oordeel ,3 66,3 10,1 2, ,9 48,7 15,4 0 Tabel 3: Beoordeling van liederen uit eigen repertoire in % per categorie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "oordeel 1 2 3 4 -- - + ++ 1997 21,3 66,3 10,1 2,2 1992 35,9 48,7 15,4 0 Tabel 3: Beoordeling van liederen uit eigen repertoire in % per categorie"

Transcriptie

1 Inleiding Kunnen kinderen in het basisonderwijs goed zingen en leren wij het hen op de juiste wijze aan? Om na te gaan hoe het gesteld is met de zangkwaliteit van de leerlingen uit het basisonderwijs heb ik me eerst verdiept in de uitslagen van het PPON-onderzoek. Zij vermelden hierover het volgende: Ook in deze peiling bleek weer hoe verassend weinig bepaalde basisprincipes voor het klassikale zangonderwijs, als het aangeven van de juiste toon en het laten overnemen van deze toon door de klas, worden gehanteerd. Als er al een toon werd aangegeven, werd dat lang niet altijd op correcte wijze uitgevoerd. Soms werd een verkeerde toonhoogte gekozen, andere keren werd een hele zin voorgezongen en niet de begintoon. Het overnemen van de juiste begintoon kwam in 1992 in 6% van de gevallen voor. In 1997 is dat 4%, waarbij niet is beoordeeld of de toon ook werkelijk goed werd overgenomen. Een juiste uitvoering van de gehele procedure van toon aangeven en laten overnemen door de groep en de leerlingen vervolgens na een beginteken zelfstandig het lied laten uitvoeren is zelfs niet één keer waargenomen. De beoordeling van de prestaties vond plaats op een vierpuntsschaal: 1 (--) voldoet helemaal geen resultaat, geen goede elementen niet: 2 (-) voldoet niet: resultaat niet bereikt, wel enkele goede elementen 3 (+) voldoet: resultaat komt wel tot stand, maar niet in één keer of met onvolkomenheden 4 (++) voldoet ruim: resultaat komt tot stand, nauwelijks of geen onvolkomenheden Er werden voor de lieduitvoering vier elementen beoordeeld: zuiverheid, stemgebruik, articulatie en voordracht. Bij het totaaloordeel werd zuiverheid zwaarder gewogen dan de andere elementen. In Tabel 3 wordt het resultaat weergegeven in percentages per oordeel. Het is duidelijk dat slechts een klein aantal groepen een redelijke beoordeling krijgt. Dat was in 1992 ook al zo en we mogen dus concluderen dat er weinig is veranderd. oordeel ,3 66,3 10,1 2, ,9 48,7 15,4 0 Tabel 3: Beoordeling van liederen uit eigen repertoire in % per categorie Het nieuwe lied Het tweede aspect in de klassikale sessie was het aanleren en uitvoeren van een nieuw lied. Dit nieuwe lied is speciaal voor dit doel gecomponeerd. Het bevat ritmische en melodische elementen die het goed mogelijk maken de zangkwaliteiten van een klas 12- jarigen in korte tijd te achterhalen. Het bevat enkele lastige maten zowel ritmisch als melodisch. De procedure om het lied aan te leren was van tevoren uitgetest en gestandaardiseerd. Het lied is in principe in de toegemeten tijd (ruim 20 minuten) voldoende te leren om het goed te kunnen uitvoeren, mits een klas tot op dat moment redelijk zangonderwijs heeft genoten. Een klas die weinig of kwalitatief slecht zangonderwijs heeft gehad zal met de van tevoren vastgelegde instructie niet in één keer een goede zangprestatie kunnen leveren. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 1 -

2 In Tabel 4 zijn de prestaties weergegeven die zijn behaald, onderscheiden naar de vier aspecten: zuiverheid, stemvorming, articulatie en voordracht. Het is onmiddellijk duidelijk dat het predikaat 'voldoet ruim' aan geen enkele groepsprestatie is toegekend. Alleen op het aspect 'articulatie' wordt door de meerderheid van de groepen een voldoende resultaat behaald. Bij de andere aspecten komt het percentage scholen dat als voldoende wordt beoordeeld niet verder dan 20%. oordeel zuiverheid 29,1 52,7 18,2 0,0 stemvorming 21,8 58,2 20,0 0,0 articulatie 3,6 12,7 83,6 0,0 voordacht 30,9 49,1 20,0 0,0 Tabel 4: Beoordeling van de zangprestaties voor het nieuw geleerde lied Het zal niet verbazen, dat het totaal oordeel, waarin het aspect 'zuiverheid' het zwaarste weegt, er toe leidt dat niet meer dan 18% op een schaalwaarde van 3 uitkomt. In Tabel 5 is deze score weergegeven, afgezet tegen die van Hoewel de eindbeoordeling in 1992 enkele procenten lager uitviel, mogen we gezien het kleine verschil niet echt van een ander resultaat spreken. Het totaalbeeld van de zangkwaliteit is nog steeds zeer zwak oordeel ,1 52,7 18,2 0, ,9 48,7 15,4 0,0 Tabel 5: Totaalbeoordeling van de zangprestaties voor het nieuwe lied in 1997 en 1992 Zoals blijkt uit het bovenstaande verhaal blijkt dat het niet al te best gesteld is met de kwaliteit van het zangonderwijs op de basisscholen. Voor deze scriptie heb ik me daarom de vraag gesteld: hoe leer je kinderen spelenderwijs goed zingen? Met opzet koos ik voor het woordje spelenderwijs, omdat ik me ervan bewust ben dat door middel van droge oefeningen op het gebied van zangtechniek, kinderen niet erg gemotiveerd zullen zijn om mee te doen. Door spelenderwijs bezig te zijn met het verbeteren van de zangstem, zullen kinderen enthousiaster worden, meer durven en zo leren de zangstem beter te gebruiken. Voor een goede theoretische basis zal ik me eerst verdiepen in het stemapparaat. Vervolgens ga ik kijken naar de ontwikkeling van de kinderstem op het gebied van spraak en zang, stemproblemen en manieren om de stem op een goede manier te gebruiken. Wanneer dit mij helder is, haal ik het praktijkcomponent erbij. Naar aanleiding van mijn bezoek aan een logopediste en een zangpedagoge zal ik aangeven welke oefeningen en spelvormen er zijn ter bevordering van de (zang)stem. Hierbij aansluitend zal ik de door mij gegeven lessen bespreken en hoop ik het geheel af te kunnen sluiten met een antwoord op de door mij gestelde vraag. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 2 -

3 Hoofdstuk 1 De stem De stem is iets van jezelf, iets persoonlijks. Als je kijkt naar andere instrumenten dan zie je dat muzikanten er vaak jaren over doen om een eigen persoonlijke klank te ontwikkelen. Bij de stem gaat dat vanzelf. De klank is er vanaf het zingen van de eerste noot. Je krijgt het mee bij je geboorte. Als je zingt kun je je nergens achter verschuilen. Dit maakt het zingen eng voor de meeste mensen. Je zingt vanuit je lijf, je hebt geen instrument om achter te kruipen, je hebt niets in je handen. Daarnaast is de stem is ook een kwetsbaar instrument. Wanneer je kou gevat hebt en verkouden bent is de stem niet optimaal. Door het eten van bepaald voedsel en het drinken van bepaalde dranken neemt de kwaliteit ook af. Hier kom ik later nog op terug. Nu eerst een belangrijke vraag: wat is de stem en hoe werkt deze eigenlijk? Je kunt het zingen van een toon vergelijken met een ballon. Wanneer je lucht in een ballon blaast en het tuitje strak trekt en de lucht langzaam laat ontsnappen, dan hoor je geluid. Zo gaat het ook met de stemplooien (ook wel stembanden genoemd). Omdat ze er meer als plooien uitzien en ook zo bewegen, gebruik ik liever het woord stemplooien. Als je naar figuur 1 kijkt dan zie je twee doorsneden van het hoofd, de mond en de keel. Wanneer je gaat zingen haal je adem waardoor er lucht in je luchtpijp komt. Je longen dienen als een soort motor. Er is druk veroorzaakt doordat de stemlippen gesloten zijn. Door het laten ontsnappen van plofjes lucht, gaan de stemlippen trillen. Het strottenklepje gaat open en de huig gaat omhoog. Het strottenhoofd en de stemplooien noemen we ook wel eens de generator. Vervolgens gaat de lucht door naar de keel-, mond- en neusholte, die samen de klankkast vormen. Hiermee wordt bepaald hoe de toon uiteindelijk klinkt. We noemen dit ook wel de resonator. Door je tong, je onderkaak of je lippen, samen ook wel articulatoren genoemd, van stand te veranderen zorg je voor een klankverandering. Figuur 1: Twee doorsneden van het hoofd Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 3 -

4 Wanneer je met een keelspiegeltje je mond ingaat, kun je kijken in je keelholte. Het wordt dan zichtbaar wat er precies gebeurt met je stembanden en je strottenhoofd wanneer je een noot zingt. Zie figuur 2. Figuur 2: keelholte en stemplooien Wanneer je gewoon ademhaalt, is de stemspleet, die door de stemlippen gevormd wordt open. Wanneer je wilt zingen, sluit de stemspleet zich. Er ontstaat druk waardoor de stemlippen in beweging worden gebracht. Er ontsnappen kleine plofjes lucht die samen door de trilling het geluid tot stand brengen. Afhankelijk van de toonhoogte, veranderen de stemplooien van dikte en lengte (figuur 3). Figuur 3: Ademen en spreken/ zingen De stemplooien van meisjes en vrouwen zijn iets langer dan 1 centimeter. De stembanden van mannen zijn ongeveer 2 centimeter. Dit verschil heeft te maken met de hoogte van de stem. Je kunt denken aan snaren van een instrument. Hoe strakker gespannen, hoe korter de snaar, hoe hoger de toon klinkt. 1.1 Stemhoogte De stemhoogte van de man is bijna altijd lager dan die van de vrouw (zie figuur 5). Het verschil in stemhoogte veroorzaakt door de stemplooien. Omdat te kunnen begrijpen eerst een stukje uitleg. Stemplooien zijn spierweefsels die bedenkt zijn met slijmvlies net als de binnenkant van je wangen. Als ze gezond zijn hebben ze een bleekwitte kleur. Dit kun je weer controleren met de keelspiegel zoals in figuur 2. Om hoger of lager te kunnen zingen moeten de stemplooien van dik en slap naar dun en sterk kunnen veranderen. Deze verandering is mogelijk omdat de stemplooien aan twee bewegelijke kraakbeentjes vastzitten (figuur 4). Deze kraakbeentjes, ook wel bekerkraakbeentjes, kunnen draaien en op en neer bewegen. De bekerkraakbeentjes horen bij je strottenhoofd waar ook je stemplooien inzitten. Bij een man kan je het strottenhoofd goed zien bewegen als hij slikt. Bij vrouwen en kinderen is dit moeilijker. Toch kun je het wel voelen als je je hand op je keel legt. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 4 -

