Onderzoeksrapport. Enquête Mijn kind op vakantiekamp. (maart 2012)

Transcriptie

1 Onderzoeksrapport Enquête Mijn kind op vakantiekamp (maart 2012) Hanne Waumans (Koning Kevin vzw) Steven Goossens (Crefi vzw) Karen Verbruggen (Humanistische Jongeren vzw) Griet Neyens en Marieke Pattijn (Jeugdvakanties Duinen-Heide vzw) Evelyne Lanneau en Silvie Bonne (Idee Kids vzw) Nele Annaert en Pepijn Kennis (Steunpunt Jeugd vzw)

2 2

3 INHOUDSTAFEL 1 Inleiding Vaststellingen Onderzoeksvraag Terminologie Rapportage Data Dataverzameling Dataverzameling via basis- en secundaire scholen Dataverzameling via nieuwsbrieven en websites Vertekende steekproef Opsplitsing: data over ouders versus data over kinderen Achtergrondkenmerken Achtergrondkenmerken van ouders Achtergrondkenmerken van kinderen Gegevens over ouders Criteria en stellingen bij de keuze van een vakantiekamp Afstand Periode Organisatie en begeleiding Meer dan spelen alleen? Deelnemers Andere criteria De kostprijs van een vakantiekamp Een vakantiekamp vinden Moment van inschrijven Gegevens over kinderen Periode Per leeftijdscategorie Overnachting Per leeftijdscategorie Interesse in vakantie- of kampconcepten Per leeftijdscategorie Per geslacht Wie kiest het vakantiekamp? Besluit Criteria en stellingen bij de keuze van een vakantiekamp De kostprijs van een vakantiekamp Een vakantiekamp vinden Moment van inschrijven

4 5.5 Vakantieperiode Overnachting Vakantieconcepten Wie kiest het vakantiekamp? BIJLAGE 1: Overzicht van aangeschreven scholen BIJLAGE 2: Brief BIJLAGE 3: Nieuwsbericht

5 1 Inleiding In de beleidsperiode organiseerde Steunpunt Jeugd lijks twee vraaggestuurde trajecten. Begin juni 2010 werden alle landelijk erkende jeugdorganisaties opgeroepen om thema s in te dienen voor de twee vraaggestuurde trajecten in Het vraaggestuurd traject Vakantieorganisaties, waarvan dit onderzoeksrapport het eindresultaat is, werd gestemd en goedgekeurd tijdens de Algemene Vergadering van Steunpunt Jeugd op 30 november Het traject Vakantieorganisaties liep van 1 maart 2011 tot 28 februari De initiatiefnemende vakantieorganisaties Koning Kevin vzw, Idee Kids vzw, Crefi vzw, Jeugdvakanties Duinen-Heide vzw en Humanistische Jongeren vzw (hierna de stuurgroep genoemd) dienden het voorstel in om een zicht te krijgen op de behoeften en voorkeuren van ouders wat betreft het aanbod van vakantieorganisaties. 1.1 Vaststellingen Het loopt storm voor zomerkampen Veel organisaties die zomerkampen voor jongeren aanbieden, moeten al het bordje volzet hangen. Een opstoot na twee crisisjaren. En wie er niet naast wil grijpen, boekt steeds vroeger, lezen we in De Standaard van woensdag 2 maart Ook tijdens het schrijven van dit onderzoeksrapport lezen we in De Morgen van 18 januari 2012: Nu al stormloop op zomerkampen voor kinderen Ouders en kinderen staan vijf maanden voor het begin van de zomervakantie te dringen om een plek te bemachtigen in een jeugdkamp. Na amper een week van inschrijvingen hangt dan ook al vaak het bordje volgeboekt of wachtlijst uit. Toch ervaart niet iedere jeugdorganisatie een boost van inschrijvingen voor kampen of vakanties in welke periode dan ook. Voor sommige jeugdorganisaties is het zelfs moeilijk om de voorop gestelde deelnemersaantallen te bereiken. Enkele vaststellingen: Vakanties en kampen voor kinderen en jongeren groeien als paddenstoelen uit de grond. Deze vakanties en kampen worden niet alleen georganiseerd door landelijk georganiseerde jeugdorganisaties 1, maar ook door lokale, plaatselijke initiatieven en verenigingen 2. Er zijn met andere woorden ontzettend veel kampen en vakanties (die naast elkaar bestaan) binnen en buiten het jeugdwerk (sport, cultuur ) waaruit kinderen en jongeren kunnen kiezen. Omdat er geen zicht meer is op het volledige aanbod van vakanties en kampen, wordt het voor landelijk georganiseerde jeugdorganisaties steeds moeilijker om zich van elkaar te onderscheiden. Ook basis- en secundaire scholen organiseren vakanties en kampen, ook tijdens de schoolvakanties (bijvoorbeeld bosklassen of reizen naar het buitenland). Hierbij is het belangrijk te weten dat scholen gebonden zijn aan de regel van de maximumfactuur: scholen mogen aan ouders een bepaald bedrag vragen (voor materiaal en activiteiten) waar ze niet boven mogen gaan. Het budget dat dat bedrag overschrijdt, moet dan betaald worden met werkingsmiddelen van de overheid. Als reactie hierop stellen we vast dat scholen aan jeugdorganisaties vragen om samen een vakantie of een kamp te organiseren. De stuurgroep stelde ook vast dat er heel wat concurrentie bestaat tussen vakantieorganisaties onderling. Sommige organisaties of initiatieven kopiëren zelfs letterlijk het programma van andere jeugdorganisaties. In hoeverre spelen criteria zoals kostprijs, afstand woonplaats kampplaats, vakantieconcepten, kinderopvang, moment van inschrijven een rol bij de keuze van een vakantiekamp? 1 Een landelijk georganiseerde jeugdvereniging is een vereniging zonder winstoogmerk die volgens haar doelstellingen en haar activiteiten aan jeugdwerk doet met deelnemers uit minstens vier provincies van het Nederlandse taalgebied of uit drie provincies van het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad ( 2 Jeugdwerk dat zich hoofdzakelijk in de gemeente of het tweetalig gebied Brussel Hoofdstad ontwikkelt en dat zich kan richten op specifieke doelgroepen of specifieke gebieden in de gemeente ( 5

