Newsletter: Pensioenen overheidssector: wat verandert er?

Vergelijkbare documenten
Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP)

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen.

De individuele pensioentoezegging

Newsletter: Pension wake-up call

Wijziging van de wet betreffende de aard van de arbeidsrelaties: een stap verder in de strijd tegen schijnzelfstandigen

Newsletter sociale verkiezingen 2020 Parlement keurt nieuwe wetgeving goed

De pensioenhervorming - een update

Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting.

September Nummer 5 - Jaargang 6

Samenvatting van de belangrijkste wijzigingen aan de algemene voorwaarden

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen 15. Inleiding 9

Juli 2012 Nummer 3 Jaargang 8

Januari 2013 Nummer 1 Jaargang 9

Newsletter: Enkele aandachtspunten voor werkgevers, sectorale inrichters en pensioenfondsen voor de toepassing van de GDPR september 2017

Aangifte EAS nieuwe definitie uittreding (Wet houdende diverse bepalingen) Datum

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S ) Uittreksels

HERVORMING VAN DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN: WAT IS NIEUW?

Nieuwe regels voor de aanvullende pensioenen vanaf 2016

Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Pensioenstelsel lokale besturen. Infosessie voor de Oost-Vlaamse OCMW s 11 december 2015 Melle

Kosten eigen aan de werkgever

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Nieuwe ontslagregels vanaf 2012 Een eerste stap in de harmonisering

Nieuwe regels voor uitzendarbeid

Hervorming financiering ambtenarenpensioenen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

Dossier Pensioenen Basiseducatie ten behoeve van pers en parlementairen

Wet betreffende de aanvullende pensioenen - multi-inrichterspensioenstelsels

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

De berekening van de 80%-grens gebeurt op basis van verscheidene parameters die hieronder toegelicht worden.

VIP-PLAN VOOR BEDRIJFSLEIDERS EN WERKNEMERS

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES. nr. 15. de dato. 7 december 2006

WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN

Rendementsgarantie 2e pensioenpijler: eindelijk oplossing! De tweede pijler wordt gevormd door ondernemingspensioenstelsels en sectorale stelsels

Nieuwe fiscale maatregelen tweede pijler. 21 juni 2012 Koen Van Duyse

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

Instelling. Onderwerp. Datum

BIJLAGE: CIJFERS OVER AANVULLENDE PENSIOENEN

CIJFERS OVER AANVULLENDE PENSIOENEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

ADDENDUM (dd. 07/2017) aan de algemene en bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging voor bedrijfsleiders met ref. 6112

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen

1160/K PERSOONLIJK en VERTROUWELIJK

De gelijkwaardigheid wordt uitsluitend getoetst voor een 25 jarige alleenstaande voltijdse werknemer die op 1 januari 2016 in dienst is getreden;

Uitkeringsdatum aanvullend pensioen

Newsletter: Vandaag werd de nieuwe langverwachte Europese Verordening verwerking persoonsgegevens gepubliceerd!

Sectoraal pensioenstelsel

Pensioentoezegging. Bijzondere voorwaarden

Paritair Comité voor het Hotelbedrijf. Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2012 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Nieuwe wetten over aanvullende pensioenen

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Gelet op de brief van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 2 oktober 2006;

Hoeveel bedraagt de bonus? Welke diensten geven recht op een bonus? Telt de pensioenbonus mee voor het pensioen?... 6

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Pensioenreglement Vaste bijdragen

Finaal compromisvoorstel van de Minister van Werk

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1

CAO nr. 109: De ontslagmotiveringsplicht en het kennelijk onredelijk ontslag

WETTELIJKE PENSIOENEN VAN STATUTAIR PERSONEEL EN MANDATARISSEN

Verslag aan de Provincieraad

Andere aandachtspunten

Persvoorstelling Een breed draagvlak voor aanvullende pensioenen voor contractanten

SECTORAAL PENSIOENSTELSEL. Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel

Fiche 8 AANVULLENDE PENSIOENEN

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015

INDIVIDUELE RESERVE-OVERDRACHT VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN TUSSEN VERZEKERINGSONDERNEMINGEN EN INSTELLINGEN VOOR BEDRIJFSPENSIOENVOORZIENING

Informatiebrochure. Sectoraal stelsel voor aanvullend pensioen voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid Paritair Comité 209

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

De operatie doet een voordeel van alle aard ontstaan in hoofde van de werknemer (of bedrijfsleider) die ervan geniet.

