Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak december 2015



Vergelijkbare documenten
HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak mei 2017

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak maart 2017

! """# $$ %#&'(( )#* +, (-(.( /0 &/ 1 (-( /0 2. ($

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK AUGUSTUS 2017

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK JULI 2018

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak juni 2015

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen Opmaak augustus 2011

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak december 2016

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK DECEMBER 2017

1 Opmaak november 2008.

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK NOVEMBER 2018

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak juni 2016

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK MAART 2018

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak maart 2016

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak maart 2014

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak maart 2015

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak mei 2013

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN - OPMAAK FEBRUARI 2019

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak september 2014

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak mei 2014

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak november 2012

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak september 2015

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak augustus 2016

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak februari 2013

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak december 2014

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak februari 2012

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1

Economie, Externe Relaties en Gebiedsgerichte Werking

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

Arbeidsmarkt Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Persbericht. Werkloosheid hoger na jaar van daling. Centraal Bureau voor de Statistiek. Daling werkloosheid hapert

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

EVOLUTIE VAN DE WERKLOOSHEID Hoofdstuk 5

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Arbeidsmarkt Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt April april 2017

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarkt Limburg JUNI 2018

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in 2002 gestegen. Stijging werkloosheid door afname werkgelegenheidsgroei

Arbeidsmarkt Vlaams-Brabant JUNI 2018

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd

Statistisch Bulletin. Jaargang

Arbeidsmarkt Onderwijs

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Regio Maasland SITUATIE IN LIMBURG

Statistisch Bulletin. Jaargang

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Oktober 2017

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar

Persbericht. Werkloosheid blijft dalen in januari Centraal Bureau voor de Statistiek. Trend werkloosheid blijft dalend

Arbeidsmarkt Onderwijs

De arbeidsmarkt in februari 2015

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden

Statistisch Bulletin. Jaargang

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

Persbericht. Werkloosheid loopt sterk terug. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Daling werkloosheid zet door

Arbeidsmarkt Onderwijs

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juli juli 2017

WERK.FOCUS. Kwartaalbericht Vlaamse arbeidsmarkt Juni juni 2016

Driemaandelijkse situatieschets van de Limburgse economie MEI e kwartaal 2013

Crisismonitor Drechtsteden

Persbericht. Werkloosheid stijgt verder. Centraal Bureau voor de Statistiek

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De arbeidsmarkt in maart 2015

Arbeidsmarkt Onderwijs

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

Transcriptie:

Het verloop van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West-Vlaanderen - Opmaak december 2015 INHOUD Blz. 1. WERKLOOSHEID...1 2. WERKAANBIEDINGEN...6 3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID...9 4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN... 10 5. OMZET EN INVESTERINGEN... 13 6. STARTERS... 15 7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS... 17 8. INSCHRIJVINGEN VAN PERSONENWAGENS... 19 9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK... 21 10. OVERZICHTSTABEL VOOR WEST VLAANDEREN... 24 11. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST... 25 12. BESLUIT... 27 POM West Vlaanderen Provinciehuis Olympia Koning Leopold III laan 66 8200 Sint Andries/Brugge Tel.:../32/50/40 31 66 Fax:../32/50/71 94 06 E mail: info@pomwvl.be Website: www.pomwvl.be De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij is een publiekrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid erkend door de Vlaamse Regering

1. WERKLOOSHEID (BRON: VDAB, RVA) Cijfers tot en met november 2015. In november 2015 telde West Vlaanderen 32.785 werklozen 1 (zie figuur 1), dit is een afname met 5% in vergelijking met november 2014. In december 2014 was er in West Vlaanderen voor het eerst sinds lange tijd een afname op jaarbasis van het aantal niet werkende werkzoekenden. In de loop van 2015 werden deze afnames op jaarbasis steeds groter ( 0,6% in het eerste kwartaal, 1,1% in het tweede kwartaal en 3,2% in het derde kwartaal). In oktober 2015 lag het aantal niet werkende werkzoekenden 5,3% lager dan in oktober 2014. Figuur 1: Evolutie van het aantal niet werkende werkzoekenden in West Vlaanderen BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. In november 2015 lag het aantal werklozen in het Vlaamse Gewest 1,7% lager dan in november 2014. In Vlaanderen zien we pas vanaf juli 2015 afnames op jaarbasis van het aantal niet werkende werkzoekenden 2. In het eerste en tweede kwartaal van 2015 waren er toenames met respectievelijk 0,4% en 1,1% op jaarbasis, in het derde kwartaal van 2015 was er een afname met 0,7%. In oktober 2015 lag het aantal werklozen 2,3% lager dan in oktober 2014. 1 Onder werklozen wordt verstaan: het aantal niet werkende werkzoekenden. Zij vertegenwoordigen het bij de VDAB ingeschreven arbeidsmarktpotentieel. In deze groep zijn onder meer de schoolverlaters, de vrij ingeschrevenen en een zeer diverse restgroep (met daarin de tijdelijk geschorsten) opgenomen. Een nadeel is wel dat de oudere werklozen met vrijstelling van inschrijving als werkzoekend niet zijn opgenomen. 2 Door veranderingen in de federale wetgeving, niet door een verslechterende arbeidsmarkt, daalt de Vlaamse werkloosheid traag (http://www.werk.be/sites/default/files/e zines/20151208/conjunctuur arbeidsmarkt.htm). Zo zijn vanaf 1 januari 2015 ook 60 plussers verplicht zich in te schrijven bij de VDAB. Oudere werklozen die de vrijstelling van beschikbaarheid reeds verworven hadden voor 1 januari 2015 blijven vrijgesteld. 1