5 De bekerkraakbeentjes zitten aan de achterkant van het strottenhoofd vast. Van daaruit lopen de stemplooien naar voren door en zijn bevestigd aan de binnenkant van het schildkraakbeen. Bij mannen kun je dit schildkraakbeen herkennen door de adamsappel. Het schildkraakbeen zit vlak boven het ringkraakbeen. Deze kunnen een beetje scharnieren. Als het schildkraakbeen nou naar voren beweegt en het ringkraakbeen iets naar achteren, dan worden de stemplooien uitgerekt en kun je een hogere toon zingen. Dit kun je mooi zien in figuur 5. Aan de bovenkant van het schildkraakbeen is door middel van een gewrichtsvlak het strottenklepje bevestigd. Doordat het stemapparaat tijdens het slikken afgesloten wordt van de luchtpijp, wordt voorkomen dat er voedsel in de luchtpijp terechtkomt. Figuur 4 & 5: Doorsnede van de keel/ Uitrekken van de stemplooien Wanneer we de mannenstem onderverdelen dan hebben we van laag naar hoog: de bas, de bariton, de tenor. Bij vrouwen is dat: de alt, de mezzosopraan en de sopraan. Wanneer ik dit in een tekeningetje laat zien dan kun je meteen het woordje bijna verklaren. Sopraan a c 3 Mezzo f bes 2 Alt d a 2 Bas C/D/E c/d/e 2 Bariton F/G f/g 1 Tenor A/Bes a/b/c 2 Figuur 6: De mannen- en vrouwenstem Je ziet dat de mannen en vrouwenstemmen een soort overlap maken. Omdat vrouwen van de 17 e tot eind 18 e eeuw niet in kerkkoren mochten zingen, namen mannen deze rol over. Deze hele hoge mannenstemmen noemen we de coutertenors of castraten. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 5 -

6 Hoe hoog iemand kan zingen heeft ook te maken met de verschillende soorten registers. Wanneer je laag zingt en je glijdt langzaam omhoog dan hoor je op een bepaalde plaats een overgangsbreuk. Je gaat dan over van je borststem naar je kopstem. We noemen dit ook wel de stembreuk. De lage noot die je zingt begint in het modaal-/ of borstregister. Ga je omhoog, over de stembreuk heen dan kom je in het falset-/ of kopregister. Wanneer je laag zingt trillen je stemplooien helemaal. Ga je over de stembreuk en bereik je de kopstem, dan bewegen alleen de randen van de stemplooien. De klank krijgt een hele andere kleur, een ander timbre. De countertenor zingt nog boven de kopstem. Er zijn vrouwenstemmen die dit ook kunnen. Dit noem je coloratuursopranen. Wanneer je praat doe je dat met je borstregister. Wanneer je zingt hangt het gebruik van de registers af van de muziekstijl. Zo zingen mannen en niet klassieke zangers vaak in hun borstregister, terwijl klassieke zangers veelal hun falset- of kopregister gebruiken. Gekoppeld naar de basisschool zou je kunnen zeggen dat leerkrachten vaak moeite hebben met de toonhoogte waarop kinderen zingen. Dit komt omdat kinderen veelal zingen in hun falsetregister terwijl leerkrachten vaak hun borstregister gebruiken. 1.2 Stemvolume Naast verschillende toonhoogtes heeft iedereen ook een ander stemvolume. Dit stemvolume is afhankelijk van de hoeveelheid lucht die je gebruikt. Hoe meer lucht, hoe groter de plofjes lucht zijn die ontsnappen, hoe sneller de stemplooien gaan trillen en hoe harder de toon klinkt. Naast de hoeveelheid lucht die nodig is om harder te kunnen zingen, zul je ook iets meer moeten weten van boventonen. Wanneer je een snaar aanslaat van bijvoorbeeld een gitaar dan trilt deze snaar 110 keer per seconde. Dit noemen we de grondtoon. Tegelijkertijd trilt elke helft van de snaar twee keer en elk derde deel drie keer zo snel. Dit noemen we de boventonen (figuur 7). Figuur 7: Grondtoon en boventonen Elke toon produceert een herkenbare grondtoon en zachter klinkende boventonen. Zo gaat het ook met de stem. De stemplooien van een vrouw trillen ongeveer 250 keer per seconde terwijl die van de man 125 keer per seconde trillen. Dikkere stemplooien, zoals die van de man trillen langzamer waardoor er een lager geluid ontstaat. Maar hoe kan het nu dat de één harder kan zingen dan de ander? Ook de stem kent een grondtoon maar net als bij de gitaar trillen ook delen van de stemplooien sneller. Hoe meer van deze boventonen aanwezig zijn, hoe krachtiger de stem klinkt. Een bepaalde groep boventonen, de zangersformant genoemd, zorgt ervoor dat de stem dragend en indringend wordt is te trainen met resonantieoefeningen. Hier kom ik in hoofdstuk 4 op terug. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 6 -

7 Hoofdstuk 2 De ontwikkeling van de stem Voor zang is een ontwikkeling nodig op verschillende gebieden. Deze staan tevens in verbinding met een aantal domeinen. Goed zingen is namelijk niet alleen muziek maken maar ook het luisteren naar en bewegen op muziek. Hierdoor ontstaat ritmegevoel en wordt een muzikaal gehoor ontwikkeld, wat ervoor zorgt dat kinderen kritisch naar hun eigen maar ook naar andermans stemgeluid kunnen luisteren. Ze leren wat zuiverheid is en kunnen dit ook toepassen in samenzang. Het bewegen op muziek draagt naast een ritmegevoel ook bij aan het kijken naar elkaar. Goed kijken en luisteren zorgt ervoor dat kinderen tegelijkertijd in kunnen zetten en kunnen stoppen. Zoals gezegd zijn de genoemde domeinen verbonden met verschillende ontwikkelingsgebieden. Dit zijn: De verstandelijke ontwikkeling : fantasie, improvisatie, taalbegrip en gebruik. De emotionele ontwikkeling : fantasie, sfeer en persoonlijke aandacht. De sociale ontwikkeling : op de beurt wachten, rekening houden met elkaar. De zintuiglijke ontwikkeling : het gehoor. De motorische ontwikkeling : alle aspecten van motoriek, van klein tot groot. De muzikale ontwikkeling : stimuleren tot meezingen. De verstandelijke ontwikkeling, is belangrijk want zingen is spreken, het voortbrengen van klanken. Wat betreft de emotionele sfeer kan ik zeggen dat sfeer bepalend is voor het zich durven geven en de creativiteit om zelf een liedje te improviseren. Tijdens het zingen zul je rekening moeten houden met elkaar. Het samen beginnen, tegelijk zingen en afstemmen van volume en toonhoogte zijn zaken die te maken hebben met de sociale ontwikkeling. Om te kunnen horen of datgene wat je zingt zuiver en gelijk is, zul je meer moeten weten van de zintuiglijke ontwikkeling. Het gehoor speelt daarin een belangrijke rol. Daarnaast is ritme van belang. Je moet gevoel voor ritme en maat hebben om gelijk met de groep te kunnen zingen. Dit is een aspect van de motorische ontwikkeling. En tot slot de muzikale ontwikkeling. Deze is van belang voor het aanvoelen, kritisch luisteren en het meedoen wanneer er muziek klinkt. Hoe elke ontwikkeling tot stand komt zal ik in dit hoofdstuk bespreken. Ik heb een verdeling gemaakt in twee paragrafen. In de eerste paragraaf gaat het vooral om de verstandelijke ontwikkeling waarin de spraak centraal staat. De tweede paragraaf richt zich op de overige ontwikkelingsgebieden. Daarin al onder andere naar voren komen hoe de stem zich ontwikkelt en hoe de andere ontwikkelingsgebieden hiermee in verbinding staan. 2.1 Verstandelijke ontwikkeling De spraakontwikkeling beslaat ongeveer de periode van 0 t/m 8 jaar. Om een beeld te krijgen van deze ontwikkeling, heb ik een overzicht gemaakt. Daarin onderscheid ik 2 fasen; de preverbale en de verbale fase. De preverbale fase is de tijd voor het werkelijk kunnen praten en loopt over in de verbale fase waarin het kind goed kan spreken. Per fase heb ik een onderverdeling gemaakt deelfases waarbij ik aangegeven heb wat er zich in deze tijd ongeveer afspeelt. Dit is belangrijk te weten omdat je bij het zingen met kinderen moet weten of ze begrijpen wat ze zingen. Als je weet hoe de spraakontwikkeling van het kind is, wordt het makkelijker om aan te sluiten bij het niveau van het kind. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 7 -

8 De preverbale fase 0 6 weken : we noemen dit ook wel de preliguale fase. De belangrijkste activiteiten zijn eten, slapen, kijken, grijpen en huilen. Om duidelijk te maken dat het iets wil, zal de baby dit kenbaar maken door contact te zoeken met de ogen en te gaan huilen. Hiermee geeft het te kennen dat het behoefte heeft aan iets en spoort de mensen zo aan tot handelen. Het onderscheiden van geluid en taal leert de baby waarschijnlijk al tijdens de zwangerschap. Toch blijven de belangrijkste communicatiemiddelen voor een baby, wiegen, aankijken, knuffelen en vasthouden. 6 weken 4 maanden : vocaliseren. Het kind produceert klinkerachtige geluiden zoals ah en uh. Ook tevredenheidsgeluidjes worden nu geproduceerd. 4 8 maanden : Kinderen beginnen te brabbelen. Vaak zijn dit dezelfde soort geluiden zoals ggg, tata of bfff. Je ziet ook veel dat korte klankcombinaties ontstaan waarbij een klinker vooraf gegaan wordt van een medeklinker. Je noemt dit syllaben. Via herhaling en variatie komt het vaak tot vocalisaties als: dadamamadada. Het is een fase waarin geen sprake is van communicatie gerichtheid. Het bezig zijn met zichzelf is hier nog het belangrijkste. Het kind begint de opvoeder nu ook na te bootsen. Er ontstaat een soort vicieuze cirkel omdat de opvoeder vaak hetzelfde doet als het kind maanden : het kind gaat over in het sociaal brabbelen. Klanken uit de omgeving worden overgenomen en de zinsmelodie wordt geïmiteerd. Door de combinatie van luisteren, brabbelen en imiteren leert het kind woorden te begrijpen. Na het woordbegrip kan het ook zelf woorden gaan gebruiken. Vaak is er daarbij eerst sprake van echolalie, waarbij het kind een woord nazegt zonder de inhoud te begrijpen. De verbale fase maanden : Het kind kan nu enkele woorden noemen. Wanneer hij/ zij een vraag wil stellen dan wordt er verschil gemaakt in intonatie. Het woord wordt dan op een vragende manier genoemd. Een voorbeeld kan zijn: eten? Waarmee bedoeld wordt: Gaan we eten? Het antwoord geven gebeurt vaak nog door te schudden en te knikken met het hoofd. Bij meerlettergrepige woorden zie je dat de onbeklemtoonde lettergreep vaak wegvalt net als medeklinkers aan het begin van een woord. Tomaat wordt zo maat en daar wordt daa. Clusters van medeklinkers aan het begin of aan het eind van woorden vormen ook vaak een probleem. Met clusters van medeklinkers bedoel ik meerdere medeklinkers achter elkaar zoals; ng, sch, rd of br. Een woord als schoen wordt dan algauw soen. 15 maanden 2 jaar : Het gebruik van één woord is overgegaan in tweewoordzinnen. Het kind geeft met twee woorden aan wat hij/ zij bedoelt. Met hondje lopen wordt bijvoorbeeld bedoeld: het hondje loopt. Met het bereiken van de Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 8 -

