Guidance document nr. 3 ten aanzien van geharmoniseerde methoden voor kosteloze toewijzing in het kader van de EU-ETS na 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Guidance document nr. 3 ten aanzien van geharmoniseerde methoden voor kosteloze toewijzing in het kader van de EU-ETS na 2012"

Transcriptie

1 Guidance document nr. 3 ten aanzien van geharmoniseerde methoden voor kosteloze toewijzing in het kader van de EU-ETS na 2012 Guidance document: Datacollectie Concept van de definitieve versie (V22 met versie 4.0 van het datarapport) uitgegeven op 13 april 2011 NB: Dit document is een vertaalde versie van Guidance document 3: Data Collection guidance dat door de Europese Commissie is opgesteld. De vertaling heeft plaatsgevonden in opdracht van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Het document dient ter ondersteuning bij het invullen van het datarapport met basisgegevens voor kosteloze toewijzing voor de handelsperiode Waar de vertaalde versie afwijkt van de oorspronkelijke, Engelstalige versie van de Commissie, is de oorspronkelijke versie leidend. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend. 1

2 INHOUD Gebruikte afkortingen... 4 Inleiding... 5 Status van de richtlijn... 5 Achtergrond van de CIM-richtlijnen... 5 Gebruik van de richtlijn... 6 Reikwijdte van dit richtsnoer... 6 Verdere ondersteuning... 6 Doelstelling... 7 Achtergrond bij het proces van het aanleveren van gegevens... 7 Verwijzing naar het datarapport voor het aanleveren van gegevens en andere documenten... 7 Relevantie van verschillende onderdelen van dit document voor verschillende installaties... 7 Lidstaatspecifieke parameters in het datarapport voor het aanleveren van gegevens Opties voor lidstaten Proces van het aanleveren van gegevens voor exploitanten Het datarapport invullen A Algemene informatie A.I Identificatie van de installatie A.II Informatie over dit datarapport A.III Lijst van subinstallaties A.IV Lijst van technische verbindingen B Sourcestreamgegevens: brandstoffen en procesemissies B.I Toelichting over sourcestreamgegevens B.II Brandstoffen B.III Procesemissies C Sourcestreamgegevens: massabalansen, CEM-systemen, N 2 O, PFK s en overgedragen CO C.I Massabalansen C.II CEM-systemen voor CO 2 -emissies

3 C.III N 2 O-emissies C.IV PFK's C.V Overgedragen of opgeslagen CO D Toewijzing van emissies D.I Totale directe BKG-emissies en energie-input uit brandstoffen D.II Toewijzing van emissies aan subinstallaties D.III Waste gases E Gegevens over energie-input, meetbare warmte en elektriciteit E.I Energie-input uit brandstoffen E.II Meetbare warmte E.III Elektriciteit F Gegevens van subinstallaties met betrekking tot productbenchmarks F.I HAL s en uitgesplitste productiegegevens G Gegevens van subinstallaties met betrekking tot fallback-subinstallaties G.I HAL s en uitgesplitste productiegegevens H Speciale gegevens voor bepaalde productbenchmarks H.I Raffinageproducten H.II Kalk H.III Dolime H.IV Stoomkraken H.V Aromatische componenten H.VI Waterstof H.VII Synthesegas H.VIII Ethyleenoxide/glycolen H.IX VCM (vinylchloridemonomeer) Bijlage I Gegevensbronnen Bijlage II Bepaling van de netto hoeveelheid geproduceerde en verbruikte meetbare warmte

4 Gebruikte afkortingen BKG CEM CIM CWT ETS EUA GWP HAL HCUF IIC MRG NAP NCW NIM PFK RCUF SCUF VCM WKK Broeikasgas Continue emissiemonitoring (Continuous Emission Monitoring) Geharmoniseerde inputingsmaatregelen voor de hele Gemeenschap (Community-wide and fully harmonised Implementing Measures) CO 2 -gewogen ton (CO 2 Weighted Tonne) Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten (Emissions Trading Scheme) Europees emissierecht (EU emission Allowance) Aardopwarmingsvermogen (Global Warming Potential) Historisch activiteitsniveau (Historical Activity Level) Historische capaciteitsbenuttingsfactor (Historical Capacity Utilisation Factor) Aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit (Initially Installed Capacity) Richtlijnen voor controle en rapportage (Monitoring and Reporting Guidelines) Nationaal toewijzingsplan (National Allocation Plan) Netto calorische waarde Nationale uitvoeringsmaatregelen (National Implementation Measures) Perfluorkoolwaterstof Relevante capaciteitsbenuttingsfactor (Relevant Capacity Utilisation Factor) Standaardcapaciteitsbenuttingsfactor (Standard Capacity Utilisation Factor) Vinylchloridemonomeer Warmtekrachtkoppeling 4