In november 2015 daalde het aantal mannelijke werklozen in West Vlaanderen voor het eerst sterker dan het aantal vrouwelijke werklozen ( 5,2% op jaarbasis bij de mannen ten opzichte van 4,8% bij de vrouwen) (zie figuur 2). In de eerste twee kwartalen van 2015 lag het aantal mannelijke werklozen telkens iets hoger dan in 2014, in het derde kwartaal was er een afname met 2,7% op jaarbasis. Bij de vrouwelijke werklozen waren er in West Vlaanderen afnames in zowel het eerste, het tweede als het derde kwartaal van 2015 (respectievelijk 1,6%, 2,5% en 3,7% op jaarbasis). Figuur 2: Evolutie van het aantal niet werkende werkzoekenden naar geslacht in West Vlaanderen BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest kende het aantal mannelijke werklozen sinds september 2015 afnames op jaarbasis. Deze afnames zijn telkens groter dan bij de vrouwelijke werklozen. Bij de mannen werden de toenames in het eerste en het tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk +0,9% en +1,7% op jaarbasis) gevolgd door een afname met 0,4% op jaarbasis in het derde kwartaal. Bij de vrouwelijke werklozen was er in het eerste kwartaal een minieme afname ( 0,1% op jaarbasis), in het tweede kwartaal een beperkte toename (+0,3% op jaarbasis) en in het derde kwartaal opnieuw een afname met 1% op jaarbasis. Het aantal jeugdwerklozen in West Vlaanderen blijft verder dalen (zie figuur 3). In de eerste drie kwartalen van 2015 waren er afnames met respectievelijk 3,2%, 4,1% en 4,3%. In september, oktober en november 2015 daalde het aantal jeugdwerklozen iets minder sterk dan het totale aantal werklozen, waardoor het aandeel jeugdwerklozen in deze maanden iets hoger lag dan in dezelfde maanden van 2014. Met afnames van respectievelijk 5,8%, 4,9% en 5,1% in de eerste drie kwartalen van 2015 kende de jeugdwerkloosheid in het Vlaamse Gewest nog sterkere afnames dan in West Vlaanderen. In tegenstelling tot in West Vlaanderen daalde het aantal jeugdwerklozen van januari tot en met november 2015 sterker dan het totale aantal werklozen, waardoor het aandeel jeugdwerklozen verder daalt. 2

Figuur 3: Evolutie van het aantal niet werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar in West Vlaanderen BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Het aandeel werklozen van 50 jaar en ouder dat nog werkzoekend is, lag in West Vlaanderen tot en met november 2015 telkens hoger dan in dezelfde maanden van 2014 (zie figuur 4). De toenames op jaarbasis waren in september, oktober en november wel kleiner dan in de voorgaande maanden van 2015. Het aantal niet werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder kende in september voor het eerst sinds lang een afname op jaarbasis ( 0,4%). Ook in oktober en november 2015 lag het aantal oudere werklozen lager dan in dezelfde maanden van 2014 (respectievelijk 0,8% en 1,4%) 3. 3 Uit nadere analyse bleek dat het aantal niet werkende werkzoekenden tussen 50 en 54 jaar in de maanden september, oktober en november sterkere afnames op jaarbasis kende dan tijdens de voorgaande maanden van 2015. Bij de 55 tot 59 jarigen werden de toenames op jaarbasis in 2015 steeds kleiner en in september, oktober en november werden zelfs afnames op jaarbasis genoteerd. Deze evoluties konden de sterke toenames op jaarbasis bij de niet werkende werkzoekenden van 60 jaar of ouder (cfr. voetnoot 2) compenseren. 3

Figuur 4: Evolutie van het aandeel niet werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder in West Vlaanderen 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 2013 2014 2015 10,0 5,0 0,0 jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest lag het aandeel werklozen van 50 jaar en ouder dat nog werkzoekend is tot en met november 2015 telkens hoger dan in dezelfde maanden van 2014, maar net als in West Vlaanderen waren de toenames op jaarbasis in september, oktober en november kleiner dan in de voorgaande maanden van 2015. In tegenstelling tot in West Vlaanderen kende het aantal nietwerkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder in september, oktober en november 2015 wel nog toenames op jaarbasis, al waren die beduidend kleiner dan in de voorgaande maanden 4. Het aantal oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar kent nog steeds grote afnames in West Vlaanderen. In de eerste drie kwartalen van 2015 bedroegen de afnames op jaarbasis respectievelijk 21,1%, 22,2% en 22%. Figuur 5 illustreert dat de divergerende evolutie van het aantal oudere niet werkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen in West Vlaanderen vanaf september 2015 werd afgeremd door de afnames op jaarbasis bij het aantal oudere niet werkende werkzoekenden. 4 In Vlaanderen waren de afnames op jaarbasis bij de niet werkende werkzoekende 50 tot 54 jarigen en de 55 tot 59 jari gen in september, oktober en november 2015 minder groot dan in West Vlaanderen (cfr. voetnoot 3). De sterke toenames op jaarbasis bij de werkloze 60 plussers werden hierdoor niet volledig gecompenseerd, waardoor het aantal werklozen van 50 jaar en ouder in Vlaanderen ook in september, oktober en november 2015 nog toenames kende op jaarbasis. 4

Figuur 5: Evolutie op jaarbasis van het aantal oudere niet werkende werkzoekenden en het aantal uitgeschreven oudere werklozen in West Vlaanderen BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Ook het Vlaamse Gewest kende nog steeds grote afnames bij de oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar. In de eerste drie kwartalen van 2015 werden afnames genoteerd van respectievelijk 21,9%, 21,7% en 21,1% op jaarbasis. 5

2. WERKAANBIEDINGEN (BRON: VDAB) Cijfers tot en met november 2015. In november 2015 ontving de VDAB 2.404 vacatures 5 in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interim vacatures 6 én rechtstreeks gemeld aan de VDAB 7 ) in West Vlaanderen (zie figuur 6). In vergelijking met november 2014 betekent dit een toename met 36,5%. Ook in oktober was er een sterkte toename met 24,9% op jaarbasis. In de eerste drie kwartalen van 2015 waren de gemiddelde toenames op jaarbasis kleiner (respectievelijk 0,9%, 18,5% en 18,1%). Figuur 6: Evolutie van het aantal ontvangen werkaanbiedingen (NEC, exclusief interim vacatures) voor West Vlaanderen 3.000 2.500 2.000 1.500 2013 2014 2015 1.000 500 0 jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. 10 In het Vlaamse Gewest ontving de VDAB op jaarbasis 29,4% meer vacatures in november 2015. Ook in oktober 2015 was de toename op jaarbasis (+14,9%) in Vlaanderen minder groot dan in West Vlaanderen. In het eerste drie kwartalen van 2015 werden in Vlaanderen respectievelijk 6,2%, 10,3% en 12,2% meer vacatures ontvangen dan in de overeenkomstige kwartalen van 2014. 5 Wegens te grote niet conjunctuurgerelateerde schommelingen worden de vacatures voor studentenjobs vanaf januari 2014 niet meer meegeteld in het Normaal Economisch Circuit (exclusief interim vacatures). 6 Eén interim vacature kan leiden tot een reeks opeenvolgende interim opdrachten of kan doorgegeven worden via meerdere interimkantoren. Om die reden verwijderde de VDAB de interim vacatures uit het Normaal Economisch Circuit (NEC) en uit haar analyses. 7 Vanaf januari 2015 worden enkel die vacatures meegenomen die rechtstreeks aan de VDAB worden gemeld. Door een doorgedreven samenwerking en data uitwisseling met bedrijven was het aantal vacatures die via wervings en selectiekantoren wordt gemeld sterk toegenomen. Om een beter beeld te krijgen van de reële arbeidsmarktevoluties worden de vacatures die via wervings en selectiekantoren worden gemeld buiten beschouwing gelaten. De cijfers van vóór 2015 werden herberekend waardoor een nieuwe tijdreeks met vergelijkbare cijfers werd verkregen (bron: VDAB werkaanbodbericht van januari 2015). 6

