Deel 3: Op weg naar volwassenheid - Van school naar beroepsleven het voorbeeld van Oostenrijk



Vergelijkbare documenten
Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

ECTS-fiche: Gender en lifestyle

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media November 2011

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Kinderen in West gezond en wel?

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Juridische medewerker

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

E-boeken in de Nederlandse bibliotheken Een onderzoek naar de behoefte van Nederlanders over de uitleen van e- boeken in bibliotheken

Kinderen in Centrum gezond en wel?

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

ontspanning en iets presteren

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO.

Persbericht. Jobcreatie in Limburgse bouwsector. Limburgse bouwondernemingen sturen positieve signalen uit

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Arbeidsdeelname van paren

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

over de toekomst over de toekomst

Sport en de persoonlijke ontwikkeling van kwetsbare jongeren

STUDIEPERSPECTIEF? Kies slim! Onderzoek naar de wijze waarop jongeren in het voortgezet onderwijs een vervolgopleiding kiezen.

Kinderen in Noord gezond en wel?

Van alle gezinnen geeft 92% aan dat minimaal één van de kinderen deelneemt aan sport- en/of culturele activiteiten.

Schoolverlaters bevraagd

Conclusies: leefstijlscore

Examen VMBO-BB Arabisch CSE BB. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Rijksuniversiteit Groningen

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Inhoudsopgave van de gehele gids:

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Resultaten onderzoek Kinderen en geld. Februari 2015

Vragenlijst Depressie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

5. Onderwijs en schoolkleur

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Enquête over de informatie aan de HZIV-leden: resultaten

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Werkbladen. Uitdaging! Wat betekent succes en geluk voor mij? Gaat voor jou geluk samen met succes? Of gaat het

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Loonwijzer-rapport. Loopbaanonderbreking. Inleiding. Waarom de loopbaan onderbreken? Loopbaanonderbreking Een Loonwijzer-onderzoek

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Nederlanders aan het woord

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Dialogen website Motiveren tot rookstop

Hoog opgeleid, laag inkomen

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

Onderzoek Summerproof

Type of activity Date: 17/03/2011. Description of the activity: results of the survey in Belgium. In totaal legden 137 mensen deze enquête af.

> Inkijkexemplaar

Kun je jouw beleving meten in woord, beeld en getal?

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Meer of minder uren werken

Filosofie 3 Postmoderne mediaconsumptie. Kind of minivolwassene?

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

De loopbaan van een werkloze

Figuur 1. Redenen van jongeren om zich thuis of in de woonomgeving bang of angstig te voelen (GGD Fryslân GO Jeugd 2004).

Rapportage gouden voornemens 2016

Op zoek naar de vrouw áchter de lesbo

Dossier: rijden onder invloed van alcohol

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Ouders over kindcentra

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

ontwikkeling Sociale en emotionele III Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Kinderboek: Les 8: Mannen en vrouwen (in de media) Lesoverzicht

Weinig mensen sociaal aan de kant

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Jongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling Utrecht.nl/volksgezondheid

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Kinderdagverblijf, familie, vrienden, gezelligheid, sporten, creatief bezig zijn, oppassen, kinderen, technologie.

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Wil jij minderen met social media?

Intakewerkblad DEELNEMER ART.60:. PROJECT BEGELEIDER INSCHAKELINGSCOACH BEGELEIDER OCMW..

Transcriptie:

