De boeiende stuifzandvormingen van de Goois-Stichtse heuvelrug

Vergelijkbare documenten
GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling)

GEOPARK HEUVELRUG (in oprichting)

DE GEOPARELS VAN DE UTRECHTSE HEUVELRUG

Natuurgebieden Beerschoten en Panbos

STICHTING NATIONAAL LANDSCHAPSKUNDIG MUSEUM EN DOCUMENTATIECENTRUM TELLURIS

De Duinen van Hoog Kanje bij Zeist

Op Geopad. naar Het Staatsbos de Hooge Vuursche

DE LANDSCHAPPELIJKE GEOWAARDEN VAN STUWWALLEN

Op Geopad. naar Het Paardenbos bij Baarn

Op Geopad. naar de heide van de Stulp bij de Lage Vuursche

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling)

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

2 Bemesting Meststoffen Soorten meststoffen Grondonderzoek Mestwetgeving 49

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling)

Een Aardkundige Wandeling in de Appelbergen

Het groene villapark Bosch en Duin

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

Aantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014

Op Geopad. naar het Treekerpunt en de Woudenbergse Binnenduinen

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling)

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

Geschiedenis van de duinen

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Op Geopad. de bossen ten noorden van Zeist

Op Geopad. naar de bossen benoorden Den Dolder

naar de bossen benoorden Den Dolder

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling)

Drie aardkundige monumenten

Perceelonderzoek Gerven. Perceel: G66. Datum onderzoek: en Ligging:

Aardkundig excursiepunt 6 I DE LANGE DUINEN EN DE KORTE DUINEN GRONDBOOR & H A M E R NR 5/6-2006

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling) Een bijdrage van Stichting Nationaal Landschapskundig Museum Telluris, H.A. Visscher. Op Geopad.

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling)

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Roestig land. De Wijstgronden

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Op Geopad. naar Het bosgebied Zeven Linden bij de Hooge Vuursche

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

in het groene villapark Bosch en Duin

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

GOOILAND Naerdincklant waar landijs ruggen schiep

IJZERKUILEN, PINGOKUILEN OF TOCH OOK KOLKGATEN?

Vroeger, toen hier ijs lag...

Het landschap als randvoorwaarde voor stuifzand natuur

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling) Een bijdrage van Stichting Nationaal Landschapskundig Museum Telluris, H.A. Visscher. Op Geopad.

LANGS ESDORP & STUIFZAND

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Elf jaar veranderingen in de Nederlandse stuifzanden in kaart gebracht

Op Geopad. naar de Buurtse Berg bij Veenendaal

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Kleinschalige verstuiving/dynamiek

Berg en kroute reub 6,6 km

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Rond en groen De piramiden van Ronse

De Noordzee HET ONTSTAAN

Het gebied Begrenzing

STICHTING NATIONAAL LANDSCHAPSKUNDIG MUSEUM EN DOCUMENTATIECENTRUM TELLURIS Reeweg Oost 145, 3312 CN Dordrecht, Tel Op Geopad.

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009

6,7. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari keer beoordeeld

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap.

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling) Een bijdrage van Stichting Nationaal Landschapskundig Museum Telluris, H.A. Visscher. Op Geopad.

Op Geopad. De bossen bij de Pyramide van Austerlitz

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

routes Bijzonder in Nederland ZAND De mooiste fietsroutes LANGS ZANDVLAKTEN Makkelijk fietsen via knooppunten Zandverstuivingen en duingebieden

N76, Zwartberg, gemeente Genk

Kustlijn van de Noordzee

GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling) Een bijdrage van Stichting Nationaal Landschapskundig Museum Telluris, H.A. Visscher. Op Geopad.

LUTTENBERG BELEVINGSROUTE

Wandeling Landgoed Wouwse Plantage Zurenhoek ca. 12,5 km.

