Accountants, fiscalisten, notarissen en advocaten: meldt een gewaarschuwd mens voor twee?

Vergelijkbare documenten
NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

Witwasbestrijding, meldingsplicht en het OM

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Verkopers van goederen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Reactie consultatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Datum 24 april 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de rol van advocaten en accountants bij fraudeonderzoeken

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren. Versie 2015

FIU-Nederland. Sonja Corstanje-Maaskant Relatiebeheerder

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken

Gatekeepers: What s new?

Strengere eisen door nieuwe witwaswetgeving per 1 januari 2013!

Introductie tot de FIU-Nederland

Een beroepsgroep in verwarring De forensische accountant en de Wwft

WORKSHOP. Het toezicht op de naleving van de integriteitswetgeving bij niet-financiële instellingen. Toezichthouder BHM. juridisch beleidsadviseur BHM

Implementatiewet wijziging vierde antiwitwasrichtlijn ter consultatie voorgelegd concept-wetsvoorstel

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren

De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van bovenvermelde vragen met kenmerk 2018Z18409 van het lid Bruins van de ChristenUnie.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Afstudeerproduct Ken-je-cliënt -checklist. Studentnummer:

DE LWTF: DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN VOOR VRIJE BEROEPSBEOEFENAREN. mr. George Croes (Senior Policy Advisor Integrity Supervision Dept.

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT)

WWFT Orde van Advocaten Utrecht. 7 september Mr. dr. B. Snijder-Kuipers

Dit document maakt gebruik van bladwijzers.

Richtsnoeren voor advocaten voor de naleving van de verplichtingen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Richtsnoeren voor de interpretatie van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) voor belastingadviseurs en accountants

Veel gestelde vragen (FAQ)

2016 STAATSBLAD No. 33 VAN DE REPUBLIEK SURINAME

Wijzigingen ingevolge het oorspronkelijke wetsvoorstel (TK , nr. 2) zijn grijs gearceerd.

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

COMPLIANCE RICHTLIJNEN

Vast Lasten Service zijn doeners met kennis van zaken. Enthousiast, professioneel en behulpzaam. Uw vaste lasten zijn bij ons in goede handen.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

INDICATORENLIJST BEHORENDE BIJ DE Wet ter Voorkoming van Witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Inhoudsopgave. Voorwoord Afkortingen. vn xix

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Financial Intelligence Unit Suriname (MOT)

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (tekst geldig vanaf )

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ARTIKEL PM. WIJZIGING VAN DE WET TER VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIEREN VAN TERRORISME

Introductie tot de FIU-Nederland. Hennie Verbeek-Kusters FIU - Nederland juni 2012

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

3. Dit document is van toepassing op alle overeenkomsten en transacties die door of namens BTCFORCASH worden verricht.

Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tekst: Judice Ledeboer

Inbreng Consultatie Ministerie van Financiën

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme: geen rustig bezit

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoud LIJST VAN VEELGEBRUIKTE AFKORTINGEN 15 VOORWOORD 21 HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 2. Geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht DRUKKLAAR.

MEMORIE VAN ANTWOORD VVD

Vraag 1. Antwoord. Vraag 2

Bijlage 7 De risk-based approach van de Wwft

Samenvoeging WID/MOT. implementatie derde witwasrichtlijn. Discussiepaper. ASRE Onderzoeksseminar juni 2008

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft 2018)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Bijlage 12 De Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme: geen rustig bezit

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Preadvies. van de. Adviescommissie Strafrecht. inzake

Hierbij bied ik u aan de beantwoording van bovenvermelde vragen met kenmerk 2019Z15613 van de leden Leijten en Alkaya van de SP.

: LANDSVERORDENING van 20 mei 2011 houdende het overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Landsverordening

de Coöperatieve Rabobank Salland U.A., gevestigd te Deventer, hierna te noemen de Bank.

Inhoudsopgave. Voorwoord Wat witwassen is. 2 De strijd tegen witwassen. 3 De FATF

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening)

doordat de vereniging zelf Wwft-plichtig is; doordat de vereniging te maken heeft met een onderneming die Wwft-plichtig is.