Deel 3: Op weg naar volwassenheid - Van school naar beroepsleven het voorbeeld van Oostenrijk Renate Seebauer (Oostenrijk) 1. Uitdagingen en oriëntatieopdrachten Er ontstaan nieuwe uitdagingen voor jongeren door een verzwaarde opleidingsdruk en concurrentie om opleidingsdiploma's. Dat leidt automatisch tot een verlenging van de school- en opleidingstijd, maar staat in geen geval garant voor een succesvolle professionele carrière. Een deel van de jongeren loopt ook het gevaar overbodig te worden: bij hen mislukt de integratie in het beroepsleven gedurende lange tijd of permanent. De oriënteringsopdrachten van een steeds langere jeugdfase zijn complexer geworden en worden - zoals SCHRÖER (2002) vermeldt, vergezeld door een diffuse angst van het nietkunnen-volgen (6de Jugendbericht, pag. 5, met verwijzing naar Schröer 2002, pag. 92). Het gevolg is een verhoogd experimenteer- en risicogedrag. Jongeren uit sociaal benadeelde milieus, die - ondanks dezelfde opdrachten - over minder sociale hulpbronnen beschikken en in hun omgeving andere aanbiedingen voor een levensoriëntatie vinden, staan voor bijzondere uitdagingen. Op het raakvlak schoolopleiding-beroep worden de ongelijkheden die door de afkomst worden bepaald, in de zin van ingeperkte opties voor een levensdoel in toenemende mate evident. HORNSTEIN (2009) schat dat tot een vijfde van de jongvolwassenen betrokken zijn (6de Jugendbericht, pag. 5, met verwijzing naar Hornstein 2009, pag. 56). 2. Zoek- en oriënteringsfasen met respect voor jongeren met migrantenachtergrond De klassieke jeugdleeftijd (14 tot 18 jaar) wordt gekenmerkt door het feit dat jongeren overwegend in het gezin wonen en ook naar school gaan. 10- tot 14-jarigen daarentegen beschouwen zichzelf steeds minder als kinderen (voor hen werd het hulpbegrip kids gangbaar), waardoor de jeugdfase vervroegd werd. Deze heterogene deelfases van de jeugdleeftijd maken duidelijk dat volwassen worden vandaag complexer is geworden. Jongeren met een migrantenachtergrond hebben de ommekeer in het onderwijs, die autochtonen in de jaren 90 gekend hebben, niet meegemaakt; ze gaan vaak na het aflopen van de schoolplicht recht naar de arbeidsmarkt. Dit geldt vooral voor jongeren van de eerste en tweede generatie uit de traditionele regio's van herkomst van gastarbeiders. Jongeren uit de EU of de Midden-Oosteuropese landen vertonen een gelijkaardig gedrag in het onderwijs als autochtone jongeren. Zoals blijkt in het Sechste Jugendbericht (Zesde jeugdbericht) bereiken ook migrantenkinderen van de twee geslachten uit het voormalige Joegoslavië in toenemende

mate een hogere opleidingsgraad dan hun ouders (leer- en beroepsgeoriënteerde middelbare scholen). Ook mannelijke jongeren uit Turkije verbeteren hun opleidingsniveau ten opzichte van hun ouders, maar Turkse meisjes niet. In vergelijking met de jaren 80 is de opleidingsgraad in Oostenrijk zelfs verslechterd, en dat wordt gedeeltelijk beschouwd als een gevolg van een blijvende toeloop van vrouwen met een lage opleidingsgraad, en gedeeltelijk als verandering in het scholingsgedrag van de tweede generatie. 3. Opleidingswegen van jongeren in Oostenrijk Wat betreft de deelname aan het onderwijs bij de 15- tot 19-jarigen ligt Oostenrijk met 82 % licht boven het OECD-gemiddelde, maar in vergelijking met de EU19 en de beide buurlanden Duitsland en Zwitserland hinkt het achterop. In de leeftijdsklasse van de 20- tot 29-jarigen kan men een nog grotere achterstand constateren. In het schooljaar 2006/07 zette 61 % het algemeen middelbaar onderwijs (AHS, allgemein bildenden höheren Schule) in aansluiting op de onderbouw voort, in een van de diverse bovenbouwvarianten van het AHS; 30 % stapt over op een beroepsvoorbereidende middelbaar school (BHS, berufsbildende höhere Schule). 91 % zat daarbij op een school waar men een matura (eindexamen) moet afleggen. Van de Hauptschule gaat 28 % over naar een BHS, 28 % naar de Polytechnische Schule (beroepsvoorbereidende eenjarige onderwijsvorm, PTS) en later in opleidingsvormen voor het beroepsleven: 21 % in een beroepsvoorbereidende middenschool (BMS, berufsbildende mittlere Schule) en dus 77 % in een beroepsgeoriënteerde opleiding. Slechts 6 % van de leerlingen van een Hauptschule stappen over naar een bovenbouwopleiding van een AHS. Van tenslotte 7 % van de leerlingen uit de 4de klas van de hoofdschool kan statistisch gezien geen uitspraak gedaan worden over hun overstap of hun blijven. Bij de AHS-onderbouw ist dat 1,2 % (zie Statistik Austria 2009). 4. Geslachtsspecifieke verschillen De laagste waarden in het vrouwelijke aandeel zijn te vinden in de middelste en hogere niveaus in het voltijdse onderwijs in de technisch-industriële sector. In de economische scholen en scholen met sociale opleidingen is het aandeel mannelijke leerlingen duidelijk lager; het ligt hier en daar onder 10 %. In Oostenrijk bestaan ongeveer 260 wettelijk geregelde opleidingen die naar een beroep leiden. De jonge mannen en vrouwen zijn alleszins voor de meerderheid verdeeld over een duidelijk lager aantal 'Lehrberufe' (beroepen die via een deeltijdse opleiding met leercontract leert) - met een verschillende concentratie: Meer dan 48 % van alle mannelijke leerlingen en bijna 70 % van de vrouwelijke leerlingen zijn te vinden in een van de tien meest gangbare Lehrberufe. De volgende tabel verduidelijkt de feiten:

Vrouwelijke leerlingen op leercontract Mannelijke leerlingen op leercontract Aandeel vrouwelijke leerlingen op leercontract in het totaal in % Aandeel mannelijke leerlingen op leercontract in het totaal in % 1. Detailhandel totaal 24,3 1. Autotechniek 9,2 2. Commercieel-administratief 12,2 2. Installatie- en 5,9 medewerker bouwtechnieken 3. Kapster en 3. Installatietechniek - 5,4 pruikenmaakster (styliste) 11,6 elektriciteit 4. Restauranthoudster 4,7 4. Machinebouwtechniek 5,2 5. Kokkin 4,1 5. Detailhandel 5,2 6. Gastronomiedeskundige 3,5 6. Kok 4,1 (vrouw) 7. Hotel- en herbergassistente 2,8 7. Meubelmakerij 4,0 8. Commercieel 2,5 8. Metselaar 3,6 apotheekassistent 9. Administratief bediende 2,4 9. Metaaltechniek - 3,4 (vrouw) metaalverwerkingstechniek 10. Bloembindster en - 1,8 10. Schilder en huisschilder 2,4 verkoopster (floriste) Totaal 69,9 Totaal 48,4 Bron: 6. Jugendbericht, pag. 36, op basis van de Lehrlingsstatistik 2009, WKO, 31.12.2009. 5. Risicofactoren van ongeschoolden en hun ongunstige professionele situatie Professionele carrières lopen vaak scheef als jongeren niet de mogelijkheid hebben om hun droomberoep te verwerven. Leerproblemen en examenangst leiden tot slechte schoolresultaten en de droom van het droomberoep gaat in rook op. Op die manier worden beroepen en opleidingen genomen die niet overeenkomen met de wens van de jongeren en daardoor het risico op afbreken of dropout verhogen. Het afbreken van een opleiding gebeurt onafhankelijk van geslacht, moedertaal en opleidingsniveau van de ouders anderhalve keer zo vaak in stedelijke gebieden als op het platteland. Het zesde bericht over de toestand van de jeugd in Oostenrijk noemt de volgende factoren als zijnde van invloed op het risico om ongeschoold te blijven (in volgorde van de sterkte van invloed): afbreking opleiding (meestal om financiële redenen); gewenste opleiding kon niet worden gevolgd (geen geschikte stageplaatsen);

