Leerlingenboekje les 7 en 8. Naam. Schrijfopdracht 6 Een spannend dierenverhaal. Groep 6

Vergelijkbare documenten
Leerlingenboekje les 11 en 12. Naam. Schrijfopdracht 6 Door de ogen van een dier. Groep 6

Leerlingboekje les 5 en 6. Schrijfopdracht 3: Het dier waar ik op lijk. Groep 6

Leerlingboekje les 9 en 10. Naam. Schrijfopdracht 6 Het dierentoneel. Groep 6

Schrijfopdracht 4 Hoe overtuig ik mijn ouder(s)?

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Leerlingboekje les 1 en 2. Schrijfopdracht 1 Welk dier is dit? Groep 6

Schrijfopdracht 6 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

Leerlingboekje Les 9 en 10. Naam:. Schrijfopdracht 5 Hoe vind je de weg? Groep 8

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Leerlingboekje les 3 en 4. Schrijfopdracht 2 Wie zijn zij? Groep 7

Leerlingboekje les 3 en 4. Naam:.. Schrijfopdracht 2 Bang voor de brugklas. Groep 8

Leerlingboekje les 1 en 2. Naam:. Schrijfopdracht 1: Wie ben ik? Groep 7

Leerlingboekje les 5 en 6. Schrijfopdracht 3 Onze idolen. Groep 7

Leerlingboekje Les 1 en 2. Schrijfopdracht 1 Afscheid van de basisschool. Groep 8

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Hoe help je bij een ongeval? Groep 8

Leerlingboekje verhalen Les 3 en 4 Schrijfopdracht 2 Bang voor de brugklas

Schrijfopdracht 3: Een spannende gebeurtenis op school

Leerlingboekje Les 1 en 2 Schrijfopdracht 1 Afscheid van de basisschool

Leerlingboekje Les 9 en 10 Schrijfopdracht 5 Hoe vind je de weg?

Leerlingboekje les 5 en 6 Schrijfopdracht 3 Een spannende gebeurtenis op school

Leerlingboekje les 3 en 4. Naam:.. Schrijfopdracht 2: Dieren vergelijken. Groep 6

Leerlingboekje Les 7 en 8 Schrijfopdracht 4 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

Les 1: Een sprookje schrijven

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Filmpje kijken en aantekeningen maken

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Les 1: Een sprookje schrijven

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Hoe maak ik een werkstuk?

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Bedenken: een tekening maken van de held

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Leerlingboekje les 11 en 12 Schrijfopdracht 6 Hoe help je bij een ongeval?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven? om de directeur te overtuigen. Wat voor tekst schrijf je? een overtuigende tekst. Voorbereiden van je overtuigende tekst

Mijn doelen voor dit jaar

Een verhaal schrijven

Spreekbeurt, en werkstuk

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Voordoen (modelen, hardop denken)

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

WERKBLADEN & HANDLEIDING Maak samen een glossy voor groep 8

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Maak samen een glossy groep 8

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Inhoud van deze lesbrief

De bedoeling van een recensie is om anderen een indruk te geven van het boek dat je gelezen hebt.

1. Een bocht. 2. Spiegelen

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Les 1: Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Oppervlakte op het schoolplein versie A

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Lesbrief: Slimme oplossingen Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

HALLO WERELD WERKSTUK

Maak samen een glossy groep 8

Een verhaal schrijven

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6 GROEP 7 GROEP 8. limme Taal. Kranten en tijdschriften

Les 1: Een rampenwijzer maken.

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

De Drakendokter: Gideon

Uitleg Werkwijzers Bovenbouw Dit zijn de beschrijvingen van alle presentaties die je moet doen en het werkstuk dat je maakt.

Voordoen (modelen, hardop denken)

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Winkelen in het bos?

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Ik kies: c Opdracht: Berg in beeld c Opdracht: Vulkaan in actie c Opdracht: Wat brengt de toekomst? Blink Wereld - Aardrijkskunde Pagina 1

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Beoordeling power-point groep 5

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Dit weet ik er al over:

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

Voordoen (modelen, hardop denken)

Werkwijzer Verslagkring:

DE JUF WIL BLOED Dirk Vranken

BOER IN DE BUURT DIT IS HET WERKBOEK VAN:...

