Kwantitatief onderzoek van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwantitatief onderzoek van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Industriële en biowetenschappen - Geel Master in de biowetenschappen: landbouwkunde Animal life Kwantitatief onderzoek van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen CAMPUS Geel Tine Verlinden Academiejaar

2 2 VOORWOORD Deze masterproef is het slotstuk van mijn opleiding industrieel ingenieur in de biowetenschappen, afstudeerrichting animal life. Bij aanvang zou ik even van de gelegenheid gebruik willen maken om enkele mensen te bedanken die mij doorheen heel deze periode hebben gesteund. Vooreerst wil ik de heer Ir. Fons Lommelen, mijn interne begeleider en docent aan de KHK, bedanken voor de opvolging van mijn werk. Hij heeft dit onderwerp aangebracht omdat mijn passie voor paarden hem al gauw duidelijk werd. Daardoor kon ik gedurende twee jaar werken aan iets binnen mijn interessegebied. Een woord van dank gaat uit naar mijn externe begeleider, Steven Janssens. Hij heeft mij veel raad en advies gegeven bij de statistische verwerking van de gegevens en bij het schrijven van deze masterproef. Ik heb de kans gekregen te mogen meewerken aan het universitaire doctoraatsproject van Liesbet Peeters. Haar wil ik dan ook bedanken voor de begeleiding bij het afnemen van de enquêtes en het verdere verloop van het praktijkonderzoek. Tevens wil ik ook mijn medestudenten vermelden, voor de vier leuke jaren die we samen hebben beleefd. Tenslotte wil ik ook mijn ouders en vriend bedanken voor de taalkundige bijstand bij het maken van dit werk en de steun die ze mij hebben gegeven tijdens mijn studies. Tine Verlinden Berlaar, april 2010

3 3 SAMENVATTING Zomereczeem is een overgevoeligheidsreactie van het paard op bepaalde componenten in het speeksel van de Culicoïdes mug. Op de plaats waar de mug heeft gestoken, zal een allergische reactie optreden en zal er zich jeuk ontwikkelen. Het paard zal zich beginnen schuren wat ertoe kan leiden dat de haren verdwijnen en er wonden ontstaan. In de winterperiode krijgt de huid de kans om zich te herstellen aangezien in deze periode zomereczeem minder voorkomt. Zomereczeem is de meest voorkomende huidallergie ter wereld bij paarden. Het percentage paarden met symptomen van zomereczeem varieert van 0,3-3% in Groot- Brittannië tot 60% in bepaalde regio s van Australië. Zomereczeem is zowel een probleem van dierenwelzijn, als een economisch relevante problematiek voor de eigenaar. Een eerste verkennende studie in de provincie Antwerpen gaf aan dat de prevalentie van zomereczeem bij Belgische Warmbloedpaarden (BWP) 7,7% bedraagt en dus een niet te verwaarlozen problematiek is. Een eerste doelstelling van dit onderzoek is het voorkomen van zomereczeem bij Belgische Warmbloedpaarden in Vlaanderen in kaart te brengen. Daarnaast is het ook de bedoeling om de invloed van omgevingsfactoren op het voorkomen van zomereczeem te onderzoeken. Als laatste wordt er een analyse gemaakt van de symptomen en preventiemaatregelen van zomereczeem. Uit de enquête blijkt dat 9.5% van de BWP-paarden in Vlaanderen symptomen van zomereczeem vertonen. Factoren die een significant effect vertonen op het voorkomen van zomereczeem zijn de leeftijd en de gewichtsstatus van het paard, het aantal keer dat er met het paard wordt gereden en de vegetatie in de omgeving van de weide. De andere factoren die onderzocht werden in het onderzoek zijn mogelijk niet geassocieerd met de gevoeligheid van zomereczeem. Deze factoren zijn conditiescore, bodemvochtigheid, type stal, huisvesting, kleur van de vacht, geslacht, management van het veulen en het aantal keer dat het paard wordt ontwormd. Paarden die lijden aan de huidallergie vertonen meestal symptomen aan de manen en de staart. Deze symptomen blijven vaak beperkt tot afgeschuurde haren en kale plekken. Voorlopig werd er nog geen curatieve behandeling voor zomereczeem gevonden. Momenteel kan er enkel worden gerekend op symptoombestrijders. De meest effectieve strategieën zijn het vermijden dat het paard gestoken wordt en het verminderen van de allergische reactie. De meeste eigenaars gebruiken een combinatie van verschillende behandelingen zoals het Boett-deken, insectwerende producten en jeukverminderende oliën.

4 4 PUBLICEERBAAR ARTIKEL Inleiding Problematiek Zomereczeem of staart- en maneneczeem (SME) is een chronische, seizoensgebonden huidallergie bij paardachtigen. Zomereczeem is al een oud probleem, de eerst geregistreerde observatie gebeurde in Frankrijk in In die tijd was de oorzaak van zomereczeem onbekend, maar nu is het duidelijk dat het wordt veroorzaakt door een allergische reactie op bepaalde componenten in het speeksel van de Culicoïdes mug. Deze huidallergie komt voor in verschillende delen van de wereld, dit wordt geïllustreerd door het gebruik van verschillende benamingen. Vaak gebruikte benamingen zijn: Sommerekzem in Duitsland, Sweet itch in Groot-Brittannië, Queensland itch in Australië, Kasen in Japan, Summer sores in Frankrijk en Summer eczema in Zweden, Denemarken en Noorwegen. Zomereczeem is zowel een probleem van dierenwelzijn, als een economisch relevante problematiek. Paarden die zwaar lijden aan de huidallergie zijn minder geschikt om fysieke arbeid te leveren wegens de jeuk die opkomt bij het zweten. Erg aangetaste paarden kunnen niet meer competitief meedoen aan prijskampen wegens het ongemak en het ontsierd uiterlijk. Een paard met geschuurde manen en staart is moeilijk te verkopen en kan niet deelnemen aan keuringen, zodat de economische waarde van het paard aanzienlijk daalt. Immunologie Paarden met zomereczeem lijden aan verschrikkelijke jeuk die ontstaat door een reactie van het immuunsysteem op lichaamsvreemde stoffen (allergenen). Bij het eerste contact met het speeksel van de Culicoïdes mug maakt het lichaam antistoffen aan, ook immunoglobulinen (Ig) genoemd. Deze immunoglobulinen zijn eiwitten die door het paard worden geproduceerd als antwoord op het binnendringen van lichaamsvreemde stoffen. Deze eiwitten binden op mastcellen of basofielen, de paarden zijn nu gesensibiliseerd voor het muggenspeeksel. De gesensibiliseerde mastcellen of basofielen bevatten inflammatoire stoffen (histamine) die vrijkomen bij de binding van IgE. Paarden die gesensibiliseerd zijn voor het muggenspeeksel zullen bij hernieuwde blootstelling aan speekselantigenen reageren met een overgevoeligheidsreactie. Allergische reactie

5 5 Klinische symptomen De onuitstaanbare jeuk zorgt ervoor dat paarden gaan rollen, schuren en krabben. Dit leidt tot veranderingen in de huidstructuur zoals broze en afgeschuurde haren. Deze klinische symptomen vallen onder de milde vorm van zomereczeem. Als de paarden zich volledig kaal schuren, spreekt men van een zwaardere vorm. Een laatste klasse is de ernstige vorm: het paard schuurt zich tot bloedens toe. Er ontstaan korsten, open wonden en in het slechtste geval houdt het paard er ontstekingen aan over. Culicoïdes mug Klinische symptomen van zomereczeem De klinische symptomen van zomereczeem treden op na blootstelling aan de Culicoïdes mug. De muggen zijn tweevleugeligen met volledig naaldachtige monddelen. Ze zijn niet groter dan 2 mm. Het zijn insecten met een klein midden en een verlengd lichaam. Hun antennes zijn lang en bestaan uit 12 tot 15 delen. Hun neus is erg kort; ongeveer de helft van de lengte van hun hoofd. Hun vleugels zijn behaard, relatief breed, kort en vaak gevlekt. In rust zijn ze zoals een schaar opgevouwen langs hun lichaam. Culicoïdes mug Zomereczeem is een huidaandoening die optreedt in het zomerseizoen, omdat de Culicoïdes muggen in België actief zijn van april tot oktober. De levenscyclus van de Culicoïdes mug verklaart deze seizoensafhankelijke activiteit. De volwassen vrouwtjes zuigen in de zomer om de vier dagen bloed en zetten hun eitjes na bevruchting af in water, waarna ze na drie tot elf dagen uitkomen. De larfjes overwinteren in het water tot ze het nimfstadium bereikt hebben (maart-april). Na gemiddeld twee tot drie dagen wordt de nimf een volwassen mug. Het enige wat de muggen nodig hebben om te overleven is water en bloed. Deze twee factoren zijn overal te vinden en daarom komen de Culicoïdes wereldwijd voor met IJsland als uitzondering.

6 6 Behandeling en preventiemaatregelen Tot op heden werd er nog geen curatieve behandeling gevonden voor zomereczeem. Momenteel wordt er enkel gerekend op symptoombestrijders en preventiemaatregelen. Er zijn veel middelen op de markt tegen zomereczeem. Wat bij het ene paard een prima resultaat geeft, doet voor het andere paard bedroevend weinig. Vele middelen zijn erop gebaseerd dat je er vroeg in het voorjaar mee moet beginnen (februarimaart), dus nog voor de Culicoïdes mugjes actief worden. De oplossingen voor zomereczeem die op dit moment worden voorgesteld en commercieel beschikbaar zijn baseren zich op de definitie van zomereczeem: Zomereczeem is een allergische reactie op bepaalde componenten in het speeksel van Culicoïdes muggen. Hieruit blijkt dat er twee mogelijke strategieën zijn om zomereczeem te bestrijden. Ten eerste vermijden dat het paard wordt gestoken en ten tweede het verminderen van de allergische reactie. Een ander alternatief zou kunnen zijn om via de fokkerij de gevoeligheid te verminderen. Verschillen in eczeemgevoeligheid tussen rassen zijn een aanwijzing dat genetische factoren een rol spelen bij het ontwikkelen van zomereczeem. Onderzoek Prevalentie zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Tijdens de zomer van 2009 werden in samenwerking met Liesbet Peeters doorheen heel Vlaanderen 1406 mondelinge enquêtes afgenomen bij eigenaars van BWP-paarden betreffende zomereczeem. Van deze 1406 enquêtes heb ik er 645 ingevuld. Uit de enquête blijkt dat 9.5% van de onderzochte Belgische Warmbloedpaarden lijdt aan de symptomen van zomereczeem. 9.4 % 5.5 % 11.0 % 10.9 % 8.6 % Verschillen in voorkomen van zomereczeem tussen de Vlaamse provincies zijn gevonden, maar deze zijn niet statistisch significant. De grootste afwijking zit in de provincie West-Vlaanderen met een waarde van 5.5%.

7 7 Invloedsfactoren op het voorkomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen 1. Vegetatie Vegetatie Zomereczeem JA NEEN Totaal Bosrijk Gebied % % 370 Houtkanten % % 355 Open Ruimte % % 650 Met een p-waarde van wordt er vastgesteld dat de vegetatie rondom de weide waarin het paard staat geassocieerd is met de gevoeligheid voor zomereczeem. Bij het onderzoek naar het effect van de vegetatie op het voorkomen van zomereczeem werd er alleen gewerkt met paarden die op de wei mogen. Paarden die nooit op de wei staan, zijn voor het onderzoeken van de factor vegetatie irrelevant. Het continue opstallen van paarden is niet de oorzaak van het probleem, maar wel een behandelingsmethode. 2. Gewichtsstatus De factor gewichtsstatus werd opgesplitst in vijf klassen om zo in elke klasse een voldoende aantal records te hebben. Gewichtsstatus Zomereczeem JA NEEN Totaal 1,2,3, % % % % % % % % 48 8,9, % % 29 De gewichtsstatus komt eveneens als statistisch significante parameter uit het onderzoek met een p-waarde van Het merendeel van de eigenaars zien hun paarden als normaal (score 5) en deze klasse heeft het laagste percentage aan paarden met zomereczeem.

8 8 3. Frequentie berijden van het paard Frequentie rijden tijdens de zomer Zomereczeem JA NEEN Totaal Dagelijks % % 240 Enkele malen per week % % 571 Wekelijks % % 60 Maandelijks of niet % % 535 Het resultaat van de Chi-kwadraat test is een p-waarde van Dit geeft een significante aanduiding dat de factor frequentie berijden in verband staat met het voorkomen van zomereczeem. In de klasse waarbij het minste met de paarden wordt gereden zitten, buiten de oude paarden en de drachtige merries, natuurlijk ook de jaarlingen en de jonge veulens tot twee jaar. Omwille van hun leeftijd hebben de jonge veulens een lagere kans op het vertonen van symptomen van zomereczeem dan andere paarden omdat ze op deze leeftijd nog niet gesensibiliseerd zijn voor het muggenspeeksel. 4. Leeftijd De factor leeftijd wordt opgedeeld in tien leeftijdscategorieën. Leeftijd Zomereczeem JA NEEN Totaal < 1 jaar 0 0.0% % 54 Jaarlingen 2 1.8% % jaar 4 3.6% % jaar % % jaar % % jaar % % 132 6,7 jaar % % 173 8,9,10 jaar % % ,12,13 jaar % % 153 Ouder dan 14 jaar % % 201

9 9 Met een p-waarde van komt de factor leeftijd als statistisch significante parameter uit het onderzoek. Bij jaarlingen en jonge veulens tot twee jaar komt zomereczeem weinig voor. De eerste symptomen doen zich vaak voor op een leeftijd van ongeveer drie jaar en vanaf deze leeftijd worden de paarden als maar meer vatbaar voor zomereczeem. Wanneer veulens geboren worden, zijn ze nog niet gesensibiliseerd voor het speeksel van de Culicoïdes mug. Niet-beïnvloedende factoren De factoren bodemvochtigheid, conditiescore, frequentie van ontwormen, type stal, provincie, huisvesting, management veulen, kleur en geslacht komen niet als statistisch significant uit het onderzoek. Factoren zoals bodemvochtigheid, conditiescore en management van het veulen worden in de enquête te subjectief behandeld. Het is aangewezen in de toekomst verder onderzoek te doen naar deze factoren om zo reeds aanwezige trends beter te kunnen verklaren. Analyse van symptomen en preventiemaatregelen Paarden die lijden aan de huidallergie vertonen meestal symptomen aan de manen en de staart. Deze symptomen blijven vaak beperkt tot afgeschuurde haren en kale plekken, toch zijn er nog 18.8% van de BWP-paarden die lijden aan de ernstigere symptomen van de huidallergie. Het is belangrijk onderzoek te blijven doen naar mogelijke curatieve behandelingsmethoden. Voorlopig wordt er enkel op symptoombestrijders gerekend. De meeste paardenliefhebbers geven hun voorkeur aan het gebruik van een combinatie van verschillende producten. Insectwerende producten en jeukverminderende oliën worden het meest gebruikt door de paardeneigenaars, maar blijken niet de meest effectieve behandelingsmethoden te zijn. Het omgekeerde geldt voor het Boett-deken en het opstallen van de paarden. Deze komen als meest effectieve maatregel uit het onderzoek, maar worden daarentegen relatief weinig toegepast. Conclusie Zomereczeem komt voor bij 9.5% van de BWP-paarden in Vlaanderen. Dit percentage geeft aan dat men de problematiek niet uit het oog mag verliezen want dat ze wel degelijk aanwezig is bij onze sportpaarden. Factoren die een significant effect hebben op het voorkomen van zomereczeem zijn de vegetatie in de omgeving van de weide, de gewichtsstatus van het paard, het aantal keer dat er met het paard wordt gereden en de leeftijd van het dier. Preventie en symptoombestrijders zijn momenteel de enige maatregelen waarop gerekend kan worden. De meest effectieve methode is paard en mug zo veel mogelijk van elkaar gescheiden houden, dit kan door gebruik te maken van het Boett-deken of door de paarden op te stallen wanneer de Culicoïdes mug het meest actief is.

10 10 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 2 SAMENVATTING... 3 PUBLICEERBAAR ARTIKEL... 4 INHOUDSOPGAVE LIJST VAN ILLUSTRATIES LIJST VAN TABELLEN LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN INLEIDING LITERATUURSTUDIE Zomereczeem: een allergische reactie op bepaalde componenten in het speeksel van de Culicoïdes mug Problematiek van zomereczeem Benamingen en geschiedenis van zomereczeem Differentiële diagnose De Culicoïdes mug: de veroorzaker van zomereczeem Beschrijving De levenscyclus van de Culicoïdes mug Invloed van omgevingsfactoren op de activiteit van muggen Voorkeur van landingsplaats Culicoïdes als vector voor andere virusziekten Immunologie Inleiding Type I allergische reactie Sensibilisatiefase Overgevoeligheidsfase Type IV allergische reactie Sensibilisatiefase Overgevoeligheidsfase Samenvatting Behandeling en preventiemaatregelen voor zomereczeem Inleiding Strategie 1: Vermijd dat het paard gestoken wordt Eczeemdekens en/of opstallen van het paard Ventilatoren Gebruik van insectwerende producten Concrete middelen voor uitwendig gebruik Strategie 2: Verminder de allergische reactie Corticosteroïden Antihistamine middelen Voeding Erfelijkheid van zomereczeem Normaalverdeling Erfelijkheidsgraad Fokwaardeschattingen Selectie Beïnvloedende factoren Inleiding Leeftijd Geslacht Kleur Vegetatie Bodemtype Ras Klimaat... 41

11 Ontwormen PRAKTIJKONDERZOEK Doel van het onderzoek Materiaal en methode Enquête Gegevens voor administratie Informatie over het paard Beïnvloedende factoren Informatie over de eigenaar Behandeling en preventie van paarden met symptomen van zomereczeem Steekproef Dataverzameling Verwerking gegevens Resultaten Voorkomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Het effect van factoren op het voorkomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Vegetatie Bodemvochtigheid Gewichtsstatus Conditiescore Frequentie van het berijden van het paard Frequentie van ontwormen Type stal Provincie Huisvesting van het paard gedurende de zomerperiode Huisvesting van het paard gedurende de winterperiode Management veulen Leeftijd Kleur van de vacht Geslacht Analyse van symptomen en preventiemaatregelen bij paarden die lijden aan zomereczeem Symptomen Aangetaste lichaamsdelen Preventiemaatregelen Discussie Dataverzameling Prevalentie zomereczeem in Vlaanderen Beïnvloedende factoren Vegetatie Gewichtsstatus Leeftijd Frequentie berijden van het paard Niet-beïnvloedende factoren Bodemvochtigheid Frequentie van ontwormen Huisvesting Management veulen Conditie Kleur Geslacht Analyse van symptomen en preventiemaatregelen Toekomst... 67

12 12 BESLUIT BIJLAGE 1: BWP VASTGESTELDE BEGINLETTER VAN DE NAAM PER GEBOORTEJAAR BIJLAGE 2: ENQUÊTE BIJLAGE 3: BIJKOMENDE VRAGEN VOOR PAARDEN MET SYMPTOMEN VAN ZOMERECZEEM BIJLAGE 4: KRUISTABELLEN LITERATUURLIJST... 76

13 13 LIJST VAN ILLUSTRATIES Figuur 1.1 Zomereczeem pagina/120.jpg&imgrefurl= index.php%3fcatid%3d4%26scatid%3d51%26sscatid%3d27&usg = Z5EhrSSzIneS_6nnoaxsvmU2e_Y=&h=287&w=351&sz=24&hl= nl&start=17&um=1&tbnid=ho5zaqkg29imwm:&tbnh=98&tbnw=120 &prev=/images%3fq%3dzomereczeem%26hl%3dnl%26sa%3dn% Figuur 1.2 Het nemen van een huidbiopt Figuur 1.3 Culicoïdes mug Figuur 1.4 Levenscyclus Culicoïdes mug Figuur 1.5 Sensibilisatiefase Figuur 1.6 Productie IgE Figuur 1.7 Overgevoeligheidsfase Figuur 1.8 Type I Allergie Figuur 1.9 Eczeemdeken Figuur 1.10 Ventilator in de stalwand A1B1-29E6C93D0838/79797/KennisvraagLNV_Knuttenpaard_definitief2.pdf Figuur 1.11 Insectwerende producten Figuur 1.12 Vangen van Culicoïdes A1B1-29E6C93D0838/79797/KennisvraagLNV_Knuttenpaard_definitief2.pdf Figuur 1.13 Cojosol Against Flies Figuur 1.14 Cavalesse Figuur 1.15 SummerFit koeken

14 14 Figuur 1.16 Erfelijkheid zomereczeem age002.jpg Figuur 1.17 Normaalverdeling Figuur 2.1 Prevalentie zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Figuur 2.2 Percentage zomereczeem i.f.v. de gewichtsstatus bij BWP-paarden in Figuur 2.3 Percentage zomereczeem i.f.v. de conditiescore bij BWP-paarden in Figuur 2.4 Percentage zomereczeem i.f.v. de leeftijd bij BWP-paarden in Figuur 2.5 Lichaamsdelen van het paard... 60

15 15 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1.1 Voornaamste differentiële kenmerken van overgevoeligheidsreacties Tabel 1.2 Erfelijkheidsgraden voor zomereczeem in verschillende populaties van paarden Tabel 2.1 Het aantal LRV wedstrijden per provincie Tabel 2.2 Het aantal verzamelde gegevens per methode van dataverzameling Tabel 2.3 Het voorkomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Tabel 2.4 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de vegetatie bij BWP-paarden in Tabel 2.5 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de vegetatie bij BWP-paarden in 2009 zonder de keuzemogelijkheid 'Nooit op de wei' Tabel 2.6 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de bodemvochtigheid bij BWP-paarden in Tabel 2.7 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de bodemvochtigheid van BWP-paarden in 2009 zonder de keuzemogelijkheid 'Nooit op de wei' Tabel 2.8 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de gewichtsstatus bij BWP-paarden in Tabel 2.9 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de conditiescore bij BWP-paarden in Tabel 2.10 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de frequentie van berijden tijdens de zomer van BWP-paarden in Tabel 2.11 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de frequentie van ontwormen bij BWP-paarden in Tabel 2.12 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. het type stal bij BWP-paarden in Tabel 2.13 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de provincie bij BWP-paarden in Tabel 2.14 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de huisvesting tijdens de zomer bij BWP-paarden in Tabel 2.15 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de huisvesting in de winter bij BWP-paarden in Tabel 2.16 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. het management als veulen bij BWP-paarden in Tabel 2.17 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de leeftijd bij BWP-paarden in Tabel 2.18 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. de kleur bij BWP-paarden in

16 16 Tabel 2.19 Het voorkomen van zomereczeem i.f.v. het geslacht bij BWP-paarden in Tabel 2.20 Overzicht van de symptomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Tabel 2.21 Aangetaste lichaamsdelen bij BWP-paarden met zomereczeem in Tabel 2.22 Preventiemaatregelen genomen bij BWP-paarden die lijden aan zomereczeem in

17 17 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN APP BWP Ig LRV SME VOR Afrikaanse Paardenpest Belgische Warmbloedpaarden Immunoglobulinen Landelijke Rijverenigingen Staart- en maneneczeem Vlaamse Onafhankelijke Ruiters

18 18 INLEIDING Zomereczeem bij paarden is de meest voorkomende huidallergie ter wereld. Deze huidaandoening is duidelijk niet alleen een probleem van dierenwelzijn, maar brengt ook economische problemen met zich mee. Een eerste verkennende studie in de provincie Antwerpen gaf aan dat de prevalentie van zomereczeem bij Belgische Warmbloedpaarden (BWP) 7,7% bedraagt en dus een niet te verwaarlozen problematiek is voor BWP. Het eerste objectief van dit onderzoek is kijken hoe groot het probleem is binnen Vlaanderen, er worden verschillen tussen de vijf Vlaamse provincies gezocht. Zomereczeem of staart- en maneneczeem is een chronische, seizoensgebonden huidallergie bij paarden die veroorzaakt wordt door een overgevoeligheidsreactie op bepaalde allergenen in het speeksel van de Culicoïdes mug. Deze allergische reactie zorgt voor een onuitstaanbare jeuk waardoor de paarden gaan rollen, schuren en krabben met huidbeschadigingen als gevolg. De huidaandoening treft voornamelijk de staartwortel en de manenkam, maar kan ook voorkomen op de rug, aan de buik en in de liezen. In sommige gevallen worden zelfs het hoofd, de oren, de voorhuid of de uier aangetast. De symptomen van zomereczeem komen eveneens voor bij een aantal andere aandoeningen (bv. schurftmijten, worminfecties en atopie). De diagnose voor zomereczeem wordt gebaseerd op de klinische symptomen, de voorgeschiedenis van het paard, het uitsluiten van andere aandoeningen en het effect van de therapie. De klinische symptomen treden pas op na sensibilisatie van de lichaamsvreemde allergenen, bepaalde componenten in het speeksel van de Culicoïdes mug. Het zijn enkel de vrouwelijke Culicoïdes die bloed zuigen bij de paarden, zij hebben het bloed nodig voor de productie van hun eitjes. Zomereczeem is een multifactoriële aandoening: zowel omgevingsfactoren als genetische factoren zijn van belang voor het ontwikkelen ervan. Omdat eerdere studies aantonen dat zomereczeem erfelijk is, is het mogelijk om het aantal paarden dat gevoelig is aan zomereczeem te verminderen via selectie. Daar de kennis over de genetische achtergrond en de omgevingsfactoren die geassocieerd zijn met het al dan niet ontwikkelen van zomereczeem voorlopig eerder beperkt is, wordt er getracht dit door middel van een mondelinge enquête eens nader te bekijken. Een laatste te bereiken doelstelling is het maken van een analyse van symptomen en preventiemiddelen van zomereczeem. Omdat er momenteel nog geen universele en curatieve behandelingsmethode tegen zomereczeem bestaat, mag deze piste niet uit het oog worden verloren. Wat preventie betreft bestaan er twee mogelijke strategieën die kunnen worden gevolgd. Een eerste mogelijkheid is het vermijden dat het paard gestoken wordt door het zoveel mogelijk van de mug gescheiden te houden. Een tweede manier van behandelen houdt in dat de allergische reactie tot een minimum moet worden gereduceerd, dit kan door gebruik te maken van bijvoorbeeld jeukverminderende oliën.

19 19 1 LITERATUURSTUDIE 1.1 Zomereczeem: een allergische reactie op bepaalde componenten in het speeksel van de Culicoïdes mug Problematiek van zomereczeem Zomereczeem of staart- en maneneczeem (SME) is een chronische, seizoensgebonden huidallergie bij paarden die veroorzaakt wordt door een overgevoeligheidsreactie op insectenbeten. In Australië wees Riek er in 1953 reeds op dat de steek van verschillende typen muggen of vliegen de oorzaak was van de allergische reactie. Tegenwoordig wordt aangenomen dat vooral de Culicoïdessoorten wereldwijd de belangrijkste schuldigen zijn. Daarnaast wordt ook aan andere soorten gedacht namelijk Stomoxis calcitrans (stalvlieg) en verschillende Simuliden (zwarte vliegen). Bepaalde allergenen in het speeksel van de muggen geven bij sommige paarden aanleiding tot een allergische reactie (Stannard, 2000). Deze allergische Figuur 1.1 Zomereczeem reactie zorgt voor een onuitstaanbare jeuk, waardoor de paarden rollen, schuren of krabben. Zelfverminking, gecombineerd met veranderingen in de huidstructuur resulteren in huidbeschadigingen (korsten, haarverlies en schuurwonden). De huidaandoening treft voornamelijk de staartwortel en de manenkam, maar kan ook voorkomen op de rug, aan de buik en in de liezen. In sommige gevallen worden zelfs het hoofd, de oren, de voorhuid of de uier aangetast (Stannard, 2000). SME is zowel een probleem van dierenwelzijn, als een economisch relevante problematiek (Van Ewijk, 1981). Paarden die zwaar lijden aan SME zijn minder geschikt om fysieke arbeid te leveren wegens de erge jeuk die opkomt bij het zweten. Sommigen kunnen zelfs geen zadel meer dragen door de letsels aan de schoft en de dorsale middellijn. Erg aangetaste paarden kunnen niet meer competitief meedoen aan prijskampen wegens het enorme ongemak en het ontsierd uiterlijk (Kleider & Lees, 1984). Een paard met geschuurde manen en staart is moeilijk te verkopen en kan niet deelnemen aan keuringen, zodat de economische waarde van het paard aanzienlijk daalt. Omdat er tot op heden nog geen curatieve middelen bestaan, kost SME de eigenaars veel tijd en geld. Een ruwe schatting geeft aan dat de behandeling en preventie van SME in België 1 tot 1,2 miljoen euro per jaar kost. Viane et al. (2003) schatten immers dat er ongeveer tot paarden in België zijn. Een eerste verkennende studie (Caers, 2008) toonde aan dat het percentage BWP-paarden met symptomen van zomereczeem in de provincie Antwerpen 7,7% bedraagt. Er werd bij deze berekening aangenomen dat de eigenaars gemiddeld 100 euro per jaar investeren in preventie en behandeling (7,7% van tot paarden in België met een gemiddelde van 100 euro per jaar per paard is 1 tot 1,2 miljoen euro per jaar).

20 Benamingen en geschiedenis van zomereczeem Het gebruik van verschillende namen illustreert de verspreiding van zomereczeem en voorkomen in verschillende delen van de wereld. Vaak gebruikte benamingen zijn: Sommerekzem in Duitsland (Unkel et al., 1986), Sweet itch in Groot-Brittannië (Mellor & McCaig, 1974), Queensland itch in Australië (Riek 1953a), Kasen in Japan (Nakamura et al., 1956), Summer sores in Frankrijk (Henry & Borey, 1937) en Summer eczema in Zweden, Denemarken en Noorwegen (Broström et al., 1987). Wereldwijd merken we gelijkenissen tussen landen, maar het is niet duidelijk of de verschillende beschreven voorwaarden een gemeenschappelijke of verwante oorsprong hebben. Er bestaan namelijk nog andere aandoeningen die gelijkaardige symptomen vertonen aan zomereczeem (Quinn et al., 1983; Halldórsdóttir & Larsen, 1987; Frey, 2005). De eerst geregistreerde observatie van zomereczeem was in Frankrijk in 1840 (Henry & Borey, 1937). In Australië dateren de eerste registraties van de aandoening van 1888 (Riek, 1953b). In die tijd was de oorzaak van zomereczeem onbekend. Nu is het duidelijk dat zomereczeem veroorzaakt wordt door een overgevoelige reactie op beten van de Culicoïdes mug. Doorheen de jaren zijn er verschillende suggesties geweest naar oorzaken toe. Zonlicht werd voorgesteld als één van de oorzaken van zomereczeem omdat de aandoening zich voordoet bij warm weer. De symptomen vertonen zich dan meestal op de rugzijde. Paarden die worden binnen gehouden, zullen dan ook sneller genezen. Nochtans is het bekend dat haar een goede bescherming biedt tegen zonlicht. Maar omdat paarden enkel hun manen en staart schuren, heeft men besloten dat zonlicht niet de oorzaak van het probleem kan zijn (McCaig, 1975). Bovendien mag zomereczeem niet verward worden met fotogevoeligheid, wat een reactie is tussen fotodynamische bestanddelen in de huid en UV licht in ongepigmenteerde zones van het lichaam (Broström, 2006). Gras werd ook reeds beschouwd als een mogelijke oorzaak, maar normaal veroorzaakt een voedingsallergie een reactie over het gehele huidoppervlak en niet enkel op sommige delen ervan zoals bij zomereczeem. Een kleine studie toonde aan dat geïnfecteerde pony s die opgestald werden en die gevoed werden met vers gras geen symptomen vertoonden. Tijdens het experiment werd er gewerkt met een controlegroep. Dit wil zeggen dat er pony s werden gevoed met hetzelfde gras, maar deze verbleven in openlucht. Als resultaat zag men dat deze pony s wel leden aan de jeuk. Hiermee wordt het tegendeel bewezen dat gras een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn. Over bacteriën, fungi en luizen werd ook al gediscussieerd, maar een relatie tussen fungi of bacteriën en zomereczeem werd tot nu toe nog niet in de literatuur gevonden. Luizen vallen in het algemeen de manen aan maar ze overleven de hogere temperatuur in de lente niet, terwijl zomereczeem juist voorkomt tijdens de zomer wanneer het warm is (McCaig, 1975).

21 Differentiële diagnose De symptomen van SME (jeuk en schuren) komen eveneens voor bij een aantal andere aandoeningen (bv. schurftmijten, worminfecties en atopie). De diagnose voor SME wordt gebaseerd op de klinische symptomen, de voorgeschiedenis van het paard, het uitsluiten van andere aandoeningen en het effect van de therapie. Een infectie met schurftmijten is vrij eenvoudig aantoonbaar; hierbij ziet men duidelijk verdikkingen van de huid met korsten en kruipgangen van de mijten, vaak aan de manenkam. Bovendien komen mijten voornamelijk in de winter voor en kunnen ze bestreden worden met een ontsmettingsmiddel. Een worminfectie met oxyuris equi kan ook jeuk geven met name rond de staart. Oxyuris is een parasitaire aarsworm die heel algemeen voorkomt bij paarden vanaf ongeveer anderhalf jaar oud. Na ontwormen zal het schuren ophouden (Van Leeuwen, 2003). Een atopische allergische reactie wordt gekenmerkt door jeuk over het hele lichaam. De klinische symptomen van SME beperken zich voornamelijk tot de staart- en manenregio. Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar het zoeken van een betrouwbare diagnostische test voor het bepalen van de SME gevoeligheid van een paard. Hoewel er tot op heden nog geen eenduidige test gevonden is, zijn er een aantal beloftevolle mogelijkheden. Intradermale test Bij deze test wordt een kleine hoeveelheid van een extract van Culicoïdes in de huid van het paard gespoten. Op vaste tijdstippen wordt de reactie van de huid op dit extract gemeten. De hevigheid van deze reactie is een maat voor de SME gevoeligheid. Bij de mens is gebleken dat de intradermale test een bijdrage kan leveren aan de diagnostiek van overgevoeligheid. Bij paarden wordt dit echter nog niet commercieel toegepast. Er is sinds enkele jaren een commercieel Amerikaans Culicoïdesextract beschikbaar. Onderzoek met dit extract was onder Nederlandse omstandigheden echter niet succesvol. Daarom is men twee jaar geleden begonnen met het vangen van Nederlandse muggen met behulp van grote muskietennetten (tenten), geschikt om een paard in te zetten. Vervolgens werden deze muggen onder de microscoop bekeken. In Nederland zijn vooral C. obsoletus en C. pulicaris rond paarden te vinden. Van de gevangen Culicoïdes is een extract gemaakt. De intradermale test gemaakt met dit extract lijkt veelbelovend. Hiernaar wordt momenteel volop onderzoek gedaan op de faculteit Diergeneeskunde te Utrecht (Van Schaik, 2008). Huidbiopt Bij een huidbiopt wordt een klein stukje huid weggenomen voor onderzoek naar de stofwisseling van het dier. Uit dit stukje huid worden huidcellen (fibroblasten) in het laboratorium op kweek gezet voor stofwisselingsonderzoek. Hoewel zomereczeem met onderzoek van een huidbiopt niet kan worden vastgesteld, kunnen andere differentiële diagnosen worden uitgesloten. Zo kan men bijvoorbeeld het preparaat onderzoeken op de aanwezigheid van parasieten zoals schurftmijten (Van Schaik, 2008). Figuur 1.2 Het nemen van een huidbiopt

22 22 Bloedonderzoek Op dit moment wordt er ook gewerkt aan het ontwikkelen van een betrouwbare bloedtest voor Culicoïdes. Bij het paard wordt bloed afgenomen dat wordt onderzocht op de aanwezigheid van allergische antistoffen (IgE) tegen bepaalde componenten in het speeksel van de kleine mugjes. Momenteel blijkt een histamine release test beter te werken. Hier voegen ze Culicoïdes extracten toe aan vers bloed en gaan ze de hoeveelheid vrijgezette histamine meten. (Van Schaik, 2008). 1.2 De Culicoïdes mug: de veroorzaker van zomereczeem Wereldwijd zijn er 4000 verschillende soorten Culicoïdes bekend, waarvan er 700 in Europa voorkomen. In België en Nederland komen meer dan 100 verschillende soorten voor. Paarden worden dagelijks duizenden malen gestoken. Binnen een uur kunnen honderden muggen van één enkel paard worden gevangen (Wilson, 2001). Paarden worden lastig gevallen door bepaalde soorten Culicoïdes muggen. Welke Culicoïdessoort zomereczeem veroorzaakt bij het paard is nog niet gekend Beschrijving De Culicoïdes muggen zijn tweevleugeligen met volledige naaldachtige monddelen. Ze behoren tot de Ceratopogonidae familie, de nieuwe naam voor deze familie is Heleidae, waarin ze de belangrijkste soort zijn (Althaus et al., 2000; Bourdeau & Petrikowski, 1995). De Culicoïdes mugjes zijn niet groter dan 2 mm. Het zijn insecten met een klein midden en een verlengd lichaam. Hun antennes zijn lang en bestaan uit 12 tot 15 delen. Hun neus is erg kort, ongeveer de helft van de lengte van hun hoofd. Hun vleugels zijn behaard, relatief breed, kort en vaak gevlekt. In rust zijn de vleugels zoals een schaar opgevouwen langs hun lichaam (Althaus et al., 2000; Bourdeau & Petrikowski, 1995). Figuur 1.3 Culicoïdes mug

23 De levenscyclus van de Culicoïdes mug Zomereczeem is een huidaandoening die optreedt in het zomerseizoen, omdat de Culicoïdes muggen in België actief zijn van april tot oktober. De levenscyclus van de Culicoïdes mug verklaart deze seizoensafhankelijke activiteit. De volwassen vrouwtjes zuigen in de zomer om de vier dagen bloed en zetten hun eitjes na bevruchting af in kleine en grotere wateren, in holtes, bomen, in potten waarin water staat of in stilstaand water. De vrouwtjes laten de eieren in het water vallen of zetten ze af op drijvende planten en algen, waarna ze na drie tot elf dagen uitkomen: de larfjes zijn geboren. De larfjes overwinteren in het water tot ze het nimfstadium hebben bereikt (maart-april) waarna het gemiddeld twee tot drie (eventueel vijf) dagen duurt vooraleer het een volwassen mug wordt. Na het uitvliegen van de Culicoïdes begint de hele cyclus opnieuw. Elke vrouwelijke Culicoïdes legt dan twee tot drie maal een hoeveelheid van ongeveer 170 eitjes. De eerste generatie heeft overwinterd en komt uit, zij bijten zo snel mogelijk om de volgende generatie te kunnen produceren (Wilson et al., 2001). Enkel de vrouwtjes zuigen bloed want dit hebben ze nodig voor hun stofwisseling en voortplanting, onder andere voor de productie van de eitjes. De vrouwtjes hebben een grote kaak en een grote speekselklier. Met de grote kaak kunnen ze door de huid van de gastheer heen bijten. Bij het steken injecteert de mug speeksel dat de plek van de steek lokaal verdooft en voorkomt dat het bloed in de zuigsnuit stolt. De mannelijke dieren voeden zich met suikerrijke voedselbestanddelen zoals nectar. Alhoewel de kaak van de mannetjes even groot is, hebben ze wel een veel kleinere speekselklier (Wilson et al., 2001). Het enige wat de muggen nodig hebben om te overleven is water en bloed. Deze twee factoren zijn overal te vinden en daarom komen de Culicoïdes wereldwijd voor met IJsland als uitzondering (Braverman, 1988). Figuur 1.4 Levenscyclus Culicoïdes mug

24 Invloed van omgevingsfactoren op de activiteit van muggen Culicoïdes zijn gewoonlijk slechte vliegers en verplaatsen zich gemiddeld tussen de 100 en maximaal 300 meter van hun geboorteplaats. Ze vliegen niet bij regen, sterke zonneschijn of een beetje wind (6 km/uur). Daarom geven Culicoïdes weinig overlast bij regen en wind, maar bij bewolkt of drukkend weer zijn ze zeer actief (Gortel, 1998). Vooral in de schemering (zonsopkomst en zonsondergang) beginnen de Culicoïdes rond te vliegen. Ze kunnen een strenge vorst gemakkelijk overleven, maar geen lange droogteperiode. Ze worden aangetrokken door koolstofdioxide, warmte, ultraviolet licht en geur (Dier en natuur, 2009). In een bosrijke omgeving of op plaatsen met houtsingels langs weilanden, komen deze mugjes vaker voor en zal het probleem groter zijn dan langs de polders of aan zee Voorkeur van landingsplaats Braverman (1988) onderzocht in Israël de landing- en de voedingplaatsen van enkele soorten Culicoïdes op het paard. 72% landde op de buik en 27% op de rug. Er werden ongeveer 600 muggen van vijf verschillende soorten gevangen. De belangrijkste soorten waren C. puncticollis, C. schultzei en C. imicola. Deze laatste kwam gedurende het hele jaar voor en landde en beet ook het meeste op de rug. De andere twee soorten verkozen eerder de buik van het paard omdat de buik het warmst bleek te zijn. De meeste muggen landden tussen een half uur voor en een half uur na zonsondergang Culicoïdes als vector voor andere virusziekten De Culicoïdes mug veroorzaakt niet alleen zomereczeem, maar is ook de belangrijkste vector van het blauwtong virus en het Afrikaanse Paardenpest virus over wijde delen van Europa (Capela et al., 2003). Net door de betrokkenheid van de Culicoïdes bij deze twee belangrijke ziekten, is het onderzoek naar de verspreiding en de activiteit van deze muggen van groot belang. Blauwtong is een virusziekte bij herkauwers. Vooral schapen kunnen er ernstig ziek van worden of eraan sterven. Andere herkauwers (runderen, geiten, dromedarissen en wilde herkauwers) kunnen wel met het virus worden besmet, maar worden meestal niet ziek. Blauwtong wordt overgebracht door bepaalde insectensoorten (bv. Culicoïdes), niet door contact tussen herkauwers onderling. De ziekte is ongevaarlijk voor mensen. Ook dieren die geen herkauwers zijn zoals paarden lopen geen risico. Blauwtong wordt in de tropen voornamelijk verspreid door C. imicola. Echter onder meer in België is aangetoond dat blauwtong ook verspreid kan worden door C. obsoletus en C. pulicaris (De Deken et al., 2008). Ook in Duitsland werd het blauwtong virus in C. obsoletus aangetoond en werd C. obsoletus tot en met 21 december gevangen in de nabijheid van runderen (Mehlhorn et al., 2007). De verspreiding van de Afrikaanse Paardenpest (APP) gebeurt in zuidelijk Afrika voornamelijk door C. imicola (Mellor & Hamblin, 2004). Welke soorten mugjes verantwoordelijk zullen zijn voor het eventuele verspreiden van de Afrikaanse Paardenpest in Europa is niet bekend en waarschijnlijk ook niet te voorspellen. Echter, extrapolerend vanuit de gegevens van het blauwtong virus is het niet onrealistisch te verwachten dat ook het APP virus zich in andere, hier voorkomende, Culicoïdes zal kunnen vermeerderen. Vervolgens is dan de vraag of het virus in muggen of in dragers zoals paarden, ezels of zebra s kan overwinteren.

25 Immunologie Inleiding Zomereczeem is een huidallergie en een allergie kunnen we definiëren als een reactie van het immuunsysteem op lichaamsvreemde stoffen (allergenen), die op zich helemaal niet schadelijk hoeven te zijn. Allergenen komen vooral via de huid en via het bloed het lichaam binnen, waarna het immuunsysteem deze allergenen onschadelijk probeert te maken met een soms 'overdreven' allergische reactie. De klachten, waaronder de verschrikkelijke jeuk, zijn niet afkomstig van het allergeen zelf, maar van de reactie van het immuunsysteem op het allergeen. Het lichaam maakt antistoffen, ook immunoglobulinen (Ig) genoemd, aan. Deze immunoglobulinen zijn eiwitten die door het paard worden geproduceerd als antwoord op het binnendringen van lichaamsvreemde stoffen. Er bestaan verschillende immunoglobulinen waaronder het IgE. Deze eiwitten binden op mastcellen of basofielen. Deze gespecialiseerde cellen bevatten de inflammatoire stoffen die vrijkomen bij de binding van IgE. Paarden die gesensibiliseerd (paragraaf ) zijn voor muggenspeeksel zullen bij hernieuwde blootstelling aan speekselantigenen reageren met een overgevoeligheidsreactie (paragraaf ). Zomereczeem resulteert in hoofdzaak tot een onmiddellijke reactie (type I), maar sommige paarden vertonen zowel een onmiddellijke als een vertraagde (type IV) reactie (Hoebrechts, 2002) Type I allergische reactie Dit type allergie wordt ook IgE gemedieerde of IgE afhankelijke allergie genoemd. Type I allergie resulteert in een onmiddellijke reactie en bestaat uit twee fasen. In een eerste fase wordt het paard gesensibiliseerd zodat het immuunsysteem op voorhand al op punt wordt gezet om te reageren op het antigeen, het speeksel van de Culicoïdes mug. De tweede fase is de eigenlijke overgevoeligheidsfase en brengt de allergische reactie op gang (Hoebrechts, 2002) Sensibilisatiefase Sensibilisatie is het eerste contact tussen het lichaamsvreemde eiwit en het afweersysteem. Voor de sensibilisatie staat het afweersysteem nog niet op punt (stap 1). Er moet daarvoor een hoeveelheid specifiek IgE worden aangemaakt (stap 2). Zodat dit specifiek IgE tijdens het sensibilisatieproces kan binden aan IgE receptoren op mastcellen en basofielen overal in het lichaam (stap 3). Vanaf nu kunnen we spreken van een gesensibiliseerde mastcel. De IgE receptoren bevatten een hoge affiniteit voor IgE antilichamen daarom zullen de IgE antilichamen automatisch aan die receptoren gaan binden. IgE is de enige van de immunoglobulinen die zich aan mastcellen kan binden zonder vooraf een antigeenbinding te zijn aangegaan (Hoebrechts, 2002).

26 26 STAP 1 Mastcel IgE receptoren Productie IgE STAP 2 Mastcel STAP 3 Mastcel Gesensibiliseerde mastcel Figuur 1.6 Productie IgE Figuur 1.5 Sensibilisatiefase De figuur toont de spelers die betrokken zijn bij de productie van IgE antilichamen. Dit gebeurt via een complexe samenwerking van allerlei cellen van het afweersysteem: antigeen presenterende cellen, T-helper cellen en B-cellen. Nadat het allergeen is opgenomen wordt het door antigeen presenterende cellen aangeboden aan T-helper cellen die op hun beurt weer een reactie aangaan met B-cellen. Het zijn uiteindelijk de B-cellen die de specifieke IgE antilichamen maken (Cameron et al., 2003) Overgevoeligheidsfase Het kenmerkende van de IgE gemedieerde allergieën is dat IgE reeds is gebonden aan de mastcellen zonder dat er sprake is van klinische verschijnselen van de allergie (sensibilisatie, paragraaf ). Het immuunsysteem is op voorhand al op scherp gezet om te reageren op het antigeen waarvoor het betreffende IgE is aangemaakt. Wanneer het allergeen in het lichaam komt, kan het direct binden op de mastcellen en zeer snel een eerste reactie tot stand brengen. Ondertussen wordt er gewerkt aan een tweede golf van allergische reacties. Bij hernieuwd contact met hetzelfde allergeen bindt dit aan het IgE op de mastcellen en basofielen en veroorzaakt een crosslinking van de membraangebonden IgE receptoren. Dit leidt tot degranulatie van de mastcellen en de basofielen. De mastcellen en basofielen geven dan inflammatoire stoffen af, waaronder histamine. Dit histamine doet de bloedvaten verwijden en brengt de allergische reactie op gang (Kennislink, 2009; Kochuyt, 2008).

27 27 Gesensibiliseerde mastcel Antigenen Cross linking Vrijgave inflammatoire stoffen: histamine bloedvatverwijding allergische reactie Type IV allergische reactie Figuur 1.7 Overgevoeligheidsfase Type IV allergische reactie komt vertraagd op gang, is lokaal en houdt langer aan, waarbij chronische verschijnselen kunnen optreden. De allergische reactie wordt pas duidelijk tussen 24 uur en 72 uur na het steken van de Culicoïdes mug. Dit type wordt ook wel eens celgemedieerd of delayed type allergy genoemd. Type IV allergische reacties kan men ook indelen in twee fasen Sensibilisatiefase De sensibilisatiefase begint met antigenen die door de epidermis migreren en zich binden op lichaamsproteïnen. Dit complex wordt opgenomen door een antigeen presenterende cel (bv. een macrofaag) en migreert naar een lymfeknoop. Hier gebeurt een stimulatie van de T-lymfocyten met vermenigvuldiging. Deze T-geheugen lymfocyten, specifiek voor het betreffende antigeen, keren terug naar de circulatie en dringen ook in de huid. Wanneer er opnieuw contact is met dezelfde antigenen, die opnieuw door de macrofagen worden gepresenteerd, zullen de T-lymfocyten nu onmiddellijk worden geactiveerd (Hoebrechts, 2002) Overgevoeligheidsfase In de overgevoeligheidsfase spelen de T-lymfocyten een belangrijke rol omdat zij cytokinen en chemokinen uitscheiden die het functioneren van de aanwezige huidcellen wijzigen en ontstekingscellen aantrekken en activeren in 24 tot 72 uur. Het gevolg van dit alles is een ontstekingsreactie (Hoebrechts, 2002).

28 Samenvatting Onderstaande figuur beeldt de twee fasen van type I allergie uit. Men ziet eerst en vooral de binding van het allergeen op de reeds gesensibiliseerde mastcel. Dit veroorzaakt dan degranulatie waarbij de inflammatoire stoffen vrijkomen. Inflammatoire stoffen zorgen voor de verwijding van de bloedvaten waardoor de allergische reactie op gang komt. Figuur 1.8 Type I Allergie Tabel 1.1 Voornaamste differentiële kenmerken van overgevoeligheidsreacties Type I Type IV Synoniem Onmiddellijk Vertraagd Mechanisme Verschijnen van symptomen Verloop van de reactie IgE op de mastcellen en de basofielen Onmiddellijk humoraal (IgE) Lymfocyten Vertraagd cellulair degranulatie van basofielen en mastcellen activering v/d gesensibiliseerde T- lymfocyten vrijmaking van mediatoren oa. Histamine productie van cytokines

29 Behandeling en preventiemaatregelen voor zomereczeem Inleiding Tot op heden werd er nog geen curatieve behandeling gevonden voor zomereczeem. We kunnen momenteel enkel rekenen op symptoombestrijders. Er zijn veel middelen op de markt tegen zomereczeem. Wat bij het ene paard een prima resultaat geeft, doet voor het andere paard bedroevend weinig (De Vries, 2008). Vele middelen zijn erop gebaseerd dat je er vroeg in het voorjaar mee moet beginnen (februari-maart), dus nog voor de Culicoïdes mugjes actief worden (Van Leeuwen, 2003). De oplossingen voor zomereczeem die op dit moment voorgesteld worden en commercieel beschikbaar zijn baseren zich op de definitie van zomereczeem: Zomereczeem is een allergische reactie op bepaalde componenten in het speeksel van Culicoïdes muggen. Uit deze definitie blijkt dat er twee mogelijke strategieën zijn om zomereczeem te bestrijden: Strategie 1: Vermijd dat het paard gestoken wordt Strategie 2: Verminder de allergische reactie Strategie 1: Vermijd dat het paard gestoken wordt We moeten paard en mug zoveel mogelijk van elkaar gescheiden houden. Als gevoelige paarden zo weinig mogelijk muggenbeten oplopen, klinkt het logisch dat de typische symptomen van zomereczeem achterwege blijven Eczeemdekens en/of opstallen van het paard Bancroft (1891) ontdekte dat opgestalde paarden met eczeem gespaard konden blijven van klinische symptomen van zomereczeem. Dit werd later in de tijd door anderen meermaals bevestigd. Riek (1953b) toonde aan dat dieren, die vanaf de vroege lente tot de volgende winter dagelijks van vier uur in de namiddag tot zeven uur s morgens binnen gehouden werden, vrij bleven van de symptomen van zomereczeem. Wanneer paarden die in openlucht staan letsels begonnen te vertonen, werden ze s nachts op stal gehouden. Hierbij zag men dat de symptomen reeds na drie weken verdwenen. Nochtans keerden de symptomen terug binnen de drie dagen wanneer het paard s nachts terug buiten stond. Deze resultaten werden bevestigd door Troedsson en Broström (1986). Vele onderzoeken besluiten dat het opstallen van paarden gedurende de activiteit van de Culoïdes mug één van de beste methode is om zomereczeem te onderdrukken (Riek 1953b; Quinn et al., 1983; Troedsson & Broström, 1986). Het gebruik van eczeemdekens en het opstallen van de paarden zijn voorlopig de meest gebruikte preventiemaatregelen. Het opstallen van paarden is inderdaad veilig, maar het is echter foutief om de dieren enkel een uur voor schemering tot een uur na schemering binnen te houden. Er moet een veiligheidsmarge worden ingebouwd van minimaal twee uur en dan is men nog niet helemaal zeker of het paard niet wordt gebeten. Als je groepjes mannelijke mugjes ziet dansen voor zonsondergang moet het paard onmiddellijk worden binnen gezet. Op bewolkte dagen, vooraf gegaan door een nacht met veel regen waardoor de Culicoïdes niet hebben kunnen vliegen, kunnen de insecten de gehele dag actief zijn. Daar staat tegenover dat als de atmosfeer niet rustig is, de muggen nauwelijks voor overlast zorgen. Ze kunnen de CO ² van hun prooi moeilijk waarnemen als het te hard waait (Van Der Ploeg, 2008).

30 30 In Zweden werd een onderzoek gedaan naar het gebruik en de efficiëntie van eczeemdekens. Voor de studie werd gebruik gemaakt van pony s. Er kwam als resultaat uit de bus dat wel 80% van de eigenaars een vermindering van de klinische symptomen waargenomen hadden (Lönell, 1996). Het gebruik van een eczeemdeken bij paarden die allergisch zijn voor de mug of de paarden uit de buurt houden van de insecten door opstalling, zou meestal voldoende moeten zijn om de klinische symptomen van Figuur 1.9 Eczeemdeken zomereczeem te verminderen. Het is natuurlijk niet mogelijk om alle muggen van de paarden weg te houden. Immers een extreem gevoelig paard, begint al na enkele steken symptomen te vertonen. Als de symptomen echter even erg blijven, dan is het mogelijk dat het paard allergisch is aan andere allergenen dan die van de Culicoïdes mug (Frey, 2005) Ventilatoren In paardenstallen kunnen ventilatoren worden geïnstalleerd omdat Culicoïdes muggen slechte vliegers zijn en deze dan het paard niet zouden kunnen bereiken. Deze ventilatoren kunnen naast of boven een box geïnstalleerd worden, maar het is ook mogelijk een grote ventilator in de hoek van de paddock te plaatsen. De paarden zullen al snel het voordeel van deze ventilator ontdekken op de tijden waarop de mugjes actief zijn en zelf de ventilator opzoeken (Scott & Miller, 2003). Figuur 1.10 Ventilator in de stalwand Gebruik van insectwerende producten Fadok (1997) beweerde dat we insectenwering kunnen bekomen met middelen zoals pyrethrins en pyrethroïden. Ook oorlabels van koeien geïmpregneerd met synthetische pyrethrins, gebonden aan het halster of gevlochten in de manen, kunnen een positief effect vertonen. De werkzame stof in het label verspreidt zich na contact met de huid over het hele lichaam via het huidvet. Een ander middel dat insecten weert, is verdunde commerciële badolie aanbrengen op staart en manen. Zowel de oorlabels als de badolie kunnen huidirritaties veroorzaken en moeten dus nauwlettend in de gaten worden gehouden. Figuur 1.11 Insectwerende producten Huid- en vachtverzorging wordt bekomen door zwavelteer shampoo te gebruiken. Dit product neemt de jeuk, korsten en schilfers voor enige tijd weg waardoor het paard zich even verlost voelt van alle ellende. Een ander advies dat kan worden gegeven om ernstige huidbeschadigingen niet te laten ontsteken, is het paard te wassen met desinfecterende zeep (Fadok, 1997).

31 31 De Raat et al. (2008) deed onderzoek naar het effect van een plaatselijk insecticide dat permethrin bevat op het aantal Culicoïdes gevangen bij paarden met en zonder staarten maneneczeem in Nederland. Één van de preventieve methoden is een topicaal insecticide. In dit onderzoek is bij het paard de werking van een (3,6%) permethrin bevattend topicaal insecticide onderzocht. Gedurende twee opeenvolgende avonden werden Culicoïdes en andere vliegende insecten die op de paarden afkwamen, gevangen door de paarden in een tentconstructie te plaatsen. Op de eerste avond waren beide paarden van ieder paar onbehandeld. Na de eerste vangsessie werd één van de paarden behandeld met het insecticide en apart gehouden van de onbehandelde paarden. De vangsessie werd op de tweede avond herhaald. De bovenstaande methode bleek geschikt te zijn om de werking van insecticiden bij paarden te beoordelen. Culicoïdes soorten werden in vergelijkbare percentages gevangen als in eerdere studies (C. obsoletus 95,34% en C. pulicaris 4,54%), waarbij gezonde paarden meer muggen aantrokken dan paarden lijdende aan zomereczeem. Het aantal Culicoïdes volgezogen met bloed en het totaal aantal insecten aangetrokken tot paarden 24 uur na behandeling met permethrin was lager dan voor de behandeling, maar de verschillen waren statistisch niet significant. Er zijn gedurende het onderzoek geen negatieve effecten geconstateerd van de behandeling met permethrin. Figuur 1.12 Vangen van Culicoïdes Bij hun onderzoek gebruikten De Raat et al. de in 2006 in Utrecht ontwikkelde muskietententen die zijn gebaseerd op de methode zoals die door Dekker en Takken (1998) voor mensen en kalveren is gebruikt. Hierbij wordt een muskietennet op een ijzeren frame rond het paard gehangen, waarbij het net ongeveer tien tot vijftien cm van de grond hangt. Dit systeem is erop gebaseerd dat Culicoïdes laag aan komen vliegen en, eventueel na voeden, hoog weer weg willen vliegen. Vervolgens worden de insecten bovenin de tent met een stofzuiger opgezogen en in alcohol 70% bewaard totdat zij onder de microscoop kunnen worden gedetermineerd (Van Der Rijt et al., 2007; De Raat et al., 2008). Deze methode van insecten vangen is echter veel te arbeidsintensief om nuttig te zijn voor het verwijderen van Culicoïdes uit de omgeving van paarden. Hiervoor zijn andere methoden noodzakelijk.

32 Concrete middelen voor uitwendig gebruik Sweet itch healer en sweet itch control Dit is een set spuitbussen. De healer om de plekken te behandelen, de control om te blijven doorbehandelen en te voorkomen dat er nieuwe plekken gevormd worden. Bij sommige paarden zou het verlichting geven, vooral als er vroeg in het voorjaar mee begonnen wordt. Antivliegmiddelen Een voorbeeld hiervan is Cojosol Against flies, het werkt bij de meeste paarden redelijk tot zelfs zeer goed. Het grote voordeel van dit middel is dat het tevens jeukstillend werkt. Verder ruikt het aangenaam en vlekt het niet. Figuur 1.13 Cojosol Against Flies Homeopathische combinaties zoals bijvoorbeeld VETSEM: Culivetsem en allergitum Essentiële oliemengsels Dit is een middel voor uitwendig gebruik gebaseerd op essentiële oliën. Als basis kan je olijfolie gebruiken, deze werkt haargroeibevorderend. Hiernaast zou er ook pepermunt, lavendel en eucalyptus moeten in aanwezig zijn. Pepermunt werkt jeukstillend. Lavendel werkt lichtverdovend en insectwerend. Eucalyptus werkt verkoelend en daarmee jeukstillend en is daarnaast ook insectwerend. Insecticiden die Permethrin bevatten De producten kan men kopen in de vorm van poeder, shampoo en plastic plaatjes die men bevestigd aan het halster van het paard, de manen en de staart. Voorzichtigheid is geboden want Permethrin kan, indien dit in de ogen en neus terecht komt, de slijmvliezen irriteren. Reinig regelmatig de drinkplaatsen of drinkbakken van de paarden. Zijn deze smerig dan zorgen zij voor een ideale broedplaats voor de muggen. Fenaminol/Horsol Deze producten bestaan uit salicylzuur en vetzuren. De toestand van de huid kan door deze stoffen verbeteren en verzachten. Het middel werkt met wisselend succes. Geadviseerd wordt om zachte borstels in de stal op te hangen zodat de dieren in ieder geval kunnen schuren zonder zich helemaal te verwonden. Daarbij kan dan antivliegenmiddel in de borstels worden gesmeerd (Van Leeuwen, 2003).

33 Strategie 2: Verminder de allergische reactie In de reguliere diergeneeskunde is er het gebruik van corticosteroïden, (lokaal, in de vorm van huidcrème, of in de vorm van injecties) die de jeuk kunnen stillen. Dit wordt echter meestal alleen in noodgevallen gebruikt omdat aan het gebruik hiervan ook vrij sterke negatieve bijwerkingen kunnen zitten. Ook is gezegd dat een enting tegen schimmel in een zeer hoge dosering een positief effect kan hebben bij zomereczeem. In de alternatieve diergeneeskunde worden wel middelen aangereikt, die vooral bijdragen aan een beter immuunsysteem, waardoor de natuurlijke afweer van het paard kan worden versterkt Corticosteroïden Corticosteroïden zijn een groep van medicijnen die zijn afgeleid van het hormoon cortisol, dat afkomstig is uit de bijnierschors. Deze kunnen zowel onder de vorm van poeders als injecties worden toegediend. Glucocorticosteroïden onderdrukken het afweersysteem, doen de zwellingen afnemen en stillen de jeuk en kunnen daardoor als een succesvolle behandeling voor zomereczeem worden gebruikt. Corticosteroïden genezen de kwaal niet maar kunnen de aandoening onder controle houden. Ga echter nooit zelf hiermee aan de slag maar raadpleeg steeds een dierenarts. Niettegenstaande deze producten zeker hun nut en doeltreffendheid al hebben bewezen, zijn er tal van bijwerkingen die zich bij langdurig gebruik (zes tot acht weken) kunnen voordoen. Het paard kan er maagzweren van ontwikkelen en de kans op hoefbevangenheid vergroot. Het toepassen bij drachtige merries moet zeker worden beperkt. Plaatselijk op de geïrriteerde plekken zalf smeren met corticosteroïden erin, zou bij ernstige jeuk verlichting kunnen geven, maar ook hiervoor geldt dat het niet eindeloos kan worden gebruikt (Van Leeuwen, 2003) Antihistamine middelen Een antihistaminicum onderdrukt allergische reacties. Het blokkeert de werking van het lichaamseigen histamine. Histamine ligt in bepaalde cellen opgeslagen en komt vrij nadat het lichaam in contact is geweest met het allergeen, het speeksel van de Culicoïdes mug. Het histamine kan plaatselijk vrijkomen maar kan ook in de bloedbaan worden uitgestort. Het histamine zorgt voor de uiteindelijke verwijding van de bloedvaten. Het histamine is dus verantwoordelijk voor het bultje en de jeuk na de insectensteek (Wikipedia, 2009). Een voorbeeld van zo n antihistaminicum is Cavalesse. Dit product werd in april 2009 op de markt gebracht door Janssen Animal Health en is via de dierenarts te verkrijgen. Cavalesse is een natuurlijk voedingssupplement voor paarden die gevoelig zijn voor huidallergieën in de zomer. Cavalesse helpt om de huid gezond en in conditie te houden. Dit product bevat in water oplosbare vitaminen en mineralen waaronder nicotinamide. Maandelijks lost men de inhoud van een zakje op in een kleine hoeveelheid water. Van dit mengsel wordt dagelijks 2 ml (voor paarden en pony s tot 500 kg) of 3 ml (voor paarden boven de 500 kg) onder het Figuur 1.14 Cavalesse krachtvoer gemengd. Eventueel, indien men geen bijkomend krachtvoer geeft, kan de oplossing op een klontje suiker of op brood worden toegediend. Cavalesse vermindert de afgifte van histamine in de huid, onderdrukt de overmatige immuunrespons en werkt ontstekingsremmend.

34 Voeding Steeds meer wordt duidelijk dat ook voeding een rol speelt bij het ontstaan en de mate van verschijning van de symptomen van zomereczeem. Hierbij wordt dan vooral gedacht aan de mate van eiwitten en suikers die het paard binnen krijgt. Over het algemeen kan men stellen dat hoe beter een paard in conditie is (en dus ook niet te dik is), hoe beter. Sommige mensen houden hierom hun eczeempaard in de zomer speciaal maar heel kort op de wei, en voeren verder arm hooi, en aangepast krachtvoer, wat een duidelijk positief effect op het zomereczeem kan hebben (Van Dijk et al., 2009). Er zijn inmiddels ook speciale paardenkrachtvoeders op de markt, die op deze behoefte inspelen. Deze bevatten minder energie (suikers) en eiwitten, en vaak een hoger gehalte aan mineralen en vitamines, vaak met toevoeging van allerlei kruiden. Ook kan men het paard, naast of in plaats van zijn normale dagelijkse rantsoen, speciale supplementen geven, die hem helpen een betere weerstand tegen zomereczeem op te bouwen (Van Dijk et al., 2009). Pavo bracht zo n voedingssupplement op de markt, SummerFit koeken. Deze kan je bijvoeren of afzonderlijk geven, wanneer je paard of pony te dik is of dik dreigt te worden. Eén koek per dag is voldoende om het paard van alle nodige vitaminen en mineralen te voorzien. Ook het toedienen van extra vitamine B in tabletvorm zou heilzaam zijn. Figuur 1.15 SummerFit koeken 1.5 Erfelijkheid van zomereczeem Omdat eerdere studies aantonen dat zomereczeem erfelijk is, is het mogelijk om via selectie het aantal paarden dat gevoelig is aan zomereczeem te verminderen. Echter, omwille van de lage erfelijkheidsgraad is het moeilijk om op basis van het wat men ziet (fenotype) een genetische verbetering te realiseren. Het is immers mogelijk dat gevoelige paarden toch geen symptomen vertonen omdat zij in gunstige omgevingsomstandigheden zijn gestald en opgegroeid (Peeters, 2009). Fokwaarden zouden hier een oplossing kunnen bieden. Ze kunnen door de paardeneigenaars of fokkers gebruikt worden bij de keuze van hun dekhengst. Op de figuur zien we dat enkele paarden zeer gevoelig zijn aan staart- en maneneczeem en enkelen die helemaal niet gevoelig zijn. Maar het gros van de paarden bevindt zich in het gebied van gemiddeld gevoelig aan zomereczeem (Peeters, 2009). Hierdoor kan men stellen dat SME gevoeligheid volgens een normaalverdeling verloopt. Ook kunnen we uit deze figuur afleiden dat we te maken hebben met een threshold. Het is pas als men deze grens van gevoeligheid overschrijdt, dat de klinische symptomen zullen verschijnen. Figuur 1.16 Erfelijkheid zomereczeem

35 Normaalverdeling De normale verdeling is een klokvormige grafiek die de verdeling van het voorkomen van een bepaald kenmerk binnen een populatie aangeeft. De normale verdeling of Kromme van Gauss is een begrip uit de kansrekening dat te maken heeft met het gemiddelde, ook verwachtingswaarde genoemd, van alle waarnemingen en de variatie die daar omheen zit. De standaardafwijking of standaarddeviatie wordt gebruikt om de variatie binnen een verdeling aan te geven. Meestal liggen er veel waarnemingen rond het gemiddelde en naarmate er verder van het gemiddelde wordt weggaan, daalt het aantal waarnemingen. Binnen één standaarddeviatie van de verwachtingswaarde ligt 68% van het oppervlak onder de grafiek van de kansdichtheid van de normale verdeling, 95% binnen twee standaarddeviaties. De oppervlakte onder de kromme komt dus overeen met 100% van de waarnemingen. Figuur 1.17 Normaalverdeling In deze literatuurstudie wordt ervan uit gegaan dat zomereczeem een kwantitatief kenmerk is. Kwantitatieve eigenschappen vertonen een continu verloop, waarbij de meting op een schaal kan worden uitgedrukt (vb. kg melkproductie of gewicht). Vaak vertonen kwantitatieve eigenschappen een normale verdeling. Voor zomereczeem geeft dit: dat er een aantal paarden zijn die zeer gevoelig zijn en een aantal die helemaal niet gevoelig zijn. Maar de meeste paarden zijn gemiddeld gevoelig aan zomereczeem (Karlas, 2009b).

36 Erfelijkheidsgraad Erfelijkheidsgraad wordt gedefinieerd als het deel van de geobserveerde (fenotypische) variatie in een kenmerk dat toegeschreven wordt aan de genetische verschillen tussen dieren. De genetische variatie is nooit groter dan de totale variatie. Dit verklaart waarom een erfelijkheidsgraad (h²) altijd wordt uitgedrukt met een getal tussen 0 en 1, waarbij h² = 0 betekent dat een kenmerk geheel niet erfelijk is en waarbij h² = 1 betekent dat een bepaalde eigenschap volledig door erfelijke verschillen wordt bepaald. Het fenotype, alles wat je ziet aan een paard, wordt bepaald door twee factoren. Het genotype en het milieu. Onder genotype wordt datgene verstaan wat een paard genetisch van zijn ouders heeft meegekregen, zijn erfelijke aanleg. Als een paard opgroeit zijn er altijd omgevingsfactoren die van invloed zijn op hoe een paard later gaat presteren of op hoe hij eruit gaat zien. De algemene formule wordt dan: Hieruit kan er worden geconcludeerd dat een kenmerk met een lage erfelijkheidsgraad vooral door het milieu wordt beïnvloed en een kenmerk met een hoge erfelijkheidsgraad weinig. Als men te maken heeft met te lage erfelijkheidsgraden wordt selectie op basis van het fenotype moeilijk. Fokwaardeschattingen (paragraaf 1.5.3) kunnen hier dan belangrijke hulpmiddelen zijn. Het is goed om variatie te hebben in genen binnen een populatie. Het is deze variatie die het mogelijk maakt om te selecteren (Karlas, 2009b). In de tabel hieronder merken we opvallende verschillen tussen de verschillende voorgaande onderzoeken. Dit kan worden verklaard door de definitie van de erfelijkheidsgraad. De berekeningen van de erfelijkheidsgraad zijn afhankelijk van de omgevingsfactoren en de variaties in de metingen. Elk onderzoek gebruikt zijn eigen opzet en methoden, er kan verschil zitten op de betrouwbaarheid, het aantal dieren opgenomen in het onderzoek, de gebruikte rassen, de omgevingsfactoren Dit leidt zo naar onderlinge verschillen tussen de erfelijkheidsgraden.

37 37 Tabel 1.2 Erfelijkheidsgraden voor zomereczeem in verschillende populaties van paarden Onderzoek Paardenras Erfelijkheidsgraad Unkel et al.(1986) IJslanders 0 0,24 Lange (2004) IJslanders (optreden van eczeem) IJslanders (ernst van eczeem) 0,36 ± 0,08 0,34 ± 0,09 Kapell (2005) Shetlandpony s 0,06 ± 0,02 Ruyter (2005) Friezen 0,06 ± 0,03 Lindberg et al.(2006) Van Grevenhof et al. (2006) IJslanders (4 klassen) IJslanders (3 klassen) IJslanders (2 klassen) Shetlandpony s Friezen 0,26 0,15 0,12 0,081 0,096 Unkel et al. (1986) (geciteerd door Ducro, 2004; Lange, 2004; Geiben, 2003) onderzocht 984 IJslanders met bekende afstamming. Zij publiceerden een erfelijkheidsgraad die varieerde tussen 0 en 0,24. Het onderzoek is afkomstig uit Duitsland en tijdens de proeven werd er ook op de ernst van de aantasting gelet. Dit werd gerelateerd aan het aantal plaatsen op het lichaam die werden aangetast door de Culicoïdes mug. Lange (2004) onderzocht de mate van vererving van zomereczeem. Hij observeerde 490 IJslanders afkomstig van twee bedrijven in Duitsland. De paarden verschilden in leeftijd, geslacht en land van herkomst; Duitsland en IJsland. Bij 29,8 % van de paarden werd zomereczeem vastgesteld. Men schatte een erfelijkheidsgraad van 0,36 met een standaardafwijking van 0,08 voor het optreden van de aandoening. De erfelijkheidsgraad voor de ernst van zomereczeem was 0,34 met een standaardafwijking van 0,09. Tussen beide kenmerken stelde men een genetische correlatie van 0,65 vast. Hieruit kon men besluiten dat het voorkomen en de ernst van zomereczeem vrij sterk zijn gekoppeld. In twee studies van paarden in Nederland werd de erfelijkheid van zomereczeem geschat op 0,06 ± 0,02 en 0,06 ± 0,03 bij Shetlanders en Friezen (Kapell, 2005; Ruyter, 2005). Bij dit onderzoek werden veulens geïnspecteerd door acht onderzoekers. Met meer dan 3000 geregistreerde paarden van elk ras, is dit de grootste genetische studie over zomereczeem. Van Grevenhof et al. (2006) baseerden hun onderzoek op de gegevens van Kapell en Ruyter. De gegevens bevatten informatie over 3284 Shetlandmerries en 2824 Friese merries. De beoordeling van de inspecteurs werden sterk veralgemeend naar aangetast of niet aangetast. Kapell en Ruyter deden onderzoek enkel op basis van verwantschap, terwijl Van Grevenhof et al. (2006) zich baseerden op omgevingsfactoren zoals klimaat, huisvesting, leeftijd, invloed van inspecteur, De erfelijkheidsgraden werden geschat op 0,096 voor de Friese paarden en 0,081 voor de shetlandpony s.

38 38 Lindberg (2006) verzamelde haar gegevens aan de hand van een enquête. Zij stuurde een vragenlijst naar eigenaars van een nakomeling van een hengst met meer dan 50 nakomelingen geboren in Zweden gedurende de periode Hierdoor bekwam Lindberg (2006) informatie over 825 paarden. Zij deelde de paarden in vier klassen: 1 = gezond 2 = milde vorm (geen zichtbare symptomen bij preventieve maatregelen) 3 = zichtbare symptomen 4 = zeer ernstige vorm van zomereczeem Deze erfelijkheidsgraad werd met een diermodel geschat op 0,26 bij zomereczeem gescoord in 4 klassen. Wordt de ernst van zomereczeem in minder klassen gescoord, drie klassen en twee klassen. Dan wordt de erfelijkheidsgraad lager geschat respectievelijk 0,15 en 0,12. Dit illustreert dat een fijnere meting meer informatie bevat over de erfelijke aanleg Fokwaardeschattingen Een fokwaardeschatting is een getal dat de erfelijke aanleg voor een eigenschap, bv. de gevoeligheid voor zomereczeem, inschat. Aan de basis van dit getal liggen gegevens die afkomstig zijn uit de sport, verrichtingstesten en stamboekopnames van geregistreerde paarden en hun verwanten. Alles wat we zien of meten aan een paard is een optelsom van de genetische aanleg van het paard plus een hele reeks milieuinvloeden. Hier volgt een voorbeeld uit de categorie prestatievermogen. Als bijvoorbeeld een paard een goed springparcours aflegt (fenotype) dan wordt dat enerzijds veroorzaakt door zijn genetische aanleg voor springen (genotype), anderzijds zal het foutloos parcours ook voor een deel toe te schrijven zijn aan de trainingsarbeid die in het paard is gestoken of aan de capaciteiten van de ruiter (milieu). Voor de fokkerij is alleen het eerste van belang: de genetische aanleg van het paard. Ruiterkwaliteiten worden niet doorgegeven aan het veulen. Een fokwaardeschatting is een schatting van die genetische aanleg. Fokwaardeschattingen zijn regelmatig aan veranderingen onderhevig. Dat heeft te maken met het feit dat er ieder jaar weer, meer meetgegevens beschikbaar komen waarmee fokwaarden berekend kunnen worden. De genetische aanleg van een paard voor een kenmerk is nooit exact te meten. Gelukkig kan die wel goed worden geschat, maar dan is het wel belangrijk om bij iedere schatting een betrouwbaarheid te kennen. Hoe hoger de betrouwbaarheid van een fokwaarde is, hoe meer de geschatte genetische aanleg overeenkomt met de werkelijke genetische aanleg. De betrouwbaarheid is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid informatie die beschikbaar is voor het berekenen van een fokwaarde. Als veel meetgegevens beschikbaar zijn, is de betrouwbaarheid hoog en omgekeerd. Het genetische niveau van een paard moet worden uitgedrukt ten opzichte van het gemiddelde genetische niveau van alle geregistreerde paarden, dus alle paarden die in de databank zitten. Aan dit bestand wordt ieder jaar nieuwe informatie toegevoegd. Het bestand wordt dus ieder jaar groter en daarom zal ook het gemiddelde niveau van elk kenmerk ieder jaar wat veranderen. Het zal langzaam ieder jaar iets toenemen omdat de paarden die aan het bestand worden toegevoegd ieder jaar genetisch weer een stukje beter zijn (Karlas, 2009a).

39 Selectie Vroeger probeerden sommige stamboeken om zomereczeem in de paardenpopulatie terug te dringen door maatregelen te nemen in de fokkerij. Hengsten die symptomen van zomereczeem vertoonden, werden niet langer als dekhengst geaccepteerd. Na jaren van uitsluiten van de hengsten met zomereczeem lijkt er nauwelijks vooruitgang te zijn geboekt in het terugdringen van de aandoening. Het probleem is dat niet alle hengsten die genetisch gevoelig zijn ook daadwerkelijk zomereczeem ontwikkelen. Dit kunnen we verklaren door de omstandigheden waaronder de hengsten worden gehouden. Ofwel staat de hengst in gebieden waar de Culicoïdes niet of weinig voorkomt. Ofwel, en dat blijkt voornamelijk uit de praktijk, staan vele hengsten voor lange tijd op stal en komen ze zo minder in aanraking met de Culicoïdes. Het uitsluiten van hengsten met symptomen van zomereczeem is dus niet voldoende omdat deze maatregel niet alle genetisch gevoelige dieren uitsluit (Ducro & Van Grevenhof, 2006). Het gebruik van fokwaardeschattingen voor het inschatten van de genetische aanleg voor zomereczeem zou hier een goede oplossing voor kunnen zijn. 1.6 Beïnvloedende factoren Inleiding Zomereczeem is een multifactoriële aandoening. Zowel omgevingsfactoren als genetische factoren zijn van belang voor het ontwikkelen van zomereczeem. De kennis over de genetische achtergrond en over de omgevingsfactoren die een invloed hebben op het al dan niet ontwikkelen van zomereczeem is voorlopig beperkt. Toch zijn er duidelijke aanwijzingen dat de gevoeligheid voor zomereczeem erfelijk is. Erfelijkheidsgraden werden in voorgaande wetenschappelijke studies in andere landen (onder andere Nederland, Zwitserland en Zweden) geschat variërend van 6% tot 36% naargelang de grootte van de steekproef, het bestudeerde ras (voornamelijk IJslanders, Shetlanders en Friesen) en de bestudeerde omgevingsfactoren (Peeters, 2009). De meeste studies over de genetische aanleg van zomereczeem gebeurde tot nu toe op IJslanders. IJslanders blijken bijzonder gevoelig te zijn voor zomereczeem. Uit epidemiologische studies blijkt dat IJslandse pony s geboren in IJsland en ingevoerd in Zweden zes keer meer kans hebben om zomereczeem te ontwikkelen in vergelijking met IJslandse pony s die in Zweden geboren zijn. Het is belangrijk te vermelden dat in IJsland, het oorsprongsland van deze pony s, zomereczeem niet voorkomt. Waarschijnlijk is de reden van het niet voorkomen van deze aandoening in IJsland de afwezigheid van de Culicoïdes mugjes. Het is experimenteel aangetoond dat de transfer van passieve maternale immuniteit via de melk de immuunreactie van de nakomeling verandert en bijvoorbeeld de specifieke respons van IgE ten opzichte van sommige allergenen verandert. Daar zomereczeem niet voorkomt in IJsland kunnen de merries geen passieve immuniteit doorgeven aan hun veulens. Mogelijk zijn de veulens bijgevolg zeer gevoelig. Hiertegenover staan de veulens die in Zweden zijn geboren uit moeders die al gesensibiliseerd zijn. Bovenstaande verklaring is maar een hypothese, hierop moet uiteraard nog veel onderzoek gebeuren. Bovendien komen de IJslandse pony s, die geëxporteerd worden, pas op volwassen leeftijd voor de eerste maal in contact met de Culicoïdesallergenen (Bourdeau & Petrikowski, 1995).

40 40 In februari 2005 werden IJslanders in Zweden geregistreerd. Van dit aantal werd er 56% geboren in Zweden en 44% werd geïmporteerd. Bijna 90% van de geïmporteerde paarden werd in IJsland geboren (SIF register, 2005). In 2004 werden er in IJsland paarden geëxporteerd en 450 hiervan gingen naar Zweden (Eidfaxi, 2005). Zomereczeem is een belangrijke kwestie voor IJslandse paardenfokkers die hun paarden in het buitenland willen verkopen. De export daalde met meer dan duizend paarden per jaar sinds Het risico op het ontwikkelen van zomereczeem van geëxporteerde paarden in hun nieuwe landen zou hier één van de belangrijkste redenen van zijn (Eidfaxi, 2004) Leeftijd Dieren van alle leeftijden zijn vatbaar voor zomereczeem, alhoewel het zeldzamer is voor jonge dieren om klinische symptomen te vertonen (Riek, 1953a). Dit heeft alles met immunologie te maken. Wanneer veulens geboren worden hebben ze nog geen gesensibiliseerde mastcellen dus kan er ook geen histamine vrijkomen die de allergische reactie op gang zet. De leeftijd waarbij paarden voor de eerste keer geïnfecteerd worden, kan zeer erg verschillen. Maar de gemiddelde leeftijd ligt tussen twee en zes jaar (Nakamura et al., 1954; Anderson et al., 1988; Reiher & Björnsdóttir, 2004). Van groter belang is het aantal graasseizoenen wanneer we naar IJslanders kijken die geïmporteerd zijn uit IJsland (Broström et al., 1987; Halldórsdóttir & Larsen, 1987; Björnsdóttir et al., 2004) Geslacht Alhoewel Braverman et al. (1983) uit zijn onderzoek besloot dat hengsten meer gevoelig zijn voor SME dan merries, toonden vele studies aan dat geslacht geen significante aanduiding gaf voor de vatbaarheid van zomereczeem (Riek, 1953a; Hesselholt & Agger, 1977; Broström et al., 1987; Anderson et al., 1988; Halldórsdóttir & Larsen, 1987) Kleur Terwijl Braverman et al. (1983) besloot dat donkere paarden meer gevoelig zijn voor SME dan bleke paarden. Toonden een aantal studies echter aan dat de kleur geen significante aanduiding gaf voor de vatbaarheid van zomereczeem (Riek, 1953a; Hesselholt & Agger, 1977; Broström et al., 1987; Anderson et al., 1988; Halldórsdóttir & Larsen, 1991). Van Der Ploeg (2008) onderzocht de theorieën van de insectenkunde. Hiervoor heeft hij zich een rijpaard aangeschaft, een schimmel. Een mug vindt zijn prooi namelijk in eerste instantie door de CO ² die de prooi uitademt. Eenmaal het vrouwtje in de buurt is, draait het allemaal om kleur, geur, vorm, contrast en in mindere mate warmte. Muggen hebben een sterke voorkeur voor kleuren met weinig lichtintensiteit, maar met veel contrast. Dat zijn donkere kleuren zoals zwart, maar ook blauw en rood. Vanuit de theorie betekent dat dat donkere paarden zoals Friezen zwaar het slachtoffer zijn. Een donker paard wordt ongeveer vier keer zoveel gestoken als een licht paard. Van Der Ploeg (2008) heeft op bepaalde avonden honderden Culicoïdes op de Friezen geteld, terwijl de schimmel in dezelfde kudde helemaal vrij was van de insecten.

41 Vegetatie Het Culicoïdes mugje verstopt zich in alle vegetaties, niet alleen in bomen. Maar waar veel bomen zijn, is het windstil en dus heel gunstig voor het kleine mugje (Van Den Dijck, 2008). Het is ook aangetoond dat paarden die de symptomen van zomereczeem vertonen op een bepaalde geografische locatie, kunnen genezen wanneer ze naar een andere locatie worden gebracht waar minder bijtende insecten aanwezig zijn (Riek, 1953a). Er is momenteel nog niet veel onderzoek verricht naar vegetatie toe Bodemtype SME verschilt per land en zelfs per regio. SME komt behoorlijk veel voor in de Nederlandse paardenpopulatie en voor de Fries en de Shetlander zijn daar ook cijfers over bekend, gebaseerd op een inventarisatie door stamboekinspecteurs van 6000 merries in , te weten 18% voor de Friese merries en 8% voor de Shetlander merries (Van Grevenhof et al., 2007). Deze onderzoekers toonden ook aan dat habitat een significante invloed heeft en dat in bepaalde bodemtypes (fijn zand in combinatie met turf-veenmoeras en duinvegetatie) SME minder voorkomt dan in andere (kleiachtige gebieden met hei, bos en turf-heide vegetatie) (Van Grevenhof, 2007). Het maximale verschil tussen verschillende bodemtypes in voorkomen van SME was 7,6% Ras Shetlanders hebben een lagere kans om zomereczeem te ontwikkelen dan Friezen, met een overwicht van respectievelijk 8,07% en 18,06%. Verschillen tussen de rassen wat betreft zomereczeem werd reeds door Littlewood (1998) gesuggereerd. Hij concludeerde dat Britse hengsten gevoeliger waren dan Duitse hengsten. Steinman et al. (2003) toonden aan dat gevoeligheid voor zomereczeem het hoogst was bij pony s (60%) en het laagst was in warmbloedpaarden (17,5%). Baker en Quinn (1978) namen waar dat zomereczeem het meeste voorkwam bij pony s, maar de aandoening kwam ook voor bij grotere paarden. Anderson et al. (1988) daarentegen vonden geen significant verschil in het voorkomen van zomereczeem tussen paarden en pony s. Reiher & Björnsdóttir (2004) verklaarden dat IJslanders niet noodzakelijk meer vatbaar hoefden te zijn dan andere rassen, als ze geboren waren in dezelfde omgeving Klimaat Zomereczeem komt in koudere klimaten enkel seizoensgebonden in de warmere maanden voor; in warmere klimaten is deze aandoening niet seizoensgebonden (Scott, 1988). Volgens McCaig (1973) zou zomereczeem meer voorkomen in het binnenland dan in de kustgebieden, gezien de hevige wind waardoor de mugjes het moeilijker hebben. In het binnenland is het weer vaak warmer en vochtiger. In gebieden gelegen op meer dan 1000 meter blijkt zomereczeem praktisch nooit voor te komen. Bijvoorbeeld in de vlakten van India zou de aandoening voorkomen, maar niet in de heuvels. Zomereczeem komt ook voor in het oostelijk deel van Queensland en niet in de andere delen van Australië (McCaig, 1973). Ook in Zwitserland wordt zomereczeem zeldzaam geobserveerd in gebieden boven de 1000 meter (Gerber et al., 1992) Ontwormen Uit onderzoek van Van Den Boom et al. (2008) kwam een significant verschil tussen veel en weinig ontwormen. Hierin stellen zij vast dat er duidelijk meer kans is op het krijgen van zomereczeem bij paarden die minder, dit wil zeggen 1-3 maal per jaar, worden ontwormd. Dit in tegenstelling tot paarden die meer dan drie maal per jaar worden ontwormd. De studie van Edmonds et al. (2001) toont echter aan dat paarden die meer last hebben van wormen, meer zijn beschermd tegen allergische reacties.

42 42 2 PRAKTIJKONDERZOEK 2.1 Doel van het onderzoek Dit onderzoek heeft als doel de gevoeligheid van zomereczeem kwantitatief te analyseren. De belangrijkste opdrachten kunnen als volgt worden geformuleerd: zomereczeem bij Belgisch Warmbloedpaarden in Vlaanderen in kaart brengen inschatten van effecten van beïnvloedende factoren analyse van symptomen en preventiemaatregelen van BWP-paarden die lijden aan zomereczeem Zomereczeem is een multifactoriële aandoening dus er moet met heel wat factoren rekening worden gehouden. Zowel omgevingsfactoren als genetische factoren zijn van belang voor het ontwikkelen van zomereczeem. 2.2 Materiaal en methode Enquête Er is gekozen om met een enquête te werken om de gegevens te verkrijgen. De enquête bestaat uit twee delen. Een eerste deel moet door elke ondervraagde paardenhouder worden ingevuld (Bijlage 2). Het tweede deel is bedoeld om meer te weten te komen over het paard als deze symptomen van zomereczeem vertoont (Bijlage 3). Het streefdoel van dit onderzoek is 1000 BWP-paarden Gegevens voor administratie De hoofding van de enquête heeft enkel een administratieve reden. Hieronder staat de datum wanneer de enquête is afgenomen. De provincie en het soort wedstrijd moet worden aangeduid. Bij locatie hoort de gemeente te staan waar de enquêtes zijn afgenomen. Omdat er met meerdere personen aan dit onderzoek is gewerkt, wordt ook de interviewer aangeduid. Als laatste hierbij heeft elke enquête een nummer meegekregen zodat deze achteraf snel en gemakkelijk terug te vinden is Informatie over het paard Vooreerst de naam en indien het paard een stalnaam heeft, is het gewenst deze ook te kennen. Dit om het opzoeken van het BWP nummer te vergemakkelijken. Daarna wordt ook achter het geboortejaar van het paard gevraagd. Deze geeft natuurlijk de leeftijd van het paard, maar is tevens ook een controlemiddel. BWP werkt per jaar met een vastgestelde beginletter voor de registratie van de paarden. In 2009 beginnen de namen van de veulens met de J. Drie letters worden echter nooit gebruikt: de X, de Y en de Z (Bijlage 1). Vervolgens staat er of het over een Belgisch Warmbloedpaard of over een Belgisch Trekpaard gaat.

43 43 Tenslotte is er nog plaats voor het stamboeknummer, deze kan niet ter plaatse worden ingevuld want dit weten de meeste paardenliefhebbers niet uit hun hoofd. Elk veulen krijgt dit nummer bij de registratie in het BWP stamboek. Hierdoor kan in de BWP databank alle informatie over het desbetreffende paard worden teruggevonden zoals bv. afstamming, vachtkleur, geslacht, Beïnvloedende factoren Hoe lang het paard reeds in bezit is van de huidige eigenaar geeft een aanwijzing of de eigenaar het paard als veulen heeft gekend. Hoe is de vegetatie in de directe omgeving van de wei? Open ruimte Houtkanten Bosrijk gebied Hoe is de bodemvochtigheid rond de wei? Hoge-droge wei Drassige wei Zeer natte wei De huisvesting van het paard. Het antwoord wordt in vier delen gesplitst. De huisvesting tijdens de winter en de zomer is telkens onderverdeelt in goed en slecht weer. De keuzemogelijkheden zijn als volgt: Dag en nacht buiten Tijdens zonsondergang en zonsopgang opgestald s Nachts opgestald Overdag opgestald Grotendeels opgestald, enkele uren buiten Volledig opgestald De gewichtsstatus van het paard. Dit is een zeer subjectieve score op een schaal van één tot tien. 1: zeer mager 5: juist op gewicht 10: heel zwaar De algemene conditie van het paard. Dit is eveneens een subjectieve score op een schaal van één tot tien. 1: helemaal geen conditie 10: perfect in conditie

44 44 Hoe vaak is men gemiddeld met het desbetreffende paard bezig? Er wordt ten eerste een onderscheid gemaakt tussen de winter en de zomer en ten tweede tussen het rijden, het verzorgen en het zien van het paard. Dagelijks Enkele malen per week Wekelijks Enkele malen per maand Maandelijks Zeer onregelmatig, af en toe enkele uurtjes Zelden tot nooit Is het paard als veulen, dus in zijn eerste zes levensmaanden, opgegroeid op de wei? Dat weet ik niet, want ik ken/heb dit paard niet vanaf veulen Als veulen is dit paard volledig op de wei opgegroeid Als veulen stond dit paard overdag op de wei en s nachts binnen Als veulen stond dit paard overdag binnen en s nachts op de wei Als veulen heeft dit paard enkele uren per dag op de wei gestaan Als veulen is dit paard in de stal opgegroeid Idem als vraag over huisvesting, want het is nog een veulen Wordt het paard ontwormd en hoe vaak? 1-3 keer per jaar 3-5 keer per jaar 6 of meer keer per jaar Hoe ziet de huisvesting van het paard eruit? Het paard heeft geen stal Het paard verblijft in een stal met uitloop Binnenbox Buitenbox Vertoont het paard symptomen van zomereczeem? Indien hier het antwoord ja is, moet er nog een tweede vragenlijst worden ingevuld die meer informatie geeft over de preventie en behandeling van de symptomen. Ja Neen Paard kan niet schuren door bijv. elektrische afspanningen Weet ik niet Locatie waar het paard meestal verblijft Informatie over de eigenaar De eigenaar geeft hier zijn naam, telefoonnummer en adres op zodat bijkomende vragen achteraf niet onopgelost blijven. Hier is ook nog plaats voorzien voor eventuele opmerkingen.

45 Behandeling en preventie van paarden met symptomen van zomereczeem Dit deel hoeft enkel te worden ingevuld wanneer het paard symptomen van zomereczeem vertoont. Het geeft een antwoord op de ernstigheid van het probleem en of er door de eigenaar maatregelen voor preventie worden genomen. Administratieve gegevens Deze gegevens zijn analoog aan de administratieve gegevens van het eerste deel en zijn bedoeld om de twee delen aan elkaar te koppelen. Er staat in: de naam van het paard, het geboortejaar, het enquêtenummer, het stamboeknummer, de datum van afname, de provincie, het soort wedstrijd, de locatie en de interviewer. De symptomen: geven de ernstigheid van het probleem weer. Jeuk Broze haren (veranderde haarstructuur) Afgeschuurde haren Kale plekken Volledig kaal Verdikking van de huid Korstjes Open wonden Ontstekingen De lichaamsdelen waar het paard symptomen van zomereczeem vertoont. Het jaar waarin men voor het eerst de symptomen vaststelt: geeft aan hoe lang het sensibilisatieproces heeft geduurd. In welke maand de symptomen beginnen en eindigen. Komen de verschijnselen elk jaar terug en indien ja, in welke mate? Worden er preventiemaatregelen genomen om de symptomen te verminderen? Indien ja, welke preventiemaatregelen en de efficiëntie ervan? Boett-deken Insectwerende producten Jeukverminderende oliën Desensibiliseringsmethode Medicatie Opstallen van het paard Verplaatsen van het paard naar een ander gebied Steekproef De eerste doelstelling van het onderzoek is zomereczeem bij Belgische Warmbloedpaarden in Vlaanderen in kaart te brengen. Dit wordt gerealiseerd door het afnemen van enquêtes op paardenwedstrijden per provincie. Het is belangrijk te werken met een betrouwbare steekproef. Aan de hand van het aantal georganiseerde paardenwedstrijden per provincie wordt er vastgesteld dat de BWP-paarden in Vlaanderen niet gelijkmatig zijn verdeeld. Het grote verschil wordt waargenomen in West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen, daar worden de minste wedstrijden gehouden. Hiermee werd dan ook rekening gehouden bij het vormen van de steekproef.

46 46 Tabel 2.1 Het aantal LRV wedstrijden per provincie Provincie Aantal LRV wedstrijden Antwerpen 21 Limburg 15 Vlaams-Brabant 12 Oost-Vlaanderen 8 West-Vlaanderen 9 Tijdens de wedstrijden werden telkens eigenaars aangesproken met de vraag of ze aan de enquête wilden deelnemen. Niet enkel de paarden die aanwezig waren op de wedstrijd werden opgenomen in de enquête, maar wel alle paarden die op dat moment in het bezit waren van de ondervraagde eigenaar. Als het aantal paarden per eigenaar meer dan veertien bedroeg, werd er een afspraak gemaakt om de enquête op een andere dag af te nemen, dit om de tijd binnen de grenzen te houden Dataverzameling De meeste enquêtes werden afgenomen op paardenwedstrijden omdat hier de meeste paardenliefhebbers aanwezig zijn. De communicatie verliep mondeling, dit om het gesprek gemakkelijk te kunnen opbouwen en om voldoende uitleg te kunnen geven omtrent het onderzoek. Er werden enquêtes afgenomen op LRV wedstrijden, federatie wedstrijden, waaronder de VOR, en bij de jonge paarden. Ook werden er enquêtes afgenomen op maneges en bij grote fokkers. Deze manier van werken geeft al meteen een meerwaarde aan het onderzoek. Omdat hier een groot aantal paarden in dezelfde omgeving en op dezelfde manier worden gehouden, kan de vraag worden gesteld waarom bepaalde paarden wel symptomen en anderen geen symptomen van zomereczeem vertonen. Nog andere contacten werden telefonisch gelegd, dit om het onderzoek te versnellen. Wedstrijden waarop ik enquêtes heb afgenomen: 28/06/09: Kessel-Lo (Vlaams-Brabant) 05/07/09: Halen (Limburg) 19/07/09: Meerdonk (Oost-Vlaanderen) 08/08/09: Zandhoven (Antwerpen) 09/08/09: Nederokkerzeel (Vlaams-Brabant) 16/08/09: Zonnebeke (West-Vlaanderen) 23/08/09: Zaffelare (Oost-Vlaanderen) 30/08/09: Moerzeke (Oost-Vlaanderen) 06/09/09: Bilzen-Hees (Limburg)

47 Verwerking gegevens De gegevens bekomen uit de enquêtes werden allemaal opgenomen in een databank verwerkt in Microsoft Office Access Dit om een totaal overzicht te creëren en om de verwerking te vergemakkelijken. Voor de verwerking van de gegevens is er met de nieuwste versie van het statistisch verwerkend programma SPSS gewerkt, PASW Statistics 17. Vooraleer de gegevens verwerkt kunnen worden, moet de databank vervolledigd en opgekuist worden. Bij het vervolledigen is er voor elk paard in de databank het bijhorende stamboeknummer gezocht. Dit stamboeknummer maakt het mogelijk om extra gegevens van het paard op te vragen. Dit kan gaan van de stamboom, grootte, leeftijd tot zelfs de kleur van het paard. Het opzoeken van de stamboeknummers kon gebeuren aan de hand van een databank aanwezig op het BWP stamboek te Oud-Heverlee. De volgende stap is het opkuisen van de Access databank om zo de gegevens te kunnen koppelen aan SPSS. SPSS is in het onderzoek verantwoordelijk om verschillen aan te duiden tussen factoren. Het is dus noodzakelijk dat alle records aan dezelfde eisen voldoen om geen bijkomende verschillen omtrent opmaak te veroorzaken. Er moet rekening worden gehouden met hoofdletters, leestekens, juiste spelling, opmerkingen, Na het opkuisen van de Access databank kunnen de gegevens rechtstreeks in SPSS worden ingelezen. Dit gebeurt aan de hand van File, Open Database en New Query, hierna hoeft enkel de Database Wizard te worden gevolgd. Voor de verwerking van de beïnvloedende factoren is er vooral gewerkt met de Chikwadraat test, deze laat toe om te beoordelen in hoeverre waargenomen aantallen systematisch afwijken van verwachte aantallen. Voor het uitvoeren van de test wordt in het menu Analyze het menu Descriptive Statistics gebruikt. Hier maak je de keuze Crosstabs. Je plaatst de variabelen waarover de vraag gaat (Het wel of niet vertonen van symptomen van zomereczeem) de ene in Row(s) en de andere in Column(s). In het tabblad Statistics wordt Chi-square aangevinkt. Bij gebruik van de Chi-kwadraat test wordt er nagegaan in welke mate het gevonden resultaat al of niet op toeval berust. Bij het toetsen van de significantie wordt er vanuit gegaan dat de nulhypothese die stelt dat een gevonden resultaat of verschil gelijk is aan nul, berust op toeval. Wanneer de gevonden waarde in belangrijke mate afwijkt van de onder de nulhypothese verwachte waarde, kan de nulhypothese worden verworpen. De nauwkeurigheid van een statistisch significant resultaat wordt weergegeven door een p-waarde. Strikt genomen is de p-waarde een maat voor de kans dat de nulhypothese ten onrechte is verworpen. Praktisch gezien is de p-waarde een waarde tussen 0 en 1, die wordt bepaald door middel van de Chi-kwadraat verdeling. Bij een p- waarde van 1 kunnen we aannemen dat het gevonden resultaat op toeval berust. Met een p-waarde dichtbij 0 kan ervan uitgegaan worden dat de gevonden waarde een werkelijke associatie aanduidt. Gewoonlijk wordt er gebruik gemaakt van het 5% significantie niveau. Is de p-waarde < 0.05 dan heerst er een significante aanduiding voor H1. H0: De factor heeft geen invloed op het voorkomen van zomereczeem. H1: De factor heeft wel invloed op het voorkomen van zomereczeem. Bij het verwerken van sommige factoren waaronder gewichtsstatus, conditiescore, leeftijd, wordt al gauw duidelijk dat het aantal records niet gelijk is verdeeld over de verschillende keuzemogelijkheden. Het is dus aan de orde om deze variabelen op te splitsen in klassen. Dit gebeurt aan de hand van het menu Transform en dan gebruik te maken van de actie Recode into same Variables. Wordt nu de gewenste variabele gekozen, kunnen de klassen worden samengevoegd.

48 Resultaten In samenwerking met Liesbet Peeters zijn er in totaal 1406 enquêtes afgenomen waarvan ik er zelf 645 heb ingevuld. Tabel 2.2 Het aantal verzamelde gegevens per methode van dataverzameling Methode Aantal verzamelde gegevens Paardenwedstrijden 1109 Bezoeken 238 Telefonische contacten 59 Voor de verwerking van de gegevens wordt er met alle 1406 BWP-paarden verder gewerkt Voorkomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Van de 1406 BWP-paarden zijn er 133 die symptomen van zomereczeem vertonen. Dit wil zeggen dat er 9.5% BWP-paarden zijn in Vlaanderen die last hebben van deze huidaandoening. Een opsplitsing per provincie ziet er als volgt uit: Tabel 2.3 Het voorkomen van zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen Provincie Aantal paarden Zomereczeem Antwerpen Limburg Vlaams-Brabant Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Wat de percentages betreft wordt duidelijk op onderstaande kaart van Vlaanderen. 9.4% 5.5 % 11.0% 10.9% %%% %ù %ùù 8.6 % Figuur 2.1 Prevalentie zomereczeem bij BWP-paarden in Vlaanderen

Genetische analyse van de gevoeligheid voor zomereczeem bij Belgische warmbloed paarden

Genetische analyse van de gevoeligheid voor zomereczeem bij Belgische warmbloed paarden 3 de Vlaamse fokkerijdag 26 oktober 2011 Genetische analyse van de gevoeligheid voor zomereczeem bij Belgische warmbloed paarden LIESBET PEETERS Onderzoeksgroep Huisdierengenetica Departement Biosystemen

Nadere informatie

Staart- en maneneczeem

Staart- en maneneczeem Staart- en maneneczeem Dr. Robin van den Boom Dept. Gezondheidszorg Paard Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht wat is het? hoe ziet het er uit? oorzaak diagnostiek therapie preventie toekomst

Nadere informatie

De genetische basis van zomereczeem of insect bite hypersensitivity Liesbet M. Peeters

De genetische basis van zomereczeem of insect bite hypersensitivity Liesbet M. Peeters De genetische basis van zomereczeem of insect bite hypersensitivity Liesbet M. Peeters Onderzoeksgroep Huisdierengenetica Promotoren prof. Nadine Buys, prof. Bruno Goddeeris, dr. Steven Janssens Zomereczeem

Nadere informatie

Zomereczeem. Wat is zomereczeem?

Zomereczeem. Wat is zomereczeem? Zomereczeem Wat is zomereczeem? Zomereczeem is een chronische seizoensgebonden en elk jaar terugkerende dermatitis. Paarden over de hele wereld zijn aangetast, met een globale prevalentie in alle paardenrassen

Nadere informatie

Staart- en maneneczeem steeds verder ontrafeld!

Staart- en maneneczeem steeds verder ontrafeld! Staart- en maneneczeem steeds verder ontrafeld! Staart- en maneneczeem is een veel voorkomende allergische aandoening bij paarden en pony s en veroorzaakt veel leed. De afgelopen jaren hebben onderzoekers

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het mucosale immuunsysteem Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen infecties met bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. De huid en de mucosale weefsels zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Wat is een allergie? Afweersysteem

Wat is een allergie? Afweersysteem De allergie survivalgids 15 Hoofdstuk 1 Wat is een allergie? Afweersysteem Voordat we uitleggen wat een allergie is, is het handig dat je eerst weet wat een afweersysteem is. Het afweersysteem van je lichaam

Nadere informatie

Vlooien zijn parasieten die leven van het bloed van een groot aantal warmbloedige dieren.

Vlooien zijn parasieten die leven van het bloed van een groot aantal warmbloedige dieren. Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Vlooien zijn insecten die zich voeden door bloed op te zuigen van een gastdier. Vlooien hebben geen vleugels, maar hebben sterke

Nadere informatie

Zomereczeem bij paarden

Zomereczeem bij paarden Industriële en biowetenschappen Geel Master in de biowetenschappen: landbouwkunde Zomereczeem bij paarden Prevalentie bij BWP-paarden en onderzoek naar invloedsfactoren CAMPUS Geel Marijke Caers Academiejaar

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen

Nadere informatie

(PID) CONSTITUTIONEEL ECZEEM

(PID) CONSTITUTIONEEL ECZEEM Patiënteninformatiedossier (PID) CONSTITUTIONEEL ECZEEM onderdeel WAT IS CONSTITUTIONEEL ECZEEM? ECZEEM Wat is constitutioneel eczeem? INHOUDSOPGAVE Inleiding...3 Hoe ontstaat constitutioneel eczeem?...4

Nadere informatie

DierenArtsenCentrum Noordwolde Voorjaar 2012

DierenArtsenCentrum Noordwolde Voorjaar 2012 DierenArtsenCentrum Noordwolde Voorjaar 2012 Beste paardeneigenaar, Op het moment is het rhinopneumonievirus volop in het nieuws. Het virus is vastgesteld op verschillende plaatsen in Nederland. Aangezien

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Allergisch astma Allergisch astma is een veel voorkomende ziekte waarbij mensen benauwd worden wanneer ze de stof inademen waar ze allergisch voor zijn geworden. Daarnaast

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.

Nadere informatie

Nederlandse Samenva ing

Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing Nederlandse Samenva ing De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn de meest voorkomende vormen van chronische ontstekingen van het maag-darm-kanaal. In het engels wordt deze groep

Nadere informatie

Werkstuk door een scholier 1620 woorden 6 maart keer beoordeeld. Wat is CPLD?

Werkstuk door een scholier 1620 woorden 6 maart keer beoordeeld. Wat is CPLD? Werkstuk door een scholier 1620 woorden 6 maart 2003 5 10 keer beoordeeld Vak ANW Wat is CPLD? CPLD is de afkorting voor Chronische Polymorfe Licht Dermatose. Het is een huidaandoening waarbij de huid

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Chapter. Nederlandse samenvatting

Chapter. Nederlandse samenvatting Chapter Nederlandse samenvatting 10 Allergische ziekten van de luchtwegen, zoals hooikoorts (allergische rhinoconjunctivitis) en allergisch astma zijn chronische ontstekingsziekten met klachten zoals tranende

Nadere informatie

MEER DAN EEN HUIDPROBLEEM

MEER DAN EEN HUIDPROBLEEM ROYAL CANIN DIEETVOEDINGEN HELPEN UW HUISDIER WEER LEKKER IN ZIJN VEL TE LATEN ZITTEN SOMS IS EEN PROBLEEMHUID MEER DAN EEN HUIDPROBLEEM Wanneer de oorzaak van de huidproblemen gediagnosticeerd is, kan

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Bloedafname van paarden voor onderzoek naar Staart- en Maneneczeem Aanmeldcode / Protocol:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus )

Nederlandse samenvatting. (voor iedereen dus ) (voor iedereen dus ) Iedere dag staan we bloot aan ontelbare schadelijke micro-organismen en stoffen. Om te overleven is het immuunsysteem constant in actie om deze factoren in ons lichaam te bestrijden.

Nadere informatie

Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden

Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden Genetische achtergrond van staart- en maneneczeem in pony s en paarden Anouk Schurink Bart Ducro Nijkerk, 11 november 2011 Informatie- en discussiebijeenkomst NSIJP Introductie Ervaring met IJslandse paarden

Nadere informatie

Voedselallergie is een veel voorkomende vorm van overgevoeligheid voor voedsel, waarbij immunoglobuline type E (IgE)-antistoffen een rol spelen. Allergische reacties op voedsel staan steeds meer in de

Nadere informatie

Samenvatting 149. Samenvatting

Samenvatting 149. Samenvatting Samenvatting Samenvatting 149 Samenvatting Constitutioneel eczeem is een chronische ontstekingsziekte van de huid gekenmerkt door rode, schilferende en bovenal jeukende huidafwijkingen. Onder de microscoop

Nadere informatie

Paarden - Ontworming. Tel.: 033-2863276 info@devallei.com www.devallei.com

Paarden - Ontworming. Tel.: 033-2863276 info@devallei.com www.devallei.com Paarden - Ontworming Vrijwel alle paarden in Nederland hebben wormen en wormlarven in hun lichaam. Wanneer er een beperkt aantal wormen in het lichaam verblijven, levert dit geen gezondheidsproblemen op.

Nadere informatie

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting CHAPTER 10 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Al sinds mensenheugenis is het mensen opgevallen dat infectieziekten bij de ene persoon veel ernstiger verlopen dan bij de andere. Terwijl

Nadere informatie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed

Nadere informatie

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel).

Vul het schema in. Gebruik hierbij: + (voordeel), (nadeel), 0 (geen voor- en geen nadeel). 1. Samenleven Afb. 1 Ossenpikker op de kop van een buffel. In de basisstoffen heb je geleerd dat de verschillende populaties in een ecosysteem op veel manieren met elkaar te maken hebben. Ze leven immers

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19745 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Faaij, Claudia Margaretha Johanna Maria Title: Cellular trafficking in haematological

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Respiratoir syncytieel virus Het respiratoir syncytieel virus (RSV) is een veroorzaker van luchtweginfectiesvan de mens. Het komt bij de mens met name in het winterseizoen voor.

Nadere informatie

Seborr hoïsch ecze em

Seborr hoïsch ecze em Seborrhoïsch eczeem Wat is seborrhoïsch eczeem Seborrhoïsch eczeem is een huidaandoening die wordt gekenmerkt door roodheid en schilfering, die vooral voorkomt in het gezicht en op het behaarde hoofd.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Introductie Wat zijn T cellen? T cellen zijn witte bloedcellen die een cruciale rol spelen bij het beschermen tegen ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën. Dit doen zij door middel van

Nadere informatie

Nieuwsbrief Paard Juni 2017

Nieuwsbrief Paard Juni 2017 Nieuwsbrief Paard Juni 2017 Het is weer tijd voor een nieuwe nieuwsbrief. Lees verder voor tips, trics en nieuws rond zomereczeem. En: wat je altijd al wilde weten over vitaminen bij paarden. Krijgt jouw

Nadere informatie

HAPTE CHAP SAMENVATTING

HAPTE CHAP SAMENVATTING HAPTE CHAP Wanneer voortplanting tussen individuen van verschillende soorten, maar ook van verschillende populaties wordt voorkómen, noemen we dit reproductieve isolatie. Reproductieve isolatie speelt

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Schistosomen en het immuunsysteem van de gastheer De parasieten van de schistosoma familie zoals Schistosoma mansoni en Schistosoma haematobium veroorzaken de ziekte schistosomiasis, ook wel

Nadere informatie

Interne Geneeskunde Allergologie. Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose

Interne Geneeskunde Allergologie. Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose Interne Geneeskunde Allergologie Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose Interne Geneeskunde Allergologie Wat is mastocytose? Mastocytose is de naam voor een zeldzame ziekte, die het gevolg

Nadere informatie

Vlooien. Algemeen. Symptomen. www.pfizerah.nl

Vlooien. Algemeen. Symptomen. www.pfizerah.nl Vlooien Algemeen Besmetting van huisdieren en hun omgeving door vlooien is een veel voorkomend probleem waarvoor de oplossing niet altijd even eenvoudig is. Er zijn in de wereld ruim 2200 soorten vlooien

Nadere informatie

Appendix. Nederlandse Samenvatting

Appendix. Nederlandse Samenvatting Appendix Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting INLEIDING Cooperia oncophora is de voornaamste dunne darm nematode bij runderen in streken met een gematigd klimaat, zoals West Europa. Dieren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen

Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen Nederlandse samenvatting Liesbeth van rensen Wat is astma? Patiënten met astma hebben het regelmatig benauwd. Kenmerkend voor de ziekte is dat de benauwdheid gepaard gaat met een piepende ademhaling, hoesten

Nadere informatie

12. Urticaria. Dermatologie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

12. Urticaria. Dermatologie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! 12. Urticaria Dermatologie Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Wat is urticaria? Urticaria (urtica = brandnetel) is de medische naam voor netelroos of galbulten. Het is een huiduitslag

Nadere informatie

Allergie (allergische rhinitis)

Allergie (allergische rhinitis) Keel-, Neus- en Oorheelkunde Allergie (allergische rhinitis) www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is allergie?... 3 Hooikoorts... 3 De belangrijkste allergenen... 3 Wat gebeurt er bij een allergieaanval?...

Nadere informatie

Voedselallergie: Veel gestelde vragen

Voedselallergie: Veel gestelde vragen Thema: Allergie Voedselallergie: Veel gestelde vragen Naam van spreker A.E.J. Dubois 22-11-2013 2 veel gestelde vragen over voedselallergie: 1. wat is het? welke voedingsmiddelen? welke klachten? 2. zit

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20942 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20942 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20942 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wammes, Linda Judith Title: Immune regulation during parasitic infections : from

Nadere informatie

II.I Staart en maneneczeem, een literatuuroverzicht.

II.I Staart en maneneczeem, een literatuuroverzicht. II.I Staart en maneneczeem, een literatuuroverzicht. 1. 1. Beschrijving van staart en maneneczeem Staart en maneneczeem (zomereczeem) is een huidallergie bij het paard die specifiek optreedt in het zomerseizoen

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor.

Samenvatting. Figuur 1. Een T cel gemedieerde immuun response. APC: antigen presenterende cel; Ag: antigen; TCR: T cel receptor. Samenvatting Het immuunsysteem Het menselijke lichaam bevat een uniek systeem, het immuunsysteem, wat ons beschermt tegen ongewenste en schadelijk indringers (ook wel lichaamsvreemde substanties of pathogenen

Nadere informatie

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Auteur: Steven Sarrazin Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Boviene Virale Diarree (BVD) is een aandoening met een veel ruimer ziektebeeld dan de naam laat vermoeden. Daarom is

Nadere informatie

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Auteur: Steven Sarrazin Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Veelal wordt de bestrijding van het Boviene Virale Diarree-virus (BVD) enkel geassocieerd met vaccinatie. Echter, met vaccinatie

Nadere informatie

Nieuwsbrief november 2014 Dierenkliniek Goeree Overflakkee. De ziekte van Weil (leptospirose).

Nieuwsbrief november 2014 Dierenkliniek Goeree Overflakkee. De ziekte van Weil (leptospirose). Nieuwsbrief november 2014 Dierenkliniek Goeree Overflakkee De ziekte van Weil (leptospirose). In het Westland is eind augustus een hond overleden aan de gevolgen van de infectieziekte leptospirose, ook

Nadere informatie

Doorbraak in onderzoek naar ME

Doorbraak in onderzoek naar ME Doorbraak in onderzoek naar ME Gezaghebbende Amerikaanse overheidsinstanties hebben opnieuw bij MEpatiënten een virus aangetroffen. Al eerder berichtte EenVandaag over de ontdekking van het XMRV-virus

Nadere informatie

Dermatologie. Urticaria. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Dermatologie. Urticaria. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Dermatologie Urticaria Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Wat is urticaria? Urticaria (urtica = brandnetel) is de medische naam voor netelroos of

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat is astma? Astma is een aandoening die wordt gekenmerkt door vernauwing van de luchtwegen (oftewel bronchoconstrictie) na inademing van verschillende

Nadere informatie

Teek-it-easy Een spel over... teken!

Teek-it-easy Een spel over... teken! Teek-it-easy Een spel over... teken! Deelnemers Spel Begeleiding Aantal Leeftijd Doelgroep Spelsoort Duur Aantal 10 of meer 10-12 jaar JRK-groep Binnen rustig 45 min. à 1u30 1 à 2 13-15 jaar Scholen Varia

Nadere informatie

Wat is allergie? Wat is hooikoorts?

Wat is allergie? Wat is hooikoorts? K.N.O. Allergie Deze folder heeft tot doel u informatie te geven over allergie en de daarbij behorende klachten. Als u recent bij de KNO-arts bent geweest, die u heeft verteld dat allergie één van de

Nadere informatie

8 maanden bescherming* tegen

8 maanden bescherming* tegen Aanhoudende doeltreffendheid Gegarandeerde gemoedsrust voor uzelf! 8 maanden bescherming* tegen Biedt hun tot zijn spinachtigen, die zich vasthaken bij honden en katten (en soms ook bij de mens!) om hun

Nadere informatie

Wat zou u tegen vlooien en teken doen als u een hond was?

Wat zou u tegen vlooien en teken doen als u een hond was? Wat zou u tegen vlooien en teken doen als u een hond was? In deze brochure vindt u informatie over vlooien- en tekenbestrijding bij de hond Belangrijke tips voor een goede bescherming binnen- en buitenshuis!

Nadere informatie

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie

03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie 03 - Informatie over de sublinguale immonutherapie Inhoud Wat is een allergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk?... 2 Wat betekent 'specifieke

Nadere informatie

Demodex mijt (puppyschurft) bij de hond

Demodex mijt (puppyschurft) bij de hond Demodex mijt (puppyschurft) bij de hond Bij uw hond is aangetoond dat er Demodex mijten aanwezig zijn in/op de huid. Hoe komt uw hond hieraan en hoe komt uw hond er weer vanaf? Kunt u zelf verschijnselen

Nadere informatie

Naar aanleiding van de recente uitbraak van de ziekte blauwtong in Nederland en omringende landen deelt de COGEM u het volgende mee.

Naar aanleiding van de recente uitbraak van de ziekte blauwtong in Nederland en omringende landen deelt de COGEM u het volgende mee. Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus 30945 2500 GX Den Haag DATUM 24 oktober 2006 KENMERK CGM/061024-03 ONDERWERP Advies

Nadere informatie

Bluetongue Van besmetting tot bestrijding

Bluetongue Van besmetting tot bestrijding Bluetongue Van besmetting tot bestrijding Bluetongue Van besmetting tot bestrijding Voor een effectieve aanpak van bluetongue is het belangrijk dat de ziekte snel wordt herkend. In deze folder zetten we

Nadere informatie

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug

Nadere informatie

Chapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting

Chapter 7. Algemene Discussie en Samenvatting Algemene Discussie en Samenvatting 75 76 Algemene Discussie en Samenvatting Plaveiselcelcarcinoom van het oog bij runderen (BOSCC) en het vulva papilloma en carcinoma complex bij runderen (BVPCC) zijn

Nadere informatie

Dermatologie. Urticaria. Slingeland Ziekenhuis

Dermatologie. Urticaria. Slingeland Ziekenhuis Dermatologie Urticaria i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Wat is urticaria? Urticaria (urtica = brandnetel) is de medische naam voor netelroos of galbulten. Het is een huiduitslag die vaak heftig

Nadere informatie

Allergie. Wat is luchtwegallergie? Wat is hooikoorts? Wat zijn de belangrijkste allergenen? Figuur 1. De huisstofmijt

Allergie. Wat is luchtwegallergie? Wat is hooikoorts? Wat zijn de belangrijkste allergenen? Figuur 1. De huisstofmijt Allergie Deze brochure biedt u informatie over luchtwegallergie en daarbij behorende klachten. Wat is luchtwegallergie? Allergie is een overgevoeligheidsreactie van het afweersysteem van het lichaam op

Nadere informatie

Demodex bij de Hond. Bij de pijl een demodex mijt

Demodex bij de Hond. Bij de pijl een demodex mijt Demodex bij de Hond Wat is demodex? Demodex, ook wel puppyschurft genoemd, is een soort schurftmijt, een parasiet. De soort die bij de hond voorkomt heet Demodex canis. Demodex mijten behoren tot de normale

Nadere informatie

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Dierenkliniek Goeree Overflakkee Dierenkliniek Goeree Overflakkee De teksten van onze artikelen worden geschreven aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook op basis van onze eigen inzichten en ervaringen. Daarom kan de informatie

Nadere informatie

Wat is schurft? Hoe ontstaat schurft?

Wat is schurft? Hoe ontstaat schurft? Scabiës Wat is schurft? Schurft (officiële naam: scabiës) is een besmettelijke huidziekte, die wordt veroorzaakt door de schurftmijt. De aandoening jeukt heftig, vooral s nachts. Schurft is een vervelende,

Nadere informatie

Ontwormen en mestonderzoek bij paarden

Ontwormen en mestonderzoek bij paarden Nieuwsbrief Paard Maart Een aantal keer per jaar stellen we voor paardeneigenaren een korte nieuwsbrief samen. In deze eerste nieuwsbrief willen we een aantal vragen beantwoorden die er nog zijn omtrent

Nadere informatie

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent PRAKTIJKDIERENARTS-MVBB02-2013 Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent Sommige vlees- en melkveebedrijven hebben de voorbije jaren te maken gehad

Nadere informatie

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017

RABIËS VIRUSKENNER. Onderzoeksverslag 29 MAART 2017 RABIËS VIRUSKENNER Onderzoeksverslag 29 MAART 2017 CHRISTELIJK LYCEUM DELFT HT3k, Groep 2 Stijn van der Kolk, Thomas Vlug, Nanne Kluivingh en Oscar Wishaupt INHOUD INLEIDING... 2 OPDRACHT 1 ORIËNTATIE

Nadere informatie

Praktische opdracht. klas 2 atheneum

Praktische opdracht. klas 2 atheneum 1 Praktische opdracht klas 2 atheneum Expert opdrachten gaswisseling, bloed en bloedsomloop http://www.bioplek.org/2klas/2klasexpertgasbloed/2klasgasbloedinhoud.html Vragen over de posters 2 Het is mogelijk

Nadere informatie

Dermatologie. Seborrhoïsch eczeem. Afdeling: Onderwerp:

Dermatologie. Seborrhoïsch eczeem. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Dermatologie Wat is seborrhoïsch eczeem? is een huidaandoening die wordt gekenmerkt door roodheid en schilfering, die vooral voorkomt in het gezicht en op het behaarde hoofd. Geschat

Nadere informatie

17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN. Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2

17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN. Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2 17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2 Inhoud 1. Allergieën (Bevolking)... 2 2. Oorzaken van allergieën (Biosfeer,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 9 Inleiding Het dengue virus (DENV) en het West Nijl virus (WNV) behoren tot de Flaviviridae, een familie van kleine sferische virussen met een positief-strengs RNA genoom.

Nadere informatie

Allergisch voor Primine

Allergisch voor Primine Allergisch voor Primine U bent allergisch voor Primine: Wat nu? Uw dermatoloog heeft aangetoond dat u allergisch bent voor primine. Wanneer u in contact komt met primine, kan dat aanleiding geven tot het

Nadere informatie

Symptomen. Er zijn paarden die een infectie doormaken maar niet ziek zijn. Als paarden wel ziek worden kunnen de ziekteverschijnselen

Symptomen. Er zijn paarden die een infectie doormaken maar niet ziek zijn. Als paarden wel ziek worden kunnen de ziekteverschijnselen Het West-Nijlvirus Het West-Nijlvirus (WNV) wordt overgedragen van besmette (trek-)vogels op zoogdieren door de beet van verschillende soorten muggen, in het bijzonder muggen van de Culex-soorten. Vooral

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Inleiding Reuma is een verzamelnaam voor een groot aantal ernstige aandoeningen van het bewegingsapparaat, waarbij gewrichtsklachten een belangrijke rol spelen. Reumatoïde artritis (RA) is een vorm van

Nadere informatie

Nieuwsbrief 42 Maart - April 2008 DE WEEK VAN DE TEEK

Nieuwsbrief 42 Maart - April 2008 DE WEEK VAN DE TEEK Nieuwsbrief 42 Maart - April 2008 DE WEEK VAN DE TEEK Naar aanleiding van de internationale week van de teek (30 maart tot en met 6 april) is het interessant om de gevaren van teken op landbouwgebied even

Nadere informatie

Immuunreactie tegen virussen

Immuunreactie tegen virussen Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en

Nadere informatie

Eén op de vijf kinderen heeft een ernstige allergie.

Eén op de vijf kinderen heeft een ernstige allergie. Allergieën Eén op de vijf kinderen heeft een ernstige allergie. Een allergie is een overreactie in het lichaam op een gewoonlijk onschadelijke stof die een allergeen wordt genoemd. De meest voorkomende

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets)

Verdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets) 1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van oktober 2007 (tweede herziening) Allergie speelt een belangrijke rol in de pathofysiologie van astma: klachten en symptomen kunnen erdoor

Nadere informatie

Dermatologie. Seborrhoïsch eczeem. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Dermatologie. Seborrhoïsch eczeem. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Dermatologie Seborrhoïsch eczeem Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Wat is seborrhoïsch eczeem? Seborrhoïsch eczeem is een huidaandoening waarbij

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

ECZEEM BIJ KINDEREN A1002

ECZEEM BIJ KINDEREN A1002 ECZEEM BIJ KINDEREN A1002 Inleiding Er bestaan veel verschillende soorten eczeem. Bij jonge kinderen is er vooral sprake van constitutioneel eczeem, ook wel atopisch eczeem of dauwworm genoemd. Dit is

Nadere informatie

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Stand van zaken en vooruitzichten. 1 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen BLAUWTONG Stand van zaken en vooruitzichten Jozef Hooyberghs FAVV DG Controlebeleid Gent, 21 november 2007 1 Federaal Agentschap voor de Inhoud Situatie in België Situatie in Europa Maatregelen in België

Nadere informatie

Urticaria (galbulten, netelroos)

Urticaria (galbulten, netelroos) Urticaria (galbulten, netelroos) Uw behandelend arts heeft urticaria bij u geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden Wat is urticaria? Urticaria

Nadere informatie

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren.

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren. Monitoring Vectoren Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren. Het Centrum Monitoring Vectoren (CMV) voert sinds 2010 in heel Nederland

Nadere informatie

07 - Informatie over insectenallergie

07 - Informatie over insectenallergie 07 - Informatie over insectenallergie Inhoud Wat is een insectenallergie eigenlijk?... 1 Waarom is een behandeling nodig?... 2 Wat te doen indien een insectenallergie wordt vermoed?... 3 De behandeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus

Nederlandse samenvatting. Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Nederlandse samenvatting Baarmoederhalskanker en het humaan papillomavirus Baarmoederhalskanker is de op een na meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Elk jaar krijgen wereldwijd ongeveer 500.000

Nadere informatie

Schimmelinfectie van de huid ("ringworm," dermatofytose) bij honden en katten

Schimmelinfectie van de huid (ringworm, dermatofytose) bij honden en katten Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Dermatofytose is de medische term voor een schimmelinfectie van de oppervlakkige laag van de huid, nagels of haren. De infecties

Nadere informatie

Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Dierenkliniek Goeree Overflakkee Dierenkliniek Goeree Overflakkee De teksten van onze artikelen worden geschreven aan de hand van wetenschappelijke literatuur, maar ook op basis van onze eigen inzichten en ervaringen. Daarom kan de informatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemene introductie

Hoofdstuk 1: Algemene introductie amenvatting Appendices Hoofdstuk 1: Algemene introductie Dit proefschrift richt zich op de relatie tussen allergie en intestinale wormen. De term allergie wordt in dit proefschrift gebruikt voor atopische

Nadere informatie

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek

Inleiding. Chapter 11. Achtergrond en doel van het onderzoek Chapter 11 Inleiding Achtergrond en doel van het onderzoek Kanker is na hart en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Per jaar wordt in Nederland bij ongeveer 70.000 mensen kanker vastgesteld

Nadere informatie

143 Lymfatische filariasis is een door muggen overgebrachte ziekte die wijdverbreid voorkomt in de tropen en subtropen. Hoewel de prevalentie niet hoog is, tonen gegevens van het Indonesisch ministerie

Nadere informatie

Immunotherapie met inhalatie-allergenen

Immunotherapie met inhalatie-allergenen Immunotherapie met inhalatie-allergenen Interne Geneeskunde Allergologie Inleiding U reageert allergisch op stuifmeel, huisstofmijt en/of huidschilfers van katten. Deze stoffen die in de lucht voorkomen,

Nadere informatie

Vlooien. levenscyclus van de vlo

Vlooien. levenscyclus van de vlo Vlooien Vlooien zijn de meest voorkomende parasieten bij hond en kat. Ze komen gedurende het hele jaar voor. Ze voeden zich met het bloed van hun gastheer en veroorzaken huidirritatie door injectie van

Nadere informatie

Blauw Tong vaccinatie??

Blauw Tong vaccinatie?? Blauw Tong vaccinatie?? Veearts Marcel Van Aert Vakgroep voortplanting, verloskunde en bedrijfsdiergeneeskunde Universiteit Gent Vaccinatie??? Inleiding Gewenste karakteristieken van BT-vaccins BT-vaccins

Nadere informatie

Protocol Hoofdluis KDV Polderpret

Protocol Hoofdluis KDV Polderpret Protocol Hoofdluis KDV Polderpret Inhoudsopgave 1. Algemeen 2. Ziekte 3. Diagnostiek 4. Besmetting 5. Verspreiding 6. Behandeling 7. Maatregelen naar aanleiding van een geval 8. Wat doen we op Polderpret

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #26

PLUIMVEE HARTSLAG #26 Een publicatie van MSD Animal Health Juli 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #26 door Peter gemeten Bloedluizen bestrijden rendeert! DYNAMIC IMMUNITY Doeltreffende bestrijding van rode vogelmijt loont!

Nadere informatie