moedertaal is niet Duits; gebrekkig gebruik van actieve informatiekanalen (lezen, internet, vrienden); schoolgebonden problemen (examenangst, leerinhouden worden als oninteressant en vervelend beschouwd); intuïtief beslissingsgedrag (gebrekkige ondersteuning van het sociale netwerk); laag opleidingsniveau van de ouders; weinig sport, weinig engagement in verenigingen; gebrekkige sociale ondersteuning door vrienden en verwanten; stedelijke woonplaats (vgl. 6. Jugendbericht, pag. 41). Ongeschoolde jongeren zijn duidelijk minder tevreden met alle aspecten van een beroep dan jongeren in opleiding (veiligheid arbeidsplaats, verdere opleidingsmogelijkheden, met rechtstreekse baas, met de werkregeling, het inkomen, de professionele activiteit, de professionele loopbaan tot nu toe). Ongeschoolde jongeren zijn ook significant vaker werkloos - vooral in stedelijk gebied. 6. Uitdagingen bij de start van het beroepsleven en eigenschappen van de ideale job - vanuit het standpunt van 14- tot 24-jarigen In een representatieve telefonische rondvraag aan 800 jongeren (van 11.6 tot 20.7. 2012) uitgevoerd door het instituut voor strategieanalyses in opdracht van het ministerie voor economie, familie en jeugd werden onder meer volgende vragen gesteld aan de proefpersonen: Hoe belangrijk zijn de volgende eigenschappen als het gaat om te starten in het beroepsleven? Bron: Der neue Jugendmonitor, 8. Welle, 21.08.2012. De enquête toonde aan dat jongeren een afgeronde opleiding, team- en communicatievaardigheid als bijzonder belangrijk beschouwen. Stresbestendigheid is

voor meer dan 90 % heel of eerder belangrijk, goede punten beschouwt een kwart van de bevraagden als niet zo beslissend. Carrièremogelijkheden of geld verdienen vallen hier tegenover duidelijk af, sociale zekerheid daarentegen is voor de 14- tot 24-jarigen heel belangrijk. Een andere vraag heeft te maken met persoonlijke beroepswensen - concreet: Welke eigenschappen heeft de ideale job volgens jou? Bron: Der neue Jugendmonitor, 8. Welle, 21.08.2012. Zoals de grafiek aantoont, is de ideale job voor jongeren interessant, plezierig en vindt die plaats in een aangename omgeving. Geld, carrièremogelijkheden of vaste werktijden zijn in vergelijking met andere eigenschappen niet zo belangrijk. Minder belangrijk - maar nog steeds van belang - zijn mobiliteit, internationale ervaring, veel stages en goede kennis van vreemde talen. De resultaten van de rondvraag lijken in het totaal heel realistisch en kunnen het gevolg zijn van een consequente omzetting van leerplanvereisten: In het Oostenrijkse onderwijs zit beroepsoriëntatie verplicht in het 7de en 8ste schooljaar in alle schooltypes (Hauptschule, AHS-Unterstufe, Sonderschule, Volksschuloberstufe) als verplichte oefening verankerd met telkens 32 onderwijsuren (dat komt overeen met een uur per week). Beroepsoriëntatie kan geïntegreerd worden in de vakken, dat wil zeggen dat uren voor beroepsoriëntatie in het kader van meerdere andere verplichte onderwerpen worden gehouden;beroepsoriëntatie kan ook als individueel vak worden gegeven. Literatuurlijst Ministerie voor economie, familie en jeugd (uitg.): Sechster Bericht zur Lage der Jugend auf einen Blick. Wenen 2011. Ministerie voor economie, familie en jeugd (uitg.): Der neue Jugendmonitor, 8. Welle: Meinungen und Einstellungen der Jugend zu Wirtschaft/ Arbeit (August 2012), beschikbaar op: http://www.bmwfj.gv.at/jugend/forschung/documents/jugendmonitor_welle_8.pdf.

Lichaamscultus - een thema bij de overgang van kind-zijn naar volwassenheid? Oliver Holz (België) 1. Ik en mijn iphone - mijn iphone en ik Kinderen eten te veel, kinderen bewegen te weinig, kinderen kijken te veel tv. Je hoort en leest dat kinderen 'kleine egoïsten' zijn, die niet meer 'intelligent' kunnen communiceren en traditionele waarden en normen negeren. De smartphone of de iphone maakt intussen 'deel uit van hun lichaam'. Nieuwe technische mediale ontwikkelingen hebben tot veranderingen geleid in de communicatiestructuur en hebben geleid tot nieuwe en andere manieren van communicatie. Het staat buiten kijf dat kinderen vanwege deze nieuwe technologieën bijvoorbeeld nog nooit zoveel geschreven hebben als vandaag, maar ook nog nooit zo slecht. Zopf spreekt in deze samenhang zelfs van digitaal gestamel. En De Bruyckere noemt de generatie van de huidige jeugd ook de 'stand-by generatie': jongeren zijn permanent bereikbaar en daardoor ook permanent bezig. 2. Lichaamscultus gisteren - lichaamscultus vandaag Behalve het gebruik van nieuwe technologieën is het voor de opgroeiende generatie ook kenmerkend dat ze het lichaam gebruikt als zelf-expressie en als 'profilering'. Dat is historisch gezien niet nieuw. Nieuw is echter dat lichaamscultus niet meer door maatschappelijke modellen wordt bepaald, maar door wat de media tonen. Vanuit historisch standpunt beweert Alkemeyer dat de presentatie van het lichaam (...) achter de muren van de privé-leefomgeving of de turnzalen en dansverenigingen die buiten het openbare leven bleven plaats vond. De hierboven reeds vermelde 'profilering' gebeurde op andere manieren, maar eveneens met het lichaam en via het lichaam. Men stelde zijn grenzen - ook vroeger. Herinner je het 'met rechte rug lopen'. De burgerklasse distantieerde zich door deze manier van lopen van ondergeschikten, dienstmeisjes, knechten enz... Ze benadrukten dat ook nog doordat ze met hoed en stok de sociaalonderscheidende semantiek van het verticale benadrukten. Alkemeyer spreekt in samenhang hiermee ook van een aristocratische bewegingscultuur van het paardrijden, vechten of dansen. Als men denkt aan het militaire in-de-houding-staan, aan regels van stil zitten en rechtstaan op school, militaire en schoolse dril, dan wordt duidelijk dat lichaamscultus geen fenomeen van vandaag is. Deze gepraktiseerde lichaamscultus had ook altijd iets te maken met prestaties, met energie en met gezondheid. Vooral zelfdiscipline is hierbij belangrijk. Historisch gezien beweert Alkemeyer dat degene die zijn lichaam niet (...) onder controle heeft, (...) daar zelf schuld aan heeft en (...) als lui, stijlloos, uiteindelijk overbodig (dreigt te) worden. Het lichaam wordt een (...) visitekaartje van een lidmaatschap bij de club van degenen die bereid zijn tot presteren, het getuigt van employability. (...) Onderzoeken tonen aan dat (...) sport, fitness en wellness overwegend door de middenlaag (worden gepraktiseerd). Roken, slechte

voeding, zwaarlijvigheid enz. zijn statistische kenmerken van de lagere sociale milieus. Sociale verschillen worden zichtbaar in het lichaam: tegenover de afgetrainde en gelifte lichamen van een volledige leisure-class staan de lichamen van een zowel economisch als gezondheidsmatig zichtbaar aangeslagen loser-class. Tijdens de afgelopen jaren is bij het begrip 'lichaamscultus' echter het begrip '(schoonheids)waan' niet meer weg te denken. Het beschrijft een streven naar een lichamelijke aantrekkelijkheid die overwegend gericht is op voorbeelden uit de media. Het doel is het winnen aan gevoel van zelfwaarde, dat door zelfbewondering en erkenning van de omgeving wordt versterkt. Lichaamscultus wordt beleefd volgens actuele normen die de volledige lichaamsesthetiek omvatten en die in dwangmatig gedrag kunnen omslaan. De gevolgen van een overdreven lichaamscultus kunnen bijvoorbeeld magerzucht en depressies of de negatieve gevolgen van een schoonheidsoperatie zijn. Posch zegt dat de moderne mens niet alleen zijn leven, maar ook zijn lichaam vorm geeft. Ze benadrukt dat de perfectie van het uiterlijke verschijningsbeeld nog nooit een gelijkaardige waarde in het heden had. Het lichaam is een project geworden en een bouwplaats voor zelfoptimalisatie. (...) Het gaat om de afgrenzing tegenover anderen, maar tegelijkertijd ook om niet al te zeer uit de toon te vallen. (...) Het gaat om zelfrealisatie tussen aanpassing en zelfstandigheid, tussen normalisering en extravagantie, tussen consumptie en authenticiteit. De kritiek die in samenhang hiermee steeds luider klinkt, is gericht tegen de consumptieen mediamaatschappij, die de esthetische normen oplegt en het eigen lichaam niet zelden als gebrekkig laat uitschijnen. Het ensceneren van het eigen lichaam speelt hierbij een steeds groter wordende rol: fitness- en zonnebankstudio's, tattoo- en piercingstudio's, schoonheids- en wellnessfarms of beautycamps worden 'een middel tot het doel'. En de media 'helpen' ons om mee te gaan in deze waan: 90-60-90, de size zero -jeans, sixpacks enz. worden in tijdschriften en door andere reclamemedia als 'voorbeeld' gesuggereerd. 3. De Bravostudie Het Duitse jongerentijdschrift Bravo voerde een representatieve studie uit (Dr. Sommer Studie 2009) rond diverse aspecten die rond jeugd draaien. Een van deze aspecten betreft het lichaam (met inbegrip van de lichamelijkheid, de lichaamscultus en de schoonheidswaan). Enkele geselecteerde resultaten worden hier aangehaald: 56 % van de meisjes en 69 % van de jongens in de leeftijdscategorie van 11 tot 17 jaren zijn tevreden met hun uiterlijk; 27 % van de meisjes zouden graag slanker zijn; 72 % van de bevraagden denken dat dunne, of magere mensen meer geliefd zijn dan dikke mensen; 49 % van de 17-jarige meisjes hebben al een dieet gevolgd;