Financial Intelligence Unit-Nederland. Meldprocedure BES FIU-Nederland

Statuut van Onafhankelijkheid

I. METHODOLOGIE. 1. Algemene presentatie van de vragenlijst. De verkorte vragenlijst is onderverdeeld in twee hoofdstukken.

PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME

Datum 21 april 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de kwaliteit van dienstverlening door rechtsbijstandsverzekeraars

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

34095 Initiatiefnota van de leden Gesthuizen en Merkies: Het centraal aandeelhoudersregister in de strijd tegen witwassen

Handleiding voor de toepassing van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) ingaande 1 januari 2013

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Transcriptie:

mr. A.A. Feenstra en mr. V. Ruijs * Accountants, fiscalisten, notarissen en advocaten: meldt een gewaarschuwd mens voor twee? Op 1 januari 2013 zijn de wijzigingen 1 in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft) in werking getreden. 2 In dit artikel zullen wij stilstaan bij de hoofdlijnen van de gewijzigde wet (onderdeel 4). Daarbij zullen wij ook kort ingaan op de totstand-komingsgeschiedenis van het achterliggende wetsvoorstel. Los van de wetswijzigingen, is het (ook) interessant(er) om stil te staan bij de discussie, die deze wet(geving) in de afgelopen periode met zich mee heeft gebracht (onderdelen 1 t/m 3). Die discussiepunten lijken met de wetswijzigingen niet uit de weg geholpen 1. Meldplicht versus verschoningsrecht Vooral voor advocaten ligt de meldplicht uit de Wwft gevoelig. Vrij recent heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) een uitspraak gedaan over de vraag of de meldplicht in strijd is met art. 8 EVRM. 3 Een Franse advocaat stelde zich in de zaak die tot deze uitspraak heeft geleid op het standpunt dat de plicht om een verdenking van witwassen te melden in strijd is met a lawyer s right to professional secrecy. Het EHRM geeft een lezenswaardig oordeel over het verschoningsrecht in relatie tot de meldplicht. Het Hof benadrukt het belang van de vertrouwelijke relatie tussen advocaat en cliënt, maar oordeelt dat de Franse meldplicht niet in strijd is met art. 8 EVRM. Daarbij acht het Hof twee factoren relevant. Allereerst oordeelt het Hof dat de meldplicht is beperkt tot een aantal situaties, waarbij een uitzondering geldt voor de situatie, die is gerelateerd aan een juridische procedure. De meldplicht wordt, volgens het Hof, daarbij beperkt tot de taken, die gelijk kunnen worden gesteld met taken van andere beroepsbeoefenaren, die ook een meldplicht hebben, * Anke Feenstra en Vera Ruijs zijn advocaten bij Hertoghs advocatenbelastingkundigen te Breda. 1 Stb 2012, 686. 2 Op 19 december jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van als hamerstuk aanvaard. Zie: Stb 2012, 687 en Eerste Kamer, Hamerstukken, 17 december 2012, EK 12, 12-10-75 en maar geen rol spelen in het verdedigen van cliënten. De meldplicht gaat dan ook niet zover dat daarmee the very essence of the lawyer s defense role which, as stated earlier, forms the very basis of the legal professional privilege teniet wordt gedaan. De tweede factor, die het Hof noemt, is dat de melding niet dient te worden gedaan aan een financiële toezichthouder, maar aan de Deken van de Orde van Advocaten. Het uitwisselen van informatie met de Deken acht het Hof geen schending van het verschoningsrecht. Het oordeel van het Hof raakt daarmee direct een tweetal discussies, die ook binnen de Nederlandse Orde van Advocaten zeer actueel zijn, namelijk de vraag of aan (uitsluitend) adviserende, niet-procederende advocaten een verschoningsrecht toekomt en de wijze waarop het toezicht binnen de advocatuur moet worden vormgegeven. Deze uitspraak geeft ons inziens steun aan het standpunt van de Orde dat dit toezicht door advocaten zelf moet worden geregeld. Dat biedt de juiste bescherming van het verschoningsrecht. 2. Meldplicht versus afgeleid verschoningsrecht De accountant en de belastingadviseur zijn aangemerkt als instellingen, waarop de Wwft en de daarbij behorende meldplicht onverkort van toepassing is (art. 1, lid 1, onderdeel a, sub 11 en 23 Wwft). Zij hebben evenwel geen wettelijk vastgelegd verschoningsrecht. Wel kan er sprake zijn van een afgeleid verschoningsrecht. De discussie hierover is recent gevoerd in het kader van de meldplicht. Daarbij is de vraag gesteld of een afgeleid verschoningsrecht van de accountant of de belastingadviseur de meldplicht uit de Wwft opzij kan zetten. Indien een accountant of een belastingadviseur vanwege zijn specifieke deskundigheid wordt ingeschakeld door een advocaat, valt de informatie die aan hem verstrekt wordt onder een afgeleid verschoningsrecht. Het is vaste jurispru- www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33238_implementatie_aanbevelingen. 3 EHRM 6 december 2012, nr. 12323/11 (Michaud vs France). 4

