Reizen op grote voet 2008



Vergelijkbare documenten
Reizen op grote voet in 2005 De milieubelasting van vakanties van Nederlanders. Kim de Bruijn & Rob Dirven NRIT Onderzoek

Het toeristisch klimaat Reizen op grote voet 2008

Nederlander minder op vakantie in 2010

Ondanks crisis toch toename van aantal vakanties

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

De Nederlandse vakantiemarkt Trends & verwachting. Vakantiebeurs 12 januari 2016 Ad Schalekamp & Kees van der Most

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

Vakanties van Nederlanders,

toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

Vakanties van Nederlanders in Zuid-Holland. ContinuVakantieOnderzoek

Toerisme in Vlaanderen

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

TOERISME EN RECREATIE ALGEMEEN

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Vakanties van Nederlanders 2012

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

Curaçao Carbon Footprint 2015

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Aankomsten en overnachtingen

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Factsheet toerisme Vergelijking Utrecht met de G4 en Maastricht

De carbon footprint van

Toerisme Reisonderzoek

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Aankomsten en overnachtingen

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

Vakanties van Nederlanders 2010

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Vakanties van Nederlanders in de provincie ContinuVakantieOnderzoek 2016

Project CARMATOP: succesvolle samenwerking met Nederlandse reisbranche

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Staten Generaal 2013 Kennisintro

Grensoverschrijdend Nederlandse economie groeit van buitenlandse reis

Toekomst van de binnenlandse vakantiemarkt Na regen komt...? Kees van der Most, NBTC-NIPO research Toerisme & Vrijetijdscongres, Breda 2011

10 jaar vakantievoetafdruk: input voor het carbon management project 'CARMATOP'

Vakanties van Nederlanders 2007

Vakanties van Nederlanders 2006

Duurzaamheid staat in voetbaltermen in het rechterrijtje. 28 nritmagazine

Aanleiding & doelstelling

Vakanties van Nederlanders in Flevoland. ContinuVakantieOnderzoek

Recreatiedruk per provincie

Vakanties van Nederlanders 2009

Toerisme in perspectief

Toerisme in perspectief

Vakanties van Nederlanders 2011

Vakanties van Nederlanders 2005

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Rembrandt 400. Rapport. Priscilla van der Plaats, Hidde Moerman en Judith van den Bos. april Consumer & Media

Vakanties van Nederlanders in de provincie Gelderland ContinuVakantieOnderzoek 2015

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Recreatiedruk per provincie,

Economisch belang toerisme & vrije tijd. Augustus 2008

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

N B T C A F D E L I N G R E S E A R CH M A A R T TOERISME IN PERSPECTIEF

Energieprijzen in vergelijk

Collectieve toeristische logiesverstrekkende bedrijven BELGIË 2011 Kerncijfers

Toerisme Reisonderzoek

Toeristische gebieden

Toerisme en recreatie in cijfers 2013

Hotels - cijfermatige trends (tot 2013)

Onderzoek gunstige prijsligging.

Collectieve toeristische logiesverstrekkende bedrijven BELGIË 2012 Kerncijfers

Tarieven Europa: staffel 1

Recreatiedruk per provincie,

S.M.A.R.T Update NH Statistics. Market. Analysis. Research. Trends.

Zicht op de markt. Presentatie t.b.v. RECRON-congres: Een nieuwe toekomst voor kampeer- en bungalowbedrijven

Zero-emissie toeristische mobiliteit: wat is daar voor nodig?

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Presentatie toeristische cijfers 2006 Juni Margot Tempelman

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

40 jaar reisgedrag van de Belgen

De positie van de autocar op de Belgische reismarkt

ANVR Jaarmeting Henk Delfos Juni GfK 17 juni 2019 ANVR Jaarmeting

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Naam: Vakantie. Vraag 1. Ben je weleens op vakantie geweest? Waarheen? Werkblad vakantie - Aardrijkskunde groep 5 - Niveau blauw.

Toeristische gebieden

Recreatiedruk per provincie,

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2013-I

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Instituut voor de nationale rekeningen. Statistiek buitenlandse handel. Kwartaalbericht 2014-II

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Opwarming aarde niet de schuld van het vee

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

het Nederlandse dse spoor?

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Doelgroep De doelgroep van het onderzoek bestaat uit Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Groene bedrijfsvoering

Toerisme in perspectief Juli NBTC Holland Marketing Intell & Insights

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Transcriptie:

KENNISCENTRUM (KUST)TOERISME Reizen op grote voet 2008 De carbon footprint van vakanties van Nederlanders in 2008 en de ontwikkeling sinds 2002 2009 2 JAARGANG 1

Colofon Reizen op grote voet 2008 Samenstellers: Kim de Bruijn & Rob Dirven (NRIT Onderzoek) Eke Eijgelaar & Paul Peeters (NHTV Centre for Sustainable Tourism and Transport) Dit themarapport is samengesteld door het Centre for Sustainable Tourism and Transport, NHTV internationaal hoger onderwijs Breda, in samenwerking met NRIT Onderzoek en NBTC-NIPO Research. www.cstt.nl Dit themarapport is de tweede uitgave in een publicatiereeks van het Kenniscentrum (Kust)toerisme en maakt deel uit van het Interreg IV-project SusTRIP: Sustainable Tourism Research Intelligence Partnership. SusTRIP wordt mede gefinancierd door de Europese Unie, de Nederlandse activiteiten worden bovendien mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Pieken in de Delta Zuidwest-Nederland. www.kenniscentrumtoerisme.nl Met speciale dank aan Ad Schalekamp en Kees van der Most van NBTC-NIPO Research voor het verlenen van toegang tot gegevens van het ContinuVakantieOnderzoek 2002, 2005 en 2008. Tevens dank aan Claudia Erdkamp voor de zorgvuldige afwerking van de tekst. Copyright 2009, Kenniscentrum (Kust)toerisme Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de auteur/uitgever. Fotografie: Thijs Tuurenhout www.shutterstock.com Grafische vormgeving: www.vormaat.nl Druk: Drukkerij Pietermans

Reizen op grote voet 2008 De carbon footprint van vakanties van Nederlanders in 2008 en de ontwikkeling sinds 2002 Een project van NHTV Centre for Sustainable Tourism and Transport in samenwerking met NRIT Onderzoek en NBTC-NIPO Research Kim de Bruijn & Rob Dirven (NRIT Onderzoek) Eke Eijgelaar & Paul Peeters (NHTV Centre for Sustainable Tourism and Transport)

