BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria de, zoals die deels door de opleiding, deels door de student zelf is ingevuld. Voor het ICT-didactiekportfolio komt daar nog een etra sformulier de ICTvaardigheden bij (zie verderop in deze bijlage), het praktijkonderzoek een etra van de onderzoeksvaardigheden (zie bijlage E). SFORMULIER BEROEPSPRODUCT PDG Naam deelnemer: Roald Duijff Beoordelaar: Aldert van der Werk mbo: ROC Friese Poort Paraaf beoordelaar: Beroepsproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven X op pad/ecursie aan de slag/workshop in digitale vorm /ICT-didactiekportfolio toetsen en beoordelen diepte in/praktijkonderzoek naar keuze Datum: 2 maart 2017 Beoordeling van het beroepsproduct: UITSTEKEND GOED VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE Als een criterium met voldoende beoordeeld wordt, is automatisch het volledige beroepsproduct voldoende. Als meer dan 80% van het totaal van de in dit product beoordeelde criteria een goed heeft, krijgt het beroepsproduct als totaal uitstekend. Als tussen de 50 en 80% een goed heeft, wordt de totaal goed. In alle andere gevallen wordt de totaal voldoende. Voorwaardelijke eisen Het beroepsproduct ja nee Toelichting als er nee aangekruist is is authentiek 0 (bij het niet voldoen aan deze waarden kan het beroepsproduct niet beoordeeld worden) is tijdens het PDG-traject uitgevoerd of tijdens PDGtraject verder ontwikkeld heeft een eigen passende vorm, zien van naam, datum, werkplek, PDG-begeleider heeft een rapportage in schriftelijke, audiovisuele en/of digitale vorm volgens de richtlijnen 0 0 0 voldoet aan de APA-norm wat betreft bronnenlijst en 0
literatuurverwijzingen
Competentie 1: Interpersoonlijk competent INDICATOREN COMPETENTIE 1 nee ja Hij/zij: goed voldoende Toont kennis van communicatievormen binnen de leefwereld van studenten en binnen hun toekomstige beroepspraktijk. Toont kennis van communicatietheorie, groepsdynamica en interculturele communicatie en de implicaties daarvan het eigen gedrag. 0 0 0 0 Maakt contact met studenten en zorgt dat hij/zij contact maken met hem/haar 0 0 Laat zien dat hij/zij een kader biedt waarbinnen de studenten hun eigen leerproces kunnen vormgeven en helpt hen daarbij. 0 0 Schept een goed klimaat samenwerking met de studenten en tussen hen onderling. 0 0 Laat zien dat hij/zij kan omgaan met heterogene groepen, rekening houdend met verschillen in niveau, zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl en kennis. 0 0 Je laat in ruim voldoende mate zien dat je goed in staat bent om met de doelgroep te communiceren. Je vraagt feedback en neemt dit ter harte gezien de aandachtspunten die je formuleert. Uit de beelden blijkt dat je een prettige en co creërende werksfeer realiseert. Je hebt in beeld gebracht hoe je met een heterogeen gezelschap omgaat. Je hebt een creatieve draai gegeven aan het begrip heterogene groepen. Dat vind ik getuigen van lef en creativiteit. Je houding is leergierig.
Competentie 2: Pedagogisch competent INDICATOREN COMPETENTIE 2 Toont kennis van ontwikkelings- en opvoedingstheorieën en (culturele bepaaldheid van) verschillende opvoedingspraktijken en de implicaties daarvan het onderwijs én het eigen doen en laten als mbo-docent. 0 0 Toont kennis van de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de studenten, kan mogelijke problemen in die ontwikkeling in de praktijk signaleren en daarmee omgaan. Toont kennis van (de culturele bepaaldheid van) processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij studenten en de implicaties daarvan het eigen handelen. Laat zien dat hij/zij in het onderwijs planmatig werkt aan de begeleiding van studenten naar een veilig en harmonisch leef- en werkklimaat en de bevordering van hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling in de richting van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. 0 0 Begeleidt de loopbaan van studenten op methodische wijze, aansluitend bij de visie van de eigen instelling. Je creëert een veilige omgeving die mensen uitdaagt om zich bloot te geven. De sfeer is veilig en open waardoor je wordt gezien als epert. Je rol is in dit product de rol van teambegeleider. Die rol past je ook prima! Je houding is open en kwetsbaar, maar je bent wel in the lead.
