Evaluatierapport bodemsanering (verontreiniging III) Goirkestraat 25 te Tilburg (NB/545/00763)



Vergelijkbare documenten
Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

Aan: Provincie Utrecht Dienst Wegen, Verkeer en Vervoer t.a.v. de heer E. Koevoets. Postbus TH Utrecht. Geachte heer Koevoets,

PLAN VAN AANPAK VERONTREINIGING MET MINERALE OLIE EN ZINK OP HET PERCEEL HOGEWEG / PAGENLAAN TE LIMMEN

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

de heer S.P. Schimmel Postbus HB Tiel Geachte heer Schimmel,

1 Inleiding. Aan: De heer W.H.A. Brouwer De Waag CM EEMNES. Geachte heer Brouwer,

- Beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Vinkenkade 7 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen)

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

- beschikking - instemming herzien saneringsplan voormalige zoutloods (Stationsweg ) Breukelen

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten

Aan: Janssen de Jong Vastgoed B.V. T.a.v. de heer J.A.R. Looye Postbus AB BODEGRAVEN. Geachte heer Looye,

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp


BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Aan: Van Vliet Caravans B.V. t.a.v. de heer J. van Vliet Kromwijkerdijk HW WOERDEN. Geachte van Vliet,

Engelenweide - Cuneraweg te Rhenen

1 Inleiding. Aan: BP Nederland B.V T.a.v. de heer B. van de A Postbus BC Rotterdam. Geachte heer Van de A,

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

BJU.nu Twentepoort Oost 16A 7609 RG ALMELO. Plan van aanpak asbestverwijdering Orvelterstraat 3 te Westerbork.

N. Looman. Geautoriseerd: H. Broekhuijsen

Bodeminformatie. Vaartweg 123A te Hilversum. Legenda. Wet milieubeheer bedrijven

: NEN 5740 ONV (onverdacht), NEN 5707 VED-H (Verdachte locatie met diffuse bodembelasting heterogeen verdeeld)

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart

Nader bodemonderzoek. Amazonedreef 110 te Utrecht

Aanvullend onderzoek demping Zahnstraat 19 te Angeren

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

ACTUALISEREND VOORONDERZOEK LEKDIJK 25 TE AMEIDE GEMEENTE ZEDERIK

MEMO. : Postbus milieuadvies t.a.v. Maurice Francken : W. Boom, SRE Milieudienst, RO/RO Datum : 30 augustus : Brouwhuis - Stationskwartier

Aan: GZ Beheer en exploitatiemaatschappij B.V. T.a.v. de heer H. Stok Postbus DB Oudewater. Geachte heer Stok,

Deze bodemsanering is uitgevoerd op de locatie kadastraal bekend als: Kadastrale gemeente Sectie Nummer De Bilt D 7723

Ons kenmerk : Uw Kenmerk: 2 juli 2014 Datum : 2 juli 2014 Contactpersoon : F.Lutz

omgevingsdienst HAAGLANDEN

provincie:: Utrecht VERZO N D EN 0 1 APR 2003 Aan: Houtkamp, s Bouwbedrijf B. V. t.a.v. de heer ing. P. KeIler Boterdijk NA Uithoorn

1 Inleiding. 2 Beschikking saneringsplan. Aan: de heer A.W. van de Grift Kerkstraat 83a 3764 CS Soest. Geachte heer Van de Grift,

Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek.

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp


BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

1 Inleiding. 2 Saneringsplan. Aan: Tekton Projectontwikkeling b.v. T.a.v. Directie Postbus AB EDE. Geachte heer / mevrouw,

Verkennend bodem- en asbestonderzoek

Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Oudhuijzerweg 65 Wilnis, gemeente De Ronde Venen

A. Op bladzijde 9 van het saneringsverslag wordt verwezen naar tabel 3.1 met gehanteerde terugsaneerwaarden, deze tabel ontbreekt.

1 Inleiding. 2 Saneringsplan. Aan: Gemeente Veenendaal, afd. Bouwen, Wonen en Milieu T.a.v. mevrouw I.M. Guiking-Lens Postbus BC Veenendaal

Aan: Polynorm Holland B.V. T.a.v. de directie Amersfoortseweg LJ BUNSCHOTEN

Onderwerp van de aanvraag Op 10 april 2008 ontvingen wij een evaluatierapport met het verzoek om hiermee in te stemmen.

BESCHIKKING / CHK

- beschikking - ernst, urgentie en instemming saneringsplan Choisyweg 18 Zeist. 1. Inleiding

omgevingsdienst HAAGLANDEN

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

Indicatieve keuring grond. Brabantpark te Rijen. projectnummer mevrouw P. Roos Postbus AB Rijen. Versienummer: 1.0

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

Aan: de heer D.W. Cazant Gieltjesdorp EK Kockengen. Geachte heer Cazant,

1 Inleiding. Aan: Stichting Woonvoorziening Kockengen T.a.v. P.J.R. de Jong Snoeksloot HL Houten. Geachte heer De Jong,

Geachte heer Kuiper en mevrouw Nooren,

Vooronderzoek bodem. Uitbreiding Camping Somerse Vennen. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 29 juni GM , revisie c2

In bijlage 2 is de ligging van de sterke verontreiniging met vinylchloride.

1 Inleiding. 2 Saneringsplan. Aan: CNL Management B.V. T.a.v. de heer A.C.C. Hoogendijk Plesmanstraat KZ Veenendaal. Geachte heer Hoogendijk,

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

A. Locatie/onderzoeksgegevens. Locatie (adres) :Klein Oord Kadastraal nummer :

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Locatie gelegen achter Korte Linschoten Westzijde 1 te Linschoten (Montfoort) 1.

Aan: Hevala Beheer B.V. t.a.v. de heer A. van de Zuidwind A. van Solmslaan EW Eerbeek. Geachte heer Van de Zuidwind,

De Ruiter Boringen en Bemalingen bv

Kwalibo Het bodemonderzoek voldoet zowel voor veldwerk als voor de analyses aan hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit.


1 Inleiding. 2 Saneringsplan. Aan: Gemeente Zeist T.a.v. de heer R. Groenink Postbus AM Zeist. Geachte heer Groenink,

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

- beschikking - niet ernstige bodemverontreiniging Baambrugse Zuwe 73 te Vinkeveen (gemeente De Ronde Venen) 1. Inleiding

Aan: Kuwait Petroleum Nederland BV Postbus AH ROTTERDAM. Geachte meneer, mevrouw,

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aan: Janssen de Jong Vastgoed BV T.a.v. de heer J.A.R. Looye Postbus AB Bodegraven. Geachte heer Looye,

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 Inleiding. Ministerie van Defensie Dienst Vastgoed Defensie (vml. DGW&T) T.a.v. de heer J. van Heemskerk Postbus RA UTRECHT

: M. Scheffers en mevr. G.P.M. Scheffers - de Jong Oliviersweg achter 9A 5061 PL Oisterwijk


-beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Buizerdlaan 6-10 Nieuwegein

Aan: Bomenrijk Beheer B.V. T.a.v. de heer A.L.E. van den Boom Weteringsdijk LL Odijk. Geachte heer Van den Boom,

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

1 Inleiding. Aan: Edese Beton maatschappij EBM B.V. T.a.v. D.J. Bruil de Smalle Zijde LR Veenendaal. Geachte heer Bruil,

Milieuhygiënische situatie Business Garden Hoofddorp

Bijlage 1 - Bodem- en funderingsonderzoek. Geonius Milieu / ALcontrol Laboratories, 28 maart 2013

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

NADER ASBEST IN GROND-/PUINONDERZOEK. Middelaarseweg 2 Hoevelaken Kenmerk: J. Opdrachtgever: Gemeente Nijkerk. Datum rapport: Status:

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017

Aan: Geofox-Lexmond B.V. t.a.v. de heer ing. A.R. uit de Bosch Postbus AC Bodegraven. Geachte heer Uit de Bosch,

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum De heer H. van Marsbergen Postbus GM HILVERSUM. 13 mei /BHZ_BDM_BS-44750

Transcriptie:

Evaluatierapport bodemsanering (verontreiniging III) Goirkestraat 25 te Tilburg (NB/545/00763) Hurks Bouw & Vastgoed B.V. Eindhoven Gemeente Tilburg, Tiwos Woningbouwvereniging 24 mei 2006 Relatienummer 10419/10903 Rapportnummer 2600450CR01 CONCEPT Auteur(s) Ir. J.C.J. Kemper Bewerkt: JKE/gp Gecontroleerd: 23-05- 06 Initialen: FC Paraaf KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Regentesselaan 2 3818 HJ Amersfoort Postbus 1526 3800 BM Amersfoort Telefoon: Telefax: e-mail: website: 033 422 13 10 033 422 13 29 bodem@kwa.nl http://www.kwa.nl Rabobank: 372977669 KvK Gooi en Eemland: 32069286

1. Inleiding In opdracht van Hurks Bouw & Vastgoed B.V. (hierna te noemen Hurks), Tiwos en de Gemeente Tilburg is een bodemsanering uitgevoerd op een terrein, bekend als Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg, te weten Bodemsanering Rijghpark. De evaluatie van de bodemsanering met uitzondering van de verontreiniging met zware metalen op het perceel Goirkestraat 25 (verontreiniging III) is reeds vastgelegd in het evaluatierapport Evaluatierapport bodemsanering Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg (NB/545/00763), KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2403110DR04, 30 november 2004. Op genoemde evaluatie is reeds schriftelijke goedkeuring verkregen. Het voorliggend evaluatierapport heeft alleen betrekking op verontreiniging III, zoals de Gemeente Tilburg in haar rol als opdrachtgever en bevoegd gezag heeft vereist. De regionale ligging van het bedrijfsterrein staat aangegeven op de topografische kaart in bijlage 1. De locatie ligt in het stadsdeel t Goirke. Bijlage 2 geeft de situatie weer ter plaatse van de saneringslocatie. Hurks en de Gemeente Tilburg zijn voornemens om de betreffende locatie te ontwikkelen voor woningbouw. In verband met de (voormalige) bedrijfsmatige activiteiten op de diverse percelen en in het kader van de overdracht en ontwikkeling van het terrein zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit de resultaten van de onderzoeken bleek sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging, met als gevolg dat in het kader van de Wet bodembescherming een saneringsplan bij de Gemeente Tilburg is ingediend. In het saneringsplan staan de te nemen saneringsmaatregelen omschreven ten einde te komen tot een situatie waarbij de bodemkwaliteit geen bezwaar is voor de te realiseren bebouwing. De Gemeente Tilburg heeft ingestemd met dit rapport ( Saneringsplan bodemverontreiniging Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg (voormalig Eras terrein), KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2305740DR01, 20 februari 2004) bij beschikking met kenmerk Wbb/2004/07/PU2004_8515 (25 mei 2004). De werkzaamheden zijn door Van Hees Sloop- en Recycling (Heijmans Milieutechniek Rosmalen) uitgevoerd. Het eerste deel van de werkzaamheden met betrekking tot de sanering van verontreiniging III hebben plaatsgevonden van 8 tot en met 23 juli 2004. Tijdens de ontgraving van verontreiniging III bleek als gevolg van de zeer heterogene bodemopbouw dat geen representatief monster kon worden verkregen en derhalve voor de kwaliteit van één van de putwanden niet kon worden voldaan aan de vastgestelde terugsaneerwaarde. In overleg met de Gemeente Tilburg (contactpersoon de heer P. Janssen) is besloten om de kwaliteit van de te ontgraven grond langs de Wittebollestraat door middel van in-situ depotkeuringen conform Bouwstoffenbesluit vast te stellen en dat als resultaat na sanering te hanteren. Deze inkeuring conform Bouwstoffenbesluit is uitgevoerd op 5 april en 27 mei 2005. De partijkeuring is opgenomen in bijlage 10. De rapportage van de partijkeuring is voorgelegd aan de Gemeente Tilburg, die hiermee heeft ingestemd. Op 3 mei 2006 is het verontreinigde depot 1 ontgraven, waarmee aan de terugsaneerwaarden is voldaan en de bodemsanering Rijghpark verontreiniging III is afgerond. Het werk is uitgevoerd onder directie van Oranjewoud uit Oosterhout. De milieukundige begeleiding was in handen van KWA Bedrijfsadviseurs B.V. (hierna KWA). Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd door ALcontrol B.V. te Hoogvliet. Het onderhavige rapport betreft een rapport dat uitsluitsel geeft over de uitgevoerde werkzaamheden en kwaliteit van de ontgravingen voor de bodemverontreiniging met verhoogde gehalten aan zware metalen in de toplaag langs de Wittebollestraat. Het saneringsrapport beschrijft de uitgevoerde werkzaamheden en resultaten van de saneringen die op de locatie zijn uitgevoerd. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 3 van 24

Het onderhavige rapport is als volgt opgebouwd: inventarisatie beschikbare gegevens en verontreinigingssituatie (hoofdstuk 2); algemene en organisatorische aspecten (hoofdstuk 3); beschrijving saneringsmaatregelen (hoofdstuk 4); conclusies (hoofdstuk 5). KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 4 van 24

2. Inventarisatie beschikbare gegevens en verontreinigingssituatie 2.1 Algemene gegevens De saneringslocatie betreffende verontreiniging III was deel van het perceel Goirkestraat 25-29 en in het verleden in gebruik door garagebedrijf Van der Boom B.V. (tot medio oktober 2002). Aangrenzend waren Goirkestraat 19-21 en Wittebollestraat 10 in gebruik van de voormalige verf- en glashandel Joh. Smid B.V. Dit perceel is eveneens meegenomen bij de in-situ depotkeuring voor het vaststellen van de totale omvang. De kadastrale aanduiding, oppervlakte en eigendomssituatie van de twee percelen (zoals bekend bij het opstellen van het evaluatierapport in november 2004) zijn weergegeven in onderstaande tabel. Adressering Kadastraal nummer oppervlakte eigenaar Gemeente Tilburg, sectie N m2 Wittebollestraat 10 / Goirkestraat 19-21 13628 1725 gemeente Tilburg Goirkestraat 23 t/m 25B 14216 4830 Woningstichting Tiwos * kadastrale eigenaar: situatie 2004 In het kader van de voorgenomen herstructurering van Goirke West heeft Hurks een verzoek ingediend tot herziening van het bestemmingsplan ter plaatse van het Eras-terrein. Dit verzoek maakt onderdeel uit van het masterplan, opgesteld voor Goirke West in opdracht van gemeente, Hurks en woningcorporatie Tiwos. De herontwikkeling van het Eras-terrein is één van de eerste maatregelen die worden genoemd in de herstructureringsvisie 'Goirke West in de schijnwerper'. Het betreft een woningbouwplan, gecombineerd met commerciële ruimten op het oude Eras-terrein aan de Goirkestraat. Op de saneringslocatie langs de Wittebollenstraat is het volgende voorgesteld (de eerste fase van het masterplan Goirke West, opgesteld door AWG architecten uit Antwerpen): de bouw van een zeventiental nieuwbouwblokken waarin zich zeventien grondgebonden woningen en 96 appartementen bevinden variërend in twee tot vijf bouwlagen; Op maaiveldniveau komen op de begane grond nog een aantal bezoekersparkeerplaatsen rond het plan. 2.2 Voorinformatie In deze paragraaf is kort de historie van het terrein ter plaatse van verontreiniging III en direct aangrenzend perceel weergegeven met het oog op de verontreiniging met zware metalen. Locatie Goirkestraat 19-21 Op deze locatie was sinds 1960 het schildersbedrijf Joh. Smid B.V. gevestigd. De bedrijfsactiviteiten van Joh. Smid B.V. zijn in 2003 beëindigd. Voor de sloop was het grootste deel van de locatie bebouwd. Het pand bestond uit een verkoopruimte, kantoor, magazijn met mengafdeling en bedrijfshal. In de bedrijfshal vond opslag en bewerking plaats van glas, perspex en behang. Tevens werden in de bedrijfshal grond- en afvalstoffen opgeslagen (verven, lakken, oplosmiddelen en verdunners en verfblikken en kitkokers). Op grond van bouwtekeningen (1959) zijn de eerste delen van het bedrijfspand opgericht op de locatie Goirkestraat 19-21. Vervolgens is het bedrijf in westelijke en noordelijke richting uitgebreid op onder meer een deel van het voormalige Eras-terrein. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 5 van 24