GEOPARK HEUVELRUG (in oprichting)

Veldheem Wezep en archeologie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

Op Geopad. naar de Grebbeberg bij Rhenen

Het rivierklei-landschap

GROOT-BRITTANNIË en zeeklimaat

Het Zuid-Limburgse Heuvelland is een uniek stuk Nederland. Uniek door de hoge geologische ouderdom, het reliëf van plateaus en dalen en een

STEVIG RONDJE BEERZERZAND

Wieringenrandmeer - wieringen. Ontwerp voor het masterplan en het beeldkwaliteitsplan voor een nieuw woonlandschap in de kop van Noord-Holland.

Toeristen in Nederland

Stichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK

LESBRIEF. Vraag 1. Het landschap van de Hoge Veluwe is afwisselend (omcirkel het juiste antwoord):

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Hendriksbosch. Het Hendriksbosch is bezit van de gemeente Nunspeet. Het dennenbos ligt op een steenworp afstand van het station.

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Verzwaring

Tastbare Tijd, Bilthoven

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

LEMELERBERG: TOPNATUUR

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, augustus 2008

Klimaatverandering en de landschapszones in het hooggebergte

De vrijetijdssector op de Utrechtse Heuvelrug

Zaterdagmiddag 3 sept 2016 Studie van de afzettingen uit het Trias. Buntsandstein en Muschelkalk.

Een brug voor de natuur

Transcriptie:

1 GEOPARK HEUVELRUG (in ontwikkeling) Boeiend stuifzand 26-09-2018 Een bijdrage van Stichting Nationaal Landschapskundig Museum Telluris, H.A. Visscher De boeiende stuifzandvormingen van de Goois-Stichtse heuvelrug

Wind schaadde en creëerde geodiversiteit De Centraal Nederlandse Heuvelrug is onder meer interessant doordat zich uitbreidend Scandinavisch landijs er op nogal uiteenlopende wijze (rivier)afzettingen opstuwde en de aldus ontstane geodiversiteit van invloed was op het gedrag van het smeltwater dat die heuvelrug weer zou aantasten. Ook de nadien voornamelijk door de wind geleverde en vormgegeven zandige afzettingen van de heuvelrug presenteren bijzondere situaties. Daarbij informeren hun bodem- en reliëfkenmerken plaatselijk nog over de invloed van de laatste ijstijd op de geo(morfo)logische processen. De markante heuvels en ruggen van het Treekerpunt en omgeving doen dat zelfs op een tot de verbeelding sprekende wijze. 2 Helaas is die boeiende informatiewaarde van de heuvelrug in het recentere verleden op veel plaatsen verminderd of verloren gegaan. Dat was vooral het gevolg van de in historische tijd eeuwenlang mogelijke grootschalige verstuivingen. De jonge windvormingen compenseren dat in zekere zin. Echter niet adequaat, namelijk met het leveren van andere informatie. Zij doen dat door veel te vertellen over de invloed die verstuivingen en begroeiing onder de huidige klimaatomstandigheden op elkaar kunnen uitoefenen. Die wisselwerking sorteerde overigens ook een grote verscheidenheid aan effecten. Behalve op de heuvelrug bleek dat ook in sommige andere delen van Nederland. De Utrechtse Heuvelrug behoort echter tot de weinige gebieden waar de wind in historische tijd bovendien enkele zeldzame typen geofenomenen creëerde en ook het verstuivingsproces nog vrij goed kan worden bestudeerd. Dat is vooral van belang omdat vergelijkbare geofenomenen en situaties waarschijnlijk zelfs buiten onze landsgrenzen nauwelijks voorkomen. Koepelduintjes Tot de zeldzame typen jonge stuifzandvormingen van de Stichts-Gooise Heuvelrug behoren de koepelduintjes. Het zijn soms groepsgewijs voorkomende, markante ronde heuveltjes. De wind vormde ze vermoedelijk om hindernissen. De meeste koepelduintjes liggen in overigens vrijwel vlakke terreingedeelten waar de wind nauwelijks zand verplaatste. Uiterlijk kunnen de koepelduintjes doen denken aan grafheuvels, waarvoor ze dan ook nogal eens worden aangezien. Een relatief bekend geworden vrij opvallende groep koepelduintjes verlevendigt het ten oosten van Zeist gelegen natuurgebied Heidestein. Bij Soest lijkt een zwerm vrijwel ronde heuveltjes, voor er herbebossingen plaatsvonden, door de wind te zijn gestroomlijnd. De zwerm ligt even ten oosten van een nog stuivend deel van het natuurgebied De Lange Duinen. Buiten de Utrechtse Heuvelrug zouden locaal koepelduintjes voorkomen op het Noord Nederlands Plateau (omgeving Exloo en Havelte), in de Overijsselse Vechtstreek (bij Dalfsen) en even ten westen van het Noord Brabantse Alphen (Het Zand). Ribbelzones Iets ingrijpender lokale verstuivingen leidden soms tot het ontstaan van gordels geribbeld microreliëf. Zulke ribbelzones herinneren aan het vroegere verkeer met paard en wagen over ongebaande trekroutes. Zowel mul- als kaalgetrapte en -gereden tracés gingen er stuiven. Bij de baansgewijze verwaaiingen die dan mogelijk werden ontstonden al vrij snel kleine geulen en -troggen. Het zand uit de stuifgeulen en -troggen hoopte zich in de erlangs aanwezige begroeiing op tot lage walletjes. Een zeer diepe ravijnachtige stuiftrog is te vinden in het staatsbos De Hooge Vuursche.