Voorwoord Reizen is genieten, vakanties moeten inspireren. Consumenten willen steeds meer beleven. De bedrijven in onze sector spannen zich dagelijks in om voor de inspiratie en beleving te zorgen. De trend op vakantiegebied is dat mensen vaker en verder op vakantie willen. Daarmee geven zij aan dat vakantievieren een niet meer weg te denken activiteit is geworden. Een soort basisbehoefte voor zeer veel consumenten. Dat is natuurlijk mooi voor de sector maar het stelt de reissector wel voor grote uitdagingen. De bedrijven die de ANVR mag vertegenwoordigen, realiseren zich dat en worden steeds actiever op het vlak van duurzaamheid. De milieubelasting van toerisme komt steeds meer op de agenda te staan, op ieders agenda. Van vakantieganger tot touroperator. En dat is maar goed ook. Want uit deze rapportage blijkt dat de broeikasgasemissies van de Nederlandse vakantiegangers de afgelopen zes jaar sterk zijn toegenomen. Vandaar ook dat de ANVR in haar beleid heeft uitgesproken dat wij ons tot het uiterste willen inspannen om de negatieve impact van het reizen op de omgeving te beperken, en de positieve gevolgen tot op een duurzaam niveau te versterken. Daarbij is het vanuit de industrie de uitdaging om op een verantwoorde manier te balanceren tussen streven naar winst en continuïteit, en rekening houden met de effecten van reisactiviteiten op het milieu en de menselijke aspecten. Uitgangspunt is dat het een het ander zeker niet hoeft uit te sluiten. Het bemoedigende is nu dat steeds meer bedrijven in onze sector binnen hun eigen mogelijkheden en invloedsfeer hier mee bezig zijn. De carbon footprint zoals gepresenteerd in dit rapport is hier een interessant hulpmiddel bij. Het geeft prima inzicht in de milieubelasting van toeristische activiteiten, maar maakt wat mij betreft ook duidelijk hoe ver de invloedsfeer van onze bedrijven reikt. Uit het onderzoek blijkt dat de grootste milieubelasting wordt veroorzaakt door het vervoer en dat de bestemmingskeuze/gekozen vervoerwijze daarbij de grootste rol speelt. Juist bij de factor transport zijn reisondernemingen in belangrijke mate afhankelijk van andere partijen (luchtvaartmaatschappijen, etc.), maar de keuze van bestemming en vervoerwijze in de aanbodkant van onze bedrijven zou wellicht wat meer in het teken kunnen staan van de carbon footprint als gevolg van die keuzes. Minder milieubelastend vakantie vieren is dus een ketenverantwoordelijkheid waarbij elke betrokken partij vanuit zijn eigen invloedssfeer zijn verantwoordelijkheid moet nemen. De reisondernemingen zijn hier klaar voor. De ANVR is sinds enige tijd bezig met een project Duurzaam Toeristisch Ondernemen (DTO). Dit nodigt de touroperators uit actief te worden op het vlak van duurzaamheid. Dit DTO traject richt zich met name op de beïnvloeding van de accommodaties in de bestemmingen zelf. Weliswaar kleine stapjes maar toch Dit rapport geeft de noodzaak van die stappen aan. Het voornemen om een jaarlijkse meting te organiseren, juich ik van harte toe. Dat komt de afrekenbaarheid van onze (duurzame) activiteiten alleen maar ten goede. Frank Oostdam Directeur ANVR

Inhoudsopgave 1 Introductie......................................................5 2 De methode......................................................7 2.1 Carbon footprint (CF)............................................7 2.2 Rekenmodel...................................................8 2.3 Kerncijfers vakanties.............................................9 3 Carbon footprint 2008............................................11 3.1 Inleiding.....................................................11 3.2 Totale carbon footprint...........................................11 3.3 Carbon footprint van binnenlandse vakanties..........................13 3.3.1 Duur van de vakantie binnenland.............................13 3.3.2 Soort verblijf binnenland....................................14 3.3.3 Vervoermiddel binnenland..................................16 3.3.4 Organisatievorm binnenland.................................17 3.4 Carbon footprint van buitenlandse vakanties...........................17 3.4.1 Duur van de vakantie buitenland.............................17 3.4.2 Bestemming buitenland....................................18 3.4.3 Soort verblijf buitenland....................................20 3.4.4 Vervoermiddel buitenland..................................21 3.4.5 Organisatievorm buitenland (langer dan 4 dagen)................22 3.5 Per onderdeel van de vakantie.....................................23 3.6 Eco-efficiency.................................................28 4 Ontwikkelingen 2002 2008.......................................29 4.1 Inleiding.....................................................29 4.2 Ontwikkelingen in afstand, vervoerwijze, organisatiegraad en logiesvorm......30 4.3 Ontwikkelingen in CO2-emissie....................................32 4.4 Ontwikkelingen eco-efficiency.....................................36 5 Conclusies en discussie............................................37 Lijst met begrippen en afkortingen..........................................41 Literatuur............................................................42

1 Introductie In 2008 brachten NHTV en NRIT Onderzoek in samenwerking met NBTC-NIPO het pilotrapport Reizen op grote voet in 2005 uit (De Bruijn et al. 2008). In dit rapport beschreven we de ecologische voetafdruk en de carbon footprint (CF) veroorzaakt door de Nederlandse vakantieganger over het jaar 2005. Ook kondigden we ons voornemen aan om er een serie rapporten mee te starten. Het tweede exemplaar in deze serie ligt nu voor u. In dit nieuwe rapport geven we de cijfers over 2008, 2002 en een update voor 2005. Deze update was nodig om een paar kleine foutjes uit de pilotstudy te corrigeren en enkele nieuwe inzichten te implementeren. Doordat we nu beschikken over een reeks van cijfers kunnen we ook iets zeggen over de trends op het gebied van de milieubelasting van de vakantieganger. Ook hebben we besloten ons te concentreren op alleen de carbon footprint (CF, de emissies van het broeikasgas CO2). Het bleek namelijk dat de getallen weliswaar verschillen, maar dat beide maten voor milieubelasting tot dezelfde conclusies leiden. Omdat de ecologische voetafdruk een meer omvattende maar daardoor ook meer ter discussie staande milieumaat is, hebben we gekozen voor de CF. Het effect van toerisme op het milieu in het algemeen en het klimaat in het bijzonder staat volop in de belangstelling. Zo heeft de World Tourism Organization (UNWTO) in 2008 een uitgebreid rapport gepubliceerd waarin zowel de effecten van klimaatverandering op toerisme als van toerisme op broeikasgassen uitgebreid worden beschreven (zie UNWTO-UNEP-WMO 2008) en gaan ook andere brancheorganisaties steeds serieuzer met het thema om (zie bijvoorbeeld WTTC 2009). Uit het UNWTO-rapport blijkt dat in 2005 de bijdrage van toerisme aan klimaatverandering circa 5% bedroeg (UNWTO-UNEP-WMO 2008). Bovendien verwacht UNWTO dat deze emissies tussen 2005 en 2035 toenemen met een factor 2,6 (ofwel 160%). Informatie over het aandeel van toerisme in de Nederlandse milieubelasting en de eco-efficiency (het aantal kg CO2 per door de toerist uitgegeven euro) van het toerisme zijn van belang voor de sector bij het verder doorvoeren van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De doelstelling van het onderzoek bestaat uit twee delen. Allereerst geven we een volledig overzicht over 2008 van de effecten van de Nederlandse vakantieganger op het klimaat en de eco-efficiency. Ten tweede willen we inzicht verschaffen in de veranderingen die zijn opgetreden over de jaren 2002-2005-2008. Dit inzicht bestaat uit antwoorden op de volgende vragen: Wat is de totale carbon footprint van vakanties van Nederlanders en hoe ontwikkelt deze zich? Hoe verhoudt deze carbon footprint zich tot de totale carbon footprint van Nederland? Welke factoren zijn bepalend voor de ontwikkeling van de carbon footprint? Welke soorten vakanties en welke onderdelen van het toerisme zijn het minst/meest belastend voor het milieu? Wat is de eco-efficiency van verschillende soorten vakanties? Reizen op grote voet 2008 5