Competentie 3: Vakinhoudelijk en didactisch competent INDICATOREN COMPETENTIE 3 Toont kennis van de toepassingsmogelijkheden van verschillende onderwijs- en leertheorieën binnen onderwijsarrangementen het mbo, waaronder actuele vormen van beroepsgerichte didactiek. Laat zien dat hij/zij de gevraagde leerstof (kennis en vaardigheden) beheerst, inclusief de theoretische en praktische achtergronden daarvan, en de relevantie daarvan de beroepspraktijk op studenten kan overbrengen. 0 0 0 0 Toont globale kennis van de leerinhoud van andere vakken of beroepen waarmee hij/zij binnen de school of opleiding samenwerkt (taal en rekenen, doorlopende leerlijnen). Toont kennis van, (ook) onderzoeksmatig, ontwerpen van onderwijs, didactiek en didactische leermiddelen, waaronder informatie- en communicatietechnologie. Toont kennis van de relevante literatuur m.b.t. eamineren en beoordelen en de toepassing van methodieken in de eigen instelling. Laat zien dat hij/zij aansluitend bij niveau en aanpak van studenten gevarieerde leeractiviteiten ontwerpt (ook met inzet van ICT) die uitvoerbaar zijn, keuzes bieden en aanzetten tot zelfwerkzaamheid. Voert die leeractiviteiten samen met de studenten uit, evalueert ze, signaleert eventuele leerproblemen en -belemmeringen en stelt, zo nodig samen met collega s, een passend plan van aanpak op. 0 0 0 0 Stemt leermiddelen af op het beoogde taal- en rekenniveau. 0 0 Construeert en evalueert ontwikkelingsgerichte toetsen. Je past hier de onderwijs en leertheorien toe in een iets ander arrangement, namelijk teamontwikkeling. Je hebt hiervan kennis opgedaan op door te spreken met DOK van je school. De leeractiviteit die je toepast is gebaseerd op agile technieken. Hiermee toon je aan dat je in voldoende mate vakinhoudelijk en didactisch competent bent.
Competentie 4: Organisatorisch competent INDICATOREN COMPETENTIE 4 Toont kennis van relevante aspecten van groeps- of klassenmanagement. 0 0 Toont kennis van de organisatorische aspecten van verschillende soorten leeromgevingen in de school en in het leerbedrijf. 0 0 Hanteert op een consequente manier concrete, functionele en door de studenten gedragen procedures en afspraken. Biedt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen aan (ook met inzet van ICT) die leerdoelen en leeractiviteiten ondersteunen. Houdt het onderwijs een planning aan die bij de studenten bekend is en waar zij hun eigen planning op kunnen afstemmen en gaat adequaat om met tijd. 0 0 0 0 Je bent organisatorisch competent. Je weet je hoe je met groepen moet werken, daarnaast laat je in het beeldmateriaal zien dat je verschillende organisatievormen, leermiddelen en materialen kunt inzetten. De planning hierbij verlies je niet uit het oog.