5 Inleiding Status van het richtsnoer Dit guidance document (hierna: richtsnoer) is onderdeel van een groep documenten die de lidstaten en hun bevoegde autoriteit moeten ondersteunen bij de gecoördineerde implementatie binnen de Unie van de nieuwe toewijzingsmethoden in het kader van fase III (na 2012) van het Europese Emissiehandelssysteem (European Union Emissions Trading Scheme, EU ETS) die zijn vastgesteld door het Besluit van de Commissie 2011/278/EU aangaande Uitvoeringsmaatregelen voor een volledig geharmoniseerde EU-ETS-richtlijn voor de hele Gemeenschap (artikel 10 bis, lid 1) (Community-wide and fully harmonised Implementing Measures, CIM) en bij de ontwikkeling van de nationale uitvoeringsmaatregelen (National Implementation Measures, NIM). Dit richtsnoer vertegenwoordigt geen officieel standpunt van de Commissie en is niet juridisch bindend. Dit richtsnoer is gebaseerd op een conceptrapport dat is opgesteld door een consortium van consultants (Ecofys NL, Fraunhofer ISI, Entec). De uitkomsten van verschillende bijeenkomsten van de informele Technical Working Group on Benchmarking die deel uitmaakt van Werkgroep III (WG III) van het CCC (Climate Change Committee) zijn erin verwerkt, evenals de geschreven commentaren van betrokkenen en experts uit de lidstaten. Op de vergadering van 14 april 2011 is afgesproken dat dit richtsnoer de opvattingen van het CCC vertegenwoordigt. Dit richtsnoer bevat geen gedetailleerde informatie over de procedures die lidstaten toepassen bij het verstrekken van vergunningen voor BKG-emissies. Erkend wordt dat er tussen de lidstaten onderling verschillen bestaan bij het vaststellen van systeemgrenzen van installaties in vergunningen voor BKG-emissies. Achtergrond van de CIM-richtsnoeren In de CIM komen specifieke onderwerpen aan de orde die verdere toelichting of uitleg verdienen. De CIM-richtsnoeren beogen deze zaken zo specifiek en helder mogelijk te behandelen. De Commissie acht het noodzakelijk dat een maximaal harmonisatieniveau wordt bereikt bij het toepassen van de toewijzingsmethoden voor fase III. De CIM-richtsnoeren streven naar consistentie in de interpretatie van de CIM teneinde harmonisatie te bevorderen en mogelijk misbruik of concurrentieverstoring binnen de Gemeenschap te voorkomen. De volledige lijst documenten is hieronder te vinden. - Richtsnoer nr. 1 algemene toelichting: dit document geeft een algemeen overzicht van het toewijzingsproces en beschrijft in algemene zin de werking van de toewijzingsmethoden. - Richtsnoer nr. 2 richtsnoer voor toewijzingsmethoden: in dit document wordt uitgelegd hoe de toewijzingsmethoden werken, en worden de belangrijkste kenmerken ervan uiteengezet. - Richtsnoer nr. 3 richtsnoer voor datacollectie: in dit document wordt uitgelegd welke gegevens exploitanten moeten verstrekken aan de bevoegde instantie en hoe deze gegevens dienen te worden verzameld. Hierbij wordt de structuur gevolgd van het datarapport voor het aanleveren van gegevens dat door de EC beschikbaar is gesteld. - Richtsnoer nr. 4 richtsnoer voor verificatie: dit document beschrijft het verificatieproces met betrekking tot het verzamelen van gegevens voor de NIM 1. - Richtsnoer nr. 5 richtsnoer voor carbon leakage: in dit document wordt ingegaan op carbon leakage en hoe dit de berekening van kosteloze toewijzing beïnvloedt. 1 Artikel 11 van richtlijn 2003/87/EG. 5

6 - Richtsnoer nr. 6 richtsnoer voor grensoverschrijdende warmtestromen: in dit document wordt uitgelegd hoe de toewijzingsmethoden werken wanneer warmtestromen de 'systeemgrenzen' van een installatie overschrijden. - Richtsnoer nr. 7 richtsnoer voor nieuwkomers en sluitingen: dit document is bedoeld als uitleg van de toewijzingsregels met betrekking tot nieuwkomers; daarnaast wordt ingegaan op de wijze waarop wordt omgegaan met sluitingen. - Richtsnoer nr. 8 richtsnoer voor waste gas en procesemissie-subinstallaties: dit document voorziet in een toelichting van de toewijzingsmethoden met betrekking tot procesemissiesubinstallaties, met name ten aanzien van de verwerking van waste gas. - Richtsnoer nr. 9 sectorspecifiek richtsnoer: dit document biedt een gedetailleerde omschrijving van de productbenchmarks en van de systeemgrenzen van elk van de productbenchmarks die in de CIM zijn opgenomen. Deze documenten zijn bedoeld ter aanvulling van andere richtsnoeren die de Europese Commissie heeft uitgegeven in het kader van fase III van de EU-ETS, met name: - de richtsnoer voor de interpretatie van bijlage I van de EU-ETS-richtlijn (uitgezonderd de luchtvaartsector), en - de richtsnoer voor de bepaling van elektriciteitsopwekkers. Wanneer in dit document wordt verwezen naar artikelen, heeft dat doorgaans betrekking op de herziene EU-ETS-richtlijn en op de CIM. Gebruik van het richtsnoer Het richtsnoer verstrekt informatie over de implementatie van de nieuwe toewijzingsmethoden voor fase III van de EU-ETS, met ingang van 2013: de lidstaten mogen dit richtsnoer gebruiken bij het verzamelen van gegevens in overeenstemming met artikel 7 van de CIM ter vaststelling van de volledige lijst van installaties en ter berekening van eventuele kosteloze toewijzing in het kader van de NIM in overeenstemming met artikel 11(1) van richtlijn 2003/87/EG. Reikwijdte van dit richtsnoer In dit richtsnoer wordt het proces van het aanleveren van gegevens voor de NIM toegelicht. De structuur van de documenten sluit aan bij die van het datarapport voor het aanleveren van gegevens dat door de Commissie is verstrekt aan de lidstaten in overeenstemming met artikel 7.5 van de CIM, zodat het als handboek voor het aanleveren van gegevens kan worden beschouwd. Het richtsnoer voorziet tevens in een overzicht van mogelijke gegevensbronnen en in methoden voor de beoordeling van gegevens met betrekking tot meetbare warmte. Verdere ondersteuning Naast de richtsnoeren krijgen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten verdere ondersteuning in de vorm van een telefonische helpdesk en de website van de Europese Commissie met een lijst van richtsnoeren, FAQ s en handige links: 6

