Dyscalculieprotocol. Hoeksch Lyceum Conceptversie

Vergelijkbare documenten
Dyscalculieprotocol (locatie mavo-havo-atheneum; versie januari 2015)

Protocol Ernstige RekenWiskunde- problemen en Dyscalculie Elde College (in het VO wordt meestal alleen gesproken over rekenen). Esumrt.

Protocol Dyscalculie. Christelijk College de Noordgouw Heerde. oktober dhr. J.M. de Vries. mw. H. Bezuijen. rector-bestuurder.

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

Protocol Ernstige rekenproblemen. Dyscalculie. Signalering, ondersteuning en begeleiding van leerlingen met ernstige rekenproblemen en dyscalculie.

Protocol dyscalculie en ernstige rekenproblemen

Dyslexieprotocol Hoeksch Lyceum April Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

Begeleiding bij. (ernstige)rekenproblemen. /dyscalculie (2 e concept)

Protocol Ernstige Reken/Wiskunde problematiek en Dyscalculie

DYSCALCULIE PROTOCOL

Protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie

Dyscalculiebeleid Oosterlicht College

Protocol ERWD en dyscalculie

Beleidsplan Rekenen Bovenbouw HAVO havo

PROTOCOL TOETSAFNAME

Handelingsplan. Dyscalculie

Begeleiding bij (ernstige)rekenproblemen/dyscalculie

Colofon: Datum: september Notitie Rekenbeleid

Instemming MR PROTOCOL DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN

Dyscalculie protocol

FACILITEITEN IN DE ONDERBOUW

PROTOCOL. DYSLEXIE en DYSCALCULIE

Protocol Dyscalculie. Olympus College Protocol Dyscalculie Olympus College Pagina 1 van 7

Protocol toets afname

Dyscalculieprotocol. Versie: September 2015 Status: defnitief d.d. december /9 TITEL VAN HET DOCUMENT

Dyscalculie Inleiding Wat is dyscalculie?

Protocol dyscalculie

Presentatie ernstige rekenproblemen & Dyscalculie 22 oktober 2014; Johanna Jager & Annelie van Harten

Rekenbeleid. Procesbeschrijving. Versie: 1

Ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie

ERWD-beleid HNL. (Ernstige Reken- Wiskundeproblemen en Dyscalculie)

B06 Dyslexiebeleid Commanderij College

Beleidsnota t.a.v. dyscalculie ( ) Inleiding

OVERGANGSPROTOCOL GEERT GROOTE COLLEGE AMSTERDAM

ERWD-beleid HNL. (Ernstige Reken- Wiskundeproblemen en Dyscalculie)

Bijlage III: Dyscalculieprotocol Het Avicenna college

Dyscalculiebeleid. Bernard Nieuwentijt College. Schooljaar

Protocol NT2-leerlingen 1

C. DYSLEXIE Dyslexie kan worden geconstateerd door een externe ter zake deskundige; er is dan een rapport of dyslexieverklaring aanwezig.

Beleidsplan Dyslexie Andreas College, locatie Pieter Groen. Inhoudsopgave. 1. De visie op de begeleiding van de dyslectische leerling 2

samenvatting november 2012 Strabrecht College, Geldrop

REKENBELEID

Rekenbeleid Rudolf Steiner College

Rekenbeleid Sint-Janslyceum


dyscalculieverklaring gebruikt wordt, staat in het onderstaande kader vermeld.

Begin schooljaar: Mixweek 1: Mixweek 2: Maart: Juni: Beleidsplan Rekenen Bovenbouw HAVO

DYSCALCULIEPROTOCOL

Het Odulphuslyceum gebruikt voor dit Protocol de volgende definitie van dyscalculie (Ruijssenaars et al. 2004)

Kader dyscalculie en ernstige rekenproblematiek Clusius College

Welkom - SE-CE - PTA. - Examenreglement. - Rooster SE s. - Extra hulpmiddelen. - Zitten blijven / gezakt. - Heel handig

PROTOCOL Ernstige Rekenwiskundeproblemen

Masterplan Dyscalculie Bunnik 2 april Pilot aangepaste rekentoets (ER-toets)

Vrijeschool voor voortgezet onderwijs vwo, havo, vmbo-tl. Studiewijzer. 13vwo6

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

CREATING OPPORTUNITIES HET TOEKENNEN VAN FACILITEITEN T.B.V. ONDERWIJS, TOETSEN EN EXAMENS VMBO

Dyslexieprotocol Cambium College

Dyscalculie. Protocol. Markenhage, Michaelcollege, Orion Lyceum

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. MAVO 3 en 4 HAVO 4 en 5 VWO 4, 5 en 6 cursus