Voormalig Eras-terrein (Goirkestraat 23-37 en Wittebollestraat 10) De historie van het Eras-terrein is hierna kort samengevat. Voor een uitgebreide beschrijving van de historie wordt verwezen naar de rapportages van KWA, zoals genoemd in de tabel in paragraaf 2.4 [ref. 10 en 11]. In hoofdlijnen is de historie van het terrein als volgt te beschrijven: Periode Gebruik Eigenaar tot 1850 Onbebouwd Onbekend 1860-1958 Wollenstoffenfabrieken H. Eras & Zn. en C. de Wijs & Co. 1958-1965 Textielfabriek W. Schoenmakers & Zn. 1965 Faillissement, splitsing percelen 1965 1965 1970 - - - 2003 2003 2001 Deel van locatie Wittebollestraat 10, opslaghal groothandel Garagebedrijf en benzinestation Opslagruimte voor sportartikelen / sportschool Supermarkt Joh. Smid B.V. Van der Boom Jac. Hermans Prijsslag BV later A & P / Schuitema Na het faillissement van de textielfabriek in 1965 is het bedrijfsterrein gesplitst in onder andere de volgende deellocaties: terrein langs de Wittebollestraat, Goirkestraat 23, Goirkestraat 25, Goirkestraat 27 en Goirkestraat 37. Hierna is op huisnummer de beschikbare informatie samengevat. Wittebollestraat 10 Het terrein langs de Wittebollestraat (later nr. 10) is na het faillissement overgenomen door Joh. Smid B.V. Verwezen wordt naar de activiteiten zoals beschreven op de locatie Goirkestraat 19-21. Goirkestraat 25 In de periode 1965 tot 2003 is de locatie Goirkestraat 25 in gebruik geweest door de firma Van der Boom. Dit terrein was in gebruik als garagebedrijf met showroom en benzinestation. Een deel van de opslagruimten werd verhuurd voor opslag van sportartikelen. 2.3 Geohydrologische situatie De geohydrologische situatie is afgeleid uit voorgaande bodemonderzoeken op de locatie en aangrenzende percelen en onderstaande literatuurbronnen: Grondwaterkaart van Nederland, december 1975, Dienst Grondwaterverkenning van TNO; Grote Provincie Atlas, Topografische Dienst Emmen, schaal 1:25000, 1990. Een schematisch overzicht van de bodemopbouw is gegeven in tabel 2.2. Tabel 2.2: Lokale bodemopbouw Diepte (m mv) Samenstelling Geohydrologische eenheid 0 1,4 Fijn tot matig fijn zand deklaag kd 50 m 2 /dag 1,4-1,9 Zwak zandhoudende leem deklaag C 10 dagen 1,9-12 Zandige deklaag met op 2,5, 6 en 10 m- mv dunne kleihoudende stoorlaagjes deklaag 12 57 Grofzandige afzettingen 1 e watervoerend pakket Geohydrologische parameters KD 100 tot 2.000 m 2 /dag C 2 dagen Het maaiveld op de onderzoekslocatie ligt op ongeveer 13,5 meter boven NAP. Het freatisch grondwaterpeil is aangetroffen van 1,1 tot 2,7 meter beneden maaiveld (m-mv). KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 6 van 24

De locatie wordt geohydrologisch gezien beïnvloed door de Gilze-Rijen-storing en de Peelrandbreuk. Uit de grondwaterkaarten blijkt dat de grondwaterstromingsrichting van zowel het freatisch als eerste watervoerend pakket noordoostelijk gericht is. Op basis van stijghoogteverschillen tussen het freatisch grondwaterniveau en dat van het eerste watervoerend pakket is er sprake van een neerwaarts gerichte grondwaterstroming (inzijging). 2.4 Eerder uitgevoerde bodemonderzoeken Ter plaatse van verontreiniging III en op aangrenzende percelen zijn diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. In tabel 2.1 is een overzicht gegeven van de rapportages die relevant waren voor de bodemsanering voor de locatie Goirkestraat 21-25 en Wittebollenstraat 10, waartoe de verontreiniging III behoorde. Tabel 2.1: Overzicht (bodem)onderzoeksrapporten ref naam onderzoek uitvoerend bureau kenmerk rapportdatum Locatie Goirkestraat 19-21 Wittebollestraat 10 1 Verkennend en nader bodemonderzoek (NEN 5740) Goirkestraat 19, Zeeuwen Milieu BV, projectnummer 0202016 1 juni 2002 19A, 21 en Wittebollestraat 10 Tilburg Gemeente Tilburg sectie N 2 Nader bodemonderzoek Goirkestraat 21-Wittebollenstraat 10 Tilburg Oranjewoud projectnr. 5623-135911 10 oktober 2003 Goirkestraat 25 t/m 25B, kadastraal nummer 14216 3 Rapport betreffende afperkend milieukundig bodemonderzoek Shell Fugro Milieu Consult B.V. E-8689 24 juni 1991 Tankstation v.d. Boom aan de Goirkestraat 25 te Tilburg 2 Aanvullend bodemonderzoek Shell-tankstation Goirkestraat 25 te Tilburg Fugro Milieu Consult B.V. projectnr. 5530-42592 1 juli 1992 3 Evaluatie grondsanering Shell-tankinstallatie Goirkestraat 25 te Tilburg Oranjewoud projectnr. 3273-73644 1 april 1995 4 Nulsituatie/BSB bodemonderzoek t.p.v. het bedrijfsterrein van autobedrijf Fugro Milieu Consult B.V. 89981161.11 6 september 1999 Van der Boom te Tilburg 5 Nader bodemonderzoek ter plaatse van de Goirkestraat 25 te Tilburg Fugro Milieu Consult B.V. FMC-rapportnr. 89000271 13 september 2000 6 Milieukundig bodemonderzoek aan de Goirkestraat 25 te Tilburg Fugro Milieu Consult B.V. FMC-rapportnr. 89000389 17 november 2000 7 Milieukundig bodemonderzoek aan de Goirkestraat 25 te Tilburg Fugro Milieu Consult B.V. FMC-rapportnr. 89000430 17 november 2000 8 Nader bodemonderzoek (t/m fase 3) ter plaatse van de Goirkestraat 25 te Fugro Milieu Consult B.V. FMC-rapportnr. 89000447 1 januari 2001 Tilburg 9 Aanvullend bodemonderzoek NEN 5740 Goirkestraat 25 te Tilburg Zeeuwen Milieu projectnr. 0920110 1 juli 2001 10 Luchtfoto-interpretatie Goirkestraat 25 te Tilburg KWA Bedrijfsadviseurs BV brief 10419/2009530DB02.DOC/rt/gfl 8 januari 2001 11 Aanvullend bodemonderzoek Goirkestraat 25 te Tilburg KWA Bedrijfsadviseurs BV projectnr. 2207510DR01 12 mei 2003 Naast bovengenoemde onderzoeken is in verband met de risico-inventarisatie en de uitwerking van de saneringsvariant in het saneringsplan aanvullend onderzoek opgenomen. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in het rapport Saneringsplan bodemverontreiniging Goirkestraat 19-37 en Wittebollestraat 10 te Tilburg (voormalig Eras-terrein), KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2305740DR01, 20 februari 2004 [ref. 16]. 2.5 Verontreinigingssituatie De hierna beschreven verontreinigingssituatie is afgeleid op grond van de uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsanering weergegeven in paragraaf 2.1. 2.5.1 Algemeen Als gevolg van de voormalige bedrijfsactiviteiten is sprake van een sterk heterogene bodemopbouw. Vanaf het maaiveld tot een diepte van ongeveer één meter worden zintuiglijk sporen puin tot volledige puinlagen waargenomen en plaatselijk is sprake van kolengruis en sintelhoudend materiaal. Analytisch zijn in het algemeen in deze heterogene bodem geen dan wel licht verhoogde gehalten voor metalen en PAK in de grond aangetoond. In het grondwater worden over het algemeen geen tot licht verhoogde gehalten voor enkele metalen of minerale olie gemeten. Op het totale plangebied Rijghpark waren enkele deellocaties aangegeven waar afwijkend ten opzichte van het algemene beeld van de bodemkwaliteit een relevante bodemverontreiniging was aangetoond. Deze afwijking met betrekking tot de Goirkestraat 25 zijnde de voormalige blauwsloot is hierna weergegeven. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 7 van 24