7 Doelstelling Achtergrond bij het proces van het aanleveren van gegevens Alle lidstaten dienen hun NIM aan de Europese Commissie te hebben gezonden op uiterlijk 30 september De bevoegde instantie dienen dan ook te zorgen dat voor iedere bestaande installatie gegevens worden verzameld. 2 Hiertoe heeft de Europese Commissie een datarapport voor het aanleveren van gegevens ontwikkeld dat beschikbaar is in alle EU-talen. Een lidstaat kan ervoor kiezen om gebruik te maken van dit datarapport of een eigen datarapport ontwikkelen, zolang de verplichte gegevens maar op een geharmoniseerde wijze worden verzameld. In het kader van het proces van het aanleveren van gegevens dienen exploitanten de volgende verslagen te verstrekken: a. een datarapport, met inbegrip van de operationele gegevens van hun installatie (gebruikmakend van het datarapport voor het aanleveren van gegevens dat door de bevoegde instantie beschikbaar is gesteld); b. een model methodologierapport waarin wordt toegelicht hoe specifieke gegevens zijn vastgesteld (een sjabloon hiervoor is beschikbaar gesteld door de EC); c. een verificatieverslag dat duidelijk maakt dat de gegevens door een derde partij zijn geverifieerd en gevalideerd (voor verificateurs wordt een sjabloon beschikbaar gesteld door de EC). Bepaalde verzamelde gegevens kunnen commercieel vertrouwelijk zijn. Lidstaten dienen dan ook beveiligingsmaatregelen te nemen, zodat alleen personen die de vertrouwelijke informatie dienen te weten, daartoe toegang hebben. Daarnaast dienen lidstaten te waarborgen dat alle commercieel vertrouwelijke documenten die ten behoeve van de toewijzingsberekeningen worden ontvangen, alleen voor dat doel worden gebruikt en met uiterste zorg worden behandeld, zodat de commerciële belangen van de betrokken ondernemingen worden beschermd. Verwijzing naar het datarapport voor het aanleveren van gegevens en andere documenten Om de afstemming met het datarapport voor het aanleveren van gegevens te vereenvoudigen, komt de inhoud van dit richtsnoer overeen met de structuur van het datarapport. In ieder onderdeel komen de gegevens die moeten worden gemeld aan bod; waar nodig worden deze gegevens toegelicht, evenals de wijze waarop ze dienen te worden vastgesteld. Waar dat relevant is, verleent dit document toelichting bij het gebruik van het datarapport voor het aanleveren van gegevens. Waar van toepassing zal dit document verwijzen naar andere documenten, zoals de CIMrichtsnoeren, het richtsnoeren voor controle en rapportage (Monitoring and Reporting Guidelines, MRG) en overige richtsnoeren. Alle verwijzingen zijn in cursief weergegeven. Relevantie van verschillende onderdelen van dit document voor verschillende installaties Niet alle onderdelen van dit document (en daarmee ook van het datarapport voor het aanleveren van gegevens) zijn relevant voor alle installaties. In tabel 1 is afhankelijk van de kenmerken van de installatie aangegeven welke onderdelen van het datarapport relevant zijn. Het is aan de lidstaten om te besluiten of installaties die niet in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing, het datarapport voor het aanleveren van gegevens al dan niet moeten invullen; als dit wel het geval is, hoeven ze alleen de onderdelen I en II van blad A in te vullen. 2 Besluit van de Commissie tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10a van richtlijn 2003/87/EG, beschikbaar op de Documentatiepagina s op 7

8 Alle installaties die in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing, dienen het datarapport in te vullen. Tabel 1 hieronder bevat een schematisch overzicht van de onderdelen die moeten worden ingevuld, en alle relevante onderdelen zijn aangegeven door een kruisje in de eerste kolom van de tabel. De tabel is indicatief. 8

9 Tabel 1: Relevante secties Sectie in dit document en in het datarapport voor gegevensverwerking Invullen voor alle installaties Daarnaast de betreffende secties voor de geëvalueerde installatie in de volgende gevallen controleren en invullen: De installatie bevat productbenchmarksubinstallaties De installatie bevat productbenchmarksubinstallaties waarvoor een speciale methode nodig is 1 De installatie bevat warmtebenchmarksubinstallaties De installatie bevat brandstofbenchmarksubinstallaties De installatie bevat procesemissiesubinstallaties Warmte, waste gases of CO 2 worden geïmporteerd of geëxporteerd van of naar een andere installatie of eenheid De installatie verbruikt waste gases die buiten een productbenchmarksubinstallatie zijn geproduceerd A. Algemene informatie I - Identificatie van de installatie II Informatie over dit datarapport III - Lijst van subinstallaties X X X IV -Lijst van technische verbindingen X B. Sourcestream gegevens: Brandstoffen procesemissies C. Sourcestream gegevens: Massabalansen, CEMS, N 2O, PFK s en overgedragen CO 2 D. Toewijzing van emissies I Aanwijzingen voor sourcestream gegevens II Brandstoffen III - Procesemissies I Massabalansen II CEM-systemen voor CO 2-emissies III - N 2O-emissies IV PFK s V Overgedragen of opgeslagen CO 2 I Totale directe BKG-emissies en energieinput uit brandstoffen II Toewijzing van emissies aan subinstallaties Deze secties zijn alleen relevant wanneer een van de volgende stellingen van toepassing is: - lidstaten vereisen deze gedetailleerde informatie; - er zijn geen geverifieerde emissiejaarverslagen beschikbaar; - de systeemgrenzen van de installatie zijn gewijzigd als gevolg van de uitbreiding van de EU-ETS-richtlijn vanaf 2013, waardoor er geen geverifieerde emissiejaarverslagen beschikbaar zijn. Met behulp van sectie C.I (toelichting over sourcestreamgegevens) kan de lezer van dit document of de gebruiker van het datarapport bepalen of deze secties relevant zijn. X X 2 9