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijven we kort de gebruikte methode voor het berekenen van de carbon footprint en de eco-efficiency, gevolgd door een overzicht van het Nederlandse vakantiegedrag in de drie onderzoeksjaren. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten van het onderzoek voor het jaar 2008. Allereerst staan in 3.1 enkele referentiewaarden voor de CF voor Nederland en Nederlanders. Paragraaf 3.2 geeft een globaal overzicht van de berekende CF voor vakanties opgesplitst naar enkele soorten vakanties en enkele bestemmingen. Een gedetailleerde uitsplitsing naar bestemming, duur, soort verblijf, vervoerwijze en organisatievorm van de CF is voor binnenlandse vakanties te vinden in 3.3 en voor buitenlandse vakanties in 3.4. Paragraaf 3.5 gaat in op de verdeling van de emissies over de verschillende onderdelen van vakanties (accommodaties, vervoer en activiteiten). Paragraaf 3.6 gaat in op de eco-efficiency en vergelijkt het resultaat met de eco-efficiency van de Nederlandse economie. Hoofdstuk 4 laat vervolgens de belangrijkste veranderingen van de CF voor de jaren 2002, 2005 en 2008 zien. Hoofdstuk 5 sluit het rapport af met antwoord op de onderzoeksvragen en een reflectie op de resultaten en conclusies. 6 Reizen op grote voet 2008

2 De methode Basis voor de analyses vormen de gegevens over vakantiegedrag uit het ContinuVakantie- Onderzoek (CVO). Voor de analyses is de carbon footprint (CF, uitgedrukt in kg CO2-emissies) als indicator voor milieubelasting door het toerisme gebruikt en toegevoegd aan het CVO. In de pilot van deze onderzoeksreeks (De Bruijn et al. 2008) gebruikten we naast de carbon footprint ook de ecologische voetafdruk (uitgedrukt in m 2 of hectare). We hebben besloten om deze niet meer te gebruiken, omdat bleek dat er over het algemeen nauwelijks verschillen tussen de conclusies op basis van de twee indicatoren te zien waren en één indicator in principe een toereikend beeld geeft. De ecologische voetafdruk heeft bovendien als nadeel dat er nog relatief grote methodologische en theoretische discussies over gaande zijn (zie bijvoorbeeld Van den Bergh et al. 1998, Van Kooten et al. 2000). Dergelijke problemen bestaan ook bij het bepalen van de broeikasgasemissies, maar de marges zijn daar kleiner. Daarbij komt dat de CF door een steeds grotere groep, zowel binnen als buiten de sector, als gelegitimeerde indicator voor het berekenen van de milieubelasting is geaccepteerd. Kooldioxide (CO2) staat op dit moment sterk in de maatschappelijke en politieke aandacht en er wordt al beleid voor ontwikkeld. Tevens is het een van de grootste milieuproblemen van toerisme (zie bijvoorbeeld Peeters et al. 2007a, UNWTO-UNEP-WMO 2008). De CF is berekend door emissiefactoren voor CO2 (in kg CO2 per overnachting, per afgelegde kilometer, etc.) te vermenigvuldigen met het aantal overnachtingen, afgelegde afstand, etc. Deze berekeningen zijn uitgevoerd op de gegevens over het soort accommodatie, aantal nachten, de vervoerwijze, de bestemming en de soort vakantie per, in het CVO voorkomende, reis. 2.1 Carbon footprint (CF) De carbon footprint is een maat voor de bijdrage aan klimaatverandering (de opwarming van de aarde) van een activiteit, land, sector, mens, etc. De CF ontstaat door de verbranding van fossiele brandstoffen voor elektriciteit, verwarming, vervoer, etc. Emissies van CO2 veroorzaken een toename van de concentratie van CO2 in de atmosfeer. Deze is sinds de industriële revolutie al toegenomen van 280 ppm tot 385 ppm (part per million; zie Hansen et al. 2008) en is er de oorzaak van dat de atmosfeer steeds meer warmte vasthoudt. De eigenschap van de atmosfeer om warmte vast te houden, radiative forcing, wordt uitgedrukt in W/m 2. Naast CO2 spelen echter ook andere emissies een rol bij de opwarming van de aarde. Het gaat daarbij om gassen als stikstofoxiden, CFK s, en methaan. Een gebruikelijke wijze om de effecten op het klimaat van deze overige broeikasgassen op te kunnen tellen bij CO2 is door ze om te rekenen in kooldioxide-equivalenten (CO2-eq). Daarvoor gebruikt men global warming potential (GWP) als omrekenfactor. Deze factoren verschillen sterk per soort gas. Het GWP van methaan is bijvoorbeeld 25 (zie IPCC 2007: 33). Dit betekent dat de emissie van 1 kg methaan nu over honderd jaar hetzelfde effect op de temperatuur heeft als de emissie nu van 25 kg CO2. Ook voor een sector is het mogelijk een omrekenfactor te bepalen, die uiteraard afhangt van de exacte mix van emissies. Voor alle onderdelen van het toerisme is deze factor Reizen op grote voet 2008 7

vrij klein (1,05, zie Peeters et al. 2007a). Echter, voor luchtvaart ligt het gecompliceerder. Vliegtuigen veroorzaken extra klimaateffecten doordat ze niet alleen nog enkele broeikasgassen als stikstofoxiden uitstoten, maar ook omdat deze stoffen in de hogere luchtlagen terechtkomen waar ze chemische reacties veroorzaken en bovendien in sommige gevallen tot contrails (condensstrepen) leiden. Netto levert dit een forse bijdrage aan de radiative forcing. In 2005 was de totale bijdrage van de luchtvaart aan radiative forcing, opgeteld sinds 1940, 2,0 keer (exclusief door de luchtvaart veroorzaakte cirrusbewolking) tot 2,8 keer (inclusief cirrus) zo groot als het effect van alle CO2-emissies van de luchtvaart (best estimates uit Lee et al. 2009). De onzekerheid is echter groot: de totale bijdrage van de luchtvaart aan klimaatverandering ligt ergens tussen de 1% en 14%. Helaas is dit percentage door allerlei praktische en theoretische bezwaren niet als GWP te gebruiken (zie Forster et al. 2006, Graßl et al. 2007, Peeters et al. 2007b). Een CO2-equivalent is dus voor luchtvaart niet te geven. Daarom beperken we ons in dit rapport tot de CF van alleen de CO2-emissies (zie ook Wiedmann et al. 2007). WWF Duitsland heeft dit wel getracht te doen in een publicatie over de vakantievoetafdruk van zeven typische vakanties (Grimm et al. 2008). De cijfers in die publicatie zijn dus niet goed te vergelijken met die in dit rapport. De CF bestaat voorts nog uit twee onderdelen: de directe CF en de indirecte CF. De directe CF bestaat uit de CO2-emissies als gevolg van het gebruik van auto s, vliegtuigen, hotels, etc. De indirecte CF meet de CO2-emissies als gevolg van de productie van een auto, een vliegtuig, kerosine en dergelijke en kijkt dus naar de gehele levenscyclus naast de gebruiksfase (zie Wiedmann et al. 2007). In dit rapport gaan we uit van de primaire CO2-emissies plus de emissies als gevolg van de productie van brandstof en/of elektriciteit. 2.2 Rekenmodel De data uit het CVO zijn verwerkt met behulp van SPSS 14.0. Daartoe is een syntax (een stukje SPSS programmacode) voor de CF ontwikkeld. Voor elke afzonderlijke vakantie in het CVO is een CF berekend. Allereerst is het CVO aangevuld met een variabele die het aantal afgelegde kilometers vanuit huis naar de bestemming weergeeft. Daarbij gaat het om de great circle distance, ofwel de kortste afstand tussen woonplaats en bestemming. Hierna is per vervoerwijze een omwegfactor toegevoegd waarmee de emissies voor vervoer uiteindelijk zijn vermenigvuldigd. Vervolgens is voor elk onderdeel van de vakantie (vervoer, activiteiten, accommodatie) met behulp van een emissiefactor voor CF en op basis van het aantal overnachtingen, afgelegde kilometers, specifieke activiteiten een CF per vakantiedag berekend. Door deze met de duur van de vakantie te vermenigvuldigen ontstaat de CF voor de hele vakantie. Door vervolgens de individuele CF op te hogen met een weegfactor en alles op te tellen zijn de totale CF voor alle vakanties berekend. Gebruikt zijn de weegfactoren die bij het CVO worden meegeleverd om totalen voor de gehele Nederlandse bevolking te berekenen. Zie voor een uitgebreide beschrijving van de rekenmethode en de emissiefactoren de interne NHTV/CSTT-rapportage carbon footprint emissiefactoren; versie 2008 en trends 2002-2005 (Peeters 2009). Deze rapportage bevat een aantal correcties ten opzichte van die voor Reizen op grote voet in 2005 (De Bruijn et al. 2008). Deze bestaan uit een update naar waarden voor 2008 en 2002 (met name voor emissies van auto s en luchtvaart) en een paar correcties in het oorspronkelijke bestand van 8 Reizen op grote voet 2008

