verspreiding van zaden

Vergelijkbare documenten
PLANTEN VOORTPLANTING

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Voortplanting bij planten

De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34

Voorbereiding post 1. Met de dieren mee Groep

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Samenvatting Biologie Planten en cellen

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

Vruchten en Zaden. Schakel tussen de generaties

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34

Voorbereiding post 1. Met de dieren mee Groep

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O

Een OB/MB project van het IVN Veldhoven / Vessem najaar 2008

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding

Antwoorden Biologie Hoofdstuk 6, Winter

Naam:...

Lessuggesties voor groep 5-8

De lente! Werkboekje leeftijd: 10+

Thema 3b Voortplanting. Wereldoriëntatie L6

Antwoorden Biologie Planten

Boterbloemen in het gras

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

Een zadenwandeling over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1-4 onder begeleiding van een volwassene.

Cursus Natuur-in-zicht

Loof-en naaldbomen. Naam :

Voortplanting. zaadplanten OPDRACHTEN. 1 Geslachtelijke voortplanting. Opdracht 2.1 Hoe is een bloem gebouwd? 1.1 Bouw van een bloem

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

Thema 4 Voortplanting

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

Een tocht door de natuurtuin t Loo over het dreuzelpad voor kinderen van groep 6,7 en 8.

Ongeslachtelijke voortplanting vmbo-b34

Aan dit boekje werkten mee: Afke, Henriette, Paula en Lia Bron: documentatiemateriaal IVN afd. Valkenswaard en afd.

Plattegrond. Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 1,2,3 en 4

Verslag Biologie Biologie dossier

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

GOED LEVEN MET ALLERGISCHE RINITIS

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

Sporen opsnorren docentenhandleiding

Ontdekdoos Zaden. groep 5 en 6. docentenhandleiding

Inspiratiemiddag W&T: De wereld van planten

17/03/2016. Planten 2. Cursus Natuurgids. 1. Overleven 2. Voortplanting 3. Concurrentie

Planten 2 Cursus Natuurgids

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Dieren in de winter 3

Voortplanting bij bloemplanten. Volledige naam: Nummer: Klas:

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

12 spits je oren eekhoorntjes, ga in een kring zitten met de ogen dicht. spits je eekhoorn-oortjes en luister goed. wat hoor je allemaal? ritselt er e

Lente. groep 3, 4 en 5

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Bomen in drie seizoenen

NME-leerroute Vlinders en spinnen in het park

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Limburgs Landschap. natuurboekje van

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

HERFST. IVN OIRSCHOT Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid. Dit boekje is van... datum... tijgerspin

NME-leerroute Kleine inwoners van de stad 8

uitga uitg v a e v 2013

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Planten 2. Cursus Natuurgids

Oele de uil vertelt over hoe de verschillende dieren de winter doorkomen

Lessuggesties voor groep 3 & 4

Bloemen en hun bezoekers

Bomenpad Park Vredeoord. Antwoordenblad. Vul hier eerst jullie namen in:

plantenkennis Groeien week 1 lengte cm week 2 lengte cm Leerwerk centrum pk 1.1 Gereedschap het bakje water de bak met zaaigoed

Opdrachten thema. Veluwe

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Het rijk van de planten

Pluim de Eekhoorn. Maak kennis. met Pluim de Eekhoorn.

Bijen en bestuiving in de fruitteelt bij open teelten

De grond waarop wij wonen

Dol op bomen. Opdracht 1: In een boom leven veel dieren. Welke dieren herken je in de eik hierboven? Schrijf deze op.

