JAARGANG 16 NUMMER 3 MAART 2006. Studiedag over het nieuwe verzekeringsrecht



Vergelijkbare documenten
Dienstenwijzer. Wij informeren u over het volgende:

AEGON Rendementplan. Je wilt meer dan sparen

Bochane Services Dienstenwijzer Biedt helderheid over de dienstverlening van Bochane Services B.V.

Hoffinass b.v. Verzekeringen en Verzekeringsadviezen. Dienstenwijzer

Informatie over de Autoriteit Financiële Markten. Een kennismaking. Wat doet de AFM?

Dienstenwijzer Smale Assurantiën en Advies bv

Overzichtelijk verzekerd, gemakkelijk geregeld. Compleet bij Elkaar Pakket

AEGON Rendementplan voor uw kind. Je gunt je kind een mooie toekomst

Dienstenwijzer Polis Centraal V.O.F.

Dienstenwijzer Polis Centraal V.O.F. Wie zijn wij? Naam en adresgegevens: Bereikbaarheid. Waarom een dienstenwijzer?

Dienstverleningsdocument Kantoor Peters

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Wieringa Adviesgroep. Dienstenwijzer. Wie zijn wij?

Prima Advies. Lidmaatschappen en Registraties Ons kantoor is bij verschillende organisaties geregistreerd:

Dienstenwijzer. Bootverzekering en wonen op het water

Dienstverleningsdocument

Interpolis InkomenVoorElkaar. De arbeidsongeschiktheidsverzekering voor werknemers

Dienstenwijzer Smartfee.nl

Dienstverleningsdocument. Lidmaatschappen en registraties. Ons kantoor is bij verschillende organisaties geregistreerd. De belangrijkste zijn:

Dienstenwijzer Kostons Assurantiën

Polisvoorwaarden ORV 1

Onze bereikbaarheid U kunt ons op een aantal manieren bereiken voor vragen, advies, mutaties of meldingen.

Dienstenwijzer THEO RIETVELD FINANCES vastgoed-verzekeringen-hypothekenpensioenen

U kunt rekenen op juridische hulp en advies. Met de Rechtsbijstandverzekering van Centraal Beheer Achmea

Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V.

Dienstenwijzer Van den Beukel Assurantien B.V.

AEGON Overlijdensrisicoverzekering Wonen. Polisvoorwaarden OW1

Dienstenwijzer. Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Juli 2013 Versie 1.

Dienstverleningsdocument Van der Krabben Pensioenen Hypotheken Verzekeringen BV

Dienstenwijzer Ass.kntr. van der Salm BV

U gaat uit dienst. Wat betekent dit voor uw pensioen, partnerpensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering?

Lidmaatschappen en registraties Ons kantoor is bij verschillende organisaties geregistreerd. De belangrijkste zijn: AFM SKV SEH RPA NVHP

Inleiding. TKA Verzekeringen biedt u deskundig advies en bemiddelingsdiensten aan op het gebied van:

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Aan de leden van de FOV. Geachte dames en heren,

Dienstenwijzer BVA Verzekeringen, De Vries Financieel, studentenpolis.com, verzekeronline.com

Dienstenwijzer De Zeeuw Verzekeringen -DZV

Een duidelijk verhaal over uw beleggingsverzekering

Valkman & Berendsen Assurantiën Dienstenwijzer algemeen

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

"ALLES OVER FINDIGO" Wie zijn wij?

Dienstenwijzer. Alles over onze financiële dienstverlening

Dienstenwijzer Assurantiekantoor De Smale, Assurantiekantoor S. de Smale

Dienstenwijzer. Financieel dienstverlener met vergunning Nationaal Regime MiFID Wet op het financieel toezicht Maart 2011 Versie 1.

Hierna vind je, kort en bondig, onze algemene gegevens, informatie over onze dienstverlening en waar je terecht kunt met klachten.

Checklist beleggen in vastgoed

Achmea Personenschade: aangenaam!

Dienstenwijzer Van der Veen Financieel Advies B.V., Hypotheekcompany Rijssen en Vincent Assurantien.

Dienstenwijzer. OWM Achterhoek Verzekeringen: Brandverzekeraar. Dienstverlening. OWM Achterhoek Verzekeringen: Ook adviseur en tussenpersoon.

Dienstenwijzer Lamond Verzekeringen en Financiële Diensten

Vijf veranderingen per 1 januari 2013

MONOGRAFIEËN BW. B88 Verzekering. Prof. mr. F.H.J. Mijnssen. Tweede druk. Kluwer a Wolters Kluwer business

Bochane Services Dienstenwijzer

Wij staan ingeschreven in de registers van: AFM Kifid Kamer van Koophandel

Dienstenwijzer Mediair Roosendaal tevens handelend onder de naam HypotheekCompany Roosendaal

Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD)

Dienstenwijzer AA-assurantie BV van der Salm

Uw zakelijke verzekeringsadvies bij de Rabobank. Samen sterker

Dienstenwijzer. Wie zijn wij?

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

Het Anw-Zekerheidsplan. Goed werkgeverschap voor de nabestaanden van uw werknemer

geef richting aan uw financiële toekomst Met deze dienstenwijzer van Finvisie financieel planners en beleggingsadviseurs informeren wij u over:

Waar moet u op letten bij de levensloopregeling?

Deze Dienstenwijzer wordt u aangeboden door C.J. Timmermans, Wendelnesseweg-Oost 58, 5161 ZB Sprang-Capelle.

Checklist beleggen in vastgoed

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Nieuwsbrief

De Minister van Financiën, Besluit: De Tijdelijke regeling invoering Wft wordt als volgt gewijzigd:

Kamer van Koophandel In het handelsregister van de Kamer van Koophandel staan wij geregistreerd onder nummer

EEN DUIDELIJK VERHAAL OVER UW BELEGGINGSVERZEKERING

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

Dienstverleningsdocument

Productwijzer individuele vaste lasten Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV

Dienstenwijzer particulier - Numan Assurantiën

Wijzigingsformulier Levensloop Totaalpakket

In deze paragraaf treft u de belangrijkste gegevens aan van onze onderneming:

Even over korting voor uw medewerkers. Regel het nu eenvoudig

Verenigingen van Eigenaren en Centraal Beheer Achmea. Samen staan wij als een huis

Dienstenwijzer. MORRA 2-33 POSTBUS AS DRACHTEN T F info@poelmanassurantien.nl

Welkom bij de Lezing: Wegpoetsen van de indianenverhalen over de Wfd/Wft

Waterman Assurantiën en Hypotheken B.V., gevestigd te Krabbendijke, hierna te noemen Aangeslotene.

versie 4.0 mkb Dienstenwijzer Lamond Verzekeringen en Financiële Diensten

Hoe komen wij tot een advies? Hoe zit het met onze beloning?