2005 bij accommodaties. Ook hebben we op basis van een voorlopige meting van de bezettingsgraad van auto s in het CVO voor 2009 een iets hogere waarde gekozen. Ten slotte is een correctie uitgevoerd op de rekenwijze voor de gemiddelde emissies per dag in 2005 waardoor deze in een aantal gevallen afwijken van de cijfers uit het pilotrapport. Daardoor wijken de cijfers voor 2005 in het voorliggende rapport af van die gepubliceerd in De Bruijn et al. (2008). De huidige cijfers moeten als de meest betrouwbare worden beschouwd. 2.3 Kerncijfers vakanties In tabel 2.1 worden kerncijfers voor bevolking en vakanties gepresenteerd over de onderzoeksjaren 2002, 2005 en 2008. Tabel 2.1 Kerncijfers vakanties 2002, 2005, 2008 Bron: CVO 2002, 2005, 2008 Eenheid 2002 2005 2008 Bevolking op 1 januari mln 16,1 16,3 16,4 Waarvan: 0-19 jaar % 24,6 24,5 24,0 20-64 jaar % 61,9 61,5 61,3 65 jaar en ouder % 13,7 14,0 14,7 Deelname aan vakanties % 81 81 82 Waarvan: Lange vakanties % 74 75 75 Korte vakanties % 41 40 40 Lange vakanties van Nederlanders mln 22,4 22,2 23,6 Korte vakanties van Nederlanders mln 13,1 12,2 12,3 Totaal vakanties van Nederlanders mln 35,5 34,4 35,9 Gemiddeld aantal vakanties per Nederlander Voor alle Nederlanders 2,21 2,11 2,18 Voor Nederlanders die met vakantie gaan 2,72 2,61 2,67 Vakanties van Nederlanders in Nederland mln 18,7 17,3 17,4 Vakanties van Nederlanders in het buitenland mln 16,8 17,1 18,5 Waaronder: In Frankrijk mln 3,3 2,8 2,9 In Duitsland mln 2,5 2,6 3,0 In België mln 2,2 2,0 2,0 Overnachtingen van Nederlanders tijdens vakanties mln 275,9 267,5 280,2 Waarvan: In Nederland mln 108,9 95,7 91,8 In het buitenland mln 167,0 171,8 188,3 Uitgaven door Nederlanders aan vakanties in Nederland mld euro 2,9 2,5 2,7 Uitgaven door Nederlanders aan vakanties in buitenland mld euro 9,7 10,3 12,6 Totaal afgelegde afstand voor vakanties van Nederlanders* mld km 45,9 54,7 62,0 * het betreft hier niet de werkelijk afgelegde afstand maar de great circle distance tussen woning en bestemming; de werkelijke afstanden zijn tussen de 5% en 15% langer Reizen op grote voet 2008 9

10 Reizen op grote voet 2008

3 Carbon footprint 2008 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de resultaten van de uitgevoerde berekeningen en analyses voor het onderzoeksjaar 2008 centraal. Deze worden weergegeven in kilogram CO2. Als referentie dienen steeds de waarden uit tabel 3.1. Officiële CO2-waarden voor heel Nederland in 2008 zijn pas in 2010 bekend. Wel verwachten zowel het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) als het Europees Milieuagentschap (EEA) voor 2008 een daling van de CO2-emissies binnen de Europese Unie van circa 1,5% ten opzichte van 2007 (EEA 31 augustus 2009, PBL 25 juni 2009). Dit percentage is daarom op de totale Nederlandse CO2-emissie in 2007 toegepast: die lag bij 172,7 Mton (mega ton; zie Van Der Maas et al. 2009). Met de hieruit volgende 170,1 Mton voor 2008 en de bevolkingsgrootte in dat jaar zijn vervolgens de gemiddelde CO2-emissie per persoon in Nederland en de CO2-emissie per persoon per dag berekend. Vooral het laatste getal wordt in dit rapport een aantal keer als referentie gebruikt. Tabel 3.1 Referentiewaarden carbon footprint, 2008 Bron: Van Der Maas et al. 2009; de vakantiewaarden zijn berekend in deze studie Nederlands gemiddelde CO2-emissie per vakantie Nederlands gemiddelde CO2-emissie vakanties per dag Totale Nederlandse CO2-emissie vakanties Gemiddelde CO2-emissie per persoon in Nederland Gemiddelde CO2-emissie per persoon per dag in Nederland Totale Nederlandse CO2-emissie** * op basis van schatting PBL en EEA (EEA 31 augustus 2009, PBL 25 juni 2009) ** excl. LULUCF (bos- en landgebruik) 2008 433 kg 49,1 kg 15,6 Mton 10.369 kg* 28,4 kg* 170,1 Mton* 3.2 Totale carbon footprint De carbon footprint van alle Nederlandse vakantiegangers bedroeg in 2008 in totaal ruim 15,6 Mton CO2. Dit is circa 9,1 % van de totale Nederlandse carbon footprint. De carbon footprint per vakantie is 433 kg CO2 en per dag 49 kg CO2. Omdat 18% van de Nederlandse bevolking niet met vakantie gaat (zie tabel 2.1), ligt het gemiddeld aantal vakanties voor hen die wel gaan hoger, namelijk bij 2,67 keer. Dat betekent dat de CO2-emissies als gevolg van alle 2,67 vakanties per jaar per Nederlander op 1.156 kg uitkomt en dat is 11,1 % van de jaarlijkse emissies in 2008 van een gemiddelde Nederlander. Tabel 3.2 geeft de (gemiddelde) waarden voor de carbon footprint van Nederlandse vakantiegangers weer, uitgesplitst naar korte (2 tot en met 4 dagen) en lange vakanties (5 dagen en langer), en binnen- en buitenlandse vakanties. Reizen op grote voet 2008 11

