Evidence - Based Practice Fysiotherapie bij Artrose Heup-Knie van one size fits all naar meer zorg op maat Zorg Wilfred Peter Caroline Kampshoff Jesper Knoop Guus Meerhoff Thea Vliet Vlieland. Onderzoek Patiënt Onderwijs 2 Inhoud Aanleiding en Uitgangsvragen De richtlijn Introductie artrose heup-knie Diagnostiek Klinimetrie Indicatiestelling Behandeling Aanleiding en Uitgangsvragen Nieuwe ontwikkelingen Conform eisen van het Zorg Instituut Nederland GRADE systematiek Meer praktijkgericht Focusgroepen van fysiotherapeuten vooraf over uitgangsvragen Praktische Tools Fysiopraxis: Caroline Kampshoff 3 4 1
Thema nummer Fysiopraxis (oktober 2017) Hoe vaak komt heup- en knieartrose voor? 2015 Prevalentie Incidentie Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Heup Knie Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2017 RIVM, Bilthoven 5 6 Hoe vaak komt heup- en knieartrose voor? Hoe vaak komt heup- en knieartrose voor? 2015 Prevalentie Incidentie Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Heup 132.700 248.500 Knie 190.400 355.700 2015 Prevalentie Incidentie Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Heup 132.700 248.500 12.700 22.100 Knie 190.400 355.700 19.100 33.700 927.300 927.300 87.600 Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2017 RIVM, Bilthoven Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2017 RIVM, Bilthoven 7 8 2
Chirurgische ingrepen Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) Landelijk Registratie Orthopedische Implantaten (LROI rapport 2016 / http://www.lroi.nl/ ): 29.520 totale heupen en 27.918 totale knieën...daarom is het pas verantwoord tot operatie over te gaan als conservatieve behandeling niet meer helpt 9 10 Wat is artrose? Riscofactoren voor het ontstaan van artrose Ontstaan: Interactie tussen overbelasting (mechanisch) en ontstekingsfactoren (inflammatoir) Spierzwakte Overgewicht Artrose in andere gewrichten Standsafwijking gewricht Hele gewricht betrokken: Kraakbeen, bot, en weke delen: spieren, kapsel, banden Genetische factoren Geslacht Heup- en Knieartrose Leeftijd Doorgemaakt trauma / operatie Zwaar lichamelijk werk Andere gewrichtsaandoening Zhang 2009 11 12 3
Diagnose Klinisch op basis van anamnese en onderzoek Classificatiecriteria (Fysiopraxis: Dieuwke Schiphof) Rode vlaggen Risicofactoren voor een ongunstig beloop Klinische artrose radiologische artrose! Klinische diagnose knieartrose Op basis van anamnese en onderzoek in combinatie met: Klinische Classificatiecriteria voor artrose van de knie 1. pijn in de knie en 2. ten minste 3 van de volgende kenmerken: leeftijd > 45 jaar** ochtendstijfheid < 30 minuten crepiteren pijn bij palpatie van het bot vervorming van het bot geen warmte bij palpatie *Altman 1986 ** NHG standaard niet traumatische kniepijn 2016 13 Klinische diagnose heupartrose Op basis van anamnese en onderzoek in combinatie met: Klinische Classificatiecriteria voor artrose van de heup 1. pijn in de heup en 2. endorotatie van de heup < 15 en 3. flexie van de heup 115 of 1. endorotatie van de heup 15 en 2. pijn bij endorotatie heup en 3. ochtendstijfheid van de heup 60 min. en 4. leeftijd > 45 jaar Rode vlaggen (1) Onverklaarbare warme en gezwollen (rode) knie Onverklaarbare pijn in heup en/of knie Zwelling in de lies Ernstige slotklachten in de knie (Hevige) pijn in rust en zwelling (zonder trauma) Altman 1991 16 4