Protocol ernstige rekenproblemen en dyscalculie schooljaar

Kader dyslexie Clusius College vmbo en mbo

DYSCALCULIEBELEID LOCATIE STEINHAGENSEWEG

Dyscalculieprotocol Koning Willem ll College

DYSCALCULIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Datum: Auteur: Martin Jager

Dyscalculiebeleidsplan

Bijlage D. bij ONDERSTEUNINGSPLAN. Protocollen

Rekentoets ER VO De aangepaste rekentoets voor leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie

Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum

Dyscalculieprotocol. PrO vmbo havo vwo(+)

Rekentoets ER VO De aangepaste rekentoets voor leerlingen met ernstige rekenproblemen zoals dyscalculie

Slagen en zakken. in de bovenbouw VWO CS VINCENT VAN GOGH

BEGELEIDING LEERLINGEN DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Dyscalculie beleid. Het Kwadrant Weert. Het Kwadrant, school voor VMBO Thornstraat JP Weert Telefoon:

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste


Dyscalculie. Protocol

Het dyslexiebeleid van de Stichting Markland College

Dyscalculieprotocol Cluster Jenaplan


Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol

BEVORDERINGSNORMEN Cursusjaar 2014/2015

Overgangscriteria. Indelingscriteria. Overplaatsingscriteria

Overgangs- en doorstroombeleid Adriaan Roland Holstschool

REKENBELEID

Dyscalculie. Protocol

Dyslexieprotocol Missie Doelgroep Leerlingen met een dyslexieverklaring Signalering Het wonderlijke weer. : Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?

Aan: Ouders/verzorgers/leerlingen van Almere College Kampen Van: Rein Westrik Betreft: Overgangsnormen vmbo, havo, vwo

Schoolexamenreglement havo / vwo. Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken

Dyslexieprotocol Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW) januari 2016

PROTOCOL DYSCALCULIE ANNIE M.G. SCHMIDTSCHOOL, DEN HAAG. 1.Inleiding

Hoe begeleiden wij op de Stichtse Vrije School dyslectische leerlingen?

Linda Sontag, Peter Snijders en Nanda van Oorschot 13 oktober Scan uw school! Wat doet uw school met de verzwaarde exameneisen?

Maatregelen naar aanleiding van het advies van de commissie Bosker

ERWD-PROTOCOL ERNSTIGE REKEN- EN WISKUNDEPROBLEMEN EN DYSCALCULIE

Toetsreglement Penta 2018/2019

Transcriptie:

Dyscalculieprotocol 2017-2020 Conceptversie

INHOUDSOPGAVE

Inleiding Het heeft de wettelijke verplichting alle leerlingen voor rekenen op referentieniveau 2F (Mavo) en 3F (Havo en Vwo) af te leveren. Dit geldt ook voor leerlingen die geen wiskunde in hun pakket hebben. Vanaf het schooljaar 2016-2017 is de rekentoets een kernvak voor het vwo-examen. Naast de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Je mag maar voor 1 van die vakken een 5 als eindcijfer hebben. Voor de andere kernvakken moet je een 6 of hoger halen. Voor de leerlingen van de Mavo en Havo telt de rekentoets niet mee. Het resultaat dat zij halen wordt vermeld op hun cijferlijst. Het streven van het is om de leerlingen van de Mavo op niveau 2S af te leveren en de leerlingen van de Havo en het Vwo op 3S. Van elke leerling die binnenstroomt zal duidelijk moeten zijn wat de sterke en zwakke kanten zijn en welke tekorten er zijn op het gebied van rekenen en of dit gepaard gaat met een gekwantificeerde leerachterstand ten aanzien van zijn of haar andere didactische vaardigheden. Gedurende de opleiding worden de leerlingen regelmatig getest middels de Cito toetsen en methode toetsen. Dit Dyscalculie protocol 2017-2020 is geschreven door de rekencoördinator, de rekenspecialist en de orthopedagoog. 1. Visie en uitgangspunten Het rekenonderwijs op het richt zich op vier activiteiten namelijk het verder ontwikkelen, consolideren, onderhouden en verdiepen van rekenvaardigheden en kunde. Doel van het rekenonderwijs is de leerlingen aan het eind van hun VO-opleiding te brengen op het referentieniveau welke ze moeten halen volgens de Expertgroep. Rekenen is onderdeel van diverse vakken. Leerlingen die op basis van het OKR/de plaatsingswijzer, de CITO-VAS toetsen of tijdens de les opvallen worden door de mentor aangemeld bij de coördinator onderwijsondersteuning. Zij gaat samen met de rekencoördinator en de orthopedagoog kijken of er een programma aangeboden moet worden. Daarnaast starten de leerlingen in het 3 e leerjaar al met Studyflow. Met behulp van het programma Studyflow bereiden leerlingen zich op eigen niveau en snelheid voor op de rekentoets. In de studielessen en extra uren wordt met dit programma gewerkt. Als blijkt dat leerlingen geen voldoende halen voor de rekentoets en dit ligt niet aan de motivatie en inzet dan worden hier acties op gezet. Leerlingen die een 5 hebben gehaald moeten zelfstandig aan de slag met studyflow waarbij de voortgang in de gaten wordt gehouden. Leerlingen die op de oefenrekentoets een 4 of lager hebben gehaald moeten wekelijks een uur naar remedial teaching voor rekenen. In de voorexamenklas leggen alle leerlingen al 1x de rekentoets af. Sommige leerlingen zijn niet in staat te profiteren van de aangeboden hulp. Er blijkt sprake te zijn van hardnekkige rekenproblemen. In een aantal gevallen blijkt er sprake te zijn dyscalculie. Het streeft ernaar om binnen de mogelijkheden en 1