3 Doordat het kaalgetrapte en -gereden zand geleidelijk muller werd zouden de geulen na verloop van tijd slecht begaan- en berijdbaar worden. Het verkeer koos dan een alternatieve trekroute evenwijdig langs het onbruikbaar geworden tracé, waar zich de geschetste ontwikkeling herhaalde. Aldus werden soms zelfs hele bundels geulen en richels gevormd. Het nog over een aanzienlijke lengte herkenbaar gebleven, meest markante voorbeeld van zo n ribbelemplacement is te vinden op het met heide begroeid gebleven Ballooër Veld. Zowel omvangrijke als opvallende halfnatuurlijke ribbelzones vergelijkbaar met die van het Ballooër Veld zijn de afgelopen decennia ook op enkele andere plaatsen ontdekt. Een daarvan is goed te overzien op een zandruggetje van een heidegebied benoorden het Veluwse Velp. Zo n geosysteem behoort trouwens ook tot het landschapshistorisch erfgoed van de Utrechtse Heuvelrug. Daar parallelliseert er een bij het Treekerpunt de weg Doorn- Amersfoort. De geultjes van de ribbelzones lijken als twee druppels water op die welke door smeltwater in kloven van dooiende ijsmassa s werden gevormd. Zulke smeltwatergeultjes komen veel voor in gebieden die ook tijdens het Weichselien nog weer door (land)ijs bedekt raakten. In ons land zouden onder andere sommige geultjes van reliëfrijke stuwwalgedeelten die categorie natuurlijke microgeofenomenen kunnen vertegenwoordigen. Het smeltwater kan dan namelijk geleverd zijn door mantels verijsde overjarige sneeuw. Kleine omkraagde uitwaaiingslaagten Soms werden uitgeloogde oude zandheuvels slechts op enkele plekken aangetast door winderosie. Er ontstonden dan ovale terreindepressies die zich vooral in de richting van de overheersende wind uitbreidden en min of meer omgeven raakten door het er van afkomstige stuifzand. Men heeft in zulke gebieden dus van doen met geomorfologische fenomenen waarvan de kenmerken verraden dat ze meer dan één ontwikkelingsfase doormaakten. De Utrechtse Heuvelrug is een streek waar bij locale uitstuivingen ontstane omkraagde ovale en langgerekte terreindepressies plaatselijk vrij veel voorkomen. Dat is vooral het geval in een zone op de flauw hellende westflank van de heuvelrug. Mysterieuze troggen Met name ten zuidoosten Hilversum komen in een enigszins verstoven (wind)zandig gebied ook een aantal enigszins slingerende markante kleine troggen voor. Daarvan liggen sommige min of meer in elkaars verlengde. Een dergelijke gemorfologische situatie is zeer zeldzaam. Een zeer opvallend ander voorbeeld ervan verlevendigt het natuurgebied Steger Veld bij het Overijsselse Ommen. Daar lijkt vanuit kolkgaten wegstromend water een belangrijke rol bij de vormgeving van de troggen te hebben gespeeld. Dat is niet zo vreemd als zou kunnen worden gedacht. Er zijn namelijk ook allerlei andere aanwijzingen dat stromend water soms een rol speelde bij de vormgeving van de grindarme zandige (wind)afzettingen. Daarbij zouden zelfs komvormige kuiltjes kunnen zijn ontstaan. Stuifdalletjes en kliffen De verstuivingen leidden er soms toe dat door verkeerserosie ontstane geultjes uitgroeiden tot een soort dalletjes. Kenmerkend voor geulen die uitgroeiden tot stuifdalletjes is dat de bodem ervan vrijwel vlak is en wordt gemarkeerd door klifjes. Uiterlijk kunnen de laagten daardoor doen denken aan de tegenwoordig droogliggende ijstijdelijke smeltwaterdalletjes van de relatief hooggelegen zandgronden. De markante stuifdalletjes zijn karakteristiek voor gebieden waar de winderosie zich slechts langzaam of beperkt uitbreidde. Diepte-erosie werd dan meestal gefrustreerd door de aanwezigheid beneden een bepaald niveau van grondwater, keileem of een grindrijke