Rode vlaggen (2) Bij aanwezigheid van een of meer gewricht vervangende prothesen: Koorts 38,5 C of hoger Indien de wond erg gezwollen en rood blijft. Indien de wond gaat of blijft lekken. Plotselinge hevige pijn in gewricht met prothese, al dan niet na val of ander trauma. Bij meer pijn in de knie die niet minder wordt door pijnstillers. Indien de patiënt niet meer op het been kan staan, terwijl hij/zij dat eerst wel kon. Bij het krijgen van pijn in de kuit tijdens het optrekken van de tenen. Bij een rood gekleurd onderbeen en het krijgen van pijn in het onderbeen. Risicofactoren voor ongunstig beloop fysiek functioneren Risicofactoren Heup Knie Kniepijn beiderzijds ++ Veel kniepijn bij aanvang klachten ++ Pijn bij patello-femorale compressie ++ Meer beperkingen in activiteiten ++ Lage loopsnelheid ++ Meerdere vormen van comorbiditeit ++ ++ Lage vitaliteit ++ ++ Slechte mentale gezondheid (depressie, cognitie) ++ Lage spierkracht m.quadriceps ++ Ernstige en/of progressie radiologische schade in de knie ++ 17 18 Risicofactoren voor ongunstig beloop fysiek functioneren bij TKA en THA Anamnese en lichamelijk onderzoek Risicofactoren Heup Knie Hoge leeftijd* ++ Vrouwelijk geslacht + Verminderd preoperatief fysiek functioneren ++ Veel pijn voor de operatie ++ Ernstige lage rugpijn + Angst voor de operatie ++ Meerdere vormen van comorbiditeit ++* ++ Slechte mentale gezondheid (depressie, cognitie) ++ + Lage spierkracht m.quadriceps ++ Body Mass Index (BMI) > 30** ++* + Timed Up and Go score > 10,5* + + * Fysiopraxis: Ellen Oosting, **alleen in combinatie met lage spierkracht 19 Richtlijn geeft suggesties voor inhoud op basis van ICF Koppeling naar: Rode vlaggen Risicofactoren voor ongunstig beloop van fysiek functioneren en pijn Meetinstrumenten 20 5
Klinimetrie - aanbevolen Klinimetrie - optioneel Functies NRS pijn Activiteiten HOOS/KOOS-ADL subschaal*, 6MWT en PSK Participatie PSK Functies Borg schaal 6-20 1RM submaximaal test Activiteiten HOOS (-PS), KOOS (-PS), AAQ, TUG, 30 sec CST, Single Leg Stance test, MILAS Participatie HOOS, KOOS Externe factoren Persoonlijke factoren Externe factoren Persoonlijke factoren CIRS http://www.meetinstrumentenzorg.nl/ https://www.oarsi.org/ *Fysiopraxis: Els van den Ende / Elien Mahler http://www.meetinstrumentenzorg.nl/ https://www.oarsi.org/ 21 22 Indicatiestelling fysiotherapie Behandeling 1. Indicatie voor kortdurende voorlichting, advies en oefen- en beweeginstructie. 2. Indicatie voor voorlichting, advies en (kortdurende) begeleiding bij oefenen en lichamelijke activiteit. 3. Indicatie voor voorlichting, advies en langdurige begeleiding, afhankelijk van de hulpvraag, anamnestische gegevens en uitkomsten van het lichamelijk onderzoek. 4. Indicatie voor pre- en postoperatieve oefentherapie Aanbevolen Voorlichting Oefentherapie Ter overweging als additionele therapie TENS* Niet aanbevolen Ultrageluid UKG Low level Laser therapie Electrotherapie Shockwave therapie Tapen Koude therapie Massage Geen uitspraak: dry needling Passieve mobilisaties* Continue Passive Motion 23 24 6
Effectiviteit oefentherapie Oefentherapie is effectief voor verbeteren fysiek functioneren en verminderen van pijn bij mensen met knie- en heup artrose. (Cochrane reviews Fransen M et al. 2014, 2015) Inhoud oefenthertapie FITT (PRO) factoren Beweegrichtlijnen 2017 Gezondheidsraad https://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/grpublication/beweegrichtlijn en2017.pdf Ook effectief in een vergevorderd stadium van knieartrose (Knoop J et al.2014, Villadsen A et al. 2014) Bij ernstige comorbiditeit en knieartrose ook effectief als de oefentherapie aangepast wordt en de comorbiditeit goed gemonitord wordt. (De Rooij M. et al. 2016) ACSM Richtlijnen voor artritis American College of Sports Medicine. (2017). ACSM's guidelines for exercise testing and prescription (10th ed.). Philadelphia: Wolters Kluwer Health. Aanpassen voor heup- en/of knieartrose 25 26 Voorlichting Hulpmiddelen bij voorlichting Conservatief: 1. De aandoening en de mogelijke gevolgen. Patiënt 2. Het belang van bewegen en een gezonde leefstijl (zelfmanagement). 3. De behandelmogelijkheden. Patiënten folder Artrose Handboek Fysiopraxis: Dieuwke Schiphof / Wilfred Peter 27 28 7