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

U kiest voor vrijheid, u rijdt zonder zorgen. Met de Motorverzekering van Centraal Beheer Achmea

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Interview Vermogensbeheerder Achmea IM investeert om in top drie te komen

Dienstverleningsdocument

Dienstenwijzer Kraan Assurantiën

Algemene Voorwaarden Levensverzekeringen December

In deze paragraaf treft u de belangrijkste gegevens aan van de onderneming:

Dienstenwijzer Brouwers Assurantiën

Deze Dienstenwijzer wordt u aangeboden door Korsten Van Dieperbeek Groep B.V., Prof. Oppenheimstraat 16, 5463 ED VEGHEL.

Monuta Adviesinstructie uitvaartverzekering

Reacties op de uitzending van TROS Radar 23 april 2012 over Woekerpolissen

Bij ons zijn uw financiële zaken in goede handen. Dienstenwijzer particulier

Internet Wij beschikken over een eigen internetsite. Hierop treft u regelmatig informatie en tips aan. Ga naar

Algemene polisvoorwaarden iqlifezzpav-2014/01

Transcriptie:

FOV Een uitgave van de Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland JAARGANG 16 NUMMER 3 MAART 2006 IN DIT NUMMER ONDER MEER: Pagina 4 Dr. Susanne Piët spreker op ledenvergadering Pagina 4 Nieuwe toetsmodellen geïntroduceerd Pagina 4 FOV pleit voor Nederlandse inbreng in Europese discussie over oogstschadeverzekeringen Pagina 6 DNB hamert op ken uw klant -principe Pagina 8 Klein fonds gebaat bij uitbesteding Pagina 10 Opzeggingstermijn NHT Pagina 11 Prof. H. Degryse: De financiële wereld is net een paling Studiedag over het nieuwe verzekeringsrecht Terug in de schoolbank voor het nieuwe verzekeringsrecht Op dinsdag 7 maart en 14 maart organiseerde de FOV in Wolvega en in Hilversum een studiedag over het nieuwe verzekeringsrecht. Gastspreker was Dik van Velzen, beleidsmedewerker van NIBE-SVV Nederlands Instituut voor het Bank-, Verzekeringsen Effectenbedrijf. Dik van Velzen is tevens hoofdredacteur van de Beursbengel. Hij maakte duidelijk dat extra scholing over het nieuwe verzekeringsrecht geen overbodige luxe is. Dik van Velzen stak in zijn presentatie met een historische terugblik van wal. Zoals bekend is het verzekeringsrecht altijd in het Wetboek van Koophandel (van 1838) geregeld geweest. Dit kwam doordat verzekeren anderhalve eeuw geleden vooral het domein van de koopman was en consumentenverzekeringen nog niet bestonden. Die zijn pas later ontstaan. In de loop van de jaren werden hiaten in het verzekeringsrecht door uitspraken van de Hoge Raad ingevuld, maar de behoefte aan een nieuw verzekeringsrecht werd duidelijk. De voorbereiding van een nieuw recht begon in 1972. Na een gefaseerde invoering van personen- en vermogensrecht is per 1 januari 2006 het nieuwe verzekeringsrecht van kracht geworden. Het nieuwe verzekeringsrecht heeft een plaats gekregen in het Burgerlijk Wetboek, als titel 17 van Boek 7. DWINGEND OF NIET Met het nieuwe verzekeringrecht is vooral jurisprudentie tot wet verheven. Daarnaast zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Tijdens de studiedag behandelde Dik van Velzen in dat kader de nieuwe bepalingen omtrent onder meer verzwijging, opzeggingsrechten, verhaalsrecht, de verrekening van premies en uitkeringen, premierestitutie en de directe actie. Wat de zaak bijzonder lastig maakt, aldus Van Velzen, is dat de wetgever sommige bepalingen in alle gevallen tot dwingend recht heeft verklaard en andere bepalingen alleen ter bescherming van de particuliere consument. Daarbij zijn er dan nog verschillende varianten. Aan het slot van elke afdeling van de wet (algemene bepalingen, bepalingen over schadeverzekering en bepalingen over sommenverzekering) is vermeld welke bepalingen in welke gevallen dwingend recht bevatten. Dik van Velzen. De onderlinge 1

Van de overige bepalingen mag in de polis worden afgeweken. Een tweede bemoeilijkende factor in het geheel vormen de bepalingen in het overgangsrecht. WIJZIGINGEN Enkele in het oog springende wijzigingen zijn: Het element onzeker voorval komt in het nieuwe recht niet meer voor. De mededelingsplicht van de verzekeringnemer bij het sluiten van de verzekering is veranderd, vooral wat betreft de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichting. Het begrip merkelijke schuld is door roekeloosheid vervangen. In het geval van personenschade heeft de benadeelde een rechtstreeks vorderingsrecht tegen de aansprakelijkheidsverzekeraar gekregen. Bij de overgang van een goederenrechtelijk belang loopt de verzekering ten behoeve van de koper in beginsel nog slechts één maand door, tenzij de koper aan de verzekeraar verklaart de verzekering voort te willen zetten. De verzekeraar heeft het recht de verzekering op te zeggen, met een opzegtermijn van een maand. De partijtaxatie bestaat niet meer, maar het indemniteitsbeginsel is gehandhaafd. Bovenmatigheid van de verzekerde waarde heet nu in een duidelijk voordeliger positie raken. De deskundigentaxatie is gebleven. In geval van samenloop van schadeverzekeringen geldt niet langer het anciënniteitsbeginsel, maar heeft de verzekerde de keuze welke van de betreffende verzekeraars hij wil aanspreken. De kring van personen op wie gesubrogeerde verzekeraars geen regres mogen nemen, is aanzienlijk uitgebreid. PITTIGE CASUSSEN Dik van Velzen had in zijn betoog enkele pittige casussen ingebouwd, die in een examen over verzekeringsrecht niet zouden misstaan. Wat te denken bijvoorbeeld van Luciënne en Walbrecht die op huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd. Het huis waarin zij wonen is eigendom van Luciënne en de inboedel is deels gezamenlijk eigendom en deels niet. Bij het aangaan van de opstal en inboedelverzekering heeft Luciënne per ongeluk vermeld dat de verdiepingsvloeren niet van hout, maar van beton zijn. De verzekeraar zou voor houten vloeren een andere premievoet hebben berekend. Bij een brand ontstaat schade aan opstal en inboedel. De verzekeraar beroept zich op een verkeerde opgave. Welke consequenties heeft dat beroep ten opzichte van de schadeclaim? Welke consequenties heeft het voor het voortbestaan van de polis? Walbrecht beroept zich erop dat de verkeerde opgave niet door hem is gedaan. Welk antwoord kan hij van de verzekeraar verwachten? Walbrecht blijkt een strafrechtelijk verleden te hebben. Welke consequenties heeft dat voor de uitkering en voor het voortbestaan van de polis? HOE EN WAT? Vergelijkbare vraagstellingen legde Van Velzen de deelnemers voor met betrekking tot het begrip onzeker voorval (een tussenpersoon vraagt een transportverzekering aan, pas twee dagen later gaat de dekking in, ondertussen heeft zich een schadevoorval voorgedaan, hoe zit het met die dekking?), met betrekking tot restorno (een fiets wordt voor drie jaar verzekerd, na drie maanden wordt de fiets gestolen, heeft de verzekerde recht op premierestitutie voor de periode dat de verzekeraar geen risico loopt?), met betrekking tot samenloop (van twee aansprakelijkheidsverzekeringen verleent de oudste dekking tot 1 miljoen met een eigen risico van 500 en de andere tot 2,5 miljoen zonder eigen risico; hoe wordt de schade verdeeld bij een schade van 50.000 en hoe bij een schade van 1,5 miljoen?) en tot slot, maar daar kwam Dik van Velzen net niet meer aan toe, een casus met betrekking tot uitsluiting (Moniek sluit 2 De onderlinge maart 2006