ARTIKEL 2013/8 dentie 4 dat het dan niet aan de afgeleid verschoningsgerechtigde, maar aan de verschoningsgerechtigde is om te bepalen of deze informatie onder zijn verschoningsrecht valt en/of deze aan derden kan worden verstrekt. Dit uitgangspunt heeft evenzeer te gelden bij de vraag of op basis van informatie, die van of in opdracht van een verschoningsgerechtigde is verkregen een melding dient te worden gedaan in het kader van de Wwft. Over dit onderwerp zijn onlangs Kamervragen gesteld naar aanleiding van een artikel van mrs. Van Bavel en Boswijk in Het Financieel Dagblad in relatie tot de inschakeling van een forensisch accountant door een advocaat. 5 De minister heeft geantwoord dat als een advocaat werkzaamheden verricht waarop het verschoningsrecht voor hemzelf van toepassing is, de forensisch accountant zich op het afgeleide verschoningsrecht mag beroepen en dan geen meldplicht geldt. 6 De minister geeft aan dat deze situatie zich voordoet bij werkzaamheden, zoals bedoeld in art. 1, lid 2, Wwft (de procesvrijstelling). Ons inziens is de procesvrijstelling alleen relevant voor zover de advocaat Wwft-plichtige diensten verricht. Indien de advocaat zelf geen Wwft-plichtige diensten verricht, bijvoorbeeld bij de behandeling van een strafzaak, een arbeidsrechtzaak of een echtscheiding, en een belastingadviseur of accountant inschakelt, geldt voor de adviseur of de accountant evenmin een meldplicht. Immers, niet de procesvrijstelling, maar het verschoningsrecht is in dat geval leidend. 3. Verscherpt toezicht? Door de toezichthoudende instantie, de Financiële Inlichtingen Eenheid (FIU) is met enige regelmaat verzucht dat het aantal meldingen, met name van advocaten, opvallend laag is. Het OM heeft aangekondigd het meldgedrag van met name accountants, fiscalisten, notarissen en andere poortwachters voor financiële ongebruikelijke transacties steeds strenger te controleren. 7 Op 21 november 2012 zijn onder andere vier notarissen en een fiscalist in een strafrechtelijk onderzoek als verdachte aangemerkt wegens het niet, te laat of onjuist melden. 8 Ook wordt de FIOD op korte termijn met 100 medewerkers versterkt, teneinde witwaszaken extra te kunnen aanpakken. 9 Mede gezien het verscherpte toezicht is het dus van groot belang om op de hoogte te zijn van de inhoud van de wetswijzigingen. Gelet op de voortgaande discussie en vraagtekens, die kunnen worden gesteld bij de reikwijdte van de meldplicht, geven deze wijzigingen ons inziens geen aanleiding om bij twijfel (eerder) te melden. Integendeel, de wetgever heeft immers de vrijwaring van strafvervolging beperkt tot die gevallen, waarin de melder te goeder trouw moet worden geacht (art. 19 nieuw). 4. Nieuwe wet: totstandkoming en wijzigingen Zoals gezegd is per 1 januari 2013 in de Wwft een aantal wijzigingen doorgevoerd. De wijzigingen vloeien met name voort uit de aanbevelingen die de Financial Action Task Force on money laundering (FATC) in het rapport van 25 februari 2011 aan Nederland heeft gedaan. 