INFORMELE EUROPESE RAAD 16 april 2003 Athene

Vergelijkbare documenten
EUROPESE RAAD 19 en 20 juni 2003 Thessaloniki

DE EUROPESE GRONDWET: EEN TEKST DIE DE TOEKOMST VAN DE UNIE VEILIG STELT

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

HET VERDRAG VAN NICE EN DE CONVENTIE OVER DE TOEKOMST VAN EUROPA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INTERGOUVERNEMENTELE CONFERENTIE 4 oktober 2003 Rome

Verkiezingen Tweede Kamer 2012

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE RAAD 21 en 22 juni 2002 SEVILLA

VERKLARING VAN ROME V. GISCARD

EUROPESE RAAD 12 en 13 december 2002 KOPENHAGEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

Regio s. In een dergelijk geval dienen zij dit met een motivering te omkleden.

Wie bestuurt de Europese Unie?

EUROPESE RAAD 16 en 17 oktober 2003 Brussel

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Wie bestuurt de Europese Unie?

WERKGROEP REGLEMENT VAN ORDE VAN DE EURO-MEDITERRANE PARLEMENTAIRE VERGADERING

Wie bestuurt de Europese Unie?

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPESE RAAD 15 en 16 maart 2002 BARCELONA

Handvest van de grondrechten van de EU

EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT. Brussel, 23 april 2003 (24.04) (OR. fr) CONV 691/03. NOTA het praesidium de Conventie

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

EUROPESE RAAD 4 en 5 november 2004 Brussel

SAMENVATTING SYLLABUS

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie

CALRE. Conferentie van de Europese Regionale Wetgevende Assemblees Verklarende noot

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN. Brussel, 25 november 2003 (26.11) (OR. fr) CIG 51/03

HOORZITTINGEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT ANTWOORDEN OP VRAGENLIJST VOOR KANDIDTAAT-COMMISSARIS. Mevrouw Ingrida UDRE (Belastingen en douane-unie)

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

EUROPESE RAAD 17 en 18 juni 2004 Brussel

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

8763/19 jwe/gra/sp 1 TREE.1.B

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE /6-24 AMENDEMENTEN 6-24

DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM

VERKLARING VAN EUSKADI

13.1. De geschiedenis van de Europese Unie

CONV 252/02 smu/ier/jg 1

... I... EUROPESE RAAD TE FONTAINEBLEAU CONCLUSIES VAN HET VOORZITTERSCHAP

Aan de voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, 27 oktober 2003

UW STEM TELT! EP14_Leaflet_GTV_A5_NL_nl_V01.indd 1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 oktober 2018

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

EUROPEES PARLEMENT. Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

9 Europese regelgevende agentschappen

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board Niet opgesteld

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Europa in de Tweede Kamer

VERKLARING VAN MADEIRA

EUROPESE SOCIAAL-DEMOCRATEN: VOORSTANDER VAN DE EUROPESE GRONDWET

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT VOOR DE EUROPESE RAAD

Actieplan Echte Europese politiek

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

Vier voorzitters - 1

Het Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents

Huishoudelijk reglement Ouderraad Openbare Basisschool de Esdoorn, Weerdinge

HET STRATEGISCH ORGAAN VAN DE EU

Krachtenveld Europese Unie

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

A5-0058/

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden.

Brussel, 11 december 2002 SECRETARIAAT

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Toespraak Voorzitter bij het in ontvangst nemen van het Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2012 op 20 november 2012 in de Oude Zaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus AE Den Haag. Datum 30 juni 2017 Verbeteringen in het verkiezingsproces

Krachtenveld Europese Unie

A. Inleiding en wegwijs in het Europese recht

Majesteit, Koninklijke Hoogheid, excellenties, dames en heren,

De heer Van Niekerk Algemeen Secretaris van de Sociaal-Economische Raad Postbus LK Den Haag. Den Haag, i/ mei 2003

Eerste Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel van bijzonder decreet. houdende de organisatie van volksraadplegingen in het Vlaamse Gewest

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

E U R O P E E S P A R L E M E N T DIRECTORAAT PLANNING PARLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN INFORMELE EUROPESE RAAD 16 april 2003 Athene TOESPRAAK VAN DE HEER PAT COX, VOORZITTER 03/S-2003 Directoraat-generaal presidium NL NL