9 2-jarige leeftijd, is de woordenschat ongeveer uitgebreid tot 270 woorden. Ook in deze fase wordt gebruik gemaakt van de vragende intonatie. In plaats van het schudden met het hoofd wordt nu vaak het woordje niet gebruikt vooraf- of achterafgaand de genoemde woorden. Je krijgt dan bijvoorbeeld: niet jajo aan wat de radio moet niet aan betekent. Je ziet dat bepaalde klinkers nog vervangen of zelfs weggelaten worden. Het woordje stoel wordt dan bijvoorbeeld: toel. 2 3 jaar : De fase van meerwoordzinnen is aangebroken. Hoewel de woordenschat nu razendsnel toeneemt en de uitspraak van medeklinkers verbeterd is, wordt veelal nog alleen gebruik gemaakt van werkwoorden en zelfstandige naamwoorden. De uiting is belangrijker dan de vorm. De ik- en jij-vorm worden gebruikt maar niet altijd goed toegepast. Zo zal het kind zichzelf nog veel met jij aanspreken. Meervouden worden gebruikt door er een s achter te plaatsten en verleden tijd krijgt zijn vorm door achter werkwoorden de of te te zetten. Het gebruik van voorzetsels begint waarbij meestal eerst begonnen wordt met op en in. Het eerste voegwoord dat het kind leert tussen het tweede en derde levensjaar is en. Deze fase van praten is nog vooral gekenmerkt door imitatie en herhaling waarbij het kind niet alleen anderen maar ook zichzelf napraat en herhaalt. 3 4 jaar : Het kind begrijpt veel en kan ook al veel vertellen. Losse klanken vormen geen probleem meer, met uitzondering van s, l en r. Hier blijft het kind vaak nog wel even moeite mee houden. Langzaam worden taalregels toegepast. Werkwoorden kunnen over het algemeen goed vervoegd worden al komen er nog wel vergissingen in voor, net als bij de uitspraak van medeklinkerverbindingen. Tot een leeftijd van 4 5 jaar is het normaal dat onregelmatige werkwoorden nog verkeerd vervoegd kunnen worden. Kopen wordt in de verledentijd dan koopte in plaats van kocht. Fouten in de voltooide tijd komen ook nog voor tot een jaar of 6. Lidwoorden en voorzetsels worden nu ook meer gebruikt. Ook dit is niet altijd op de juiste manier. Omdat het kind sneller denkt dan zijn/ haar gedachten aankunnen, wil het nog wel eens gebeuren dat er veel herhalingen voorkomen in de kindertaal. Het lijkt op stotteren maar dit is het niet. Het worden normale onvloeiendheden genoemd. Ook kunnen kinderen omdat ze het juiste woord niet kunnen vinden, zelf een nieuw woord gaan verzinnen. Dit wordt neologisme genoemd. 4 6 jaar : In deze periode wordt gebruik gemaakt van de woorden als dan, want, omdat en wat als wat tot gevolg heeft dat de zinnen langer worden. Daarnaast begrijpt het kind haast alle taalregels en kan hij ze over het algemeen ook consequent toepassen. De medeklinkers worden ook goed gebruikt al blijven de s, l en r nog moeilijk. De voorzetsels die in de vorige fasen nog moeilijker toe te passen waren, worden nu goed gebruikt. Abstracte begrippen beginnen zich te ontwikkelen. De woordenschat, Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen - 9 -

10 het zinsbegrip en de woordvinding zijn van zodanig niveau dat je kan spreken van het voltooien van het semantisch aspect (semantiek = betekenis). Op de leeftijd van 5 6 jaar wordt daarnaast ook verwacht dat kinderen woorden in een goede volgorde kunnen zeggen. Wanneer een woord correct gevormd kan worden dan is het fonologische aspect bereikt. Het morfologische aspect waarin kinderen leren werkwoorden op de juiste wijze te vervoegen (ook onregelmatige werkwoorden) strekt zich uit tot na het 6 e levensjaar. Circa 8 jaar : De ontwikkeling van de articulatie is voltooid. Alle grammaticale zinsconstructies zijn aanwezig maar worden nog niet foutloos gebruikt. Zinnen die nog problemen opleveren zijn veelal passieve of ontkennende passieve zinsconstructies die beginnen met een voegwoord. Bijvoorbeeld: Omdat het regende kwam de bakker niet langs. Zo rond het 11 e levensjaar wordt het pragmatische aspect bereikt. Kinderen kunnen op hun beurt wachten, zich verplaatsen in de ander en aansluiten bij wat de ander zei. Ze kennen ze het gebruik van een gebod, een hint maar weten ook het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 2.2 Er is nog meer nodig Na het lezen van hoofdstuk 1 over de stem, weet je een beetje hoe het stemapparaat in elkaar zit. Wat iemand bereik is hangt af van de grootte van het strottenhoofd en de stemplooien. Deze verschillen per geslacht en per leeftijd. Kinderen hebben een klein strottenhoofd met korte stembanden die snel trillen en hoge tonen voortbrengen. Bij alle kinderen begint de stem ongeveer op dezelfde toonhoogte. Toch zit er een verschil in bereik als je kijkt naar de kinderen in de onderbouw en kinderen in de bovenbouw. Hieronder heb ik voor de duidelijkheid een overzicht gemaakt waarin je kunt lezen wat het bereik van de kinderen is per leeftijd. Om de stem zo goed mogelijk te gebruiken is het goed dat de leerkracht op basis van deze gegevens liedjes zoekt die aansluiten bij het bereik van de betreffende leeftijd. 3 5 jaar : bereik van d 1 tot b 1 (lage d t/m de b = 6 noten) jaar : bereik van c 1 tot c 2 (lage c tot hoge c = 1 octaaf) jaar : bereik van c 1 tot d 2 (octaaf + 1 noot) jaar : bereik van a tot f 2 (van de lage a onder de centrale c t/m de f in het 2 e systeem = octaaf + 5 noten) Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

11 Als de omvang van de liedjes meer is dan het bereik van de betreffende leeftijd aangeeft dan bestaat de kans dat de stem geforceerd wordt. Om een precies beeld te krijgen hoe kinderen zich op zowel muzikaal als motorisch, emotioneel, sociaal, zintuiglijk gebied ontwikkelen, heb ik net als bij de spraakontwikkeling de gehele ontwikkelingsloop op een rijtje gezet: Prenataal : De ontwikkeling op muzikaal gebied vind al voor de geboorte plaats. In de 20 e week is zowel het gehoororgaan als het auditieve deel van de hersenen volledig ontwikkeld. Tijdens muziek kan de moeder voelen dat de baby beweegt. De baby kan in dit stadium zowel horen als reageren. Doordat de huid van de baby gevoelig is, kunnen ouders al voor de geboorte contact maken met de baby. Het contact is het meest intens wanneer de blote buik wordt aangeraakt. Doordat moeder en baby één zijn, zal de baby precies de stemming van de moeder kunnen ervaren. Wanneer dit gekoppeld wordt aan het draaien van muziek, dan herkent de baby dit ook na de geboorte. Rustgevende muziek voor de moeder zal na de geboorte ook een rustgevend effect hebben op de baby. In de buik heeft de baby deze muziek immers al ervaren. Muziek die gedraaid wordt wanneer de moeder emotioneel is, kan na de geboorte bij de baby ook emoties oproepen. Hetzelfde is ook al eens getest door de hartslag van de moeder op te nemen. Na de geboorte bleek de baby door het vertrouwde geluid rustig te worden. Het is als ouders dus mogelijk al voor de geboorte een band met het kind te krijgen. Hiervoor zijn ook liedjes beschikbaar. Deze sluiten aan bij de belevingswereld van het kind. Zoals uit het voorgaande ook al bleek, is herhaling belangrijk zowel voor als na de geboorte. Het kind voelt en herkent. 0 6 maanden : Door het zingen van liedjes en aanraken van de baby wordt het contact intensiever. Voor de baby zijn de talige en muzikale ontwikkeling nauwelijks te onderscheiden. Het experimenteren met geluiden is dan ook van belang voor het praten en voor het zingen. Rond de 4 e en 5 e maand gaat de baby zichzelf ontdekken. Door liedjes te zingen en een beweging te maken zal de baby langzaam leren te imiteren. Het aanbieden van één beweging is al meer dan genoeg. Een kind kan niet alles tegelijk opnemen. In deze fase is de emotionele ontwikkeling heel belangrijk. Wanneer het kind zich gaat hechten dan ontstaat de basisveiligheid, die het fundament is voor de rest van de ontwikkeling maanden : Deze fase wordt gekenmerkt door de overgang van zitten naar staan. De fijne motoriek ontwikkelt zich en het kindje leert in de handen te klappen. Tijdens het zingen wordt nog steeds aangeraden één beweging te kiezen. Langzaam neemt de belangstelling voor geluiden toe. Het kind zal eerst goed luisteren voordat het een geluid imiteert of een ander geluid of beweging laat zien. Door hem/ haar kennis te laten maken met geluidsmakende middelen zoals muziekinstrumenten en luisterspelletjes, wordt de luisterontwikkeling gestimuleerd. Omdat kinderen in deze fase maar in staat is te luisteren naar één geluid, is het aan te raden niet mee te praten wanneer je iets laat horen. Zelfgemaakte klanken worden nu omgezet naar de moedertaal, Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

12 waarin klinkers en medeklinkers een rol spelen. De eerste woordjes komen en er wordt geëxperimenteerd met gorgelen, hoog gillen, laag brommen en het nabootsen van ritme en toonhoogte. Bij het voorzingen van liedjes is het belangrijk rustig en duidelijk te spreken. De imitatie zal zo sneller op gang komen. 1 1 ½ jaar : Kinderen leren onderscheid maken tussen vertrouwde en nieuwe personen. Het contact kan op positieve wijze beïnvloed worden door al zingend samen te spelen. De sociale en motorische ontwikkeling maken op deze leeftijd grote sprongen. Er wordt veel bewogen op de muziek. Het klappen zal nog niet op tijd zijn. Dit komt omdat de motoriek nog niet in voldoende mate ontwikkeld is. Door liedjes voor te zingen wordt nader kennis gemaakt met melodie en ritme. Accenten spelen hierbij ook een belangrijke rol. Het kind probeert aan de hand hiervan woorden op verschillende toonhoogtes te zeggen. Het zelf zingen van liedjes is vaak nog onzeker en onzuiver. Bekende stukjes en slotwoorden worden al meegezongen. 1 ½ - 2 jaar : Het kind is in deze fase motorisch erg actief. Luisteractiviteiten zijn erg belangrijk maar het kind geniet nu ook van het zelf doen! Melodietjes en ritmes worden zelf geïmproviseerd. Het zit tussen het praten, zingen en neuriën in. Maatgevoel is iets wat het kind van nature heeft. Door de nog onvoldoende ontwikkelde motoriek, is het niet in staat dit gedurende het hele lied vol te houden. Wel wordt nog steeds veel bewogen op muziek. Langzaam ontstaat er meer controle over de stem. Tweetoonsliedjes kunnen meegezongen worden. 2 3 jaar : De sociale ontwikkeling staat centraal. Door de ouders na te doen toont het zijn medeleven. De motoriek is nu in zoverre ontwikkelt dat het kind mee kan lopen in de maat. Ook leert het eenvoudige muziekinstrumenten bespelen. Hierdoor worden naast de kleine motoriek ook de luistervaardigheid (klinkt het zuiver of juist niet) en de oog hand coördinatie ontwikkelt. Luisteractiviteiten als wel/ geen muziek, harde en zachte geluiden sluiten hier mooi bij aan en kunnen nog steeds goed geoefend worden. Het kind kent inmiddels veel woorden. Emotioneel is het nu hevig in ontwikkeling. Door het egocentrisme kan het nog moeilijk met anderen spelen waardoor heftige emoties loskomen. Door muziek kan het kind deze emoties uiten. Vaak zie je dit in het eindeloos zingen en praten in bed. Door de toegenomen woordenschat gaat het kind ook experimenteren met rijm. Onzinliedjes zijn op deze leeftijd erg in trek. Luisterend kunnen de kinderen qua moeilijkheid meer aan dan zingend. De oermelodie kan nu wel geheel zuiver gezongen worden. Door eenvoudige liedjes te zingen worden de stemplooien getraind. 3 4 jaar : Op deze leeftijd is het kind beter in staat zich aan regels te houden en te wachten op zijn beurt. Emoties worden geuit door hard te zingen of hard op een eenvoudig instrument te spelen. Door te leren een instrument te bespelen, kan het kind op deze leeftijd een absoluut gehoor ontwikkelen. Het onderbreken van de muziek kan voor het kind een concentratieoefening zijn. Wanneer de muziek klinkt mag het lopen, anders staat het stil. Door het afwisselen van Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