6 1.2 Onderzoeksvraag De initiële vraag van de stuurgroep was een zicht krijgen op het vakantieaanbod voor kinderen en jongeren, georganiseerd op lokaal, provinciaal en Vlaams niveau én gekoppeld aan een behoeftenonderzoek bij ouders. Gezien de timing en het budget van het vraaggestuurd traject, hebben we besloten om ons in 2011 te concentreren op het behoeftenonderzoek bij ouders. Door middel van een online enquête willen we te weten komen op basis van welke criteria ouders beslissen om hun kinderen naar een vakantie of een kamp te sturen. De doelgroep van de enquête zijn ouders met kinderen tussen 3 en 18, omdat het merendeel van het vakantieaanbod van jeugdorganisaties georganiseerd wordt voor kinderen en jongeren van die leeftijd. Daarnaast gaan we er vanuit dat het nog steeds de ouders zijn (al dan niet in samenspraak met hun kinderen) die hun kinderen inschrijven voor een bepaalde vakantie of een bepaald kamp. Op basis van de resultaten van de enquête krijgen landelijk erkende vakantieorganisaties een zicht op de behoeften en voorkeuren van ouders en hun kinderen wat het bestaande aanbod van vakanties en kampen betreft. Dit resultaat kan een aanzet zijn om het aanbod van vakanties en kampen hierop te heroriënteren en beter af te stemmen. In navolging van dit onderzoek zal werk gemaakt worden van een website die gekoppeld is aan de UiTdatabank 3 van Cultuurnet Vlaanderen. Landelijk erkende vakantieorganisaties zullen op regelmatige tijdstippen aangemoedigd worden om hun kamp- en vakantieaanbod bekend te maken op die website. Zo wordt het op de eerste plaats voor ouders gemakkelijker en overzichtelijker om een geschikte vakantie of een geschikt kamp te vinden voor hun kinderen. Op de tweede plaats moet deze website voor landelijk erkende vakantieorganisaties een overzicht bieden van de bestaande kamp- en vakantieinitiatieven in het landelijk erkend jeugdwerk. 1.3 Terminologie Als we spreken over vakanties en kampen hebben we het niet over kampen en vakanties die een werking afsluiten van een jeugdorganisatie waar kinderen (twee)wekelijks naartoe gaan (bijvoorbeeld het bivak ter afsluiting van het Chiro, een scoutskamp ). We hebben het wel over meerdaagse vakanties en kampen waarvoor kinderen zich moeten inschrijven zonder dat ze ook (twee)wekelijks meedoen aan activiteiten van die vereniging (bijvoorbeeld een sportkamp, een theatervakantie ). Daarnaast gaat het zowel over vakanties en kampen waar kinderen blijven overnachten (internaatvakanties en -kampen), als waar kinderen thuis gaan slapen (externaatvakanties en -kampen). In dit rapport gebruiken we de termen vakantie, kamp, en vakantiekamp door elkaar. Daarbij bedoelen we zowel internaat- als externaatconcepten en zowel rondtrekkend, als op een vaste locatie. 1.4 Rapportage In het eerste deel van dit rapport lichten we eerst toe hoe de onderzoeksgegevens verzameld zijn. Vervolgens staan we stil bij de soort steekproef die genomen werd. Verder duiden we de opsplitsing tussen de verzamelde data over de ouders en de verzamelde data over de kinderen. Ten slotte overlopen we enkele achtergrondkenmerken van de ouders en de kinderen. In het tweede deel behandelen we de behoeften en voorkeuren van de ouders: Welke criteria vinden zij belangrijk bij de keuze van een vakantiekamp? Wat vinden zij een goede prijs voor een vakantiekamp? Hoe vinden ze een vakantiekamp voor hun kinderen? En wanneer schrijven ze hun kinderen het liefst in voor een vakantie of een kamp? In het derde deel geven we de voorkeuren van de kinderen weer, weliswaar door de ouders gepercipieerd. De ouders gaven aan in welke periode hun kinderen meestal op vakantiekamp gaan, of ze er blijven slapen of niet, welke vakantieconcepten hun kinderen interessant vinden en wie het vakantiekamp kiest. Deze informatie werd, waar relevant, opgedeeld per leeftijdscategorie en/of geslacht. Ten slotte geven we in het besluit de belangrijkste resultaten weer waarop vakantieorganisaties kunnen letten als ze hun aanbod willen heroriënteren en beter afstemmen op de behoeften en voorkeuren van ouders en hun kinderen. Waar mogelijk doen we concrete suggesties. Een noot die 3 De UiTdatabank zorgt voor de verzameling en verspreiding van het brede cultuur- en vrijetijdsaanbod in Vlaanderen en Brussel ( 6

7 we hierbij maken is dat we hierin zeker niet volledig zijn: het is vooral aan de vakantieorganisaties zelf om met de resultaten creatief om te gaan en hierin zelf keuzes te maken. 2 Data In dit deel lichten we eerst toe hoe de onderzoeksgegevens verzameld zijn. Vervolgens staan we stil bij de soort steekproef die genomen werd. Verder duiden we de opsplitsing tussen de verzamelde data over de ouders en de verzamelde data over de kinderen. Ten slotte overlopen we enkele achtergrondkenmerken van de ouders en de kinderen. 2.1 Dataverzameling Gedurende de maanden maart 2011 tot augustus 2011 werkte de stuurgroep de vragenlijst voor de enquête uit. De enquête ging op 31 augustus 2011 online en werd op 31 oktober 2011 stop gezet. We kozen ervoor om de enquête op 31 augustus 2011 online te zetten, omdat in de voorafgaande maanden juli en augustus heel wat kinderen en jongeren op vakantiekamp gingen en zodoende de behoeften en voorkeuren van ouders en hun kinderen nog fris in het geheugen zitten. Voordat de definitieve vragenlijst online werd gezet, gingen we ten rade bij Jessy Siongers en Lilith Roggemans, onderzoeksters aan de VUB. Zij hebben ervaring met het opstellen, verspreiden en analyseren van (online) enquêtes. Beide onderzoeksters raadden ons aan om de enquête op de eerste plaats via basis- en secundaire scholen te verspreiden. Met onze enquête willen we immers ouders bereiken met kinderen tussen 3 en 18 oud. Op die manier wordt de enquête onder een divers publiek verspreid en bereiken we onze doelgroep. Op de tweede plaats werd de enquête verspreid via een bericht dat in de nieuwsbrieven van verschillende verenigingen en organisaties verschenen is. Volgens Jessy Siongers en Lilith Roggemans kunnen we statistisch relevante uitspraken doen over de resultaten van de enquête als minstens ouders de vragen beantwoorden. In totaal vulden ouders de enquête geheel of gedeeltelijk in. Dat niet alle ouders de enquête volledig invulden, is niet noodzakelijk problematisch. We gebruiken alle beschikbare gegevens door middel van pairwise deletion: we nemen alle beschikbare antwoorden mee op in de rapportage, in plaats van de onvolledige responsen achterwege te laten Dataverzameling via basis- en secundaire scholen Om de basis- en secundaire scholen te selecteren, vroegen we bij het departement Onderwijs en Vorming het overzicht van het onderwijsaanbod in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op. Daaruit selecteerden we een aantal basis- en secundaire scholen, gecontroleerd per Vlaamse provincie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor de secundaire scholen werd gecontroleerd voor de richtingen ASO, TSO en BSO, voor de basisscholen werd gecontroleerd op lagereschool en kleuterschool (zie Bijlage 1: Overzicht van aangeschreven scholen). In totaal werden de directeurs van 11 secundaire en 17 basisscholen g d of gebeld met de vraag of we elke leerling een brief mochten meegeven, gericht aan de ouders (zie Bijlage 2: Brief). We kregen echter van 2 secundaire scholen en 8 basisscholen groen licht om de brieven begin september uit te delen aan de leerlingen. Deze lage respons kan mogelijks liggen aan het feit dat kinderen en jongeren bij de start van het nieuwe school al (te) veel brieven en documenten mee krijgen. In totaal werden er in de 10 scholen brieven uitgedeeld. De 2 secundaire scholen bevinden zich alle twee in de provincie Vlaams-Brabant en bieden alle twee alleen ASO aan. De 8 basisscholen zijn meer verspreid over de provincies heen: 3 bevinden zich in Vlaams-Brabant, 2 in Antwerpen en telkens 1 in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg. We bereikten geen school (noch een secundaire, noch een basisschool) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een basisschool uit West-Vlaanderen nam het nieuwsbericht op haar website op en een basisschool uit Vlaams-Brabant verspreidde het nieuwsbericht via haar nieuwsbrief gericht aan de ouders van de leerlingen. 7