voor 58 % van de Duitse meisjes/ vrouwen zijn de thema's 'schoonheid en er goed uitzien' (heel) belangrijk (maar ze staan in vergelijking pas op plaats 7); meer dan 75 % is van mening dat mooie mensen het in onze maatschappij vaak makkelijker hebben; 72 % denkt dat er goed uitzien vandaag belangrijker is dan vroeger (ook met zicht op professioneel of privé-succes); 74,3 % is van mening dat iedereen zelf voor zijn/ haar uiterlijk verantwoordelijk is; 56,8 % van de bevraagde meisjes zou graag iets aan hun uiterlijk veranderen; 86,6 % van de meisjes zegt dat ze geen voorbeeld hebben wat betreft schoonheid; bij 83 % is er wel iets aan het eigen lichaam dat hen niet bevalt (buik: 45,5 % en het figuur in het algemeen: 39,7 %); 63,5 % van de meisjes/ vrouwen volgen een dieet, letten bewust op hun voeding; 52,5 % doen aan sport Met onderhavige bijdrage moeten de voorgestelde resultaten 'gecontroleerd' worden of moet nagevraagd worden in hoever ze vijf jaar na de gegevensinzameling nog geldig zijn. Hiervoor werd in twee focusgroepen (een in Duitsland en een in België) de thematiek 'lichaamscultus en schoonheidswaan' behandeld. Via de bevraging moest in gelijke mate in de focusgroepen geregistreerd worden hoe de jeugd tegenover de geselecteerde maatschappelijke thema's staat. Eerst werd uitgemaakt dat er geen 'typisch Duitse' of 'typisch Belgische' kenmerken van lichaamscultus werden vastgesteld. De differentiatie tussen België en Duitsland zal daarom uitsluitend selectief gebeuren. 4. Lichaamscultus anno 2013 Er namen even veel jongens als meisjes deel aan de focusgroepen. Met uitzondering van een deelneemster van 17 waren alle bevraagde meisjes en jongens 15 of 16 jaar oud. Ze volgden diverse schooltypes (zowel de Mittelschule en het Gymnasium in Duitsland (Saksen) als de ASO- en TSO-richting in België (Vlaanderen)). Eerst ging het over het rapporteren van gewoontes. Op de vraag of ze roken en/ of alcohol consumeren, kon worden vastgesteld dat ongeveer de helft van de meisjes en jongens rookt en alle jongeren (100 %) regelmatig alcohol consumeert. Iedereen drinkt toch... werd in een bijna agressieve toon benadrukt, alsof dit iets vanzelfsprekends is. De Duitse jongeren hebben met betrekking tot het roken nog aangegeven dat er regelmatig shisha-party's worden georganiseerd. Het roken van shisha's schijnt tegenwoordig heel geliefd te zijn, maar hierbij kon niet worden vastgesteld of het om een regionale Duitse trend gaat. De meisjes en jongens moesten daarna zichzelf karakteriseren. Ze moesten zichzelf met behulp van de volgende voorafbepaalde eigenschappen (max. vijf) beschrijven: nonchalant, ontspannen, individueel, getalenteerd, vriendelijk, sociaal, chill, slim, ongenaakbaar, zie er goed uit, zelfbewust, rebels, authentiek, grappig, eerlijk, gevoelig,