13 tempo en volume maakt het kind kennis met begrippen als hard/ zacht, langzaam en snel. De fijne motoriek is nu aardig ontwikkelt. De vingers kunnen al redelijk soepel bewegen en kunnen mee tikken op een liedje. De articulatie gaat soms beter tijdens het zingen dan tijdens het spreken. Door middel van ademspelletjes, zoals het wegblazen van pluisjes of het uitblazen van kaarsjes, wordt de ademcontrole ontwikkeld. Kinderen van deze leeftijd zijn in staat zelfstandig liedjes te zingen. Wanneer alleen flarden van liedjes meegezongen worden dan kan het zijn dat het repertoire te moeilijk is of dat het kind lui wordt omdat de ouder mee blijft zingen. Het kind van deze leeftijd wil zelf en het is van belang dat deze mogelijkheid hem ook geboden wordt. 4 5 jaar : Een kind van deze leeftijd heeft een zodanig ontwikkelde motoriek dat het makkelijk ritmes mee kan tikken. Daarnaast is het in staat een register van toonhoogten te onderscheiden. 5 6 jaar : Op deze leeftijd is het geheel duidelijk wat harder en zachter is en kan dit ook toepassen. Ook kunnen verschillen en overeenkomsten aangegeven worden in makkelijke tonale (in een bepaalde grondtoon) en ritmische patronen. 6 7 jaar : De zuiverheid is nu echt goed ontwikkeld. Liedjes in een bepaalde grondtoon (tonaal) kunnen beter waargenomen worden dan liedjes die niet in een bepaalde grondtoon staan (atonaal). 7 8 jaar : Kan nu duidelijk verschil aangeven tussen een harmoniërende en een valse/ onzuivere klank. 8 9 jaar : De ritmiek wordt nu beter. Met zingen kan het kind hierdoor makkelijker in de maat blijven jaar : In deze fase kan het kind ritmisch waarnemen. Ook wordt het melodisch geheugen verbeterd waardoor liedjes makkelijker herkend worden. Doordat het op deze leeftijd ook gevoel krijgt voor cadensen, kan gevarieerd worden in een muziekstuk jaar : Begrip voor harmonie ontstaat. Er kunnen nu ook tweestemmige liedjes en canons gezongen worden. 12 tot 15 jaar : In de puberteit treedt er een snelle groei op van het strottenhoofd en worden de stemplooien langer. De stem van het meisje daalt ongeveer drie en die van een jongen ongeveer 8 tonen, dus een volle octaaf (= afstand tussen 8 noten). Dit lager worden van de stem wordt ook wel mutatie genoemd en vindt plaats tussen het 12 e en 15 e levensjaar. Het strottenhoofd groeit uit wat bij de jongens vaak te zien is aan een vooruitstekende adamsappel. Bij jongens is deze mutatie erg stormachtig. De groei is intensiever waardoor een grotere bloedtoevoer nodig is. Het weefsel is hierdoor vaak gezwollen en rood. Door een onvolledige stemplooisluiting klinkt de stem onstabiel en hees. Het overslaan van de stem duurt ongeveer 6 maanden. Bij meisjes gaat de groei wat minder opvallend. Het strottenhoofd groeit minder intensief en verandert de stem in dat opzicht dat hij wat voller en lager gaat klinken. De stemomvang van een volwassene beslaat meestal zo n 2 octaven. Ook hierin zit weer verschil tussen bereik van mannen en vrouwen. Hiervoor verwijs ik naar hoofdstuk 1, figuur 6. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

14 Hoofdstuk 3 Stemproblemen In dit hoofdstuk bespreek ik welke stemproblemen voorkomen bij kinderen van de basisschool. In de eerste paragraaf zal ik me richten op de oorzaken en gevolgen van stemmisbruik. In de tweede paragraaf ga ik in op het onderwerp brommers. 3.1 Stemhygiëne Stemhygiëne is het goed gebruiken van de stem. Dingen die niet goed zijn voor je stemplooien, zoals schreeuwen, overmatig kuchen, hoesten, keel schrapen, hard fluisteren en het nadoen van typetjes door middel van stemmetjes, moet je zoveel mogelijk proberen te vermijden. Door kinderen uitleg te geven over te stem en te vertellen dat de stem beschadigd door stemmisbruik, kun je proberen om de bovengenoemde dingen te voorkomen. Je kunt de kinderen ook een lawaaikaart geven. Deze kaart visualiseert wat slechte dingen zijn voor de stem. Om kinderen zelf bewust te laten worden van hun stemgebruik en de leerkracht ook een beeld te geven, zal een kind deze kaart kunnen invullen. Hij/ zij moet dan aangeven of het stemmisbruik dat het plaatje aangeeft voor hem/ haar vaak, soms of niet van toepassing is. Worden de stemplooien wel aangetast en beschadigd dan spreken we van stemproblemen of stemstoornissen. Stemproblemen kun je herkennen door een rijtje kenmerken: 1. Wilde lucht een soort waas over het stemgeluid 2. Een hese of schorre stem 3. Een te hoge of te lage stem 4. en overslaande stem 5. Een te zachte of te luide stem 6. Veel keelpijn 7. Niet lang kunnen praten doordat hij/ zij veel en vaak keelpijn heeft, veel hoest, schraapt en vaak vermoeid is in de hals. Iedereen is wel eens verkouden, maar als het langer duurt dan 3 weken dan is het verstandig de stem eens te laten onderzoeken. Wanneer een stem niet goed gebruikt wordt en er beschadigingen optreden dan spreek je van stemmisbruik. De stemplooien kunnen beschadigd zijn en niet meer goed functioneren. De oorzaak hiervan kan organisch of functioneel van aard zijn. Voor de duidelijkheid heb ik deze even op een rijtje gezet: Organische oorzaken 1. Een aangeboren afwijking aan de stem, zoals ongelijke stemplooien. 2. Een erfelijke aanleg voor stemplooiknobbeltjes. Naast erfelijkheid zijn er dan vaak andere factoren in het spel die deze laten ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn: - luchtverontreiniging - verkeerd stemgebruik - medische afwijkingen zoals een schildklierafwijking of chronische ademhalingsproblemen - binnen het gezin overschreeuwen van gezinsleden om zichzelf waar te maken - gedragscode - invloed van rook, alcohol of andere giftige stoffen - het willen voeren van de boventoon 3. Door verkoudheid. De stembanden worden vaak rood en dik en willen niet meer zo snel trillen. De stem klinkt hierdoor wat schor en lager dan anders. 4. Door een afwijking in de neus, wardoor het kind door de mond gaat ademen, wat tot gevolg heeft dat de keel uitdroogt en de kans op ontstekingen toeneemt. Meestal gaat dit samen met een slappe spiertonus, een ingezakte houding. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

15 5. Aandoeningen aan de luchtwegen (CARA, Astma enz.) 6. Longafwijkingen Functionele oorzaken 1. Verkeerd roepen, gillen of schreeuwen 2. Persen op de keel 3. Kuchen en schrapen van de keel 4. Stemmetjes nadoen 5. Praten in een lawaaierige omgeving overschreeuwen 6. Te hoog en te hard praten Binnen de functionele oorzaken zouden de volgende factoren ook een rol kunnen spelen: 1. Psychische factor: het kind is bang, gespannen of onzeker. Er kan sprake zijn van een verstoorde relatie tussen ouder en kind of het onveilig voelen van een kind binnen de groep. 2. Emotionele stoornissen: agressie of angst kunnen zorgen voor overmatig stemgebruik. Anderen willen overschreeuwen door eigen onzekerheid bijvoorbeeld. 3. Nabootsing: Kinderen kunnen verkeerde gewoonten overnemen van leerkrachten, ouders, vriendjes of vriendinnetjes. Onthoud altijd goed als leerkracht dat jij de voorbeeldfunctie hebt. Probeer dus in elk geval zelf op een goede manier gebruik te maken van de stem. Voorkom schreeuwen of praten met een te hoge en te harde stem! 4. Gehoorverlies: kinderen die last hebben van het gehoor of een gedeelte van het gehoor verloren hebben zijn vaak geneigd harder te gaan praten. 5. Gebrek aan concentratie. Het kind zal op deze manier eerder geneigd zijn om te gaan praten. Het kan zijn dat hij/ zij grappig wil zijn en stemmetjes nadoet. Kuchen en keelschrapen zijn ook dingen die kinderen vaak doen om de aandacht op hen te vestigen. 6. Kinderen met gedragsproblemen. Doordat deze zich vaak willen waarmaken of agressief zijn, hebben ze een hard en gespannen stemgeluid wat kan leiden tot heesheid. De meeste kinderen van de basisschool die bij de logopediste terechtkomen met stemproblemen, hebben stemproblemen van functionele aard. Dit heeft te maken met een slechte stemhygiëne. Ze overschreeuwen zichzelf, doen stemmetjes na, kuchen, schrapen en hoesten overmatig of fluisteren hard. Deze kinderen zijn vaak meteen te herkennen aan een schorre of hese stem. Vaak hebben deze kinderen last van: Een droge mond Vermoeidheid na lang spreken Keelpijn Keelschrapen, hoesten en/of een kriebel in de keel Als gevolg van functionele stemstoornissen kunnen uiteindelijk organische veranderingen plaatsvinden. Kinderen kunnen dan last krijgen van: Stembandoedeem: dat is een vochtopeenhoping in de stemplooien. Je kunt denken aan een soort blaar. De stem wordt hierdoor lager en hees. Stembandknobbels: Op de stemplooien komen verdikkingen. Hierdoor kunnen de stemplooien niet meer goed sluiten en ontstaat een hese stem. Stembandpoliepen: dat zijn goedaardige gezwellen op de stembanden waardoor de stembanden verdikt zijn, niet goed kunnen sluiten en een hees geluid ontstaat. Chronische keelontsteking: de stemplooien zijn rood en opgezwollen. Als een kind last heeft van de stem en er wordt ontdekt dat deze stembandpoliepen of knobbeltjes heeft, dan kunnen deze door logopedie oefeningen verholpen worden. Soms vind er een operatie plaats. Na de operatie moeten dan ook oefeningen gedaan worden. Hiermee wordt voorkomen dat de poliepen en knobbeltjes terugkeren. Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