8 2.1.2 Dataverzameling via nieuwsbrieven en websites Om de enquête bij een breed publiek bekend te maken, maakten we ook een nieuwsbericht dat verspreid werd via de nieuwsbrieven van verschillende verenigingen en organisaties (zie Bijlage 3: Nieuwsbericht). Het bericht verscheen in de nieuwsbrieven van volgende verenigingen en organisaties: Cultuurnet Vlaanderen VCOV De koepel van ouderverenigingen van het vrij onderwijs KOOGO De koepel van ouderverenigingen van het officieel gesubsidieerd onderwijs Klasse voor Ouders Demos vzw Het kenniscentrum voor participatie en democratie Socius vzw Steunpunt sociaal-cultureel volwassenenwerk Steunpunt Vakantieparticipatie (Toerisme Vlaanderen) EXPOO (Kind en Gezin & Jongerenwelzijn) Expertisecentrum opvoedingsondersteuning Steunpunt Jeugd vzw Crefi vzw Koning Kevin vzw Humanistische Jongeren vzw Jeugdvakanties Duinen-Heide vzw Idee Kids vzw Partena Communicatiepartner van Idee Kids vzw Daarnaast verscheen het nieuwsbericht ook op de websites van volgende organisaties: Gezinsbond GO! Ouders Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap VVJ Vereniging Vlaamse Jeugddiensten 2.2 Vertekende steekproef Doordat de meerderheid van de responsen via de verspreiding van de enquête door enkele initiatiefnemende vakantieorganisaties zelf kwam, werd geen representatieve steekproef bekomen. Niet elke organisatie bracht immers evenveel respondenten aan. We werken dus met een vertekende steekproef. Zo stuurde Idee Kids vzw het nieuwsbericht via haar nieuwsbrief naar ongeveer unieke adressen en haar communicatiepartner Partena naar zo n unieke adressen. Dit heeft als gevolg dat Idee Kids vzw voor een groot deel van alle responsen zorgde. Ook Crefi vzw, de jeugddienst van de Gezinsbond, bracht mede door de verspreiding van de enquête via de website van de Gezinsbond veel responsen aan. Toch kunnen we niet nauwkeurig meten welke ouder op welke manier bij de enquête terecht is gekomen. Dit werd immers niet expliciet gevraagd in de bevraging. Wat we wel zeker weten is dat het aantal responsen sterk steeg op het moment dat Idee Kids vzw en haar communicatiepartner Partena het nieuwsbericht over de enquête via hun nieuwsbrieven verspreidden. Op de vraag Vink aan met welke organisatie één (of meerdere) van je kinderen uit je gezin al op vakantie of op kamp is geweest, antwoordde 49% van de ouders Idee Kids vzw, 26% Crefi vzw, 4% Koning Kevin vzw, 1% Jeugdvakanties Duinen-Heide vzw en 1% Humanistische Jongeren vzw. 4 Daarnaast kunnen we ons de vraag stellen of ouders die hun kinderen naar een bepaalde organisatie sturen, ook andere behoeften en voorkeuren hebben bij de keuze van een vakantiekamp. Net zoals we bij een studie naar stemgedrag de verzamelde gegevens niet zouden corrigeren wat betreft het aantal mensen met blond en bruin haar, gebruiken we ook hier de volledige dataset: we passen geen weging toe en maken in onderstaande analyses dan ook geen onderscheid wat betreft de organisatie waarmee ouders hun kinderen (al wel eens) op vakantiekamp lieten gaan. 4 De respondenten konden kiezen uit een lijst van 36 landelijk erkende jeugdorganisaties die expliciet in hun beleidsnota of op hun website aangeven vakantiekampen te organiseren voor kinderen en jongeren. 8

9 We kozen ervoor om de antwoorden niet te wegen omwille van de onbekende populatie, de afwezigheid van relevante achtergrondkenmerken en de vertekende steekproef. Dit onderzoek beoogt dan ook geen wetenschappelijke relevantie, maar wel een solide basis om het aanbod van vakantiekampen beter af te stemmen op de behoeften en voorkeuren van ouders en hun kinderen. Omwille van het praktijkgericht karakter van dit onderzoek ervaren we de steekproeftrekking dan ook niet als problematisch. We bereikten voldoende respondenten om gedegen aanbevelingen te doen naar de organisatoren van vakanties en kampen. 2.3 Opsplitsing: data over ouders versus data over kinderen In het eerste deel van de enquête antwoordden de respondenten (de ouders) op vragen die op zichzelf betrekking hadden. Er werd gepeild naar de criteria die zij belangrijk vinden bij de keuze van een vakantiekamp, wat hun gemiddeld budget hiervoor is, hoe ze een vakantiekamp vinden en wanneer zij hun kinderen het liefst inschrijven voor een vakantiekamp. In het tweede deel van de enquête werden de ouders bevraagd over hun kinderen. Per kind gaven ze aan in welke vakantieconcepten ze hebben, wanneer ze meestal op vakantiekamp gaan of ze er al dan niet blijven overnachten, enzovoort. Het is belangrijk te weten dat deze twee soorten bevragingen niet met elkaar vergeleken kunnen worden. Aangezien elke ouder het tweede deel van de enquête mogelijks voor meerdere kinderen heeft ingevuld, kan er geen vergelijking opgebouwd worden tussen de kenmerken van de ouder en de kenmerken van het kind. We weten namelijk niet over welk kind het dan gaat. We verduidelijken dit met een voorbeeld. Op een vraag zoals Hoe belangrijk vinden ouders van respectievelijk kleuters, lagereschoolkinderen en tieners de afstand tussen de woonplaats en de kampplaats? kan geen antwoord gegeven worden met de beschikbare data. Het ene deel van de vraag heeft betrekking op kenmerken van de ouder (Hoe belangrijk vindt de ouder de afstand tussen woonplaats en kampplaats?), terwijl het andere deel betrekking heeft op één van de kinderen (Hoe oud is hij of zij?). We kunnen dan ook geen antwoord geven op de vraag, omdat ouders aangeven hoe belangrijk ze het vinden dat hun kinderen in het algemeen al dan niet dicht bij huis op kamp gaan, zonder een specifiek kind in gedachten te hebben. Diens leeftijd doet dus niet ter zake. Daarom werden de verzamelde gegevens geherstructureerd. Op die manier bekwamen we twee analyseniveaus. Het eerste analyseniveau heeft betrekking op de kenmerken van de ouder die de enquête heeft ingevuld (zie Hoofdstuk 3: Data over ouders ). Deze analyses kunnen niet gekoppeld worden aan één bepaald kind. We verzamelden verder in de enquête immers informatie over meerdere kinderen; het tweede analyseniveau (zie Hoofdstuk 4: Data over kinderen ). In Hoofdstuk 4: Data over kinderen analyseren we de gegevens over alle kinderen, ongeacht bij welke ouder zij horen. 2.4 Achtergrondkenmerken Hieronder staan we stil bij de achtergrondkenmerken van de ouders en die van de kinderen. Tijdens de analyse van de resultaten gingen we na of de antwoorden op de vragen verschilden naargelang de ouders en de kinderen verschilden op één van de achtergrondkenmerken Achtergrondkenmerken van ouders We verzamelden reacties van ouders. Per respondent vroegen we naar beroepsstatuut, opleidingsniveau, woonomgeving en postcode, geslacht, moedertaal en burgerlijke staat. Wat de achtergrondkenmerken van de ouders betreft, blijkt de steekproef redelijk homogeen. Beroepsstatuut Wat het beroepsstatuut betreft is 80% van de respondenten bediende en 10% zelfstandige. Slechts 4% is arbeider. 5% geeft aan niet werkend, werkzoekend te zijn en 1% geeft aan niet werkend, niet werkzoekend te zijn. De partners van de respondenten zijn gelijkaardig verdeeld. Opleidingsniveau Het opleidingsniveau van de respondenten is meer gevarieerd. De meeste ouders zijn hoogopgeleid: 31% heeft een universitair diploma en 37% een diploma hoger onderwijs, behaald buiten de universiteit. 17% behaalde een diploma hoger beroepsonderwijs of graduaat (A1). 14% 9