een gemengde verzekering en zij overlijdt na twintig jaar als Al-Qaeda-strijder bij een aanval op een Amerikaanse legerbasis in Irak. Wat regelt het nieuwe verzekeringsrecht voor deze situatie?). Oef, verzuchtte een deelnemer. Terug naar de schoolbanken! Bron: Het nieuwe verzekeringsrecht in vogelvlucht. Onder redactie van mr. J.H.J. Teunissen en mr. W.G.B. Neervoort, NIBE-SVV, Amsterdam, 2005. Deze handzame bewerking van artikelen uit de Beursbengel werd tijdens de FOV-studiedag aan de deelnemers uitgereikt. De onderlinge maart 2006 3

FEDERATIE Susanne Piët spreker op ledenvergadering Tijdens de algemene ledenvergadering die op 10 mei aanstaande in Nijkerk zal plaatsvinden, zal dr. S.M. (Susanne) Piët als inleider optreden. Susanne Piët is gespecialiseerd in communicatie en heeft een aantal publicaties op haar naam staan. Zij is gepromoveerd psychologe, studeerde Nederlands en doceerde dr. S.M. Piët. tien jaar aan de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam. Naast haar huidige consultancywerk op het gebied van communicatiestrategie, emotiemanagement en training is Susanne Piët vooral bekend vanwege haar journalistieke werk voor onder meer Elsevier, de Tijd, NRC Handelsblad en Trouw. Zij maakte ook een aantal televisieprogramma s (Avro, VPRO). Wfd-vergunningplicht 1 Februari 2006 was de datum waarop alle aanvragen voor een Wfd-vergunning ingediend hadden moeten zijn. De FOV had gehoopt vóór deze datum definitieve helderheid over het vergunningen- en vrijstellingstraject te kunnen verschaffen. Dit is helaas niet mogelijk gebleken. Het Ministerie van Financiën heeft meegedeeld dat de Wfd-vrijstellingsregeling wordt herschreven. Uitkomst daarvan zou zijn dat WTV-vergunninghouders en VOWmaatschappijen met één of meer dochtermaatschappijen, daarvoor géén afzonderlijke Wfd-vergunning hoeven aan te vragen. Wat in één maatschappij is toegestaan, moet ook mogelijk zijn in een groep, aldus het ministerie. Dit moest overigens het antwoord schuldig blijven op de vraag of aangesloten instellingen wel als zodanig bij de AFM moeten worden aangemeld. De AFM kon hier ook geen uitsluitsel over geven. Het wachten is op de aangepaste regeling en duidelijkheid over de meldingsplicht. Als maatschappijen door de huidige situatie in een onwenselijke situatie terechtkomen, kan dit aan de FOV worden gemeld. Met de AFM is afgesproken dat er in voorkomende gevallen naar een oplossing wordt gezocht. Nieuwe Toetsmodellen geïntroduceerd In aanvulling op de toetsmodellen die de FOV in 2005 heeft geïntroduceerd, zijn nu de Regeling incidenten kredietinstellingen en verzekeraars en de Regeling Uitbesteding Verzekeraars (RUV) aan het palet toegevoegd. Nieuw bij de regeling Uitbesteding is dat de gebruiker een samenvatting en een checklist kan downloaden. Het complete aanbod aan toetsmodellen bestaat nu uit: Riav 1998 (per 1 januari 2006 in de Wfd ingehangen); AO/IC voor VOW-2 maatschappijen; Regeling tegengaan belangenverstrengeling en beheersing integriteitsrisico s; Regeling integriteitsgevoelige functies; Regeling incidenten kredietinstellingen en verzekeraars; Regeling uitbesteding verzekeraars. Binnenkort wordt nog toegevoegd: Regeling CDD (Customer Due Diligence) kredietinstellingen en verzekeraars. De toetsmodellen zijn toegankelijk via www.fov.nl. FOV pleit voor Nederlandse inbreng in Europese discussie over oogstschadeverzekeringen Een aantal lidstaten van de Europese Unie kent oogstschadeverzekeringen die door de betreffende lidstaten worden ondersteund en gesubsidieerd. Dit is met name het geval in Spanje, Oostenrijk, Italië, Portugal en Griekenland. Frankrijk vervangt op dit moment het huidige agrarische calamiteitenfonds door een oogstschadeverzekering en Polen gaat een oogstschadeverzekering invoeren naar Oostenrijks model. De discussies over oogstschadeverzekering die in Europees verband worden gevoerd, laten een stelsel verwachten waarin de lidstaten (nog) meer vrijheid krijgen om oogstschadeverzekeringen naar eigen inzichten te construeren en te subsidiëren. Volgens de afdeling Hagelverzekering van de FOV (waarin zijn verenigd Delta Lloyd Landbouw, Interpolis Agro, OFH, AgriVer en Topland Achmea) brengt dit stelsel met zich mee dat er een ongelijke concurrentieverhouding ontstaat tussen de landbouwers van de verschillende EU-lidstaten. De Nederlandse land- en tuinbouw zouden hierdoor in een nadelige situatie komen te verkeren. De FOV heeft deze kwestie onder de aandacht van het ministerie van LNV gebracht. Daarbij is verzocht om een nadrukkelijke inbreng vanuit Nederland in de discussie over Europese oogstschadeverzekeringen. Nieuwe leden De Veenkoloniale Onderlinge Glasverzekering te Veendam en de onderlinge verzekeringsmaatschappij Unitass te Amersfoort zijn toegelaten tot het ledenbestand van de FOV. 4 De onderlinge maart 2006