2.5.2 Goirkestraat 25 Op de locatie Goirkestraat zijn sinds 1990 diverse bodemonderzoeken en een bodemsanering uitgevoerd. Specifiek zijn de volgende deellocaties bekend waar bodemverontreiniging is aangetoond: auto-opslaghal en voormalige blauwsloot. Ter plaatse van de auto-opslaghal zijn in de bovengrond sterk verhoogde gehalten aan koper en lood aangetoond. De waargenomen verontreinigde laag bij het nader bodemonderzoek [5] bestaat uit donkerbruin tot zwart, licht humeus zand met sporen puin. Zoals ook op het perceel Wittebollestraat 10, was ook ter plaatse van dit deel op het terrein Goirkestraat 25 in het verleden een blauwsloot gesitueerd. In verband met de aangetoonde verontreiniging met metalen en deze voormalige blauwsloot zijn bij het aanvullend bodemonderzoek [11] ter plaatse en in de directe omgeving van deze voormalige blauwsloot boringen verricht. De voormalige blauwsloot bleek gedempt te zijn met diverse materialen, puin en eveneens donkerbruin zand. In het mengmonster van dit dempingmateriaal (ter plaatse van boringen 707 en 708) werd een sterk verhoogd gehalte koper en een licht verhoogd gehalte lood aangetoond. Op grond van de uitgevoerde onderzoeken blijkt in het algemeen op dit deel van het perceel Goirkestraat 25 een donkerbruine humeuze laag te worden waargenomen welke overeenkomt met de beschreven bodemopbouw van enkele boringen uit het nader bodemonderzoek [5]. Deze bodemlaag wordt waargenomen vanaf de westelijke perceelgrens tot ongeveer boring 711 en in zuidelijke richting tot ongeveer boring 313. De bodemlaag wordt gevonden vanaf het maaiveld en plaatselijk tot een diepte van 1,5 m-mv. Op enkele plaatsen, bijvoorbeeld in de directe nabijheid van de blauwsloot, wordt deze verontreinigde bodemlaag niet vanaf het maaiveld gevonden, maar vanaf ongeveer 0,4 m-mv. De toplaag bestaat uit zeer fijn matig siltig zand tot zandige leem met een crème tot bruine kleur. Analytisch zijn in deze toplaag geen relevant verhoogde gehalten koper en lood aangetoond. De verhoogde gehalten voor koper en lood worden gemeten in de bovengrond over een oppervlak van circa 1.000 m 2. Het totale volume is geschat op circa 900 m 3. De verontreiniging is verder aangeduid als verontreiniging III. Verder wordt aangaande de deellocatie Goirkestraat 25 het volgende opgemerkt. In verband met onder andere de aanwezigheid van diverse bijmengingen in de toplaag van de bodem is, op 10 en 11 december 2003 zoals eerder genoemd, aan twee zijden van het historische gebouw een proefsleuf gegraven. Bij deze proefsleuf is tevens indicatief nagegaan of er sprake is van asbesthoudende materialen in de geroerde toplaag. Tijdens het graven van de proefsleuf zijn in de bovengrond visueel géén asbesthoudende materialen waargenomen. Analytisch zijn in de twee grondmonsters geen tot een zeer geringe hoeveelheid asbesthoudende materialen aangetoond en er is geen sprake van respirabele (inhaleerbare) losse vezels. Het aangetoonde gehalte in één van de monsters ligt ruim beneden de interventieen restconcentratienorm (gewogen 100 mg/kg ds) welke door de Gemeente Tilburg in het bodembeleid is opgenomen. 2.6 Ernst en urgentie sanering Uit de resultaten, beschreven in paragraaf 2.5, wordt geconcludeerd dat hoogstwaarschijnlijk verontreiniging III (metalen in de bovengrond Goirkestraat 25) op basis van het volumecriterium als ernstig kunnen worden beschouwd. Op basis van de uitgevoerde risicobeoordeling in het saneringsplan [16] zijn er voor de aangetoonde verontreinigingen geen actuele humane, ecologische of verspreidingsrisico s afgeleid. Derhalve is de aangetoonde verontreiniging als niet urgent beoordeeld. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 8 van 24

Als voorwaarde voor het verlenen van de bouwvergunning aan Hurks heeft de Gemeente Tilburg zich op het standpunt gesteld dat voorafgaand aan de bouw de aangetoonde gevallen van ernstige bodemverontreiniging op de percelen Goirkestraat 19-21 en Wittebollestraat 10 en Goirkestraat 25 moet worden verwijderd. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 9 van 24

3. Algemene en organisatorische aspecten sanering 3.1 Doel van de sanering 3.1.1 Algemeen De saneringsdoelstelling voor de bodemverontreiniging wordt bepaald door het overheidsbeleid. Dit beleid is in principe vastgelegd in de vigerende Wet bodembescherming. Daarnaast is de afgelopen jaren door het ministerie van VROM, het IPO en de VNG intensief gewerkt aan de zogenaamde Beleidsvernieuwing (BEVER). Kernbegrippen van deze koerswijziging zijn in detail uitgewerkt in de volgende stukken: Van trechter naar zeef (oktober 1999); Eindrapport BEVER/UPR, De veranderingen in het bodemsaneringsbeleid als uitwerking van het Kabinetsstandpunt van 1997 (2001); Besluit locatiespecifieke omstandigheden bodemsanering (Stb. 192, 2002). In het beleid voor mobiele verontreinigingen zijn vijf uiteindelijk na te streven saneringsdoelen beschreven. Deze saneringstreden zijn weergegeven in de zogenaamde saneringsladder. De volgende eindsituaties worden onderscheiden: Tabel 4.1: Saneringstreden trede 1 multifunctionele aanpak; geen restverontreiniging, geen nazorg trede 2 kleine restverontreiniging, geen (verspreidings)risico s, stabiel binnen 30 jaar trede 3 grote restverontreiniging, geen humane of ecologische risico s; wel tijdelijke (verspreidings)risico s, stabiel binnen 30 jaar, inclusief monitoringprotocol trede 4 (geringe) restverontreiniging; geen risico s, bewaking door middel van monitoringsysteem, geen stabiele eindsituatie; actief controleren trede 5 restverontreiniging, geen risico s door actief IBC In 1999 is de notitie Van trechter tot zeef uitgebracht door VROM, waarin de aanpak is geschetst voor functiegericht en kosteneffectief saneren. In deze notitie is aangegeven dat elke sanering aan de volgende doelstellingen moet voldoen: de keuze van de saneringsvariant moet in samenhang met en in relatie tot de geplande ontwikkeling worden beschouwd; humane en ecologische blootstelling moet worden voorkomen; verspreiding via het grondwater moet worden tegengegaan; er moeten ijkmomenten worden ingebouwd om te beoordelen of het gewenste saneringsresultaat (tijdig) wordt bereikt, zo nodig moet de saneringsaanpak worden bijgestuurd; het saneringsresultaat leidt tot een oplossing die zo min mogelijk zorg voor de restverontreiniging in de bodem vergt. Gelet op de herontwikkeling van de locatie is voor het wegnemen van verontreiniging III gekozen voor ontgraving van de verontreiniging. Ter plaatse van verontreiniging III wordt, vanwege de bestemmingswijziging naar woningbouw, de sanering gericht op het herstellen van de bodemkwaliteit zoals deze in dit deel van Tilburg gewoon is (achtergrondwaarden). Samenvattend: voor de bodemsanering op het voormalige Eras-terrein wordt gekozen voor een multifunctionele variant op basis van ontgraving. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 10 van 24