10 van de respondenten heeft als hoogst behaalde diploma dat van het secundair onderwijs. 0,2% van de respondenten geeft aan geen diploma te hebben of als hoogst behaalde diploma dat van het lager onderwijs. Ook hier zijn de partners gelijkaardig verdeeld. Woonomgeving en postcode De antwoorden op de vraag In welke omgeving woon je?, zijn ongeveer gelijk verdeeld: 44% woont in een stedelijke en 53% in een landelijke omgeving. De spreiding over de provincies is eveneens redelijk evenwichtig, op één provincie na: 21% van de respondenten woont in Vlaams- Brabant, 24% in Antwerpen, 21% in West-Vlaanderen en 30% in Oost-Vlaanderen. Opvallend is dat slechts 4% van de respondenten in Limburg woont en 1% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Moedertaal Wat de moedertaal betreft is 98% van de respondenten Nederlandstalig en 1% Franstalig. 1% heeft een andere moedertaal dan het Nederlands of het Frans. Geslacht 90% van de ouders die de enquête heeft ingevuld is vrouw, 10% man. Burgerlijke staat Bijna drie vierde van de respondenten (73%) is getrouwd. 18% woont samen met zijn of haar partner en 5% is gescheiden. 4% is alleenstaand. Voor deze achtergrondkenmerken werd, waar relevant, gecontroleerd in de rapportage over de kenmerken van de ouders. We gingen na of de antwoorden op de vragen verschilden naargelang de ouders verschilden op één van deze kenmerken. Dit bleek echter nergens het geval. Mogelijk is de doelgroep van ouders die hun kinderen op vakantiekamp sturen erg eenzijdig. In ieder geval kunnen op basis van dit onderzoek geen verschillen worden opgemerkt wat betreft bovenstaande kenmerken Achtergrondkenmerken van kinderen De ouders die de enquête invulden, gaven ons informatie over kinderen. Van deze kinderen zijn 51% jongens en 49% meisjes. We verzamelden alleen gegevens over kinderen tussen 3 en 18 oud. De enquête werd afgebroken voor ouders die alleen kinderen hebben jonger dan 3 of alleen kinderen ouder dan 18. Alle kinderen werden ondergebracht in een leeftijdscategorie. We onderscheiden 5 leeftijdscategorieën. Deze categorieën stellen zowel de doelgroepen van de organisatoren van vakantiekampen voor, als relevante afbakeningen in de levensloop van kinderen. De meeste verzamelde informatie heeft betrekking op kinderen tussen 6 en 11. Voor de tweede en derde leeftijdscategorie hebben we dus de meeste informatie verzameld, voor de leeftijdscategorieën errond steeds minder: 1) 3 5 : kleuters (21% van de verzamelde informatie) 2) 6 8 : eerste helft lagere school (27% van de verzamelde informatie) 3) 9 11 : tweede helft lagere school (25% van de verzamelde informatie) 4) : eerste helft middelbare school (17% van de verzamelde informatie) 5) : tweede helft middelbare school (11% van de verzamelde informatie) Waar relevant, staan we stil bij de verzamelde data over de kinderen, opgesplitst per leeftijdscategorie en per geslacht. 10

11 3 Gegevens over ouders Hieronder behandelen we de behoeften en voorkeuren van de ouders: Welke criteria vinden zij belangrijk bij de keuze van een vakantiekamp? Wat vinden zij een goede prijs voor een vakantiekamp? Hoe vinden ze een vakantiekamp voor hun kinderen? En wanneer schrijven ze hun kinderen het liefst in voor een vakantie of een kamp? 3.1 Criteria en stellingen bij de keuze van een vakantiekamp Een onderdeel in de bevraging was de lijst met criteria die mogelijks een rol spelen in de keuze van een vakantiekamp. Ouders konden voor elk criterium aangeven of ze het helemaal niet belangrijk, eerder niet belangrijk, neutraal, eerder wel belangrijk of heel belangrijk vonden. Daarnaast beoordeelden de respondenten een lijst met stellingen over vakantiekampen. Ouders konden voor elke stelling aangeven of ze met de stelling helemaal niet akkoord, eerder niet akkoord, neutraal, eerder akkoord of helemaal akkoord gingen. Hieronder worden de resultaten weergegeven. Voor het gemak van de interpretatie zijn de resultaten per criterium en per stelling naar drie categorieën herleid. Daarbij worden telkens de uiterste twee resultaten (helemaal niet belangrijk eerder niet belangrijk, eerder wel belangrijk heel belangrijk, helemaal niet akkoord eerder niet akkoord, eerder akkoord helemaal akkoord) samengevoegd Afstand Net niet de helft van de ouders (48%) vindt het (eerder) belangrijk dat hun kinderen dicht bij hun woonplaats op vakantiekamp gaan. De andere helft is ongeveer gelijk verdeeld over de andere twee categorieën: 27% van de ouders vindt het (eerder) onbelangrijk dat de kampplaats dicht bij de woning is en 24% heeft hierover een neutrale mening. (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 27,2 24,4 48,4 De afstand tussen mijn woning en de kampplaats is kort Grafiek 1: De afstand tussen mijn woning en de kampplaats is kort (%) Vermoedelijk telt het al dan niet overnachten van de kinderen mee in het belang van dit criterium. Wie zijn kinderen elke dag naar het vakantiekamp brengt en gaat halen, heeft er immers baat bij dat de afstand tussen de woning en de kampplaats kort is. We kunnen echter geen uitspraak doen over deze samenhang, omdat de meeste ouders de enquête invulden voor meerdere kinderen. Het belang van dit criterium kan dus wel afhangen van (de leeftijd van) het desbetreffende kind. 11

