Borne. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J. Boom. Uitgave GGD Twente, oktober 2013

Vergelijkbare documenten
Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Haaksbergen. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J. Boom

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

Twenterand. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J. Boom

Noaberkracht. Dinkelland Tubbergen. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J.

Hof van Twente. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J. Boom

Rijssen-Holten. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk en C.L.A.J. Boom

Almelo. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk en C.L.A.J. Boom. Uitgave GGD Twente, oktober 2013

Losser. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk en C.L.A.J. Boom. Uitgave GGD Twente, oktober 2013

Hengelo. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning. Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J. Boom. Uitgave GGD Twente, oktober 2013

Gemeente Hof van Twente

Twenterand. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheidsverkenning. Samenstelling. Uitgave. Copyright. Pagina Pagina 1

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Wijkscan Enschede Zuid-West. November 2013

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

V O LW A S S E N E N

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Gezondheid en sociaal domein verbonden

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Rivierenwijk en Bergweide Deventer

Volwassenen (19-65 jaar) Regio Nijmegen Opleidingsniveau jaar

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Volwassenen (19-65 jaar) Groesbeek

Volwassenen (19-65 jaar) Wijchen

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer

Gezondheidsmonitor Ouderen (65 jaar en ouder) 2012 Tabel 1: Resultaten per indicator voor de gemeente, wijken Tilburg en Nederland

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Monitor Volwassenen 2012

2 Lichamelijke Gezondheid

Depressie in Zeeland

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Etniciteit volgens CBS-classificatie (uit GBA) Oldenzaal Twente hoog (HBO,

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Ouderen (65+) Beuningen Opleidingsniveau

Conclusies en aanbevelingen

Volwassenen (19-65 jaar) Heumen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Volwassenen (19-65 jaar) Beuningen

Ouderen (65+) Heumen Opleidingsniveau

Volwassenen (19-65 jaar) Lingewaal

de bevolking van Aa en Hunze vergrijst, van 21% nu naar 35% in 2040.

Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Lichamelijke gezondheid

Volwassenen (19-65 jaar) Culemborg

Volwassenen (19-65 jaar) Geldermalsen

Volwassenen (19-65 jaar) Maasdriel

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost

Ouderen (65+) Gemeente Nijmegen Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Regio Nijmegen

Ouderen (65+) Wijchen

Ouderen (65+) Ubbergen

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Gezondheid in beeld: Gemeente Bergeijk

man vrouw jaar jaar jaar opl. laag

Ouderen (65+) West Maas en Waal

Ouderen (65+) Druten

man vrouw jaar jaar jaar opl. laag

man vrouw jaar 75+ jaar opl. laag

man vrouw jaar jaar jaar opl. laag

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

Gezondheid in beeld:

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Ouderen (65+) Geldermalsen Opleidingsniveau

Algemeen. Tabellenboek volwassenenmonitor Maasdriel

Ouderen (65+) Zaltbommel Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Buren Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Maasdriel Opleidingsniveau

Ouderen (65+) Neerrijnen Opleidingsniveau

Inhoudsopgave Tabellenboek Deventer

Volwassenen (19-65 jaar) Druten

Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen

Volwassenen (19+) Regio Nijmegen

Volwassenen (19-65 jaar) Millingen aan de Rijn

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENLO

Tabellenboek Volwassenenmonitor Steenwijkerland

Transcriptie:

Borne Maakt deel uit van de Twentse Gezondheids Verkenning Colofon Samenstelling F.D.H. Koedijk, C.L.A.J. Boom Uitgave GGD Twente, oktober 2013 Copyright GGD Twente, 2013 Overname is toegestaan, mits volledige bron wordt vermeld.

Inhoudsopgave Kernboodschappen Borne... 5 1 Kenmerken van de bevolking van Borne... 7 1.1 Bevolkingskenmerken... 7 1.2 Vergrijzing... 8 1.3 Sociaal economische status en uitkeringen... 9 2 Gezondheid... 11 2.1 Levensverwachting, sterfte en ziekte... 11 2.2 Functioneren en kwaliteit van leven... 13 2.3 Psychische gezondheid... 14 3 Leefstijl... 17 3.1 Overgewicht, beweging en voeding... 18 3.2 Roken, alcohol- en drugsgebruik... 18 3.3 Seksuele gezondheid... 19 4 Sociale omgeving... 21 4.1 Eenzaamheid en sociale woonomgeving... 21 4.2 Vrijwilligerswerk en mantelzorg... 21 4.3 Huiselijk geweld en pesten... 22 5 Fysieke omgeving... 23 5.1 Groen in de omgeving... 23 5.2 Milieu... 24 5.3 Leefomgeving... 24 6 Zorg en voorzieningen... 25 6.1 Zorggebruik eerste lijn... 25 6.2 Jeugdzorg... 27 6.3 Voorzieningen... 28 Appendix 1... 31 Monitoren... 31 Landelijke gegevensbronnen... 31 Regionale gegevensbronnen... 32 Appendix 2: Interventies... 33 Twentse interventies... 33 Landelijke interventies... 33

Kernboodschappen Borne Vergrijzing punt van aandacht in Borne In Borne wonen 21.770 mensen; 50% mannen en 50% vrouwen (jan 2013). Als we de verschillende kenmerken van de bevolking in Borne vergelijken met Twente en Nederland, doet Borne het relatief goed, maar ook is er een punt dat aandacht behoeft. In Borne is, net als in de rest van Twente en Nederland, sprake van een sterke daling van jongeren en volwassenen en een sterke stijging van ouderen: het percentage ouderen stijgt van 18% in 2013 naar 26% in 2040. In vergelijking met Twente en Nederland is de vergrijzing in Borne hoger. De gezondheid in Borne beter dan gemiddeld in Twente Gezondheid is op verschillende manieren te meten. Vaak wordt gekeken naar het voorkomen van ziekten en aandoeningen, de levensverwachting, sterfte en doodsoorzaken, maar daarnaast wordt ook de ervaren gezondheid als maat voor gezondheid gezien. Op de meeste maten scoort Borne beter dan Twente en Nederland: De gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Borne is 81,1 jaar en hiermee vergelijkbaar met Twente en Nederland; mannen in Borne worden ouder dan de gemiddelde Nederlandse man. De totale sterfte in Borne is lager dan in Twente en vergelijkbaar met Nederland. Hoge bloeddruk, gewrichtsslijtage aan heupen en knieën en diabetes zijn de meest voorkomende chronische aandoeningen en beperkingen bij ouderen. Laagopgeleiden rapporteren vaker chronische aandoeningen dan hoogopgeleiden. Ervaren gezondheid is vergelijkbaar met Twente. Ouderen ervaren hun gezondheid vaker als matig tot slecht. Ook laagopgeleiden ervaren hun eigen gezondheid vaker als slecht vergeleken met hoogopgeleiden. Het voorkomen van depressieve gevoelens bij jongeren en het risico op depressie of angststoornis bij volwassen en ouderen is in Borne vergelijkbaar met het Twents gemiddelde. Ook dit hangt weer samen met opleidingsniveau. Door de sterke vergrijzing in Borne is de verwachting dat mobiliteitsbeperkingen en chronische aandoeningen, zoals hoge bloeddruk en suikerziekte, sterk zullen toenemen in de toekomst. Leefstijl in Borne kan op een aantal aspecten beter Op landelijk niveau ontwikkelt een aantal leefstijlaspecten zich gunstig; (overmatig) alcoholgebruik neemt af bij jongeren en het ontbijt wordt minder vaak overgeslagen dan een aantal jaren geleden. Hoe staat het met de leefstijl in Borne ten opzichte van Twente? Bijna de helft van de volwassenen en bijna 60% van de ouderen heeft overgewicht. Overgewicht komt in alle leeftijdsklassen vaker voor bij laagopgeleiden. Het dagelijks eten van fruit en groenten wordt door jongeren en volwassenen in Borne en ook in heel Twente slecht gedaan. Laagopgeleiden geven aan minder vaak fruit en groenten te eten dan hoogopgeleiden. Drieëntwintig procent van de jongeren uit Borne geeft aan wel eens te roken, hoger dan in de rest van Twente; vmbo-ers geven dit vaker aan dan havo/vwo-ers. Één op de vijf volwassenen rookt en één op de tien ouderen, vergelijkbaar met Twente. Laagopgeleiden geven vaker aan te roken dan hoogopgeleiden. Vierendertig procent van de leerlingen uit klas 2 en klas 4 in Borne geeft aan de afgelopen vier weken aan binge-drinken (vijf of meer alcoholische drankjes bij één gelegenheid) te hebben gedaan; dit wordt vaker gerapporteerd door vmbo-ers dan door havo/vwo-ers. Van de volwassenen rapporteert 9% overmatig alcoholgebruik, vergelijkbaar met Twente. Van alle leerlingen uit klas 2 en klas 4 uit Borne die hebben deelgenomen aan E-MOVO, gaf 10% aan wel eens softdrugs te gebruiken, vergelijkbaar met Twente. Van de leerlingen die ooit geslachtgemeenschap hebben gehad, zegt 56% altijd een condoom te gebruiken, in Twente is dit 50%. Zeven procent van de leerlingen uit klas 2 en klas 4 uit Borne die deel hebben genomen aan E- MOVO geeft aan wel eens een seksuele ervaring te hebben gehad tegen hun zin in. 5 van 34

Aandacht voor sociale omgeving blijft belangrijk De sociale omgeving is een verzamelnaam voor de deelname, betrokkenheid en binding van mensen met het sociaal leven. Het hebben van voldoende en goede sociale relaties gaat gepaard met een gunstige lichamelijke en psychische gezondheid. Hoe is de situatie in Borne? Zeven procent van de volwassenen en ouderen in Borne geeft aan zich (zeer) ernstig eenzaam te voelen, vergelijkbaar met Twente. Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. Veertig procent van de volwassenen in Borne doet vrijwilligerswerk, bij ouderen is dat 20%. Hoogopgeleiden rapporteren vaker vrijwilligerswerk te doen dan laagopgeleiden. Van de volwassenen in Borne geeft 21% aan het afgelopen jaar mantelzorg te hebben gegeven, hoger dan in de rest van Twente (16%). Bij ouderen in Borne is dit 14%. Een groot deel van de volwassenen (47%) ziet het geven van mantelzorg nauwelijks als belasting, bij ouderen was dit 50%. Van de leerlingen uit Borne geeft 11% aan de laatste 3 maanden wel eens gepest te zijn, in Twente is dit 12%. Vier procent van de leerlingen in Borne gaf aan meerdere keren per week te zijn gepest. Pesten gebeurt vaker op het vmbo dan op de havo/vwo. Fysieke omgeving in Borne goed Fysieke omgeving wordt bepaald door het milieu en de inrichting van de leefomgeving. De aanwezigheid van groen in de directe omgeving heeft een positief effect op verschillende aspecten van de gezondheid. Borne scoort positief op belangrijke onderdelen van de fysieke omgeving; In Nederland is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde bos 2,1 kilometer. Voor inwoners van Borne is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde bos 1,4 kilometer. In Borne is er per woning 77 vierkante meter openbaar groen binnen 500 meter van de woning beschikbaar. Dit is boven de norm uit de Nota Ruimte van 75 vierkante meter groen per woning. De ruime meerderheid (91%) gaf aan tevreden te zijn over het groen in de omgeving, landelijk is dit 78%. Ruim de helft van de inwoners van Borne (59%) vindt dat er goede speelplekken voor kinderen zijn, hoger dan in de rest van Twente (55%). 83% van de ouderen geeft aan niet te willen verhuizen. De leefbaarheid in de buurt en de woonomgeving in Borne wordt beoordeeld met een 7,5; dit is vergelijkbaar met de rest van Twente. Zorg- en voorzieningengebruik in Borne vergelijkbaar met Twente De gemiddelde contacttijd en het gemiddelde aantal contacten met de huisarts in Borne is iets hoger dan gemiddeld in Twente. In Borne is de zorgvraag voor chronische aandoeningen het hoogst. Toekomstramingen laten zien dat de zorgvraag voor chronische aandoeningen in 2015 met ongeveer 10% zal stijgen in Borne. Het medicijngebruik in Borne is lager dan gemiddeld in Twente. Kalmeringsmiddelen waren de meest voorgeschreven geneesmiddelen, gevolgd door maagmiddelen en medicijnen voor astma of COPD. Bekendheid van Wmo/zorgloket is hoog onder ouderen in Borne; 87% geeft aan bekend te zijn met deze voorziening, in Twente is dit 82%. Ouderen maken vooral gebruik van hulp bij administratieve of financiële activiteiten en van recreatieve / culturele activiteiten. 6 van 34

1 Kenmerken van de bevolking van Borne 1.1 Bevolkingskenmerken In de gemeente Borne wonen 21.770 mensen;10.847 mannen en 10.923 vrouwen (2013). Vierentwintig procent behoort tot de groep 0-19 jarigen (24% in Twente); 58% is tussen de 20 en 64 jaar (59% in Twente), en 18% is 65 of ouder (17% in Twente).Ten opzichte van Twente en Nederland wonen er relatief weinig 20-40 jarigen in de gemeente Borne, en relatief veel 45-plussers (figuur 1.1). Percentage 10,0 8,0 Mannen 6,0 4,0 2,0 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 Vrouwen 10,0 <5 5-10 10-15 15-20 20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 60-65 65-70 70-75 75-80 80-85 85-90 90-95 >95 Leeftijd in jaren Borne Twente Nederland Figuur 1.1: Bevolkingsopbouw Borne, Twente en Nederland in 2013 (CBS-Statline, 2013) In Borne meer hoogopgeleiden vergeleken met Twente Tabel 1.1 geeft de belangrijkste karakteristieke van de bewoners weer. In de gemeente Borne wonen meer autochtone Nederlanders, gehuwden en hoogopgeleiden, en zijn minder eenpersoons huishoudens vergeleken met de rest van Twente en Nederland. 7 van 34

Tabel 1.1 Kenmerken (%) van de bewoners van gemeente Borne, ten opzichte van Twente en Nederland (Bron: CBS Statline 2013, Volwassenenmonitor 2012) Borne (n=21.770) % Twente (n=626.726) % Nederland (n=16.779. 575) % Geslacht Man 50 50 50 Vrouw 50 50 50 Etniciteit Nederlands 89 83 79 Allochtoon - Westers* - niet-westers** 7 4 Burgerlijke staat Ongehuwd 42 45 47 Gehuwd 47 43 41 Verweduwd 6 6 5 Gescheiden 6 6 7 Huishoudensamenstelling Eenpersoonshuishouden 27 33 37 Meerpersoonshuishouden - zonder kinderen - met kinderen 35 38 Opleiding (beroepsbevolking) Laag 27 34 31 Midden 36 36 41 Hoog 38 29 28 Inkomen per persoon*** Laag 40 44 40 Midden 40 41 40 Hoog 20 16 20 * Westers: Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië ** Niet-Westers: Afrika, Latijns-Amerika, Azië (exclusief Indonesië en Japan) *** Laag: <19 200 euro, hoog: >41300 euro 9 9 30 36 9 12 29 34 1.2 Vergrijzing Sterke vergrijzing in Borne In 2040 zal de bevolking van de gemeente Borne gegroeid zijn met 22% ten opzichte van 2013; in de rest van Twente en in Nederland zal de bevolking tot deze tijd nog groeien met respectievelijk 2% en 6%. Figuur 1.2 geeft de prognose voor 2040 naar leeftijdsverdeling weer. Het aandeel 0-19 jarige in Borne zal licht dalen van 25% in 2013 naar 23% in 2040. Ook zal het aandeel 20-64 jarigen in Borne dalen; van 57% naar 50%. Daarentegen stijgt het aandeel 65+ers sterk in Borne: van 18% in 2013 naar 26% in 2040, vergelijkbaar met Twente en Nederland. 8 van 34

Borne Twente Nederland 2040 2013 2040 2013 2040 2013 3831,1 3878 139,9 152,8 6,4 5,5 9384,3 10106 329,1 368,3 13,8 12,7 4625,2 2824,5 175,9 110 7,2 4,1 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 0-19 20-64 65+ Figuur 1.2: Bevolkingsprognose 2040 naar leeftijd voor de gemeente Borne ten opzichte van Twente en Nederland (in de balkjes de aantallen inwoners x 1000) (Bron: CBS Statline, 2013) 1.3 Sociaal economische status en uitkeringen Sociaal economische status verschilt per postcodegebied in Borne Sociaaleconomische status (SES) en gezondheidheidstoestand zijn aan elkaar gerelateerd. Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid tussen verschillende SES-groepen. De SES wordt berekend uit vier gegevens: het gemiddelde inkomen in een wijk, het percentage mensen met een laag inkomen, het percentage laag opgeleiden en het percentage mensen dat niet werkt. Figuur 1.3 laat zien dat de SES in Borne in alle postcodegebieden hoger is dan in Nederland. Figuur 1.3: Sociaal economische status op 4-cijferig postcodeniveau; gemiddelde score voor Nederland=0; hoe hoger de score, hoe hoger de SES, en andersom. (Bron: SCP, bewerkt door Arcon) 9 van 34

Relatief weinig uitkeringen in Borne Figuur 1.4 laat zien dat het percentage personen van de beroepsbevolking dat een werkloosheidsuitkering (WWB/WIJ-uitkering) had in 2011 in de gemeente Borne 1,4% was. Borne scoort hiermee iets lager dan de meeste andere gemeenten in Twente. Het percentage personen dat een Wajong-uitkering kreeg in Borne was 2,2%, vergelijkbaar met de rest van de Twentse gemeentes. Het aandeel personen dat in 2011 werkzaam was via een sociale werkvoorziening (Wsw) was in Borne ook vergelijkbaar met dat in de rest van Twente: dit betrof 1,2% van de beroepsbevolking. Figuur 1.4: Percentage uitkeringen per gemeente, Twente 2011 (Bron: CBS, bewerkt door Arcon) In 2012 (peildatum september) kreeg 12,1% van de beroepsbevolking in Borne een uitkering, dit komt neer op 1655 personen (Bron: CBS). Voor heel Nederland was dit aandeel 13,0%. Van de beroepsbevolking in Borne kreeg 3,0% een WW-uitkering (voor heel Nederland was dit 2,6%), 7,2% kreeg een arbeidsongeschiktheidsuitkering (6,9% in Nederland) en 2,1% kreeg een bijstandsuitkering (3,7% in Nederland). 10 van 34

2 Gezondheid Gezondheid is op verschillende manieren te meten. Vaak wordt gekeken naar het voorkomen van ziekten en aandoeningen, de levensverwachting, sterfte en doodsoorzaken, maar daarnaast wordt ook de ervaren gezondheid als maat voor gezondheid gezien. 2.1 Levensverwachting, sterfte en ziekte Figuur 2.1: Gemiddelde levensverwachting bij geboorte (in jaren) per gemeente in Twente, 2007-2010 (Bron: Nationale Atlas Volksgezondheid, bewerkt door Arcon) Levensverwachting mannen in Borne hoger dan in Nederland De gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Borne is 81,1 jaar: 79,5 voor mannen en 82,6 voor vrouwen. De levensverwachting voor mannen in Borne is significant hoger dan gemiddeld in Nederland voor mannen, bij vrouwen werd geen verschil gevonden (figuur 2.2). Onderzoek laat zien dat levensverwachting samenhangt met opleidingsniveau; laagopgeleiden leven gemiddeld 7 jaar korter dan hoogopgeleiden en wanneer gekeken wordt naar de levensverwachting in goed ervaren gezondheid is dit verschil zelfs 20 jaar (Bron: CBS/RIVM). 11 van 34

leeftijd in jaren 83 82 81 80 79 78 77 76 75 Mannen Vrouwen Totaal Borne Twente Nederland Figuur 2.2: Gemiddelde levensverwachting bij geboorte (in jaren) naar geslacht voor de gemeente Borne ten opzichte van Twente en Nederland, 2007-2010 (Bron: Nationale Atlas Volksgezondheid) Minder sterfte in Borne vergeleken met Twente en Nederland Over de periode 2007-2010 was de sterfte in de gemeente Borne gemiddeld 71 per 10.000 inwoners per jaar, wat lager is dan de rest van Twente en vergelijkbaar met Nederland (tabel 2.1) Ook de sterfte aan ziekten van het hart- en vaatstelsel en aan kwaadaardige nieuwvormingen was in Borne lager vergeleken met heel Twente. In 2010 was de kindersterfte (1-14 jarigen) in Borne 10,3 per 100.000 kinderen (~ 1 kind in 2010), dit is lager dan in de rest van Nederland en in de rest van Overijssel (beide 14,0). Voor Twente zijn deze cijfers niet bekend. De zuigelingensterfte in Borne in 2010 was 0,0 per 1000 levendgeborenen in 2010, voor heel Nederland was dit 3,3 (Bron: Kinderen in Tel). Tabel 2.1: Sterfte naar doodsoorzaak voor de gemeente Borne ten opzichte van Twente en Nederland, 2007-2010 (Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid) Borne Twente Nederland CMF* Per CMF* Per CMF* Per 10.000** 10.000** 10.000** Totale sterfte 98 71 105 76 100 72 Ziekten van hart- en 88 18 108 23 100 21 vaatstelsel Kwaadaardige nieuwvormingen 96 21 101 23 100 22 * Comparative Mortality Figure, index met NL=100 ** Gestandaardiseerde sterfte per 10.000 per jaar. Diabetes neemt sterk toe met de leeftijd Van de volwassenen (20-65 jaar) in Borne geeft 53% aan een door een arts vastgestelde chronische ziekte of aandoening te hebben. Deze percentages zijn vergelijkbaar met de rest van Twente. Van de 65-74 jarigen geeft 78% aan een aandoening te hebben; bij 75+-ers is dit 90%. Laagopgeleiden rapporteren vaker een chronische aandoening dan hoogopgeleiden. 12 van 34

Door de vergrijzing zal het aantal ouderen met suikerziekte in Borne stijgen van ongeveer 500 gevallen in 2010 naar ruim 930 gevallen in 2040! Tabel 2.2: Door een arts vastgestelde chronische ziekten en aandoeningen (%) in de afgelopen 12 maanden naar leeftijd. (Bron: Volwassenenonderzoek 2012, ouderenonderzoek 2010) Borne Twente Borne Twente 20-65 20-65 65-74 75+ Totaal 65+ Totaal 65+ Heeft een chronische aandoening 53 55 78 90 83 84 Diabetes Mellitus /suikerziekte 5 4 12 14 13 17 Hoge bloeddruk 18 15 32 31 31 38 Beroerte, hersenbloeding, 0 0 5 9 7 6 herseninfarct of TIA Hartinfarct 1 0 3 7 5 5 Andere ernstige 2 1 9 10 9 11 hartaandoening Een vorm van kanker 2 1 10 9 10 9 Vernauwing bloedvaten in buik 1 2 5 8 6 7 of benen Astma, CARA of COPD 9 9 8 9 8 13 Gewrichtsslijtage van heupen of knieën (artrose, slijtagereuma) Ernstige of hardnekkige aandoening van de rug Ernstige aandoening van de nek of schouder 13 12 22 44 31 32 9 12 9 16 12 15 6 12 8 13 10 11 2.2 Functioneren en kwaliteit van leven Een maat die veel gebruikt wordt voor het meten van gezondheid is de ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving genoemd. Uit onderzoek is gebleken dat ervaren gezondheid een sterk voorspellende maat voor sterfte is: hoe slechter de ervaren gezondheid, hoe groter de kans op overlijden. Ouderen ervaren hun gezondheid vaak als matig tot slecht Het grootste deel van de jongeren, volwassenen en ouderen in Borne ervaart hun eigen gezondheid als uitstekend tot goed (figuur 2.3). Het minder goed ervaren van de eigen gezondheid stijgt met de leeftijd: van de 19-34 jarigen ervaart 89% zijn gezondheid als zeer goed tot goed, bij 75-plussers is dat 16%. Ervaren gezondheid hangt bij samen met het opleidingsniveau: laagopgeleide volwassenen en ouderen beoordelen hun gezondheid minder vaak als goed tot zeer goed dan hoogopgeleiden. Ook bij jongeren is te zien dat hoger opgeleiden meer tevreden zijn over hun gezondheid dan lager opgeleiden: van de havo/vwo-ers beoordeelt 90% zijn of haar gezondheid als goed tot heel goed, bij vmbo-ers is dit 86%. 13 van 34

% 90 80 70 Borne Twente 60 50 40 30 20 10 0 Zeer goed tot goed Gaat wel Slecht tot zeer slecht Zeer goed tot goed Gaat wel Slecht tot zeer slecht Uitstekend tot zeer goed Goed Matig tot slecht Jongeren Volwassenen Ouderen Figuur 2.3: Ervaren gezondheid van jongeren, volwassenen en ouderen (Bron: E-MOVO 2011, Volwassenenonderzoek 2012, Ouderenonderzoek 2010). Veel 75+ers hebben een mobiliteitsbeperking Lichamelijk functioneren is een maat voor kwaliteit van leven en verwijst naar het kunnen uitvoeren van lichamelijke functies en dagelijkse routineactiviteiten. Van de ouderen in Borne geeft 23% aan één of meerdere mobiliteitsbeperkingen te hebben, vergelijkbaar met de rest van Twente. Dit probleem speelt vooral bij de 75+ers: van hen geeft 38% een beperking te hebben, ten opzichte van 11% van de 65-74 jarigen, eveneens vergelijkbaar met Twente. Meest genoemde beperkingen bij de 75+ers zijn beperkingen bij het verrichten van zware huishoudelijke werkzaamheden (24%), bedden verschonen en opmaken (22%), kleren wassen en strijken (17%) en gebruik maken van eigen of openbaar vervoer (15%). Door de vergrijzing zal, gebaseerd op de huidige gegevens, het aantal ouderen met een mobiliteitsbeperking stijgen van 900 gevallen nu tot 1650 gevallen in 2040! 2.3 Psychische gezondheid Psychische gezondheid is eveneens een maat voor de kwaliteit van leven. Psychische klachten omvatten gevoelens van psychische verstoring zoals angst, depressie, slaapverstoring en stress. Dit kan leiden tot (gedeeltelijk) onvermogen tot functioneren en een verhoogd risico op sterfte, pijn en beperkingen. 14 van 34

Depressie in Borne vergelijkbaar met Twente Figuur 2.4 laat zien dat in Borne 4% van de leerlingen van klas 2 en 4 van de middelbare school die hebben deelgenomen aan E-MOVO rapporteerden last te hebben van matige tot ernstige depressieve gevoelens, voor heel Twente was dit 8%. Vmbo-ers rapporteren vaker depressieve gevoelens dan havo/vwo-ers (8% versus 2%), en meisjes rapporteren vaker matig tot ernstig depressieve gevoelens dan jongens: 6% versus 4%. Ruim een derde (37%) van de volwassenen in Borne heeft een matig tot hoog risico op depressie of een angststoornis, vergelijkbaar met de rest van Twente. Vier procent van de volwassenen geeft aan geen regie over het eigen leven te hebben, voor Twente is dit 6%. Bij ouderen is dit 11%, lager dan gemiddeld in Twente (14%). Laagopgeleiden hebben vaker een matig tot hoog risico op depressie dan hoogopgeleiden: 43% versus 28%. Jongeren Volwassen Ouderen 2% 2% 34% 3% 26% 2% 96% 63% 72% Geen of licht Matig Ernstig Geen of laag risico Matig risico Hoog risico Geen of laag risico Matig risico Hoog risico Figuur 2.4: Depressieve gevoelens (jongeren) en risico op angststoornis of depressie (volwassenen en ouderen), gemeente Borne (Bron: E-MOVO 2011, Volwassenenonderzoek 2012, Ouderenonderzoek 2010) 15 van 34

16 van 34

3 Leefstijl Uit verschillende landelijke en regionale rapporten blijkt dat veel mensen er een leefstijl op na houden met negatieve gevolgen voor de eigen gezondheid. We zijn te zwaar, eten ongezond, bewegen te weinig en roken en drinken te veel. In tabel 3.1 wordt per leeftijdsklasse een aantal leefstijlfactoren weergegeven voor de gemeente Borne en geheel Twente. Tabel 3.1: Leefstijl kenmerken (in %) naar leeftijd en geslacht voor Borne en Twente (Bron: Twente in Balans 2011, E-MOVO 2011, Volwassenenonderzoek 2012, Ouderenonderzoek 2010) Borne Twente Man Vrouw Totaal Man Vrouw Totaal Overgewicht (matig/ernstig) 3 jarigen 7 11 9 9 12 11 5-6 jarigen 16 19 17 13 18 15 10-11 jarigen 15 20 18 18 19 19 13-14 jarigen 17 20 18 20 18 19 20-65 jarigen 60 39 49 56 42 49 65+ ers 59 54 57 64 58 61 Voldoet aan beweegnorm 13-16 jarigen * 18 24 20 18 18 18 20-65 jarigen ** 67 70 68 70 65 67 65+ ers ** 49 61 56 60 54 57 Eet dagelijks groente 13-16 jarigen 44 47 45 38 32 40 20-65 jarigen 40 46 44 37 44 41 65+ ers 68 81 75 69 74 72 Eet dagelijks fruit 13-16 jarigen 28 39 33 31 36 33 20-65 jarigen 24 44 34 23 38 30 65+ ers 63 79 72 68 81 75 Roken (wel eens/dagelijks) 13-16 jarigen 27 19 23 18 17 17 20-65 jarigen 20 19 20 31 24 27 65+ ers 13 11 12 14 10 12 Overmatig alcoholgebruik 13-16 jarigen # 36 32 34 32 27 29 20-65 jarigen ## 15 4 9 14 6 10 65+ ers ## 12 11 11 11 7 8 * dagelijks minimaal 1 uur matig intensief bewegen ** ten minste 5 dagen minimaal 30 minuten matig intensief bewegen # binge-drinken: (5 of meer alcoholische drankjes bij één gelegenheid) in de afgelopen 4 weken ## overmatig alcoholgebruik (>21 glazen per week voor mannen, > 14 voor vrouwen) 17 van 34

3.1 Overgewicht, beweging en voeding Ruim de helft van de ouderen in Borne te dik Overgewicht blijft een groot probleem in Twente, en ook in de gemeente Borne komt veel overgewicht voor onder kinderen, jongeren, volwassen en ouderen. Overgewicht neemt toe met de leeftijd en van de ouderen in Borne rapporteert 57% overgewicht. Het percentage ouderen met overgewicht in Borne is lager dan in de rest van Twente. Bij volwassenen en jongeren geldt dat overgewicht meer voorkomt bij laagopgeleiden dan bij hoogopgeleiden: van de laagopgeleide volwassenen rapporteert 60% overgewicht, ten opzichte van 45% van de hoogopgeleiden. Ruim 80% van de jongeren in Borne voldoet aan soepele beweegnorm Te weinig bewegen en een ongezond voedingspatroon leidt tot overgewicht. Om vast te kunnen stellen of iemand voldoende beweegt is een beweegnorm opgesteld. Van de deelnemers aan E- MOVO uit Borne voldoet 20% aan de strenge beweegnorm van minimaal een uur per dag beweging; van de Twentse deelnemers is dit 18%. Daarentegen voldoet 84% van de leerlingen uit Borne aan de soepele beweegnorm van meer dan 7 uur matig intensieve beweging per week. Vmbo leerlingen bewegen minder dan havo/vwo leerlingen. Gegevens uit de Jeugdsportmonitor van Sportservice Overijssel laten zien dat 95% van de 4-17 jarigen in Borne minimaal 12 keer per jaar sport, in heel Overijssel was dit 92%. Vierentachtig procent van de jeugd in Borne is lid van een sportvereniging, vergeleken met 74% in Overijssel. In de Jeugdsportmonitor is ook gevraagd naar sedentair gedrag (televisie kijken en computeren). Eenenveertig procent van de 4-17 jarigen in Borne geeft aan hier meer dan 2 uur per dag mee bezig te zijn, vergelijkbaar met Overijssel. Ruim de helft van de ouderen en tweederde van de volwassenen in Borne voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen van ten minste 5 dagen minimaal 30 minuten matig intensief bewegen, vergelijkbaar met dat in de rest van Twente. Onderzoek van Sportservice Overijssel laat zien dat het aandeel volwassenen in Borne dat minimaal één maal in de week sport iets vergelijkbaar is met dat van heel Overijssel; 61%. Het aandeel dat aan sport doet (minimaal 12 keer per jaar één of meerdere sporten beoefenen) was 77% in 2012 (voor heel Overijssel eveneens 77%) en het aandeel dat lid is van een sportvereniging was 51% in 2012; voor heel Overijssel was dit 55%. Er wordt te weinig groente en fruit gegeten Het dagelijks eten van groente en fruit wordt door minder dan de helft van jongeren en volwassenen gedaan, vergelijkbaar met de rest van Twente. Laagopgeleiden rapporteren minder vaak dagelijks groenten te eten (36%) dan hoogopgeleiden (49%). Van de ouderen in Borne geeft ongeveer driekwart aan dagelijks groente en fruit te eten, vergelijkbaar met de rest van Twente. 3.2 Roken, alcohol- en drugsgebruik Lager opgeleiden roken vaker In totaal geeft drieëntwintig procent van de leerlingen uit klas 2 en 4 uit Borne aan wel eens te roken; 11% zegt dagelijks te roken. Vmbo-ers geven vaker aan te roken (34%) dan havo/vwo-ers (15%). Van de volwassenen geeft 20% aan te roken; dit is lager dan in de rest van Twente (27%). Bij ouderen rapporteert 12% te roken, vergelijkbaar met de rest van Twente. Ook bij volwassenen en ouderen wordt een relatie gevonden met opleiding: laagopgeleiden geven vaker aan te roken dan hoogopgeleiden. Ruim een derde van de jongeren doet aan binge-drinken Ruim de helft (52%) van de respondenten van E-MOVO in Borne gaf aan in de afgelopen 4 weken alcohol te hebben gedronken (Twente: 44%); 19% van de leerlingen uit klas 2 en 75% van de deelnemers uit klas 4. Vmbo-ers geven dit vaker aan (60%) dan Havo/vwo-ers (46%). Wanneer gevraagd wordt waar alcohol gedronken wordt, zijn de meest gegeven antwoorden in een discotheek (30%) of thuis, met anderen (29%). Elf procent gaf aan meestal alcohol te drinken in een drinkkeet, vergelijkbaar met de rest van Twente (11%). Vierendertig procent geeft aan de afgelopen 4 weken aan binge-drinken (vijf of meer alcoholische drankjes bij één gelegenheid) te hebben gedaan; 10% van de leerlingen uit klas 2 en 52% van de leerlingen uit klas 4. Binge-drinken werd vaker gerapporteerd door vmbo-ers (43%) dan door 18 van 34

havo/vwo-ers (28%). Van de volwassenen rapporteert 9% overmatig alcoholgebruik, en dit wordt vaker gerapporteerd door laagopgeleiden (13%) dan door hoogopgeleiden (6%) en vaker door mannen (15%) dan door vrouwen (4%). Bij ouderen rapporteert 11% overmatig alcoholgebruik, vergelijkbaar met de rest van Twente. Drinktest.nl: een advies-op-maat over alcoholgebruik via internet Vmbo-ers rapporteren vaker softdrugs gebruikt te hebben dan havo/vwo-ers Net als alcohol drinken en roken, kan druggebruik onderdeel zijn van een bepaalde leefstijl. Van alle leerlingen uit klas 2 en 4 uit Borne die hebben deelgenomen aan E-MOVO, gaf 10% aan wel eens softdrugs te hebben gebruikt, vergelijkbaar met Twente. Jongens gaven vaker aan gebruikt te hebben dan meisjes: 14% versus 5%, en vmbo-ers rapporteerden vaker softdrugs te gebruiken dan havo/vwoers: 12% versus 8%. Vier procent gaf aan in de laatste 4 weken softdrugs te hebben gebruikt. 3.3 Seksuele gezondheid Seksuele gezondheid is een breed onderwerp Het terrein van seksuele gezondheid bestrijkt een breed en divers gebied. Hieronder vallen relationele en seksuele vorming, anticonceptie, soa en hiv, maar ook weerbaarheid, onbedoelde zwangerschappen, seksueel grensoverschrijdend gedrag en acceptatie van homoseksualiteit. Seksuele gezondheid is een individuele aangelegenheid, maar raakt ook het sociale domein. Hiv en andere soa zijn infectieziekten: de verspreiding ervan heeft gevolgen voor de volksgezondheid. Tienerzwangerschappen leiden tot schooluitval en een slechter toekomstperspectief voor jonge moeders. Incidenten van grensoverschrijdend seksueel gedrag kunnen ernstige lichamelijke en psychosociale problemen met zich meebrengen voor het individu, de partner en de omgeving. Maar ook sociaal maatschappelijk zijn de gevolgen verstrekkend. Te denken valt aan isolement, uitsluiting, schooluitval, geringe arbeidsparticipatie en kan leiden tot een maatschappelijk gevoel van onveiligheid. Tien procent van de jongeren uit Borne gebruikt nooit een condoom Van de deelnemers aan het E-MOVO onderzoek uit Borne uit klas 2 geeft 1% aan ooit geslachtsgemeenschap te hebben gehad; in klas 4 is dit 18%. Havo/vwo-ers rapporteren dit minder vaak (6%) dan vmbo-ers (19%). Van de leerlingen die ooit geslachtsgemeenschap heeft gehad zegt 56% altijd een condoom gebruikt te hebben bij geslachtsgemeenschap (Twente: 50%) en 10% zegt nooit een condoom te gebruiken (Twente: 19%). Bij de laatste keer geslachtsgemeenschap heeft 82% een condoom gebruikt en was 97% beschermd tegen zwangerschap. 19 van 34

Aantal uitgevoerde soa consulten in 2011 wederom gestegen Door de GGD worden soa-spreekuren gehouden, bedoeld voor hoog-risicogroepen zoals jongeren, mannen die seks hebben met mannen, prostituees, mensen met wisselende contacten, mensen met soa-klachten of personen die gewaarschuwd zijn voor een soa. In 2011 is het aantal soa-consulten in Twente wederom gestegen, en ook steeg het aantal opgespoorde en behandelde soa; bij 16% van de bezoekers werd één of meerdere soa gevonden. In 2011 hebben 37 personen uit de gemeente Borne dit soa-spreekuur bezocht, in 2010 waren dit er 22. Bekendheid Sense spreekuur laag Sinds 2008 worden er door de GGD spreekuren (zogeheten Sense-spreekuren) georganiseerd waar jongeren (gratis) terecht kunnen met vragen over seksualiteit. Aan de leerlingen die meededen met E- MOVO is gevraagd in hoeverre ze bekend zijn met deze spreekuren: in Borne gaf 7% aan hier bekend mee te zijn; in Twente was dit 9%. In 2011 hebben 2 jongeren uit de gemeente Borne een Sense spreekuur bezocht, in 2010 waren dit er 3. Iets meer tienermoeders in Borne vergeleken met Twente Gegevens uit Kinderen in tel laten zien dat het percentage tienermoeders (15-19 jarigen) in Borne 0,61% is; Dit komt neer op 4 tienermoeders in het jaar 2010. Het percentage is iets hoger dan het gemiddelde voor Overijssel (0,58%) en iets lager dan dat in Nederland (0,65%). Ruim de helft van de jongeren vindt homoseksualiteit normaal Binnen E-MOVO is ook gevraagd naar de houding van leerlingen ten opzichte van homoseksualiteit. Van de leerlingen uit Borne vindt 56% dit normaal, 36% vindt het een beetje raar en 8% vindt het erg raar of verkeerd. Van alle deelnemers uit heel Twente vindt 46% homoseksualiteit normaal, 37% vindt het een beetje raar en 16% vindt het erg raar of verkeerd. Jongens in Borne vinden homoseksualiteit vaker erg raar of verkeerd (12%) dan meisjes (4%). Seksueel grensoverschrijdend gedrag behoeft aandacht Recente landelijke cijfers laten zien dat seksuele grensoverschrijding onverminderd hoog blijft en zorgwekkend is. Bijna één op de vijf meiden (tot 25 jaar) wordt wel eens gedwongen om seksuele handelingen te doen die ze eigenlijk niet willen. Uit E-MOVO komt naar voren dat 7% van de deelnemers uit Borne wel eens een seksuele ervaring heeft gehad tegen hun zin in; dit betrof 26 deelnemers aan E-MOVO. In Twente was dit ook 7%. Binnen E-MOVO is ook gevraagd naar ongewenste seksuele voorstellen via internet: 9% van de deelnemers uit Borne gaf aan hier een enkele keer mee te maken te hebben gehad en 4% meerdere keren, vergelijkbaar met Twente. De Week van de Lentekriebels is een projectweek over relaties en seksualiteit in het basisonderwijs. De basis voor relatievorming en gezond seksueel gedrag wordt gelegd lang voordat van seksuele relaties sprake is. Bovendien ervaren kinderen al op jonge leeftijd verliefdheid en seksuele gevoelens. In elke groep komen onderwerpen aan de orde die op de leeftijd toegesneden zijn. Over kriebels in je buik, het verschil tussen vriendschap en verliefdheid en waar die schattige lammetjes, maar ook baby s, vandaan komen. 20 van 34

4 Sociale omgeving De sociale omgeving is een verzamelnaam voor de deelname, betrokkenheid en binding van mensen met het sociale leven. Het hebben van voldoende en goede sociale relaties gaat gepaard met een gunstige lichamelijke en psychische gezondheid. 4.1 Eenzaamheid en sociale woonomgeving Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd Van de volwassenen en ouderen in Borne gaf 7% aan zich (zeer) ernstig eenzaam te voelen, vergelijkbaar met de rest van Twente (8%). Zoals te zien in figuur 4.1 neemt eenzaamheid toe met de leeftijd: 82% van de 19-34 jarigen geeft aan zich niet eenzaam te voelen, ten opzichte van 62% van de 75-plussers. Laagopgeleide volwassenen rapporteren vaker zich (zeer) ernstig eenzaam te voelen (12%) dan hoogopgeleiden (5%). % 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 19-35 35-50 50-65 65-75 75+ Niet Matig (zeer) ernstig leeftijd (jaren) Figuur 4.1: Gevoelens van eenzaamheid naar leeftijd in de gemeente Borne (Bron: Volwassenenonderzoek 2012, Ouderenonderzoek 2010) Grootste deel tevreden over de buurt waarin ze wonen In de veiligheidsmonitor is gevraagd een cijfer te geven voor de sociale woonomgeving: in Borne was dit een 6,9, voor heel Twente was dit een 6,6 (Bron: Veiligheidsmonitor 2011, I&O Research). Zevenenzeventig procent gaf aan dat de mensen in de buurt op een prettig manier met elkaar omgaan, hoger dan in Twente (74%), en 51% gaf aan veel contact te hebben met andere buurtbewoners, ook hoger dan in Twente (46%). 4.2 Vrijwilligerswerk en mantelzorg Hoogopgeleiden doen vaker vrijwilligerswerk Van de volwassenen in Borne gaf 40% aan vrijwilligerswerk te doen; 41% van de mannen en 39% van de vrouwen, vergelijkbaar met de rest van Twente. Het doen van vrijwilligerswerk neemt toe met het opleidingsniveau bij volwassenen: van de laagopgeleiden geeft 35% aan vrijwilligerswerk te doen, bij hoogopgeleiden is dat 45%. Van de ouderen in Borne geeft 20% aan vrijwilligers-/kerkwerk te doen; dit neemt af met de leeftijd: 28% van de 65-74 jarigen en 8% van de 75+ers. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de rest van Twente. Ook bij ouderen wordt een relatie met opleiding gezien: laagopgeleiden geven minder vaak aan vrijwilligerswerk te doen. 21 van 34

Meerderheid ziet het geven van mantelzorg nauwelijks als belasting Van de volwassenen in Borne gaf 21% aan het afgelopen jaar mantelzorg te hebben gegeven (14% van de mannen, 28% van de vrouwen), vergelijkbaar met de rest van Twente. Bij ouderen in Borne is dit 14%. Er is ook gevraagd naar de belasting van de mantelzorg. Van de volwassenen die mantelzorg geven in Borne, geeft 47% aan dit niet of nauwelijks als belasting te zien, 40% voelt zich enigszins belast en 13% tamelijk zwaar belast. Bij ouderen voelt 50% zich niet belast, 40% voelt enige belasting en 10% tamelijk zware belasting. Drie procent van de volwassenen in de gemeente Borne ontving het afgelopen jaar mantelzorg, vergelijkbaar met de rest van Twente. Van de ouderen ontving 15% mantelzorg; 12% van de mannen en 18% van de vrouwen). Dit is vergelijkbaar met de rest van Twente. 4.3 Huiselijk geweld en pesten In 2011 zijn er 79 meldingen van huiselijk geweld gerapporteerd in Borne (3,7 per 1000 inwoners). Dit is lager dan het gemiddelde aantal in Twente (5,4 per 1000 inwoners, Bron: Intraval Monitor 2011). Van de volwassenen in Borne gaf 8% aan wel eens slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld (3% mannen, 13% vrouwen), vergelijkbaar met de rest van Twente (9%). Laagopgeleide volwassenen (14%) zijn vaker slachtoffer dan hoogopgeleiden (5%). Bij ouderen rapporteert 3% slachtoffer te zijn van huiselijk geweld, vergelijkbaar met de rest van Twente. Ruim één op de tien leerlingen recentelijk wel eens gepest Van de leerlingen uit Borne uit klas 2 en 4 van de middelbare school gaf 11% aan de laatste 3 maanden wel eens gepest te zijn op school, vergelijkbaar met Twente (tabel 4.1). Vmbo leerlingen gaven vaker aan wel eens gepest te worden dan havo/vwo leerlingen. Pesten via digitale communicatie (internet, MSN, chatbox of sms) wordt ook regelmatig gerapporteerd. Daarnaast rapporteerde 19% wel eens gepest te hebben, vergelijkbaar met de rest van Twente en gaf 3% aan zowel slachtoffer als dader van pesten op school te zijn. In E-MOVO is ook gevraagd naar geestelijke en lichamelijke mishandeling. Drie procent van de jongeren in Borne geeft aan geestelijk mishandeld te worden op dit moment, en daarnaast zegt 11% nu niet meer mishandeld te worden, maar vroeger wel, vergelijkbaar met heel Twente. In de meeste gevallen werd de mishandeling gedaan door een jongere op school. Één procent geeft aan wel eens lichamelijk mishandeld te worden, vergelijkbaar met de rest van Twente. Tabel 4.1: Pestgedrag (in %) naar opleiding en geslacht voor Borne en Twente (Bron: E-MOVO 2011) Borne Twente Jongens Meisjes Vmbo Havo/vwo Totaal Totaal <3 maanden gepest 11 10 13 9 11 12 Wekelijks gepest 4 4 6 2 4 4 Wel eens meegedaan 19 7 15 11 13 17 aan pesten Wekelijks meedoen aan 3 1 1 2 2 3 pesten Gepest via digitale 11 7 13 7 9 9 communicatie Zowel dader als slachtoffer van pesten 3 1 4 1 2 4 22 van 34

5 Fysieke omgeving Fysieke omgeving wordt bepaald door het milieu en de inrichting van de leefomgeving. Milieufactoren dragen 5 tot 10% bij aan de ziektelast in Nederland. Naast milieufactoren is leefomgeving een belangrijk onderdeel van fysieke omgeving. Hierbij gaat het onder andere om de woonsituatie, gevoelens van veiligheid en de toegankelijkheid van voorzieningen. 5.1 Groen in de omgeving Groen positief effect op gezondheid De aanwezigheid van groen in de directe omgeving heeft een positief effect op de ervaren gezondheid van mensen. Niet alleen bos- en natuurgebieden hebben een positieve invloed, ook stadsparken en agrarische gebieden dragen hieraan bij. Dat niet alleen: ze zijn ook gezonder, want ze bezoeken minder vaak de huisarts met gezondheidsklachten. Met name angststoornissen en depressies komen minder vaak voor in groene omgevingen. Maar ook gezondheidsproblemen als hoge bloeddruk, hartklachten, rug- en nekklachten, ademhalingsproblemen, darmstoornissen, migraine en duizeligheid doen zich minder vaak voor. Veel openbaar groen in Borne vergeleken met de rest van Twente en Nederland In Nederland is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde bos 2,1 kilometer. Voor inwoners van Borne is de gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde bos 1,4 kilometer (gegevens uit 2008). Figuur 5.1 toont per woning de beschikbaarheid van het openbaar groen binnen 500 meter van de woning. In de gemeente Borne was dit in 2006 77 vierkante meter, waarmee het boven de norm uit de Nota Ruimte van 75 vierkante meter groen per woning zit. Wanneer werd gevraagd naar de tevredenheid met groen in de omgeving, gaf 91% aan hier tevreden over te zijn, hoger dan het landelijke gemiddelde (78%). Figuur 5.1: Beschikbaarheid openbaar groen per gemeente, 2006 (Bron: Nationale Atlas Volksgezondheid) 23 van 34

Minder ruimte om buiten te spelen voor kinderen in Borne vergeleken met Nederland Buiten spelen is een belangrijke factor voor de ontwikkeling van kinderen. Spelen stimuleert de creativiteit, scherpt de intelligentie en vormt de basis van morele en sociale ontwikkeling. In de gemeente Borne is het gemiddeld aantal kinderen per hectare speelruimte 78. Dit is meer dan het gemiddelde voor Overijssel (55) en Nederland (49), wat betekent dat de kinderen in Borne gemiddeld minder speelruimte hebben vergeleken me de rest van Overijssel en Nederland. (Bron: Kinderen in Tel, 2012). In de Veiligheidsmonitor is gevraagd naar de tevredenheid over speelplekken voor kinderen: 59% in Borne is het er mee eens dat er goede speelplekken zijn; dit is iets hoger dan in de rest van Twente ( 55%). Een groene gezonde wijk De inspiratiebrochure Een groene gezonde wijk is tot stand gekomen met behulp van verschillende gezondheids- en groenorganisaties. De brochure is bestemd voor gemeenten en GGD-en en laat voorbeelden zien van mogelijkheden om een groenere leefomgeving te realiseren in en rondom de wijk. 5.2 Milieu Fijnstof Fijnstof bestaat uit verschillende stoffen die op allerlei manieren in de buitenlucht terechtkomen: dit kan zijn door bijvoorbeeld uitstoot door het verkeer of door de industrie, maar ook door uitstoot door veebedrijven via stro of gedroogde mest. Fijnstof heeft effect op onder andere hart- en longfuncties. Er zijn geen veilige drempels aan te wijzen. Wel daalde de concentraties in de afgelopen 10 jaar. Van dier op mens overdraagbare infectieziekten mogelijk risico Een inmiddels veel voorkomende vorm van verspreiding van infectieziekten is die van mens op dier, de zogenaamde zoönosen. Een bekende zoönose is Q-koorts, die vooral via besmette geiten op mensen kan worden overgebracht. Andere voorbeelden van zoönosen die een risico kunnen vormen voor de gezondheid zijn tekenbeten, vogelgriep en BSE. Het blijft van belang hier alert op te blijven, zeker in gebieden met intensieve landbouw. 5.3 Leefomgeving Mensen in Borne tevreden met hun woning De leefbaarheid in de buurt en de woonomgeving in Borne wordt beoordeeld met een gemiddeld rapportcijfer van 7,5, vergelijkbaar met dat in de rest van Twente (Bron: Veiligheidsmonitor 2011). De meest genoemde buurtproblemen in Borne zijn te hard rijden en hondenpoep ( beide 31%) en parkeeroverlast (17%). Dit zijn ook de meest genoemde problemen in de rest van Twente. Achtennegentig procent van de volwassenen geeft een voldoende voor hun woning, hoger dan in de rest van Twente (93%). Drieëntachtig procent van de ouderen geeft aan niet te willen verhuizen. Gegevens uit de Veiligheidsmonitor laten zien dat de inwoners van Borne de veiligheid in hun buurt gemiddeld een 7,2 geven, vergelijkbaar met Twente. Hierin is ook gevraagd op welke plekken men een gevoel van onveiligheid heeft: in Borne dit zijn met name plekken waar jongeren rondhangen (32% geeft zich hier soms/vaak onveilig te voelen) en rondom het treinstation (21%), vergelijkbaar met de rest van Twente. 24 van 34

6 Zorg en voorzieningen 6.1 Zorggebruik eerste lijn Huisartsen vormen de spil van de eerstelijnszorg. De huisarts is het eerste aanspreekpunt voor mensen met vragen of problemen over gezondheid en ziekte. De gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk in de gemeente Borne is 1,1 kilometer, vergelijkbaar met de rest van Twente (Bron: CBS, 2010). Inwoners Borne relatief veel contactminuten met huisarts per jaar In figuur 1 is per gemeente de geschatte vraag naar huisartsenzorg weergegeven doormiddel van de contacttijd in minuten per inwoner per jaar. In de gemeente Borne was dit gemiddeld 32,8 minuten per inwoner per jaar in 2010. Voor heel Twente ligt dit lager, namelijk 32,1 en voor Nederland ligt het hoger (34,4 minuten). Toekomstramingen voor 2015 laten zien dat de contacttijd met de huisarts zal toenemen met 5% in Borne, voor Twente en voor Nederland is dit 4%. Het gemiddeld aantal spreekuurcontacten per inwoner van de gemeente Borne was 2,15; ongeveer vergelijkbaar met Twente (2,11) en Nederland (2,17) (Bron: VAAM/NIVEL). Figuur 6.1: Contactminuten met de huisarts per inwoner per gemeente (Bron: LINH 2008/CBS 2010) Zorgvraag voor chronische aandoeningen het hoogst Figuur 6.2 geeft een overzicht van de geschatte vraag naar huisartsenzorg opgesplitst naar het geschatte aantal contacten met de huisartsenpraktijk per ziektecluster per 1000 inwoners. Op deze manier wordt een indicatie gegeven van de totale zorgvraag die wordt gepresenteerd in de eerste lijn. In Borne is de zorgvraag voor chronische ziekten het hoogst, net zoals in de rest van Twente in Nederland. Hieronder wordt onder andere diabetes, allergie, astma, COPD en andere chronische aandoeningen geschaard. Overige lichamelijk aandoeningen (onder andere geneesmiddelbijwerking, bloedarmoede, maagzweer, staar, longembolie, moedervlek en overgewicht) is na chronische aandoeningen de meest voorkomende categorie. Toekomstramingen laten zien dat de zorgvraag voor chronische aandoeningen in 2015 met 10% zullen stijgen in Borne. 25 van 34

1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Infectieziekten Chronische ziekten Aandoeningen bewegingsapparaat Acute letsels Psychische en sociale problemen Vruchtbaarheid en geboorte Overige lichamelijke klachten Overige lichamelijke aandoeningen Borne Twente Nederland Figuur 6.2: Geschatte aantal (deel)contacten met de huisartsenpraktijk per 1000 inwoners per jaar per ziektecluster (Bron: LINH 2008/CBS 2010) Minder medicijngebruik in Borne Het aantal geneesmiddelen dat voorgeschreven wordt in de huisartsenpraktijk kan als indicatie dienen voor de vraag naar farmaceutische zorg in de apotheek. In Borne werden naar schatting in 2010 6334 prescripties van geneesmiddelen per 1000 inwoners per jaar voorgeschreven, dit was lager dan gemiddeld in Twente (7057). Kalmeringsmiddelen waren de meest voorgeschreven geneesmiddelen, gevolgd door cholesterolverlagers, maagmiddelen en medicijnen voor astma of COPD (figuur 6.3). 450 400 350 300 250 200 150 Borne Twente Nederland 100 50 0 Maagmiddelen Cholesterolverlagers Antibiotica Insuline Kalmeringsmiddelen Antidepressiva Astma/COPD-middelen Figuur 6.3: Geschatte aantal voorschriften van geneesmiddelen in de huisartsenpraktijk per 1000 inwoners per jaar (Bron: LINH 2008/CBS 2010) 26 van 34

Ruim een kwart van de inwoners van Borne ervaart psychisch onwelbevinden In de gemeente Borne ervaart naar schatting 27% van de populatie van 15 jaar en ouder psychisch onwelbevinden, iets lager dan gemiddeld in Twente (30%) en Nederland (31%). Deze gegevens zijn afkomstig uit een nationale gezondheidsenquête en psychisch onwelbevinden is gemeten volgens de (gevalideerde) Mental Health Inventory vragenlijst. Naar schatting heeft 6% van de inwoners van Borne last van stemmingsstoornissen, 10% angststoornissen en 7% alcoholafhankelijkheid. Figuur 6.4: Percentage inwoners met psychisch onwelbevinden per gemeente (Bron: POLS 2004/Nemesis 1996-1999/CBS 2010) 6.2 Jeugdzorg In Nederland is het niet mogelijk rechtstreeks te verwijzen naar de geïndiceerde hulpverlening, dit doet het Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg registreert het verzoek om hulp en stelt vervolgens de juiste zorg vast. Bureau Jeugdzorg dient vast te stellen of de jongere: jeugdzorg nodig heeft, geestelijke gezondheidszorg nodig heeft of zorg voor licht gehandicapte jeugdigen nodig heeft. In verband met de aanstaande transitie van de Jeugdzorg, is onderzoek gedaan om inzicht te krijgen in het huidige zorggebruik naar aantal unieke cliënten (Bron: Factsheets Transformatie Jeugdzorg, November 2012, I&O Research). In totaal zijn bij 25 instellingen in Twente gegevens opgevraagd, en 17 instellingen hebben gegevens aangeleverd. In 2011 waren 118 kinderen van 0 tot en met 17 jaar, waarvan de ouders in de gemeente Borne wonen, in Jeugdzorg; 2% van het totaal aantal kinderen, iets lager dan in Twente (3%). Daarnaast waren ook nog 8 kinderen van 18-23 jaar geregistreerd (dit is een onderschatting, omdat deze gegevens niet door Mediant geleverd worden omdat deze jongeren niet meer onder jeugdzorgindicaties vallen). Van deze 311 kinderen was 69% man en 31% vrouw. In 2011 liepen voor deze kinderen in totaal 273 zorgtrajecten. Van de jeugdigen in Borne die zorg ontvingen, kregen de meesten dit via het Menzis zorgkantoor (27%), gevolgd door zorg via trajecten die Bureau Jeugdzorg uitvoert in het kader van AMK, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, de zogenaamde BJZO maatregel (16%) en Jarabee (10%). Ongeveer een kwart van de jeugdigen heeft te maken met meerdere instellingen waarvan ze zorg ontvangen. De meest voorkomende zorgvorm in Borne is ambulante zorg (43%), wat betekent dat de cliënten periodiek contact hebben met een professionele hulpverlener. 27 van 34

Borne heeft een een goede jeugdscore Het Verwey-Jonker Instituut onderzoekt ieder jaar de leefsituatie van jongeren, waarbij op basis van twaalf indicatoren wordt geprobeerd de leefsituatie van jongeren per gemeente in beeld te brengen. De thema's van deze indicatoren variëren van jeugdcriminaliteit tot tienermoeders. Op basis van alle indicatoren wordt vervolgens een zogenaamde overall score berekend, waarmee uiteindelijk een rangorde is bepaald. Figuur 6.4 laat zien dat de gemeente Borne op basis van deze indicatoren goed scoort. Figuur 6.5: Jeugdscore 2010 (Bron: Verwey-Jonker Instituut, bewerkt door het RIVM) 6.3 Voorzieningen Bekendheid Wmo hoog in Borne De bekendheid van het Wmo/zorgloket onder ouderen in Borne is hoog: 87% geeft aan bekend te zijn met deze voorziening, vergelijkbaar met de rest van Twente. Laagopgeleiden rapporteren vaker hier bekend mee te zijn dan hoogopgeleiden. Zeven procent van de ouderen geeft echter wel aan dat het loket te ver weg is. 28 van 34

Gebruik en behoefte aan voorzieningen bij ouderen In onderstaande tabel staat de top 5 van voorzieningen waar ouderen in Borne behoefte aan hebben en/of gebruik van maken. Ouderen maken vooral veel gebruik van hulp bij administratieve of financiële activiteiten. Verder wordt regelmatig aangegeven behoefte te hebben aan sport- of bewegingsactiviteiten, hulp van een vrijwilliger en hulp bij sociale contacten. Het gebruik van voorzieningen neemt sterk toe met de leeftijd: voor alle voorzieningen geldt dat dit met name gebruikt wordt door de groep van 75 jaar en ouder. Tabel 6.1: Behoefte en gebruik van voorzieningen door ouderen (Bron: Ouderenonderzoek 2010) Borne Twente Gebruik Behoefte Gebruik Behoefte Hulp bij administratieve/ financiële 27 3 33 3 activiteiten Recreatieve/culturele activiteiten van 17 4 16 5 activiteitencentrum Sport/bewegingsactiviteiten voor 16 4 16 5 ouderen van activiteitencentrum Vervoer naar voorzieningen 13 4 16 4 Hulp in en om huis van vrijwilliger 5 5 4 7 29 van 34