Tabel 3.2 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar bestemming en vakantieduur, 2008 Korte vakantie Lange vakantie Totaal vakanties Carbon Per Per Totaal Per Per Totaal Per Per Totaal footprint dag vakan- (x 10 9 ) dag vakan- (x 10 9 ) dag vakan- (x 10 9 ) in kg CO2 tie tie tie In Nederland 30 95 0,84 24 232 1,98 26 162 2,82 In het buitenland 55 182 0,61 62 803 12,11 61 690 12,73 België 33 105 0,11 27 241 0,23 29 172 0,34 Frankrijk 49 167 0,09 34 477 1,13 35 420 1,22 Duitsland 46 148 0,17 35 332 0,62 37 263 0,79 Gemiddeld 37 119 1,46 51 596 14,09 49 433 15,55 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Vakanties in eigen land zijn goed voor een gezamenlijke carbon footprint van ruim 2,8 Mt CO2. Per vakantie is dat 162 kg en per vakantiedag 26 kg. Een buitenlandse vakantie heeft een veel grotere carbon footprint, namelijk 690 kg of 61 kg per dag en 12,7 Mt CO2 in totaal. Van alle vakantie-emissies werd dus 18% veroorzaakt door binnenlandse en 82% door buitenlandse vakanties (zie afbeelding 3.1), terwijl het aantal binnenlandse vakanties met 17,4 miljoen nauwelijks geringer is dan het aantal buitenlandse (18,5 miljoen). De gemiddelde carbon footprint voor alle vakanties is 49 kg per dag. Dat is ruim 20 kg meer dan het Nederlandse gemiddelde per dag over het gehele jaar (zie tabel 3.1); het milieu wordt op vakantie gemiddeld dus 69% zwaarder belast dan wanneer men thuis zou blijven. Daarbij is er geen rekening mee gehouden dat mensen bijvoorbeeld in de winter soms de verwarming laten aanstaan als ze op vakantie gaan, waardoor het verschil nog wat groter wordt. Een gemiddelde vakantie in Nederland ligt nog wel iets onder het gemiddelde voor thuisblijven. Maar ook in dit geval alleen als men thuis het energiegebruik geheel stopt. Per lange vakantie (een vakantie van 5 dagen of langer) zijn beide carbon footprints logischerwijze beduidend groter dan per korte vakantie. Per vakantiedag gemeten zijn de verschillen niet groot. Voor een lange binnenlandse vakantie is de carbon footprint per dag kleiner dan voor een korte binnenlandse vakantie. Dat komt vooral doordat de carbon footprint als gevolg van vervoer bij lange vakanties over meer vakantiedagen wordt verdeeld. Een lange buitenlandse vakantie kent een grotere carbon footprint per dag dan een korte buitenlandse vakantie, hoewel wellicht het tegendeel verwacht zou worden aangezien bij een kortere vakantie de ver- 12 Reizen op grote voet 2008

voerscomponent zwaarder meeweegt in het geheel. Daar tegenover staat echter dat een lange buitenlandse vakantie vaker een (aanzienlijk) verder weg gelegen bestemming kent. Voor bestemmingen in Oceanië, Zuid-Amerika en Afrika komen zelfs helemaal geen korte vakanties voor in het CVO. De emissies van buitenlandse lange vakanties veroorzaken overigens 78% van alle vakantie-emissies (zie afbeelding 3.1). De carbon footprint van een vakantie naar België is zowel per vakantie als per vakantiedag wat groter dan die voor een vakantie in eigen land. Voor Frankrijk en Duitsland liggen de waarden nog wat hoger. In Duitsland worden relatief veel korte vakanties doorgebracht, waardoor de totale carbon footprint van vakanties in Duitsland lager is dan in Frankrijk. Afbeelding 3.1: Verdeling van de totale CO2-emissies voor binnenlandse en buitenlandse vakanties naar vakantieduur, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 3.3 Carbon footprint van binnenlandse vakanties 3.3.1 Duur van de vakantie binnenland Voor een vakantie in eigen land wordt uit tabel 3.3 duidelijk dat de carbon footprint per dag afneemt naarmate de duur van de vakantie toeneemt. De vervoerscomponent drukt bij een langere vakantie minder zwaar op de carbon footprint per dag dan bij een kortere vakantie, terwijl de afstand tussen huis en bestemming voor een lange en een korte vakantie binnen Nederland niet veel verschillen. Behalve voor de korte vakanties (2-4 dagen) ligt de CO2 per dag voor de vakantie lager dan voor gemiddeld thuisblijven (28,4 kg/dag). Reizen op grote voet 2008 13

Tabel 3.3 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar vakantieduur van een binnenlandse vakantie, 2008 Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) 2-4 dagen 30 95 0,84 5-8 dagen 27 173 1,02 9 dagen of meer 22 364 0,95 Gemiddeld 26 162 2,82 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 3.3.2 Soort verblijf binnenland Voor zowel de toeristische als de seizoenrecreatieve logiesvormen kan worden nagegaan welke carbon footprint hiermee samenhangt. Tabel 3.4 en 3.5 geven de betreffende waarden per dag, per vakantie en in totaliteit weer. Voor alle duidelijkheid: het gaat hier om de totale carbon footprint die gepaard gaat met een vakantie die in een dergelijke logiesvorm wordt doorgebracht. Het gaat dus niet enkel om de carbon footprint van het verblijf, maar tevens die van het vervoer en de activiteiten ter plaatse. Uit tabel 3.4 valt onder meer af te lezen dat de carbon footprint per dag het grootst is voor een vakantie die wordt doorgebracht in een hotel of motel. Vakanties in een (bungalow)tent of een groepsaccommodatie (zoals een jeugdherberg) kennen de laagste carbon footprint per dag, die in hotel/motel de hoogste. Per vakantie is de carbon footprint het hoogst voor de caravan/vouwwagen/camper: dit is de logiesvorm met de langste verblijfsduur. De totale carbon footprint is uiteindelijk het grootst voor vakanties in een zomerhuisje of vakantiebungalow, hetgeen samenhangt met het grote aantal vakanties dat hierin wordt doorgebracht. Binnenlandse vakanties bij particulieren, in een pension of bed & breakfast, op een camping en in een groepsaccommodatie leveren een lagere carbon footprint per dag dan thuisblijven. 14 Reizen op grote voet 2008

Tabel 3.4 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar toeristische logiesvormen in Nederland, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Woning van particulier 20 136 0,155 Hotel/motel 38 139 0,414 Pension/B&B 25 111 0,030 Appartement 32 235 0,073 Zomerhuisje, vakantiebungalow 29 178 0,955 Tent, Bungalowtent 14 95 0,078 Caravan, vouwwagen, camper 30 265 0,486 Boot: zeilboot/motorjacht 33 229 0,056 Jeugdherberg of andere groepsacc. 23 91 0,041 Anders 34 181 0,040 Gemiddeld 29 171 2,329 Bij de seizoenrecreatieve logiesvormen ontlopen de waarden voor de carbon footprint per dag elkaar niet erg veel. Vergeleken met toeristische logiesvormen zijn de waarden per dag lager (tent uitgezonderd). Waarschijnlijk liggen seizoenrecreatieve vakanties minder ver van huis. Duidelijk is dat deze vorm van vakantie in alle gevallen gemiddeld beter uitpakt voor het milieu dan thuisblijven. Kanttekening is daarbij dat de thuisblijfsituatie geldt voor de gemiddelde dag, terwijl deze accommodaties doorgaans vooral in weekends zullen worden gebruikt. Daarom zou dus vergeleken moeten worden met de gemiddelde carbon footprint thuis gedurende het weekend. Helaas zijn dergelijke cijfers niet beschikbaar. Tabel 3.5 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar seizoenrecreatieve logiesvormen (vaste standplaats, private accommodatie) in Nederland, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Zomerhuisje, vakantiebungalow 19 130 0,156 Caravan, vouwwagen, camper 18 131 0,262 Kajuitboot waarin overnacht kan worden 17 128 0,068 Anders 6 56 0,005 Gemiddeld 18 129 0,491 Reizen op grote voet 2008 15

3.3.3 Vervoermiddel binnenland Evenals in de voorgaande paragraaf geldt dat de gepresenteerde waarden in tabel 3.6 betrekking hebben op de gehele vakantie, en niet alleen op de vervoerscomponent. Aan de totale carbon footprint kunnen we zien dat de auto het meest gebruikte vervoermiddel is voor een vakantie in eigen land. Per dag is het de vakantie met de boot als vervoermiddel die de grootste carbon footprint en de meeste CO2-emissies met zich meebrengt. Een vakantie per fiets levert gemiddeld de laagste waarden gevolgd door een treinvakantie. De verschillen zijn echter niet groot, door de korte afstanden binnen Nederland. De touringcar komt wellicht hoger uit doordat die vaker met een hoogwaardigere accommodatie zal worden gecombineerd dan bijvoorbeeld de fiets- of autovakantie, waarbij ook vaak wordt gekampeerd. Tabel 3.6 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar vervoermiddel voor een binnenlandse vakantie, 2008 Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Auto 26 165 2,594 Trein 22 113 0,099 Touringcar/pendelbus 26 147 0,019 Boot 30 286 0,032 Fiets 12 80 0,025 Anders 25 173 0,050 Gemiddeld 26 162 2,820 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 16 Reizen op grote voet 2008

3.3.4 Organisatievorm binnenland Per vakantiedag is de carbon footprint voor een niet-georganiseerde vakantie in Nederland het laagst. Wanneer we dit nog specificeren naar vakantieduur, blijkt vooral de niet-georganiseerde vakantie van 9 dagen of langer een relatief lage carbon footprint per dag te kennen. Een korte georganiseerde autovakantie heeft de grootste carbon footprint per dag. Tabel 3.7 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar organisatievorm en vakantieduur van een binnenlandse vakantie, 2008 2-4 dagen 5-8 dagen 9 dagen of meer Totaal Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Georganiseerd auto 33 109 0,326 29 189 0,429 27 402 0,198 30 166 0,954 Georganiseerd overig 28 87 0,034 25 163 0,043 25 414 0,020 26 137 0,096 Niet georganiseerd 28 87 0,483 25 163 0,551 21 354 0,736 24 161 1,770 Gem. 30 95 0,843 27 173 1,022 22 364 0,954 26 162 2,820 3.4 Carbon footprint van buitenlandse vakanties 3.4.1 Duur van de vakantie buitenland Voor een vakantie in eigen land bleek uit paragraaf 3.3.1 dat de carbon footprint per dag afneemt naarmate de duur van de vakantie toeneemt. Bij vakanties naar het buitenland zien we juist het omgekeerde verschijnsel: de carbon footprint per dag neemt steeds iets toe naarmate de duur van de vakantie stijgt. Hierbij speelt mee dat voor een langere vakantie vaak een (aanzienlijk) verder weg gelegen bestemming wordt gekozen waarnaar ook in een groter aantal gevallen per vliegtuig wordt gereisd. De vervoerscomponent heeft dan uiteindelijk een groter aandeel in de totale carbon footprint. Reizen op grote voet 2008 17

Tabel 3.8 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar vakantieduur van een buitenlandse vakantie, 2008 Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) 2-4 dagen 55 182 0,613 5-8 dagen 61 422 2,370 9 dagen of meer 62 1.028 9,744 Gemiddeld 61 690 12,728 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 3.4.2 Bestemming buitenland De carbon footprint hangt sterk samen met de gekozen bestemming, en daarmee de afgelegde afstand en het gekozen vervoermiddel. Tabel 3.9 toont de carbon footprints van verschillende buitenlandse bestemmingen, uitgesplitst naar korte en lange vakanties. Het is duidelijk dat verder weg gelegen bestemmingen een grotere carbon footprint met zich meebrengen. Over het algemeen is de carbon footprint per dag groter bij lange vakanties in het buitenland dan bij korte vakanties. Een langere vakantie brengt men immers eerder in een verder weg gelegen bestemming door. Uit de carbon footprint per dag van bijvoorbeeld een vakantie naar de VS en Canada blijkt wel dat bij een kortere vakantie de vervoerscomponent veel sterker drukt op het totaal dan bij een langere vakantie. De grootste totale carbon footprint zien we bij vakantieland Spanje. Dit hangt voor een groot deel samen met de populariteit (het grote aantal vakanties) van Spanje, alsmede de afstand en het feit dat vaak het vliegtuig wordt gebruikt om naar de plaats van bestemming te reizen. De kennelijke rol van het vliegtuig is nog duidelijker te zien in de carbon footprint per vakantie van bestemmingen als Turkije en Azië. Ook is bijvoorbeeld te zien dat een gemiddelde vakantie naar Australië of Oceanië een ruim 13 keer zo grote carbon footprint per vakantie heeft dan een vakantie naar Frankrijk. Per dag is het verschil slechts een factor vijf, omdat vakanties naar Australië veel langer duren. 18 Reizen op grote voet 2008

Tabel 3.9 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar bestemming in het buitenland, 2008 Korte vakantie Lange vakantie Totaal vakanties Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon Per Per Totaal Per Per Totaal Per Per Totaal footprint dag vakan- (x 10 9 ) dag vakan- (x 10 9 ) dag vakan- (x 10 9 ) in kg CO2 tie tie tie België 33 105 0,106 27 241 0,234 29 172 0,339 Luxemburg 54 183 0,011 31 380 0,033 34 298 0,045 Frankrijk 49 167 0,089 34 477 1,132 35 420 1,221 Spanje 115 426 0,049 62 794 1,375 63 771 1,424 Portugal 158 544 0,005 72 912 0,274 73 901 0,279 Oostenrijk 85 320 0,009 38 434 0,464 38 431 0,473 Zwitserland 79 259 0,007 32 467 0,156 33 452 0,163 Groot- Brittannië 82 278 0,063 42 438 0,160 48 377 0,223 Ierland 92 290 0,004 54 489 0,046 56 464 0,050 Noorwegen 104 311 0,001 53 809 0,135 53 804 0,135 Zweden 96 372 0,008 47 688 0,070 49 632 0,078 Finland - - - 59 641 0,034 59 641 0,034 Denemarken 62 220 0,006 40 477 0,095 41 445 0,102 Duitsland 46 148 0,165 35 332 0,623 37 263 0,788 Italië 112 396 0,027 43 619 0,586 44 604 0,612 Griekenland 138 553 0,001 77 958 0,699 77 957 0,699 Turkije 186 724 0,015 80 1010 0,767 81 1002 0,782 Voormalig Joegoslavië 142 474 0,002 43 770 0,167 44 765 0,168 Hongarije 68 272 0,002 40 559 0,065 41 543 0,066 Tsjechië 82 318 0,012 31 374 0,143 32 369 0,155 Overig Europa 152 524 0,014 67 795 0,257 69 774 0,272 Afrika - - - 103 1501 0,856 103 1501 0,856 Azië 298 893 0,003 139 2680 1,114 140 2664 1,118 VS en Canada 480 1921 0,014 140 2480 1,119 141 2471 1,133 Overig Amerika - - - 151 2782 1,068 151 2782 1,068 Australië, Oceanië - - - 169 5738 0,444 169 5738 0,444 Gemiddeld buitenland 55 182 0,613 62 803 12,11 61 690 12,73 Reizen op grote voet 2008 19

3.4.3 Soort verblijf buitenland Ook voor de buitenlandse vakanties kan voor zowel de toeristische als de seizoenrecreatieve (vaste) logiesvormen worden nagegaan welke carbon footprint hiermee samenhangt. Tabellen 3.10 en 3.11 geven de betreffende waarden per dag, per vakantie en in totaliteit weer. Wederom gaat het hier om de totale carbon footprint die gepaard gaat met een vakantie die in een dergelijke logiesvorm wordt doorgebracht. Het gaat dus niet enkel om de carbon footprint van het verblijf, maar tevens die van het vervoer en de activiteiten ter plaatse. Uit tabel 3.10 valt onder meer af te lezen dat de carbon footprint per dag (evenals bij binnenlandse vakanties) relatief groot is voor een vakantie die wordt doorgebracht in een hotel of motel. In totaliteit brengen de vakanties in hotel of motel de grootste carbon footprint voort. Vakanties die worden doorgebracht op een boot kennen echter de grootste carbon footprint per dag. Kamperen in een tent zorgt voor de laagste carbon footprint per dag. Tabel 3.10 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar toeristische logiesvormen in het buitenland, 2008 Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Woning van familie, vrienden of kennissen 61 679 1,104 Woning van particulier 33 358 0,300 Hotel/motel 87 815 5,924 Pension/B&B 61 540 0,255 Appartement 61 721 1,444 Zomerhuisje, vakantiebungalow 41 410 0,843 Tent, Bungalowtent 29 443 0,407 Caravan, vouwwagen, camper 46 824 1,502 Boot: zeilboot/motorjacht/cruise* 179 1900 0,386 Jeugdherberg of andere groepsaccommodatie 58 496 0,096 Anders 66 824 0,123 Gemiddeld 63 706 12,384 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) * deze waarde is hoog doordat cruises per dag of overnachting erg veel energie verbruiken Bij de analyse van seizoenrecreatieve logiesvormen in het buitenland zijn vooral het zomerhuisje of de bungalow en de caravan, vouwwagen of camper op een vaste standplaats van belang. Per dag is de carbon footprint voor de laatste categorie lager dan voor de eerste. Er worden meer vakanties doorgebracht in bungalows, waardoor de totale carbon footprint voor dergelijke vakanties het grootst is. Behalve voor zomerhuisje/vakantiebungalow is de carbon footprint per dag lager dan voor thuisblijven. 20 Reizen op grote voet 2008

Tabel 3.11 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar seizoenrecreatieve logiesvormen (met vaste standplaats) in het buitenland, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Zomerhuisje, vakantiebungalow 33 424 0,280 Caravan, vouwwagen, camper 23 267 0,060 Anders 26 204 0,004 Gemiddeld 31 380 0,344 3.4.4 Vervoermiddel buitenland Per dag is de carbon footprint het grootst voor vakanties naar het buitenland die met het vliegtuig worden ondernomen. Gezien de populariteit van het vliegtuig geldt dat ook voor de waarde per vakantie en de totale carbon footprint. De treinvakantie, die de laagste carbon footprint per dag kent, heeft een relatief klein aandeel in de totale carbon footprint van buitenlandse vakanties. De gemiddelde vliegvakantie levert een drie keer zo grote carbon footprint op als een reis per auto. Een verklaring voor de hoge waarden per dag en vakantie voor de categorie anders is het gebruik van cruiseschepen, waarvoor als vervoerwijze anders is gehanteerd. Tabel 3.12 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal, naar vervoermiddel voor een buitenlandse vakantie, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Auto 36 398 3,981 Vliegtuig 99 1.256 7,980 Trein 29 191 0,142 Touringcar/pendelbus 38 332 0,317 Anders 80 773 0,308 Gemiddeld 61 690 12,728 Reizen op grote voet 2008 21

3.4.5 Organisatievorm buitenland (langer dan 4 dagen) Ook voor buitenlandse vakanties is de carbon footprint van de verschillende organisatievormen berekend. Ook hier blijkt de sterke invloed van de keuze van het vervoermiddel: een georganiseerde vliegvakantie kent de grootste carbon footprint, zowel per vakantie als per dag (zie tabel 3.13). Deze is zelfs een fractie groter dan de carbon footprint van de gemiddelde vliegvakantie totaal (vergelijk met tabel 3.12). De georganiseerde (niet direct door de reiziger bij de airline geboekte) vliegvakanties leveren tevens veruit de hoogste totale bijdrage aan de carbon footprint. Georganiseerde autovakanties (waarin bijvoorbeeld accommodatie bij een reisbureau is geboekt) kennen een iets lagere carbon footprint per vakantie als niet-georganiseerde reizen. Tabel 3.13 Carbon footprint per dag, per vakantie en totaal naar organisatievorm van een buitenlandse vakantie (langer dan 4 dagen), 2008 Carbon footprint in kg CO2 Per dag Per vakantie Totaal (x 10 9 ) Georganiseerd auto 38 450 1,372 Georganiseerd touringcar 39 371 0,296 Georganiseerd vliegtuig 100 1.325 7,691 Georganiseerd overig 53 508 0,298 Niet-georganiseerd 36 506 2,457 Gemiddeld 62 803 12,114 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 22 Reizen op grote voet 2008

3.5 Per onderdeel van de vakantie De milieubelasting die gepaard gaat met een vakantie kunnen we uitsplitsen naar de onderdelen vervoer, accommodatie en overige aspecten. Die overige aspecten worden ook wel vermaak genoemd en betreffen de activiteiten die ter plaatse worden ondernomen, waaronder ook ter plaatse afgelegde afstanden bijvoorbeeld in het kader van een rondreis of excursie. Afbeelding 3.2 geeft de verdeling over deze drie categorieën weer. Hieruit blijkt onder andere dat het grootste deel van de milieubelasting voor rekening van de reis naar de bestemming (het vervoer) komt, namelijk 45%. De accommodatie is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de milieubelasting. Afbeelding 3.2: Carbon footprint per vakantie onderdeel in 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Afbeelding 3.2 laat ook zien dat de verhouding uiteraard anders ligt voor binnenlandse vakanties dan voor buitenlandse. Voor vakanties in eigen land is met name de component accommodatie relevant. Voor buitenlandse vakanties bepaalt het vervoer voor meer dan de helft de totale milieubelasting. Voor alle drie de componenten geldt dat de milieubelasting voor buitenlandse vakanties beduidend hoger is dan die voor binnenlandse vakanties. Tabel 3.14 laat voor diverse bestemmingen zien hoe de carbon footprint is verdeeld over de onderdelen accommodatie, vervoer en overig. Duidelijk is dat bij de verder weggelegen bestemmingen het aandeel vervoer relatief groot is. Voor de landen en regio s die voor een groot deel per vliegtuig worden bereikt, geldt dit in nog sterkere mate. Vooral bij de intercontinentale bestemmingen is de CO2 per vakantie voor de categorie overig relatief hoog. Dit wordt vooral veroorzaakt door de veelal langere duur van de vakantie. Daarnaast worden op deze bestemmingen ook vaak rondreizen gemaakt waarbij lokaal (ook per vliegtuig) nog grote afstanden worden afgelegd. In percentage aandeel is dit niet terug te zien, omdat de vervoerscomponent bij deze bestemmingen nog zwaarder weegt. Reizen op grote voet 2008 23

Tabel 3.14 Carbon footprint per vakantie en aandeel in het totaal voor vervoer, accommodatie en overige aspecten, naar land van bestemming, 2008 Carbon footprint per Aandeel in totale vakantie in kg CO2 carbon footprint in %* vervoer accommodatie overig vervoer accommodatie overig Nederland 20 89 52 12 55 32 België 29 83 61 17 48 35 Luxemburg 70 127 101 24 43 34 Frankrijk 136 153 131 32 36 31 Spanje 430 210 131 56 27 17 Portugal 501 231 169 56 26 19 Oostenrijk 173 175 83 40 41 19 Zwitserland 149 189 114 33 42 25 Groot-Brittannië 117 140 121 31 37 32 Ierland 186 102 175 40 22 38 Noorwegen 186 339 279 23 42 35 Zweden 244 185 203 39 29 32 Finland 343 153 145 54 24 23 Denemarken 118 173 154 27 39 35 Duitsland 66 116 81 25 44 31 Italië 221 226 156 37 37 26 Griekenland 564 256 136 59 27 14 Turkije 643 248 112 64 25 11 Voormalig Joegoslavië 237 237 291 31 31 38 Hongarije 245 147 151 45 27 28 Tsjechië 122 142 105 33 38 28 Overig Europa 380 216 178 49 28 23 Afrika 958 285 257 64 19 17 Azië 1893 335 435 71 13 16 VS en Canada 1760 289 421 71 12 17 Overig Amerika 2023 365 394 73 13 14 Australië, Oceanië 4171 498 1068 73 9 19 Gemiddeld 196 137 100 45 32 23 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) * totaal aandeel door afronding niet altijd 100% 24 Reizen op grote voet 2008

Tabel 3.15 toont de aandelen van de componenten vervoer, accommodatie en overige aspecten per vakantie naar vervoermiddel. Logischerwijze is de vervoerscomponent bij vakanties die met het vliegtuig worden ondernomen het grootst. Bij de boot is het vervoeraandeel erg laag. Dat komt omdat we de carbon footprint van cruises geheel aan accommodatie hebben toegerekend en het hier dus alleen gaat om de footprint van het varen met andere soorten boten (meestal pleziervaartuigen, zeilboten en dergelijke). Tabel 3.15 Carbon footprint per vakantie en aandeel in het totaal voor vervoer, accommodatie en overige aspecten, naar vervoermiddel, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon footprint per Aandeel in totale vakantie in kg CO2 carbon footprint in %* vervoer accommodatie overig vervoer accommodatie overig Auto 63 112 81 25 44 32 Vliegtuig 829 231 196 66 18 16 Trein 21 82 46 14 55 31 Touringcar/pendelbus 41 162 107 13 52 35 Boot 6 134 145 2 47 51 Fiets 0 64 15 0 81 19 Anders 114 305 100 22 59 19 Gemiddeld 196 137 100 45 32 23 * totaal aandeel door afronding niet altijd 100% Reizen op grote voet 2008 25

Tabel 3.16 toont de aandelen van het vervoer, de accommodatie en overige aspecten in de totale milieubelasting per logiesvorm. Hotelvakanties zijn het meest belastend voor het milieu. Toch is het aandeel van de component accommodatie bij hotelvakanties relatief laag, 25%, doordat hotelvakanties vaak samengaan met een grote CF voor de vervoerscomponent (vliegen, verder weg). Het vervoer drukt dan ook zwaarder op het totaal, aangezien hotelvakanties relatief vaak vliegvakanties zijn. Opvallend is verder nog dat het onderdeel vervoer voor kampeervakanties hoger is dan bij bungalowvakanties. Waarschijnlijk heeft dit onder andere te maken met de extra belasting die het vervoeren van kampeermiddelen (zoals een caravan) met zich meebrengt. Tabel 3.16 Carbon footprint per vakantie en aandeel in het totaal voor vervoer, accommodatie en overige aspecten, naar logiesvorm, 2008 Carbon footprint per Aandeel in totale vakantie in kg CO2 carbon footprint in %* vervoer accommodatie overig vervoer accommodatie overig Hotel 335 152 116 56 25 19 Bungalow 61 120 60 25 50 25 Kamperen 106 134 126 29 37 34 Overig 249 137 101 51 28 21 Gemiddeld 196 137 100 45 32 23 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 26 Reizen op grote voet 2008

Tot slot laat tabel 3.17 zien hoe de verdeling over de drie componenten is per organisatiegraad. Het aandeel van vervoer in de totale carbon footprint is het grootst voor vakanties waarbij alleen het vervoer vooraf wordt gereserveerd. In iets mindere mate geldt dat ook voor samengestelde reizen en pakketreizen. In alle gevallen speelt het vliegtuig hierin een belangrijke rol. Tabel 3.17 Carbon footprint per vakantie en aandeel in het totaal voor vervoer, accommodatie en overige aspecten, naar organisatiegraad, 2008 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Carbon footprint per Aandeel in totale vakantie in kg CO2 carbon footprint in %* vervoer accommodatie overig vervoer accommodatie overig Pakketreis 624 265 172 59 25 16 Samengestelde reis 569 193 145 63 21 16 Alleen vervoer georganiseerd 700 131 199 68 13 19 Alleen verblijf georganiseerd via boekingsinstantie 52 112 76 21 47 32 Alleen verblijf rechtstreeks gereserveerd 61 114 84 24 44 32 Op de bonnefooi vertrokken 71 108 75 28 43 29 Gemiddeld 196 137 100 45 32 23 Reizen op grote voet 2008 27

3.6 Eco-efficiency We kunnen de carbon footprint van een vakantie of vakantiedag afzetten tegen de bestedingen tijdens de vakantie. We spreken dan over de zogenaamde eco-efficiency, uitgedrukt in kg CO2 per euro. Uiteraard is de eco-efficiency het gunstigst wanneer dit getal zo laag mogelijk is en dus zo min mogelijk kg CO2 wordt uitgestoten per verdiende euro. Tabel 3.18 geeft de waarden weer voor vakanties van Nederlanders. Ondanks de hogere emissies bij buitenlandse vakanties is, door de aanzienlijk hogere uitgaven bij buitenlandse vakanties, de eco-efficiency iets gunstiger voor buitenlandse dan voor binnenlandse vakanties. Tabel 3.18 Eco-efficiency, naar bestemming en vakantieduur, 2008 Eco-efficiency Korte vakantie Lange vakantie Totaal vakanties in kg CO2 per euro In Nederland 0,94 1,10 1,05 In het buitenland 0,81 1,00 0,99 Gemiddeld 0,88 1,02 1,00 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) Tabel 3.19 geeft de eco-efficiency voor een aantal bestemmingslanden. De gunstigste eco-efficiency heeft Ierland met 0,60 kg CO2/, de minst gunstige Australië, Oceanië met 1,44 kg CO2/. In eco-efficiency zijn de verschillen kleiner dan in termen van de absolute carbon footprint of die per vakantie of per dag. Kennelijk wordt voor meer vervuilen vaak ook al meer betaald. Tabel 3.19 Eco-efficiency, naar bestemmingsland, 2008 Eco-efficiency in kg CO2 per euro Totaal vakanties België Luxemburg 0,81 1,11 Frankrijk 0,86 Spanje 0,98 Portugal 0,95 Oostenrijk 0,62 Zwitserland 0,64 Groot-Brittannië 0,74 Ierland 0,60 Noorwegen 0,69 Zweden 0,95 Finland 0,70 Denemarken 0,91 Duitsland 0,92 Italië 0,79 Griekenland 0,96 Turkije 1,23 Voormalig Joegoslavië 1,02 Hongarije 0,91 Tsjechië 0,84 Overig Europa 0,95 Afrika 1,13 Azië 1,19 VS en Canada 1,22 Overig Amerika 1,37 Australië, Oceanië 1,44 Gemiddeld buitenland 1,00 Bron: CVO, 2008 (berekening CSTT/NRIT Onderzoek) 28 Reizen op grote voet 2008