Vanwege de geplande uitbreiding en mogelijke toekomstige uitbreidingsplannen en om aan bovengeschetste doelstellingen te voldoen, is de volgende saneringsmethode toegepast: de immobiele verontreiniging III wordt multifunctioneel gesaneerd, hetgeen gezien de geplande woningbouw betekent dat deze wordt teruggebracht tot het niveau van de achtergrondwaarden zoals vastgesteld door de Gemeente Tilburg. In overleg met de Gemeente Tilburg is bepaald om het bewijs van het terugbrengen tot het niveau van de achtergrondwaarden door middel van een in-situ Bouwstoffenkeuring te doen plaatsvinden. 3.1.2 Gemeentelijk beleid Gemeente Tilburg heeft als bevoegd gezag Wbb op basis van het landelijk beleid een eigen beleid ontwikkeld. Dit beleid is beschreven in het rapport In goede aarde. Gemeente Tilburg heeft voor de gehele Gemeente Tilburg achtergrondwaarden voor zware metalen en PAK vastgesteld. Bij de voorgenomen bodemsanering worden deze achtergrondwaarden als terugsaneerwaarde gehanteerd. Gebaseerd op de beschikbare, historische informatie worden de aanwezige bodemverontreinigingen op de eerder genoemde percelen als een historische bodemverontreiniging beschouwd. Voor gedetailleerde, historische informatie wordt verwezen naar de genoemde bodemonderzoeken in paragraaf 2.4. 3.2 Aanpak verontreinigingen 3.2.1 Voorbereidende werkzaamheden Voor de start van de sloop, bodemsanering en herontwikkeling van het gehele Eras-terrein is het gehele terrein Goirkestraat 19-37 / Wittebollestraat 10 afgesloten met hekken. Voorafgaand aan en tijdens de bodemsanering op het gehele Eras-terrein zijn, met uitzondering van de twee monumentale panden op de percelen Goirkestraat 25 en 27-29, de aanwezige panden gesloopt. Alvorens de panden zijn gesloopt, zijn alle asbesthoudende materialen uit de betreffende panden verwijderd. Daarnaast zijn de aanwezige hoogspanningsruimte (Goirkestraat 25), alsmede alle aanwezige kabels en leidingen, buiten gebruik gesteld. Bij de sloop zijn wel de vloeren, maar niet de funderingen in de omgeving (tot 5 meter afstand van de verontreiniging) van de genoemde bodemverontreiniging verwijderd. Dit om te voorkomen dat de onderliggende bodem wordt gemengd. Op het perceel Goirkestraat 25 (aan de oostzijde, nabij de Flanelstraat) is een schone en verontreinigde zone gecreëerd (bij de ingang is een schaft- en decontaminatiekeet geïnstalleerd). Aan de aanwezige bouwhekken zijn waarschuwingsborden aangebracht conform CROW 132. Met de heer Verbunt van de Gemeente Tilburg zijn verkeerstechnische maatregelen en aan- en afvoerroutes afgestemd (afvoer van grond heeft plaatsgevonden via de voormalige uitgang van Garagebedrijf Van der Boom aan de Goirkestraat 25). Een deel van het in mei 2006 ontgraven terrein (Goirkestraat 25 en 27) was in de eerdere fase van de ontwikkeling van het Eras-terrein ingericht voor tijdelijke gronddepots. Na afronding van de sloopwerkzaamheden is op 16 september 2004 het maaiveld van de gehele locatie geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen. De inspectie is uitgevoerd door een veldwerker met de ervaring en kennis om asbesthoudende materialen in het veld te kunnen herkennen (zijnde persoonlijk gecertificeerd als Deskundig Toezichthouder Asbestsloop = DTA-er). Tijdens de inspectie zijn geen asbesthoudende materialen of asbestverdachte materialen aangetroffen. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 11 van 24

3.2.2 Grondsanering Op grond van de afwegingen in het saneringsplan is voor wat betreft de verontreiniging met metalen (verontreiniging III) uitgegaan van een multifunctionele sanering (saneren tot aan de achtergrondwaarden van dit gebied). De Gemeente Tilburg heeft in haar beleid voor elke wijk, uitgaande van een multifunctionele bodemsanering, terugsaneerwaarden vastgesteld zoals weergegeven in paragraaf 3.3. Voor minerale olie en EOX zijn in dit beleid geen specifieke terugsaneerwaarden opgenomen. De volgende saneringsdoelstelling voor verontreiniging III (Goirkestraat 25) is geformuleerd: De aanwezige bodemverontreiniging met zware metalen in de toplaag wordt gesaneerd tot de achtergrondwaarden, zoals vastgesteld door de Gemeente Tilburg zijn bereikt. Dit betekent in feite dat ter plaatse sprake is van een multifunctionele sanering. 3.3 Terugsaneerwaarden Het Eras-terrein ligt binnen bodemkwaliteitzone B (Binnenstad). In de tabellen 3.1 en 3.2 staan de verwachtingswaarden voor zowel de boven- als ondergrond (0-0,5 m-mv en 0,5-2,0 m-mv). Met behulp van een kleur is aangegeven of het gehalte een bijbehorende toetsingswaarde overschrijdt. Voor de toetsing is rekening gehouden met een organisch stofgehalte van 2,5% en een lutumgehalte van 3,6% voor de bovengrond en respectievelijk 3,0% en 3,8% voor de ondergrond. De gehalten aan organische stof en lutum voor zowel de boven- als de ondergrond zijn gebaseerd op gemiddelden van de waarnemingen van de betreffende parameter. Tabel 3.1: Terugsaneerwaarden (verwachtingswaarden, inclusief uitbijters) Zone PAK (10) Lood Koper Zink Arseen Kwik Cadmium Nikkel Chroom Bovengrond 8,1 126 78,8 139,3 6,8 0,4 0,6 7,6 12,1 Ondergrond 11,7 62,1 36,7 80,5 6,3 1 0,3 9 14,1 Noot: : waarde kleiner dan de streefwaarde : overschrijding van de streefwaarde : overschrijding van de tussenwaarde bovengrond: 0-0,5 m-mv ondergrond: 0,5-2,0 m-mv Bron: rapport 'Vaststellen gebiedseigen kwaliteit, Tilburg', Gemeente Tilburg, 29 november 2000. De verwachtingswaarden worden niet gecorrigeerd voor het lutum- en organisch stofgehalte. Indien de streefwaarde hoger is dan de verwachtingswaarde wordt de streefwaarde als terugsaneerwaarde gebruikt. Hierbij wordt de streefwaarde uiteraard wel gecorrigeerd voor de tijdens bodemonderzoek aangetroffen lutum- en organisch stofgehaltes. 3.4 Vergunningen, meldingen en dergelijke Voor de uitvoering van de werkzaamheden met betrekking tot verontreiniging III zijn de in tabel 3.3 aangegeven meldingen gedaan. Tabel 3.3: Vergunningen, meldingen en dergelijke Regelgeving Onderdeel Instantie Melding Wet bodembescherming Beschikking Wet bodembescherming op het saneringsplan Gemeente Tilburg Kenmerk Wbb/2004/07/PU2004_8515 van 25 mei 2004 KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 12 van 24

3.5 Betrokken instanties Onderdeel Instantie Adres Bevoegd gezag Wet bodembescherming Gemeente Tilburg Postbus 717, 5000 AS Tilburg contactpersoon: dhr. P. Janssen Opdrachtgevers Hurks Bouw Vastgoed B.V. Gemeente Tilburg Woningbouwvereniging Tiwos Postbus 671, 5600 AR Eindhoven contactpersoon: dhr. J. Leermakers Postbus 717, 5000 AS Tilburg contactpersoon: dhr. B. Lacroix Postbus 10051, 5000 JB Tilburg contactpersoon: dhr. Van Delft Hoofdaannemer Van Hees Sloop en Recycling B.V. Heijmans Milieutechniek B.V. Postbus 6141, 6004 EC Tilburg contactpersoon: dhr. M. Lamber Postbus 377, 5240 AJ Rosmalen contactpersoon: H. Sieben Directievoering Oranjewoud Postbus 40, 4900 AA Oosterhout contactpersoon: dhr. S.G.M. Borst Milieukundige begeleiding KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Postbus 1526, 3800 BM AMERSFOORT contactpersonen: dhr. R. Terlouw / dhr. J. Kemper Verwerker(s) verontreinigde grond Heijmans Milieutechniek Postbus 377, 5240 AJ Rosmalen contactpersoon: H. Sieben Verwerker verontreinigd puin ATM Moerdijk Postbus 30, 4780 AA MOERDIJK 3.6 Directie De saneringswerkzaamheden zijn namens de opdrachtgevers begeleid door Oranjewoud als directievoerder. De directie houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden conform de aan de aannemer gestelde eisen. De taken van de directie zijn beschreven in de UAV 1989 en bestaan onder andere uit: coördinatie van de werkzaamheden en contact met betrokken overheden; administratie van hoeveelheden en uren; het contact met de verschillende betrokken externe instanties (waaronder bevoegd gezag); de bewaking en bijsturing van de uitvoering van de werkzaamheden conform de eisen zoals gesteld aan de aannemer. 3.7 Milieukundige begeleiding De bodemsaneringwerkzaamheden hebben plaatsgevonden onder milieukundige begeleiding van KWA. Door de milieukundig begeleider zijn de volgende werkzaamheden verricht: het vaststellen en registreren van de begrenzingen van de ontgravingen; het adviseren met betrekking tot het zo nodig scheiden van het verontreinigde materiaal op grond van de aard en de mate van verontreiniging; het adviseren met betrekking tot het nemen van maatregelen inzake de veiligheid tijdens de saneringswerkzaamheden; het vaststellen van de kwaliteit van de grond en het grondwater tijdens en na sanering; het toezicht houden op een juiste verwerking van vrijkomende grond en/of andere materialen en het registreren hiervan; het bijhouden van een logboek, dat heeft gediend als basis voor de onderhavige rapportage. Na ontgraving van verontreiniging III heeft in eerste fase driemaal een uitkeuring van de ontgravingput plaatsgevonden. Hierbij is de volgende monsternamestrategie gehanteerd in de lijn van de BRL-SIKB 6000: putbodem: in principe is één grondmonster per 100 m 2 putbodem bemonsterd.; putwand: in principe zijn twee monsters per 100 m 2 wand bemonsterd, uitgaande van twee grondsoorten (zand en klei/silt monster). In praktijk bleek dat de grondsoorten dusdanig heterogeen in de bovengrond aanwezig waren, dat de putwand in de eerste fase (juli 2004) als één monster per 50 m 2 is bemonsterd. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 13 van 24