afzetting. De zijwaartse expansie van de verstuivingen kon worden belemmerd als bij het aardoppervlak uitgeloogde bodembestanddelen op wat grotere diepte gronddeeltjes aaneenkitten en aldus zelfs zeer resistente humus- en ijzerbanken vormden. Onder zulke omstandigheden hoopte het wegwaaiende zand zich bovenlangs de laagten op en ontstonden er windoeverwalletjes. 4 De klifjes die de winddalletjes markeren danken hun ontstaan aan de omstandigheid dat bij de rand van de humus- en ijzerbanken zowel van winderosie als accumulatie van stuifzand sprake was. De meeste klifjes zijn enkele meters hoog, waardoor vaak (net) niet over de rand ervan heengekeken kan worden. Typische stuifdalletjes ontstonden met name waar de kwetsbare grindarme dekzandmantels niet erg dik waren of het oppervlak ervan hoogstens zo n twee meter boven het grondwater lag. De meest markante voorbeelden presenteren zich in de omgeving van het Friese Bakkeveen en Haulerwijk. Het stuifdal van Haulerwijk onderscheidt zich daarbij door zijn grote lengte van ruim twee kilometer. Sommige stuifdalen hebben korte doodlopende zijtakjes. Ze worden stuifdaltentakels genoemd. Stuifdalen als die van Bakkeveen en Haulerwijk zullen liefhebbers daarvan op de Utrechtse Heuvelrug vergeefs zoeken. Dat wordt echter goedgemaakt door het opvallende netwerk stuifdalachtige laagten in het bij De Lage Vuursche gelegen heidegebied De Stulp. Stuifkliffen zijn veel algemener dan stuifdalletjes. Ze markeren namelijk ook andere uitwaaiingslaagten. Op de Utrechtse Heuvelrug zijn enkele ongeveer tien meter boven hun omgeving uitrijzende, indrukwekkende stuifkliffen van de Woudenbergse Binnenduinen misschien wel de hoogste van ons land. Ze domineren een vrij grote uitwaaiingslaagte. Doordat die ten dele slechts met lage vegetaties begroeid is komen de kliffen visueel goed tot hun recht. Wat uiteraard educatief van belang wordt geacht. Tussen Den Dolder en Soest is ook een stuifklif van de Zoom een markante blikvanger doordat het een deels slechts spaarzaam begroeid terrein markeert. Stuifbanken en -plateaus Bovenlangs de goed zichtbare stuifkliffen van de Woudenbergse Binnenduinen en De Zoom helt het terrein flauw naar wat lager gelegen plekken. Het zijn voorbeelden van een niet zeldzame geomorfologische situatie. Waar de bovenrand van een stuifklif ook die van een flauw hellende zone is hebben wij te maken met een extreem asymmetrische terreinverheffing van de categorie stuifbank. Opstuivend zand werd boven zo n bank vrij gelijkmatig verspreid over de omgeving van de uitwaaiïngslaagte. Een oudere ondergrond raakte er dus bedekt en beschermd door een hellingafwaarts dunner wordende mantel stuifzand. Die oudere ondergrond behield dan zijn ook met de aanwezigheid van humus samenhangende natuurlijke vruchtbaarheid en vochthoudend vermogen. Bovendien werden met het stuifzand vooral aanvankelijk ook organische bodembestanddelen door de wind aangevoerd. Een en ander wordt weerspiegeld door de grotere vitaliteit van de vegetatie op de flauw hellende flanken van een stuifbank. Op de Utrechtse Heuvelrug is dat onder andere ook lokaal in het bosgebied van Beerschoten en het Zeisterbos te zien. Vochtige plekken bleef winderosie vaak bespaard. Zulke plekken konden wel geheel omgeven raken door stuifkliffen. Het werden dan plateautjes die als zandvangers gingen fungeren. Vooral de randen ervan zouden daardoor wat worden opgehoogd.