Het aantal openstaande vacatures op het einde van de maand kende in West Vlaanderen van januari tot en met november 2015 onafgebroken toenames op jaarbasis (zie figuur 7). In het eerste en tweede kwartaal van 2015 was er telkens een toename met 10,7% op jaarbasis; in het derde kwartaal stonden gemiddeld 11,3% meer vacatures open dan in het derde kwartaal van 2014. In oktober en november 2015 waren de toenames op jaarbasis nog groter (respectievelijk 23,7% en 16,5%). Figuur 7: Evolutie van het aantal openstaande werkaanbiedingen (NEC, exclusief interim vacatures) op het einde van de maand voor West Vlaanderen BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Ook in Vlaanderen lag het aantal openstaande vacatures van januari tot en met november 2015 systematisch hoger dan in 2014, maar de toenames waren minder groot dan in West Vlaanderen. In de eerste drie kwartalen van 2015 werden in het Vlaamse Gewest toenames genoteerd van respectievelijk 6,9%, 7,1% en 5,4%. In oktober en november 2015 stonden in Vlaanderen respectievelijk 10,2% en 9,5% meer vacatures open dan in dezelfde maanden van 2014. In West Vlaanderen waren er in de periode januari november 2015 gemiddeld zeven niet werkende werkzoekenden per openstaande vacature (zie figuur 8). De arbeidsmarktkrapte nam in de periode januari november 2015 dus toe ten opzichte van het jaar 2014 toen West Vlaanderen 8,1 niet werkende werkzoekenden per openstaande vacature telde. 7

Figuur 8: Evolutie van het aantal niet werkende werkzoekenden per openstaande vacature in West Vlaanderen, 2007 2015 (t/m november 2015) BRON: VDAB, Verwerking: POM West Vlaanderen. 8

3. TIJDELIJKE WERKLOOSHEID (BRON: RVA) Cijfers tot en met september 2015. In het derde kwartaal van 2015 lag het gemiddeld aantal van de tijdelijke werkloosheid 8 15,6% lager dan in het derde kwartaal van 2014 (zie figuur 9). Hiermee was de afname op jaarbasis nog groter dan in het eerste en tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk 2,3% en 8,2% op jaarbasis). Figuur 9: Evolutie van het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid in West Vlaanderen 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2013 2014 2015 2.000 0 jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec BRON: RVA, Verwerking: POM West Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest zien we een gelijkaardige evolutie. De afnames op jaarbasis waren in de eerste drie kwartalen van 2015 (respectievelijk 3%, 17,1% en 21,4%) zelfs nog groter dan in West Vlaanderen. 8 Er zijn twee statistieken over de tijdelijke werkloosheid beschikbaar. De eerste statistiek bevat het aantal fysieke eenheden van de tijdelijke werkloosheid. Dit komt overeen met het aantal betalingen per maand of het aantal tijdelijke werklozen, ongeacht de duur van de tijdelijke werkloosheid. De tweede statistiek toont het gemiddelde aantal van de tijdelijke werkloosheid. Dit is een betere indicator voor de omvang van de tijdelijke werkloosheid, aangezien het aantal vergoedbare dagen van tijdelijke werkloosheid in verhouding gebracht wordt tot het aantal potentiële arbeidsdagen in de betrokken maand. In dit conjunctuuroverzicht wordt de tweede statistiek geanalyseerd. Deze cijfers mogen niet gebruikt worden als indicatie van de werklozen, omdat het gaat om personen die nog steeds door een arbeidscontract gebonden zijn, maar om tijdelijke redenen geen werk hebben. De voornaamste oorzaak van tijdelijke werkloosheid is van economische aard, maar ook weersomstandigheden, jaarlijkse vakantie voor beginnende werknemers, overmacht, technische stoornis of stakingen kunnen een oorzaak zijn. 9

4. VERGUNDE EN BEGONNEN WONINGEN (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) Voorlopige cijfers tot en met augustus 2015 9 (vergunde woningen) of juli 2015 (begonnen woningen). De statistiek van de vergunde en begonnen woningen is sowieso een statistiek die onderhevig is aan grote schommelingen, waardoor de analyse telkens best gebeurt over een langere tijdspanne en op basis van (voortschrijdende) gemiddeldes. Bovendien werd de evolutie van de statistiek in 2014 grotendeels bepaald door (aangekondigde) wijzigingen in de regelgeving. Hierdoor is het moeilijk om op basis van de evolutie van deze statistiek uitspraken te doen over de conjuncturele evolutie, i.c. het consumentenvertrouwen. Zo daalt bijvoorbeeld iedere twee jaar het toegelaten maximale E peil voor nieuwbouwwoningen. Er was een verstrenging op 1 januari 2014 en er volgt een nieuwe op 1 januari 2016. Om te voldoen aan de strengere eisen zijn meestal investeringen nodig die de bouwkost met ettelijke duizenden euro s verhogen. Bij elke verstrengingsronde stellen we in de statistiek een anticipatie effect vast. In de maanden direct volgend op de verstrenging zien we een veel sterkere toename van het aantal vergunningen dan normaal. Na deze tijdelijke piek daalt het aantal vergunningen tot historisch lage niveaus 10. In het eerste kwartaal van 2015 lag het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in West Vlaanderen 62% lager dan in het eerste kwartaal van 2014 (zie figuur 10). Ondanks een verdubbeling van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in juni werden ook in het tweede kwartaal van 2015 minder nieuwbouwwoningen vergund dan in het tweede kwartaal van 2014 ( 27% op jaarbasis). In juli en augustus werden respectievelijk 67,6% en 143% meer nieuwbouwwoningen vergund dan in dezelfde maanden van 2014. Ook in het Vlaamse Gewest waren er grote afnames in het eerste en tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk 44,8% en 33,5% op jaarbasis). De toenames van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in juni, juli en augustus 2015 waren kleiner dan in West Vlaanderen (respectievelijk 75%, 39,2% en 70,5% op jaarbasis). 9 Omdat de FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), niet alle formulieren tijdig ontvangt, worden de ontbrekende cijfers bijgeschat op basis van historische gegevens per arrondissement. Zodra de FOD Economie over de volledige informatie beschikt, worden de voorlopige cijfers vervangen door definitieve cijfers. 10 Bron: www.vcb.be 10