(Intranet) http://www.europarl.ep.ec/bulletins (Special Edition 2003) (Internet) http://www.europarl.eu.int/bulletins (Special Edition 2003) \\EPADES\PUBLIC\SOMMET\Athènes

TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER 3 TOESPRAAK uitgesproken door de Voorzitter van het Europees Parlement, de heer Pat COX voor de informele Europese Raad op 16 april 2003 in Athene Uitgesproken tekst

TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER 5 Mijnheer de Voorzitter, De uitbreiding verloopt volgens plan. Ik ben trots om u te kunnen meedelen dat het Europees Parlement met een overgrote meerderheid heeft besloten in te stemmen met de toetredingsverzoeken van de 10 kandidaat-lidstaten. Gemiddeld heeft meer dan 90% van de leden voor deze uitbreiding gestemd. Zowel absoluut als relatief was dit meer dan bij eerdere uitbreidingen. Het komende jaar betekent een nieuwe fase in het uitbreidingsproces. De beslissing is nu aan de volkeren in volksraadplegingen en aan de parlementen via de ratificatieprocedures. Op Europees niveau is het werk klaar. Tot dusver hebben er drie referenda in de kandidaat-lidstaten plaatsgevonden, en wel in Malta, Slovenië en Hongarije. Namens het Parlement wens ik de leiders van deze landen geluk met de uitslagen. Maar er komen nog referenda die een belangrijke test zijn. Ik wil u vragen ervoor te zorgen dat de nationale parlementen, vooral in de lidstaten, zich houden aan het ratificatieschema, zodat we de einddatum van 1 mei 2004 halen. De moedige economische, politieke en sociale hervormingen die de kandidaat-lidstaten sinds de val van de Berlijnse muur hebben doorgevoerd, de opbouw van de democratie en een markteconomie, en de overname van het acquis communautaire, hebben veel offers, moed en geduld gekost. De Conventie, met de deelname van de kandidaat-lidstaten, wat onze bijdrage is tot het hervormingsproces, is cruciaal en onmisbaar om ervoor te zorgen dat een Europa van 25 lidstaten kan functioneren. Ook wij moeten moed tonen, en een volwassen vermogen om compromissen te sluiten. In oktober 2000, nog voor de sluiting van het Verdrag van Nice, stemde het Parlement in beginsel voor een Europese constitutie en drong aan op de organisatie van een Conventie. Ons standpunt werd door velen utopisch gevonden. Maar geleidelijk zagen steeds meer mensen in dat zo'n conventie wenselijk was. Na Nice raakte iedereen overtuigd van de noodzaak ervan. En de methode van de conventie werkt. Zij is een stimulans geweest voor de publieke discussie. Er zijn conclusies getrokken die op veel punten radicaal verder gingen dan "Amsterdam" en "Nice". Het is een open proces geweest. La mayonnaise a pris. Er bestaat algemene overeenstemming over de vorm waarin de resultaten moeten worden gegoten: een constitutioneel verdrag. Het Handvest van de grondrechten wordt in dit verdrag opgenomen. We hebben overeenstemming bereikt over de vereenvoudiging van wetgevingsprocedures. De resultaten met betrekking tot justitie en binnenlandse zaken zouden verbetering moeten brengen in de slagvaardigheid van de Unie op terreinen die de Europese burger dagelijks ter harte gaan, en nationale parlementen krijgen een belangrijkere rol in het waarborgen van de subsidiariteit. Het lef en de ambitie die de Conventie vanaf het begin van haar werk aan de dag heeft gelegd mogen niet afzwakken. Het Europa van de toekomst komt niet tot stand door terug te vallen op de bestaande bepalingen van de Verdragen. Er is een nog grotere bereidheid nodig om compromissen te sluiten.