Aldus ontstonden min of meer gekraagde stuifplateautjes. Markante voorbeelden daarvan komen vooral in Zuidoost Friesland, Zuidwest Drenthe en de Overijsselse Vechtstreek voor. Verder naar het zuiden zijn ze vrijwel alleen locaal op de Utrechtse Heuvelrug en Veluwe aangetroffen. Op de Utrechtse Heuvelrug ligt er in het heidegebied De Stulp zelfs een aantal van zulke plateautjes bij elkaar. Elders op de heuvelrug zijn echter slechts enkele eenzame stuifplateautjes aangetroffen. Een daarvan ligt in het meer en meer bebouwd geraakte Kerckebosch van Zeist, een andere bij De Bilt in het natuurgebied Beerschoten. 5 Barrièreduinen De uitbreiding van de grootschalige verstuivingen werd na verloop van tijd vaak gefrustreerd door vitale vegetaties van houtgewassen of water van moerassige laagten. Dat waren veelal zelfs vrijwel onneembare barrières. Daarin terechtkomend stuivend zand hoopte zich soms op tot aanzienlijke hoogten die de er achter liggende gronden tegen overstuivingen gingen beschermen. Aldus ontstonden sterk asymmetrische duinkammen met een zeer steile lijzijde, waar het stuifzandfront tot stilstand kwam. Uit oude kaarten valt af te leiden dat de meeste stuifzandfronten van het binnenland al enkele eeuwen geleden op dezelfde plaats bleven liggen. Zich achter elkaar in de richting van de overheersende wind verplaatsende volgende generaties duinruggen kruidden daardoor successievelijk tegen de hoge kamduinen van het stuifzandfront op. De minder steile binnenzijde van die barrièreduinen raakte dan bedekt met er gestrande jongere ruggen. Kleine verschillen in het zandkerend vermogen van de vegetatie impliceerden dat de hoogte van een barrièreduinrug van plaats tot plaats nogal zou gaan variëren. De kruinen ervan lijken dan miniaturen van piekerige Alpentoppen. Sommige barrièreduinen ontstonden in houtsingels, waarmee cultuurland tegen overstuivingen werd beschermd. We vinden ze onder meer in enkele delen van de Overijsselse Vechtstreek. In de Achterhoek is bij Zelhem op het landgoed t Zand zelfs een heel netwerk van zulke barrièreduinen gevormd. Spectaculaire voorbeelden van barrièreduinen ontstonden ten zuidoosten van het Veluwse Otterlo waar ze locaal wel bijna twintig meter hoog werden. Ook op de Utrechtse Heuvelrug komen enkele imposante barrièreduinruggen voor. Dat is met name benoorden het spoorlijntraject Den Dolder Amersfoort het geval. In het natuurgebied De Lange Duinen worden ze er op enkele plaatsen nog begrensd door plekken waar verstuivingen mogelijk bleven. Daar verraadt een golvend oppervlak dat inwaaiend zand er niet overal even goed in slaagde de begroeide gebieden te veroveren. Waar de deels kale (loef)zijde van de zich vormende barrièreduinen relatief laag bleef verzamelde zich geregeld neerslagwater. Doordat de zuurstof tussen de korrels van het losse duinzand het water belet snel diep in de grond weg te zakken stroomt het grotendeels over de duinflanken naar beneden. Vooral slagregens kunnen dan ook een flinke erosie veroorzaken. Daarbij wordt het meegenomen stuifzand onderaan de hellingen weer afgezet. Aldus ontstaan er kleine spoelzandwaaiers. Duinrichels en duindijkjes Een ander bijzonder geofenomeen van de sterk verstoven gebieden zijn de kronkelende of kaarsrechte dijkachtige ruggetjes die hier en daar in reliëfrijke duingebieden zijn aangetroffen.

6 Tot op heden werd hun bestaan nog vrijwel alleen op de Utrechtse Heuvelrug opgemerkt. Hun ligging en verspreiding is echter nog niet systematisch nagegaan. Daardoor bleef nog onduidelijk onder welke omstandigheden ze konden worden gevormd. Misschien ontstonden ze in smalle luwe zones waar tochtstromen elkaar ontmoetten en neutraliseerden. De duindijkjes van de Utrechtse Heuvelrug werden in het Sanatoriumbos van Zeist, Panbos, westelijk van Bosch en Duin en ten noorden van Den Dolder aangetroffen. Samenvatting Het kappen van bos, overbegrazing en verkeerserosie leidden er toe dat grindarme droge zandgronden vooral in historische tijd gingen verstuiven en dit plaatselijk zelfs enkele eeuwen een moeilijk te beheersen proces zou zijn. Opmerkelijk is dat een dergelijke ontwikkeling in Nederland en Vlaanderen ondanks hun ligging in een vegetatievriendelijke klimaatzone ook ver van zee mogelijk was. En de effecten van de wind er zowel algemener als sterker beïnvloed zouden worden door verschillen in de verstuifbaarheid van de ondergrond. De omstandigheden die de verstuivingen bevorderden of belemmerden bepaalden dus sterk de geomorfologische gevolgen ervan. Zo maakte het een groot verschil of slechts smalle droge ruggen aan de winderosie ten prooi konden vallen of dat de wind zich ging uitleven op een schaars begroeid deel van een brede gordel hooggelegen dekzanden. De jongere stuifzandvormingen van het Nederlandse en Vlaamse binnenland presenteren dan ook allerlei typen geomorfologische landschappen. Daarbij kan men onder andere van doen hebben met: oude windvormingen die later door het ontstaan van kleine omkraagde ovale en langgerektere uitwaaiingslaagten werden verminkt, ribbelzones, gebieden met stuifdalen, -plateaus en -banken, kleine vlakten met koepelduintjes, grote door stuifbanken en duinen omgeven uitwaaiingslaagten en deels door een hoog en steil stuifzandfront gemarkeerde reliëfrijke duingebieden. De Utrechtse Heuvelrug behoort tot de streken waar een goed beeld kan worden verkregen van de verscheidenheid aan verstoven geomorfologische landschappen. Bovendien is de streek een van de weinige gebieden waar de wind in historische tijd ook enkele zeldzame typen geofenomenen creëerde en het verstuivingsproces locaal nog vrij goed kan worden bestudeerd. Dat is vooral van belang omdat vergelijkbare situaties waarschijnlijk zelfs buiten onze landsgrenzen nauwelijks voorkomen. Bijzondere geofenomenen die hun bestaan dankten aan de recente verstuivingen zijn op de Utrechtse Heuvelrug de locaal voorkomende (zwermen) koepelduintjes, ribbelzone bij de weg Doorn Amersfoort, vooral ten zuidoosten van Hilversum en westelijk van Den Dolder gevormde kleine ovale en trogvormige laagten, stuifdalletjes en - plateaus van het bij De Lage Vuursche gelegen heidegebied De Stulp, hoge stuifkliffen van de Woudenbergse Binnenduinen, imposante stuifzandfronten van de tussen Den Dolder en Amersfoort gevormde barrièreduinen en enkele solitaire dijkachtige ruggetjes. Verstuivingsprocessen kunnen zuidelijk van Soest nog vrij goed worden bestudeerd.