ONDERLINGEN Fusie Achmea en Interpolis bespaart 3.000 banen De fusie tussen Achmea en Interpolis zal de komende drie jaar drieduizend banen uitsparen. Een groot deel van de reductie zal worden opgevangen door natuurlijk verloop en herplaatsing. Dit heeft Achmea bekendgemaakt. De banen vervallen door samenvoegingen van afdelingen na de fusie van beide verzekeraars op 31 oktober vorig jaar. De eerste betrekkingen verdwijnen bij de staffuncties op holdingniveau. Daarna volgen de automatiseringsafdelingen, personeelsbeleid en de facilitaire diensten. Volgens directeur human resources van Achmea Hans van den Brink is het moeilijk om nu al te zeggen waar de meeste banen zullen vervallen. Het ligt voor de hand dat dat bij Achmea zal gebeuren, omdat daar de meeste mensen werken. Achmea heeft 13.000 medewerkers, tegen 6.000 bij Interpolis. Ruim een zesde van het totaal aantal banen verdwijnt dus. Het nieuwe fusiebedrijf krijgt de naam van Achmea, waarbij Interpolis als merk op de markt blijft. Zo n sterk merk schrap je niet, verklaart Van den Brink. FNV Bondgenoten zegt dat het wel heel veel banen zijn die verdwijnen. Er is hoop dat het zonder gedwongen ontslagen kan plaatsvinden. Maar dat is hoop. De overgebleven banen moeten wel aansluiten bij de kwaliteiten van de betreffende personen, aldus FNVonderhandelaar Willem-Jan Boot. Volgens Van den Brink had het bedrijf in 2005 een natuurlijk verloop van 8%. Over een periode van drie jaar gaat het om vierduizend formatieplaatsen. Daarnaast zegt Achmea uitzendkrachten en andere externe medewerkers te vervangen door boventallige medewerkers. De reorganisatie vindt plaats volgens het nieuwe landelijke ontslagbesluit. Dat wil zeggen dat de nieuwe organisatie qua leeftijdsopbouw een afspiegeling moet zijn van de oude. Volgens Boot van FNV Bondgenoten kan dit vooral problemen opleveren bij de herplaatsing van ouderen. Als omscholing en herplaatsing van ouderen intern al niet snel gaan, zal het extern zeker niet lukken. Van den Brink zegt dat de werkgelegenheid de komende jaren weer kan toenemen, als de economie meezit. Daardoor ontstaan extra mogelijkheden om medewerkers alternatief werk aan te bieden. Achmea, dat nu vooral bekend is van directe verkoop van polissen via telefoon of internet, zegt meer te willen investeren in tussenpersonen als distributiekanaal. Van den Brink: Als de kans zich voordoet, slaan we toe. Bron, Het Financieele Dagblad, 23 februari 2006 Avéro Achmea: Watersporters doen te weinig aan preventie Watersporters zijn qua veiligheid voor zichzelf en de omgeving een groot gevaar op het water en zouden daarom meer aan preventie moeten doen, zegt directeur schade Harry Kiewiet van verzekeraar Avéro Achmea. Dit naar aanleiding van een individuele preventiecheck onder ruim 1.900 actieve watersporters. Zo beschikt slechts 33% van de ondervraagden over een reddingsvlot of een bijboot. Ook een reddingsboei en EHBO-kist ontbreken massaal aan boord van vaartuigen. INBRAAKPREVENTIE Om gestolen vaartuigen sneller te kunnen opsporen en het ontvreemden te bemoeilijken, zijn net als in en om het woonhuis preventiemaatregelen nodig. Het onderzoek toont aan dat éénderde van de watersporters zijn of haar vaartuig niet heeft geregistreerd, aldus Kiewiet. Datzelfde geldt ook voor watersporters die hun motornummer (47%) en/of kostbaarheden aan boord (eveneens 47%) niet hebben laten registreren. Tevens beschikt 25% van de ondervraagden niet over een boot en/of motorslot en beschikt driekwart van de watersporters niet over een elektronische inbraakbeveiliging. BRANDVEILIGHEID AAN BOORD Bijna tweederde van de watersporters kan bij een beginnende brand aan boord van het vaartuig niet beschikken over een blusdeken. Wel zegt ongeveer 90 procent van de ondervraagden een brandblusapparaat aan boord te hebben en te beschikken over een rookmelder. GAS AAN BOORD Het gevaar voor koolmonoxidevergiftiging aan boord van vaartuigen is groot. Want met betrekking tot het gebruik van gas aan boord zegt 78% over een gasbun te beschikken. Hiervan zegt bijna veertig procent zijn of haar gasinstallatie niet regelmatig te keuren en is in bijna 10% van de gevallen de gasslang ouder dan 3 jaar. Meer dan de helft van de watersporters zegt geen CO2-/gasdetectie aan boord van het vaartuig te hebben. Dit zijn zaken waar ook verzekeraars de taak hebben om haar klanten op het gevaar te wijzen en gezamenlijk maatregelen te treffen., aldus Kiewiet. CONCLUSIES Op grond van de bevindingen uit de preventiecheck trekt Avéro Achmea drie conclusies: 1 Er is onvoldoende aandacht voor persoonlijke veiligheid aan boord van een vaartuig; 2 De registratieplicht van vaartuigen is noodzakelijk; 3 Vaartuigbezitters moeten worden verplicht om gasinstallaties te laten keuren. De onderlinge maart 2006 5

ACTUALITEITEN Interpolis deelt 1,3 miljoen veiligheidshesjes uit Interpolis verstuurt de komende weken 1,3 miljoen oranje fluorescerende veiligheidshesjes aan klanten met een Alles in één Polis. Het uitdelen van de hesjes past in het streven van de verzekeraar om een bijdrage te leveren aan het veiligheidsbewustzijn. Omdat ook voor verkeersminister Karla Peijs veiligheid een belangrijk thema is, heeft zij het eerste hesje in ontvangst genomen uit handen van Interpolis-directeur Jacques Françoys. Interpolis staat klaar als het misgaat. Mannetjes regelen het papierwerk en nemen zorgen uit handen. Daarnaast hecht de verzekeraar ook veel waarde aan preventie. Jacques Françoys: Schade herstellen is ons vak, maar we helpen mensen liever schade te voorkomen. Het uitdelen van hesjes past in die filosofie. Met het dragen van de hesjes langs de snelweg of tijdens het joggen worden ongelukken voorkomen. Goede zichtbaarheid verhoogt de veiligheid en verlaagt het aantal slachtoffers in het verkeer. Door deze actie beschikt in elk geval één op de vijf automobilisten over een hesje. Een prima begin. NIET VERPLICHT In een aantal landen zijn veiligheidshesjes verplicht. In Spanje, Portugal, Oostenrijk en Italië moeten bestuurders en inzittenden van een auto ze met pech dragen. Officieel geldt dat niet voor toeristen, maar politieagenten in die landen geven ook buitenlanders gerust een bon. Bezwaar maken tegen deze boetes kost veel tijd en geld. De vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Den Haag adviseert Nederlanders een goedgekeurd veiligheidshesje aan te schaffen. BEWUSTZIJN VERGROTEN Er bestaat onder Nederlanders nog veel onduidelijkheid over het gebruik van veiligheidshesjes en andere uitrustingseisen. Maar weinig automobilisten weten precies in welke landen een hesje verplicht is en wanneer, zo blijkt uit een peiling van de ANWB (oktober 2005). Slechts 4% van de Nederlanders is goed op de hoogte van dit soort eisen. Interpolis wil dat bewustzijn vergroten en het gebruik van hesjes stimuleren, om te beginnen bij de eigen klanten. Daarom ontvangen zij de vestjes eerdaags thuis. Uitreiking van het eerste Interpolis-veiligheidshesje aan verkeersminister Karla Peijs. Mw. Peijs ontving het hesje uit handen van Interpolis-directeur Jacques Francoys. Harold Herbert adjunctdirecteur Verbond van Verzekeraars Harold Herbert (37) is per 1 maart benoemd tot adjunct-directeur van het Verbond van Verzekeraars. Hij vervult daarmee de vacature die is ontstaan door de benoeming van Richard Weurding tot algemeen directeur. Herbert trad in 1995 in dienst van het Verbond en was achtereenvolgens beleidsmedewerker Arbeidsongeschiktheid, secretaris Schade en secretaris Leven/Zorg. Koninginnedag 2006 op zaterdag 29 april Voor de viering van Koninginnedag is in 1980 bij koninklijk besluit 30 april aangewezen, behalve in jaren dat 30 april op een zondag valt. Omdat 30 april ook in 2006 op een zondag valt, wordt Koninginnedag op zaterdag 29 april gevierd. In de cao voor het verzekeringsbedrijf is opgenomen dat Koninginnedag niet als werkdag wordt beschouwd. Dit jaar is dat dus van toepassing op de datum 29 april. DNB hamert op ken uw klant -principe Tijdens een compliancebijeenkomst van het Verbond van Verzekeraars heeft DNB gehamerd op het belang van customer due diligence (CDD), oftewel het ken uw klant-principe. DNB wil dat verzekeraars kunnen laten zien dat ze hun klantenbestand goed monitoren, zodat de kans dat er witwassers, terroristen en andere ongewenste klanten tussen zitten, wordt verkleind. Het leek voor veel verzekeraars nog een ver van mijn bed-show. Het idee dat in hun klantenbestand terroristen zitten die zich bezighouden met witwaspraktijken, werd door velen afgedaan met de mededeling niet in mijn portefeuille. Toch benadrukten DNB en KPMG dat die kans 6 De onderlinge maart 2006