De operatie doet een voordeel van alle aard ontstaan in hoofde van de werknemer (of bedrijfsleider) die ervan geniet.

Gelet op het sectoraal pensioenreglement gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003;

21/03/2012. Echtscheiding en aanvullend pensioen: Verdeling bij uittreding. Praktische gevallen. Verdeling bij uittreding. Verdeling bij uittreding

Onder voorbehoud van wat volgt onder 2.8. geldt ook hier wat staat in hoofdstuk 2 van de aangifteinstructies

De bedrijfsleidersverzekering is een levensverzekering gesloten door een onderneming in haar eigen voordeel, op het hoofd van een bedrijfsleider.

SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel Voorwerp Werking in de tijd...

Aanvullende pensioenen in de wet van houdende diverse bepalingen. Nieuwsbrief over personeelsbeleid.

Instelling. Claeys & Engels Newsflash. Onderwerp. Datum. 4 mei 2016

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Vragen & Antwoorden I. PENSIOENLEEFTIJD - AFLOOP VAN DE PENSIOENTOEZEGGING

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

SOCIAAL FONDS VAN DE BETONINDUSTRIE. in samenwerking met. Sectorpensioenplan. voor de arbeiders van de betonindustrie. SFBI Sectorpensioenplan 1

SECTORPENSIOENPLAN VOOR DE ARBEIDERS VAN DE BETONINDUSTRIE

PENSIOENLEEFTIJD EN ANTICIPATIE

Pensioenen van de lokale mandatarissen

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

VVSG Studiedag 11 maart Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven

Pensioenplan voor de arbeiders van de grind- en zandgroeven

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Wet van 4 maart 2004 (B.S. 26 maart 3 de uitgave)

Nieuwsbrief politie. Nummer 7 Brussel, 23 mei Toelichting pensioenmaatregelen op basis van notificaties van 22/04/2016

Transcriptie:

Newsletter: Pensioenen overheidssector: wat verandert er? mei 2018 Inhoudstafel 1 Nieuwe berekeningswijze wettelijk pensioen... 2 1.1 Verschillend pensioen... 2 1.2 Latere vaste benoeming... 2 1.3 Wat verandert er?... 2 2 Aanvullende pensioenen... 3 2.1 Aanpassingen WAP... 3 2.2 Geen aanvullend pensioen uit de kassa... 3 2.3 Korting op responsabiliseringsbijdrage 4 Beste lezer, Met ingang van 1 mei 2018 wordt het pensioenlandschap in de overheidssector grondig hervormd. De Wet Overheidspensioenen van 30 maart 2018 bevat belangrijke wijzigingen op het vlak van wettelijke en aanvullende pensioenen voor personeelsleden in overheidsdienst: Contractuelen die na 30 november 2017 vast benoemd worden krijgen vanaf 1 mei 2018 een werknemerspensioen en géén ambtenarenpensioen voor hun contractuele diensttijd. De wet bevat enkele maatregelen om de invoering van aanvullende pensioentoezeggingen voor contractuelen uit de overheidssector aan te moedigen. Nieuwe aanvullende pensioenstelsels voor contractuelen uit de overheidssector moeten voortaan - zoals in de privésector - door een verzekeraar of pensioenfonds beheerd worden. Lokale besturen kunnen de kost van hun aanvullend pensioenplan gedeeltelijk aftrekken van hun responsabiliseringsfactuur voor het wettelijk pensioen van hun ambtenaren. In deze newsletter geven we u een praktisch overzicht van de wijzigingen die deze wet met zich meebrengt. Wij wensen u veel leesplezier!