Werkboekje Les 9 en 10 Schrijfopdracht 5 Hoe vind je de weg?

HOE NIEMAND MIJ GELOOFDE EN IK BIJNA ALLES VERLOOR

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

... Dag 1... MentorMix Elke dag beter. Maak de wereld iedere dag een beetje mooier. Help mee!

Mijn digitale leesrugzak

Transcriptie:

Leerlingenboekje les 7 en 8 Naam. Schrijfopdracht 6 Een spannend dierenverhaal Groep 6 Schrijven met peerresponse Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen SLO, 2018 1

Waarover gaan de lessen In de volgende zes lessen leer je spannende verhalen schrijven. In deze les schrijf je een verhaal over een gebeurtenis die je hebt meegemaakt met een dier. Je leest je verhaal voor aan je klasgenoten. Voordat je gaat schrijven denk je na over je aanpak. Tijdens het schrijven let je op of jouw verhaal spannend is voor de lezer. Na het schrijven ga je je tekst bespreken en veranderen. In deze lessen leer je: Dat je een verhaal spannend kunt maken met erbijwoorden. 2

Les 7 Een spannend dierenverhaal Voor het schrijven: oefenen met erbijwoorden In een dierenverhaal beschrijf je een gebeurtenis met een dier op een spannende manier. Dan kan de lezer meeleven met wat jij hebt meegemaakt. Lees hoe Annika haar verhaal spannend maakt: In de mist We waren op vakantie in Noorwegen. Hoog in de bergen was een klein dorp dat helemaal verlaten was. Daar mochten wij logeren. Omdat mijn broertjes en zusje veel jonger zijn dan ik, speelde ik meestal alleen. Op een dag ging ik een lange tocht maken. Ik klom de berg op. Achter de berg vond ik een groot veld met bessen. Ik wist niet of ze giftig waren. Door het veld liep een smal pad, dat om de bessenstruiken heen slingerde. In het veld lagen ook grote rotsblokken. Net alsof de reuzen hadden geknikkerd. Opeens kwam er mist op. Wattige mist in flarden en witte slierten, die spookachtig achter de rotsen vandaan kwamen. Het werd kouder. Een stille, geheimzinnige wereld. Net toen ik een beetje ongerust werd, hoorde ik een dof geluid. Ik stond juist bij een rotsblok. Achter dat rotsblok was het geluid. Het leek een snuif en een bons. Voorzichtig liep ik om de steen heen. Mijn handen schuurden een beetje. Ik durfde niet goed meer. Ik hoorde weer gesnuif. Toen ik om het hoekje keek zag ik een stier. Hij keek me recht aan. Ik rende zo hard ik kon terug, struikelend en vallend. Toen ik thuis was, zei mijn moeder dat het een koe was. Annika, groep 6 3

Opdracht 1 (werk alleen) Lees de volgende uitleg: Annika heeft erbijwoorden gebruikt om te beschrijven hoe het dorp in haar verhaal eruit zag. Bijvoorbeeld: een klein dorp. Klein is een erbijwoord. Als ze schrijft dat het dorp helemaal verlaten was noemen we dat erbij met meer woorden. Zet in dit stukje tekst een streep onder de erbijwoorden. Voorbeelden van erbijwoorden: oude hoge vervelende slechte grappige fantastisch saaie Zet in het stukje tekst een cirkel om de erbij met meer woorden: Op een dag ging ik een lange tocht maken. Ik klom de berg op. Achter de berg vond ik een groot veld met bessen. Ik wist niet of ze giftig waren. Door het veld liep een smal pad, dat om de bessenstruiken heen slingerde. In het veld lagen ook grote rotsblokken. Net alsof de reuzen hadden geknikkerd. Opdracht 2 (werk samen) Vergelijk met je maatje wat jullie onderstreept hebben en bespreek de verschillen. Opdracht 3 (werk samen) Bekijk samen hoe Annika de mist beschrijft. Verzamel erbijwoorden (met één en met meer woorden) uit haar tekst. Verzin samen nog een paar erbijwoorden om de mist spannend te beschrijven. Annika s erbijwoorden Onze eigen erbijwoorden........ 4