verantwoordelijkheden leerlingen met rekenproblemen en dyscalculie tijdig te signaleren en passende onderwijsondersteuning te bieden. Doel Het tijdig signaleren, doorsturen en ondersteunen van leerlingen Onderscheid maken tussen de leerlingen waarbij er sprake is van rekenproblemen en dyscalculie. School biedt adequate hulp aan leerlingen met rekenproblemen en rekenstoornissen. Leerlingen, waarbij sprake is van dyscalculie, krijgen onderwijs aangeboden passend bij hun mogelijkheden. Leerlingen waarbij er sprake is van dyscalculie vergroten hun functionele tel- en rekenvaardigheden. 2

2. Onderscheid tussen ernstige rekenproblemen en dyscalculie Ernstige rekenproblemen kunnen ontstaan als er onvoldoende afstemming is tussen het (reken)onderwijs en de onderwijsbehoeften van de leerling. Het onderwijs sluit dan niet of onvoldoende aan bij de (aangeboren en verworven) kenmerken van de leerling. We spreken van dyscalculie als ernstige rekenproblemen, ondanks langdurige specialistische begeleiding en zorgvuldige afstemming, hardnekkig blijken en onveranderd blijven bestaan en niet overeenkomen met het cognitieve en/of didactische vermogen van de leerling. Onderzoek naar dyscalculie De procedure van het onderzoek naar dyscalculie verloopt conform het onderzoek naar dyslexie. Ouders en leerlingen worden actief betrokken. Alleen met toestemming van de ouders gaat de rekenspecialist aan het werk. De rekenspecialist adviseert, in overleg met de coördinator onderwijsondersteuning, de ouders of het noodzakelijk is om een orthopedagoog te raadplegen. De ouders beslissen uiteindelijk wat zij met het advies doen. De kosten voor het onderzoek zijn voor rekening van ouders. Na de diagnose dyscalculie door een bevoegd deskundige kunnen passende maatregelen worden geboden die aansluiten bij de onderwijsondersteuningsbehoefte van de individuele leerling. Leerlingen, ouders, mentoren, docenten en coördinator onderwijsondersteuning werken samen om ervoor te zorgen dat de leerlingen met dyscalculie overeenkomstig hun capaciteiten kunnen presteren. 3

3. Van signalering tot diagnose Een leerling komt in aanmerking voor een screening op het moment dat docenten zorgen hebben over de rekenvaardigheden van de leerling. Dit kan zich voordoen als een of meer van de volgende situaties zijn ontstaan. De leerling: zwak scoort op de citotoetsen en de methode gebonden toetsen; in het OKR of de plaatsingswijzer een achterstand van 25% of meer op het gebied van rekenen gemeld heeft; onvoldoende vorderingen maakt, wat blijkt uit onder andere observatie- en toets resultaten; onvoldoende profiteert van het geboden onderwijs. (Onderpresteren bij rekenen/wiskunde vergeleken met andere niet-rekenvakken); achter blijft ten opzichte van het niveau dat van de leerling mag worden verwacht; faalangstig reageert of blokkeert tijdens de rekenles of rekenactiviteiten bij andere vakken; onaangepaste rekenstrategieën toepast en dit gesignaleerd wordt door een docent. De leerling komt in aanmerking voor een diagnostisch rekenonderzoek wanneer het vermoeden bestaat dat er sprake is van ernstige rekenproblemen. Het rekenonderzoek is een onderzoek naar het repertoire van de leerling op het gebied van rekenen: welke inzichten, kennis en vaardigheden heeft hij en waar liggen de grenzen daarvan? Een diagnostisch gesprek met de leerling vormt de kern van het onderzoek en wordt uitgevoerd door de orthopedagoog of de rekenspecialist. Tijdens het rekenonderzoek wordt ook gekeken welke directe invloed specifieke omgevingskenmerken (zoals onderwijskenmerken en de thuis- en opvoedingssituatie) hebben en welke leerling kenmerken het leerproces beïnvloeden. De resultaten van het onderzoek en de handelingsadviezen worden besproken met de leerling, betrokken docenten, ouders/verzorgers/verzorgers, de mentor en de coördinator onderwijsondersteuning. Het diagnostisch onderzoek Wordt verricht door een extern deskundige. Globaal bestaat het onderzoek uit de volgende stappen Intake gesprek vaststellen ernst en zwaarte o Criterium van ernst: significante achterstand wat betreft automatisering van de basale rekenvaardigheden t.o.v. vergelijkbare leerlingen en een 4

significante achterstand wat betreft de beheersing van de inhoud van de rekendomeinen. vaststellen van het rekenprobleem o Criterium van achterstand: er is sprake van achterstand ten opzichte van datgene wat op basis van de individuele ontwikkeling van de persoon verwacht mag worden. vaststellen van de hardnekkigheid o Criterium van de didactische resistentie. vaststellen van primair verklarende factoren vaststellen van secundaire verklarende factoren Indicering In de indicatieanalyse wordt bekeken of behandeling nodig, mogelijk en wenselijk is. Globale doelstellingen worden geformuleerd. Vanuit de globale doelstelling wordt in overleg met alle betrokkenen op school gewerkt naar een leerling specifieke ondersteuning. Hierover meer onder het kopje dyscalculiekaart. 5

Hulp bij dyscalculie Om in aanmerking te komen voor de specifieke ondersteuning dient de leerling een officiële dyscalculieverklaring te bezitten. Bij inschrijving op het wordt gevraagd of de leerling een verklaring bezit. Dit moet een officiële diagnose zijn en geen rekenbrief. De rekenspecialist of mentor kan vervolgens met de leerling en ouders bespreken welke ondersteuning geboden kan worden. Dit wordt genoteerd op de dyscalculiekaart van de leerling. Voor leerlingen waarbij bij binnenkomst al een verklaring aanwezig is wordt in samenspraak een traject opgezet. Om te zorgen voor maximale ontplooiing van de leerling moet passende hulp worden geboden. Afhankelijk van het cijfer dat de leerling haalt bij de eerste rekentoets wordt gekeken of er individuele begeleiding, begeleiding in groepjes of extra oefening d.m.v. het gebruik van studyflow wordt ingezet. Ook andere personen spelen een grote rol bij het ondersteunen en begeleiden van de leerling met dyscalculie. Naast de rekenspecialist, de mentor, de vakdocenten, de ouder(s)/verzorger(s) en de leerling zélf. Dyscalculiekaart De rekenspecialist bespreekt met de leerling (en ouders) het onderzoeksrapport. Bespreekpunt daarbij is vooral de belemmering die leerling in de klas ondervindt ten gevolge van de dyscalculie en de mogelijkheden om deze te compenseren. Op de dyscalculiekaart van de leerling wordt vermeld welke maatregelen in de klas genomen dienen te worden om dit doel te bereiken. De rekenspecialist bespreekt maatregelen met de mentor. Daarna krijgt de leerling de originele dyscalculiekaart, voorzien van de handtekening van rekenspecialist en die van de betrokken leerling zelf. De leerling heeft alleen recht op compenserende maatregelen die vermeld staan op de kaart, als de kaart wordt getoond (zichtbaar op tafel). Het is de verantwoording van de leerling de kaart bij alle lessen bij zich te hebben. Het niet tonen van de kaart betekent dat de compenserende maatregelen niet worden toegepast. De leerling is zélf verantwoordelijk voor zijn/haar probleem en kan de verantwoording niet bij een ander neerleggen. Mogelijke faciliteiten op dyscalculiekaart het werken met voorgedrukte, aan het niveau van de leerling aangepaste werkbladen gebruik laten maken van een strategieschrift/schema's met mogelijke probleemoplossingsstrategieën extra tijd bij opgaven en proefwerken, of een verminderde hoeveelheid werk het duidelijk aangeven van de wenselijkheid van strategieverandering (plussommen in rood, minsommen in blauw etc.) extra mondelinge uitleg het gebruik van een rekenmachine toestaan 6