3.8 Veiligheid De Arbowet is op de werkzaamheden van toepassing. De werkzaamheden zijn uitgevoerd binnen de veiligheidsvoorschriften van informatieblad 22 van de Arbeidsinspectie en CUR 132 van de C.R.O.W. Voor de bijbehorende maatregelen wordt kortheidshalve verwezen naar deze uitgaven. De werkzaamheden ter plaatse van de overige verontreinigingen zijn uitgevoerd in 0T en 0F. Een en ander is vastgelegd in het V&G plan/saneringsdraaiboek dat door Heijmans is opgesteld (referentie maka6/40148 van 24 juni 2004 en de aanpassingen daarop met kenmerk maka6/40148/a1 van 9 juli 2004). KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 14 van 24

4. Beschrijving van de saneringsmaatregelen grondsanering 4.1 Algemeen overzicht saneringswerkzaamheden In algemene zin hebben de saneringswerkzaamheden voor de aangetroffen bodemverontreiniging III bestaan uit het ontgraven van de grondverontreiniging. De algemene wijze van saneren van alle deelgebieden bestaat uit: het uitzetten van de ontgravingsvak (8 juli 2004); het verwijderen van de binnen de ontgravingsvak aan maaiveld aanwezige verharding en puinlagen (geen bodem); het ontgraven van de verontreinigde grond van verontreiniging III en plaatsing in twee depots; het in samenloop met de ontgraving ten behoeve van de bodemsanering verwijderen van ondergrondse infrastructuur ter plaatse van de ontgravingsvakken; het nemen van controlemonsters van de putbodem en putwanden, waarbij de monsternamestrategie gebaseerd is op de BRL 6000. De controlemonsters zijn vervolgens geanalyseerd op de voor de betreffende deelverontreiniging relevante verontreinigende stoffen (9, 12 en 13 juli 2004); naar aanleiding van steeds opnieuw aangetoonde gehalten boven de terugsaneerwaarde het tweemaal opschonen van wand W2 en plaatsing van dit materiaal in een derde depot (16 en 19, 22 juli 2004); het inmeten van de ontgravingsput+ het graven van een proefsleuf en raai boringen als derde opschoning van wand W2 (23 juli 2004); het uitvoeren van de boringen B01, B02 en B03 (9 september 2004)+ de kwaliteit van de grond is in eerste instantie indicatief bepaald door per partij een mengmonster te analyseren op een NEN/pakket. Op basis van de indicatieve resultaten zijn zijn depots op de locatie ingekeurd conform Bouwstoffenbesluit 1 ; Het afvoeren van de drie gronddepots op 24 en 25 januari 2005; het uitvoeren van een in-situ depotkeuring van de bovengrond ten oosten van het gesaneerde gebied (ter plaatse van de grondgebonden woningen) 2 + het uitzetten van de ontgraving van in-situ depot 1 (27 april 2006); het ontgraven en afvoer in-situ depot 1 (3 mei 2006). De in samenloop met de bodemsanering uitgevoerde sloop van de ondergrondse infrastructuur ter plaatse van de ontgravingsvakken valt onder de gehele sloopwerkzaamheden. De afvoer van het vrijgekomen sloopmateriaal is verzorgd door Van Hees Sloop en Recycling B.V. en valt derhalve buiten deze rapportage van de bodemsanering. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de specifieke saneringsmaatregelen voor de grondsanering van verontreiniging III. In de beschrijving wordt niet ingegaan op de uitgevoerde sloopwerkzaamheden van de ondergrondse infrastructuur, tenzij dit invloed heeft gehad op de uitvoering van de grondsanering. 1 Partijkeuring Bouwstoffenbesluit Goirkestraat 19-37 te Tilburg (depot 1 en 2, verontreiniging III) in opdracht van Hurks Bouw & Vastgoed en Gemeente Tilburg, KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 240311DR02, 30 september 2004 2 Partijkeuring Goirkestraat 19-21/Wittebollenstraat 10 te Tilburg, in opdracht van Hurks Bouw & Vastgoed en gemeente Tilburg, KWA Bedrijfsadviseurs B.V, rapportnummer 2501490DR01, 1 september 2005 met aanvullende toelichting kenmerk 2501490DB02, d.d. 16 december 2005 KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 15 van 24

4.2 Verontreiniging III 4.2.1 Algemeen In bijlage 3 is een ruimtelijk overzicht gegeven van de ontgravingsgrenzen, de ontgravingsdiepten en de coderingen van de controlemonsters. De analyseresultaten van de controlemonsters zijn in de tabellen 4.1 t/m 4.3 weergegeven. De kwaliteit van in depot geplaatste grond is vermeld in de tabellen 4.4 en 4.5. Alle originele analyseresultaten zijn opgenomen in de bijlagen 4 en 5. In de tabellen staat tevens vermeld hoe de gemeten gehalten zich verhouden tot de toetsingswaarden zoals deze zijn vastgesteld door het Ministerie van VROM. De toetsingstabel is opgenomen in bijlage 6. 4.2.2 Ontgraving en controlemonsters verontreiniging III Op 8 juli 2004 is gestart met het ontgraven van de grond ter plaatse van deellocatie III. Op 8 en 9 juli is binnen de vooraf gestelde contour de toplaag ontgraven. Bij het ontgraven van de toplaag tot circa 1 m-mv bleek het niet mogelijk de bodem in gescheiden lagen te ontgraven. In afwijking van het saneringsplan is om die reden de ontgraven grond in twee in plaats van vijf depots geplaatst. De grond in depot 1 bevat lichte bijmengingen van puin en kolengruis. Op basis van zintuiglijke waarneming bevat de grond in depot 2 een groter aandeel puin en kolengruis. Na ontgraving van de toplaag conform vooraf gestelde contour zijn op 9, 12 en 13 juli controlemonsters van de putbodem en /wanden genomen. In het controlemonster van wand 1 werden gehalten voor koper, lood en zink gemeten tussen de terugsaneerwaarden voor boven en ondergrond. In de controlemonsters van wand 2 en putbodem vak L voldeden koper en lood niet aan de terugsaneerwaarden. Het zinkgehalte in wand 4 is boven de terugsaneerwaarde. Wand 4 betreft echter de perceelsgrens met de locatie Wittebollestraat 12. Op 16 juli 2004 zijn de wanden 1 en 2 en putbodem L opgeschoond. Deze beperkte hoeveelheid grond is toegevoegd aan depot 2. Vervolgens zijn op 19 juli opnieuw controlemonsters genomen. Wand 2, zijnde 40 meter, werd hierbij opgesplitst in twee delen, A en B. Na opschoning voldeed de kwaliteit van de putbodem L en wand 1 alsnog aan de terugsaneerwaarden. Koper en lood ter plaatse van wand 2 werden opnieuw verhoogd gemeten in gehalten boven de terugsaneerwaarden. Op 22 juli is wand 2 voor de tweede maal opgeschoond. De hierbij vrijkomende grond is in depot 3 geplaatst gelet op het sterk verhoogde loodgehalte (770 mg/kg ds) dat werd gemeten in monster V III W2A. Na opschoning werden de controlemonsters V III W2A1 en V III W2B1 genomen waarin voor de derde maal te hoge koper en loodgehalten werden aangetoond, zie tabel 4.3. Op 23 juli 2004 is op circa 4,5 meter van wand 2 een proefsleuf getrokken (V III W2A2) en een raai met boringen geplaatst (V III W2B2) met het doel de resultaten uit voorgaande onderzoeken te verifiëren. Op grond van de analyseresultaten bleken de gehalten koper en lood in mengmonster V III W2B2 wel te voldoen aan de terugsaneerwaarden, maar de gehalten in mengmonster V III W2A2 niet (zie tabel 4.4). De boringen en controlemonsters zijn weergegeven op de overzichtstekening in bijlage 3. De resultaten van de controlemonsters zijn samengevat in de tabellen 4.1 t/m 4.3. De volledige analysecertificaten zijn opgenomen in bijlage 6. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 16 van 24