Stepped-Care artrose behandeling* Diagnostiek Maatregelen Stap 1 Stap 2 Stap 3 - Anamnese - Lichamelijk onderzoek (LO) - Voorlichting - Leefstijladviezen (o.a. bewegen voeding) Medicatie - Paracetamol** - Anamnese/LO - Inventarisatie pijngedrag en psychosociale factoren - Oefentherapie - Verwijzing diëtist Medicatie - NSAID s - Topicale NSAID s - Tramadol - Röntgendiagnostiek - Consult tweede lijn - Multidisciplinaire (team)behandeling Medicatie - Knie-injecties Corticosteroïden Evaluatie Na 3 maanden Na 3 tot 6 maanden In overleg met patiënt Indicatiestelling 1 Op basis van hulpvraag met behoefte aan: voorlichting meer inzicht in artrose en de gevolgen info over de behandelmogelijkheden, belang van bewegen oefeninstructies. maximaal 3 sessies * Van den Ende 2010, NICE guidelines 2014, ** da Costa 2016, Moore 2016 Fysiopraxis: Dieuwke Schiphof / Wilfred Peter, Martijn Pisters / Elon van Overmeeren 29 30 Indicatiestelling 2 Op basis van hulpvraag: Indicatiestelling 3 Op basis van de hulpvraag en complexiteit: er is begeleiding nodig om zelfstandig een oefenprogramma uit te kunnen voeren en voldoende lichamelijke activiteit te verkrijgen en te behouden. mate van begeleiding / thuis oefenen dient goed afgestemd te worden afhankelijk van zelfmanagement, middelen en individuele situatie duur: 8-12 weken Jesper Knoop aanwezige risicofactoren voor vertraagd herstel die de uitvoering van oefentherapie belemmeren (bijv. comorbiditeit) en/of; aanwezigheid van psychosociale factoren (gele vlaggen) in combinatie met inadequate pijncoping. voorlichting + lang begeleid oefenprogramma rustiger opbouw / lagere frequentie mate van begeleiding / thuis oefenen duur: 16-24 weken Mariette de Rooij 31 32 8
Behandeling indicatiestelling 3 Pre-/postoperatief: Voorlichting Aangepaste OT / verlengde behandeling Kennis en vaardigheden Doorverwijzen naar- of samenwerken met deskundige collega onbekwaam is onbevoegd 1. De operatie, revalidatie post-ok, eventueel inzet externe hulp. 2. Belang van spierkracht en algehele fitheid preoperatief en risicofactoren voor vertraagd herstel. 3. Leefregels indien meegegeven door orthopedisch chirurg. www.zorgvoorbeweging.nl/totale-heupprothese-thp www.zorgvoorbeweging.nl/de-knieprothese 33 34 Indicatiestelling 4: preoperatieve fase Overweeg oefentherapie Bij een verhoogd risico op een vertraagd herstel na de operatie Geen risicofactoren op vertraagd herstel? Overweeg om oefentherapie te beperken tot aanleren en monitoren van oefeningen Indicatiestelling 4: postoperatieve fase Bied oefentherapie aan bij THP Overweeg oefentherapie bij TKP Bij een verhoogd risico op een vertraagd herstel na de operatie Geen risicofactoren op vertraagd herstel en zonder complicaties van de operatie? Overweeg om oefentherapie te beperken tot aanleren en monitoren van oefeningen 35 36 9
Postoperatieve fase Spierkrachttraining Functionele training (transfers, lopen en traplopen, gebruik van loophulpmiddel) Balanstraining (statische en dynamische balans). (Geleid) actieve range-of-motion training (bij gewrichtsvervangende operatie van de knie) Postoperatieve fase Leefregels? Complicaties/ wanneer contact opnemen met ZH? Stem FITT factoren af op de individuele patiënt: aanwezigheid van risicofactoren het wondherstel de signalen van verminderde belastbaarheid van het gewricht (toenemende pijnklachten, niet afnemende zwelling etc.) 37 38 Samenvattend Bij artrose kan het hele gewricht betrokken zijn: kraakbeen, bot, spieren, kapsel/bandapparaat. Voor klinische diagnose artrose is geen röntgenfoto nodig. Probeer bij de oefentherapie de norm voor gezond bewegen te halen; pas bij artrose de intensiteit aan d.m.v. FITT factoren. Samenvattend Voorlichting is een essentieel onderdeel van de behandeling. Indicatiestelling 3: onbekwaam is onbevoegd! THA en TKA: risicofactoren voor een vertraagd herstel spelen een belangrijke rol in de mate van begeleide pre- en postoperatieve fysiotherapie. 39 40 10
Vragen? https://www.fysionetevidencebased.nl/index.php/ richtlijnen/richtlijnen/atroseheup-knie-2018 11