16 Het is belangrijk als leerkracht te voorkomen dat er stemproblemen ontstaan bij kinderen. Bij het zingen en spreken kun je als leerkracht letten op de juiste houding en ademhaling. Kinderen die moeite hebben met spreken op normaal volume kun je belonen wanneer zij hun stem goed gebruiken. Zoals aangegeven kun je hen ook een lawaaikaart geven zodat zij zichzelf bewustworden van hun stemgebruik. Als er sprake is van een spannende of emotionele situatie in de klas moet je proberen de rust te bewaren. Spanning kan een nadelige invloed hebben op het stemgebruik. Rust in de klas onder het werken zal tevens tot gevolg hebben dat de kinderen vanuit zichzelf minder hard gaan praten. Let er ook op dat kinderen niet teveel hoesten, kuchen of hun keel schrapen. Je kunt een verkouden kind een bekertje water aanreiken zodat het wat kan drinken als het een kriebel in de heeft. Wegslikken is beter dan kuchen! Ook het tijdig snuiten van de neus is belangrijk omdat het kind dan weer beter door de neus kan ademen. Mondademhaling zorgt namelijk voor uitdroging en keelirritaties. Forceer de stem niet tijdens het zingen. Geef als leerkracht het goede voorbeeld en zing op de juiste toonhoogte. Kinderen die verkouden zijn moeten hun stem niet forceren. Door te gaan fluisteren wanneer ze hees zijn, zullen ze hun stem alleen maar meer beschadigen. Als leerkracht het verstandig kinderen met echte stemproblemen, in overleg met de ouders, door te verwijzen naar een logopedist. In de klas kan de leerkracht het kind dan wel ondersteuning geven door erop te letten of het kind de stem op de juiste wijze gebruikt. Natuurlijk kan een leerkracht tenslotte ook altijd adem- en stemspelletjes doen met de kinderen. In hoofdstuk 6 kom ik hier op terug. 3.2 Brommers In elke klas kunnen ze voorkomen; brommers. Een brommer is iemand die meestal op een lagere toon meezingt dan de anderen. Sommige kinderen mompelen alleen maar laag en binnensmonds waarbij de toon soms helemaal wegvalt. Het kan ook zo zijn dat kinderen wel met gewoon volume meezingen. In een enkel geval zingt een kind de melodie te laag maar wel zuiver mee. Veelal gebeurt het echter dat brommers te laag zingen en door het nemen van te kleine intervallen ook de zuiverheid niet kunnen bewaren. Zij vallen daardoor ook onmiddellijk op. Wat kan je hier als leerkracht aan doen en wat zijn de oorzaken voor deze manier van zingen? Hoewel ik deze paragraaf in het hoofdstuk stemproblemen geplaatst heb, is dit niet de enige oorzaak. Het kan zijn dat een kind dat bromt, moeite heeft met de concentratie. Hij/ zij kan nog niet zo goed luisteren. Een andere oorzaak kan zijn dat het muzikale gehoor van het kind nog onvoldoende getraind is. Wanneer de meester/ juf een toon aangeeft waarop begonnen wordt, zal dit kind moeite hebben met het overnemen van deze toon en hierdoor lager beginnen dan de rest van de groep. Brommen kan ook het gevolg zijn van onvoldoende beheersing over het stemapparaat. Deze kinderen hebben vaak moeite met zingen en/ of het spreken. Ze zijn minder getraind en hebben hierdoor meer moeite met het volgen van een melodie of het overnemen van een toon. Wanneer ook de spraak problemen geeft, zal het kind meer binnensmonds gaan mompelen. Hij/ zij is immers niet gewend de stem te gebruiken. Om dit voor te zijn is het ook altijd goed om kinderen te blijven stimuleren. Je kunt dit als ouders doen door boekjes voor te lezen, liedjes met de kinderen te zingen en muziek te laten horen en hen mee te laten bewegen. Door luisteren, praten en zingen wordt zowel de stem als het muzikale gehoor van het kind ontwikkelt. Natuurlijk zal het overnemen van een toon en het zingen van melodieën aan het begin niet foutloos gaan maar doordat het kind in contact komt met muziek zal dit zich in de loop der jaren ontwikkelen. Zoals gezegd is ook stembederf, zoals teveel schreeuwen en voortdurend te laag zingen, een oorzaak van brommen. Door gewenning zullen zij moeite hebben op andere toonhoogtes te zingen. Dit zingen op lage toon kan te maken hebben met ouders/ Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

17 leerkrachten die kinderen lage liedjes voorzingen of door het draaien van liedjes met lage melodieën. Stemmisbruik, zoals schreeuwen, beschadigd de stemplooien waardoor kinderen geen sturing meer hebben over het stemapparaat. Er is een zodanige beschadiging opgetreden dat het kind niet meer op de juiste toonhoogtes mee kan zingen. Brommen is het gevolg. Een laatste oorzaak is de moeilijkheid tot aanpassen. Dit kan zijn door egocentrisme, nervositeit, agressiviteit of bedeesdheid wat vaak gekoppeld is aan een gevoel van onvermogen. Kinderen die egocentrisch zijn zullen niet toegeven dat zij verkeerd zingen. Zij zullen voortdurend van de groep verwachten dat zij zich aanpassen. Wanneer nervositeit de oorzaak is dan zal een kind meer moeite hebben om sturing te krijgen over het stemapparaat. Door zenuwen wordt de stem onstabieler wat kan leiden tot onzuiver zingen. Angst om te zingen kan ook tot gevolg hebben dat een kind alleen maar bromt of binnensmonds mompelt. Het kan ook voorkomen dat een kind agressief is. Door agressie kan een kind weigeren normaal mee te zingen. Ook kan het zijn dat het kind wel meezingt maar veel te luid en op andere toonhoogte. Het zal de groep in geen geval volgen. Een laatste, niet veel voorkomende oorzaak is er fysiek iets niet in orde met het kind waardoor het niet in staat is om zich aan te passen aan de groep. Je kunt hierbij de denken aan keel- neus- of oorafwijkingen. Veelal zal dit kind doorverwezen worden naar een specialist. Voordat ik doorga met de aanpak van brommers, eerst alle oorzaken nog even onder elkaar: 1. Geen goede concentratie 2. Het muzikale gehoor is onvoldoende getraind 3. Onvoldoende beheersing over het stemapparaat 4. Stembederf, zoals schreeuwen en vaak en te lang te laag zingen 5. Moeilijkheden tot aanpassen door nervositeit, agressie, bedeesdheid en egocentrisme. Voor het helpen van brommers zijn er verschillende mogelijkheden. Het is in ieder geval belangrijk om goed te luisteren. Wanneer je de klas een toon over laat nemen, probeer dan ook eens alle kinderen om de beurt te laten nazingen. Bij jonge kinderen is het belangrijk veel complimenten te geven. Ze zijn vaak bang om te zingen en door een compliment kunnen ze een succeservaring krijgen waardoor ze een volgende keer minder angst hebben om iets voor te zingen. Ook bij oudere kinderen is complimenten geven belangrijk. Het verschil tussen jonge en oudere kinderen is alleen dat oudere kinderen eerder ongeïnteresseerd gedrag vertonen en noten expres verkeerd nazingen. Een compliment zou in dit geval leiden tot het herhalen van dergelijk gedrag. Het wordt toch goedgekeurd. Bij oudere kinderen is het belangrijk dat wanneer je tonen over laat nemen, je de kinderen zelf vraagt of de nagezongen toon hoger of lager was dan die van de docent. Wanneer de brommer niet in staat is de juiste toon over te nemen dan kan de docent de toon die de brommer zong voor kunnen zingen en hem/haar deze toon laten herhalen. Vaak lukt dit wel en zo zie je dat aan het gehoor van de brommer niets mankeert. Een volgende stap is een toon te kiezen die dicht bij de toon van de brommer ligt. Zo kan je stapje voor stapje het bereik van de brommer uitbreiden. Geef wel complimenten, ook oudere kinderen hebben hier behoefte aan! Afkeuren heeft alleen maar tot gevolg dat de leerling de volgende keer helemaal geen moeite meer doet om iets goed te doen. Een negatieve ervaring draagt bij tot een gevoel van onvermogen of afkeer. Bij jongere kinderen zou je ook met geluiden kunnen werken. Je doet dit dan vaak in spelverband. De toeter van een boot maakt bijvoorbeeld een lager geluid dan een muis die piept. Als de brommer de muis nadoet en een hogere toon aangeeft dan bij de boot, dan is er opnieuw een stukje gewonnen. De brommer heeft hiermee aangegeven hoger te kunnen. Ook hiermee kan je langzaam werken aan uitbreiding van het stembereik. Spelletjes om het gehoor te trainen, liedjes waarop kinderen zelf mogen bewegen, spreekteksten en spelletjes voor concentratie en reactie zijn ook een manier om brommers te helpen. Voor concrete voorbeelden verwijs ik naar hoofdstuk 6 waarin Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

18 spelvormen besproken worden. Door het gehoor te trainen zullen ze beter kunnen aangeven of een toon hoger of lager klinkt. Doordat ze dit weten, ze er een voorstelling van kunnen maken, zal de toon ook beter overgenomen kunnen worden. Concentratie en reactiespelletjes zorgen ervoor dat een kind minder afgeleid is wanneer de leerkracht een begintoon laat horen. Door de concentratie zal hij/ zij een toon beter kunnen plaatsen en over kunnen nemen. Concentratie is ook noodzakelijk bij bewegingsspelletjes. Kinderen krijgen een fragment te horen. Door fragmenten te kiezen met tegenstellingen, met de nadruk op toonhoogtes, leert het kind tegenstellingen herkennen. Herkennen draagt bij aan een goede toepassing. Om kinderen die bang zijn verder te helpen zijn spreekspelletjes een uitkomst. Door te improviseren en de beurt te wisselen zullen kinderen over hun angst heenkomen. Duidelijke articulatie is hierbij erg belangrijk. Brommers die binnensmonds praten zullen zo ook leren de stem te laten dragen waardoor hij/ zij beter verstaanbaar is. Denk er wel om dat je niet teveel van een brommer vraagt per keer. Eén keer geven van een hogere toon is al een hele stap vooruit. Geef de brommer rust en ga er een volgende keer mee verder. Wanneer er meerdere brommers in de klas zitten dan is het goed deze uit elkaar te halen. Vestig nooit de aandacht op de brommers alleen. Kinderen die zich geremd voelen zullen zo helemaal angstig worden waardoor je juist het tegenovergestelde bereikt. Het is belangrijk dat de klas geconcentreerd is. Wanneer de helft niet luistert, zal nooit de goede toon overgenomen kunnen worden. Ook voor de leerkracht is concentratie nodig. Hij/ zij zal goed moeten luisteren wie meer en minder moeite heeft met het overnemen van de toon. Je kunt als leerkracht nooit verwachten dat kinderen de toon onmiddellijk goed nazingen. Ze moeten de tijd krijgen om de toon in hun gedachten te zoeken, er een voorstelling van te maken. Is dit gelukt dan het belangrijk op een afgesproken teken strak in te zetten. Dit voorkomt dat de inzet te slap en laag is. Geen teken zorgt vaak voor een willekeurige inzet waarbij sommige kinderen de toon bijtrekken tot ze op de juiste hoogte zitten. Schreeuwen moet voorkomen worden. Het is allereerst al niet goed voor de stemplooien maar het zal angstige en bedeesde kinderen daarnaast ook remmen in hun zingen. Zij trekken zich terug. Met het overnemen van de toon is het belangrijk dat er spanning opgebouwd wordt. Zoals in hoofdstuk 4, paragraaf 4.7 ook nog naar voren zal komen is herhaling heel belangrijk. Herhaling is gekoppeld aan spanning. Spanning ontstaat wanneer na het overnemen van de toon een rustmoment wordt ingebouwd. De leerkracht herhaalt de toon op een willekeurig moment waar de leerlingen wederom op reageren door hem na te zingen. Heeft een kind de eerste keer verkeerd ingezet dan krijgt het op deze manier een nieuwe kans het de volgende keer wel goed te doen. Op een spanningsmoment zal de concentratie groter worden en zal je merken dat er beter geluisterd wordt. De inzet zal zowel qua toon als qua gelijkheid verbeteren. Eén van de belangrijkste dingen is natuurlijk dat de leerkracht zelf altijd het goede voorbeeld geeft en ook duidelijk is. Wat is het teken voor de inzet? Hoe klinkt de toon en hoe articuleer je? Als de leerkracht vol enthousiasme voor de groep staat en ook de rust neemt om kinderen verder te helpen dan is de basis gelegd voor een goede sfeer, een prettig werkklimaat! Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

19 Hoofdstuk 4 Een goede stem Zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven stond, kunnen zowel kinderen als volwassen problemen hebben met hun stem door verkeerd stemgebruik. Wil je stemproblemen voorkomen dan kun je dat doen door middel van een goede adem, een goede houding en het op een goede manier gebruik maken van de stem. Dit en de invloed van voedsel en drinken kunt u onder andere lezen in dit hoofdstuk. 4.1 Houding Als je de stem goed wilt gebruiken wanneer je zingt dan is een goede houding één van de basisvereisten. De houding is van invloed op je spierspanning en je ademhaling. Een voorovergebogen slappe houding bemoeilijkt de adembeweging. De spierspanning heeft alles te maken met de houding. Spierspanning is de juiste mate van spanning in je lichaam bekeken per handeling en de mogelijkheid die ieder ogenblik te kunnen aanpassen. Bij een verkeerde houding zie je vaak een verkeerde spierspanning en omgekeerd. Spierspanning is onder te verdelen in drie groepen: 1. eutonie juiste spanning 2. hypertonie te veel spanning 3. hypotonie te weinig spanning Door een goede lichaamshouding aan te nemen kan de ademhaling zijn natuurlijke bewegingen volgen wat een plezierig en ontspannen gevoel oplevert. Wanneer je met kinderen in de basisschool zingt kan dit door te staan maar het gebeurt ook wel dat de kinderen allemaal aan hun eigen tafeltje blijven zitten. Een goede houding is dan van het grootste belang. Allereerst de staande houding. Een goede staande houding krijg je door je voeten stevig op de grond te zetten. Spreid de benen licht zodat het steunvlak vergroot wordt. Daarnaast is het belangrijk je benen, knieën, buik en billen te ontspannen. De bekken wordt iets naar voren gekanteld en de knieën krijgen een lichte buiging. Zo ontstaat er een juiste lichaamsspanning. De schouders hangen ontspannen en het hoofd staat rechtop. Je kunt een denkbeeldig touwtje doortrekken naar het plafond waar je hoofd mee verbonden is. De mond heeft een horizontale stand en de lippen zijn licht gesloten. De ademhaling is laag en gaat via de neus. Door via je neus te ademen wordt de mondholte van binnen ruim gehouden. Wanneer de kinderen blijven zitten moet je ervoor zorgen dat: de kinderen allereerst de hele zitting van de stoel gebruiken. Je gaat met je rug tegen de rugleuning zitten en zet beide benen iets gespreid naast elkaar op de grond. De armen, nek en schouders zijn ontspannen. 4.2 Ademhaling Ademhalen is bij het zingen van groot belang. Het is dezelfde manier van ademhalen die je gebruikt om goed te kunnen spreken. Voordat ik uitleg wat de beste manier van ademhalen is, zal ik iets meer vertellen over het ademhalingsapparaat. Deze bestaat uit de longen, de luchtweg en de ademhalingsspieren. De weg van de neus-, mond- en keelholte via de luchtpijp naar de longen, noemen we de luchtweg. De luchtpijp is bekleed met slijmvlies en korte trilharen die voortdurend in beweging zijn. Bij inademing gaan ze langzaam naar beneden terwijl ze bij het uitademen snel omhoog bewegen om stofdeeltjes naar buiten te laten gaan. De luchtpijp splitst zich in twee luchtpijptakken, die we de bronchiën noemen. Aan de uiteinde van deze vertakkingen zitten longtrechtertjes waarvan de wanden bestaan uit blaasjes. Hier neemt het bloed zuurstof uit de lucht op en geeft waterdamp en koolzuur af die bij het uitademen het lichaam verlaten. De longen beginnen van onderen breed en worden naar boven toe steeds smaller. Ze zitten in de borstkas die helemaal omsloten wordt. Van boven zitten Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

20 ze vast aan de sleutelbeenderen en de bovenste ribben. Van achter zijn ze bevestigd aan de schouderbladen, de wervelkolom en de ribben. Van voren worden ze vastgehouden door het borstbeen en de ribben en tenslotte worden ze van onderen door het middenrif op zijn plaats gehouden. Bij het ademhalingsapparaat horen ook ligamenten zoals ze met een mooi woord genoemd worden. Ligamenten zijn banden van bindweefsel om een gewricht die het mogelijk maken, door hun elasticiteit om ons soepel te bewegen. Ook spieren zijn van het grootste belang om goed te kunnen ademen. De spieren die je hiervoor gebruikt zijn: Middenrif Tussenribspieren Rechte buikspier Schuine buikspieren Dwarse buikspier Lange rechte rugspier De brede rugspier Genoeg over het ademhalingsapparaat. Hoe gaat het ademhalen nou in zijn werk? Bij inademing trekt het middenrif samen zodat deze afgeplat wordt (figuur 8) Figuur 8: Middenrif bij inademing Doordat het middenrif afplat wordt de buikinhoud naar beneden gedrukt waardoor de buik uitzet. De buitenste tussenribspieren hebben ervoor gezorgd dat de ribben omhoog en naar buiten gedrukt worden. De brede rugspier die via de rugwervels naar de schouders loopt en bevestigd zit aan de flanken zorgt dat deze tegelijkertijd met de ribben uitgeduwd worden. Er is nu ruimte ontstaan in de borstkas. Hierdoor ontstaat een onderdruk in de longen waardoor er gemakkelijk lucht naar binnen kan stromen. Bij het uitademen trekt de rechte buikspier de buikinhoud samen. Ook de binnenste tussenribspieren, de schuine- en dwarse buikspier spannen zich samen, waardoor het middenrif omhoog komt, de ribben en de flanken teruggaan in hun oude positie en door overdruk in de longen, de lucht naar buiten wordt geblazen. De lange rechte rugspier loopt langs de ruggengraat en zorgt ervoor dat je niet in elkaar zakt en zo de ademhaling niet verstoord wordt. Ik heb nu uitgelegd hoe het stemapparaat in elkaar zit en hoe je ademt. Toch zijn er verschillende manieren om te ademen. Zo heb je de buik- de borst en de schouderademhaling (figuur 9). Figuur 9: De ademhalingstypen Eindscriptie leraar basisonderwijs Spelenderwijs beter en meer leren zingen

Stemwerkschrift. Inhoud

Stemwerkschrift. Inhoud Stemwerkschrift Inhoud Allerlei dingen, die slecht zijn voor je stem Schreeuwen Voor je ouders Schreeuwen Schrapen en kuchen Voor je ouders Schrapen en kuchen Gekke stemmetjes nadoen Voor je ouders Gekke

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Keel-, Neus- en Oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe maakt u geluid?... 3 Stemstoornissen... 3 Oorzaken... 3 Ontsteking van de stembanden... 3 Irritatie van

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Stemproblemen bij volwassenen 2 Uw behandelend arts heeft voorgesteld om vanwege uw stemklachten een onderzoek en of behandeling door de KNO-arts te laten verrichten. Deze folder geeft u informatie over

Nadere informatie

Optimale ontwikkeling prenatale fase tot en met zes jaar

Optimale ontwikkeling prenatale fase tot en met zes jaar Optimale ontwikkeling prenatale fase tot en met zes jaar Naast het muzikale ontwikkelingsgebied (waarneming van, ontwikkeling van het muzikaal geheugen, enzovoort) is tevens zichtbaar welke muzikale gedragsvorm

Nadere informatie

K.N.O. Stemproblemen bij volwassenen

K.N.O. Stemproblemen bij volwassenen K.N.O. Stemproblemen bij volwassenen Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over stemproblemen bij volwassen personen. Als u recent bij de KNO-arts bent geweest wegens moeilijkheden met uw stem,

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen KNO-heelkunde Stemproblemen bij volwassenen Oorzaken en behandeling van een hese stem U bent bij de KNO-arts geweest i.v.m. stemproblemen. In deze folder informeren wij u over stemproblemen bij volwassen

Nadere informatie

kno specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen

kno specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen kno haarlemmermeer specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen Hoe belangrijk is spreken? Spreken is bij mensen het meest gebruikte communicatiemiddel. In veel beroepen moeten

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Keel-, Neus- en Oorheelkunde Stemproblemen bij volwassenen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe maakt u geluid?... 3 Stemstoornissen... 3 Oorzaken... 3 Ontsteking van de stembanden... 3 Irritatie van

Nadere informatie

STEMPROBLEMEN BIJ VOLWASSENEN

STEMPROBLEMEN BIJ VOLWASSENEN STEMPROBLEMEN BIJ VOLWASSENEN 1018 Inleiding U bent op de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde wegens stemproblemen. Bij stemproblemen kunt u in uw spreken en dus in uw functioneren worden belemmerd.

Nadere informatie

ZINGEN BRAINSTORM MET DE KLAS BELANGRIJK BIJ DE KEUZE VAN EEN LIED

ZINGEN BRAINSTORM MET DE KLAS BELANGRIJK BIJ DE KEUZE VAN EEN LIED ZINGEN Zang mag niet ontbreken in de BZTband XXL! Daarom zijn we op zoek naar een klas die graag samen zingt. Zing je al vaak met je klas, dan kun je meteen aan de slag. Zo niet, dan heb je hopelijk iets

Nadere informatie

Stemspreekuur Polikliniek KNO

Stemspreekuur Polikliniek KNO U hebt deze brochure ontvangen, omdat u last heeft van stemklachten. Hiervoor bent u doorverwezen naar het stemspreekuur (foniatrie-spreekuur) van het MCL. Foniatrie is een specialisme dat zich bezig houdt

Nadere informatie

Logopedie bij stemproblemen: wat nu?

Logopedie bij stemproblemen: wat nu? Logopedie bij stemproblemen: wat nu? Inleiding U bent verwezen naar de logopedist in verband met stemproblemen. Deze leert u een juiste spreek- en ademtechniek aan zodat de stemklachten verminderen. Deze

Nadere informatie

Stem Logopedie Postadres Bezoekadres

Stem Logopedie Postadres Bezoekadres Stem Logopedie Colofon Dit is een uitgave van gemeente De Ronde Venen Postbus 250 3640 AG Mijdrecht T 0297 29 16 16 E gemeente@derondevenen.nl Deze folder is er om u zo helder en duidelijk mogelijk te

Nadere informatie

SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN

SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN SPRAAK-, STEM- EN TAALSTOORNISSEN BIJ KINDEREN 541 Inleiding U bent op de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde wegens spraak- of stemproblemen van uw kind. Kinderen die slecht spreken kunnen zich vaak

Nadere informatie

KNO. Stemproblemen bij volwassenen

KNO. Stemproblemen bij volwassenen KNO Stemproblemen bij volwassenen Stemproblemen bij volwassenen In deze folder vindt u informatie over stemproblemen bij volwassenen. U kunt lezen hoe een stem functioneert en welke stoornissen er zijn.

Nadere informatie

Zorg voor eigen stem

Zorg voor eigen stem Zorg voor eigen stem Afdeling keel-, neus- en oorheelkunde Veel mensen die hun stem dagelijks (professioneel) gebruiken hebben nog weinig inzicht in de functie van de stem: om stemproblemen te voorkomen

Nadere informatie

Het voorkomen van stemstoornissen

Het voorkomen van stemstoornissen Het voorkomen van stemstoornissen Logopedie Beter voor elkaar 2 Preventie van stemstoornissen Stemhygiëne is de zorg voor een gezonde stem. Met stemhygiëne worden maatregelen bedoeld die de gezondheid

Nadere informatie

Logopedie Sophie Gortzak maart 2010

Logopedie Sophie Gortzak maart 2010 Logopedie Sophie Gortzak maart 2010 Inleiding Ik doe mijn werkstuk over logopedie omdat ik het een interessant onderwerp vond en mijn moeder is logopedist. Mijn hoofdstukken zijn: 1Wat is logopedie? 2Wie

Nadere informatie

Een operatie aan de stemplooien

Een operatie aan de stemplooien i Patiënteninformatie Dienst Logopedie & NKO Een operatie aan de stemplooien GezondheidsZorg met een Ziel De stemplooien en de stem De stemplooien bevinden zich in het strottenhoofd (ter hoogte van de

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN

PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN PATIËNTENINFORMATIE LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN LOGOPEDIE BIJ STEMPROBLEMEN Algemeen Door middel van deze informatiefolder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren over logopedie bij stemproblemen. Wij adviseren

Nadere informatie

KNO. Stemproblemen bij volwassenen

KNO. Stemproblemen bij volwassenen KNO Stemproblemen bij volwassenen Stemproblemen bij volwassenen De Keel- Neus- Oorarts heeft u onderzocht en verteld wat de oorzaak van uw stemprobleem is en wat er aan gedaan kan worden. In deze folder

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek DieDrie Lesbrief bij de voorstelling Muziekles (deel1) ±35 minuten (incl. filmpjes) (uitleg en filmpjes) Groep 3 t/m 8 Hoe? In groepjes op 1 of meer computers (met internet), of klassikaal met beamer of

Nadere informatie

Stemproblemen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Stemproblemen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Stemproblemen U heeft last van stemproblemen en bent verwezen naar het stemspreekuur. In deze folder leest u meer hierover. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Hoe belangrijk

Nadere informatie

Stemproblemen bij volwassenen

Stemproblemen bij volwassenen Stemproblemen bij volwassenen Afdeling keel-, neus- en oorheelkunde In deze folder informeren wij u over stemproblemen bij volwassenen. Hoe maakt u stemgeluid? Geluid ontstaat in het strottenhoofd (adamsappel).

Nadere informatie

PATIËNTENINFO Een operatie aan de stemplooien

PATIËNTENINFO Een operatie aan de stemplooien PATIËNTENINFO Een operatie aan de stemplooien LOGOPEDIE / NKO De stemplooien en de stem De stemplooien bevinden zich in het strottenhoofd (ter hoogte van de adamsappel), dat een verbinding vormt tussen

Nadere informatie

Stem-, spraak- en taalstoornissen

Stem-, spraak- en taalstoornissen KNO-HEELKUNDE Stem-, spraak- en taalstoornissen Oorzaken en behandeling van vertraagde taalontwikkeling bij kinderen U bent bij de kno-arts geweest i.v.m. stem- of spraakproblemen van uw kind. Deze folder

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

Uitgebreid stemonderzoek door de logopedist

Uitgebreid stemonderzoek door de logopedist Uitgebreid stemonderzoek door de logopedist 2 Uw KNO-arts heeft voorgesteld om vanwege uw stemklachten een uitgebreid stemonderzoek door de logopedist te laten verrichten. Deze folder geeft u informatie

Nadere informatie

Spraak-, stem- en taal- stoornissen bij kinderen

Spraak-, stem- en taal- stoornissen bij kinderen Spraak-, stem- en taal- stoornissen bij kinderen Deze folder geeft u informatie over stemproblemen bij kinderen. Als u recent bij een keel-, neus- en oorarts (kno-arts) bent geweest wegens spraak- of stemproblemen

Nadere informatie

Ernstig meervoudig gehandicapten. muziek

Ernstig meervoudig gehandicapten. muziek Ernstig meervoudig gehandicapten & muziek Ellen Bom Muziektherapeute De Compaan Den Haag Activiteitencentrum Kijkduin 2007 Inleiding In deze brochure wordt ingegaan op hoe muziek kan worden ingezet om

Nadere informatie

KNO. Spraak-, stem- en taalstoornissen bij kinderen

KNO. Spraak-, stem- en taalstoornissen bij kinderen KNO Spraak-, stem- en taalstoornissen bij kinderen Inhoudsopgave Inleiding... 4 Hoe belangrijk is spreken?... 4 Spraakstoornissen... 5 Articulatieproblemen...5 Stotteren...6 Stemstoornissen... 7 Kinderheesheid...7

Nadere informatie

Ik ben een heel klein muisje

Ik ben een heel klein muisje Ik ben een heel klein muisje Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Ik ben een heel klein muisje: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Massagespel... 4 Speelgoed... 4 Muisje

Nadere informatie

1. De algemeen geldende regels.

1. De algemeen geldende regels. Je kunt je stem veel leed besparen door een paar eenvoudige regeltjes te hanteren. Verkeerde gewoontes, na-apen van andere sprekers, verkeerde ideeën, geven dikwijls overbelasting van de stem. Meestal

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Spreken Wat is een dysartrie?

Spreken Wat is een dysartrie? Dysartrie 2 Dysartrie is de algemene term voor een motorische spraakstoornis als gevolg van neurologische problematiek. Deze folder is bedoeld voor patiënten met een dysartrie en hun omgeving. Er staat

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

Stembandverlamming. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Stembandverlamming. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Stembandverlamming In deze folder krijgt u informatie over wat een stembandverlamming is, welke gevolgen dit heeft en welke behandelingen er zijn. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs

Nadere informatie

Boekverslag door J woorden 27 oktober keer beoordeeld. Nederlands

Boekverslag door J woorden 27 oktober keer beoordeeld. Nederlands Boekverslag door J. 1971 woorden 27 oktober 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding Er zijn ontzettend veel verschillende problemen die mensen kunnen hebben op de wereld. Ieder huisje heeft z

Nadere informatie

Brokgevoel in de keel

Brokgevoel in de keel Brokgevoel in de keel Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0737 Inleiding U bent bij de kno-arts onder behandeling omdat u een brokgevoel in uw keel heeft. In deze folder leest u algemene informatie

Nadere informatie

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren?

Waar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren? Horen en Luisteren Horen en luisteren Horen en luisteren zijn niet hetzelfde. Horen heeft te maken met de geluiden die het oor binnenkomen; luisteren heeft te maken met wat je met die geluiden doet. Om

Nadere informatie

Hoor de trommel en de fluiten

Hoor de trommel en de fluiten Hoor de trommel en de fluiten Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Hoor de trommel en de fluiten: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Hoe klap je samen met je baby... 4 Door

Nadere informatie

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.

Leren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen. Leren praten Leren praten Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen. De rol van de ouders is heel belangrijk. Zij geven het goede voorbeeld, zij reageren

Nadere informatie

Wat is een normale ontwikkeling?

Wat is een normale ontwikkeling? Wat is een normale ontwikkeling? Van een normale ontwikkeling is sprake als een kind alle fasen doorloopt naar de volwassenheid op het gebied van fijne en grove motoriek, groei, sociale emotionele vaardigheden

Nadere informatie

Verdeling vakinhoud leerlijn muziek groep 1-8

Verdeling vakinhoud leerlijn muziek groep 1-8 Verdeling vakinhoud leerlijn muziek groep 1-8 Definities Puls: in de maat (in een vierkwartsmaat 1,2,3,4 en in een driekwartsmaat 1,2,3) Afterbeat: Op de beat speel je op de tellen 1 en 3 van de maat,

Nadere informatie

Operatie aan de stembanden

Operatie aan de stembanden Keel-, neus- en oorheelkunde Operatie aan de stembanden De KNO-arts heeft een afwijking gezien op uw stembanden. Deze afwijking kan problemen veroorzaken op uw stemgeluid. U krijgt een operatie om de stembanden

Nadere informatie

27/10/2014. Verwen je stem! Verwen je stem. Eerst het belangrijkste. Deel 1: stemtechniek oefeningen. Deel 2: perceptuele training luistervoorbeelden

27/10/2014. Verwen je stem! Verwen je stem. Eerst het belangrijkste. Deel 1: stemtechniek oefeningen. Deel 2: perceptuele training luistervoorbeelden Verwen je stem! 6 N O V E M B E R 2 0 1 4 B e r n a d e t t e T i m m e r m a n s Verwen je stem Deel 1: stemtechniek oefeningen Deel 2: perceptuele training luistervoorbeelden Eerst het belangrijkste.

Nadere informatie

Stemhygiëne. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Stemhygiëne. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Stemhygiëne Stemhygiëne omvat de zorg voor een gezonde stem en keel. In deze folder wordt u geïnformeerd hoe u hiervoor kunt zorgen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Wat is

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het leren praten niet zo vlot. Eén op de vijf kinderen op de basisschool start

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

Maatschap Keel-, Neus-, en Oorheelkunde. Brok in de keel

Maatschap Keel-, Neus-, en Oorheelkunde. Brok in de keel Maatschap Keel-, Neus-, en Oorheelkunde Algemeen Deze folder geeft u informatie over een brok in de keel. Diaconessenhuis Leiden Klachten Een brokgevoel in de keel komt vaak voor. Veel mensen zijn hierover

Nadere informatie

Brokgevoel in de keel

Brokgevoel in de keel Keel-, Neus- en Oorheelkunde Patiënteninformatie Brokgevoel in de keel U ontvangt deze informatie, omdat u last heeft van een brokgevoel in uw keel. Hierin kunt u lezen wat de oorzaken hiervan kunnen zijn

Nadere informatie

Verslag leerorkest studieochtend. Zingen tijdens de instrumentale groepsles

Verslag leerorkest studieochtend. Zingen tijdens de instrumentale groepsles Verslag leerorkest studieochtend Zingen tijdens de instrumentale groepsles 6 maart 2012 Muziekcentrum Zuidoost 7 maart 2012 Muziekschool Amsterdam Noord 9 maart 2012 Muziekschool Amsterdam Docent: Otto

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? 1 Linda van de Weerd Inhoud Moet je horen! 3 Trillingen 4 Luister! 5 Hard en zacht 6 Dichtbij en ver weg 7 Hoog en laag 8 Doof zijn 9 Moeilijke

Nadere informatie

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin

OOSTENRIJK 1 GROEP 7. Muzikale elementen. Volksmuziek. Bron: Alma ten Bruin OOSTENRIJK 1 GROEP 7 Muzikale elementen Volksmuziek Bron: Alma ten Bruin Benodigdheden: CD: Landen Digibord Liedblad Bijlage 1 2 en 3 Werkblad 1 Bord Voorbereiding: CD maken en CD speler klaarzetten. Kaart

Nadere informatie

Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda. Mondademen en mondmotoriek

Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda. Mondademen en mondmotoriek Libra R&A locatie AC Tilburg/Breda Mondademen en mondmotoriek Mondademen en mondmotoriek Bevorderen van neusademhaling en verbetering van de mondmotoriek bij kinderen Er zijn veel kinderen die door de

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

De opbouw van notenladders

De opbouw van notenladders De opbouw van notenladders Door Dirk Schut Voorwoord Iedereen kent de notennamen wel: a, bes, b, c, cis, d, es, e, f, fis, g en gis, maar wat stellen deze namen voor en waarom vinden we juist deze noten

Nadere informatie

Informatie. Maak kennis, maak muziek! Onderwijsprogramma. voor GROEP 5 van het basisonderwijs Gemeente. Woudrichem BROCHURE. www.cultuurpuntaltena.

Informatie. Maak kennis, maak muziek! Onderwijsprogramma. voor GROEP 5 van het basisonderwijs Gemeente. Woudrichem BROCHURE. www.cultuurpuntaltena. Maak kennis, maak muziek! Onderwijsprogramma www.cultuurpuntaltena.nl Informatie voor van het basisonderwijs Gemeente Woudrichem 019500_BIBLIOTHEEK_ALTENA_brochure_CPA_MuziekWijzer_Altena_A5.indd 16-17

Nadere informatie

Ontdek je kracht voor de leerkracht

Ontdek je kracht voor de leerkracht Handleiding les 1 Ontdek je kracht voor de leerkracht Voor je ligt de handleiding voor de cursus Ontdek je kracht voor kinderen van groep 7/8. Waarom deze cursus? Om kinderen te leren beter in balans te

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling

Leerlijn Sociaal-emotionele ontwikkeling Leerlijn 1.1. Emotioneel 1.2. Sociaal Stamlijn Niveau A Merkt zintuiglijke stimulatie op (aanraking, vibratie, smaken, muziek, licht) Uit lust- en onlustgevoelens Kijkt gericht enkele seconden naar een

Nadere informatie

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon

Het geluidenvierkant. De menselijke xylofoon Het geluidenvierkant De leerkracht tekent op het bord een groot vierkant. Dit wordt vervolgens in een aantal hokjes verdeeld. In samenspraak met de kinderen verschijnt in ieder hokje een tekening van iets

Nadere informatie

Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren

Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren Studieschema voor goed en zelfverzekerd spelen Page 1 of 5 Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren Taak Een nieuw stuk leren zonder instrument Noten instuderen Opname beluisteren Notenbeeld

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe maken we geluid?

Kernvraag: Hoe maken we geluid? Kernvraag: Hoe maken we geluid? Naam leerling: Groep: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Geluid voelen Je kunt ook zelf geluid maken. Probeer maar. Houd je vingers tegen je keel als je neuriet. Wat

Nadere informatie

ADEMHALING GAAT OVER INGAANDE LUCHT, VOORDAT JE ZINGT OF SPREEKT ADEMSTEUN IS DE CONTROLE OVER DE UITGAANDE LUCHT, TIJDENS HET ZINGEN OF SPREKEN

ADEMHALING GAAT OVER INGAANDE LUCHT, VOORDAT JE ZINGT OF SPREEKT ADEMSTEUN IS DE CONTROLE OVER DE UITGAANDE LUCHT, TIJDENS HET ZINGEN OF SPREKEN HALING Als aan willekeurige mensen gevraagd wordt wat ademsteun is, valt al heel snel de term 'buikademhaling' en de zin 'ademen met je buik'. Feitelijk zijn deze termen onjuist, omdat zich in de buik

Nadere informatie

Shake Song Fort van de Verbeelding. Bovenbouw Groep 7 en 8

Shake Song Fort van de Verbeelding. Bovenbouw Groep 7 en 8 Shake Song Fort van de Verbeelding Bovenbouw Groep 7 en 8 1. Shake Song overzicht Alle kinderen hebben een zelfgemaakte shaker. Die is in het begin nog niet nodig want we leren eerst het liedje en daarna

Nadere informatie

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4 Op zoek naar mooie geluiden Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4 Geachte leerkracht, Binnenkort gaan uw leerlingen met onze slagwerker Joep Everts Op zoek naar mooie geluiden tijdens een

Nadere informatie

Algemene doelstellingen voor lessenreeks De Tijdmachine

Algemene doelstellingen voor lessenreeks De Tijdmachine De Tijdmachine Mu1/2a Algemene doelstellingen voor lessenreeks De Tijdmachine - Leerlingen begrijpen het verschil tussen hun zang-, spreek- en gedachtenstem - Leerlingen ontdekken dat je je stem op heel

Nadere informatie

Brokgevoel in de keel

Brokgevoel in de keel Brokgevoel in de keel Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent bij de kno-arts onder behandeling omdat u een brokgevoel in uw keel heeft. In deze folder leest

Nadere informatie

Lesideeën claves: onderbouw

Lesideeën claves: onderbouw Lesideeën claves Lesideeën claves: onderbouw Lesideeën middenbouw: pagina 4 Lesideeën bovenbouw: pagina 6 Getal onder de 10 Doel: de leerlingen oefenen met tellen en klappen/spelen op een vooraf bepaald

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Adewiedewanseltje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Adewiedewanseltje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Adewiedewanseltje Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Adewiedewanseltje: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Door de ruimte... 4 Dreumesen... 4 Paardje rijden op de knie...

Nadere informatie

Het Kievitlied. Ik heb met groep 5 een klassenlied bedacht en opgenomen. Het lied heet het Kievitlied omdat de groep de Kievit heet.

Het Kievitlied. Ik heb met groep 5 een klassenlied bedacht en opgenomen. Het lied heet het Kievitlied omdat de groep de Kievit heet. Het Kievitlied Ik heb met groep 5 een klassenlied bedacht en opgenomen. Het lied heet het Kievitlied omdat de groep de Kievit heet. Lesdoelen: De kinderen krijgen bij deze opdracht een muzikale uitdaging.

Nadere informatie

Achtergrondinformatie opdracht 1, module 1, les 1

Achtergrondinformatie opdracht 1, module 1, les 1 Achtergrondinformatie opdracht 1, module 1, les 1 Er zijn leuke en fijne momenten in de opvoeding, maar ook moeilijke en zware momenten. Deze moeilijke momenten hebben soms te maken met een bepaalde fase

Nadere informatie

GeZo GE n ZON d DHEI H D eid Stembanden 16 mei 2013

GeZo GE n ZON d DHEI H D eid Stembanden 16 mei 2013 GEZONDHEID 16 mei 2013 tekst Jessie van den Broek beeld Esther Dijkstra De van elke leraar: stembandenpech Keelpijn, schor klinken, s avonds na een dag voor de klas geen stem meer over hebben. Herkenbaar?

Nadere informatie

OntdekZelf - geluid. Met bijgaande materialen kunt u (een deel van) onderstaande experimenten uitvoeren, afhankelijk van wat u heeft aangeschaft.

OntdekZelf - geluid. Met bijgaande materialen kunt u (een deel van) onderstaande experimenten uitvoeren, afhankelijk van wat u heeft aangeschaft. Werkwijze Alle OntdekZelf experimenten zijn bedoeld voor de leerling om zelf te ontdekken. Laat de leerling vanaf het begin werken met zijn materialen en ontdekken hoe hij tot een antwoord of een werkende

Nadere informatie

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17 Inhoud Waarom dit boek? 7 1 De ik-fabriek, wat is dat? 10 2 Lichaamsseintjes 14 3 Je lichaam is net een fabriek 17 4 De ik-fabriek, hoe ziet die eruit? 18 4.1 De eerste verdieping: voelen 20 4.2 De tweede

Nadere informatie

De Puk-poster. Goed voorbeeldgedrag. Een baby ontwikkelt zich razendsnel. Vaak lijkt. dit vanzelf te gaan. Toch is het belangrijk om ook

De Puk-poster. Goed voorbeeldgedrag. Een baby ontwikkelt zich razendsnel. Vaak lijkt. dit vanzelf te gaan. Toch is het belangrijk om ook Ontwikkeling van baby s stimuleren met de Puk-poster Auteur: Natasja van Lier Een baby ontwikkelt zich razendsnel. Vaak lijkt dit vanzelf te gaan. Toch is het belangrijk om ook de ontwikkeling van baby

Nadere informatie

Waar gaat dit boek over? Verschillende beelddenkers. Dit boek gaat over kinderen die in beelden denken.

Waar gaat dit boek over? Verschillende beelddenkers. Dit boek gaat over kinderen die in beelden denken. Verschillende beelddenkers Twee vriendinnen: Fátima en Jolijn. Allebei denken ze in beelden, maar allebei op hun eigen manier. Fátima is een kei in dansen. Ze heeft een goed ritmegevoel en kan een dans

Nadere informatie

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed

Nadere informatie

STEMBANDEN BEKIJKEN EN BEHANDELEN Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO)

STEMBANDEN BEKIJKEN EN BEHANDELEN Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) STEMBANDEN BEKIJKEN EN BEHANDELEN Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding U hebt last van uw stembanden. Bij poliklinisch onderzoek van de stembanden kon geen duidelijke diagnose

Nadere informatie

Operatie aan de stembanden Microlaryngoscopie

Operatie aan de stembanden Microlaryngoscopie Operatie aan de stembanden Microlaryngoscopie Binnenkort wordt u opgenomen in verband met een operatie aan uw stembanden, een zogenaamde microlaryngoscopie. Deze folder geeft informatie over de operatie

Nadere informatie

Iedereen kan last krijgen van stemproblemen en het komt zowel bij kinderen als bij volwassenen voor.

Iedereen kan last krijgen van stemproblemen en het komt zowel bij kinderen als bij volwassenen voor. Stem Adem-/ en stemproblematiek Heesheid Adembeheersing als voorbereiding op zingen Hyperventilatie Spreken in het openbaar Stemproblemen en stemverandering bijv. bij transseksualiteit, pubertijd Symptomen:

Nadere informatie

Maak kennis met A.L.A. in 3 stappen naar Rust, Kracht en Zelfvertrouwen; Wat het lichaam verwerkt heeft kan het hoofd loslaten.

Maak kennis met A.L.A. in 3 stappen naar Rust, Kracht en Zelfvertrouwen; Wat het lichaam verwerkt heeft kan het hoofd loslaten. Maak kennis met A.L.A. in 3 stappen naar Rust, Kracht en Zelfvertrouwen; Wat het lichaam verwerkt heeft kan het hoofd loslaten. Om je zeker en krachtig te voelen zijn geen ingewikkelde technieken nodig.

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R EEN ADEMBENEMEND INSTRUMENT Een liedje fluiten is niet zo makkelijk. Je lippen en je tong moet je in allerlei bochten wringen. Met een muziekinstrument gaat het al een stukje makkelijker. Even blazen en

Nadere informatie

Sabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam

Sabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam Sabine Wisman Uitgeverij Ploegsma Amsterdam 8, 10, 13 8, 9, 10, 11, 12, 13 10 11 21 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 25 18, 19, 21, 23 30, 31, 32, 36, 39, 41 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 40, 41 30, 31,

Nadere informatie

hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten Hou uw stem gezond Tips voor een goede stemhygiëne

hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten Hou uw stem gezond Tips voor een goede stemhygiëne hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten Hou uw stem gezond Tips voor een goede stemhygiëne 01. Inleiding Met deze brochure willen we u begeleiden in het beter begrijpen en verzorgen van uw stem.

Nadere informatie

HELDER! SPREKEN. Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers. Marieke Dooper

HELDER! SPREKEN. Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers. Marieke Dooper HELDER! SPREKEN HELDER! SPREKEN Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers Marieke Dooper Dooper, Marieke Helder! Spreken: Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers 2014 Marieke Dooper

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Nieuws. Flits 2 oktober 2013 Jaargang 05 NieuwsFlits 3

Nieuws. Flits 2 oktober 2013 Jaargang 05 NieuwsFlits 3 2 oktober 2013 Jaargang 05 Nieuws 3 Infobrief Bij deze Nieuws treft u een infobrief van de groep(en) van w kind(eren) aan. In deze infobrief staan de belangrijkste zaken die het komende schooljaar spelen

Nadere informatie

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen HERHALING KLAS 1. In de eerste klas heb je geleerd hoe je een melodie of een ritme moet spelen. Een ritme is een stukje muziek dat je kunt klappen of op een trommel kunt spelen. Een ritme bestaat uit lange

Nadere informatie