12 47% van de ouders vindt het niet belangrijk dat de afstand tussen de plaats waar de ouder werkt en de kampplaats kort is. Ongeveer een derde van de ouders (34%) vindt dit wel een belangrijk criterium. Dat de afstand tussen de woonplaats en de kampplaats kort is, vinden ouders blijkbaar belangrijker bij de keuze van een vakantiekamp dan dat de afstand tussen de werkplaats en de kampplaats kort is. 47,2 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 18,9 34 De afstand tussen mijn werk en de kampplaats is kort Grafiek 2: De afstand tussen mijn werk en de kampplaats is kort (%) Andere afstandsindicatoren wijzen op dezelfde effecten als het criterium de afstand tussen mijn werk en de kampplaats is kort. De helft van de ouders vindt de criteria de jeugdorganisatie organiseert vervoer naar de kampplaats (50%) en ik weet dat mijn kind nabij is (52%) geen belangrijk criterium bij de keuze van een vakantiekamp. Ongeveer een kwart van de ouders heeft over beide criteria een neutrale mening: respectievelijk 27% en 22%. Ongeveer een kwart van de ouders vindt beide criteria (eerder) belangrijk: respectievelijk 24% en 26%. 49,7 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 26,8 23,5 De jeugdorganisatie organiseert vervoer naar de kampplaats 51,9 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 21,9 26,2 Ik weet dat mijn kind nabij is Grafiek 3: De jeugdorganisatie organiseert vervoer naar de kampplaats (%) Grafiek 4: Ik weet dat mijn kind nabij is (%) 12

13 3.1.2 Periode Dat de vakantie of het kamp doorgaat wanneer de ouders moeten werken, is een belangrijk criterium bij de keuze van een vakantiekamp. 66% ofwel twee derde van de ouders vindt het (eerder) belangrijk dat zij hun kinderen op kamp of op vakantie kunnen sturen wanneer zij zelf moeten werken. Dat alle kinderen uit het gezin tegelijkertijd op vakantie kunnen, is voor ouders ook een belangrijk criterium (53% van de ouders vindt dit belangrijk), maar iets minder belangrijk dan het criterium dat de vakantie of het kamp door gaat wanneer ouders moeten werken. Vermoedelijk wijst dit op kinderen die elders terecht kunnen of die zelfstandig thuis kunnen blijven. 20,2 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 13,6 66,2 De vakantie of het kamp gaat door wanneer ik moet werken 27,5 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 52,6 Mijn kinderen kunnen allemaal tegelijkertijd op vakantie of op kamp Grafiek 5: De vakantie of het kamp gaat door wanneer ik moet werken (%) Grafiek 6: Mijn kinderen kunnen allemaal tegelijkertijd op vakantie of op kamp (%) Organisatie en begeleiding We bevroegen de respondenten ook over criteria die met de jeugdorganisatie en de begeleiding van vakanties en kampen te maken hebben. 89% van de ouders vindt het niet belangrijk dat ze zelf lid zijn van de organisatie waarmee hun kind op vakantie of op kamp gaat. Nog geen 4% van de ouders vindt dit wel een belangrijk criterium. 61% van de ouders vindt het ook onbelangrijk dat ze de locatie goed kent waar het vakantiekamp doorgaat, in tegenstelling tot 17% van de ouders die dit wel belangrijk achten. 89,2 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 7,2 3,5 Ik ben zelf lid van de organisatie die de vakantie of het kamp organiseert 60,7 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 22,2 17,1 De vakantie of het kamp gaat door op een locatie die ik goed ken Grafiek 7: Ik ben zelf lid van de organisatie die de vakantie of het kamp organiseert (%) Grafiek 8: De vakantie of het kamp gaat door op een locatie die ik goed ken (%) 13

14 Wat ouders wel heel belangrijk vinden bij de keuze van een vakantiekamp is dat de visie en de werkmethoden van de jeugdorganisatie hen aanspreken. 86% van de respondenten geeft aan dat dit een belangrijk criterium is. Over de stelling of ouders altijd voor dezelfde jeugdorganisatie kiezen wanneer ze een vakantiekamp voor hun kinderen boeken, kunnen we minder sluitende conclusies trekken: 44% van de ouders gaat ermee akkoord, 33% gaat er niet mee akkoord en 23% van de ouders heeft hierover een neutrale mening. (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 3,4 10,2 86,3 De visie en de werkmethoden van de jeugdorganisatie spreken me aan 33,4 niet akkoord Neutraal akkoord 23,1 43,5 Ik kies altijd voor dezelfde jeugdorganisatie wanneer ik een vakantie of een kamp boek voor mijn kinderen. Grafiek 9: De visie en de werkmethoden van de jeugdorganisatie spreken me aan (%) Grafiek 10: Ik kies altijd voor dezelfde jeugdorganisatie wanneer ik een vakantie of een kamp boek voor mijn kinderen (%) Wat de begeleiding van de kampen en de vakanties betreft, is de vraag naar opgeleide animatoren erg groot. Maar liefst 96% van de ouders vindt het belangrijk dat het vakantiekamp begeleid wordt door opgeleide animatoren. Ouders hechten blijkbaar veel waarde aan de (erkende) vorming of het attest tot Animator. Dit criterium scoort dan ook opvallend hoog bij de keuze van een vakantiekamp. Ouders vinden dit criterium belangrijker dan het feit dat ze de animatoren kennen: slechts 16% van de ouders vindt dit belangrijk. (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk (Eerder) belangrijk 95,8 1,5 2,7 De vakantie of het kamp wordt begeleid door opgeleide animatoren 53 31,4 15,6 Ik ken de monitoren die de vakantie of het kamp begeleiden Grafiek 11: De vakantie of het kamp wordt begeleid door opgeleide animatoren (%) Grafiek 12: Ik ken de monitoren die de vakantie of het kamp begeleiden (%) 14