Pagina 2 1 Nieuwe berekeningswijze wettelijk pensioen 1.1 Verschillend pensioen In de overheidssector zijn er twee vormen van tewerkstelling. Contractuelen zijn aangeworven met een arbeidsovereenkomst. Ambtenaren zijn vast benoemd en hebben een statutaire tewerkstellingsrelatie. Het type tewerkstelling heeft belangrijke gevolgen voor de wettelijke pensioenopbouw. Contractuelen bouwen een wettelijk pensioen als werknemer op zoals ook werknemers in de privésector een wettelijk pensioen opbouwen. Dit houdt concreet in dat hun wettelijk pensioen berekend wordt op basis van het (begrensd) van elk jaar van tewerkstelling. Ambtenaren bouwen een wettelijk pensioen op dat berekend wordt op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 of 10 jaar van tewerkstelling. Om recht te hebben op een pensioen als ambtenaar is vijf jaar tewerkstelling in de overheidssector vereist. Wie géén vijf jaar in de publieke sector kan doen gelden (ook al werd hij vast benoemd) krijgt een pensioen als werknemer voor die dienstjaren. Hoewel ook het wettelijk pensioen van een ambtenaar geplafonneerd is, zorgt de verschillende berekeningswijze ervoor dat het wettelijk pensioen van een ambtenaar doorgaans een stuk hoger is dan dat van zijn contractuele collega met hetzelfde. 1.2 Latere vaste benoeming Tot voor kort werden contractuele dienstjaren alsnog erkend onder het wettelijk pensioenstelsel voor ambtenaren in geval van een latere vaste benoeming. Voor personeelsleden van lokale besturen was die bepaling opgenomen in de nieuwe gemeentewet, voor andere overheden berustte dit op een administratieve praktijk. Concreet betekende dit dat een contractueel personeelslid dat naderhand vast benoemd werd een wettelijk pensioen kreeg alsof hij gans zijn loopbaan (in de publieke sector) vast benoemd was. In het verleden gingen (vooral lokale) overheden soms over tot last minute benoemingen om hun contractuelen op het einde van hun loopbaan een verbeterd wettelijk pensioen te geven. 1.3 Wat verandert er? Gemengde loopbaan: gemengd pensioen Voor vaste benoemingen vanaf 1 december 2017 wordt met ingang van 1 mei 2018 een einde gesteld aan deze administratieve jurisprudentie. Wie eerst als contractueel werkt en naderhand vast benoemd wordt, bouwt voor de eerste periode een pensioen als werknemer op. Voor de periode gelegen na de vaste benoeming wordt een wettelijk pensioen onder het ambtenarenstelsel opgebouwd. Ook de loopbaanvoorwaarde van vijf jaar tewerkstelling om recht te hebben op een ambtenarenpensioen wordt afgeschaft vanaf 1 mei 2019. Verrekening aanvullend pensioen Voor personeelsleden die vóór 1 december 2017 vast benoemd werden, blijven eventuele contractuele dienstjaren die daarvoor werden gepresteerd erkend onder het ambtenarenstelsel. Indien zij tijdens die dienstjaren een aanvullend pensioen hebben opgebouwd als contractueel, dan blijven die pensioenreserves verworven, maar ze komen vanaf 1 mei 2018 in mindering van de pensioenverhoging die voortvloeit uit de in aanmerkingneming van de contractuele dienstjaren voor de berekening van het ambtenarenpensioen. Om deze verrekening te doen wordt het aanvullend pensioenkapitaal omgezet in een fictieve rente. Met persoonlijk gefinancierde reserves wordt geen rekening gehouden. Zij komen niet in mindering van de pensioenverhoging.