Tabel 4.1: Analyseresultaten controlemonsters putbodem Monsteromschrijving VIII B A VIII B B VIII B C VIII B D VIII B E VIII B F VIII B G aard zand zand zand zand zand zand zand Bemonsteringsdatum 9-7-2004 9-7-2004 12-7-2004 12-7-2004 13-7-2004 13-7-2004 9-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 78,9 78,8 82,6 83,6 83,1 84,1 82,4 organische stof (gloeiverlies) 1,4 1,4 # 1,4 # 1,4 # 1,4 # 1,4 # 1,4 # lutum (bodem) 5,4 5,4 # 5 # 5 # 5,4 # 5,4 # 5,4 # metalen (mg/kgds) arseen <4 - <4 - <4 - <4 - <4 - <4 - <4 - cadmium <0.4 - <0.4 - <0.4 - <0.4 - <0.4 - <0.4 - <0.4 - chroom <15 - <15 - <15 - <15 - <15 - <15 - <15 - koper 5,9-11 - 11-19 S <5-15 - 9,3 - kwik <0.05 - <0.05-0,25 S 0,08 - <0.05 - <0.05 - <0.05 - lood 16 - <13-47 - 42 - <13-20 - 19 - nikkel <3 - <3-3,5 - <3 - <3-4,1-3,9 - zink <20-22 - 30-29 - <20-31 - <20 - polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 antraceen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 fenantreen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 fluoranteen 0,03 0,05 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 benzo(a)antraceen 0,02 0,02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 chryseen <0.02 0,02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 benzo(a)pyreen <0.02 0,03 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 benzo(ghi)peryleen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 benzo(k)fluoranteen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 Pak-totaal (10 van VROM) <0.2 - <0.2 - <0.2 - <0.2 - <0.2 - <0.2 - <0.2 - extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1-0,16 - <0.1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 <5 <5 <5 <5 <5 <5 fractie C12 - C22 <5 <5 <5 <5 <5 <5 <5 fractie C22 - C30 <5 <5 <5 <5 <5 <5 <5 fractie C30 - C40 <5 <5 <5 <5 <5 <5 <5 totaal olie C10-C40 <20 - <20 - <20 - <20 - <20 - <20 - <20 - Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 17 van 24

Tabel 4.2: Analyseresultaten controlemonsters putbodem Monsteromschrijving VIII B H VIII B I VIII B J VIII B K VIII B L V III B L 1 aard zand zand zand zand zand zand Bemonsteringsdatum 9-7-2004 9-7-2004 9-7-2004 13-7-2004 13-7-2004 19-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 81,5 84,9 83,4 85,3 83,2 84,2 organische stof (gloeiverlies) 1,4 # 1,4 # 1,4 # 1,4 # 1,4 # 1,4 # lutum (bodem) 5,4 # 5,4 # 5,4 # 5,4 # 5,4 # 5 # metalen (mg/kgds) arseen <4 - <4 - <4 - <4 - <4 - cadmium <0.4 - <0.4 - <0.4 - <0.4 - <0.4 - chroom <15 - <15 - <15 - <15 - <15 - koper 13 - <5-14 - 18-46 S 27 S kwik 0,07 - <0.05-0,05 - <0.05-0,14 - lood 25 - <13-29 - 34-63 S 39 - nikkel <3 - <3-4,8-5,6-5,8 - zink 23-20 - 38-38 - 100 S 59 - polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 antraceen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 fenantreen <0.02 <0.02 0,05 <0.02 0,08 fluoranteen <0.02 <0.02 0,08 0,06 0,17 benzo(a)antraceen <0.02 <0.02 0,04 0,03 0,12 chryseen <0.02 <0.02 0,04 0,03 0,14 benzo(a)pyreen <0.02 <0.02 0,03 0,04 0,11 benzo(ghi)peryleen <0.02 <0.02 0,02 0,03 0,07 benzo(k)fluoranteen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 0,06 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0.02 <0.02 0,02 0,03 0,06 Pak-totaal (10 van VROM) <0.2 - <0.2-0,32-0,26-0,83 - extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 - <0.1 - minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 <5 <5 <5 5 fractie C12 - C22 <5 <5 <5 <5 15 fractie C22 - C30 <5 <5 <5 <5 50 fractie C30 - C40 <5 <5 <5 <5 30 totaal olie C10-C40 <20 - <20 - <20 - <20-95 S Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 18 van 24

Tabel 4.3: Analyseresultaten controlemonsters putwanden Monsteromschrijving VIII W 1 V III W 1 A VIII W 2 V III W 2 A V III W2 / A1 V III W 2 B V III W2 / B1 VIII W 3 VIII W 4 VIII W 5 aard zand zand zand zand zand zand zand zand zand zand Bemonsteringsdatum 13-7-2004 19-7-2004 13-7-2004 19-7-2004 22-7-2004 19-7-2004 22-7-2004 13-7-2004 13-7-2004 13-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 83 84,8 83,7 85,6 87,5 82,9 83,4 84,8 91,2 87,2 organische stof (gloeiverlies) 1,4 # 2,6 # 2,6 # 2,6 # 2,3 2,6 # 2,3 # 2,6 # 2,6 # 2,6 # lutum (bodem) 5,4 # 4,3 # 4,3 # 4,3 # 2,7 4,3 # 2,7 # 4,3 # 4,3 # 4,3 # metalen (mg/kgds) arseen <4 - <4 - <4 - <4 - <4 - cadmium <0.4 - <0.4 - <0.4-0,5 S <0,4 - chroom <15 - <15 - <15 - <15 - <15 - koper 75 T 7,3-110 I 47 S 33 S 100 T 93 T 24 S 24 S 20 S kwik 0,1-1 S 0,07-0,11 - <0,05 - lood 110 S 14-220 T 770 I 460 I 170 S 130 S 43-100 S 28 - nikkel 5,9-6,3-4,3-7,9-8,2 - zink 130 S 29-120 S 77 S 78 S 110 S 71 S 45-440 I 33 - polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0,02 antraceen <0.02 0,18 <0.02 <0.02 <0,02 fenantreen 0,04 0,52 0,12 0,09 <0,02 fluoranteen 0,06 1,6 0,18 0,14 0,03 benzo(a)antraceen 0,03 0,78 0,07 0,08 0,02 chryseen 0,03 0,75 0,07 0,11 0,03 benzo(a)pyreen 0,02 0,77 0,07 0,07 <0,02 benzo(ghi)peryleen 0,02 0,51 0,06 0,06 <0,02 benzo(k)fluoranteen <0.02 0,39 0,04 0,05 <0,02 indeno(1,2,3-cd)pyreen <0.02 0,54 0,05 0,06 <0,02 Pak-totaal (10 van VROM) 0,25-6,1 S 0,69-0,68 - <0,2 - extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0.1 - <0.1-0,15-0,14 - <0,1 - minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 5 5 <5 <5 fractie C12 - C22 <5 35 20 <5 <5 fractie C22 - C30 <5 40 40 <5 <5 fractie C30 - C40 <5 25 45 <5 <5 totaal olie C10-C40 <20-100 S 100 S <20 - <20 - Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat Tabel 4.4: Analyseresultaten wandmonsters proefsleuf / raai boringen ten opzichte achtergrondwaarden terugsaneerwaarden bovengrond terugsaneerwaarden ondergrond V III W2 / A2 V III W2 / B2 Monsteromschrijving Bemonsteringsdatum 23-7-2004 23-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 87,5 85 organische stof (gloeiverlies) 2,3 # 2,3 # lutum (bodem) 2,7 # 2,7 # metalen (mg/kgds) koper 78,8 36,7 35 S 54 S lood 126 62,1 330 T 84 S zink 139,3 80,5 54-34 - Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat Om na te gaan of verontreiniging III zich uitstrekt tot onder de historische bebouwing zijn op 9 september 2004 drie boringen (nrs. B01, B02 en B03) uitgevoerd. Van deze boringen zijn twee mengmonsters van de toplaag onderzocht op het gehalte aan zware metalen. De analyseresultaten zijn opgenomen in tabel 4.5. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 19 van 24

Tabel 4.5: Analyseresultaten grondmengmonsters richting monumentaal pand Monsteromschrijving V III MM1 V III MM2 Boringen B01, B02, B03 B01, B02, B03 Monstertraject (cm-mv) 0-100 0-100 Monsterdatum 9-9-2004 9-9-2004 Algemene parameters (gew%) Droge stof 90,3 85,8 Organische stof (% op ds) 2,7 # 2,7 Lutum (% op ds) 5 # 5 ZWARE METALEN (mg/kg ds) koper 6,4-15 - lood 49-35 - zink 21-39 - met: - : kleiner dan streefwaarde (S) dan wel detectiegrens S : groter dan streefwaarde T : tussen ½(S+I) en I I : groter dan interventiewaarde (I) #: geschat op basis van de veldwaarnemingen Samenstelling mengmonsters: V III MM1: B01-1, B01-3, B02-2 en B03-1 V III MM2: B01-2, B02-1, B02-3, B03-2 en B03-3 Uit de analyseresultaten bleek dat de verontreiniging met zware metalen zich niet uitstrekte tot onder de historische bebouwing. Uit de zintuiglijke waarnemingen en de analyseresultaten is gebleken dat de bodemkwaliteit sterk heterogeen is. Gescheiden ontgraving was niet mogelijk. In overleg met de Gemeente Tilburg in de rol van bevoegd gezag, is vervolgens besloten de kwaliteit van de resterende bovengrond (ter plaatse van de grondgebonden woningen) door middel van een in-situ depotkeuring vast te stellen. Afgesproken is de in-situ depotkeuring als bewijsmiddel te hanteren voor het terugbrengen tot achtergrondwaarden. De in-situ depotkeuring is in april/ mei 2005 uitgevoerd, nadat de depots V III D1 en V III D2, die eerder op dit deel van de locatie aanwezig waren, in januari 2005 waren afgevoerd. Bij de genoemde in-situ partijkeuring zijn een vijftal verschillende depots samengesteld. De rapportage van de in-situ partijkeuring is in het voorliggende evaluatierapport integraal opgenomen in bijlage 9. Gebaseerd op de resultaten van de genoemde in-situ depotkeuring is vervolgens geconcludeerd dat met het ontgraven van het in-situ depot 1 de saneringsdoelstelling zou worden bereikt (zie paragraaf 4.2). Vervolgens is aanvullend in mei 2006 depot 1 ontgraven, waarmee de saneringswerkzaamheden zijn voltooid. 4.2.3 Grondstromen deellocatie III Ten behoeve van de grondsanering verontreiniging III is in totaal ruim 1.100 m 3 grond ontgraven. De grond is in eerste instantie als twee depots V III D1 en V III D2 op het terrein opgeslagen en indicatief gekeurd. Na de indicatieve keuring (zie tabel 4.6) zijn beide depots ingekeurd conform het Bouwstoffenbesluit. De resultaten van deze keuring zijn beschreven in een afzonderlijk rapport Partijkeuring Bouwstoffenbesluit Goirkestraat 19-37 te Tilburg (depot 1 en 2, verontreiniging III), KWA Bedrijfsadviseurs B.V., rapportnummer 2402910DR02, 30 september 2004. Op grond van de resultaten zijn beide partijen beoordeeld als categorie 1 grond. Op basis van genoemde partijkeuring zijn de twee depots V III D1 en V III D2 geaccepteerd door de aannemer van het grondwerk en de bodemsanering Van Hees/ Heijmans Milieutechniek en afgevoerd naar het project Ballast Nedam, De Natuurbrug Het Groene Woud te Best. Daarnaast is bij de uitbreiding van de ontgravingsgrenzen zoals genoemd een extra depot V III D3 ontstaan. De analyseresultaten van dit depot zijn in tabel 4.7 weergegeven. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 20 van 24

Tabel 4.6: Analyseresultaten indicatieve keuring depots V III D1 en D2 Monsteromschrijving V III D1 V III D2 aard zand zand Bemonsteringsdatum 13-7-2004 13-7-2004 algemene parameters (W%) droge stof 83,6 84,8 organische stof (gloeiverlies) 2,6 2,6 lutum (bodem) 4,3 5,5 metalen (mg/kgds) arseen <4 - <4 - cadmium <0,4 - <0,4 - chroom <15 - <15 - koper 44 S 61 S kwik 0,11-0,09 - lood 69 S 99 S nikkel 4,6-6,4 - zink 59-89 S polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0,02 <0,02 antraceen <0,02 0,1 fenantreen 0,02 0,47 fluoranteen 0,05 0,5 benzo(a)antraceen 0,03 0,2 chryseen 0,02 0,15 benzo(a)pyreen 0,03 0,17 benzo(ghi)peryleen 0,03 0,12 benzo(k)fluoranteen <0,02 0,1 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,02 0,12 Pak-totaal (10 van VROM) 0,23-1,9 S extraheerbare organohalogeen verbindingen (mg/kgds) EOX <0,1 - <0,1 minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 <5 fractie C12 - C22 <5 <5 fractie C22 - C30 <5 <5 fractie C30 - C40 <5 <5 totaal olie C10-C40 <20 - <20 - Toelichting: Blanco: niet getoetst - : <= streefwaarde/detectiegrens S : > streefwaarde T : > ½(S+I)-waarde I : > interventiewaarde # : aan de hand van de veldwaarnemingen en analyseresultaat KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 21 van 24

Tabel 4.7: Analyseresultaten depot V III D3 Monsteromschrijving V III D 3 Aard monster zand Bemonsteringsdatum 29-7-2004 Algemene parameters (gew%) droge stof 86,2 organisch stofgehalte 2,3 # lutumgehalte 5 # metalen (mg/kgds) arseen <4 - cadmium <0,4 - chroom <15 - koper 73 T kwik 0,11 - lood 190 S nikkel 4,4 - zink 82 S polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) (mg/kgds) naftaleen <0,02 antraceen <0,02 fenantreen 0,02 fluoranteen 0,04 benzo(a)antraceen 0,03 chryseen 0,03 benzo(a)pyreen 0,03 benzo(ghi)peryleen 0,03 benzo(k)fluoranteen <0,02 indeno(1,2,3-cd)pyreen 0,03 Pak-totaal (10 van VROM) 0,23 - EOX <0,1 - minerale olie (mg/kgds) fractie C10 - C12 <5 fractie C12 - C22 15 fractie C22 - C30 20 fractie C30 - C40 15 totaal olie C10-C40 50 S met: - : kleiner dan streefwaarde (S) dan wel detectiegrens S : groter dan streefwaarde T : tussen ½(S+I) en I I : groter dan interventiewaarde (I) #: geschat op basis van de veldwaarnemingen Uit de analyseresultaten (tabel 4.7) blijkt dat ook voor depot V III D3 hoogstwaarschijnlijk sprake is van categorie 1 (of categorie 2) grond. Het betreffende depot is aangevuld met twee kleine depots die zijn vrijgekomen bij het ontgraven van de bovengrond ter plaatse van verontreiniging I (depots V I D4 en V I D5) eveneens als categorie 1 grond afgevoerd naar De Natuurbrug Het Groene Woud in Best. Resumerend zijn in tabel 4.8 de verschillende grondstromen in één overzicht weergegeven. KWA Bedrijfsadviseurs B.V. concept 2600450CR01 24 mei 2006 Blad 22 van 24