wel degelijk aanwezig is. Regels op het gebied van terreurwetgeving eisen van de financiële sector een alertheid op verdachte signalen, zodat crimineel handelen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Deze zogenaamde customer due diligence-activiteiten gaan redelijk ver: verzekeraars moeten de achtergronden van de klant weten, in welke business hij zit en waar de geldstromen vandaan komen en naar toe gaan. Zoals onder het federatienieuws in deze Onderlinge is vermeld, publiceert de FOV binnenkort een toetsmodel voor de CDD-regelgeving. Zwaarder regime tussenpersonen voorlopig nog papieren tijger De Wet financiële dienstverlening (Wfd) moet sinds 1 februari de betrouwbaarheid en deskundigheid van financiële tussenpersonen garanderen. In tegenstelling tot wat sommige tussenpersonen zelf beweren, is de wet verre van een lastig te nemen horde. De tijd dat klanten blind kunnen varen op onafhankelijkheid, deskundigheid en betrouwbaarheid van tussenpersonen is dan ook nog lang niet aangebroken. Van de beoogde 13.000 tussenpersonen die voor 1 februari een Wfd-vergunning bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) moesten aanvragen, hadden dat er 11.000 werkelijk gedaan. Naar schatting 2000 Nederlandse intermediairbedrijven hebben het bijltje erbij neergegooid. Dat komt niet door te strenge eisen van de Wfd. Al verzuchten sommige tussenpersonen dat het invullen van een aanvraagformulier voor een Wfdvergunning lastig is, de inhoud is niet zo onoverkomelijk dat tussenpersonen na de invoering van de Wfd ineens niet aan wettelijke eisen voldoen. Zeker, er worden meer voorwaarden gesteld om een intermediairbedrijf te voeren. Maar zo n verzwaring treedt al snel op, gezien de soepele eisen onder het oude regime. Toen volstond inschrijving in een register bij de Sociaal-Economische Raad. Voor een vergunning moet de bemiddelaar nu aan bepaalde eisen voldoen op het gebied van kennis en betrouwbaarheid. Er moeten diploma s worden overlegd. Mochten die er niet zijn, of gedateerd zijn, dan kan de tussenpersoon ook met werkervaring aantonen deskundig te zijn. Medewerkers van grotere kantoren moeten deskundig zijn, maar hoeven geen diploma s te overleggen. Regelmatige opleidingen zijn voor de AFM dan voldoende. Al met al worden er geen onredelijke kenniseisen gesteld. Dat gaat ook op voor de betrouwbaarheidstoets. De tussenpersoon moet drie referenties opgeven. Idealiter zijn dit (oud-)leidinggevenden. Als die er niet zijn, is de AFM coulant en accepteert ook de directe zakenpartner van de tussenpersoon, vaak in de persoon van de accountmanager van een verzekeraar. Verzekeraars als Aegon en Axa geven desgevraagd referenties aan hun tussenpersonen. De Wfd heeft de eerste schifting gemaakt. De moeilijke verzekeringsmarkt en de recente afspraak om minder afsluitprovisie te heffen zijn minstens zo effectief. Uiteindelijk zal de scherpere concurrentie tussen intermediairs een veel groter effect op kennis en betrouwbaarheid van tussenpersonen hebben dan de Wfd. Bron: Het Financieele Dagblad, 14 februari 2006 Rabobank wil meer met Eureko De Rabobank Groep zinspeelt nadrukkelijk op het verkrijgen van een meerderheidsbelang in Eureko. Vorig jaar werd verzekeringsdochter Interpolis aan Eureko verkocht, in ruil voor 37% van de aandelen van Eureko. Als de samenwerking succesvol is, volgt een tweede stap. Het moment daarvan is volgens Rabo-topman Bert Heemskerk niet bekend. Tijdens de presentatie van de jaarcijfers over 2005 verklaarde deze: We hebben eerder gezegd de grootste verzekeraar van Nederland te willen worden. Dat doen we stapsgewijs. Bestuurslid Rik van Slingelandt voegde er in de wandelgangen aan toe: Het einddoel is één coöperatief conglomeraat. Het komt eraan. John Pennink directeur Stichting Financiële Dienstverlening Drs. J.A. Pennink is per 1 april benoemd tot directeur van de Stichting Financiële Dienstverlening. John Pennink (60) heeft algemene economie Drs. J.A. Pennink. gestudeerd in Amsterdam, gevolgd door enkele postdoctorale opleidingen. Hij is zijn loopbaan in 1973 begonnen als beleidsmedewerker op het ministerie van Financiën. Na Financiën is hij overgestapt naar het bedrijfsleven. Hij maakte onder andere deel uit van de directie van Zurich Leven en was algemeen directeur van de NVA. Vanaf 2002 was Pennink directeur van de Stichting Keurmerk Hypotheek Bemiddeling. In die hoedanigheid is hij nauw betrokken geweest bij de voorbereiding en opzet van de Stichting Financiële Dienstverlening. Pennink: De Stichting Financiële Dienstverlening is tot stand gekomen dankzij de samenwerking van alle marktpartijen. Dat is een unieke ontwikkeling geweest. De vruchten van die inspanning moeten we de komende jaren gaan De onderlinge maart 2006 7