Opdrachten thema. Veluwe

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Transcriptie:

3-4 verspreiding van zaden Concepten Levenscyclus, Voortplanting Tijdsindicatie les 2 uur Leerdoelen l De leerling weet dat plantenzaden zich op verschillende manieren verspreiden: via wind, water, eigen kracht, dieren (eet op en poept uit; blijft kleven; verstopt en niet teruggevonden). l De leerling weet wat het verschil is tussen stuifmeel en zaden. Stuifmeel is vergelijkbaar met spermacellen, zaden zijn vergelijkbaar met het embryo. Activiteit en Leefwereldcontext Onderzoeken van de omgeving Materiaal l Zoekkaart zaden en vruchten l Zaden l Bakjes l Water l Wollen lap of vacht l Microscoop of loep l Verspreidingstabel zaden (kopiëren) Tip: De meeste zaden en vruchten kunnen begin van de zomer (grassen en éénjarigen) tot en met de herfst (bomen en struiken) verzameld worden. Introductie Planten kunnen geen nesten bouwen of naar een goede stek lopen of vliegen om kinderen groot te brengen. Toch hebben planten allerlei slimme trucs verzonnen om hun zaden daar te krijgen waar ze kunnen uitgroeien tot een prachtige bloem of boom. Jij gaat onderzoeken welke trucs planten hun zaden meegeven voordat ze de weide wereld in gaan. Praktische uitvoering In deze les gaan de leerlingen goed observeren en onderzoeken welke vormen zaden hebben en hoe je aan die vorm kunt zien welke verspreidingstruc ze gebruiken om zich te verplaatsen van de moederplant. 1. Voordat het onderzoek kan beginnen gaan de leerlingen op pad met de zoekkaart om verschillende zaden en bessen te verzamelen. 2. Zodra de klas hun vondsten heeft verzameld wordt nog eens goed gekeken of de kinderen de namen van de plant of boom weten waar de zaden vandaan komen. Dit kan samen met de zoekkaart nog gecheckt worden. 3. De zaden worden op verschillende tafels verspreid en krijgen naambordjes. 4. Bekijk het filmpje van de paardenbloem (zie Links ). Vraag de klas of ze nog andere manieren weten hoe plantenzaden zich verspreiden. 5. Daarna krijgen de leerlingen hun verspreidingstabel (zie verder op) waarin ze kunnen noteren hoe zij denken dat de zaden zich verspreiden. Ze kunnen hier verschillende testjes doen, want er zijn meer mogelijk- 27

verspreiding van zaden 2 heden dan via de wind zoals bij paardenbloemen. 6. Verdeel de leerlingen in kleine groepjes en laat ze in circuitvorm alle zaden onderzoeken. Laat de leerlingen de zaden testen of ze blijven drijven in een bak met water of kleven aan een wollen lap. En laat ze de vorm bestuderen met een loep. Zien ze de weerhaakjes? 7. Loop als alle groepjes klaar zijn de antwoorden van de kinderen na. En bespreek de vorm-functie relatie. Dat je dus aan de vorm kunt zien hoe de zaden zich (hoogstwaarschijnlijk) verspreiden. Want wil je het zeker weten? Dan zou je de zaden buiten in actie moeten bekijken. Achtergrondinformatie Naam eik Esdoorn Plataan Sierappel Gras 1 Gras 2 Gras 3 Klis of Klit Berk Tamme kastanje Paardenbloem Lijsterbes Grove Den Hazelaar Kleefkruid Smalle weegbree Gele lis Riet Es Beuk Verspreid door Dieren (Vlaamse gaai, eekhoorn) Wind Wind Dieren (vogels) Wind en kleeft aan vacht van dier Wind en kleeft aan vacht van dier Wind en kleeft aan vacht van dier Dieren (kleeft aan vacht van dier) Wind Dieren (vogels, muizen, eekhoorn) Wind Vogels Wind en vogels (notenkraker) Dieren (muizen, Vlaamse gaai) Dieren (kleeft aan vacht) Vacht (bijvoorbeeld paarden) Water Wind en water Wind en Dieren (muis) Dieren (vogels, muis, eekhoorn) Verzamelperiode - Voorjaar - - -Winter - - - -Winter Zaad is niet hetzelfde als zaad Het zaad van een plant is niet hetzelfde als het zaad van een dierlijk organisme. Het zaad van een plant is al bevrucht, het is een grote verspreidingseenheid met een babyplantje er in. Het zaad van een dier is heel klein en heet zaadcel. Het moet nog een eicel bevruchten. Zaadplanten Alle bomen zijn zaadplanten net als alle planten die bloemen maken. Zaadplanten bestaan uit vier organen: wortels, stengels, bladeren en bloemen. Bloembladeren, stampers en meeldraden zijn nodig voor de voortplanting. De meeldraden bevatten stuifmeel met zaadcellen. De stampers bestaan uit een stempel, een stijl en een vruchtbeginsel. De stempel is de landingsplaats voor het stuifmeel en het vruchtbeginsel bevat een of meer zaadbeginsels. Het vruchtbeginsel wordt een vrucht, bijvoorbeeld een meloen. In het zaadbeginsel zit de eicel. Na bevruchting wordt een zaadbeginsel een zaad met een babyplantje erin. De zaadcellen komen bij de eicellen door bestuiving, bijvoorbeeld via de wind of insecten. Na de landing op de stempel groeit een buis met de zaadcellen naar het vruchtbeginsel en wordt de eicel bevrucht. Er kunnen veel zaden in een vrucht zitten. Windbestuivers zorgen voor hooikoorts Mensen met hooikoorts ervaren iedere lente weer dat niet alle planten insecten voor hun karretje spannen 28