10 III Waste gases X E. Gegevens over energieinput, meetbare warmte en elektriciteit I Energie-input uit brandstoffen II Meetbare warmte III - Elektriciteit X X F. Gegevens van subinstallaties m.b.t. productbenchma rks I Historische activiteitsniveaus en uitgesplitste productiegegevens X G. Gegevens van subinstallaties m.b.t. fallbacksubinstallaties I Historische activiteitsniveaus en uitgesplitste productiegegevens X X X H. Speciale gegevens voor bepaalde productbenchma rks Secties I t/m IX X 1 Zie sectie H voor een lijst met de productbenchmarks waarvoor dit van toepassing is. 2 Sectie D.II.3 is ook relevant als de exploitant in aanmerking wil komen voor de speciale regeling voor warmte-uitvoer naar particuliere huishoudens (zie richtsnoer nr.6 over grensoverschrijdende warmtestromen voor meer informatie over dit onderwerp). 10

11 Lidstaatspecifieke parameters in het datarapport voor het aanleveren van gegevens 3 Dit onderdeel is alleen relevant voor lidstaten die het door de EC verstrekte datarapport voor het aanleveren van gegevens gebruiken. Lidstaten hebben de volgende mogelijkheden om het datarapport aan hun behoeften aan te passen. Opties voor lidstaten Op dit moment zijn er twee parameterreeksen. a. Opties voor de vereiste mate van detail (met standaardwaarden): MSconst_RequirePermitInfo MSconst_RequireConnectedInstContact MSconst_RequireAllYears MSconst_AllowSourceStreamTotals MSconst_AllowInstEmmisionTotals MSconst_RequireDetailedProductionData MSconst_RequireDetailesFallBack MSconst_RequireFulHeatBalance TRUE TRUE FALSE FALSE FALSE TRUE TRUE TRUE Zie hieronder voor de betekenis van deze parameters. b. Een lijst met soorten brandstof. Een korte beschrijving van de manier waarop deze lijst kan worden aangepast, vindt u in het datarapport bij de lijst. 3. De parameters in detail MSconst_RequirePermitInfo: Indien de waarde TRUE is, wordt A.I.1.g. (informatie over de vergunning voor BKG-emissies) in zijn geheel optioneel, wat wordt aangegeven met de relevante kleurverandering. MSconst_RequireConnectedInstContact: In A.IV.b. (contactgegevens voor installaties of eenheden die technisch verbonden zijn) zijn contactgegevens standaard alleen verplicht als de verbinding verband houdt met een niet-ets-eenheid. Bevoegde instantie kunnen er echter voor kiezen om exploitanten te vragen naar alle relevante contactgegevens (inclusief ETS-installaties) door deze parameter in te stellen op TRUE. MSconst_RequireAllYears: De standaard op grond van de CIM is dat exploitanten ofwel ofwel als referentieperiode kunnen kiezen. Lidstaten kunnen vragen naar gegevens voor beide periodes door deze parameter in te stellen op TRUE. Dit kan nuttig zijn voor aannemelijkheidscontroles over langere periodes, bijvoorbeeld om realistischer waarden te verkrijgen voor capaciteitsbenuttingsfactoren. Deze parameter heeft gevolgen voor alle bladen waarop wordt gevraagd naar jaargegevens. Als gevolg worden inputvelden gemarkeerd. MSconst_AllowSourceStreamTotals: Sourcestreamgegevens (emissies en energie-input van brandstoffen en procesmaterialen, etc.) kunnen gedetailleerd worden ingevoerd in overeenstemming met de MRG (voor brandstoffen moeten bijvoorbeeld de activiteitsgegevens, 3 Dit onderdeel is ontwikkeld op basis van de notitie van de Oostenrijkse Milieudienst UBA bij het datarapport. 11