plukken. Ik wil graag mijn bijdrage leveren om van de Stichting Financiële Dienstverlening een succes te maken voor alle betrokkenen. Dat we daar met zijn allen nog de schouders onder moeten zetten weten we, maar die uitdaging ga ik graag met alle betrokkenen aan. Onze eerste focus ligt op het ondersteunen van de deelnemers van de Stichting Financiële Dienstverlening bij de implementatie van de Wfd. Daartoe zullen wij de komende tijd allerlei middelen ontwikkelen. De Stichting Financiële Dienstverlening is in 2005 opgericht om financiële dienstverleners te ondersteunen bij de implementatie van de Wet financiële dienstverlening die per 1 januari dit jaar is werking is getreden. De Stichting Financiële Dienstverlening telt op dit moment zo n 9.000 deelnemers. De stichting is gevestigd te Amsterdam en heeft in beginsel 10 FTE s. Klein fonds gebaat bij uitbesteding De rendementen op beleggingen zijn vaak laag en de toezichthouder stelt strenge eisen. Zeker voor kleinere partijen is een goed vermogensbeheer niet simpel. Dus besteden veel pensioenfondsen en verzekeraars het beheer uit aan een derde partij. Tijdens de vette jaren aan het einde van de vorige eeuw was er voor uitbesteding weinig reden. In een dergelijke omgeving kon iedereen immers mooie rendementen boeken. En aangezien ruimschoots aan de verplichtingen kon worden voldaan, werd over een procent meer of minder dan de benchmark meestal niet moeilijk gedaan. Maar in 2001, na de aanslagen in de Verenigde Staten, keerde het tij. Instituten als pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen kregen grote moeite om de noodzakelijke rendementen te behalen. Bovendien werden zij geconfronteerd met scherpere eisen van de toezichthouders. Zo moeten de resultaten van het pensioenfonds tegenwoordig worden meegenomen op de winst-en-verliesrekening van het bedrijf. Wij hebben drie jaar geleden gekozen voor fiduciair vermogensbeheer, zegt Hans Kestens, lid van de raad van bestuur van zorgverzekeraar VGZ-Iza-Trias. Daarbij gaat het om 1,8 mrd per jaar. Wij waren destijds de eerste in Europa die het beheer op deze wijze hebben uitbesteed aan een derde partij. Bij fiduciair vermogensbeheer wordt een langdurige relatie aangegaan met een enkele beheerder die alle aspecten overziet en integreert. Deze beheerder selecteert andere partijen die de verantwoordelijkheid krijgen voor bijvoorbeeld de Europese aandelen, voor grondstoffen of voor vastrentende waarden in de portefeuille. Tot die tijd werden deze keuzes gemaakt door de instituten zelf. De verzekeringsmaatschappij of het pensioenfonds is daarmee niet ontslagen van hun verantwoordelijkheden. Het instituut moet zelf de randvoorwaarden bepalen waarbinnen het beheer plaatsvindt. Daarbij moet je denken aan het controleren van het risico dat de portefeuille loopt en de spreiding over de verschillende vermogenscategorieën, zegt Kestens. Het pensioenfonds van Campina heeft de keuze voor het fiduciair beheer ongeveer een jaar geleden gemaakt. Tegenvallende resultaten van de beheerders die wij zelf hadden gekozen, waren de belangrijkste reden voor de omschakeling, zegt Henk Vis, directeur van het zuivelconcern. Volgens Vis ligt het belangrijkste voordeel van het fiduciair management in het concept. Een dergelijke beheerder geeft de mogelijkheid om in alle takken van sport uit te blinken. Hij heeft immers het overzicht en kan dus de beste managers voor de deelgebieden kiezen. Dat kunnen wij gezien de geringe bezetting en het gebrek aan kennis onmogelijk zelf doen. Uiteindelijk gaat het natuurlijk om de resultaten, zegt Vis. Het concept kan op papier nog zo mooi zijn, maar daar heb je weinig aan als de beleggingsdoelstelling niet wordt gerealiseerd. Als je kiest voor fiduciair management is dat uiteindelijk omdat de resultaten goed zijn. Dat is de bottom line. Ook bij Kestens van VGZ ligt het zwaartepunt bij de resultaten. Wat dat betreft zijn wij over de afgelopen drie jaar behoorlijk tevreden. In 2003 hebben wij 18,6% gescoord, terwijl de benchmark bleef steken op 12,6%. In 2004 bleven wij een procentpunt achter bij de vergelijkingsmaatstaf, maar in 2005 is dat weer gecompenseerd. De benchmark deed 12% en wij behaalden 17,2%. Die resultaten kunnen wij vertalen in lagere premies. Verder is overleg volgens beide bestuurders van groot belang. Wij hebben maandelijks telefoongesprekken waarin we de resultaten doornemen, aldus Vis. Ook is er regelmatig persoonlijk contact. Er is een open communicatie, en dat is voor ons van belang. Daarmee geeft de fiduciair manager een invulling aan de vertrouwensband. Volgens Ruud Hendriks van Goldman Sachs is het fiduciaire beheer geschikt voor pensioenfondsen met een vermogen tot ongeveer 1 mrd. Grotere fondsen hebben voldoende draagkracht om de kennis zelf in te kopen. Hendriks probeert namens zijn werkgever in Nederland nieuwe klanten voor deze werkwijze te interesseren. En met succes. De laatste vier jaar is het vermogen dat wij voor Nederlandse fondsen fiduciair beheren, gegroeid van ongeveer 1 mrd tot circa 4 mrd. Daarbij maken wij geen gebruik van de kwantitatieve managers van ons kantoor in New York. Het is niet 8 De onderlinge maart 2006