6 TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER Aan het einde van de rit zal de publieke opinie haar oordeel vellen over het resultaat. De Europese burger houdt zich niet echt bezig met theorieën over instituties. Besluitvormingsmechanismen, benoemingsprocedures, instellingen en hun onderlinge interactie zijn geen opwindende onderwerpen. De mensen zullen het eindrapport beoordelen aan de hand van heel simpele vragen. Gaat het lukken in de praktijk? Zullen de Europese instellingen slagvaardiger worden? Gaat de welvaart omhoog? En de veiligheid? Krijgt Europa meer invloed in de wereld? Is het efficiënt? Begrijpelijk? En als parlementariër weet ik zeker dat de mensen vooral zullen vragen: nemen democratie, legitimiteit en transparantie een centrale plaats in binnen het Europese bouwwerk? De Conventie moet zich dus buigen over de instellingen, maar die instellingen zijn slechts een deel van het geheel. In die fase zitten we nu, en u, mijnheer de Voorzitter heeft ons een aantal sleutelvragen voorgelegd. Ik wil hierover één algemene opmerking maken. Ons uitgangspunt is de communautaire methode. Zonder die methode zou het integratieproces in de Unie nooit gekomen zijn waar het nu is. Ik heb geen simpel en volledig antwoord van het Parlement op de vragen die u heeft gesteld, en wel om een goede reden. Het Parlement heeft het spel gespeeld. We hebben geen blauwdruk voor de constitutie opgesteld. Dat is de taak van de Conventie. De leden van het Parlement spelen een volwaardige rol. Wij proberen niet een bepaald resultaat af te dwingen, en we weten dat compromissen een voorwaarde zijn voor het welslagen van de Conventie. Maar ik kan u enkele denkbeelden van mijn collega's aanreiken over de punten die u aan de orde heeft gesteld. Over de continuïteit van het voorzitterschap van de Europese Raad en de andere Raden wil ik duidelijk zijn. Gaat het erom de Raad efficiënter te maken, met een betere voorbereiding van de debatten en een krachtiger uitvoering van de besluiten? Wie zou daar tegen zijn? Als het voorstel echter beoogt dat er een machtige president van de Unie komt - uw onuitgesproken vraag, mijnheer de Voorzitter - een president die niet alleen de Europese Raad zou voorzitten, maar ook de Unie intern zou leiden en buiten Europa zou vertegenwoordigen, dan rijst er een aantal vragen. Hoe is de interactie met de voorzitter van de Commissie geregeld? Wie gaat die president kiezen en wie kan die president wegsturen? Wie zorgt ervoor dat dit hoge ambt in evenwicht blijft met de andere machten? Aan wie, en via wie legt de bekleder van dit ambt in het openbaar en op een open en transparante manier democratische verantwoording af? Democratie is iets wat ertoe doet. Als er nieuwe instanties bijkomen moeten die op democratische grondslagen rusten. Net als al onze instellingen moet ook de Raad zichzelf hervormen. Een grotere continuïteit van het voorzitterschap van de Raad is waarschijnlijk wel op zijn plaats. Maar een nieuw superpresidentschap zou wel eens verwachtingen kunnen scheppen waaraan niet voldaan kan worden, zou wel eens een angst kunnen oproepen die niet gesust kan worden en aanleiding kunnen geven tot zorgen over het juiste institutionele evenwicht. Uw tweede vraag, mijnheer de Voorzitter, betreft de omvang en samenstelling van de Europese Commissie. Veel parlementsleden vinden dat alle lidstaten vertegenwoordigd moeten zijn in alle instellingen. Als we graag een sterke Commissie willen hebben, als we haar legitieme gezag willen schragen om moeilijke besluiten te nemen ter uitvoering van het Europese beleid, is het voor de publieke opinie in de lidstaten vereist dat leden uit alle staten rond de tafel zitten. Maar als de Commissie veel meer leden telt, is er verdergaande interne hervorming en reorganisatie nodig.

TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER 7 Wat betreft de benoeming en de bevoegdheden van de voorzitter van de Commissie juichen wij het idee toe van een verkiezing van de voorzitter en een bekrachtiging van de gehele Commissie door het Parlement - en niet een of ander hybride orgaan. We hebben een Parlement van minderheden, waarin geen enkele fractie of partij een absolute meerderheid kan leveren. Daarom denk ik dat een besluit waarvoor een meerderheid van alle Parlementsleden vereist is een garantie zou bieden voor de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de gekozen Commissievoorzitter. Instemming van de Raad zou een dergelijke benoeming nog meer legitimiteit verschaffen. Maar in de eerste plaats moet het gezag, de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van de voorzitter van de Commissie worden gewaarborgd, vooral bij de benoeming van haar/zijn collega's, het recht portefeuilles toe te wijzen en her te verdelen en het recht om het ontslag van een commissaris af te dwingen wanneer daar gronden voor zijn. Deze bevoegdheden van de voorzitter, en niet zozeer de methode voor zijn of haar benoeming, zijn essentieel voor echte onpartijdigheid en onafhankelijkheid. De heer Simitis stelde een vraag over de benoeming en de bevoegdheden van een minister van Buitenlandse Zaken. Het Parlement steunt het idee dat de functies van de Hoge Vertegenwoordiger en de commissaris voor externe betrekkingen worden samengevoegd. Een samenvoeging die echter geen bron van verwarring mag zijn. Dat kan gerealiseerd worden als de toekomstige minister van Buitenlandse Zaken een lid van de Commissie is, dat wordt voorgesteld door de Raad, met goedkeuring van de Commissievoorzitter, en net als alle andere commissarissen - vanwege de uitoefening van de uitvoerende en budgettaire bevoegdheden - onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement over het college als geheel. Ik zou nog verder willen gaan. Een minister van Buitenlandse Zaken zou succesvol kunnen zijn als hij/zij voldoende hulpmiddelen - diplomatieke, technische en financiële - tot zijn/haar beschikking zou hebben. Maar juist omdat het buitenlands beleid wezenlijk intergouvernementeel van aard is, zou het kunnen dat we dadelijk met een minister, een apparaat en procedures zonder substantie komen te zitten, tenzij er de duidelijke politieke wil is in de lidstaten om hier een succes van te maken. Zo niet, dan zouden we een minister van Buitenlandse Zaken hebben zonder buitenlands beleid; een hoog ambt, sterk in zijn aspiraties, maar zwak qua vermogen om handelend op te treden. Dit zijn geen kwesties die kunnen wachten tot de ratificatie van het constitutioneel verdrag. We moeten snel onze geschillen over Irak achter ons laten. De grote betrokkenheid van een van onze lidstaten in de militaire acties moet nu worden omgezet in een vastbesloten betrokkenheid van alle lidstaten bij wederopbouw en bestuur, via de Verenigde Naties, en wel zo spoedig mogelijk. De routekaart voor vrede in het Midden-Oosten moet worden gepubliceerd, de strategie voor de westelijke Balkan worden vastgelegd, het beleid ten aanzien van de nieuwe buurlanden ontwikkeld. Ook daarbij kunnen we niet wachten op een constitutioneel verdrag. Europa moet zich erop toeleggen met één stem te spreken in de mondiale overlegorganen. De constitutie kan ons slechts middelen geven. Alleen een door gezamenlijke inspanning ondersteund leiderschap, op het niveau van de Europese Raad, heeft werkelijk wat te betekenen.