15 3.1.4 Meer dan spelen alleen? Iets meer dan de helft van de ouders (56%) gaat akkoord met de stelling ik vind het belangrijk dat mijn kinderen op vakantie of op kamp bijleren. Maar kampen en vakanties hoeven voor ouders dan weer niet expliciet te gaan over mondiale thema s. Als we de stelling aftoetsen dat kampen en vakanties over mondiale thema s moeten gaan en van kinderen wereldburgers moeten maken, dan heeft exact de helft van de respondenten hierover een neutrale mening. Een derde (33%) van de ouders vindt dit onbelangrijk. 13,7 niet akkoord Neutraal akkoord 56,3 Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen op vakantie of op kamp bijleren 33,4 niet akkoord Neutraal akkoord 16,7 De kampen en vakanties van mijn kinderen moeten rond mondiale thema s werken en een wereldburger van hen maken. Grafiek 13: Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen op vakantie of op kamp bijleren (%) Grafiek 14: De kampen en vakanties van mijn kinderen moeten rond mondiale thema s werken en een wereldburger van hen maken (%) Nagenoeg alle ouders gaan akkoord met de stelling ik vind het belangrijk dat mijn kinderen op vakantie of op kamp zich amuseren (99%). Als we doorvragen of dit het enige criterium is bij de keuze van een vakantiekamp, dan gaat iets minder dan de helft van de respondenten hiermee akkoord: 47% van de ouders gaat akkoord met de stelling dat het enige criterium bij de keuze van aan vakantiekamp is dat kinderen spelen en zich niet vervelen. Toch gaat bijna een derde van de respondenten hiermee niet akkoord. Dit zou een bevestiging kunnen zijn van het feit dat ouders het ook belangrijk vinden dat hun kinderen ook bijleren op vakantiekamp en dat het niet louter om het vertier alleen moet gaan tijdens het vakantiekamp. niet akkoord Neutraal akkoord,5,5 99 Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen op vakantie of op kamp zich amuseren. 32,1 niet akkoord Neutraal akkoord 21,1 46,8 Bij de keuze van een vakantie of een kamp voor mijn kinderen is het enige criterium dat mijn kinderen spelen en zich niet vervelen. Grafiek 15: Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen op vakantie of op kamp zich amuseren (%) Grafiek 16: Bij de keuze van een vakantie of een kamp is het enige criterium dat mijn kinderen spelen en zich niet vervelen (%) 15

16 Daarnaast zien ouders de vakantiekampen van hun kinderen als een goed alternatief voor kinderopvang: 65% gaat akkoord met die stelling. Hieruit en uit voorgaande kunnen we besluiten dat ouders in het aanbod van vakantieorganisaties een meerwaarde zoeken en vinden voor de besteding van de vrije tijd van hun kinderen. niet akkoord Neutraal akkoord 22,5 12,6 64,9 Ik zie de vakantie of het kamp van mijn kinderen als een goed alternatief voor kinderopvang. Grafiek 17: Ik zie de vakantie of het kamp van mijn kinderen als een goed alternatief voor kinderopvang (%) Verder vinden ouders het belangrijk dat er op vakantie of op kamp aandacht besteed wordt aan gezonde voeding (89%). Ook het feit dat vakantiekampen toegankelijk moeten zijn voor elk kind of elke jongere vinden ouders belangrijk (67%). Toch heeft een vierde van de respondenten over deze laatste stelling een neutrale mening. Een belangrijke noot die we willen maken bij deze laatste stelling is de volgende. Zoals reeds in Hoofdstuk 2: Data 2.2 Vertekende steekproef vermeld, bracht ook de jeugdorganisatie Crefi vzw veel responsen aan. Crefi vzw heeft wat haar vakantieaanbod betreft, specifieke aandacht voor inclusievakanties. Ouders die hun kinderen met een inclusievakantie meesturen, zijn op zich heel geëngageerd als er van hen iets gevraagd wordt. Zo ook wat betreft het invullen van de enquête Mijn kind op vakantiekamp. Mogelijks komt het daardoor dat er 67% van de ouders het belangrijk vindt dat de vakantiekampen toegankelijk moeten zijn voor elk kind of elke jongere. niet akkoord Neutraal akkoord 1,4 10,1 88,5 Ik vind het belangrijk dat de organisatie op vakantie of op kamp aandacht besteedt aan gezonde voeding. niet akkoord Neutraal akkoord 7,4 25,7 66,9 De vakantie of het kamp moet toegankelijk zijn voor elk kind of elke jongere. Grafiek 18: Ik vind het belangrijk dat de organisatie op vakantie of op kamp aandacht besteedt aan gezonde voeding (%) Grafiek 19: De vakantie of het kamp moet toegankelijk zijn voor elk kind of elke jongere (%) 16

17 3.1.5 Deelnemers Dat vakantiekampen worden georganiseerd voor een groot aantal deelnemers (bv. 100) vinden ouders een onbelangrijk criterium bij de keuze van een vakantiekamp (64%). Het merendeel van de ouders houdt met dit criterium met andere woorden geen rekening. Iets meer dan een kwart van de respondenten heeft hierover een neutrale mening. Als we het criterium er kan slechts een klein aantal deelnemers (bv. maximum 20) mee op vakantiekamp naar voor schuiven, dan zijn de mening helemaal verdeeld: een derde van de ouders stelt zich hier tegenover neutraal op, een derde vindt dit een belangrijk criterium en een derde vindt dit onbelangrijk. 64,4 29,6 (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 6 De vakantie of het kamp wordt georganiseerd voor een groot aantal deelnemers (bv. 100) (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 32,8 35,2 32 Er kan slechts een klein aantal deelnemers (bv. maximum 20) mee op vakantie of op kamp Grafiek 20: De vakantie of het kamp wordt georganiseerd voor een groot aantal deelnemers (bv. 100) (%) Grafiek 21: Er kan slechts een klein aantal deelnemers (bv. maximum 20) mee op vakantie of op kamp (%) Ouders vinden het ook niet belangrijk bij de keuze van een vakantiekamp dat de deelnemers allemaal uit de eigen regio komen (66%). Over het criterium vrienden van mijn kind(eren) of familie gaan mee op vakantie of op kamp zijn de meningen opnieuw verdeeld: een zeer kleine meerderheid van de respondenten vindt dit een belangrijk criterium (39%), 29% van de ouders vindt dit niet belangrijk en 31% heeft hierover een neutrale mening. (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk (Eerder) onbelangrijk Neutraal (Eerder) belangrijk 66,1 20,9 13 De deelnemers aan de vakantie of het kamp komen allemaal uit mijn regio 29,3 31,5 39,2 Vrienden van mijn kind(eren) of familie gaan mee op vakantie of op kamp Grafiek 22: De deelnemers aan de vakantie of het kamp komen allemaal uit mijn regio (%) Grafiek 23: Vrienden van mijn kind(eren) of familie gaan mee op vakantie of op kamp (%) 17