Figuur 10: Evolutie van het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in West Vlaanderen BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West Vlaanderen. Het aantal renovatiewoningen dat werd vergund kende in West Vlaanderen een beperkte toename met 3,9% op jaarbasis in het eerste kwartaal van 2015. In het tweede kwartaal volgde een afname met 15,1% op jaarbasis, maar in juli en augustus waren er toenames met respectievelijk 11,8% en 32,7% op jaarbasis. In het Vlaamse Gewest was de toename van het aantal vergunde renovatiewoningen in het eerste kwartaal van 2015 nog kleiner dan in West Vlaanderen (+1,4% op jaarbasis), maar ook de afname in het tweede kwartaal van 2015 was kleiner ( 7,9% op jaarbasis). In juli en augustus 2015 steeg het aantal vergunde renovatiewoningen met respectievelijk 0,2% en 14,8% op jaarbasis. In 2014 liet West Vlaanderen aanzienlijke toenames op jaarbasis optekenen van het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de werken effectief startten (zie figuur 11). In de eerste twee kwartalen van 2015 volgden afnames met respectievelijk 7,2% en 49,9% op jaarbasis. In juli 2015 werden 42,4% minder nieuwbouwwoningen geteld waarvan de werken effectief werden gestart. In het Vlaamse Gewest zien we een gelijkaardige evolutie: de aanzienlijke toenames op jaarbasis in 2014 van het aantal nieuwbouwwoningen waarvan de werken effectief startten werden gevolgd door afnames op jaarbasis in het eerste en tweede kwartaal (respectievelijk 20% en 54,9%) en juli 2015 ( 47,5%). 11

Figuur 11: Evolutie van het werkelijk aantal begonnen nieuwbouwwoningen in West Vlaanderen 1.200 1.000 800 600 400 2013 2014 2015 200 0 jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West Vlaanderen. 12

5. OMZET EN INVESTERINGEN (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) Cijfers tot en met het derde kwartaal van 2015. In het derde kwartaal van 2015 lag de omzet 11 van de grote ondernemingen met zetel in West Vlaanderen 4,4% hoger dan in het derde kwartaal van 2014 (zie figuur 12). Hiermee is de toename op jaarbasis nog groter dan in de eerste twee kwartalen van 2015 (respectievelijk 1,5% en 3,4%). Figuur 12: Evolutie van de omzet van de grote ondernemingen met zetel in West Vlaanderen, in miljoen euro BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West Vlaanderen. In het Vlaamse Gewest evolueerde de omzet van grote ondernemingen minder gunstig dan in West Vlaanderen. De afname in het eerste kwartaal van 2015 ( 1,6% op jaarbasis) werd in het tweede kwartaal wel gevolgd door een toename (+2,5% op jaarbasis), maar in het derde kwartaal bleef de omzet op hetzelfde niveau als in het derde kwartaal van 2014. De omzet van de bedrijven in de kleinhandel met zetel in West Vlaanderen volgt de gunstige evolutie van het totale omzetcijfer vooralsnog niet. In het derde kwartaal van 2015 lag de omzet van bedrijven in de kleinhandel 2,6% lager dan in het derde kwartaal van 2014. Ook in het eerste kwartaal van 2015 was 11 Het feit dat de registratie gebeurt naar vestiging van de hoofdzetel betekent dat men niet noodzakelijk de economische activiteit in het betrokken arrondissement meet. Dit nadeel wordt afgezwakt omdat het hier over een evolutie doorheen de tijd gaat. Trimestriële procentuele veranderingen zijn dan belangrijker dan absolute gegevens. Een tweede nadeel is dat enkel bedrijven met een omzet van 500.000 euro of meer aangifte doen. Het kan zijn dat een bedrijf nu eens wel en dan weer niet beantwoordt aan dit criterium. Om dit nadeel te ondervangen is het aangewezen op provinciaal niveau te werken. Toetreders en uittreders vallen dan minder op en kunnen elkaar meer compenseren dan als men werkt op het arrondissementeel niveau. 13

er een afname ( 1,4% op jaarbasis). In het tweede kwartaal van 2015 was er wel een toename met 1,5% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2014. In tegenstelling tot in West Vlaanderen evolueerde de omzet van bedrijven in de kleinhandel in het Vlaamse Gewest wel positief in elk kwartaal van 2015. De toenames op jaarbasis werden ook steeds groter (respectievelijk 0,4%, 1,7% en 2,5%). De investeringen van de grote ondernemingen met zetel in West Vlaanderen lagen in het derde kwartaal van 2015 gemiddeld 15,8% hoger dan in het derde kwartaal van 2014 (zie figuur 13). Ook in het eerste en tweede kwartaal waren er toenames op jaarbasis (respectievelijk 3,2% en 5,8%). Figuur 13: Evolutie van de investeringen van de grote ondernemingen met zetel in West Vlaanderen, in miljoen euro BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West Vlaanderen. Ook in het Vlaamse Gewest lagen de investeringen van grote ondernemingen in elk kwartaal van 2015 hoger dan in de overeenkomstige kwartalen van 2014. De toenames op jaarbasis waren wel minder groot dan in West Vlaanderen (+2% in zowel het eerste als het tweede kwartaal en +6,5% in het derde kwartaal van 2015). 14