8 TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER Wat betreft het idee van een Congres van Europese en nationale parlementariërs, moeten we opnieuw de pragmatische vraag stellen: waarvoor? De Conventie heeft nuttige ideeën opgeleverd over de versterking van de controle over de subsidiariteit door nationale parlementen. Als we het hebben over een parlementaire dimensie die nodig is voor het welslagen van deze constitutie, bedoelen we nooit uitsluitend de dimensie van het Europees Parlement. De democratie in Europa wordt versterkt als deze wordt gezien als een doorlopende keten van af te leggen verantwoording. Maar elke schakel heeft zijn eigen functie: nationale parlementen - met hun grotere rol zoals die de Conventie voor ogen staat - die regeringen rekenschap vragen; het Europees Parlement dat de Commissie controleert, samen met de Raad wetten maakt en een besluit neemt over de begroting. Misschien weet u niet in welke mate nationale parlementen en het Europees Parlement reeds samenwerken op het gebied van buitenlandse zaken, economische en monetaire vraagstukken en op constitutioneel terrein. Er hebben het afgelopen jaar al 40 bijeenkomsten op commissieniveau plaatsgevonden. Een spectaculair voorbeeld van de waarde die aan ons werk wordt toegevoegd door de samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen is wel de Conventie. Wij denken dat het conventiemodel - nationale parlementariërs, Europese parlementariërs, regeringen en Commissie - het model moeten zijn voor toekomstige constitutionele verandering, op basis van de vooruitgang die we sinds Laken hebben geboekt. Ik heb geprobeerd uw vragen te beantwoorden, mijnheer de Voorzitter. Nu wil ik op enkele vragen ingaan die u niet hebt gesteld. Ten eerste moet het nieuwe verdrag de bepaling bevatten dat de Raad wetten opstelt in volledige openheid en transparantie, gedurende alle fasen van het wetgevingsproces. In Nice is een nieuwe stemmingsprocedure voor de Raad - na de uitbreiding - ingesteld die eerlijk gezegd bijna niemand begrijpt, en waar niemand tevreden mee is. Persoonlijk was ik gedwongen deze ingewikkelde constructie te doorgronden in verband met de twee referenda in Ierland over Nice. We moeten onze procedures voor het grote publiek begrijpelijk maken. Het Europees Parlement is van mening dat de legitimiteit van de besluitvorming in de Raad verzekerd zou zijn als besluiten worden genomen op basis van een eenvoudige meerderheid van de lidstaten, die een meerderheid van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen. Deze dubbele meerderheid is één manier, samen met de vertegenwoordiging van alle lidstaten in alle instellingen, en een grotere continuïteit in de Raad, om twee gezichtspunten met elkaar te verzoenen die schijnbaar haaks op elkaar staan, namelijk enerzijds de vrees van sommige kleinere lidstaten om verdrukt te worden door de belangen van de grotere lidstaten, en anderzijds de angst van de grotere lidstaten om buiten spel te worden gezet door een coalitie van de kleinere staten. Breuklijnen tussen verschillende staten en belangen ontstaan pas als de vrees bestaat, gegrond of niet, dat men over het hoofd gezien wordt. Dit is het moment, èn de plaats, om met wederzijds begrip en respect te luisteren en te spreken. Laat ons proberen voort te bouwen op de kracht van één Europa en niet op de zwakte van vele Europa's.

TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER 9 Een ander belangrijk punt waarmee problemen zijn geweest tot het moment van onze stemming van vorige week betrof de budgettaire consequenties van de uitbreiding. We hebben een uitweg gevonden, dankzij de inspanningen van het Griekse voorzitterschap, de Commissie en de Begrotingscommissie van het Parlement. Ook in de Conventie moeten we een oplossing vinden die rekening houdt met de budgettaire bevoegdheden van de Raad en het Parlement inzake de jaarlijkse begroting en de meerjarige begrotingsplanning. Mijnheer de Voorzitter, het Europees Parlement vindt dat we ons moeten houden aan het tijdschema dat de Raad in Kopenhagen heeft vastgelegd, en dat de Conventie dus in juni haar werk moet afsluiten. Uitstel levert ons niets op. We weten waar de meningsverschillen liggen. Het werk van de Conventie geeft een grote impuls die aan kracht kan inboeten als er nu een latere datum wordt vastgesteld. Na de periode van ontreddering in de Unie over de kwestie Irak, zou vertraging van het conventieproces een verkeerd signaal zijn. De burgers zouden daaruit opmaken dat wij aarzelen over de toekomstige koers van de Unie. De Conventie wordt opgevolgd door de Intergouvernementele Conferentie. De IGC moet ruim voor de Europese verkiezingen afgerond zijn, zodat de kiezers weten welke toekomst er voor de Unie in het verschiet ligt, en voor het Parlement dat zij gaan kiezen. Bij de start van de Conventie schreef de Financial Times dat voorzitter Giscard d'estaing de moeilijke taak had om een ongetest schip met een onervaren bemanning door onbekende wateren naar een onduidelijke bestemming te loodsen. Ik heb gehoord dat voorzitter Giscard d'estaing overweegt zijn Praesidium de volgende maand letterlijk mee de zee op te nemen, om de laatste ontwerpartikelen van de toekomstige constitutie voor Europa op te stellen. Je voudrais vous souhaiter, Monsieur le Président, "Bon voyage, et bon courage"!