het gebruik van een eenvoudige tafelkaart voor rekenen het gebruik van de rekenkaart Ieder jaar wordt aan het begin van het schooljaar de kaart aangepast. Dit is afhankelijk van het belang bij het gekozen profiel en de rekenbehoefte. 7

Examens en de rekentoets (nb: de regelgeving rondom de rekentoetsen is in ontwikkeling. Alle onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving). In samenwerking met de teamleiders, rekencoördinator en secretaris van de examencommissie wordt zo vroeg mogelijk in het examenjaar bepaald welke maatregelen per leerling worden genomen. Eindexamens Een leerling met dyscalculie kan op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit in aanmerking komen voor 30 minuten extra tijd bij de centrale eindexamens. De leerling moet hiervoor in het bezit zijn van een deskundigenverklaring, opgesteld door een bevoegd deskundige en het moet passende ondersteuning geboden hebben. Schoolexamen De dyscalculieverklaring kan een leerling recht geven op extra faciliteiten bij het maken van toetsen en schoolexamens. De school bepaalt, binnen de wettelijke kaders, hierbij zelf welke voorzieningen zijn toegestaan. Hierbij is de brochure kandidaten met een beperking Vo leidend (zie bijlage). Zo kan er bijvoorbeeld tijdelijk meer rekening gehouden worden met de beperking van een leerling. Maar dit moet wel strak omschreven en helder zijn, en het einddoel moet hetzelfde zijn als voor leerlingen zonder dyscalculie. Rekentoets De rekentoets telt in het vwo mee voor het eindexamen en maakt ook deel uit van de kernvakkenregeling. De intentie van de bewindslieden van OCW is dat de rekentoets ook in het vmbo en havo gaat meetellen voor het eindexamen en onderdeel wordt van de kernvakkenregeling. Er is echter besloten om dit uit te stellen, omdat de resultaten van veel vmbo- en havoleerlingen op de toets de afgelopen jaren nog niet goed waren en veel leerlingen zouden zakken als de toets nu al zou meetellen voor het examen. Wel moeten l de vmbo- en havoleerlingen de rekentoets ten minste een keer afleggen als verplicht onderdeel van het eindexamen. Het resultaat wordt ook vermeld op de cijferlijst. Het kabinet zal jaarlijks de rekentoetsresultaten monitoren en besluit op basis daarvan wanneer de rekentoets gaat meetellen voor het vmbo- en havo-examen Leerlingen met ernstige rekenproblemen (ER-toets) of dyscalculie Leerlingen met een dyscalculieverklaring maken de reguliere toets, maar mogen (simpele) hulpmiddelen gebruiken. Deze leerlingen kunnen ook kiezen voor de ER-toets. Leerlingen met ernstige rekenproblemen en een ondersteunend dossier (of dyscalculie) kunnen, op deze wijze, met de ER-toets laten zien dat zij, hoewel met enige beperking, over voldoende rekenvaardigheden beschikken voor bepaalde vervolgopleidingen. 8

De ER-toets is geen gemakkelijker toets, echter is de set opgaven in de ER-toetsen deels aangepast zodat de leerling beter kan laten zien waartoe hij in staat is en niet bij elke opgave vastloopt vanwege zijn beperking. Ook is het gebruik van de rekenkaart en rekenmachine bij elke opgave toegestaan. Let wel, vervolgscholen-en opleidingen kunnen leerlingen die de ER-toets hebben gemaakt weigeren. School moet leerlingen met ernstige rekenproblemen wijzen op de mogelijkheid van de rekentoets ER, en de onderbouwing voor deelname moet worden vastgelegd. Een leerling die de ER-toets heeft behaald, mag herkansen met de reguliere toets. Teruggevallen op het eerder behaalde cijfer van de ER-toets is mogelijk. Hulpmiddelen Alle leerlingen die deelnemen aan de rekentoets mogen pen en kladpapier gebruiken. Het kladpapier mag na afloop niet worden meegenomen. Ook mogen gediagnosticeerde leerlingen gebruik maken van de door het College van Toetsen en Examens (CvTE) goedgekeurde formulekaart. 9