6. STARTERS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie) Cijfers tot en met september 2015. Kanttekening 1: op 1 januari 2014 werd de btw plicht voor advocaten ingevoerd. Aangezien dit nieuwe btw plichtigen zijn, worden zij in de statistieken van de FOD Economie (ADSEI) opgenomen als starters 12. Door de invoering van de btw plicht voor advocaten is de evolutie van het aantal starters sterk vertekend en is het moeilijk om betekenisvolle uitspraken te doen op conjunctureel vlak. Kanttekening 2: op 1 oktober 2014 werd het ontbinden van een vennootschap een stuk duurder aangezien de roerende voorheffing, die moet worden betaald op de meerwaarde die bij de ontbinding van een vennootschap wordt gerealiseerd (de zgn. liquidatiebonus), sterk verhoogd werd van 10% naar 25%. Omwille van de hierboven gemaakte kanttekening lag het aantal starters uiteraard een stuk lager in januari 2015 dan in januari 2014 (zie figuur 14). In het hele eerste kwartaal werden hierdoor 29% minder starters geteld, maar in het tweede en derde kwartaal van 2015 registreerde West Vlaanderen respectievelijk 5,7% en 5,9% meer starters dan in dezelfde kwartalen van 2014. In het Vlaamse Gewest maken we een gelijkaardige vaststelling: het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015 lag er 35,3% lager dan in het eerste kwartaal van 2014, maar in het tweede en derde kwartaal werden toenames genoteerd van respectievelijk 6,8% en 7,1% op jaarbasis, wat iets sterkere toenames zijn dan in West Vlaanderen. 12 Het aantal starters wordt gedefinieerd als de som van het aantal nieuwe btw plichtige en het aantal wederonderwerpingen van btw plichtige ondernemingen. Niet btw plichtige ondernemingen worden niet opgenomen (zoals sommige handelsvennootschappen of nonprofitorganisaties). De statistiek is gebaseerd op administratieve gegevens, wat noopt tot omzichtigheid bij de interpretatie van de cijfers. Een deel van het waargenomen verloop heeft een administratieve oorsprong en beantwoordt niet noodzakelijk aan een economische realiteit. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de omvorming van een onderneming van "natuurlijke persoon" naar "rechtspersoon". In de statistiek wordt dit tweemaal geregistreerd, namelijk als een schrapping (van de natuurlijke persoon) en een inschrijving (als rechtspersoon). Daarnaast kunnen bepaalde tendensen de weerspiegeling zijn van administratieve wijzigingen, bv. wanneer beroepsactiviteiten aan de btwplicht worden onderworpen of worden geschrapt als btw plichtige. 15

Figuur 14: Evolutie van het aantal starters in West Vlaanderen BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West Vlaanderen. Door het grotere aantal stopzettingen en schrappingen in het derde kwartaal van 2014 ingevolge de wijzigingen in de fiscaliteit vanaf 1 oktober 2014 noteerden we in het derde kwartaal van 2015 in West Vlaanderen een afname die beduidend groter was dan de afnames in het eerste en tweede kwartaal ( 30,9% ten opzichte van respectievelijk 3,1% en 14,3% op jaarbasis). In het Vlaamse Gewest waren er in de eerste drie kwartalen van 2015 ook afnames op jaarbasis van het aantal stopzettingen en schrappingen, waarvan de grootste ook vertekende afname in het derde kwartaal van 2015. Deze afnames waren wel telkens minder groot dan in West Vlaanderen (respectievelijk 1,1%, 3,2% en 22%). In West Vlaanderen kwamen er in de eerste negen maanden van 2015 al 1.929 ondernemingen bij. In dezelfde periode van 2014 was de nettogroei iets kleiner (+1.914 ondernemingen). Dit kan worden toegeschreven aan het feit dat de sterke afname van het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015 als gevolg van de invoering van de btw plicht voor advocaten op 1 januari 2014 in West Vlaanderen volledig gecompenseerd werd door de sterke afname van het aantal stopzettingen in vooral het derde kwartaal van 2015 als gevolg van de verhoging van de liquidatiebonus in oktober 2014. In het Vlaamse Gewest kwamen er van januari tot en met september 2015 netto al 8.953 ondernemingen bij. In 2014 kwamen er in dezelfde periode netto 12.498 ondernemingen bij. In tegenstelling tot in West Vlaanderen was de afname van het aantal stopzettingen in Vlaanderen onvoldoende om de sterke afname van het aantal starters te compenseren, waardoor de nettogroei in de eerste negen maanden van 2015 lager uitviel dan in 2014. 16

7. FAILLISSEMENTEN EN VERLOREN JOBS (BRON: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, GRAYDON, VDAB) Cijfers tot en met november 2015. Tot en met november 2015 gingen in West Vlaanderen 713 ondernemingen failliet; dit zijn er 138 of 16,2% minder dan in dezelfde periode van 2014 (zie figuur 15). In de eerste drie kwartalen van 2015 lag het aantal faillissementen respectievelijk 11,5%, 20,4% en 15,1% lager dan in dezelfde kwartalen van 2014. In oktober 2015 gingen bijna de helft minder ondernemingen failliet dan in oktober 2014 ( 47,7%), maar in november 2015 telde West Vlaanderen een kwart meer faillissementen dan in november 2014. Figuur 15: Evolutie van het aantal faillissementen in West Vlaanderen BRON: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), Verwerking: POM West Vlaanderen. Ook Vlaanderen telde van januari tot en met november 2015 minder faillissementen dan in dezelfde periode van 2014 ( 285 faillissementen of 5,5%). In de eerste twee kwartalen van 2015 was de afname van aantal faillissementen in Vlaanderen (respectievelijk 7,9% en 3,2% op jaarbasis) minder groot dan in West Vlaanderen, maar in het derde kwartaal was de afname groter ( 18,2% op jaarbasis). Ook in oktober 2015 lag het aantal faillissementen in Vlaanderen lager dan in 2014 ( 21,2% op jaarbasis), maar net als in West Vlaanderen was er in november 2015 een toename (+6,4% op jaarbasis). Door de afname van het aantal faillissementen van januari tot en met november 2015 gingen in West Vlaanderen ook beduidend minder jobs verloren ( 624 jobs of 36,5% op jaarbasis). In het eerste en derde kwartaal van 2015 gingen ruim de helft minder jobs verloren in vergelijking met 2014 (respectievelijk 53,5% en 55,8%), in het tweede kwartaal bleef de afname beperkt tot 4,7% op jaarbasis. In oktober was er een afname met 22% op jaarbasis, maar in november 2015 gingen 9,8% 17