gecontroleerd, ongeremd, populair, geliefd, sexy, anders en rustig. De meest frequente antwoorden waren: grappig, sexy, vriendelijk, sociaal, zie er goed uit, zelfbewust en ontspannen. Er konden geen verschillen tussen meisjes en jongens worden vastgesteld. Verrassend was de frequentie van de eigenschap 'sociaal' bij jongens. Tijdens het verdere verloop van de focusgroepen werd geregistreerd in hoever de deelnemers piercings en tattoos hadden en of ze van plan waren zich in de toekomst een piercing of een tattoo te laten zetten. Eerst werd erop gewezen, dat het laten zetten van piercings pas vanaf 18 jaar is toegelaten (als men meerderjarig wordt), behalve als men toestemming heeft van de ouders. Hetzelfde geldt voor het laten zetten van tattoos (zowel in Duitsland als in België). Op de vraag of de jongeren een piercing hadden, antwoordde 2/3 'nee'. 1/3 van de 15- en 16-jarigen had wel een piercing. Verrassenderwijs hebben alleen meisjes de vraag positief beantwoord. Het gaat in alle gevallen om niet-zichtbare piercings en in bijna alle gevallen om navelpiercings. Op de vraag of de jongeren zich in de toekomst een piercing willen laten zetten, waren de antwoorden hetzelfde als bij de vorige vraag. 2/3 van de bevraagden antwoordde 'nee'; 1/3 'ja'. Het verschil met het beantwoorden van de vraag was, dat het om zichtbare piercings moest gaan die zich hoofdzakelijk in het gezicht (neus, wenkbrauwen, tong) bevinden. De vraagstelling werd herhaald voor tattoos. Slechts één meisje had (al) een tattoo. Deze was niet zichtbaar. Op de vraag of de jongeren zich in de toekomst een tattoo willen laten zetten, antwoordde telkens de helft van de meisjes en jongens met 'ja' of met 'nee'. Als de jongeren voor een tattoo kiezen, dan zou die in elk geval zichtbaar (pols, enkel, bovenlichaam) en kleurrijk moeten zijn. Op de vraag naar het motief konden de meesten niet antwoorden. Toch bestaat een trend waarbij vaak namen van familieleden of geliefden worden gekozen. Op de vraag of de jongeren iets aan hun lichaam zouden willen veranderen, werd meestal 'nee' geantwoord. Slechts twee deelneemsters antwoordden dat ze graag gewicht zouden willen verliezen. Sportieve activiteiten horen absoluut tot de lichaamscultus. Sport is 'cool'. Ploegsporten zoals voetbal en/ of volleybal zijn heel geliefd. De wandeling naar de fitnesstudio hoort eveneens tot deze geliefde activiteiten. Zowel jongens als meisjes antwoordden instemmend op deze vraag. Een platte buik is een 'must' en daarom wordt er heel vaak een bezoekje gebracht aan fitnessruimtes (vooral in de lente) omdat men zich in de zomer 'meestal licht gekleed' (blote buik) toont. Op de vraag wie dit betaalt, werd vrijwel in koor 'de ouders' geantwoord. Hetzelfde geldt voor de financiering van merkkledij. 100 % van de jongeren antwoordden 'ja' op de vraag of ze merkkleren dragen. Bijzonder 'in' zijn tegenwoordig merken als Nike, Picaldi, Adidas, G-star, Zimtstern, Volcom, Vans en Hollister. De jongeren laten zich hierbij beïnvloeden - zoals ook vroeger - door sport, muziek en kunst, en door prominenten die bepaalde richtingen vertegenwoordigen. Zonder twijfel kunnen de uitspraken van de focusgroepen niet veralgemeend worden. Daarvoor is de steekproef veel te klein (de auteur is zich daar ook van bewust). Toch moeten de meervoudige vermeldingen worden aangehaald, zodat de lezer zich een beeld vormt van wat 15- en 16-jarige jongeren 'cool' vinden. Bijvoorbeeld The Rock, Vin Diesel,