12 NCW, emissiefactor, oxidatiefactor en biomassagehalte worden gerapporteerd), waaruit het datarapport de emissies en het energiegehalte berekent. Daarentegen is het verdedigbaar dat alleen de emissies en de energie-input relevant zijn voor de toewijzingsregels. Lidstaten kunnen daarom besluiten om deze kortere rapportage toe te staan door deze parameter in te stellen op TRUE. MSconst_AllowSourceStreamTotals: Indien deze parameter is ingesteld op TRUE, wordt alle input met betrekking tot sourcestreamgegevens weergegeven als optioneel; de velden in D.I.2 veranderen van verboden in verplicht. Met andere woorden: exploitanten hoeven niet meer voor elke sourcestream gegevens te verstrekken: het inputen van totalen volstaat. Indien deze parameter wordt ingesteld op FALSE (standaard), is het rapporteren van totalen nog steeds toegestaan, op voorwaarde dat de installatie al eerder geverifieerde emissiejaarverslagen heeft ingediend. MSconst_RequireDetailedProductionData: Wanneer deze optie is ingesteld op TRUE, wil dat zeggen dat de exploitant voor elke productbenchmark-subinstallatie gedetailleerde productgegevens moet invullen indien meerdere product(groep)en zijn opgenomen in één benchmarkdefinitie (bijvoorbeeld verschillende soorten raffinageproducten, chemicaliën, staal of papier). Daardoor zouden de bevoegde instanties moeten kunnen bepalen of die producten echt onder die productdefinitie vallen en moeten kunnen vaststellen dat er geen sprake is van dubbeltellen of lacunes in de gegevens. MSconst_RequireDetailesFallBack: Vergelijkbaar met de vorige optie, maar voor fallbacksubinstallaties. Vooral voor fallback-subinstallaties is het belangrijk om te weten welke gerelateerde producten er zijn, omdat de blootstelling aan CO2-weglekrisico van de producten aan de bevoegde instantie moet worden aangetoond. MSconst_RequireFulHeatBalance: Blad E EnergyFlows biedt zowel een eenvoudige als een complexe rekenhulp om de in aanmerking komende warmtehoeveelheden binnen de warmtebenchmarksubinstallatie te bepalen. Indien FALSE is ingesteld, wordt standaard de eenvoudige rekenhulp gebruikt; de complexe rekenhulp is dan alleen nodig voor complexere situaties (welke rekenhulp wanneer moet worden gebruikt, wordt zowel in het datarapport als in dit richtsnoer uitgelegd). Indien TRUE is ingesteld, moet de exploitant altijd de complexe rekenhulp invullen (waarbij in eenvoudige gevallen slechts een klein aantal gegevens hoeft te worden ingevuld). 12

13 Proces van het aanleveren van gegevens voor exploitanten Dit onderdeel biedt richtsnoeren voor exploitanten over de te nemen maatregelen alvorens een ingevuld datarapport voor het aanleveren van gegevens, het corresponderende methodeverslag en het verificatierapport in te dienen. Good practice Omschrijving Vóór ontvangst van het datarapport voor het aanleveren van gegevens Zich de toewijzingsregels eigen maken Het aanleveren van gegevens kan niet worden uitgevoerd als de exploitant niet weet hoe de toewijzingsregels op zijn installatie van toepassing zijn. De exploitant moet zich de toewijzingsregels daarom eigen maken. Anticiperen op onafhankelijke verificatie Exploitanten dienen een verificateur in de arm te nemen in overeenstemming met de in de desbetreffende nationale wetgeving vastgelegde voorschriften. Verder dienen de regels te worden gevolgd zoals vastgesteld door het desbetreffende bevoegde gezag ten aanzien van de noodzakelijke onafhankelijke verificatie van de gegevens, zodat het ingevulde datarapport voor het aanleveren van gegevens en het corresponderende methodeverslag kunnen worden geverifieerd. Met name voor complexe installaties is het aan te bevelen om te anticiperen op een benadering in twee stappen, inclusief een voorbereidende stap die alleen is gericht op controle of de installatie op de juiste manier in subinstallaties is onderverdeeld. Na ontvangst van het datarapport voor het aanleveren van gegevens, voorafgaand aan indiening Zich het datarapport voor het aanleveren van Een eerste inschatting van het aantal gegevens eigen maken en bepalen welke delen subinstallaties, kijken welke productbenchmarks ervan relevant zijn van toepassing zouden kunnen zijn, etc. Interne planning opstellen Alles zo organiseren dat het datarapport voor het aanleveren van gegevens op tijd bij de Interne vergadering(en) organiseren met relevante exploitanten/technische experts Vergadering(en) organiseren met installaties waarmee een technisch verbinding bestaat (indien relevant) Zo nodig om verduidelijking vragen bevoegde instantie wordt ingediend Exploitanten kunnen interne vergaderingen met relevante exploitanten en/of technische experts organiseren om te overleggen over de beschikbaarheid en kwaliteit van gegevens. Gegevensbronnen van de best beschikbare gegevens dienen te worden verzameld. Indien een installatie relevante technische verbindingen heeft, is het aan te raden om gegevens van in- en uitgaande stromen af te stemmen met de technisch verbonden installatie. Indien er onduidelijkheden zijn, dienen exploitanten contact op te nemen met het nationale bevoegde gezag voor verduidelijking. 13