zo ingewikkeld om onszelf in te huren, maar wel lastig om onszelf te ontslaan als de resultaten tegenvallen. De grote stijging bij fiduciair beheerd vermogen maakt dat steeds meer partijen zich op deze markt gaan richten. ING, Robeco en State Street zijn daar slechts enkele voorbeelden van. De concurrentie is tegenwoordig moordend, zegt Hendriks. Wij hebben daarom twee Nederlandssprekende mensen aangetrokken om onze positie te verstevigen. Bron, Het Financieele Dagblad, 22 februari 2006 www.brandtest.nl De Stichting Consument en Veiligheid heeft een test ontwikkeld die de bewustwording van brandrisico s in huis moet verhogen. Via 9 waargebeurde en goed herkenbare situaties wordt men door de op internet geplaatste test geleid. Iedere situatie sluit af met een stelling, bijvoorbeeld: Indexcijfers voor gebouwen-, inboedel- en glasverzekering Vanaf 1 april 2006 gelden de volgende indexcijfers: 1 maart 2005 139 1 april 139 1 mei 143 1 juni 147 1 juli 147 1 augustus 147 1 september 147 1 oktober 143 1 november 145 1 december 145 1 januari 2006 145 1 februari 146 1 maart 146 1 april 146 gebouwen inboedels indexcijfers 1990 = 100 (waarde-index) glasverzekering * 2000 116,3 juli 2000 2,0% 2001 120,5 juli 2001 3,7% 2002 125,2 juli 2002 6,8% 2003 130,8 juli 2003 4,4% 2004 137,3 juli 2004 2,8% 2005 142,1 juli 2005 0% 2006 141,6 * Het indexcijfer glasverzekeringen wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de gemiddelde stijging/daling van het indexcijfer voor de gebouwenverzekering. De indexcijfers worden ook vermeld in de CBS-publicaties Statistisch Bulletin en Maandstatistiek voor Bouwnijverheid, tabel 9.14M. Ik maak kleine, huishoudelijke apparaten zoals mijn broodrooster, haarföhn, frituurpan en stofzuigerfilter nooit/soms/regelmatig schoon; Ik heb geen/weinig/wel halogeenverlichting dicht bij meubels of gordijnen geplaatst; Bij het inbouwen van mijn apparatuur heb ik goed gelet op ventilatiemogelijkheden. Na het beantwoorden van een stelling kan meteen worden gezien of de situatie brandgevaarlijk is of niet. Handig is de checklist aan het eind van de test met alle risico s en hoe deze kunnen worden geëlimineerd en/of verminderd, eventueel met behulp van een erkend installateur. De test maakt beeldend en krachtig duidelijk dat een beetje meer aandacht voor de woonomgeving veel onheil en schade kan schelen. Geen bananverlies bij vertrek DNB uit Apeldoorn DNB verwacht dat alle 230 medewerkers van haar Apeldoornse vestiging, de voormalige Pensioen- & Verzekeringskamer, meegaan naar Amsterdam als in 2010 in Apeldoorn de deuren sluiten. Bij aankondiging van de fusie in 2003 werd nog gesteld dat een verhuizing naar Amsterdam niet aan de orde was. De sluiting is het gevolg van de reorganisatie en fusie van de PVK en DNB. Financiële Bijsluiter aanzienlijk vereenvoudigd De AFM heeft de Nadere Regeling financiële dienstverlening gepubliceerd. Op grond van deze regeling moeten financiële instellingen vóór 1 oktober hun oude Financiële Bijsluiters voor complexe producten hebben vervangen door een nieuw, vereenvoudigd model. Bij nieuwe producten moet de vernieuwde bijsluiter direct worden gebruikt. De AFM kondigde het nieuwe document vorig jaar al aan. Belangrijkste kenmerk is dat de overzichtelijkheid daarvan sterk is verbeterd. De nieuwe bijsluiter kent minder tekst dan de vorige, die in 2002 is ingevoerd. Bloksgewijs wordt in heldere bewoordingen of grafieken informatie verschaft De onderlinge maart 2006 9

over product, risico s, kosten, opbrengst en wat er gebeurt bij eerder beëindigen. Nieuw is de grafische risico-indicator. Deze geeft in één oogopslag het risico weer dat aan een product verbonden is. Onder risico wordt bij een schuldproduct verstaan de kans dat de klant met een restschuld blijft zitten. Bij een opbouwproduct of recht van deelneming wordt aangegeven welke kans bestaat dat de klant zijn inleg niet terugkrijgt en/of met een restschuld achterblijft. De nieuwe bijsluiter bedelft de consument niet langer onder informatie, waardoor mag worden aangenomen dat de effectiviteit daarvan zal toenemen. De AFM sluit niet uit dat er op enig moment een campagne zal worden gevoerd om de consument met de nieuwe bijsluiter bekend te maken. Een besluit hierover is nog niet genomen. Meer informatie over de nieuwe Financiële Bijsluiter is vinden op www.afm.nl. Financiën ontwikkelt Wfd-monitor Het Ministerie van Financiën ontwikkelt plannen voor een Wfd-monitor, waaruit de resultaten van de Wfd moeten blijken. Gelet op de vele onzekerheden waarmee de Wfd is omgeven, wil het ministerie niet wachten op een evaluatie over een aantal jaren. De monitor zal vooral de administratieve lasten en de wijze van invulling van de open normen in kaart brengen. Volgens Financiën was de prominente plaats voor open normen in de Wfd een noodzaak omdat de wet op een zeer diverse markt van toepassing is. Het is niet de bedoeling dat de monitor leidt tot een hausse aan ad-hoc maatregelen. Maar als bijsturing noodzakelijk is, moet daar ook niet te lang mee worden gewacht, aldus Financiën. Opzeggingstermijn NHT De Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT) wordt met einge regelmaat geconfronteerd met deelnemers die hun aansluiting wensen op te zeggen zonder de contractuele opzegtermijn uit de herverzekeringsovereenkomst in acht te nemen. De NHT wijst er op dat de gesloten herverzekeringsovereenkomst een jaarcontract is waarvan tussentijdse opzegging niet mogelijk is. De overeenkomst kan jaarlijks worden beëindigd per 31 december met een opzegtermijn van 6 maanden. Indien een verzekeraar haar activiteiten beëindigt, dan wordt het NHT-contract aan het einde van het contractsjaar ontbonden. De contractsperiode van 1 jaar geeft alle deelnemers aan de NTV over en weer duidelijkheid over hun verplichtingen gedurende dat jaar. Die deelnemers staan immers met hun deelnemingspercentage voor een heel jaar garant voor het aandeel in de totale schade die ten laste komt van de 1e layer van 1 mln, ook wel hun obligo genoemd. Ook vindt de kostenverrekening, herverzekeringspremie voor de overige layers en kosten voor instandhouding van de NHT plaats op basis het deelnemerspercentage. De NHT heeft aangegeven dat deze haar deelnemers ook bij tussentijdse opheffing zal houden aan het obligo tot aan het einde van de contractsperiode. Rectificatie In De onderlinge van januari 2006 was gemeld dat de voorzitter van de nieuwe Toetsingscommissie Gedragscode Verzekeraars Hans Wiegel is. Dit is niet juist. De voorzitter van de commissie is Hans van Veggel. 10 De onderlinge maart 2006