meer jobs verloren dan in november 2014. De grootste faillissementen in West Vlaanderen in de periode januari november 2015 waren Gebroeders De Waele uit Ichtegem (juni, 102 jobs), Werkhuizen Damman Croes uit Roeselare (april, 52 jobs), Brit European Transport Belgium uit Zeebrugge (november, 42 jobs), Devantex uit Deerlijk (juli, 38 jobs), Pol Cattebeke uit Kortrijk (februari, 31 jobs) en La Prima Casa uit Poperinge (april, 28 jobs). In de periode januari november 2015 gingen in Vlaanderen 9.132 jobs verloren als gevolg van faillissementen; dit is een afname met 10,9% in vergelijking met dezelfde periode van 2014. In de periode januari augustus 2015 werden in West Vlaanderen vijf collectieve ontslagen volledig uitgevoerd waardoor 419 mensen hun job verloren. In dezelfde periode van 2014 gingen bij vier collectieve ontslagen slechts 290 jobs verloren. In West Vlaanderen werden in de eerste acht maanden van 2015 geen intenties tot collectief ontslag gemeld. In de eerste acht maanden van 2015 werden in Vlaanderen 35 collectieve ontslagen volledig uitgevoerd; dit zijn er negen minder dan in dezelfde periode van 2014. Door deze collectieve ontslagen verloren 4.405 mensen hun job. Hierbij worden ook de 2.500 geschrapte banen bij Delhaize meegeteld. Dit collectieve ontslag zal wellicht ook gevolgen hebben voor werknemers van het bedrijf in West Vlaanderen. In tegenstelling tot in West Vlaanderen werden in het Vlaamse Gewest daarnaast ook nog 13 intenties tot collectief ontslag 13 gemeld in de periode januari augustus 2015. Hierbij dreigen nog eens 665 mensen hun baan te verliezen. 13 De statistiek van de collectieve ontslagen bevat twee onderdelen, met name deel 1: de intenties tot collectief ontslag en deel 2: de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen. De intenties tot collectief ontslag werden gemeld aan de sociale interventieadviseur maar de sociale onderhandelingen moeten nog starten of zijn nog bezig. Bij de effectief uitgevoerde collectieve ontslagen is het collectief ontslag volledig beschreven en werden alle te doorlopen procedures voltooid. Het aantal collectieve ontslagen in de oorspronkelijke intentie kan dus nog afwijken van het uiteindelijke aantal collectieve ontslagen. Alle collectieve ontslagen komen slechts één keer voor in de statistiek: ofwel bij het eerste deel (de intenties) ofwel later bij deel twee (de effectieve collectieve ontslagen). 18

8. INSCHRIJVINGEN VAN PERSONENWAGENS (BRON: FEBIAC) Cijfers tot en met november 2015. In het eerste en tweede kwartaal van 2015 werden in West Vlaanderen op jaarbasis respectievelijk 6,8% en 6,4% minder nieuwe personenwagens ingeschreven (zie figuur 16). Als gevolg van de afname in juli was er ook in het derde kwartaal van 2015 nog een minieme daling met 0,2% op jaarbasis. In oktober werden op jaarbasis 11% minder nieuwe personenwagens ingeschreven, maar in november 2015 lag het aantal inschrijvingen 17,2% hoger dan in november 2014. Figuur 16: Evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in West Vlaanderen 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 2013 2014 2015 400 200 0 jan feb maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec BRON: FEBIAC, Verwerking: POM West Vlaanderen. Ook in Vlaanderen liep het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens terug in de eerste drie kwartalen van 2015 (respectievelijk 0,8%, 2,3% en 3,3% op jaarbasis). De lichte afname van het aantal inschrijvingen in oktober 2015 ( 1,2% op jaarbasis) werd gevolgd door een sterke toename met 15,3% op jaarbasis in november 2015. In de eerste twee kwartalen van 2015 werden in West Vlaanderen ook minder tweedehandspersonenwagens ingeschreven (respectievelijk 1,1% en 0,8%), maar de afnames waren minder groot dan bij de nieuwe personenwagens (zie figuur 17). In het derde kwartaal was de afname van het aantal inschrijvingen groter dan bij de nieuwe personenwagens ( 1,3% op jaarbasis), maar in oktober en vooral november 2015 volgden toenames met respectievelijk 0,4% en 10,7% op jaarbasis. 19

Figuur 17: Evolutie van het aantal inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens in West Vlaanderen BRON: FEBIAC, Verwerking: POM West Vlaanderen. In tegenstelling tot in West Vlaanderen kende het aantal inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens in het Vlaamse Gewest wel toenames in het eerste en tweede kwartaal van 2015 (respectievelijk 0,3% en 1,9% op jaarbasis). In het derde kwartaal van 2015 was er daarentegen een afname met 1,5% in vergelijking met het derde kwartaal van 2014. De afname van het aantal inschrijvingen in oktober ( 2,5% op jaarbasis) werd gevolgd door een toename met 10,1% op jaarbasis in november 2015. 20

9. CONJUNCTUURINDICATOR VAN DE NATIONALE BANK (BRON: NBB) Cijfers tot en met november 2015. De brutowaarde van de synthetische curve voor West Vlaanderen bereikte in november 2015 een waarde van 7,2 14 (zie figuur 18). Dit is een stijging met 3,5 punten ten opzichte van november 2014. Ondanks het feit dat de brutowaarden de afgelopen maanden een wisselend verloop kenden, is de afgevlakte curve nog steeds opwaarts gericht. Figuur 18: Synthetische conjunctuurcurve voor West Vlaanderen BRON: NBB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Bij de deelcurven (zie figuur 19 t/m 22) zien we dat de afgevlakte curve van de industrie, de ruwbouw en de handel een stijgend verloop kennen. De afgevlakte curve van de dienstverlening aan bedrijven lijkt een hoogtepunt te hebben bereikt. Net zoals bij de synthetische conjunctuurcurve zien we bij alle deelcurven een wisselend verloop van de brutowaarden. Welke invloed dit zal hebben op de afgevlakte curven zal blijken uit volgende conjunctuuranalyses. 14 Aan de hand van een maandelijkse enquête bij bedrijfsleiders gaat de Nationale Bank na hoe het gesteld is met een aantal facetten van de activiteit, de vraag en de vooruitzichten. Er zijn drie antwoordmogelijkheden: stijgend (positief), gelijkblijvend of dalend (negatief). De indicator is het saldo van de positieve en de negatieve antwoorden op deze vragen, en dit voor alle ondervraagden. In tegenstelling tot de nationale indicator worden de antwoorden per provincie niet gewogen. De maandelijkse resultaten van de enquête worden op een grafiek uitgezet. De curve wordt afgevlakt. Zo kan men de trend gemakkelijker onderkennen. Om de kwaliteit van de conjunctuurindicator te verhogen voerde de Nationale Bank in april 2009 enkele methodologische wijzigingen door (meer info hierover via www.nbb.be/doc/dq/n_method/m_nre09ii.pdf). Zo werd de curve van de dienstverlening aan bedrijven geïntegreerd in de algemene synthetische curve en wordt nu per bedrijfstak slechts een selectie van vragen opgenomen in de enquête. 21