14 Het datarapport invullen Vraag 14 Relevante sectie in datarapport Vaststellen of kosteloze toewijzing mogelijk is Is de installatie geclassificeerd als elektriciteitsopwekker'? A.II.1 A.II.1 Zo ja, wordt er warmte geproduceerd die in aanmerking E.III E.III komt voor kosteloze toewijzing? Referentieperiode kiezen Voor welke referentieperiode is er gekozen? (De keuze van de referentieperiode zou een belangrijke invloed kunnen hebben op de HAL s en daarmee op de toewijzing. Exploitanten wordt daarom aangeraden om zorgvuldig te bepalen welke referentieperiode tot de hoogste toewijzing zou leiden.) A.II.2 A.II.2 Relevante sectie in richtsnoer Aantal subinstallaties vaststellen Is er een productbenchmark-subinstallatie? A.III.1 A.III.1 Is er een warmtebenchmark-subinstallatie? A.III.2 A.III.2 Is er een brandstofbenchmark-subinstallatie? A.III.2 A.III.2 Is er een procesemissie-subinstallatie? A.III.3 A.III.3 Wat is de blootstelling aan CO2-weglekrisico van de A.III A.III gegenereerde producten? Relevante capaciteitsveranderingen vaststellen Wat is de IIC per subinstallatie? A.III.3 A.III.3 Zijn er significante capaciteitsveranderingen per A.III.3 A.III.3 subinstallatie? Relevante technische verbindingen vaststellen Welke technische verbindingen zijn relevant en in welke A.IV A.IV mate? Directe emissies en energiestromen vaststellen Hoeveel directe emissies en directe brandstofinput B.II, B.III B.II, B.III hebben er plaatsgevonden? Hoe moeten directe emissies en/of brandstoffen worden E.I, G.I E.I, G.I toegewezen aan subinstallaties? Wat is de warmtebalans van de installatie? E.II E.II HAL s van productbenchmarks vaststellen Wat zijn de HAL s van relevante productbenchmarks? F A.II, A.III, A.IV, C.II (in geval van CEM-systemen), C.III, C.IV, C.V, D.I, D.II, E.III, H HAL s van fallback-subinstallaties vaststellen Wat zijn de HAL s van relevante warmtebenchmarksubinstallatie(s)? Wat zijn de HAL s van relevante brandstofbenchmarksubinstallatie(s)? G.I.1-2 G.I.3-4 A.II, A.III, A.IV, C.II (in geval van CEM-systemen), C.V, D.I, D.II, E.II.2, DII A.II, A.III, A.IV, B.II, C.II (in geval van CEM-

15 Wat zijn de HAL s van relevante procesemissiesubinstallatie(s)? G.I.5-6 systemen), C.V, D.I, D.II, E.I A.II, A.III, A.IV, B.III, C.II (in geval van CEMsystemen), C.V, D.I, D.II, D.III 15

16 A Algemene informatie In dit onderdeel wordt beschreven welke gegevens moeten worden aangeleverd om de te analyseren installatie en haar voornaamste kenmerken te bepalen teneinde de kosteloze toewijzing te kunnen vaststellen. A.I Identificatie van de installatie Dit gedeelte is verplicht voor alle exploitanten van installaties die binnen de reikwijdte van richtsnoer 2003/87/EG 4 vallen, ongeacht of deze in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing of niet (tenzij de bevoegde instantie anders voorschrijft). A.I.1 Algemene informatie De exploitant dient de onderstaande punten te specificeren. a. Naam van de installatie. De naam die algemeen wordt gebruikt in vergunningen en andere officiële documenten; deze naam moet gelijk zijn aan de in eerdere communicatie met de bevoegde instantie gebruikte naam (indien van toepassing). b. Lidstaat waarin de installatie zich bevindt. Lidstaat betekent hier: een staat die deelneemt aan de EU-ETS, dus de 27 lidstaten plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. c. Of de installatie vóór 1 januari 2013 al deel heeft uitgemaakt van de EU-ETS. d. Door de bevoegde instantie verstrekte unieke ID. In Nederland wordt het vergunningnummer gebruikt (NL-20XXXXXXX). Aan installaties die pas vanaf 2013 onder EU-ETS vallen en waaraan nog geen vergunning is verleend, is een vergunningnummer toegekend. U vindt dit nummer in het webformulier voor het verzenden van het datarapport aan de NEa. e. Dit is een code die verschilt van het vergunning-id die in het register wordt gebruikt. U vindt dit nummer in het webformulier voor het verzenden van het datarapport aan de NEa, of in het CITL. Voor installaties die pas per 2013 gaan deelnemen aan emissiehandel en die nooit eerder hebben deelgenomen aan CO2-emissiehandel, is zo n ID mogelijk nog niet beschikbaar. Voor deze installaties is het invulveld optioneel. Het installatie-id wordt toegekend nadat de definitieve vergunning is verleend. f. Unieke ID voor kennisgeving bij de Commissie. Deze wordt automatisch aangemaakt en is een identificatiekenmerk voor gebruik in correspondentie met de Commissie. g. Informatie over vergunning voor broeikasgasemissies. Hier dient de exploitant de naam in te voeren van de bevoegde instantie die verantwoordelijk is voor de vergunningverlening betreffende die installatie, evenals de vergunningscode en de uitgiftedatum waarop de installatie voor het eerst onder de EU-ETS viel en eventuele andere updates (zoals data en identificatiekenmerken van verlenging), indien van toepassing. Lidstaten mogen deze informatie als optioneel aanmerken als de bevoegde instantie reeds over deze informatie beschikt. h. Datum wanneer installatie in bedrijf is gesteld. Deze datum is alleen relevant als de installatie in bedrijf is genomen na 1 januari i. Of de installatie een gevestigde installatie is of nieuw. Als nieuwkomer gelden installaties waarvoor na 30 juni 2011 een BKG-emissievergunning is verleend. Een installatie kan worden aangemerkt als bestaand wanneer deze vóór 30 juni 2011 in bedrijf was, alle relevante milieuvergunningen uiterlijk op 30 juni 2011 heeft verkregen of zal verkrijgen, of voldoet aan alle andere, in de nationale wetgeving opgenomen criteria voor verlening van een BKGemissievergunning (zie richtsnoer nr. 7 betreffende nieuwkomers/sluitingen voor meer informatie over definities van bestaande en nieuwe installaties; zie ook richtsnoer nr. 2). 4 Zie richtsnoer nr. 1 met algemene toelichting over het in aanmerking komen voor kosteloze toewijzingen. 16