De financiële wereld is net een paling Hoe het gedragstoezicht op de markt in de toekomst vorm krijgt, hangt voor een groot deel af van de ontwikkeling van die financiële markt. Die wordt steeds internationaler maar hoe ver dat gaat is nog de vraag. Het belangrijkste is dat wetgeving nieuwe ontwikkelingen niet tegenhoudt. Dat zegt de Belgische econoom Hans Degryse, die per 1 januari 2006 is benoemd tot hoogleraar Gedragstoezicht op financiële markten aan de Universiteit van Tilburg. Eigenlijk komt het vraaggesprek te vroeg. Ten eerste omdat Degryse nog maar pas is aangesteld (sinds 1 januari 2006) en zijn onderzoeksplannen nog moet vormgeven. Ten tweede is gedragstoezicht op financiële markten nog een relatief nieuw verschijnsel in Nederland. Als het gaat om gedragstoezicht is in Nederland lange tijd vertrouwd op zelfregulering. De toezichtcultuur is echter aan het verschuiven van liberaal naar veel strikter waardoor bedrijven aan meer eisen moeten voldoen en de overheid in de vorm van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht uitoefent. De wetgeving die de gereedschapskist van de AFM heeft gevuld om gedragstoezicht daadwerkelijk uit te oefenen is nog maar nauwelijks in werking getreden of zelfs nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Degryse, wiens leerstoel gesteund wordt door de AFM, heeft dan ook als opdracht financieel gedragstoezicht tot ontwikkeling te brengen. Een toezichthouder heeft binnen het wettelijke kader een zekere vrijheid nodig, vindt Degryse. Als er signalen zijn dat er iets aan de hand is op de markt, moet er een knipperlicht gaan branden bij de AFM. Dat moet niet te snel gaan branden maar ook niet te langzaam. We onderzoeken hoe je hierin tot een optimalisatie kunt komen. Het ontwikkelen van pasklare toezicht- arrangementen voor de AFM is geen rechtstreekse opdracht. Wij verrichten momenteel onderzoek naar het effect van asymmetrische informatie op de effectenmarkt. Dat zou de AFM uiteindelijk concrete handvatten kunnen bieden, maar dat is niet het eerste doel van deze leerstoel. TWIN PEAKS Sinds 2002 is het financiële toezicht veranderd. Belangrijkste wijziging is de kanteling van sectoraal naar functioneel toezicht, waarbij De Nederlandsche Bank (DNB) verantwoordelijk is voor het prudentieel toezicht en de AFM voor het gedragstoezicht. Sectoraal toezicht voldoet niet meer vanwege het ontstaan van financiële conglomeraten die zich niet meer bezighouden met of beleggen of bankieren of verzekeren, maar met alle aspecten van de financiële markt. Het Nederlandse toezichtmodel- met apart bedrijfseconomisch en gedragstoezicht- is niet dwingend voorgeschreven maar het gevolg van een keuze. Degryse: Nederland heeft hiermee gekozen voor een twin peaks -model, een keuze die goed te verdedigen is. Of dit model over tien jaar nog goed werkt, is de vraag. De vraag is altijd of wetgeving trendsettend of volgend moet zijn. Nu is de wetgeving volgend en dat is niet slecht. De keuze had ook anders kunnen uitvallen. In Groot-Brittannië is er één geïntegreerde toezichthouder, naast de Bank of England, die zich bezighoudt met zowel prudentieel als gedragstoezicht. Ook in Scandinavië is over het algemeen sprake van één toezichthouder. Een van de kritiekpunten op het twin peaks-model is dat de verschillende toezichthouders DNB en AFM botsende belangen kunnen hebben. De gedragstoezichthouder kan eisen dat deelnemers in een pensioenfonds de garantie krijgen dat hun pensioen geïndexeerd wordt; de prudentieel toezichthouder zal dan meteen eisen stellen aan de financiële buffers. Maar volgens Degryse doen dergelijke botsingen zich altijd voor. Dat conflict bestaat ook binnen één, geïntegreerde toezichthouder, zoals in Groot-Brittannië het geval is. Het nadeel van één grote supervisor is weer dat het minder duidelijk is welke doelstelling voorop staat. Met een supervisor voor gedragstoezicht en een voor prudentieel toezicht is dat in ieder geval duidelijk naar de financiële sector. En in het verleden speelde dat natuurlijk nog veel meer. Grote bankverzekeraars hadden toen te maken met nog meer verschillende autoriteiten. Dat probleem is in ieder geval voor een deel opgelost. Een ander kritiekpunt is ook dat de AFM zich beweegt op erg veel terreinen: bankverzekeraars, maar ook accountants, consumentenzaken en toezicht op de naleving van boekhoudregels. Degryse: het is niet noodzakelijk dat versnippering van taken leidt tot minder goed toezicht. Een van de zaken die onderzocht moet worden, is of er synergievoordelen gevonden kunnen worden in de manier van toezicht voor de verschillende topics. Dat komt dus neer op het bedenken van één systeem dat alleen qua De onderlinge maart 2006 11

implementatie naar de verschillende topics verschilt. LOKAAL De grootste uitdaging waar het toezicht voor staat, is de verdere (Europese) integratie van de financiële markten, zegt Degryse. Stel dat er een grote beweging komt bij de verschillende beurzen waardoor de effectenhandel zich verplaatst van Amsterdam naar Frankfurt, dan kan dat gevolgen hebben voor het toezicht. De vraag is nog of DNB en AFM daar dan nog bij kunnen. Maar als de controle in Duitsland goed is, dan is er natuurlijk nog niks aan de hand. De hoogleraar Gedragstoezicht denkt dat één Europese markt óf nog heel ver weg is, óf misschien helemaal nooit bereikt wordt. De rol van lokale bedrijven zal blijven bestaan. Eén Europese aandelenmarkt zonder lokale voeling zie ik niet zo. Een lokaal bedrijf zal ook geld willen ophalen. COLOFON De onderlinge is een uitgave van de FOV (Federatie van Onderlinge Verzekeringmaatschappijen in Nederland) en verschijnt 10 keer per jaar in een oplage van 1.500 exemplaren. Leden van de FOV zijn gratis geabonneerd op De onderlinge. Redactiecommissie: A.J.M. Kok mr. Chr. van Toor Met medewerking van: Peter van Steen, Geldermalsen Redactiesecretariaat: Loes Malherbe Postbus 92, 3980 CB Bunnik Telefoon 030-656 71 60 Telefax 030-656 75 04 E-mail info@fov.nl Internet www.fov.nl Productie en druk: Drukkerij De Eendracht, Schiedam Overname van (gedeelten van) artikelen is toegestaan mits de bron wordt vermeld. ISSN 0927-6173 Ook consumenten hebben lokale wensen; De vraag naar hypotheken is in Nederland bijvoorbeeld heel anders dan in België. En dat hangt weer af van de fiscaliteit. Degryse denkt ook dat er altijd een rol blijft voor nationale toezichthouders. Er zijn naast de nationale modellen voor gedragstoezicht in de literatuur ook Europese modellen ontwikkeld: voor elke sector één Europese toezichthouder, vergelijkbaar met de vroegere Nederlandse situatie maar dan op Europees niveau, of één geïntegreerd Europees systeem. Maar ik zie het daar voorlopig niet van komen. Elk land heeft ongeveer dezelfde doelstellingen - Degryse spreekt van objectieven - die het wil bereiken met gedragstoezicht, zoals het beschermen van consumenten en het tegengaan van misbruik. Maar binnen die doelstellingen kan het prioriteitenlijstje wel anders liggen. Een situatie waar alle producten hetzelfde zijn, consumenten overal dezelfde bescherming hebben en iedereen hetzelfde belangrijk vindt en er consensus is over de objectieven, zie ik voorlopig niet komen. Dat zie je ook bij de omzetting van de Europese regelgeving in nationale wetgeving. In het ene land is component A van de richtlijn veel belangrijker dan component B en andersom. Het blijft koffiedik kijken, aldus Degryse. Hij vindt wel dat nationaal toezicht een verdere integratie van markten niet mag tegenhouden. Wat ik net ook al zei: toezicht kan volgend zijn of trendsettend, maar toezicht moet ontwikkelingen niet tegenhouden. Als markten een bepaalde kant uit bewegen moet de regulator volgen. De financiële markt is net een paling. Als je denkt dat je m vast hebt, glibbert hij weer uit je handen. Er komen altijd nieuwe constructies, afgeleide producten, nieuwe beleggingsfondsen. Ook de vraag van consumenten verandert steeds. We weten nog niet altijd wat de implicaties en risico s zijn. De AFM kan er over vijf of tien jaar daarom wel anders uitzien dan nu. Bron: Staatscourant nr. 46, maart 2006 12 De onderlinge maart 2006