Opdracht 4 (werk samen) Bedenk een spannend erbijwoord bij: 1. een stad (wat voor stad?) 2. een zeestrand (hoe is dat zeestrand?) 3. een huis, (kies eerst één erbijwoord en daarna ook nog erbij met meer woorden) Lees nog eens terug: hebben jullie spannende erbijwoorden gevonden? 5

Voor het schrijven: jouw tekst voorbereiden Je gaat een verhaal schrijven. Je gaat eerst het schrijven voorbereiden. Daarvoor moet je de schrijfopdracht weten. Lees de schrijfopdracht: Je gaat een verhaal schrijven over een spannende gebeurtenis met een zelfgekozen dier. Het moet een gebeurtenis zijn die echt gebeurd is. Maak je verhaal spannend met erbij met één of meer woorden. Je mag het verhaal spannender maken door dingen bij de gebeurtenis te verzinnen. Je gaat je verhaal later aan je klasgenoten voorlezen. Schrijf je verhaal zo dat zij met je mee kunnen leven. Je tekst wordt ongeveer even lang als de voorbeeldtekst. Opdracht 5 (werk alleen) Schrijf op van welke dieren jij wel eens geschrokken bent:... Opdracht 6 (werk samen) Kies ieder een dier uit je lijstje. Vertel elkaar over de spannende gebeurtenis. Na een paar minuten mag je elkaar nog vragen stellen. Vragen die je elkaar zou kunnen stellen: Met wie was je er? Hoe zag het er daar uit? Wat gebeurde er? Hoe rook het? Welke geluiden hoorde je? Hoe is het afgelopen? 6

Opdracht 7 (werk alleen) Vouw een blad in vieren. Schrijf in ieder vak drie woorden over jouw gebeurtenis: vakje 1: Waar was je? vakje 2: Hoe zag het dier eruit? vakje 3: Wat gebeurde er? vakje 4: Bedenk alvast een titel voor je verhaal Tijdens het schrijven Opdracht 8 (werk alleen) Schrijf je verhaal: Gebruik de ideeën die je hebt opschreven. Gebruik erbijwoorden (met één of meer woorden). Lees tijdens het schrijven terug wat je opgeschreven hebt. Kies een titel (kijk of je de titel die je eerder bedacht gaat gebruiken). Opdracht 9 De tekst bewaren en printen (werk alleen): Sla je tekst op met jouw naam+les7versie1. Print jouw tekst en schrijf jouw naam+les7versie1 erop. Bewaar je tekst! 7

Les 8 een spannend verhaal Na het schrijven: je tekst bespreken en veranderen Opdracht 1 (werk alleen) Lees je verhaal nog eens goed door. Heb je met erbijwoorden (met één of meer woorden) beschreven: waar de gebeurtenis plaatsvond? hoe je dier eruit zag? wat er gebeurde? hoe het afliep? Maak aantekeningen in je tekst waar je iets wilt veranderen om je verhaal spannender te maken. Opdracht 2 (werk samen) Bespreek om de beurt jullie verhalen. Doe dat zo: 1. Lees de tekst van je maatje. 2. Vertel wat je spannend vindt aan de tekst. 3. Vraag wat je maatje zou willen veranderen om de tekst beter te maken. 4. Vertel of je het eens bent met wat beter kan. Leg uit waarom. 5. Geef je maatje tips hoe de tekst spannender gemaakt kan worden (erbijwoorden met één of meer woorden). 6. Kijk of jij nog andere plaatsen ziet waar de tekst spannender gemaakt kan worden. Maak aantekeningen in je tekst van wat je nu nog meer wilt gaan veranderen. 8

Opdracht 3 (werk alleen) Verander je tekst. Open je eerste versie (naam_les7versie1). Klik op opslaan als en sla je tekst op met je naam+les8versie2 (als je nu dingen verandert en opslaat, is versie 1 ook nog bewaard als naam+les7versie1). Gebruik de aantekeningen bij je tekst. Let op erbij met één of meer woorden. Opdracht 4 Je tekst bewaren en printen (werk alleen) Klik op opslaan (niet: opslaan als: dat heb je al gedaan bij opdracht 3). Print je verhaal en schrijf jouw naam+les8versie2 erop. Bewaar je verhaal! 10