30 van 34

Appendix 1 Monitoren De Twentse Gezondheidsverkenning (TGV) is ontstaan door het samenvoegen van de meest actuele gegevens over gezondheid en leefstijl van Twentse jongeren, volwassenen en ouderen. Deze gegevens zijn afkomstig uit de jaarlijkse monitoren van de GGD en worden gerelateerd aan landelijke cijfers van het RIVM, het CBS en andere bronnen. In het verlengde van verplichtingen voortvloeiend uit de Wet publieke gezondheid (Wpg) voert de GGD onderzoek uit om de gezondheidssituatie van de Twentse bevolking in beeld te brengen. Om de vier jaar wordt een jongeren-, volwassenen- of ouderenmonitor uitgevoerd. Voor al deze onderzoeken wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van landelijk gestandaardiseerde vragen van het project Lokale en Nationale Monitor. De standaardvraagstellingen zijn opgesteld door vakexperts en garanderen een hoge kwaliteit van het onderzoek. E-MOVO 2011 E-MOVO staat voor Elektronische Monitoring en Voorlichting. Dit jongerenonderzoek wordt uitgevoerd in het voortgezet onderwijs onder 2 e en 4 e klassers. Op school wordt klassikaal via internet een vragenlijst ingevoerd. In 2011 hebben in totaal 379 leerlingen woonachtig in de gemeente Borne meegedaan aan E-MOVO: 187 meisjes en 192 jongens. Volwassenen In het najaar van 2012 is de derde gezondheidsmonitor onder volwassenen (19 tot 65 jarigen) uitgevoerd. De eerste monitor dateert van 2002. Per gemeente zijn 1000 volwassenen aangeschreven en in de gemeente Borne hebben 478 volwassen meegedaan: 218 mannen en 260 vrouwen. Ouderen Het ouderenonderzoek van 2010 is in alle 14 gemeenten in Twente uitgevoerd. De doelgroep bestaat uit zelfstandig wonende ouderen van 65 jaar en ouder. De leeftijdsgrens is bij 65 gelegd, omdat dit doorgaans de grens markeert om al dan niet opgenomen te zijn in het arbeidsproces. Per gemeente zijn 650 ouderen aangeschreven en in de gemeente Borne hebben 412 ouderen daadwerkelijk meegedaan: 213 mannen en 199 vrouwen. Interpretatie van de gegevens Wanneer gekeken wordt naar geslacht en leeftijdsverdeling, zijn de respondenten van de volwassenen- en de ouderenmonitor niet geheel representatief voor de gehele regio Twente en voor de afzonderlijke gemeenten. Om dit te corrigeren naar de werkelijke verhoudingen en dus betrouwbaarder uitspraken te kunnen doen, zijn de resultaten gewogen. Weging betekent dat een categorie respondenten in de analyses meetelt naar de mate waarin deze categorie in de totale populatie is vertegenwoordigd. Hierdoor zijn de uiteindelijke resultaten representatief voor de hele bevolking van Twente en Borne. Bij analyse van de resultaten is een significantieniveau van 5% gehanteerd. Een statistisch significant verschil van 5% betekent, dat de kans dat het gevonden verschil niet op toeval berust 95% is. Wanneer wordt vermeld wordt dat de resultaten van een groep groter of kleiner zijn dan die van een andere groep dan is uitgerekend dat dit verschil statistisch significant is, tenzij anders vermeld. Landelijke gegevensbronnen Naast door de GGD verzamelde lokale en regionale gegevens wordt gebruik gemaakt van diverse landelijke gegevensbronnen. Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl) Het Nationaal Kompas Volksgezondheid is een website van het RIVM over de Nederlandse volksgezondheid. De website biedt onder andere informatie over gezondheid en ziekte, gezondheidsdeterminanten, preventie, zorg, bevolking, gezondheidsachterstanden en ouderen. Naast eigen onderzoek maakt het RIVM gebruik van veel andere gegevensbronnen, zoals het CBS, SCP, Nivel, Trimbos-Instituut en andere onderzoeksinstellingen. Nationale Atlas Volksgezondheid (www.zorgatlas.nl) 31 van 34

De Nationale Atlas Volksgezondheid is een website van het RIVM. De atlas geeft een geografisch beeld van de volksgezondheid en gezondheidszorg in Nederland. Vaak worden gegevens op nationaal niveau en op GGD-regio niveau gepresenteerd, maar voor een aantal onderwerpen zijn ook gegevens op gemeenteniveau beschikbaar. CBS-StatLine (www.statline.nl) StatLine is de naam van de openbare, via internet toegankelijke, database van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en bevat alle publicabele gegevens die het CBS produceert. Met StatLine zijn zelf tabellen samen te stellen over allerlei onderwerpen. De database bevat gegevens over uiteenlopende onderwerpen, zoals bevolking, wonen en werken. Vraag Aanbod Analyse Monitoring eerste lijn (www.nivel.nl/vaam) De VAAM is onderdeel van het NIVEL en verschaft inzicht in de verwachte vraag naar en aanbod van eerstelijnsgezondheidszorg. De VAAM toont cijfers op regio-, gemeente- en postcodeniveau. De verwachtingen zijn gebaseerd op de bevolkingskenmerken van het geselecteerde gebied. Kinderen in Tel Databoek 2012 (www.kinderenintel.nl) Kinderen in Tel meet sinds 2006 de leefsituatie van kinderen en jongeren in de Nederlandse gemeenten. Net als voorgaande jaren, publiceert Kinderen in Tel de gegevens voor twaalf indicatoren die op het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind gebaseerd zijn. Daarmee ontstaat een helder beeld van het welzijn van kinderen en jongeren op lokaal niveau. INTRAVAL (www.intraval.nl) INTRAVAL is een onafhankelijk bureau dat sociaalwetenschappelijk onderzoek verricht. Het onderzoek is gericht op maatschappelijke vraagstukken die om een duidelijk antwoord vragen. Het bureau beperkt zich niet tot onderzoek, maar brengt ook beleidsadviezen uit. Het onderzoek en advies concentreert zich voornamelijk rond de vier werkterreinen verslaving, leefbaarheid, welzijn en jeugd. Integrale Veiligheidsmonitor De Integrale Veiligheidsmonitor (IVm) is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek naar veiligheid, leefbaarheid en slachtofferschap. De IVm wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, gemeenten en politie. De monitor wordt uitgevoerd door het CBS en I&O Research. Regionale gegevensbronnen Rapport Fit en Gezond in Overijssel 2012 Sportservice Overijssel is het provinciale kenniscentrum voor sport en bewegen in de provincie Overijssel en heeft als doel om zoveel mogelijk inwoners de kans te geven om (blijvend) te sporten en te bewegen. In opdracht van de provincie Overijssel is in 2010 een onderzoek ontwikkeld naar sport, bewegen en leefstijl van de volwassen Overijsselse bevolking, genaamd Fit en Gezond in Overijssel. In 2012 heeft de herhaalmeting van het tweejaarlijkse onderzoek plaatsgevonden. Rapport Jeugdsportmonitor Overijssel 2012 In opdracht en in samenwerking met achttien Overijsselse gemeenten heeft Sportservice Overijssel met medewerking van het onderwijs een populatieonderzoek uitgevoerd. Bijna 300 scholen uit basisen voortgezet onderwijs hebben in 2012 de digitale vragenlijsten verspreid onder hun leerlingen en/of ouders. De vragenlijst bestond uit vragen omtrent sportbeoefening, beweeggedrag, extra sport- en beweegmogelijkheden in en/of rondom school en in de buurt en leefstijl. Rapport Factsheets Transformatie Jeugdzorg Twente, 2012 De nieuwe Wet op de zorg voor jeugd treedt op 1 januari 2015 in werking. De taken op het terrein van de jeugdzorg provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming en reclassering, jeugd-ggz en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten worden in stappen - overgeheveld naar gemeenten. De gemeenten hebben I&O Research, in samenwerking met KWIZ, daarom in kaart laten brengen hoeveel (unieke) jeugdigen gebruik maken van jeugdzorg en hulpverlening in de tweede lijn en wat de voornaamste zorgvormen zijn waarvan zij gebruik maken. 32 van 34

Appendix 2: Interventies Hieronder wordt een aantal websites weergegeven waarop verschillende interventies en beoordelingen van interventies worden weergegeven, zowel op gebied van leefstijl, als gebied van sociale problemen. Twentse interventies Twentse Gezondheids Verkenning Op de website van de TGV is informatie te vinden per doelgroep en per thema. De thema s zijn overgewicht, roken, alcohol en depressie. Daarnaast worden per thema en doelgroep de mogelijkheden voor beleid en interventies beschreven. http://www.twentsegezondheidsverkenning.nl/interventies Landelijke interventies Centrum Gezond Leven Het RIVM Centrum Gezond Leven bevordert het gebruik van best passende leefstijlinterventies, onder andere door beschikbare interventies inzichtelijk te presenteren en te beoordelen op kwaliteit, effectiviteit en samenhang. http://www.loketgezondleven.nl/interventies Nederlands Jeugd Instituut De databank Effectieve Jeugdinterventies bevat 180 programma's voor hulp bij problemen met opgroeien en opvoeden. Deze interventies zijn door een onafhankelijke erkenningscommissie erkend, en beoordeeld als 'theoretisch goed onderbouwd', 'waarschijnlijk effectief' of 'bewezen effectief'. De databank helpt professionals in de jeugdsector bij het verbeteren van hun aanbod. http://www.nji.nl/ecache/def/1/03/055 Movisie In de databank Effectieve sociale interventies is een steeds groeiend aantal interventies te vinden. Ze zijn doorgaans ontstaan uit jarenlange ervaring van professionals met wat wel en wat niet werkt in de praktijk. http://www.movisie.nl/130929/def/home/effectieve_sociale_interventies/databank_effectieve_sociale_i nterventies/zoeken_in_de_databank/ Een groene gezonde wijk De inspiratiebrochure Een groene gezonde wijk is tot stand gekomen met behulp van verschillende gezondheids- en groenorganisaties. De brochure is bestemd voor gemeenten en GGD-en en laat voorbeelden zien van mogelijkheden om een groenere leefomgeving te realiseren in en rondom de wijk. http://www.degroenestad.nl/media/download/10792/brochure+groene+wijk.pdf Handreiking gezonde gemeente In de digitale handreiking is informatie gebundeld over algemene onderwerpen als wet- en beleidskaders, bestuurlijk draagvlak creëren, burgerparticipatie, samenwerken en integraal beleid. Informatie, tips en praktijkvoorbeelden bieden handvatten om aan de slag te gaan met gezondheidsbeleid. Daarnaast is er informatie te vinden om het lokale preventiebeleid concreet in te vullen voor de thema's: alcohol, overgewicht, sport en bewegen, depressie, seksuele gezondheid, letsel en roken. http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente 33 van 34

34 van 34