10 Nederland is, samen met 33 andere landen en 2 internationale organisaties aangesloten bij de FATC. 11 Dit betreft een intergouvernementele organisatie, opgericht door de G-7 in 1989, die zich richt op de internationale bestrijding van witwassen en sinds 2001 terrorismefinanciering. Leden van de FATF zijn gebonden aan een aantal aanbevelingen. De Europese richtlijnen die op deze aanbevelingen zijn gebaseerd hebben in Nederland geleid tot de antiwitwaswetgving. De leden van de FATC worden aan de hand van de aanbevelingen regelmatig beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie van Nederland is dus neergelegd in het rapport van 25 februari 2011. 12 Overigens is de wetswijziging van 1 januari 2013 alweer (bijna) achterhaald. In februari 2013 heeft de Europese Commissie een conceptvoorstel voor een richtlijn tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en een conceptvoorstel voor een verordening inzake informatie die bij geldovermakingen moet worden gevoegd om een vlotte traceerbaarheid van deze geldovermakingen te verzekeren gepubliceerd, waarin de Europese regels voor bestrijding van witwassen wederom worden aangescherpt. Noemenswaardig daarbij is dat deze concepten met name zijn opgesteld om duidelijke regels voor te stellen om banken, juristen en accountants en alle beroepscategorieën die hierbij betrokken zijn, tot meer waakzaamheid aan te zetten. Daarnaast wordt belastingfraude expliciet genoemd als basisdelict voor witwassen en wordt de drempel voor een cliëntonderzoek voor handelaren verlaagd van 15.000 naar 7.500. 13 Hierna zullen wij ingaan op de meest ingrijpende wijzigingen van de Wwft per 1 januari 2013. Hiermee is overigens niet beoogd om een uitputtend overzicht van alle wijzigingen te geven. 4 HR 29 maart 1994, LJN ZC9693, NJ 1994/552, HR 12 februari 2012, LJN: BV3004, HR 27 april 2012, LJN: BV3426, NJ 2012, 408. 5 C. van Bavel en R.J.Boswijk, Maak advocaat leidend bij fraude, Het Financieel Dagblad 4 februari 2013, p. 7. 6 Beantwoording Kamervragen over positie forensische accountants bij onderzoek naar fraude, brief van 28 februari 2013 van de minister van Veiligheid en Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer, 2013Z02294. 7 Ondanks dat in Nederland in vergelijking met andere Europese landen relatief vaak wordt gemeld vanwege de groot en goed ontwikkelde financiële sector in Nederland, is de overheid ontevreden over de naleving van de Wwft. Bepaalde beroepsgroepen blijven onder andere namelijk achter met melden. Zie: V. van der Boom, Politie en justitie ontevreden over naleven meldplicht voor ongebruikelijke transacties, Het Financieele Dagblad, 5 juli 2012. 8 Zie persbericht Functioneel Parket Acht strafrechtelijke onderzoeken naar niet melden ongebruikelijke transacties, 21 november 2012 (www.om.nl). 9 Ministerie van Financiën 10 november 2012, nr. DGB/2012/7178 (Fida 20127100). 10 Advies RvS en nader rapport, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 238, nr. 4, p. 1. 11 www.fatf-gafi.org (zie members and observers). 12 Voor een uitgebreide analyse van het rapport verwijs ik naar: M.L. van Duijvenbode, Van de FATC tot het OM: de huidige stand van zaken op het gebied van de witwasbestrijding in Nederland, Tijschrift voor Sanctierecht & Compliance, nr. 2, mei 2012, p. 69 e.v. 13 Press release van 5 februari 2013, nr. IP/13/87, Conceptvoorstellen COM 2013/044 (final) -2013/0024 (COD). Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 12 april 2013 5