18 3.1.6 Andere criteria De respondenten kregen de kans om in een vrij veld andere criteria op te geven die zij ook belangrijk vinden bij de keuze van een vakantiekamp. Door middel van een categorische woordanalyse komen we tot de volgende vaststellingen: Aansluiting bij de leefwereld en s van kinderen Ouders vinden het op de eerste plaats erg belangrijk dat het thema, de inhoud en de activiteiten van het vakantiekamp afgestemd zijn op de leefwereld en de s van hun kinderen. 339 ouders gaven spontaan criteria op die direct aan deze categorie gerelateerd zijn. Houding en opleiding van de begeleiding Naast de beoordeling van de criteria die peilden naar het belang van opgeleide animatoren en het persoonlijk kennen van de animatoren, gaven 192 ouders extra aan dat de houding van de begeleiding erg belangrijk voor hen is. Eén ouder verwoordde dit als geen tieners die geen moeite doen om de kinderen bij de spelletjes te betrekken. Omkadering Ook de omkadering van het vakantiekamp is belangrijk. 162 ouders melden dat ze gezonde voeding, een veilige en nette omgeving, parkeerfaciliteiten en andere infrastructuur belangrijke criteria vinden bij de keuze van een vakantiekamp. Kostprijs van een vakantiekamp Op de derde plaats kwam de kostprijs. De kostprijs bevroegen we echter in een volgend onderdeel van de bevraging. Het feit dat er 259 ouders spontaan de kostprijs opgaven, wijst op een belangrijk criterium bij de keuze van een vakantiekamp. Opvangfunctie van een vakantiekamp In de resultaten hierboven zagen we dat ouders de vakantiekampen van hun kinderen als een goed alternatief zien voor kinderopvang. In het vrije veld vermeldden nogmaals 130 ouders het belang van de opvangfunctie van een vakantiekamp. Daarbij willen ze liever geen werktijd besteden aan het vakantiekamp van hun kind(eren). Bij externaatvakanties en -kampen uit zich dat in de behoefte van ouders aan opvang vóór en na de dagactiviteiten. Bij internaatvakanties en -kampen vinden ouders de mogelijkheid tot het afzetten en ophalen van kinderen tijdens het weekend of vóór en na de kantooruren evenzeer belangrijk. Professioneel werken Een aantal ouders (108) duidden op het belang van het professionele karakter van de organisatie. Zij vinden het belangrijk dat de organisatie waarmee hun kinderen op kamp of op vakantie gaan professioneel te werk gaat. Bovendien gaven nog eens 36 ouders communicatie of informatie op als belangrijke criteria bij de keuze van een vakantiekamp. Zij gaven te kennen graag precies op de hoogte te zijn van de details van het vakantiekamp, zoals de dag- en weekplanning of het menu. Toegankelijkheid en inclusie van een vakantiekamp De resultaten hierboven tonen aan dat ouders het belangrijk vinden dat vakantiekampen toegankelijk moeten zijn voor elk kind of elke jongere. In het vrije veld wordt dit criterium extra bevestigd door 39 ouders. Zij vinden het belangrijk dat hun kind met nood aan bijzondere zorg, ook mee kan op vakantie of op kamp. Animatoren die kunnen omgaan met kinderen met ADHD, autisme, diabetes kunnen voor ouders de doorslag betekenen in de keuze van een vakantiekamp. 18

19 3.2 De kostprijs van een vakantiekamp In een volgend onderdeel in de enquête bevroegen we de ouders over de kostprijs van een vakantiekamp. De prijs is een belangrijke factor in de keuze van het vakantiekamp. Dat gaven veel ouders al spontaan op bij de open vraag naar andere belangrijke criteria. Toch heeft 82% van alle respondenten geen vast budget voor de vakantiekampen van hun kind(eren) en bekijkt de kostprijs van elk vakantiekamp dus apart. 19% van de respondenten geeft aan wel een bepaald budget vast te leggen voor de vakantiekampen. Ja Neen 18,5 81,5 Is er in je gezin een budget vastgelegd voor de vakantie(s) of kamp(en) van je kind(eren)? Grafiek 24: Is er in je gezin een budget vastgelegd voor de vakantie(s) of kamp(en) van je kind(eren)? (%) Niettemin zijn er duidelijke conclusies te trekken uit de antwoorden op de vraag hoeveel ouders (gemiddeld) uitgeven aan een vakantie of een kamp per kind. De meeste ouders (74%) betalen gemiddeld maximum 30 euro per dag voor een vakantiekamp. Voor 23% van de ouders ligt de gemiddelde prijs per dag tussen 30 en 50 euro. Slechts 3% betaalt gemiddeld meer dan 50 euro per dag. Voor een vakantiekamp dat een weekend duurt, geven ouders gemiddeld 30 à 50 euro (45% van de respondenten) tot 50 à 100 euro (36% van de respondenten) uit per kind. Voor een vakantiekamp dat een hele week duurt, spenderen de meeste ouders (42%) gemiddeld 100 à 200 euro per kind. Een kwart van de respondenten spendeert gemiddeld voor een hele week 50 à 100 euro per kind en iets minder dan een kwart van de ouders geeft gemiddeld 200 à 300 euro uit per kind. De meeste respondenten (72%) delen de kosten van de vakantie of het kamp met zijn of haar partner. < à à à à 300 > 300 Per dag 73,7 23,2 2,9 0,1 Per weekend 12,7 44,6 35,8 6,5 0,3 Per week 0,6 1,6 25,7 42,4 22,4 7,3 Tabel 1: Gemiddelde uitgaven aan een vakantiekamp per kind (%) 19

20 71,7 Ja Neen Niet van toepassing 7,1 21,2 Betaalt je partner mee voor de vakanties of kampen van je kind(eren)? Grafiek 25: Betaalt je partner mee voor de vakanties of kampen van je kind(eren)? (%) 3.3 Een vakantiekamp vinden De gegevens uit de tabel hieronder tonen aan dat 76% van de ouders het niet moeilijk vindt om een vakantiekamp voor hun kinderen te vinden. 24% van de ouders vindt het wel moeilijk. Vind je het moeilijk om een vakantiekamp te vinden voor je kinderen? % NEEN 76 JA 24 Tabel 2: Vind je het moeilijk om een vakantiekamp te vinden voor je kinderen? (%) De tabel hieronder geeft weer hoe ouders de vakanties of kampen waar hun kinderen naartoe gaan hebben leren kennen. Opvallend is dat mond-tot-mondreclame nog steeds de meest populaire manier is. 32% van de ouders heeft een vakantie of een kamp leren kennen via mond-totmondreclame. Op de tweede plaats leerden ouders een vakantiekamp kennen door een brochure die hun kinderen via de school hebben meegekregen (28%). Op de derde plaats leerden ouders het vakantiekamp kennen via de ouders van vriendjes van hun kinderen (25%). Ter indicatie hebben we in onderstaande tabel ook de percentages opgenomen van de ouders die aangeven dat ze het moeilijk vinden om een vakantiekamp te vinden. Het verschil met de percentages van alle ouders per medium is echter minimaal. De enige verschillen zijn dat ouders die moeilijk een vakantiekamp vinden, iets meer via een brochure via de school van hun kinderen (34%) en iets minder via een brochure via de post bereikt worden (16%). Maar in het algemeen kunnen we stellen dat het eigenlijk niet uit maakt of ouders (het vinden van een vakantiekamp) nu moeilijk vinden of niet, ze vinden vakanties en kampen voor hun kinderen meestal op dezelfde manier. 20