Taken en verantwoordelijkheden Rekenspecialist De rekenspecialist bepaalt en verklaart op school de achterstand(en). Deze rekenspecialist is bij voorkeur iemand die de Master SEN rekenwiskunde/dyscalculiespecialist heeft afgerond. Het management biedt de gelegenheid aan de verantwoordelijke in de school voor het volgen van scholing. In overleg met de ouders verwijst hij door naar de bevoegd deskundige. Ook geeft hij individuele begeleiding aan de leerling indien dit in het ondersteuningsplan is opgenomen. Taken inventariseert samen met de COO mogelijke leerlingen met rekenproblemen a.d.h.v. onderwijskundige rapporten en toetsgegevens (Drempelonderzoek Kapinga); onderzoekt of er sprake is van vermoedelijke dyscalculie; verwijst en overlegt met orthopedagoog; overlegt met leerling, ouders en coördinator onderwijsondersteuning over passende maatregelen; biedt indien nodig individuele ondersteuning; stelt de dyscalculiekaart op. Coördinator Onderwijsondersteuning De coördinator onderwijsondersteuning is belangenbehartiger voor de leerling met dyscalculie/rekenprobleem en begeleidt en coördineert de ondersteuning rondom de leerling met dyscalculie gedurende de schoolloopbaan. De coördinator onderwijsondersteuning is adviserend richting het beleid van de school inzake rekenen. Binnen de secties wordt bekeken waaruit de ondersteuning kan bestaan. De sectie koppelt dit terug aan de coördinator onderwijsondersteuning. Taken coördinator onderwijsondersteuning bij leerlingen met dyscalculie Inventariseert samen met de rekencoördinator mogelijk dyscalculische leerlingen a.d.h.v. onderwijskundige rapporten en toetsgegevens (Drempelonderzoek Kapinga); Rekenspecialist, rekencoördinator en coördinator onderwijsondersteuning bepalen welke leerlingen in aanmerking komen voor onderzoek naar dyscalculie door rekenspecialist. De coördinator onderwijsondersteuning bepaalt, in overleg met betrokkenen, welke hulpmiddelen toepasbaar zijn in onze schoolsituatie; Rekencoördinator Bepaalt en organiseert faciliteiten die wenselijk / noodzakelijk zijn in verband met CITO-voortgangstoetsen, schoolexamens en het Centraal Schriftelijk Examen; Mentor Hij/zij zorgt voor een ontwikkelingsperspectief waarin de specifieke maatregelen in geval van dyscalculie in zijn opgenomen; 10

Inventariseert aan de hand van het OKR en/of de plaatsingswijzer welke leerlingen doorgegeven moeten worden aan de coördinator onderwijsondersteuning en de remedial teachter; Leert de leerling na te denken over last of belemmeringen die hij/zij ondervindt van de dyscalculie bij het uitvoeren van schoolwerk; Steunt de leerling bij het zoeken naar realistische en passende oplossingen; Laat vertrouwen blijken in de competentie van de leerling; Ondersteunt gevoel van eigenwaarde van de leerling. Docent De docent past de toegekende faciliteiten voor de leerling zoveel mogelijk toe, indien de leerling daarom vraagt, door het tonen van de dyscalculiekaart; De docent past zijn lessen voor zover mogelijk aan op de mogelijkheden en beperkingen van de leerling. Ouders/Verzorgers Verzorgers zijn actief bij het begeleiden en ondersteunen van hun kind in de thuissituatie; Zij overleggen met rekenspecialist rekenen over toe te passen faciliteiten; Verzorgers wijzen leerling op eigen verantwoordelijkheid m.b.t. toegekende faciliteiten. Leerling De leerling is zélf verantwoordelijk voor het omgaan met de beperkingen die hij/zij ondervindt door zijn dyscalculie; De leerling overlegt en evalueert met dyscalculiecoach over hulp en faciliteiten en accepteert de geboden hulp; De leerling overlegt met vakdocenten over hulp en faciliteiten die in de les worden aangeboden. 11

Bijlage: https://www.examenblad.nl/document/sept15-brochure-kandidaten-meteen/2016/f=/brochure_kandidaten_met_een_beperking_vo_2016_vs_jan2016.pdf 12