Figuur 19: Conjunctuurcurve industrie voor West Vlaanderen BRON: NBB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Figuur 20: Conjunctuurcurve ruwbouw voor West Vlaanderen BRON: NBB, Verwerking: POM West Vlaanderen. 22

Figuur 21: Conjunctuurcurve handel voor West Vlaanderen BRON: NBB, Verwerking: POM West Vlaanderen. Figuur 22: Conjunctuurcurve dienstverlening aan bedrijven voor West Vlaanderen BRON: NBB, Verwerking: POM West Vlaanderen. 23

10. OVERZICHTSTABEL VOOR WEST VLAANDEREN Tabel 1: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in West Vlaanderen (1) Indicator Eenheid Datum Waarde Wijziging op jaarbasis Arbeidsmarkt - nwwz totaal aantal nov 2015 32.785 5,0% - nwwz mannen aantal nov 2015 17.701 5,2% aandeel 54,0% 0,1%punt - nwwz vrouwen aantal nov 2015 15.084 4,8% aandeel 46,0% +0,1%punt - nwwz <25 jaar aantal nov 2015 7.550 4,0% aandeel 23,0% +0,2%punt - nwwz >50 jaar aantal nov 2015 9.540 1,4% aandeel 29,1% +1,1%punt - nwnwz aantal sep 2015 4.086 21,7% - ontvangen vacatures (2) aantal nov 2015 2.404 +36,5% - lopende vacatures einde maand (2) aantal nov 2015 4.714 +16,5% - tijdelijke werkloosheid gem. aantal sep 2015 3.124 21,0% Consumenten - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) aantal aug 2015 1.108 +143,0% - vergunde woningen (renovatie) (3) aantal aug 2015 349 +32,7% - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) aantal jul 2015 347 42,4% - omzet kleinhandel mio euro kw 3 2015 1.824 2,6% - inschrijvingen nieuwe personenwagens aantal nov 2015 1.049 +17,2% - inschrijvingen tweedehandspersonenwagens aantal nov 2015 3.126 +10,7% Producenten - omzet mio euro kw 3 2015 20.839 +4,4% - investeringen mio euro kw 3 2015 811 +15,8% - starters aantal sep 2015 467 3,5% - faillissementen aantal nov 2015 95 +25,0% - banen verloren door faillissementen aantal nov 2015 101 +9,8% - conjunctuurindicator brutowaarde nov 2015 7,2 +3,5 punten (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interim vacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West Vlaanderen. 24

11. SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN CONJUNCTUUR IN HET VLAAMSE GEWEST Figuur 23: Conjunctuurcurve industrie voor het Vlaamse Gewest 15 (a) 0 2 afgevlakt bruto 4 6 8 10 12 (a) Voor het Vlaamse Gewest bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. BRON: NBB, Verwerking: POM West Vlaanderen. 15 Voor de gewesten bestaat er geen globale synthetische conjunctuurcurve. Dit om te vermijden dat een gemengde samengestelde curve berekend wordt, aangezien op het niveau van de gewesten een aparte methodologie gehanteerd wordt voor het berekenen van de industrie enerzijds en de handel en de bouw anderzijds. Bij de provincies stelt dit probleem zich niet aangezien alle sectorberekeningen volgens een zelfde methodologie gebeuren. 25

Tabel 2: Evolutie van de sociaaleconomische indicatoren en de conjunctuur in het Vlaamse Gewest (1) Indicator Eenheid Datum Waarde Wijziging op jaarbasis Arbeidsmarkt - nwwz totaal aantal nov 2015 225.939 1,7% - nwwz mannen aantal nov 2015 121.349 1,9% aandeel 53,7% 0,1%punt - nwwz vrouwen aantal nov 2015 104.590 1,4% aandeel 46,3% +0,1%punt - nwwz <25 jaar aantal nov 2015 45.565 3,2% aandeel 20,2% 0,3%punt - nwwz >50 jaar aantal nov 2015 62.569 +4,6% aandeel 27,7% +1,7%punt - nwnwz aantal sep 2015 22.982 20,1% - ontvangen vacatures (2) aantal nov 2015 14.877 +29,4% - lopende vacatures einde maand (2) aantal nov 2015 26.205 +9,5% - tijdelijke werkloosheid gem. aantal sep 2015 11.302 25,4% Consumenten - vergunde woningen (nieuwbouw) (3) aantal aug 2015 3.191 +70,5% - vergunde woningen (renovatie) (3) aantal aug 2015 1.512 +14,8% - begonnen woningen (nieuwbouw) (3) aantal jul 2015 1.442 47,5% - omzet kleinhandel mio euro kw 3 2015 12.610 +2,5% - inschrijvingen nieuwe personenwagens aantal nov 2015 8.383 +15,3% - inschrijvingen tweedehandspersonenwagens aantal nov 2015 17.892 +10,1% Producenten - omzet mio euro kw 3 2015 137.747 0,0% - investeringen mio euro kw 3 2015 4.607 +6,5% - starters aantal sep 2015 2.706 +6,0% - faillissementen aantal nov 2015 448 +6,4% (1) Indicatoren die ongunstig evolueerden zijn gemarkeerd. (2) NEC, exclusief interim vacatures. (3) Voorlopige cijfers. BRON: VDAB, RVA, FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), FEBIAC, NBB, Graydon, Verwerking: POM West Vlaanderen. 26