verspreiding van zaden 3 om hun stuifmeel te verplaatsen. Bekende hooikoortsveroorzakers zijn grassen, dennenbomen en de berk. Ze gebruiken de wind om het stuifmeel te verplaatsen. Windbestuiving is minder efficiënt dan insectenbestuiving waardoor er veel stuifmeel wordt gemaakt door deze hooikoortsplanten. Dat is dus mooi balen als je last hebt van hooikoorts. Zaadverspreiding Na de bevruchting groeit er een embryo in het jonge zaad. De bloem verandert van vorm en er ontstaat een vrucht met één of meer zaden waarin het embryo groeit. De plant maakt er een veilig jasje omheen met reservevoedsel erin en dan is het zaad af. De zaden kunnen de wijde wereld in om uit te groeien tot een nieuwe plant. Vlak bij de ouderplant krijgen ze te weinig licht en voedingsstoffen uit de grond, dus planten en bomen hebben ook trucjes om hun zaden te verspreiden. Sommige planten gebruiken hiervoor wind, anderen water en weer anderen laten dieren er voor zorgen dat ze ver weg van de ouderplant een nieuwe woonplaats krijgen. Ook zijn er planten die zaaddozen hebben met explosiemechanisme zodat de zaden een eind wegschieten. Verspreiding door de wind Een bekende windverspreider is de paardenbloem. Een paardenbloem maakt kleine, lichte parapluutjes die makkelijk wegwaaien door de wind. Elk parapluutje draagt onderaan in een zakje met een zaad met daarin een babypaardenbloemplant. Aan de bovenkant is er een parapluutje van heel dunne draadjes zodat de wind goed kan helpen bij de verspreiding. Dit zijn de pluisjes die je in het voorjaar overal ziet. Andere windverspreiders zijn de wilg, de populier en de katoenplant. Een paardenbloem maakt kleine, lichte parapluutjes die makkelijk wegwaaien door de wind. Het zaad zit onderaan verpakt in een zakje. Verspreiding door water Sommige zaden laten zich verspreiden door water. Deze zaden drijven goed en kunnen soms behoorlijke afstanden afleggen. Wanneer een kokosnoot bijvoorbeeld in zee valt, drijft hij soms honderden of duizenden kilometers weg. Op een ander eiland kan uit het embryo in de kokosnoot een nieuwe kokosnotenboom groeien. De kokosnoot is groot en zwaar, maar blijft toch drijven omdat er lucht binnenin zit. Andere zaden die zich gemakkelijk door het water laten verspreiden zijn zaden van de gele lis, de bosanemoon en veel planten die aan de slootkant groeien. Daarom staan ze juist aan de waterkant. Via rivieren kunnen zaden zich veel verder verspreiden dan met de wind. Planten maken dan ook massaal gebruik van stroomgebieden. De Texelse ecoloog Gerhard Cadee toonde aan dat zaden die hier op het strand liggen, afkomstig kunnen zijn van het Caraibische gebied: een reis van duizenden kilometers dus. Bij rivieren gaat het om honderden kilometers, en het blijkt dat planten daar op grote schaal gebruik van maken. Verspreiding door dieren Kleefkruid kent iedereen omdat het blijft plakken aan je kleren. Het is een plant die zich laat verspreiden door aan dieren en ook mensen vast te plakken. De vrucht heeft kleine gebogen haren om zich vast te haken aan de vacht van dieren of aan kleding. Een tijdje later vallen ze er weer af en kan er op die plek een nieuwe plant groeien. Soms verspreiden zaden zich ook op een andere manier. Kersen worden bijvoorbeeld gegeten door vogels. Het vruchtvlees verteert, maar de pit wordt een eind verderop uitgepoept. Daar kan de pit uitgroeien tot een nieuwe De zaden van kleefkruid verspreiden doordat de vruchtjes met de zaden erin zich aan de vacht van dieren vast haken. 29