Pagina 3 Voor contractuelen van lokale besturen (provincies, steden, gemeentes...) voorzag de wetgeving een verval van het (patronaal gefinancierd) aanvullend pensioen in geval van een latere vaste benoeming. Dit systeem wordt nu afgeschaft. Er is behoud van het aanvullend pensioen, maar dat aanvullend pensioen komt (behalve wat de persoonlijk gefinancierde reserves betreft) dus in mindering van de pensioenverhoging onder het wettelijk pensioen. 2 Aanvullende pensioenen Naast de bovenvermelde verrekening van het aanvullend pensioen voor werknemers van wie de contractuele jaren nog erkend worden onder het ambtenarenstelsel, voorziet de wet ook enkele bepalingen om aanvullende pensioenopbouw voor contractuelen aan te moedigen. Tot nu toe waren aanvullende pensioenen voor contractuelen voornamelijk ingeburgerd bij lokale besturen. De nieuwe wet wenst hier verandering in te brengen door het wettelijk kader te verduidelijken. Lokale besturen kunnen ook een financiële incentive krijgen wanneer hun pensioenplan aan bepaalde voorwaarden voldoet. 2.1 Aanpassingen WAP Vaste benoeming = uittreding light In geval van een vaste benoeming van een contractueel personeelslid komt er een einde aan de arbeidsovereenkomst en is er in principe uittreding uit het pensioenplan. De gevolgen van de uittreding worden uitgesteld tot op het einde van de vaste benoeming. De situatie is vergelijkbaar met die van een werknemer die bijvoorbeeld door een promotie of demotie niet langer aan de aansluitingsvoorwaarden van een pensioenplan voldoet. Concreet houdt dit bijvoorbeeld in dat de minimumrendementsgarantie verder van toepassing blijft na de vaste benoeming. De werknemer kan zijn reserves evenmin overdragen naar een andere pensioeninstelling. Dit kan pas op het moment van effectieve beëindiging van de vaste benoeming, of op het moment van overdracht naar een andere publieke werkgever. Indien verschillende werkgevers binnen de openbare sector een identiek multiinrichtersplan hebben, kan bepaald worden dat er in die situatie géén uittreding is. Verduidelijkingen publieke sector Tot slot wordt in de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) een nieuw hoofdstuk Publieke Pensioentoezeggingen ingevoerd. Bedoeling is te preciseren hoe de sociale bepalingen van de WAP toegepast moeten worden op aanvullende pensioenregelingen van contractuelen van openbare werkgevers. Per overheid wordt gepreciseerd welk overlegorgaan gelijkgesteld wordt met de ondernemingsraad uit de privésector en bijvoorbeeld bevoegd is om een voorafgaand advies (of in het geval van een publieke werkgever, een protocol) uit te brengen over de invoering of wijziging van een pensioenplan. Wanneer de WAP voor toezeggingen uit de private sector een cao-verplichting oplegt, moet in de publieke sector een protocol van akkoord gesloten worden binnen het bevoegd onderhandelingscomité. 2.2 Geen aanvullend pensioen uit de kassa Werkgevers uit de privésector moeten hun aanvullende pensioenregeling verplicht extern financieren via een Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening (een pensioenfonds) of via een verzekeringsonderneming. Voor bepaalde overheden bepaalde de Wet op de Instellingen voor Bedrijfspensioenvoorziening (WIBP) dat zij het beheer en de financiering van hun aanvullende pensioenen niet hoefden uit te besteden.

Pagina 4 Aanvullende pensioentoezeggingen die vanaf 1 mei 2018 worden ingevoerd zijn niet langer vrijgesteld van de verplichting tot externe financiering. Toezeggingen die vóór 1 mei 2018 al extern beheerd werden moeten ook in de toekomst extern beheerd blijven. Enkel stelsels die vóór 1 mei 2018 intern beheerd werden kunnen ook in de toekomst van die vrijstelling genieten. Hiervoor is wel vereist dat het intern beheerd stelstel uiterlijk op 31 december 2018 wordt aangegeven in de Databank 2 de Pijler beheerd door Sigedis. Gebeurt de aangifte niet (op tijd), dan geldt een wettelijk vermoeden dat het stelsel pas na 1 mei 2018 werd ingevoerd, en bijgevolg extern moet beheerd worden. De parlementaire voorbereidingen bepalen dat een uitbreiding van het toepassingsgebied of een substantiële verbetering van een (vóór 1 mei 2018) bestaand stelsel wordt aanzien als de invoering van een nieuw plan, dat niet langer intern beheerd kan worden. Wettelijke pensioenregelingen kunnen onder bepaalde voorwaarden wel nog intern beheerd worden. Op dit vlak wijzigt er niets. 2.3 Korting op responsabiliseringsbijdrage Heel wat lokale besturen financieren de wettelijke pensioenen van hun ambtenaren via het Gesolidariseerd Pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen. In het verleden gingen sommige lokale besturen over tot last minute benoemingen van contractuelen. Zoals onder punt 1.2 uiteengezet had dit de toekenning van een wettelijk pensioen als ambtenaar - over de ganse loopbaan - tot gevolg. Tot voor de wet van 24 oktober 2011 bracht dit ook geen al te hoge bijkomende kosten voor die overheid met zich mee: de factuur werd doorgeschoven naar alle besturen die hun wettelijk pensioen financierden via het Gesolidariseerd Pensioenfonds voor lokale besturen. Deze techniek stond bekend als de Alkentruc, vernoemd naar de gemeente die in de media verklaarde zich regelmatig van deze techniek te bedienen. Daarnaast kwam de financiering van dit stelsel onder druk te staan omdat meer en meer lokale besturen voornamelijk contractuelen aanwierven, en die contractuelen niet bijdragen tot de financiering van het wettelijk pensioen van de gepensioneerde ambtenaren. De groep gepensioneerde ambtenaren wordt groter, maar de groep actieve ambtenaren die bijdragen tot de financiering van dit stelsel wordt kleiner. De wet van 24 oktober 2011 voerde daarom een responsabiliseringsbijdrage in voor lokale besturen waarvan de pensioenlast van de gepensioneerde ambtenaren hoger is dan de basispensioenbijdrage die elk lokaal bestuur aan het Gesolidariseerd Pensioenfonds betaalt. Lokale besturen die beslissen om een aanvullend pensioenplan in te voeren (of er al één hebben) voor contractuelen kunnen vanaf 2020 (dus voor het eerst voor de responsabiliseringbijdrage over 2019) een korting krijgen op die responsabiliseringsfactuur. Deze lokale besturen kunnen 50% van de kost van het aanvullend pensioenplan voor de contractuelen aftrekken van de responsabiliseringsbijdrage (zonder dat dit mag leiden tot een negatieve responsabiliseringbijdrage, de bijdrage wordt maximaal tot 0 EUR herleid). Hiervoor moet het plan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen: Er geldt geen aansluitingsleeftijd, iedereen wordt op het moment van indiensttreding aangesloten; Er geldt geen minimale aansluitingsperiode, de reserves zijn dadelijk verworven; Het plan is van onbepaalde duur. Opdat de kost van het aanvullend pensioen voor 50% afgetrokken kan worden van de responsabiliseringsbijdrage moet het