2013/8 ARTIKEL Wijziging 1. Voor wie en wanneer? Algemeen Op grond van de (oude en nieuwe) Wwft zijn bepaalde aangewezen instellingen verplicht om cliëntonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties te melden (zie art. 3 jo. art. 16 oude wet, art. 2a nieuw). De groep van de instellingen wordt uitgewerkt in art. 1 Wwft. Forensisch accountant erin, accountants en fiscalisten in loondienst eruit Accountants en fiscalisten zijn verplicht om ongebruikelijke transacties te melden (art. 1, lid 1, onder a, sub 11 en sub 23). Een belangrijke wijziging is gelegen in art. 1, lid 1, onder a, sub 11, waarin sinds 1 januari 2013 de forensisch accountant expliciet is opgenomen. Onder de nieuwe wet vallen accountants en fiscaal adviseurs in loondienst op verzoek van de brancheorganisaties niet meer direct onder de werkingssfeer van de Wwft. De nieuwe wet richt zich namelijk enkel tot de accountant 14 en de belastingadviseur (zie art. 1, lid 1, onder a, sub 23) die hun beroep zelfstandig en onafhankelijk uitoefenen: het kantoor en de zelfstandige beroepsbeoefenaar. Deze wijziging is ingevoerd aangezien het bij grote advies- en accountantskantoren meestal niet is toegestaan om zelfstandig een Wwft-melding te doen. Eerst dient intern te worden gemeld binnen kantoor. Het tuchtrecht en het strafrecht blijft echter onverkort gelden. 15 De Wwft-richtsnoeren van de NOB zullen hierop worden aangepast. Hoewel de zorgvuldigheid met een interne kantoortoets beter wordt gewaarborgd, kan een interne meldplicht haaks komen te staan op de onafhankelijkheid van de individuele beroepsbeoefenaar. Bovendien kan een andere interne afweging niets afdoen aan eventuele tuchtrechtelijke of strafrechtelijke aansprakelijkheid van de individuele accountant of fiscalist. Wij zijn derhalve benieuwd of en zo ja, op welke wijze deze interne meldplicht wordt vastgelegd. Advocaat/notaris De (individuele) advocaat, jurist en notaris vallen onder de Wwft, voor zover advies wordt geven of bijstand wordt verleend op bepaalde werkterreinen (art. 1, lid 1 sub a, onder 12 ). De omvang van de terreinen wordt uitgebreid onder de nieuwe wet. Na inwerkingtreding van deze wet vallen het geven van advies c.q. bijstand ten behoeve van de volgende transacties onder toepassing van de Wwft (met daarbij de wijziging vermeld): a. het aan- en verkopen van registergoederen (voorheen was dit onroerende zaken ); b. het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden (dit onderdeel is ongewijzigd); c. het oprichten of beheren van vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in art. 2, lid 1, onderdeel b, AWR te denken valt aan verenigingen, maatschappen en doelvermogens (onderdeel ongewijzigd); d. het geheel of gedeeltelijk aan- of verkopen dan wel overnemen van een onderneming voor zover daardoor een persoon die niet als uiteindelijke belanghebbende van die onderneming kwalificeerde, uiteindelijk belanghebbende 16 van die onderneming wordt (nieuw is dat in de wet wordt vastgelegd dat ook gedeeltelijke overnames onder toepassing van de Wwft vallen); e. werkzaamheden op fiscaal gebied die vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden van de onder 11 beschreven beroepsgroepen (ongewijzigd 17 ); f. het vestigen van een recht van hypotheek op een registergoed (geheel nieuw). Reden van deze wijziging is dat de levering van een registergoed bij een andere notaris kan geschieden dan de notaris die de hypotheekakte opmaakt. 18 Voorts is de Wwft van toepassing op advocaten, juristen en notarissen (dan wel soortgelijke beroepen) indien wordt opgetreden in naam en voor rekening van een cliënt bij enigerlei financiële transactie of onroerende zaaktransactie (art. 1, lid 1, sub a, onder 13, ongewijzigd). Taxateurs Nieuw is onder de toekomstige wetgeving dat ook taxateurs van onroerende zaken onder de meldingsplicht voor ongebruikelijke transacties vallen (art. 1, onder a, sub 24). 19 Procesvrijstelling voor advocaten en belastingadviseurs De procesvrijstelling van art. 1, onder 2 blijft ongewijzigd. Op grond van deze bepaling is de Wwft niet van toepassing op belastingadviseurs, advocaten en notarissen voor zover zij werkzaamheden verrichten inzake de bepaling van de rechtspositie van cliënt, zijn vertegenwoordiging in rechte en het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de wetgever uit het oog is verloren dat in art. 1, lid 2 een verwijzing is opgenomen naar belastingadviseurs als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, sub 11, terwijl de belastingadviseurs in de nieuwe wet zijn vermeld onder een eigen sub 23. Het eerste verkennende gesprek met de cliënt is steeds vrijgesteld van enige meldingsplicht, zodat kan worden bepaald om wat voor soort dienstverlening het gaat. 20 Wijziging 2. Uitbreiding transactiebegrip Het transactiebegrip en daarmee de gevallen wanneer een melding moet worden gedaan, is na invoering van het wetsvoorstel sterk uitgebreid. Onder de oude wet diende een melding te worden gedaan indien sprake is van een (voorgenomen) ongebruikelijke transactie in verband met het afnemen of het verlenen van de diensten (art. 1, onder m). Onder de huidige wet ontstaat ook een meldingsplicht in geval van een (voorgenomen) 14 Art. 1, lid 1, onder a, sub 11 nieuw. 15 MvT, Kamerstukken II, 2011 2012, 33 238, nr. 3, p. 7. 16 In art. 1, lid 1, onderdeel b, onder f wordt de uiteindelijk belanghebbende nader gedefinieerd. 17 Zij het dat onder de oude wet onder 11 de accountants en belastingadviseurs zijn begrepen, terwijl in de toekomstige wet enkel de accountants onder 11 vallen. De belastingadviseurs worden onder de toekomstige wet genoemd onder 23. Vermoedelijk is hier sprake van een omissie van de wetgever maar is geen inhoudelijke wijziging beoogd. 18 MvT, Kamerstukken II, 2011 2012, 33 238, nr. 3, p. 8. 19 Het cliëntonderzoek is niet verplicht gesteld voor hen. 20 Kamerstukken II, 2007-2008, 31 238, nr. 3, p. 15/16. 6