kersenboom. En er is nog een manier waarop dieren helpen bij de verspreiding van zaden. Vogels en knaagdieren, zoals muizen en eekhoorns, verzamelen bijvoorbeeld eikels en beukennootjes als voorraad voor de winter. Vaak weten ze niet meer precies waar al hun voorraden liggen of verzamelen ze te veel. In het voorjaar groeien uit deze zaden nieuwe bomen. Andere zaden die zich door dieren laten verspreiden zijn zaden van de den door de notenkraker, zaden van het viooltje door mieren en walnoten door eksters. Verspreiding op eigen kracht Een heel klein aantal planten en bomen schiet de zaden zelf weg. Een bekend voorbeeld zijn de zaden van de springbalsemien of klein springzaad. Misschien staan ze wel in de buurt van de school en kun je dit met de kinderen bekijken. Je kunt exploderende zaaddozen zien van de zomer tot en met de herfst. De plant staat vaak bij bosranden. verspreiding van zaden 4 Veel bessen worden door vogels gegeten. De zaden komen tijdens het poepen weer naar buiten, klaar om te ontkiemen. Links http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030108_paardebloem01 (Filmpje van de levenscyclus van de paardenbloem met verspreiding zaden door wind) http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060706_bomen01 (Filmpje waarin bomen worden geshowd inclusief hun zaden/vruchten) http://www.schooltv.nl/hbb/?nr=2554432&item=2623129 (Aflevering van Huisje, Boompje, Beestje over zaadverspreiding) http://www.youtube.com/watch?v=jzbeo9ixhj0 (Filmpje met Engelsen die springbalsemien laten knallen ) 30

verspreiding van zaden 5 Esdoorn Plataan Sierappel Hazelaar Kleefkruid Wind Water Eigen kracht Dier eet op / poept uit Kleeft aan dier Dier verzamelt 31

verspreiding van zaden 6 Gras 1 Gras 2 Gras 3 eik Klit of Klis Wind Water Eigen kracht Dier eet op / poept uit Kleeft aan dier Dier verzamelt 32

verspreiding van zaden 7 Grove den Berk Tamme kastanje Paardebloem Lijsterbes Wind Water Eigen kracht Dier eet op / poept uit Kleeft aan dier Dier verzamelt 33

verspreiding van zaden 8 Gele lis Riet Es Beuk Smalle weegbree Wind Water Eigen kracht Dier eet op / poept uit Kleeft aan dier Dier verzamelt 34