Heidi Klum, Ice Cube, David Beckham en Justin Bieber werden ook meerdere keren vermeld. De verandering van communicatiestructuren bij de opgroeiende generatie, die aan het begin van deze bijdrage werd vermeld, werd ook in de focusgroepen gethematiseerd. Op de vraag hoe ze met hun vrienden contact houden, antwoordden de meisjes en jongens: elkaar ontmoeten, elkaar bellen, via iphone, via smartphone, via sociale netwerksites en via WhatsApp. Verrassenderwijs speelt de vaste pc bij de jeugd helemaal geen rol (meer). Ten slotte werd aan de jongens en meisjes gevraagd hoe een 'lekker meisje' of een 'lekkere jongen' eruit ziet en wat 'opwindt' of waarop men 'afknapt'. De antwoorden verrasten niet en bevestigen gelijkaardige uitspraken die voordien door meisjes en jongens werden gedaan. Een 'lekker meisje' heeft lange haren, lange benen, een mooi gezicht, is blond, slank en zelfbewust. Een 'lekkere jongen' is groot, heeft donker haar, heeft tattoos, is gespierd, heeft een goede styling, een goed lichaam, is zelfbewust, heeft een goed karakter, is sportief, draagt nette schoenen en heeft schone nagels! Opwindend zijn zelfbewuste meisjes/ vrouwen, buitenwippers, geld, knappe meiden, getrainde types en jongens die goed ruiken. Afknappers zijn volgens de jongeren jongens zonder stijl, jongens die niet aan sport doen, meisjes/ jongens met een lichaamsgeur, meisjes/ vrouwen die zich laten gaan, dikke en arrogante meiden, afgebeten nagels en jongens met 'lelijk ondergoed'. Ten slotte gaven de Duitse meisjes en jongens te verstaan dat het cool is om het rijbewijs voor een brommer te behalen. Dat is mogelijk als men 15 is en het maakt momenteel deel uit van de jeugdcultuur (deze leeftijdsgroep). De resultaten van de focusgroepen bevestigen de resultaten van de Dr. Sommerstudie uit 2009 grotendeels. Er komt onveranderd naar boven dat het lichaam cult is, dat lichaamsbewustzijn een belangrijke rol speelt en zoals Villa het formuleert: dat we het lichaam altijd bij hebben. Literatuurlijst Alkemeyer, T. Aufrecht und biegsam. Eine politische Geschichte des Körperkults. In: Bundeszentrale für politische Bildung (2007). Körperkult und Schönheitswahn. Bonn. Vol. 18. p. 6-18. Bundeszentrale für politische Bildung (2007). Körperkult und Schönheitswahn. Bonn. Vol. 18. Dr. Sommer Studie von 2009 eine repräsentative Untersuchung aus Deutschland: http://www.bauermedia.de/uploads/media/bravo_drsommerstudie2009_sperrfrist_2009-05- 12_gr.pdf

Goffmann, E. (2001). Interaktion und Geschlecht. Campusstudium. Frankfurt, New York. 2nd editie. http://definition-online.de/koerperkult/ HUB-KAHO (2013). N9 Tijdschrift van het University College Hogeschool-University Brussel & KAHO Sint-Lieven. De jeugd van vandaag p. 4. Posch, W. (2009). Projekt Körper Wie der Kult um die Schönheit unser Leben prägt. Campus Verlag. Frankfurt. Villa, P.-I. Der Körper als kulturelle Inszenierung und Statussymbol. In: Bundeszentrale für politische Bildung (2007): Körperkult und Schönheitswahn. Bonn. Vol. 18. p. 18-26. Zopf, I. Digitales Gestammel. In: V. Janikova & R. Seebauer (2013). Education and Languages Bildung und Sprachen in Europa. LIT Verlag. Wien