21 Medium % van alle ouders % van ouders die moeilijk een vakantiekamp vinden Via mond-tot-mondreclame 31,6 32,6 Via een brochure, via de school van mijn kind meegekregen 28,3 34 Via ouders van vriendjes van mijn kind(eren) 25 26,2 Via een brochure, via de post ontvangen 20,8 16 Via de website van een organisatie 19,6 19,9 Via de jeugdorganisatie zelf 16,4 13 Via vriendjes van mijn kind(eren) 15 15,7 Via een online zoekopdracht Op een andere manier 10,6 12,1 Via een tijdschrift 6,5 6,8 Via de jeugddienst 6,1 6,7 Via een cultureel centrum 1 0,2 Tabel 3: Een vakantiekamp vinden (%) In de bevraging peilden we ook rechtstreeks waarom ouders het moeilijk vinden om een vakantie of een kamp voor hun kinderen te vinden. De resultaten worden in de volgende grafiek weergegeven. De belangrijkste reden lijkt dat het aanbod van kampen en vakanties erg versnipperd is: 45% van de ouders geeft dit aan als reden. Ten tweede stipt 19% van de ouders als reden aan dat de keuze aan vakanties en kampen te klein is. Ten derde weet 14% van de ouders niet goed hoe ze moeten beginnen zoeken naar een vakantie of kamp. Waarom vind je het moeilijk om een vakantie of kamp voor je kinderen te vinden? 14 Ik weet niet hoe ik moet beginnen zoeken naar een vakantie of kamp 7,8 De keuze aan vakanties en kampen is te groot 18,6 De keuze aan vakanties en kampen is te klein 45,3 47 Het aanbod van vakanties en kampen is heel versnipperd Er is een andere reden Grafiek 26: Waarom vind je het moeilijk om een vakantie of een kamp voor je kinderen te vinden? (%) Opvallend is dat 47% van de ouders een andere reden opgeeft waarom zij het moeilijk vinden om een vakantie of een kamp te vinden. We kunnen uit de open antwoorden door middel van een categorische analyse 5 belangrijke redenen halen: 1. De kampen en vakanties lopen te snel vol (voor 59 ouders); 2. De kinderen zijn nog te jong of al te oud voor het bestaande vakantie- en kampaanbod (voor 38 ouders); 3. Het bestaande vakantie- en kampaanbod is te duur (voor 37 ouders); 4. De kinderen hebben speciale noden (ADHD, ASS, diabetes) (voor 24 ouders); 5. Het aanbod is te beperkt tijdens de periode waarin ouders hun kinderen op vakantiekamp willen sturen (voor 23 ouders). 21

22 3.4 Moment van inschrijven Volgens de stuurgroep zijn de paasvakantie en de zomervakantie de meest populaire periodes om kinderen in te schrijven voor een vakantie of kamp. We vroegen de respondenten dan ook aan te duiden op welk moment zij hun kind(eren) het liefst inschrijven voor vakanties in deze periodes. Voor de paasvakantie schrijft 42% van de ouders hun kinderen liefst 1 à 2 maanden op voorhand in. Zo n 20% van de ouders schrijft hun kinderen liever langer op voorhand in: 3 à 4 maanden. Daarnaast duidt 17% van de ouders aan dat hun kinderen nooit in de paasvakantie op vakantiekamp gaan. Paasvakantie % Minder dan 1 maand op voorhand 17,5 1 à 2 maanden op voorhand 42,3 3 à 4 maanden op voorhand 19,6 5 à 6 maanden op voorhand 2,9 Langer dan 6 maanden op voorhand 0,8 Mijn kinderen gaan in deze periode nooit op vakantie of op kamp 17 Totaal Tabel 4: Wanneer schrijf je je kind(eren) het liefst in voor een vakantiekamp in de paasvakantie? (%) Wat de inschrijvingen voor vakanties en kampen in de zomervakantie betreft, willen de meeste ouders er wat vroeger bij zijn. 41% van de ouders verkiest de kinderen 3 à 4 maanden op voorhand in te schrijven. Maar nog steeds een groot deel van de ouders (34%) schrijft de kinderen het liefst 1 à 2 maanden op voorhand in. Merk op dat nagenoeg geen enkele respondent aangeeft dat zijn kinderen nooit in de zomerperiode op vakantie of op kamp gaan. Zomervakantie % Minder dan 1 maand op voorhand 7 1 à 2 maanden op voorhand 33,8 3 à 4 maanden op voorhand 40,6 5 à 6 maanden op voorhand 14,8 Langer dan 6 maanden op voorhand 3,8 Mijn kinderen gaan in deze periode nooit op vakantie of op kamp 0,1 Totaal Tabel 5: Wanneer schrijf je je kind(eren) het liefst in voor een vakantiekamp in de zomervakantie? (%) 22

23 4 Gegevens over kinderen In dit deel van het onderzoeksrapport geven we de voorkeuren van de kinderen weer, weliswaar door de ouders gepercipieerd. De ouders gaven per kind aan in welke periode het meestal op vakantiekamp gaat, of het kind er blijft slapen of niet, welke vakantieconcepten hun kind interessant vindt en wie het vakantiekamp kiest. Deze informatie werd, waar relevant, opgedeeld per leeftijdscategorie en/of geslacht. 4.1 Periode De enquête peilde naar de schoolvakanties waarin de verschillende kinderen van de ouders nooit, soms of altijd op vakantiekamp gaan. De resultaten worden in onderstaande grafieken weergegeven. Blijkbaar zijn de kortere vakanties (krokus-, herfst- en kerstvakantie) het minst in trek om op vakantiekamp te gaan. Voor de krokus-, herfst- en kerstvakantie gaat respectievelijk 68%, 70% en 78% nooit mee op vakantie of kamp. De kerstvakantie kan als een korte vakantieperiode beschouwd worden omwille van de vele feestdagen in die periode. De zomervakantie is daarentegen enorm populair. Meer dan drie kwart (77%) van alle kinderen gaat in de zomerperiode op vakantiekamp. Dit kan te maken hebben met de lengte van de vakantie. Er zijn immers twee volle maanden om een week of enkele dagen op kamp of op vakantie te gaan. Er zijn nagenoeg geen kinderen (0,5%) in de steekproef die in de zomervakantie nooit op vakantiekamp gaan. De paasvakantie neemt een tussenpositie in: 32% van de kinderen gaat dan nooit op vakantie of op kamp, 57% soms en 11% altijd. Deze resultaten sluiten aan bij de vaststelling dat ouders hun kinderen liefst op kamp of op vakantie sturen als zij zelf moeten werken. Bovendien moet er rekening worden gehouden met de vraagstelling. Geef aan in welke vakantieperiode jouw kind op vakantie of kamp gaat? polst immers evenzeer naar de vraag als naar het aanbod. Het feit dat de meeste kinderen nooit in de krokus-, herfst- en kerstvakantie vakantiekamp gaan, betekent niet noodzakelijk dat er geen vraag naar is. Er worden namelijk minder vakanties georganiseerd in die periodes, vooral in de kerstvakantie. Door te peilen naar de periodes waarin kinderen effectief op vakantiekamp gaan, wordt vooral het gebruikte vakantie- en kampenaanbod in kaart gebracht. Herfstvakantie Krokusvakantie 69,9 68,1 28,8 1,4 Nooit Soms Altijd 29,1 2,8 Nooit Soms Altijd Grafiek 27: Op vakantiekamp in de herfstvakantie (%) Grafiek 28: Op vakantiekamp in de krokusvakantie (%) 23