12. BESLUIT De gunstige evolutie van de arbeidsmarktindicatoren en van de indicatoren die het producentenvertrouwen weerspiegelen wijst erop dat de West Vlaamse conjunctuur zich stilletjes aan herstelt. Bij de indicatoren van het consumentenvertrouwen laat het herstel voorlopig nog even op zich wachten. Arbeidsmarktindicatoren In West Vlaanderen daalde het aantal werklozen in de loop van 2015 steeds sterker ten opzichte van 2014. In november 2015 daalde het aantal mannelijke werklozen voor het eerst sterker dan het aantal vrouwelijke werklozen. Ook het aantal jeugdwerklozen blijft verder dalen, wat tekenend is voor een aantrekkende conjunctuur. Ondanks een sterke toename van het aantal werkloze 60 plussers 16 kende het aantal oudere niet werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder afnames op jaarbasis vanaf september 2015. Het aantal oudere uitgeschreven werklozen van minstens 50 jaar kent nog steeds grote afnames. Met uitzondering van februari en juli ontving de VDAB van januari tot en met november 2015 telkens meer vacatures dan in de overeenkomstige maanden van 2014. Het aantal openstaande werkaanbiedingen kende in de loop van 2015 onafgebroken toenames op jaarbasis waardoor het aantal niet werkende werkzoekenden per openstaande vacatures van januari tot en met november 2015 lager ligt dan in 2014. Ook deze toegenomen arbeidsmarktkrapte is typerend voor een verbeterende conjunctuur. Ook in het Vlaamse Gewest zien we een aantrekkende arbeidsmarkt. Zo zien we de totale werkloosheid dalen vanaf juli 2015 in vergelijking met dezelfde maanden van 2014. De afnames op jaarbasis bij de mannelijke werklozen sinds september 2015 zijn groter dan bij de vrouwelijke werklozen. De jeugdwerkloosheid kende in Vlaanderen nog sterkere afnames op jaarbasis dan in West Vlaanderen. In tegenstelling tot in West Vlaanderen kende het aantal niet werkende werkzoekenden van 50 jaar en ouder wel nog onafgebroken toenames op jaarbasis, al waren die vanaf september 2015 wel kleiner dan in de voorgaande maanden. Met uitzondering van het eerste kwartaal van 2015 steeg het aantal bij de VDAB ontvangen vacatures in Vlaanderen minder sterk dan in West Vlaanderen. Het aantal openstaande werkaanbiedingen lag tot en met november 2015 systematisch hoger dan in dezelfde maanden van 2014. De toenames op jaarbasis waren telkens kleiner dan in West Vlaanderen. Producentenvertrouwen In de loop van 2015 kende de tijdelijke werkloosheid in West Vlaanderen steeds grotere afnames op jaarbasis. Bij de grote ondernemingen met zetel in West Vlaanderen kenden zowel de omzet als de investeringen toenames in vergelijking met 2014. Als gevolg van de invoering van de btw plicht voor advocaten verscheen deze beroepsgroep begin 2014 plots in de statistiek en lag het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015 bijgevolg lager dan in het eerste kwartaal van 2014. In het tweede en derde kwartaal registreerde West Vlaanderen op jaarbasis echter meer starters. In combinatie met een dalend aantal stopzettingen zorgde dit voor een duidelijke nettogroei van het aantal ondernemingen in de eerste negen maanden van 2015. Positief is verder ook dat het aantal faillissementen, en het 16 Deze toename is toe te schrijven aan een wijziging in de federale wetgeving waardoor 60 plussers vanaf 1 januari 2015 verplicht zijn zich bij de VDAB in te schrijven als werkzoekende. 27

hiermee gepaard gaande jobverlies, daalde in vergelijking met de periode januari november 2014. Ook in het Vlaamse Gewest daalde de tijdelijke werkloosheid, en zelfs nog sterker dan in West Vlaanderen. Met een afname in het eerste kwartaal, een toename in het tweede kwartaal en een statusquo in het derde kwartaal evolueerde de omzet van de grote bedrijven in Vlaanderen minder gunstig dan in West Vlaanderen. De investeringen lagen in elk kwartaal van 2015 hoger dan in 2014, maar de toenames op jaarbasis waren kleiner dan in West Vlaanderen. Ook in Vlaanderen zorgde de invoering van de btw plicht voor advocaten voor een afname van het aantal starters in het eerste kwartaal van 2015, maar in het tweede en derde kwartaal waren de toenames op jaarbasis iets groter dan in West Vlaanderen. Het aantal stopzettingen daalde in het Vlaamse Gewest minder sterk dan in West Vlaanderen waardoor de nettogroei van ondernemingen minder groot was. De afname van het aantal faillissementen ging ook in Vlaanderen gepaard met een kleiner jobverlies in 2015. Consumentenvertrouwen De evolutie van de statistiek van de vergunde nieuwbouwwoningen wordt sterk beïnvloed door het anticipatie effect van de tweejaarlijkse verstrengingsronde van het toegelaten E peil. Hierdoor lag het aantal vergunde nieuwbouwwoningen in West Vlaanderen in de eerste twee kwartalen van 2015 een eind onder het niveau van 2014. In juni, juli en augustus 2015 waren er wel sterke toenames op jaarbasis. De statistiek van de effectief begonnen nieuwbouwwoningen volgde deze trend met enkele maanden vertraging. Met uitzondering van januari werden tot en met juli aanzienlijke afnames op jaarbasis opgetekend. Het aantal renovatiewoningen dat werd vergund kende in de eerste acht maanden van 2015 afwisselend toe en afnames op jaarbasis. De omzet van de bedrijven in de kleinhandel volgde de gunstige evolutie van het totale omzetcijfer vooralsnog niet: na een afname in het eerste kwartaal volgde in het tweede kwartaal een toename op jaarbasis, maar in het derde kwartaal was er opnieuw een afname. Na afnames in de eerste vijf maanden van 2015 waren er vanaf juni overwegend toenames van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens. Bij de inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens wisselen toe en afnames elkaar af en is het beeld gunstiger dan bij de nieuwe personenwagens. In het Vlaamse Gewest is de evolutie van het aantal vergunde nieuwbouw en renovatiewoningen en het aantal begonnen nieuwbouwwoningen sterk gelijklopend aan die in West Vlaanderen. In tegenstelling tot in West Vlaanderen evolueerde de omzet van bedrijven in de kleinhandel wel positief in elk kwartaal van 2015. De toenames op jaarbasis werden ook steeds groter. In het Vlaamse Gewest kende het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens een meer wisselend verloop; de afnames op jaarbasis waren minder groot dan in West Vlaanderen. In tegenstelling tot in West Vlaanderen waren er bij de inschrijvingen van tweedehandspersonenwagens wel toenames op jaarbasis in de eerste twee kwartalen van 2015. In het derde kwartaal werden minder tweedehandspersonenwagens ingeschreven, maar toch is het beeld ook hier gunstiger dan bij de nieuwe personenwagens. 28