij de ECB, maar deze kan worden omgezet in een boete waardoor het land zijn geld niet meer terugkrijgt. De sancties kunnen automatisch worden toegepast, tenzij een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten zich daartegen verzet in de Raad (omgekeerde gekwalificeerde meerderheid verbetert de snelheid van de besluitvorming). Een beter geco rdineerd economisch en begrotingsbeleid ge ntegreerd in het Europees semester... ersterkt stabiliteits- en groeipact markten enunie, Gemeenschappelijk T... het Europees semester begrotingspact macro-economische onevenwichten meer integratie Europees semester, Europa 2020-strategie -> Mechanismen voor toezicht op macro-economische onevenwichten: Naast versterking van de begrotingsvoorschriften heeft de EU een nieuw toezichtskader ingevoerd, genaamd de procedure voor macro-economische onevenwichten (Six Pack 2011). Dit omvat een vroegtijdig waarschuwingsmechanisme dat sneller macroeconomische onevenwichten zou moeten kunnen detecteren. De procedure bestaat uit een scorebord met 14 macro-economische indicatoren waaronder exportmarktaandeel, loonkosten, schulden in de privésector, overheidsschuld, werkloosheidsgraad,

vastgoedprijzen 6, enz. In 2015 werden drie bijkomende indicatoren met betrekking tot werkgelegenheid aan het dashboard toegevoegd (activiteitsgraad, langdurige werkloosheid en jeugdwerkloosheid) om zo een beter zicht te verkrijgen op de sociale context waarin de eventuele macro-economische onevenwichten zich manifesteren. Dit alarmsysteem kan aanleiding geven tot grondige analyses 7 voor bepaalde landen. Zodra macroeconomische onevenwichten worden vastgesteld, wordt de lidstaat verzocht maatregelen te nemen om te voorkomen dat de situatie verslechtert. Indien de onevenwichten buitensporig zijn, moet de lidstaat de aanbevolen maatregelen nemen volgens een duidelijke tijdslijn om de economie weer in evenwicht te brengen, zo niet worden sancties toegepast. -> Toezichtsmechanismen op structurele hervormingen om het concurrentievermogen te bevorderen In 2011 werd het competitiviteitspact of Euro Plus-pact ondertekend door de lidstaten van de eurozone (+ 6 landen: BG, DK, LT, LV, PL en RO), dat de economische coördinatie tussen de deelnemende lidstaten versterkt. Het is gericht op de versterking van het concurrentievermogen en moedigt groei en een sterkere economische convergentie tussen de betreffende landen aan. De nadruk wordt gelegd op de belangrijkste beleidsterreinen die onder de bevoegdheden van de lidstaten vallen, zoals het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. De verschillen in concurrentievermogen leiden namelijk tot grote onevenwichten inzake interne EU-handel. De deelnemende landen hebben zich geëngageerd om een reeks concrete maatregelen te nemen die jaarlijks herzien worden door de staatshoofden en regeringsleiders. Gemeenschappelijk mechanisme voor bank irewall (EFSF/EFSM ESM, FMI) el doorbrek van de banken, stresstests, herkapitalisatie en financiering Europa 2020-strategie openbare schuld onevenwichten Economishe groei van de o 6 Voorbeeld: In de loop van de 10 jaar voor de lancering van de euro daalden de interestvoeten voor hypotheken in alle EU-landen, wat de maandelijkse afbetaling van een huis deed verminderen. Deze situatie veroorzaakte echter een stijging van de vastgoedprijzen en een uitbreiding van de bouwsector. Toen de financiële crisis toesloeg, hadden vele huishoudens, maar ook bouwbedrijven, zich diep in de schulden gestoken, waardoor de prijzen weer kelderden. Dit is de reden waarom een procedure van macro-economische onevenwichten in werking wordt gesteld zodra de stijging van de huizenprijzen ten opzichte van de uitgaven van de huishoudens meer dan 6 % bedraagt, aangezien ook de schuldenlast van de particuliere sector een land kwetsbaarder kan maken voor economische schokken. Een andere belangrijke macro-economische indicator = exportaandeel van elk EU-land naar landen buiten de EU. De indicator kijkt naar de verandering van de gemiddelde totale waarde van de uitgevoerde goederen en diensten over de laatste 5 jaar. De alarmbel gaat rinkelen bij een daling van 6 % of meer. 7 Grondige analyse: onderzoek door de Europese Commissie om de omvang en de aard van de economische onevenwichten te beoordelen.

6. Europa 2020-strategie Met de Europa 2020-strategie wil de Europese Unie een competitievere en duurzamere economie met een hogere tewerkstellingsgraad bewerkstelligen. -> Prioriteiten: Slimme groei -> door te investeren in onderwijs, onderzoek en innovatie (digitale agenda voor Europa, Innovatie-Unie, Jeugd in beweging); Duurzame groei -> door voorrang te geven aan een koolstofarme economie en een competitief bedrijfsleven (efficiënt gebruik van hulpbronnen, een industrieel beleid aangepast aan de mondialisering); Inclusieve groei -> met de nadruk op het scheppen van werkgelegenheid en het terugdringen van armoede (een strategie voor het aanleren van nieuwe vaardigheden en het scheppen van banen, een Europees platform tegen armoede). -> 5 te verwezenlijken doelstellingen voor 2020: Werkgelegenheid: de tewerkstellingsgraad van de EU-bevolking in de leeftijdsgroep 20-64 jaar verhogen tot 75 %. Onderzoek en ontwikkeling: investering van 3 % van het BBP in onderzoek en ontwikkeling. Klimaatverandering en duurzame energie: vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met 20 % ten opzichte van 1990, 20 % meer energie-efficiëntie en 20 % van het energiegebruik uit hernieuwbare bronnen. Onderwijs: verlaging van het percentage vroegtijdige schoolverlaters tot minder dan 10 % en een getuigschrift van hoger onderwijs voor minstens 40 % van de bevolking in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar. Bestrijding van armoede en sociale uitsluiting: minstens 20 miljoen minder mensen die risico lopen op armoede en sociale uitsluiting.

Een systeem voor economisch bestuur werd ingevoerd om de beleidsmaatregelen tussen het nationaal en het Europees niveau te coördineren. Tijdens de voorbereidende fase van het Europees semester publiceert de Europese Commissie haar jaarlijkse groeianalyse (JGA) met een analyse van de vooruitgang van de uitvoering van de doelstellingen van Europa 2020. www.ec.europa.eu/europa2020

7. Blauwdruk naar een echte economische en monetaire unie In juli 2015 hebben de vijf Voorzitters van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad van de Unie, Eurogroep, Europese Commissie and Europese Centrale Bank) een ambitieus maar pragmatisch routeplan voorgesteld om de economische en monetaire unie te vervolledigen. Uittreksel uit het vijf-presidenten-rapport (Vervolledigen van de economische en monetaire unie, 2015): «Europa herstelt zich van de ernstigste financiële en economische crisis in zeventig jaar. De uitdagingen van de afgelopen jaren hebben nationale regeringen en EU-instellingen gedwongen snelle en buitengewone stappen te nemen. Zij moesten hun economieën stabiliseren en alles wat via het geleidelijke en soms moeizame proces van Europese integratie tot stand is gebracht, beschermen. Daardoor kon de integriteit van de eurozone als geheel behouden blijven en heeft de interne markt niet aan kracht ingeboet. Nu de economische groei en het vertrouwen in een groot deel van Europa weer terugkeren, is het echter duidelijk dat de snelle oplossingen van de afgelopen jaren moeten worden omgezet in een duurzame, rechtvaardige en democratisch gelegitimeerde basis voor de toekomst. Het is ook duidelijk dat met 18 miljoen werklozen in de eurozone, veel meer moet worden gedaan om het economisch beleid te verbeteren. Europa s economische en monetaire unie (EMU) is als een huis waaraan tientallen jaren is gebouwd maar dat echter slechts gedeeltelijk af is. Toen het door de storm werd getroffen, moesten de muren en het dak snel worden verstevigd. Het is nu de hoogste tijd om de funderingen te versterken en de EMU te maken tot wat ermee werd beoogd: een welvarend gebied op basis van evenwichtige economische groei en prijsstabiliteit, een concurrerende sociale markteconomie gericht op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang. Om dit doel te bereiken, zullen we verdere stappen moeten nemen om de EMU te voltooien.» ECONOMISCHE UNIE FINANCIËLE UNIE BEGROTINGSUNIE POLITIEKE UNIE

In hun rapport, stellen de vijf voorzitters voor om tegelijkertijd vooruitgang te boeken op vier terreinen: ECONOMISCHE UNIE Ten eerste moeten we gaan in de richting van een echte economische unie die ervoor zorgt dat iedere economie de structurele kenmerken bezit om in de monetaire unie te kunnen gedijen. FINANCIËLE UNIE Ten tweede moeten we in de richting van een financiële unie evolueren die de integriteit van onze munt in de gehele monetaire unie waarborgt en risicodeling met de particuliere sector versterkt. BEGROTINGSUNIE Ten derde moeten we verder gaan in de richting van een begrotingsunie die zowel voor een houdbare begroting als voor begrotingsstabilisatie zorgt. POLITIEKE UNIE Ten slotte moeten we vooruitgang boeken in de richting van een politieke unie die het fundament vormt van alle bovengenoemde elementen dankzij werkelijke democratische verantwoording, legitimiteit en institutionele versterking.

8. Het Investeringsplan voor Europa Sinds het uitbarsten van de economische en financiële crisis in 2008 daalden de investeringen met 15 % in Europa, wat de economie afremde. Investeerders, zowel publieke als private, zijn meer terughoudend om deel te nemen aan de financiering van projecten die ze als meer risicovol beschouwen. Het Investeringsplan voor Europa of het zogenaamde Junckerplan, dat in 2015 werd opgestart, heeft als doel het investeringsniveau in Europa te herstellen na de crisis en haar concurrentieniveau te versterken. Het Investeringsplan voor Europa bevat drie luiken: Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) in partnerschap met de Europese Investeringsbank (EIB), om 315 miljard euro investeringen te mobiliseren tot 2017. Uniek aanspreekpunt voor technische ondersteuningen, een portaal met informatie over investeringsprojecten ter ondersteuning van investeringen in de reële economie. Wetgevende en structurele hervormingen om een gunstig klimaat te creëren voor investeringen. EUR Investeerders Europees Fonds voor strategische investering Europees Fonds voor strategische investeringen Strategische projecten voor Europa 315Mld UR x 15 5Mld EUR16Mld Investeerders Hefboomeffect Initiële inleg van 21 miljard euro uit publieke fondsen ( 16 miljard uit het EU budget + 5 miljard van de EIB) Laat toe op de markten te lenen (obligaties) om 63 miljard ter beschikking te stellen van de EIB De projecten die door de EIB worden uitgezocht trekken bijkomende publieke en private middelen aan, waardoor men 315 miljard aan investeringen bereikt op drie jaar tijd, ofwel 15 keer het oorspronkelijk beschikbaar bedrag.

Het EFSI is in de eerste plaats een garantiefonds dat de eerste verliezen van projecten dekt. Dit zorgt voor een hefboomeffect en staat toe om bijkomende private investeringen aan te trekken. Het Europees Fonds voor strategische investeringen laat twee grote types projecten toe: Grote projecten die betrekking hebben op een sector met toekomstperspectief (bijvoorbeeld strategische infrastructuurprojecten, transport, digitale netwerken, hernieuwbare energie, stedelijke ontwikkeling, onderzoek en innovatie, onderwijs); Innovatieve projecten gedragen door kleine en middelgrote ondernemingen KMO s (intrede in het kapitaal, microleningen) of midcap-bedrijven (leningen voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, risicokapitaal voor prototypes). Deze projecten worden normaal gezien gefinancierd via het Europees Investeringsfonds (EIF), een filiaal van de EIB, dat waarborgen geeft aan de nationale banken die wensen te lenen aan deze ondernemingen. Wie kan een tussenkomst van het EFSI aanvragen? Ondernemingen van verschillende grootte, waaronder ook KMO s en midcap-bedrijven (tot 3 000 werknemers) Openbare instellingen Nationale ontwikkelingsbanken of andere bankinstellingen die leningen toekennen Investeringsplatformen op maat