ARTIKEL 2013/8 ongebruikelijke transactie waarvan de meldingsplichtige ten behoeve van de dienstverlening aan die cliënt heeft kennisgenomen. 21 Een direct causaal verband tussen de handeling en de werkzaamheden van de instelling is dan niet meer vereist. Ook een ongebruikelijke transactie die zich in het verleden heeft voorgedaan waarbij de instelling niet betrokken is geweest maar waarvan hij vanwege zijn dienstverlening kennis neemt, moet dus worden gemeld. 22 Het gaat om transacties waarmee de instelling wordt geconfronteerd en waarvan het ongebruikelijke karakter de instelling direct duidelijk moet zijn op grond van de (objectieve en subjectieve) meldindicatoren, waarbij bijzondere deskundigheid van de desbetreffende instelling in aanmerking wordt genomen. Deze nieuwe regeling gaat erg ver. Het gaat hier echter niet om een nieuwe onderzoeksplicht. Ook geldt geen meldplicht voor transacties die bij de instelling bekend zijn geworden in het kader van dienstverlening buiten de reikwijdte van de wet (niet Wwft-plichtige of vrijgestelde diensten) of transacties tussen derden, waarbij noch de cliënt noch de instelling betrokken bij zijn geweest. 23 Wijziging 3. Uitbreiding cliëntonderzoek Ook is de regeling omtrent het (verscherpte) cliëntenonderzoek 24 uitgebreid voor onder de Wwft-vallende instellingen. Deze regeling geldt niet alleen voor nieuwe cliënten, maar ook voor de bestaande, die binnen een nader te bepalen termijn alsnog volgens de herziene eisen van de Wwft moeten worden gecontroleerd (art. 38). Dit brengt derhalve een aanzienlijke administratieve lastenverzwaring met zich mee. Uiteindelijk belanghebbende Zo dient de uiteindelijk belanghebbende 25 onder de nieuwe wet steeds geïdentificeerd te worden (art. 3, lid 2, onder b). In de oude situatie diende in de meeste gevallen enkel inzicht te worden verworven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van cliënt. Stromannen en vertegenwoordigers Ook dient steeds geverifieerd te worden of de cliënt voor zichzelf optreedt dan wel voor een ander (de zogenoemde stromanbepaling, art. 3, lid 2, sub f) en moet worden vastgesteld dat degene die de cliënt vertegenwoordigd, vertegenwoordigingsbevoegd is (art. 3, lid 2, onder e). Trust Voorts geeft de nieuwe wet een verduidelijking van bestaande verplichtingen bij trusts. Er moet inzicht worden verschaft in de eigendom- en zeggenschapstructuur, 26 waarbij tevens inzicht dient te worden verschaft in de identiteit van de instellers en de trustees van de trust. Ook dient de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende van de trust geverifieerd te worden. Cliënten uit staten met verhoogd risico Een verscherpt cliëntenonderzoek ex art. 8 Wwft is onder de oude tekst vereist indien de zakelijke relatie of transactie naar haar aard een verhoogd risico op witwassen kent. Nieuw is dat cliëntonderzoek moet worden verricht bij cliënten afkomstig uit staten met een verhoogd risico op witwassen en financiering van terrorisme. 27 PEP-controle Voorts wordt de plicht om te onderzoeken of sprake is van zogenoemde Politiek Prominiente personen, ook wel PPP s of PEP s (Politically Exposed Persons) uitgebreid. Dat zijn onder de oude wet bepaalde politieke personen die niet in Nederland woonachtig zijn. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wet geldt de maatregel inzake het verscherpte cliëntonderzoek voor alle PEP s die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, ongeacht of deze wel of niet woonachtig zijn in Nederland (art. 8, lid 4). Ook dient deze toets onder de toekomstig wetgeving te worden uitgevoerd indien de uiteindelijk belanghebbende een PPP/PEP is. In de MvT is genoemd dat niet alleen het vermogen dat betrekking heeft op de transactie maar het gehele vermogen van de PEP voorwerp van het onderzoek dient te zijn. Een dergelijke bepaling is echter niet in de nieuwe wettekst opgenomen. Wijziging 4. Definitie cliënt/ verduidelijking begrip personenvennootschappen Tevens wordt de definitie van cliënt gewijzigd, waarmee echter geen inhoudelijke wijziging wordt beoogd. 28 Deze wijziging is doorgevoerd aangezien onder de oude wetgeving verwarring bestond indien een personenvennootschap als entiteit optreedt. Zowel onder de oude als de nieuwe wet moet het cliëntonderzoek gericht zijn op de achterliggende personen. De wijziging van de definitie strekt tot verduidelijking daarvan. Wijziging 5. Melding Een melding dient te worden gedaan indien de transactie ongebruikelijk is (art. 16, lid 1). De meldingsplicht is aangevuld met de situatie, waarin de identificatie niet leidt tot het wettelijk vereiste resultaat of indien een relatie wordt beëindigd, omdat niet aan de (nieuwe) eisen van identificatie kan worden voldaan, onder de voorwaarde dat er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme (art. 16, lid 4). De Financiële Inlichtingen Eenheid (FIE, handelsnaam : FIU of FIU-Nederland), de instantie waarbij gemeld moet worden (art. 12 jo. art. 16 nieuw) beoordeelt vervolgens of de transactie verdacht is. De FIU kan bij de instelling die de melding heeft gedaan nadere gegevens of inlichtingen vragen, die vervolgens verstrekt dienen te worden (art. 17, lid 2). 21 Nummering artikel ongewijzigd. 22 Hetgeen de dienstverlener opvangt in de kroeg, valt hier niet onder. Zie: L. Wijsman en B. Keuping, Wijzigingswetsvoorstel Wwft: verruimde meldplicht advocaten, Advocatenblad, 7 juni 2012. 23 MvT, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 238 3, nr. 3, p. 12. 24 Art. 3, 6 en 7 van de oude wet. 25 Zie art. 1, lid 1, onderdeel b, onder f nieuw. 26 Zie art. 3, lid 3 nieuw. 27 De in art. 8, lid 1, bedoelde ministeriele regeling is nog niet tot stand gekomen. Zie W.J. Morra, Tekst & Commentaar Openbare Orde en Veiligheid, Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, Kluwer (gebaseerd op de 2e druk 2011), commentaar art. 8 Wwft. 28 In de oude wet wordt dit in art. 1, lid 1, sub b uitgelegd als natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan of die een transactie laat uitvoeren. Onder de huidige wet is dit gewijzigd in degene met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan of die een transactie laat uitvoeren. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 12 april 2013 7