Pagina 5 pensioenplan ook een minimale omvang hebben. De voorwaarden hangen af van het type pensioentoezegging. Type plan Vanaf 2020 Vanaf 2021 Vaste bijdrage (DC) Bijdrage 2% RSZ-onderworpen Vaste prestatie (DB) Prestatie uitgedrukt als rente 4% RSZ-onderworpen Cash Balance (CB) Toegekende bijdrage 2% RSZonderworpen Bijdrage 3% RSZ-onderworpen Prestatie uitgedrukt als rente 6% RSZ-onderworpen Toegekende bijdrage 3% RSZonderworpen De kost die de het lokaal bestuur in mindering mag brengen van haar responsabiliseringsbijdrage is niet onbeperkt. Er kan maximaal rekening gehouden worden met het dubbele van de bijdragen (6% DC/CB) of prestatie (12% DB) die vanaf 2021 als ondergrens dienen. Het pensioenplan mag genereuzer zijn, maar die meerkost kan dan niet in mindering gebracht worden van de responsabiliseringfactuur.

Brussel Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel.: 02 761 46 00 Fax: 02 761 47 00 Luik boulevard Frère Orban 25 4000 Luik Tel.: 04 229 80 11 Fax: 04 229 80 22 Antwerpen City Link Posthofbrug 12 2600 Antwerpen Tel.: 03 285 97 80 Fax: 03 285 97 90 Gent Ferdinand Lousbergkaai 103 bus 4-5 9000 Gent Tel.: 09 261 50 00 Fax: 09 261 55 00 Kortrijk Ring Bedrijvenpark Brugsesteenweg 255 8500 Kortrijk Tel.: 056 26 08 60 Fax: 056 26 08 70 Hasselt Kuringersteenweg 172 3500 Hasselt Tel.: 011 24 79 10 Fax: 011 24 79 11 Onze newsletters zijn bestemd om u regelmatig algemene informatie mee te delen met betrekking tot onderwerpen uit de actualiteit en bepaalde ontwikkelingen van wetgeving of rechtspraak. Vanzelfsprekend waken wij over de betrouwbaarheid van deze informatie. Onze newsletters bevatten echter geen enkele juridische analyse en kunnen ons in geen geval verantwoordelijk stellen. Aarzelt u niet om contact op te nemen met onze advocaten voor elke bijkomende vraag. Claeys & Engels is een burgerlijke vennootschap die de rechtsvorm heeft aangenomen van een cvba Vorstlaan 280, 1160 Brussel, België RPR Brussel 0473.547.070.