17 j. Gegevens van de exploitant; naam, adres en telefoonnummer(s). De exploitant is de persoon die een installatie exploiteert of beheert of aan wie de bepalende economische zeggenschap over het technische functioneren van de installatie is gedelegeerd 5. k. Adres van de installatie. A.I.2 Contactpersonen De exploitant dient de contactgegevens te specificeren van degene(n) die verantwoordelijk is/zijn voor het invullen of beheren van dit rapport voor het geval er toelichting of communicatie nodig is. Het gaat daarbij vooral om naam, adres, adres en telefoonnummer. A.I.3 Verificateur belast met verificatie van dit datarapport De exploitant dient de volgende punten te specificeren. a) De gegevens van de verificateur, met name: bedrijfsnaam, adres en land. b) Degene die de verificatie heeft uitgevoerd (of het project heeft beheerd), met name: naam, adres en telefoonnummer. c) Informatie over de accreditatie van de verificateur, met name de lidstaten waarin deze partij activiteiten mag ontplooien en het door het accreditatieorgaan uitgegeven inschrijvingsnummer. De beschikbaarheid van dergelijke inschrijvingsinformatie kan afhangen van de accrediteringsmethode voor of vergunningsverlening aan verificateurs in een lidstaat. Indien de lidstaat niet accrediteert maar verificateurs op een andere manier erkent, dient de daartoe relevante informatie als voor een accreditatie te worden vermeld. A.I.4 Nadere gegevens van de installatie Het doel van dit gedeelte is om meer inzicht te krijgen in de activiteiten die in de installatie plaatsvinden en worden beoordeeld, en om te bepalen of een installatie mogelijk niet onder de EU- ETS hoeft te vallen. De exploitant dient de volgende punten te specificeren. a. De activiteiten die in de installatie plaatsvinden zoals gedefinieerd in bijlage I van de EU-ETSrichtlijn. Indien er andere activiteiten dan verbranding van brandstoffen plaatsvinden, dan is het niet noodzakelijk om de activiteit 'verbranding van brandstoffen aan te geven. Die specifieke activiteit is slechts relevant als er in de installatie geen andere activiteit zoals gedefinieerd in bijlage I plaatsvindt. b. De activiteitscode conform de NACE-classificatie waaronder de exploitant waarden in het kader van structurele bedrijfsstatistieken heeft gerapporteerd. Bij twijfel dient de exploitant contact op te nemen met het bureau voor de statistiek in het desbetreffende land. Er dienen twee NACE-codes te worden gespecificeerd: - NACE-code ref. 1.1, gebruikt voor het jaar 2007; - NACE-code ref. 2, gebruikt voor het jaar c. De EPRTR-code 6, optioneel en indien van toepassing. Deze informatie is nuttig voor de bevoegde instantie bij consistentiecontroles en de afstemming van bronnen van milieuinformatie (d.w.z. nationale BKG-emissieregisters). d. Of de installatie een kleine emittent is conform artikel 27(1) van de EU-ETS-richtlijn. Krachtens het richtsnoer gelden als kleine emittent installaties die minder dan ton CO 2 -equivalent hebben gerapporteerd en voorzover zij verbrandingsactiviteiten uitvoeren een nominaal thermisch ingangsvermogen hebben van minder dan 35 MW, exclusief emissies uit biomassa, in elk van de jaren voor indiening van de NIM. Zie bijlage I bij de EU- ETS-richtlijn en het richtsnoer voor de interpretatie van bijlage I van de EU-ETS-richtlijn 5 Conform artikel 3(f), waarin de definitie van een exploitant wordt gegeven. 6 EPRTR = European Pollutant Release and Transfer Register. 17

