Naar een vitaal platteland

Vergelijkbare documenten
MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

De Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 februari 2019 Betreft Reactie Deltaplan Biodiversiteitsherstel

Nationaal klimaatbeleid en de betekenis van landgebruik in de mitigatieopgave. door Gert Jan van den Born

Gebiedsprogramma Dit document geeft schematisch de hoofdlijnen weer van het Gebiedsprogramma

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 8 mei 2019 U Lbr. 19/032. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

NEXT Landscape. OmgevingslabXL. 15 mei 2017 Susanne Vleeshouwers (gemeente Tilburg)

Tussenstand Klimaatakkoord. 5 september 2018

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 april 2018 Rli advies Verbindend Landschap

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 15 februari 2018 U Lbr. 18/004. Stand van zaken Interbestuurlijk Programma.

Omgevingsvisie Maastricht. Tim van Wanroij projectleider Omgevingsvisie /

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Op weg naar een Nationale Omgevingsvisie: de opgaven. Emiel Reiding directeur NOVI. 5 juli 2017

Advies in reactie op visie bodemdaling ( ) Pagina 1

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

799874/ Zienswijze op het ontwerp van de Brabantse Omgevingsvisie

Leerkring Omgevingswet G40

Oproep voor bijdrage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 juni 2019 Voortgang interbestuurlijk programma (IBP)

Dalende bodems, stijgende kosten

Ruimte voor oplossingen het inzetbare platteland! Kabinetsformatie 2017: de P10 biedt aan!

Decentralisatie natuurbeleid en de Wet natuurbescherming. Mark Hoevenaars en Doorle Offerhaus

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Omgevingswet en de raad

Datum 7 september 2018 Betreft Reactie Rli-advies "Duurzaam en gezond, samen naar een houdbaar voedselsysteem"

Aanpak regie verzilting Noord-Nederland. Titian Oterdoom

Programma van Eisen - Beheerplannen

Rondetafelgesprek. Zonneparken passend bij Drenthe

Stand van zaken samenwerking omgevingsvisie

Regionale Energie Strategie

Regionale Energie Strategie

Omgevingswet en de raad

Provero bijeenkomst. Utrecht, 15 november 2016 Ernst Koperdraat Jos Dolstra

Leegstand agrarisch vastgoed

MEMO. Onderwerp : Interbestuurlijk Programma (IBP)

Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Emissiesymposium 6 april 2017

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving

o o o

kijk wij presenteren u

Van klimaatakkoord naar de transitievisie warmte voor de gemeente Heemstede Vind de juiste reispartner

Omgevingsvisie provincie Noord-Brabant

LNV pilots Toekomstbestendige landbouw in het nieuwe GLB

Terugkoppeling Radenconferentie Ambitiedocument Lopikerwaard

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum. Geachte Voorzitter,

Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE

Sustainable Development Goals: transities realiseren met duurzaam landgebruik

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

PROCEDUREBLAD BEHANDELING RAADSVOORSTEL

Ruimte om te leven met water

Bijeenkomst groenblauwe leefomgeving donderdag 1 maart 2018 Samenvatting opgehaalde inbreng

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Links naar brondocumenten

Omgevingsvisie en m.e.r.

Functie volgt peil. maaiveldverloop. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Grutto s, jongvee, ruwvoer, veensafari. Huiskavel en gebouwen

Houtskoolschets Asten april 2017

Onze gemeenschappelijke ambitie:

GS brief aan Provinciale Staten

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

Nationale Omgevingsvisie. 27 oktober 2017

Het Hart van Holland. Omgevingsvisie 2040

Verkiezingsprogramma. Water Natuurlijk Rijn en IJssel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Agendapunt: 10 No. 77/ 15. Dokkum, 8 december ONDERWERP: ANNO II SAMENVATTING: Aan de gemeenteraad,

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Meer grip op vakantieparken

Verkenning Bodemdaling

Voedsel. 13 juni 2019, Pieter Rijzebol.

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Brabantse Omgevingsvisie & Water in Brabant in 2030 Wateragenda

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Verklaring van Hoog & Droog

Dialoog veehouderij Venray

LANDBOUW EN BIODIVERSITEIT. Ledenbijeenkomst 2 februari 2018

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3

Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit Provincie Noord-Holland HAARLEM, JUNI 2019

De Raad en de Omgevingswet

Buiten Metropoolregio Amsterdam: Kwaliteit ruimte en natuur versterken. Metropoolregio Amsterdam: Druk op schaarse ruimte.

Omgevingswet & Omgevingsvisie. Kansen voor klimaatadaptatie

De gemeenteraad buitenspel na de invoering Omgevingswet? Gemeenteraden Hellendoorn en Raalte 28 maart 2017

Groen in de stad. Onderzoek naar handelingsperspectief voor provincies. Marijke Dijkshoorn, Stijn Reinhard en Rob Messelink

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 1 mei 2018) Nummer 3390

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Strategische Agenda. Concept strategische agenda Regio Midden-Holland Vast te stellen in: AB Regio Midden-Holland 6 juli 2016

Het Groene Hart: Vitaal orgaan van de Randstad Advies bij Perspectief Groene Hart 2040, 28 augustus 2017

Statenvoorstel. Aanvraag Regiodeal Bodemdaling Groene Hart

Voorontwerp Structuurvisie Cuijk De Koers van Cuijk

MEMO. 06b2 Memo InterBestuurlijk Programma (IBP)

MEMO. Aan: Van: Datum: PHO Xandra van Ginkel - Strategische Eenheid 1 mei Onderwerp: Interbestuurlijk programma

Groene Metropool Twente Unieke organisaties met een eigen identiteit, instrumenten en thema s met één belangrijke gemeenschappelijke deler: passie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Transcriptie:

Naar een vitaal platteland Integrale aanpak opgaven Natuur, Landbouw en kwaliteit van de leefomgeving in het landelijk gebied. Samenwerkingsafspraken De komende decennia zijn er grote opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterveiligheid, circulaire economie, biodiversiteit en energie. Een samenhangende aanpak van de transities is noodzakelijk om een economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam platteland te behouden en te versterken. Het ministerie van LNV, IPO, VNG en Unie van Waterschappen willen werken aan een toekomstbestendig landelijk gebied en zij maken de volgende samenwerkingsafspraken, om zo een belangrijke stap te zetten richting het concretiseren van de samenwerking en de uitvoering in gebieden met maatschappelijke partners: 1. De vier partijen onderschrijven de in het startdocument Interbestuurlijk Programma (IBP) geschetste transitieopgaves voor het Vitaal Platteland en de verdere uitwerking hiervan (zie bijgevoegde toelichting Samenhangende aanpak transities in het landelijke gebied). 2. Het IBP gaat uit van de gezamenlijkheid van de partijen, die vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheden een betekenisvolle bijdrage leveren. Samen optrekken is wat we delen. Daarom is het van belang dat we de urgentie van de transities erkennen en open dilemma's en knelpunten delen om gezamenlijk te bekijken wat nodig is om verder te komen. 3. We geven gezamenlijk sturing aan een gemeenschappelijke agenda en maken afspraken over de inrichting van het vervolgproces, de bestuurlijke regie en wijze van meerjarig interbestuurlijk werken en organiseren. 4. Om de onder 1. genoemde transitieopgaves te realiseren is een samenhangende, gebiedsgerichte aanpak noodzakelijk. Wij starten in 15 kansrijke gebieden waar met partijen wordt gekeken naar de gezamenlijke opgave (zie bijgevoegd kaartbeeld waar de gebieden grof zijn aangeduid). 5. We werken met een open agenda met ruimte voor aanpassing en uitbreiding. 6. De werkwijze kenmerkt zich door partnerschap in twee gelijktijdige uitwerkingen, die elkaar in wisselwerking kunnen en moeten versterken: a. Per gebied dynamisch programmeren: per gebied werken we als vier overheden met alle betrokken partijen, met ondernemers en bewoners, zo snel mogelijk de inhoudelijke opgaves uit inclusief crossovers met de andere IBP-thema's. We zetten die in de tijd uit, met daarbij wat nodig is op het terrein van financiële inzet, wetgeving/experimenteerruimte, toezicht en handhaving, kennis en onderzoek. In 2018 worden per gebied met alle relevante partijen de financiële afspraken en inzet van overige instrumenten in een dynamische meerjarige gebiedsagenda vastgelegd, zodat uitvoering z.s.m. kan starten. b. Landelijk: we gaan als vier overheden de overkoepelende thema's uitwerken en concretiseren: financiële inzet, wetgeving/experimenteerruimte, kennis en onderzoek, leren en ervaringen delen. 7. LNV betrekt de andere relevante ministeries, opdat alle relevante ministeries zoveel mogelijk eenduidig en proactief vanuit de gebiedsopgaven kijken naar beleid, regelgeving, financiële inzet en experimenteerruimte ten behoeve van de opgaven in de gebieden. 8. Om gezamenlijk de resultaten van het IBP-VP te volgen en waar nodig bij te sturen, zal twee keer per jaar een bestuurlijke bijeenkomst worden georganiseerd tussen de vier overheden. Getekend juli 2018 Th.J.F.M. Bovens Portefeuillehouder Landelijk Gebied van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten J.H. Oosters R.P. Hoytink-Roubos

Samenhangende aanpak transities in het landelijke gebied GROTE TRANSITIES VRAGEN OM EEN SAMENHANGENDE AANPAK Grote opgaven vragen om transitie De komende decennia zijn er grote opgaven op het terrein van voedselproductie, klimaat, waterveiligheid, circulaire economie, biodiversiteit en energie. Niet alleen mondiaal, maar ook regionaal hebben deze weerslag in het leven en de kwaliteit van de directe leefomgeving van bewoners en gebruikers van het landelijk gebied. De ontwikkelingen vragen om een transitie in de manier waarop we omgaan met de leefomgeving en zullen ruimtelijk en sociaal/maatschappelijk een grote invloed hebben op Nederland. Dat geldt in het bijzonder op het platteland, omdat daar de transities in belangrijke mate tot stand (zullen moeten) komen en ook direct zichtbaar zijn in het landschap. Het landelijke gebied is geen 'leeg gebied' waarin de niet-stedelijke functies worden gepland; het is een gebied met een grote economische, sociale, ecologische en landschappelijke component. Een samenhangende aanpak van de transities is noodzakelijk om een economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam platteland te behouden en te versterken. Een nieuwe aanpak De opgaven in het landelijke gebied zijn complex en kennen een grote onderlinge samenhang. Hoewel de afgelopen jaren veel taken en verantwoordelijkheden in het landelijke gebied bij decentrale overheden zijn belegd en bevoegdheden scherp zijn afgebakend ('je bent ervan of niet'), is het besef dat de sectoren, gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk elkaar nodig hebben en elkaars partner zijn. Ook maatschappelijke actoren nemen een steeds nadrukkelijkere rol bij de uitvoering. Voor hen is het belangrijk dat de overheid zoveel mogelijk met één mond spreekt en overkomt als één overheid. Vanuit die gedachte en vanuit de urgentie om nu aan de slag te gaan met deze transities, hebben de decentrale overheden en het Kabinet afspraken gemaakt in het interbestuurlijke programma (IBP) over onder meer 'Naar een Vitaal Platteland' en het Klimaatakkoord. Afspraken die niet op zichzelf staan, maar een nadrukkelijke samenhang hebben met andere processen die op dit moment uitwerking krijgen, in ieder geval: De visie die de Minister voorbereidt over haar beleidsdomein, met name landbouw en natuur De uitwerking van het ruimtelijke instrumentarium in de nationale omgevingsvisie (NOVI) en in de omgevingsvisies van provincies (POVI) en gemeenten (GOVI) De ontwikkeling van het natuurbeleid (zoals de doorontwikkeling van het PAS en de vertaling van aanbevelingen lerende evaluatie Natuurpact) De ontwikkeling van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid Er is nu een urgentie om met de omschreven transities aan de slag te gaan. Om tot krachtige transities in het landelijke gebied te komen, is het belangrijk dat deze processen een gelijke richting hebben en dat instrumenten die daarin geregeld worden elkaar ondersteunen of aanvullen. Tegelijkertijd is het noodzakelijk dat de transities niet op papier, maar in de praktijk tot realisatie leiden en dat ook in de praktijk wordt geëxperimenteerd met deze aanpak. Een aanpak gericht op concrete gebieden, waarbij ervaringen die worden opgedaan ook benut kunnen worden in andere gebieden. Naar een samenhangende uitwerking voor een vitaal landelijk gebied De genoemde opgaves en transities zijn niet alleen fors; ze kunnen elkaar versterken of juist conflicterend zijn. Een samenhangende aanpak is daarom essentieel. De uitvoering van de opgaven vraagt om een samenhangende, regio specifieke benadering van landbouw, natuur, kwaliteit van de leefomgeving, milieu, water en andere regionale opgaven. Om het te illustreren: maatregelen die genomen worden in sta/systemen dragen niet alleen bij aan milieucondities en de leefkwaliteit in de omgeving van die stallen, maar kunnen ook van belang zijn om de k/imoatdoelstelling te realiseren (vermindering uitstoot methaan). Kunnen kansen worden benut om naast een 'warme sanering' in veedichte gebieden het momentum te creëren om maatregelen te nemen die de kwaliteit van de leefomgeving versterken. Kunnen landgebruiksmaatregelen in veenweide gebieden naast een vermindering van CO2-uitstoot en de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen voor de landbouwsector ook bijdragen aan versterking van biodiversiteit in deze gebieden. De samenhang tussen opgaven is dus groot.

Decentrale overheden pakken deze opgaven in eerste instantie op vanuit hun kerntaken (water, natuur en ruimtelijke ordening). Vanuit die opgaven werken we samen met alle partijen aan een toekomstbestendig landelijk gebied. Er zijn grote structuurverschillen tussen gebieden en de opgaven in deze gebieden, daarom is een regionale aanpak noodzakelijk. De gebiedsgerichte aanpak kan ondersteunend zijn en leiden tot concrete handelingsperspectieven, waarmee ook de doelen gerealiseerd kunnen worden t.a.v. bijvoorbeeld de bodem strategie. Opgaven In het 'startdocument interbestuurlijk programma' zijn gegeven de transities die spelen, opgaven op hoofdlijnen beschreven. Belangrijke transities zijn de klimaat- en energietransitie, de verduurzaming van de landbouw, de biodiversiteitsopgave, de toegenomen maatschappelijke aandacht voor gezond en veilig voedsel en de nadrukkelijkere aandacht voor een gezonde leefomgeving die ook samenhangt met de demografische ontwikkelingen in Nederland. Deze opgave hebben uiteraard ook verbinding met andere onderdelen van het IBP, zoals regionale economie, verduurzaming van de energievoorziening en/ of verstedelijking. Deze opgaven hebben met name grote invloed op de huidige landbouw en het landgebruik en hiermee op de economie (verdiencapaciteit) en leefbaarheid van het platteland. Het meewerken aan toekomstbestendige verdienmodellen voor landbouw en landgebruik en een goede leefbaarheid zijn daarmee onze overkoepelende, brede maatschappelijk opgaven. De realisatie van een economisch vitaal, leefbaar en ecologisch duurzaam platteland is een traject van lange adem. Daarom willen wij in kader van het IBP de komende jaren inzetten op structurele veranderingen in gebieden waar deze opgaven samenkomen. Inzet is het op gang brengen van processen, waarmee de realisatie van de lange termijn opgaven dichterbij komt. Wij richten ons op een samenhangende aanpak van doelstellingen op het gebied van: Duurzaam beheer van de bodem; Duurzaam waterbeheer en waterveiligheid, inclusief klimaatadaptatie; Klimaatmitigatie, waarbij het niet alleen gaat om het voorkomen van de uitstoot van broeikasgassen vanuit de landbouw en de veeweidegebieden, maar ook om CO2-vastlegging in bodems en bossen en om duurzame opwekking van energie; Ontwikkelen en inrichten van de circulaire economie, onder meer door het bevorderen van kringlooplandbouw en het benutten van biomassa uit bossen en natuurgebieden; Herstel biodiversiteit in natuurgebieden (o.a. door het verbeteren van de waterkwaliteit en kwantiteit in en bij Natura2000-gebieden), op boerenland (inclusief agrobiodiversiteit) en elders in het landelijke gebied; Gezonde en veilige leefomgeving (o.a. asbest, geur, fijnstof, luchtkwaliteit); Productie en afzet gezond voedsel, o.a. via regionale ketens; en Economische dragers in het landelijk gebied, zoals: o Toekomstbestendige landbouw o Versterking recreatie en toerisme als onderdeel van de regionale economie Onze inzet op deze opgaven draagt bij aan een economisch vitaal en leefbaar platteland. In concrete gebieden zal een deel van het hierboven genoemde pakket van opgaven worden opgepakt. Onze inzet is dat de transities in verschillende domeinen zorgen voor een goede landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit. Vertaling opgaven in gebieden In hoofdlijnen zien we een viertal type gebieden waarin opgaven bij elkaar komen: Veenweidegebieden: In deze gebieden is sprake van een combinatie van problematiek van bodemdaling, CO2- uitstoot door veenoxidatie en waterhuishouding. De hiermee samenhangende vraag is op welke manieren wordt een passend verdienmodel voor de landbouw en behoud en ontwikkeling van (van goed water afhankelijke) natuur gerealiseerd? Veedichte gebieden: Op de hoge zandgronden liggen, onder andere als consequenties van hoge veedichtheid, uitdagingen op het gebied van milieucondities (bodem, water, lucht) en de kwaliteit van de leefomgeving.

Verduurzaming landbouw, gericht op bodem en water: Verduurzaming van de landbouw kan bijdragen aan een beter waterbeheer, vasthouden van meer koolstof in de bodem en daarmee aan klimaatmitigatie en - adaptatie. Natuur, landschap en burgers profiteren van deze verduurzamingsslag. Natuur en samenleving: Natuuropgaven krijgen in samenhang met andere economische dragers, zoals recreatie en toerisme en water- en klimaatopgaven vorm. Hoewel deze gebieden ingestoken zijn vanuit de hierboven genoemde opgaven, wordt in alle gebieden gewerkt aan verbinding van verschillende opgaven. Uitwerking van de gemeenschappelijke open agenda Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten zullen de beschreven transitieopgaven gezamenlijk aan moeten pakken. Dat doen wij vanuit de eigen rol, maar ook vanuit het besef dat wij elkaar nodig hebben. Met een gezamenlijke agenda Vitaal Platteland vertalen wij de lange termijndoelen naar tussendoelen in concrete gebieden. Met een agenda met gebieden en projecten geven wij op gebiedsniveau invulling aan deze transities. De focus is gericht op de inzet in de komende jaren (huidige jaar t/m 2022), de genoemde transities zullen echter in een aanzienlijk langere tijdspanne tot realisatie komen. De aanpak in deze gebieden moet ook leiden tot kennis/ervaring die in andere gebieden toegepast kan gaan worden. We willen met deze agenda niet alleen concrete resultaten realiseren in de gebieden, maar ook meer inzicht krijgen in de randvoorwaarden om deze resultaten te kunnen boeken, zoals verbeteringen in regelgeving, extra experimenteerruimte, verdienmodellen die in andere gebieden toegepast kunnen worden. Om agrariërs te helpen een nieuw perspectief te vinden voor een duurzame en houdbare landbouw willen we op een gebiedsgerichte wijze innoveren. Dit wordt ondersteund door uitwerkingen op nationaal niveau. Het helpt dat er een landelijke visie wordt opgesteld, waarbij helder wordt wat de Rijksinzet op landbouw en natuur in de komende jaren zal zijn. Het klimaatakkoord geeft duidelijkheid over gezamenlijke opgaven en maatregelen gericht op de klimaatopgave. We starten met de boven genoemde opgaven in 15 kansrijke gebieden. Het gaat om gebieden waar opgaven bij elkaar komen en waar voldoende perspectief is om de komende jaren een betekenisvolle bijdrage te leveren aan een stap in de transitie voor de lange termijn. Provincies hebben in deze uitwerking het initiatief genomen om met partners op gebiedsniveau te onderzoeken hoe deze opgaven op gebiedsniveau opgepakt kunnen worden. Voor de selectie van deze gebieden is een zestal criteria onderscheiden, te weten: Er is een meerwaarde om met elkaar aan de slag te gaan. Partijen hebben elkaar nodig hebben (wat je alleen kunt, vooral ook alleen blijven doen); Waar nu al gebiedsproces loopt en energie zit bij partijen om aan de slag te gaan; Het is praktisch uitvoerbaar in deze regeerperiode; Er is een Multiplier-effect aanwezig; Er is maatschappelijke urgentie; De aanpak moet een effect hebben op de maatschappelijke doelstellingen die zijn benoemd Het uitwerken en de uitvoering van de gebiedsafspraken doen provincies, gemeenten en waterschappen samen met andere partijen. Dat betekent onder meer: De opgaven worden gebiedsgericht aangepakt, dat betekent dat vergelijkbare opgaven in gebieden een aanpak krijgen die past bij de partijen en problematiek in dat gebied Waar partijen meerwaarde zien wordt verbreding naar overige maatschappelijke opgaven van onderop gekoppeld Voor de samenwerking zullen waar mogelijk bestaande uitvoeringsstructuren worden benut In de praktijk is bij veel gebieden al een aanpak waarbij provincies, gemeenten en/of waterschappen nauw betrokken zijn. Waar nodig wordt die samenwerking verder geïntensiveerd In de gebiedsprogramma's wordt vanuit de IBP-gedachte samengewerkt en resultaten neergezet. Er is ruimte om gaandeweg ideeën en oplossingsrichtingen in te brengen. Flexibiliteit in het gebiedsproces is een randvoorwaarde

Om de opgaven in de gebieden op te kunnen pakken moeten de benodigde randvoorwaarden op orde zijn. Zoals middelen, capaciteit en regelgeving. Ook zien we in de gebieden een aantal overkoepelende vragen, die vanuit meerdere gebieden terugkomen, die programmatisch en in samenhang worden opgepakt: 1. Inzet van middelen (geld, capaciteit, procesvaardigheden) en instrumenten 2. Onderzoek, uitwisseling kennis en innovatie 3. Beleid, verbeteren regelgeving en experimenteerruimte 4. Faciliteren van het gezamenlijke leren Aandacht voor toezicht I handhaving In het IBP-onderdeel Vitaal Platteland is de gezamenlijke urgentie uitgesproken dat het, om van het landelijk gebied te kunnen blijven genieten, noodzakelijk is dat alle betrokken actoren zorg dragen voor een goed toezicht in het landelijk gebied. Het gaat daarbij om zaken als dumpingen van afval, asbest en drugs, wildcrossen, stroperij e.d., waarbij steeds meer sprake is van agressief gedrag en verweving van (zware) criminaliteit met functies in het landelijk gebied zoals de agrarische of recreatieve sector. Een samenhangende aanpak met alle betrokken partijen en sectoren is essentieel. We verkennen de komende maanden op landelijk niveau de mogelijkheden om inzet van alle actoren te verbeteren, zodat op regionaal niveau operationele afspraken kunnen worden gemaakt. Samenwerkingsafspraak Het IBP gaat uit van de gezamenlijkheid van alle overheden, die vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheden een betekenisvolle bijdrage leveren. We spreken af dat we samenwerken in de gebiedsaanpak, de voortgang in de gebieden volgen, knelpunten oppakken en ook in gezamenlijkheid bekijken wat nodig is om verder te komen. Dit is uitgewerkt in de hierboven benoemde samenwerkingsafspraken.

Gebieden IBP Vitaal Platteland Ee-ard Natuur inclusieve landbouw in Groningen Drents Plateau W.s Amsterdam Salland-Twente Foodvalley Achterhoek De zuidwestelijke Delta's _... uidocstelijke ~ Zandgronden.. Veenweidegebieden Veedichte gebieden.. Natuur en Samenleving Heuvelland Verduurzaming landbouw gericht op bodem en water