2013/8 ARTIKEL Een instelling dient er zorg voor te dragen dat werknemers periodiek (toegevoegd aan het oude art. 35) worden opgeleid zodat zijn ongebruikelijke transacties kunnen herkennen en cliëntonderzoek goed en volledig kunnen uitvoeren. Termijn melding Met betrekking tot de termijn waarbinnen de melding dient te worden gedaan kent de oude wet een termijn van veertien dagen (art. 16). In het nieuwe art. 16 wordt deze termijn gewijzigd in onverwijld. De melding dient in ieder geval binnen veertien dagen te geschieden en zoveel eerder als feitelijk mogelijk bij voldoende zorgvuldige interne afweging. 29 Schending meldplicht De instelling kan bij een wettelijke melding zelf niet vervolgd worden voor witwassen c.q. terrorismefinanciering (art. 19/20). Zoals eerder vermeld is hierbij wel toegevoegd dat het moet gaan om een instelling, die te goeder trouw is. Het niet naleven van de meldplicht is een economisch delict (art. 1, onder 2, WED). Schending van de meldplicht kan een maximale gevangenisstraf van twee jaar opleveren (art. 6, lid 2, WED). Op dit moment is er een conceptwetsvoorstel aanhangig, waarin de maximale gevangenisstraf voor daders die een gewoonte maken van het niet-melden, verhoogd wordt naar vier jaar. 30 5. Conclusie De gevallen, waarin een melding wegens een ongebruikelijke transactie dient te worden gedaan, zijn na invoering van de nieuwe wet flink uitgebreid. De identificatieplicht en daarmee de administratieve lasten zijn verder verzwaard, de strafrechtelijke en civielrechtelijke vrijwaringen zijn beperkt en Justitie gaat bovendien strenger toezien op naleving van de Wwft. Deze wijzigingen nemen het professionele dilemma, waarvoor een belastingadviseur, accountant, notaris of advocaat zich gesteld ziet niet weg. Eén aspect is (wel) helder, namelijk het verschoningsrecht gaat voor de meldplicht, indien de advocaat zich bezighoudt met hetgeen hij van oudsher heeft gedaan; de verdediging van de rechten van zijn cliënt. Dit verschoningsrecht geldt dan niet alleen voor zijn bijstandverlening, maar ook voor de deskundigen die hij daarbij inschakelt. Voor het overige geldt naar onze mening: een gewaarschuwd mens telt tot twee (weken) om eerst een uiterst zorgvuldige afweging te maken. 29 Zie MvT, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 238, nr. 3, p. 17. 30 Wetsvoorstel verruiming mogelijkheden bestrijding financieeleconomische criminaliteit. Zie www.rijksoverheid.nl voor het conceptwetsvoorstel. De ministerraad heeft reeds ingestemd met dit wetsvoorstel, zie Kabinet pakt financieel-economische criminaliteit harder aan, NJB, januari 2013, aflevering 1, p. 60. 8