Competentie 5: Competent in samenwerking met collega s INDICATOREN COMPETENTIE 5 Toont bekendheid met het beleid van de eigen instelling, de teamafspraken en de wettelijke kaders waarbinnen moet worden gewerkt. Administreert inzichtelijk (met gebruik van digitale middelen). Toont kennis van modellen kwaliteitszorg en methodieken onderwijsverbetering en schoolontwikkeling (waaronder praktijkonderzoek). Past methodieken samenwerking en intervisie toe, zowel binnen als buiten de eigen instelling. Wisselt de tgang van het werk relevante informatie uit met collega s (zo nodig met gebruik van digitale middelen) 0 0 Draagt bij aan taal- en rekenontwikkeling en aan de verwerving van taal- en rekenvaardigheid in beroepsgerichte situaties Levert een constructieve bijdrage aan verschillende vormen van overleg en samenwerken op school. 0 0 Geeft en ontvangt collegiale consultatie en intervisie. Werkt met collega s, (zo mogelijk) onderzoeksmatig, samen aan de ontwikkeling en verbetering van de eigen school. Je laat in ruim voldoende mate zien dat je instaat bent om met collega s samen te werken. Je krijgt hele mooie feedback en feed forward terug. Deze zet je om in gewenst gedrag. De feedback laat zien dat je wordt gezien als primus interpatrisop het gebied van teamontwikkeling.
Competentie 6: Competent in samenwerking met de omgeving INDICATOREN COMPETENTIE 6 Toont kennis van de leefwereld van ouders of verzorgers en de culturele achtergronden van de studenten en de implicaties daarvan het eigen handelen als mbo-docent. Toont zorg afstemming tussen het binnen- en buitenschoolse leren en de interne en eterne begeleiding van studenten. Toont kennis van de cultuur en de actuele gang van zaken in het bedrijfsleven waarin studenten participeren en de implicaties daarvan het eigen handelen als mbo-docent. Verantwoordt professionele opvattingen en werkwijze m.b.t. een student aan ouders en andere belanghebbenden en past in overleg zo nodig het eigen werk met die student aan. Zorgt in overleg met de student en andere betrokkenen afstemming tussen het leren in en buiten de school en duidelijkheid over ieders verantwoordelijkheid en bijdrage hierin. Neemt op een constructieve manier deel aan verschillende vormen van overleg met mensen en instellingen buiten de school. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Je bent voldoende in staat om je te verplaatsen in de leefwereld van je collega s in dit geval je studenten. Je weet wat er leeft in de wereld waar de studenten worden opgeleid. Je gaat hier samen met het team op zoek naar een nieuwe manier van samenwerken en neemt op respectvolle manier deel aan vormen van overleg, in dit geval een teamdag.
Competentie 7: Competent in reflectie en persoonlijke ontwikkeling INDICATOREN COMPETENTIE 7 Houdt de ontwikkelingen in het onderwijs en in het werkveld van de studenten bij én de eigen vak- c.q. beroepsinhoudelijke ontwikkeling. Toont gedragspsychologische kennis in het begrip en de analyse van het eigen gedrag en dat van anderen. Werkt planmatig (ook onderzoeksmatig) aan de ontwikkeling van zijn/haar bekwaamheid, op basis van een goede analyse van zijn/haar competenties. Stemt de ontwikkeling van zijn/haar bekwaamheid af op het beleid van de school en de ontwikkeling en afspraken binnen het team. Gebruikt bij zijn/haar ontwikkeling feedback/informatie van studenten en collega s, in school en bedrijf, en ook collegiale hulp in de vorm van bijbeeld intervisie en supervisie. Toont aan dat hij/zij een relevant netwerk in het beroepenveld kan opbouwen en onderhouden. 0 0 0 0 0 0 0 0 Laat zien dat hij/zij vernieuwingen in het eigen onderwijs initieert. Je laat zien dat je de ontwikkelingen in het onderwijs goed bijhoudt en dat je je collega s betrekt bij het teamproces als kwaliteitsverantwoordelijke. Je bent invoelszaam en hebt aandacht je collega s. Je netwerk zet je voldoende in om tot resultaten op het teamgebied te komen. Door te reflecteren op je activiteiten heb je laten zien dat je de reflectie om kunt zetten in concrete leerpunten. Dit leidt er toe dat je een bredere visie krijgt op stakeholders waar je als professional mee te maken krijgt, zoals inspectie(etern) en audits(intern)en dok(kwaliteitszorg) Houding is als hierboven beschreven positief. Dit onderstreept het beeldmateriaal. Algemene opmerkingen: