Nieuwsbrief VMB-ADVIES. Geachte lezer, AGRO. April 2014. In de nieuwsbrief



Vergelijkbare documenten
Agro-Nieuwsbrief Uitgave: april 2014

Agri Nieuwsbrief. Derogatie alleen met 80% grasland. In deze nieuwsbrief APRIL 2014

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

SPECIAL EDITION. Agro-nieuwsbrief april 2015

Vragen en antwoorden n.a.v. voorlichtingsbijeenkomst over nieuw GLB en nieuw mestbeleid bij Administratiekantoor Woldendorp te Bedum op

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Voorwoord. Uitgave: april 2015

AGRO nieuwsbrief - april 2013

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Voorwoord. Uitgave: april De aanhouder wint..

Mestbeleid in Nederland

Nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Introductie Optimus advies door middel van Melkveewet en GLB 2015

Agro-Nieuwsbrief Uitgave: april 2013

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Teelthandleiding wettelijke regels

Effectrapportage hervorming GLB vanaf 2015

Agro-nieuwsbrief april 2013

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

slim investeren in zonnepanelen

AGRO. actueel. Special: Nieuwe Bedrijfstoeslagregeling. Woord vooraf

Beste ondernemer, Editie februari PAS: een oplossing?

Effecten van het nieuwe GLB. Vlas en Hennep.NL. Erik Beumer Beumer Agro Service

Nieuwsbrief. PAS: een oplossing? Welkom Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Nieuwsbrief. Overdracht grond, ook overdracht recht. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

Extra nieuwsbrief bij Gecombineerde opgave 2006

Applicatie De applicatie is te vinden via mijn.rvo.nl: > Grond > Regels > Percelen registreren > Direct regelen.

Agro-Nieuwsbrief Uitgave: april 2015

AGRO Actualiteiten. December 2010 WET- EN REGELGEVING. Vergeet uw derogatiemelding niet!

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nieuwe GLB in relatie tot de Toeslagrechten. Jan Moggré ZLTO advies

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Agro-Nieuwsbrief Van der Wagen Sinia Administratie en Advies, Postbus 35, 9050 AA Stiens, Uitgave: april 2015

Nieuwsbrief. Liquiditeitsbeheer: onmisbaar in deze tijd. Ruimte mestaanvoer akkerbouwer. Van der Woude Adviesbureau. ALGEMEEN vervolg ALGEMEEN

Perceelsregistratie losgekoppeld van Gecombineerde opgave. Wijzigingen Gecombineerde opgave. Geachte lezers, april 2015

Mest, mestverwerking en wetgeving

Nieuwsbrief. Grond voorwaarde bij groei melkveestapel. Prijsontwikkelingen blijven onzeker. Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bedrijfsoverdracht melden bij RVO.NL. Bert Knegtering en Christel Pieterse

April In deze uitgave onder andere: Wijzigingen Gecombineerde opgave

Inhoud: Subsidies. - Wat zijn de exacte investeringskosten in mijn situatie en kan ik het combineren met andere aanpassingen in mijn gebouw?

GECOMBINEERDE OPGAVE 2015

Basisbetalingsregeling 2015 t/m 2019

Opgave Gewaspercelen

Ingevulde gegevens Gecombineerde opgave 2015

Slim investeren in zonnepanelen met SDE+

Mestbeleid in Nederland: kaders en vooruitblik

Nieuwe betalingsregeling GLB. Remie Fiscaal Juridisch Bedrijfseconomisch Adviesbureau

Mest, mestverwerking en mestwetgeving

Nieuwsbrief. Druk bezochte klantenavond. Heeft u voldoende mest verwerkt in 2014? Van der Woude Adviesbureau WET EN REGELGEVING ALGEMEEN.

April (Update) Natuurbeschermingswet Nog steeds zijn we niet uitgepraat over de Natuurbeschermingswet,

AgroActualiteiten. Derogatie alleen met 80% grasland. April 2014 Jaargang 15, nummer 2. Inhoud

AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland

Bedrijfstoeslag Overzicht maatregelen en sancties

Speciale editie GLB beleid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Bijlage notitie 2. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Plaatsingsruimte fosfaat uit meststoffen in 2015 en daarna

20 september SDE Raymond Spronken

Regelingen. Doc.12. Uitbetaling Betalingsrechten en Vergroeningsbetaling. Nee

Wat Wanneer Gegevens doorgeven aan Dienst Regelingen

Agro-Nieuwsbrief. In deze nieuwsbrief: Belastingplan Landbouwbeleid Economische Zaken in Uitgave: oktober 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

Bakkers J.M.M. en W.C.E.M. en Bakkers-van der Sande A.C.M. MTS Driehuizerweg 21 HAGHORST

Zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn ( ): proces en stand van zaken. Inhoud

Speciale editie Verzamelaanvraag 2006

Mestbeleid 2014 begint nu

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Leidt Europese mestbeleid tot knelpunten voor de bodem?

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw

Agro-Nieuwsbrief Uitgave: maart 2019

Agro-Nieuwsbrief. Wijzigingen Gecombineerde opgave. In deze nieuwsbrief:

Overzicht ingediende vragen over het nieuwe GLB - De gecombineerde opgave in 2013 te laat is ingediend. Heeft dit gevolgen voor het aantonen dat men

Besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân, 21 mei 2019, kenmerk

Uitspraak. Algemene wet bestuursrecht. JOM 2017/471 JBO 2017/129 met annotatie van mr. drs. D. van der Meijden. uitspraak

Van generiek mestbeleid naar individuele verantwoordelijkheid. Harry Kager LTO Nederland

AGRARISCHE REGELGEVING. ROOFVOGELSHOW door de Valk Roofvogels

Welkom. Voorlichting Verplichte mestverwerking. Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie

Agro-Nieuwsbrief. Wijzigingen Gecombineerde opgave. In deze nieuwsbrief:

Bijeenkomst Studieclub Geitenhouderij & LTO vakgroep Melkgeitenhouderij. Januari 2014

Agro-Nieuwsbrief. AGRO-Nieuwsbrief. Voorwoord. Uitgave: oktober Energiebelasting en de dubbele meter

Tempel A D V I E S. Agrarisch adviesbureau. in Lunteren. Ir. FCA van den Tempel Tel

Slim investeren in zonnepanelen met SDE+

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Europees Landbouwbeleid en Voedselzekerheid

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

1. Kan ik mijn ingestuurde mestverwerkingsovereenkomsten (MVO) corrigeren als ik het niet goed heb ingevuld of wil wijzigen?

Kansen voor mestscheiding

Overzicht Landbouwtelling 2015

Programma 10 november 2015

Achtergronden Koeien & Kansen - KringloopWijzer

Hoofdlijnen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied

vliegveld, bedrijfstoeslag, subsidiabele oppervlakte Wetsverwijzingen Regeling GLB-inkomenssteun a, geldigheid:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Handleiding haalbaarheidsstudie SDE+ 28 februari 2014

KANTOORNIEUWS. Algemene voorwaarden. Gewascodes grasland AGRO. Gecombineerde opgave

IEUWSBR. Fiscale behandeling UWS. van toeslagrechten. Task Force Economie IEUWS S NIEUWSBRIE

Agri Nieuwsbrief. Ontwerp AMvB grondgebonden groei melkveehouderij. In deze nieuwsbrief MEI 2015

Wijzigingen Gecombineerde opgave

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke

Toelichting op wijzigingen Subsidiestelsel Natuur en Landschap Overijssel

Transcriptie:

Nieuwsbrief AGRO April 2014 In de nieuwsbrief Geachte lezer, Met deze nieuwsbrief informeren wij u over de actualiteiten en ontwikkelingen die mogelijk voor uw bedrijfsvoering van belang kunnen zijn. Wilt u naar aanleiding van deze informatie aanvullend advies of heeft u andere zaken die u wilt bespreken, neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst. Wij wensen u veel leesplezier toe! Bedrijf Strengere eisen brandveiligheid stallen 6 Nieuwe regels gebruik antibiotica 6 Fiscaal Cultuurgrondvrijstelling bij WOZ-beschikking 6 Gecombineerde opgave/glb-beleid Wijzigingen Gecombineerde opgave 2 Attentiepunten Gecombineerde opgave 2 Waarde toeslagrechten met 11% gekort 3 Opgave fosfaattoestand bij Gecombineerde opgave 3 Vaststelling toeslagrechten kan gewijzigd worden 3 Bouwwerkzaamheden leiden tot afwijzing bedrijfstoeslag 3 Blijvend of tijdelijk grasland 4 Hebben percelen de hoofdfunctie landbouw? 4 Wel toeslagrechten en geen grond 4 Mestwetgeving Positief advies op derogatieverzoek 5 Verduidelijking vrijstelling regionale mestafzet 5 Stikstofdifferentiatie suikerbieten en fritesaardappelen op kleigrond 6 Subsidies Subsidie SDE+ op 1 april open 1 Belangrijke data 8 Subsidie SDE+ op 1 april open De subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) stimuleert de productie van duurzame energie en richt zich op bedrijven en (non-profit-) instellingen. Duurzame energie wordt opgewekt uit schone, onuitputtelijke bronnen en heet daarom ook wel hernieuwbare energie. De SDE+ 2014 is dit jaar opengesteld van 1 april 9.00 uur tot 18 december 17.00 uur. Het Ministerie van Economische Zaken stelt een budget van 3,5 miljard euro beschikbaar. Exploitatiesubsidie De SDE+ is een exploitatiesubsidie. Dat wil zeggen: producenten ontvangen subsidie voor de opgewekte duurzame energie, niet voor de aanschaf van de productie-installatie. De regeling vergoedt het verschil tussen de kostprijs van grijze energie en die van duurzame energie over een periode van 5, 12 of 15 jaar, afhankelijk van de technologie. Deze nieuwsbrief is een uitgave van VMBadvies financieel en fiscaal adviesbureau. VMB-advies aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en/of handelingen gebaseerd op de informatie uit deze nieuwsbrief. Gefaseerde openstelling Er is één budget voor alle categorieën en de regeling wordt gefaseerd opengesteld. In de eerste fase kunnen de goedkopere technieken subsidie aanvragen. De subsidie loopt per fase op. Doordat op volgorde van binnenkomst wordt beschikt, hebben aanvragers met een relatief kosteneffectief project meer kans dat er nog voldoende budget beschikbaar is voor hun project. 1

Subsidiabele vormen van hernieuwbare energie Subsidie is mogelijk voor de productie van de volgende vormen van hernieuwbare energie: duurzame elektriciteit duurzame warmte of de gecombineerde opwekking van duurzame warmte en elektriciteit groen gas Haalbaarheidsstudie Bij een aangevraagd vermogen vanaf 0,5 MW, 500 kwp of 50 Nm 3 /uur dient de subsidieaanvraag vergezeld te gaan van een haalbaarheidsstudie. Deze moet de volgende onderdelen bevatten: exploitatieberekening berekening van het projectrendement onderbouwing van het eigen vermogen en de financiering Geen Energie-investeringsaftrek mogelijk Vanaf 2014 kunnen projecten die SDE+ subsidie aanvragen niet meer in aanmerking komen voor de fiscale regeling Energie-investeringsaftrek. Aanvragen De subsidie moet in het eloket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aangevraagd worden. Inloggen is mogelijk door gebruik te maken van eherkenning. De aanvraag kan al voor de openstelling voorbereid worden. Bij aanvragen voor geothermieprojecten is een geologisch onderzoek een verplichte bijlage. Wijzigingen Gecombineerde opgave De belangrijkste wijzigingen in de Gecombineerde opgave 2014 zijn: Er is geen subsidie meer mogelijk voor diervriendelijk produceren en compensatie schapen en geiten. Via de opgave kan dit jaar ook subsidie voor de instandhouding van vezelgewassen (vlas- en hennepvezel) aangevraagd worden. Het steunbedrag bedraagt 270 per hectare. De vragen over de huisvesting van dieren zijn uitgebreid. Er zijn vragen toegevoegd over de opslag van mest. Attentiepunten Gecombineerde opgave Let bij het invullen van de Gecombineerde Opgave op de volgende punten: Ga zorgvuldig na of de doorgevoerde perceelscorrecties juist zijn. Denk aan de bemestingvrije zones. Percelen met een hoofdzakelijk recreatieve, verkeerskundige, infrastructurele of industriële functie (bijv. parken, sportvelden, onverharde landingsbanen en hobbyweides) komen niet in aanmerking voor uitbetaling van toeslagen. Herhaalde fouten, bijvoorbeeld het herhaaldelijk te groot opgeven van een perceel, kunnen leiden tot forse kortingen of uitsluitingen. Denk aan het tijdelijk uit gebruik nemen van grond als landbouwgrond (bijvoorbeeld opslag zand bij bouw stal). Ingediende correcties tijdens de controle door de RVO kunnen leiden tot kortingen. Denk aan de voorwaarden voor de benutting van toeslagrechten met speciale voorwaarden. Het niet naleven van randvoorwaarden op het gebied van milieu, gezondheid, dierenwelzijn en eisen aan de goede landbouw- en milieuconditie kan leiden tot kortingen op de bedrijfstoeslag. Als een subsidie is aangevraagd voor agrarisch natuurbeheer (SNL-a), moet via de Gecombineerde Opgave een betaalverzoek ingediend worden. Draagt u een perceel met een beheerssubsidie over of krijgt een perceel met een dergelijke subsidie overgedragen, dien dan voor 15 mei een meldingsformulier tot het overdragen van de beheerssubsidie in bij de RVO. Bij percelen met een lage of neutrale fosfaattoestand kunt u alleen gebruik maken van een hogere fosfaatgebruiksnorm als u de PAL of Pw-waarde van dit perceel opgeeft. Bedrijfstoeslagen lager dan 500 worden niet uitbetaald. Voor de probleemgebiedenvergoeding en de SNL geldt een ondergrens van 200. Stem de gegevens met betrekking tot bemesting en beweiding goed af op uw mestboekhouding. Deze worden gebruikt bij de controle op de naleving van de mestgebruiksnormen. Controleer of het inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel bekend is bij de RVO, aangezien deze inschrijving één van de voorwaarden is voor het verkrijgen van nieuwe rechten in 2015. Indien de landbouwactiviteiten nevenactiviteiten betreffen, ga dan ook na of de landbouwactiviteiten bekend zijn bij de Kamer van Koophandel. Door gebruik te maken van een checklist wordt de kans op fouten verkleind. 2

Waarde toeslagrechten met 11% gekort De waarde van alle toeslagrechten wordt per 15 mei 2014 gekort met 11%. Deze korting is nodig, omdat het budget van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) al in 2014 wordt verlaagd. De korting heeft ook gevolgen voor de waarde van de betalingsrechten in de overgangsperiode (2015-2019) van het nieuwe toeslagenstelsel, dat op 1 januari 2015 ingaat. De overgangsperiode wordt namelijk gebaseerd op de waarde van de toeslagrechten per 15 mei 2014. Tegenover de waardeverlaging van de toeslagrechten staat dat er in 2014 geen modulatiekorting meer wordt toegepast. Deze bedroeg in 2013 10% voor het bedrag boven de 5.000. Bedrijven met een bedrijfstoeslag lager dan 5.000 zullen dus relatief het hardst worden getroffen door de korting op de toeslagrechten. Opgave fosfaattoestand bij Gecombineerde opgave Op een perceel met een lage fosfaattoestand mag meer fosfaat gebruikt worden dan op een perceel met een hoge fosfaattoestand (fosfaatdifferentiatie). Indien u op een bepaald perceel gebruik wilt maken van een hogere fosfaatgebruiksnorm, bent u verplicht op de Gecombineerde opgave de PAL-waarde (grasland) of de Pw-waarde (bouwland) van het perceel in te vullen. Daarvoor moet u over een grondmonster beschikken dat op 15 mei 2014 niet ouder is dan vier jaar. Het belang van fosfaatdifferentiatie is groot. Het verschil in norm tussen percelen met een hoge en percelen met een lage fosfaattoestand bedraagt 15 kg op grasland en 25 kg op bouwland. Wanneer op grasland de PAL-waarde lager is dan 16 of op bouwland de Pw-waarde lager dan 25, is er sprake van fosfaatarme of fosfaatfixerende grond. In dat geval geldt een fosfaatgebruiksnorm van 120 kg per ha per jaar. De extra hoeveelheid fosfaat mag in de vorm van dierlijke mest, andere organische mest (bijv. compost) en anorganische mest (kunstmest) gegeven worden. Vaststelling toeslagrechten kan gewijzigd worden Na opmerkingen van de Europese Commissie over de wijze van vaststelling van de perceelsoppervlaktes heeft Nederland in 2010 een nieuw registratiesysteem ingevoerd. Bij veel landbouwers leidde dit ertoe dat de perceelsoppervlaktes kleiner werden vastgesteld. Dit had in een aantal gevallen ook als gevolg dat men niet meer alle toeslagrechten kon benutten. Dit kwam niet doordat de landbouwer bepaalde gronden niet meer gebruikte, maar louter door het nieuwe registratiesysteem. Volgens Dienst Regelingen bepaalt de EG-wetgeving dat toeslagrechten die voor 1 januari 2009 aan landbouwers zijn toegewezen, op 1 januari 2010 definitief zijn geworden. Aanpassing van het aantal rechten bij een gelijke totale waarde is daarom niet mogelijk. Naar aanleiding van een hoger beroepszaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie hoe de betreffende regelgeving uitgelegd moet worden. De advocaat-generaal van het Europese Hof heeft onlangs een advies uitgebracht, dat doorgaans leidend is in de uitspraak van het hof. Volgens dit advies moet een herberekening van de toeslagrechten uitgevoerd worden als het referentiebedrag over een te groot aantal hectaren is verdeeld. Het wachten is nu op de uitspraak van het Europese Hof, waarna het CBb nog een uitspraak zal moeten doen. Bouwwerkzaamheden leiden tot afwijzing bedrijfstoeslag Een landbouwer verzocht in 2011 om uitbetaling van zijn toeslagrechten en gaf daarvoor 3 percelen blijvend grasland op met een totale oppervlakte van 1,47 ha. Dienst Regelingen constateerde echter dat één perceel, groot 0,53 ha, werd gebruikt als bouwplaats en wees daarom dit perceel geheel af. Aangezien de afgekeurde oppervlakte groter dan 20% van de goedgekeurde oppervlakte was, werd de bedrijfstoeslag geheel afgewezen. Omdat de landbouwer opzettelijk een verkeerde opgave had gedaan, werd hij daarnaast voor een bedrag van 2.650 aan steun uitgesloten. Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) wees de duidelijke luchtfoto van het perceel uit dat het werd gebruikt voor de opslag van bouwmaterialen en grond en niet in gebruik was als blijvend grasland. Omdat de luchtfoto duidelijk was, zag het CBb niet in waarom Dienst Regelingen een controle ter plaatse had moeten uitvoeren om tot een juiste oppervlaktevaststelling te kunnen komen. Het betreffende perceel was terecht in zijn geheel niet aangemerkt als subsidiabele landbouwgrond. Het beroep van de landbouwer werd ongegrond verklaard. 3

Deze uitspraak vermeldt niet hoelang het perceel in gebruik is geweest als bouwplaats. Landbouwgrond mag namelijk maximaal 90 dagen per jaar voor niet-landbouwactiviteiten worden gebruikt en blijft dan wel subsidiabel. In een soortgelijke zaak oordeelde het CBb dat Dienst Regelingen enkel op basis van een luchtfoto, een momentopname, niet mocht concluderen dat de niet-landbouwactiviteiten gedurende meer dan 90 dagen hadden bestaan. De afwijzing was daarmee onvoldoende onderbouwd. Als een perceel wel is opgegeven voor uitbetaling van de bedrijfstoeslag en de niet-landbouwactiviteiten duren langer dan 90 dagen, kan het perceel teruggetrokken worden uit de aanvraag. Dit verzoek moet tijdig per brief naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden gestuurd. Tip Twijfelt u aan de subsidiabiliteit van een perceel, vraag dan geen uitbetaling van toeslagrechten op dit perceel aan. Daarmee beperkt u het risico dat de gehele aanvraag wordt afgewezen. Blijvend of tijdelijk grasland In de Gecombineerde Opgave wordt verschil gemaakt tussen tijdelijk en blijvend grasland. Onder tijdelijk grasland wordt gras verstaan dat in de vruchtwisseling is opgenomen. Het gras wordt niet langer dan vijf jaar aaneengesloten geteeld. Als het gras vijf jaar of langer niet in de vruchtwisseling is meegenomen, is er sprake van blijvend grasland. Of het om blijvend of tijdelijk grasland gaat, is van belang voor de stikstofgebruiksnorm. Voor blijvend grasland geldt in veel gevallen een hogere stikstofgebruiksnorm dan voor tijdelijk grasland. Hier is in ieder geval sprake van bij volledig maaien. Ook in het GLB-beleid wordt er verschil gemaakt tussen blijvend en tijdelijk grasland. De oppervlakte blijvend grasland in Nederland mag niet meer dan 5% dalen ten opzichte van de referentieoppervlakte, gebaseerd op 2012. Dit wordt landelijk in de gaten gehouden. Als de oppervlakte meer daalt dan deze 5%, moet Nederland op bedrijfsniveau maatregelen nemen om de oppervlakte blijvend grasland weer op niveau te krijgen. De feitelijke situatie is uiteindelijk bepalend voor de vraag of er sprake is van blijvend of tijdelijk grasland, niet welke gewascode er wordt gebruikt in de Gecombineerde opgave. Hebben percelen de hoofdfunctie landbouw? Alleen percelen waar landbouw de hoofdfunctie is, komen in aanmerking voor uitbetaling van toeslagrechten. Dit is niet het geval voor percelen met een hoofdzakelijk recreatieve, verkeerskundige, infrastructurele of industriële functie (bijv. parken, sportvelden, onverharde landingsbanen en hobbyweides). Het afgelopen jaar heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), de hoogste rechter in deze, diverse uitspraken gedaan over de vraag wat de hoofdfunctie van een bepaald perceel was. Het ging daarbij met name om percelen in de directe nabijheid van landingsbanen van vliegvelden. Het CBb nam in haar beoordeling steeds mee in hoeverre de landbouwer bij de landbouwactiviteiten hinder ondervond van de intensiteit, aard, duur en planning van de niet-landbouwactiviteiten. In een geval was contractueel bepaald dat het gras twee maal per jaar moest worden gemaaid tot een omschreven maximale lengte, telkens op twee in het contract bepaalde opeenvolgende weekenden. Het maaien moest in die weekenden worden uitgevoerd, ongeacht de weersomstandigheden. Het gras mocht niet te drogen blijven liggen, maar moest vrijwel direct worden afgevoerd. In dit geval oordeelde het CBb dat de landbouwactiviteiten teveel werden gehinderd door de andere activiteiten. Het perceel kon daarom niet gebruikt worden voor het uitbetalen van toeslagrechten. In andere gevallen oordeelde het CBb dat de landbouwer zich weliswaar moest houden aan voorschriften van de verkeersleiding, maar verder zelfstandig beslissingen over het beheer kon nemen. Het was in die gevallen daarom niet terecht dat de gehele oppervlakte van de percelen afgekeurd was. Wel toeslagrechten en geen grond Er zijn bedrijven die geen grond in gebruik hebben, maar wel over toeslagrechten met speciale voorwaarden beschikken. Deze rechten kunnen benut worden door het houden van dieren. Deze situatie komt vooral voor in de vleeskalversector. Deze bedrijven zullen echter in 2015 geen nieuwe betalingsrechten toegewezen krijgen, als zij dan nog steeds geen grond in gebruik hebben. Evenmin zullen zij in aanmerking komen voor de overgangsregeling, zodat zij in het geheel geen bedrijfstoeslag meer ontvangen 4

Voor deze bedrijven is het daarom raadzaam uiterlijk begin 2015 grond in gebruik te hebben. Daarbij maakt het niet uit of dit grond in eigendom, pacht of losse huur is. Geadviseerd wordt om minimaal 1 hectare in gebruik te nemen. Het moet daarbij wel gaan om echte landbouwgrond. Positief advies op derogatieverzoek De Europese Commissie wil Nederland ook voor de periode 2014-2017 derogatie verlenen. Zij stelt daartoe het Nitraatcomité, waarin alle Europese lidstaten zitting hebben, voor in te stemmen met een derogatie van 250 kg stikstof uit graasdierenmest per hectare per jaar. Lagere norm voor zand- en lössgebied Deze derogatie geldt voor heel Nederland met uitzondering van het centrale en zuidelijke zandgebied en het lössgebied. Voor deze uitzonderingsgebieden wordt derogatie voor het gebruik van 230 kg voorgesteld. De reden hiervoor is dat in het zuidelijke zand- en lössgebied de kwaliteit van het grondwater nog niet voldoet aan de Nitraatrichtlijn en dat in het centrale zandgebied nog teveel overschrijdingen van die norm op individuele meetpunten worden geconstateerd. Het centrale zandgebied bestaat uit zandgronden in Overijssel, Gelderland en Utrecht en het zuidelijke zandgebied uit zandgronden in Noord Brabant en Limburg. Minimaal 80% grasland Bedrijven die gebruik willen maken van derogatie moeten minimaal 80% grasland in het bouwplan hebben (was 70%). Uit wetenschappelijke berekeningen zou namelijk blijken dat voor klei- en zandgrond geen deugdelijke onderbouwing bestaat voor 250 kg stikstof uit dierlijke mest als maar 70% van het bedrijfsoppervlak uit grasland bestaat. Beslissing door Nitraatcomité Het voorstel van de Europese Commissie zal op 23 april besproken worden in het Nitraatcomité. Na aanvaarding van het voorstel kan een formele derogatiebeschikking gegeven worden. Voorafgaande aan behandeling van het voorstel wil de commissie nog wel een positieve uitspraak van de Tweede Kamer over het mestbeleid, met name waar het gaat om het voortzetten van dierrechten voor varkens en pluimvee en het invoeren van een stelsel voor verantwoorde groei van de melkveehouderij. Hiermee moet worden voorkomen dat het nationale plafond voor fosfaatproductie (namelijk 172 miljoen kg per jaar) wordt overschreden. Vijfde Actieprogramma Het afgelopen najaar heeft het kabinet een maatregelenpakket in het kader van het vijfde actieprogramma gepresenteerd. Dit programma kan rekenen op de volledige instemming van de Europese Commissie. Daarbij gaat het onder andere om: aanpak via equivalente maatregelen (bijvoorbeeld de kringloopwijzer), een opbrengstafhankelijke stikstofnorm voor graan, herstelbemesting bij extreme neerslag, vrijstelling bovengrondse aanwending (gericht op kringloopboeren ), aanwending van drijfmest ter bestrijding van winderosie (veenkoloniaal gebied en Texel) en een vrijstelling voor het vernietigen van de graszode in verband met infrastructurele werken. Verduidelijking vrijstelling regionale mestafzet In het stelsel van verplichte mestverwerking is een uitzondering op de mestverwerkingplicht opgenomen voor bedrijven die het gehele mestoverschot afzetten in de regio. In februari is in de wetgeving, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014, de uitdrukkelijke voorwaarde opgenomen dat de mest direct en zonder tussenopslag moet worden aangewend op de landbouwgrond van de afnemer. Hiermee wordt voorkomen dat de mest in een opslag terecht komt en vervolgens in de handel kan worden gebracht. De volgende voorwaarden gelden voor de vrijstelling: Het bedrijf dat de mest afneemt ligt hemelsbreed maximaal 20 kilometer vanaf de productielocatie. De afnemer wendt de overgedragen dierlijke meststoffen direct en zonder tussenopslag aan op zijn landbouwgrond. Het gehele bedrijfsoverschot wordt via deze vrijstelling afgevoerd. Er mogen meerdere afnemers zijn, mits deze elk aan de voorwaarden voldoen. Het bedrijfsoverschot is in het betreffende kalenderjaar maximaal 25% van de totale mestproductie. Er wordt vooraf een schriftelijke overeenkomst afgesloten met de afnemer. Deze overeenkomst moet bewaard worden in de administratie en hoeft niet naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te worden gezonden. Op het vervoersbewijs dierlijke meststoffen moet de opmerkingscode 71 ingevuld worden. Deze vrijstelling kan gecombineerd worden met de zogenaamde boer-boer-regeling, waarbij de mest zonder wegen en bemonsteren kan worden afgevoerd. Ook bij deze regeling moet de mestproducent minimaal 75% van de fosfaatproductie op het eigen bedrijf kunnen plaatsen. De afstand tussen de productielocatie en de losplaats mag dan echter hemelsbreed niet meer dan 10 kilometer zijn. 5

Cultuurgrondvrijstelling bij WOZ-beschikking Gemeenten sturen jaarlijks een WOZ-beschikking, waarop de waarde van de onroerende zaken vermeld staat. Wettelijk is geregeld dat de waarde van bepaalde onroerende zaken buiten aanmerking wordt gelaten. Een belangrijke vrijstelling geldt voor bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, ten behoeve van de land- of bosbouw. Gemeenten stellen nogal eens dat deze vrijstelling niet van toepassing is. Er wordt bijvoorbeeld gesteld, dat er geen sprake is van een bedrijfsmatige exploitatie of dat de betreffende grond geen agrarische bestemming heeft. Van bedrijfsmatige exploitatie is sprake, indien door een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid aan het maatschappelijk productieproces wordt deelgenomen, met het oogmerk daarmee winst te maken. Deze exploitatie hoeft niet door de eigenaar zelf plaats te vinden. De vrijstelling kan ook van toepassing zijn als de grond in gebruik is bij derden. Het hof heeft onlangs geoordeeld dat het ontbreken van een agrarische bestemming niet in de weg hoeft te staan voor toepassing van de vrijstelling. Het perceel behoorde tot een recreatiepark. De eigenaar van het park kon echter aantonen dat het perceel door een naburige schapenhouder beweid was met schapen. Volgens het hof was daarom de vrijstelling wel van toepassing. Stikstofdifferentiatie suikerbieten en fritesaardappelen op kleigrond Agrarische ondernemers die in de afgelopen drie jaren bovengemiddelde opbrengsten hadden van suikerbieten of fritesaardappelen op klei, mogen extra stikstof gebruiken. De extra norm voor suikerbieten is 15 kg stikstof per hectare, voor aardappelen 30 kg stikstof per hectare. De aardappelrassen waar het om gaat zijn te vinden in de tabellenbrochure Mestbeleid 2014-2017. Voor de extra stikstofgift gelden de volgende voorwaarden: De suikerbieten en fritesaardappelen moeten rechtstreeks of door tussenkomst van een gespecialiseerd sorteerbedrijf geleverd worden aan de verwerkende industrie, die er producten voor menselijke consumptie van maakt. De gemiddelde gewasopbrengst over de laatste drie jaren moet voor suikerbieten meer dan 75 ton per hectare zijn, voor aardappelen meer dan 50 ton per hectare. De aanmelding moet jaarlijks uiterlijk voor 15 mei ingediend worden via Mijn Dossier. In de administratie moeten gegevens bewaard worden over de afgelopen drie jaren, namelijk welke fritesaardappelen er zijn geteeld, het aantal hectares kleigrond dat met het fritesaardappelras of suikerbieten is beteeld, de hoogte van de gewasopbrengst en de afnemers van de gewassen. Strengere eisen brandveiligheid stallen Vanaf 1 april 2014 moeten nieuw te bouwen stallen voldoen aan strengere eisen voor brandveiligheid. Deze maatregel is begin 2013 aangekondigd en onlangs vastgelegd in het Bouwbesluit. Hiermee is invulling gegeven aan politieke toezeggingen om het aantal stalbranden en het aantal dieren dat daarbij omkomt fors te verminderen. De volgende eisen zijn in het Bouwbesluit opgenomen: Bij nieuwbouw moet iedere technische ruimte minimaal 60 minuten brandwerend zijn. Bij nieuw- en verbouw moeten constructieonderdelen van en aankleding in stallen tenminste voldoen aan brandklasse B (was brandklasse D). Dit betekent dat de materialen beter bestand moeten zijn tegen brand en daarom meestal duurder zijn. De aanpassing van het Bouwbesluit geldt voor nieuwbouw of verbouw van stallen, maar heeft geen gevolgen voor bestaande stallen. Nieuwe regels gebruik antibiotica Vanaf 1 maart 2014 geldt een nieuwe regeling voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij. In beginsel mogen alleen dierenartsen nog antibiotica toedienen. Deze middelen mogen niet meer op bedrijven aanwezig zijn. Alleen onder strikte voorwaarden mogen houders van dieren zelf antibiotica toepassen en een beperkte voorraad hiervan op het bedrijf houden. 6

Voorwaarden zelf toedienen van antibiotica De voorwaarden voor het zelf mogen toedienen van antibiotica, die door de dierenarts worden geleverd, zijn: De houder van de dieren sluit een schriftelijke overeenkomst met een dierenarts. De houder van de dieren moet alle diergeneeskundige zorg afnemen van de dierenarts waarmee hij een overeenkomst heeft afgesloten. Hij moet de dierenarts toegang verlenen tot alle ruimten met dieren en inzage geven in de diergeneesmiddelenadministratie. De dierenarts moet het bedrijf met een minimale frequentie bezoeken, daarbij de algehele gezondheidstoestand van de dieren beoordelen en het antibioticagebruik evalueren. Varkensbedrijven moeten minimaal eenmaal per maand bezocht worden, bedrijven met vleeskalveren of melkveerunderen minimaal eenmaal per drie maanden en vleeskuiken-bedrijven eenmaal per ronde dat een koppel wordt opgezet. Er moet een bedrijfsdossier worden bijgehouden met onder meer de verslagen van de bedrijfsbezoeken, een bedrijfsbehandelplan en een bedrijfsgezondheidsplan. Op het bedrijf mag maar een beperkte hoeveelheid antibiotica voorradig zijn. Hoofdregel is dat alleen antibiotica op het bedrijf aanwezig mag zijn om een behandeling af te maken. Uitzondering Er is een uitzondering gemaakt voor houders van minder dan 5 varkens, vleeskalveren of melkveerunderen, minder dan 250 vleeskuikens en houders van andere dieren. Deze houders mogen zelf antibiotica toedienen, mits zij handelen conform het behandeladvies van de dierenarts. 7

Belangrijke data 1 april t/m 15 mei 2014 Gecombineerde opgave 2014 1 april t/m 15 mei 2014 Aanvragen steun voor vezelgewassen 1 april 2014 Openstelling subsidie SDE+ 15 mei 2014 Uiterste datum aanmelding stikstofdifferentiatie suikerbieten en fritesaardappelen op kleigrond 15 mei 2014 Uiterste datum melding overdragen beheereenheid (SNL-subsidie) CONTACT Bezoekadres Burg. Smitsweg 6 5398 JV Maren-Kessel Contactgegevens Tel. 0412-61 07 67 Fax. 0412-61 08 68 info@vmb-advies.nl www.vmb-advies.nl K.v.K. nr. 17138902 BTW nr. 8100.52.374.B.01 8