18 (uitgezonderd de luchtvaartsector), gepubliceerd door de EC op 18 maar 2010, voor toelichting op het bepalen van het totale nominale thermische ingangsvermogen. e. Of de installatie een ziekenhuis is. A.II Informatie over dit datarapport A.II.1 Ontvankelijkheid voor kosteloze toewijzing Dit gedeelte is erop gericht om te bepalen of de installatie al dan niet in aanmerking komt voor kosteloze toewijzing. Zie paragraaf 3.2 in richtsnoer nr. 1 (algemene toelichting) voor meer informatie over de desbetreffende criteria. Dit gedeelte is zowel verplicht voor alle installaties die in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing als voor installaties die niet in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing (tenzij de bevoegde instantie anders voorschrijft). De exploitant dient de volgende punten te specificeren. a. Of de installatie een elektriciteitsopwekker is in de zin van artikel 3(u) van de herziene EU- ETS-richtlijn. 7 Artikel 3(u) van de gereviseerde EU-ETS-richtlijn definieert een elektriciteitsopwekker als een installatie die op of na 1 januari 2005 elektriciteit heeft geproduceerd om aan derden te worden verkocht en waarin geen van de in bijlage I [van de gereviseerde EU-ETS-richtlijn] genoemde activiteiten worden uitgevoerd, behalve het verbranden van brandstof. Zie ter toelichting het richtsnoer voor de bepaling van elektriciteitsopwekkers die op 18 maart 2010 is besproken door de EC en de lidstaten. b. Of de installatie is bedoeld voor het afvangen en opslaan van CO 2 of als CO 2 -opslaglocatie. d. Of de installatie warmte produceert. Indien a. of b. het geval is en d. niet, dan komt de installatie niet in aanmerking voor kosteloze toewijzing. Voor installaties die niet in aanmerking komen, is de rest van dit document in principe niet relevant. De exploitant wordt echter aangeraden om de gegevens te verstrekken die worden gevraagd in onderdeel E 'Gegevens over energie-input, meetbare warmte en elektriciteit om te verifiëren dat de status van elektriciteitsopwekker juist is gedefinieerd. Indien a. of b. het geval is en d. ook, dan kan de installatie deels in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing (indien er warmte wordt geleverd aan niet-ets-eenheden of -installaties). Daarnaast dient de exploitant het volgende te doen. e. Bevestig dat de installatie niet in aanmerking komt voor kosteloze toewijzing indien a. of b. het geval is en d. niet. f. Bevestig dat de installatie voor kosteloze toewijzing in aanmerking komt indien zowel a. als b. niet het geval is. g. Bevestig dat de in dit bestand opgenomen gegevens gebruikt zullen worden door de bevoegde instantie ter vaststelling van de kosteloze toewijzing conform artikel 10a van de EU-ETS-richtlijn. Daarnaast zullen deze gegevens op verzoek deels of in hun geheel worden doorgegeven aan de Europese Commissie ter controle van de NIM conform artikel 11(a) van de EU-ETS-richtlijn. De toestemming is noodzakelijk om de gegevensindiening af te ronden. Belangrijke opmerking 7 Installaties moeten geclassificeerd zijn als elektriciteitsopwekker of als niet-elektriciteitsopwekker. Daarvoor dient de richtlijn voor de bepaling van elektriciteitsopwekkers van 18 maart 2010 te worden gebruikt. 18

19 De antwoorden op de vragen in dit gedeelte hebben geen gevolgen voor de mogelijke kosteloze toewijzing in het kader van artikel 10(c) van de EU-ETS-richtlijn betreffende kosteloze toewijzing bij wijze van overgang bij de modernisering van de elektriciteitsproductie. A.II.2 Gekozen referentieperiode In dit gedeelte wordt de referentieperiode gekozen en worden de onderstaande verplichte gegevens getoond, aan de hand van de door de exploitant geselecteerde antwoorden. De exploitant dient het volgende te doen. a. Kies de referentieperiode voor uw installatie 8. Zoals beschreven in artikel 7.1 van de CIM kan de exploitant de referentieperiode of kiezen. Dit is eveneens van toepassing op installaties die slechts incidenteel in bedrijf zijn, zoals seizoens- of reserveinstallaties. De gekozen referentieperiode is van toepassing op de gehele installatie: dezelfde referentieperiode wordt gebruikt voor alle subinstallaties binnen de desbetreffende installatie. b. Geef de jaren op waarin de installatie ten minste één dag in dat kalenderjaar in bedrijf was. Een kalenderjaar is de periode tussen 1 januari en 31 december van datzelfde jaar. Antwoord voor elk jaar ja of nee, ook voor de jaren die niet in de bij a. gekozen referentieperiode vallen. Stel: de installatie is in 2006 in bedrijf genomen. Voor 2005 is het antwoord dan nee, en het antwoord voor de jaren 2006 tot en met 2010 is ja. c. Geef aan of de installatie slechts incidenteel in bedrijf is. Installatiegebruik wordt als incidenteel aangemerkt als: - de exploitant duidelijk kan aantonen dat de installatie incidenteel wordt gebruikt, met name dat deze met enige regelmaat wordt gebruikt om reservecapaciteit te bieden of volgens een seizoensschema; - de installatie alle relevante vergunningen heeft waartoe de nationale wetgeving verplicht (BKG-emissie- of andere milieuvergunningen, zoals de IPPC-richtlijn); - het technisch mogelijk is om de installatie op korte termijn in bedrijf te nemen (met andere woorden: de installatie is niet defect waardoor in bedrijf nemen onmogelijk is); - de installatie regelmatig wordt onderhouden; - de installatie duidelijk buiten de relevante drempels valt met betrekking tot inclusie onder het in 2003/87/EG 9 omschreven bereik. Indien de exploitant opgeeft dat een installatie slechts incidenteel in bedrijf is, dan moet de exploitant de bevoegde instantie daar bewijs van leveren. e. Geef aan of de installatie in de referentieperiode minder dan twee kalenderjaren in bedrijf is geweest; m.a.w. de installatie is in de relevante referentieperiode laat in bedrijf genomen, waardoor er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. In dat geval zal het HAL worden afgeleid van de IIC. Zie paragraaf 6.3 in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden voor meer informatie over dit onderwerp. In de praktijk worden de HAL s gebaseerd op de jaren in de geselecteerde referentieperiode waarin de installatie in bedrijf is geweest (zie b.), tenzij de installatie niet continu in bedrijf is geweest (zie c.). In dat geval worden alle jaren van de geselecteerde referentieperiode meegerekend, conform 8 Installaties die in 2011 in bedrijf zijn genomen, hebben wellicht voor zowel de referentiereferentieperiode als geen gegevens te rapporteren. Het veld voor de keuze van de referentieperiode referentieis echter verplicht en moet worden ingevuld. De volgende opgave in veld A.II.2.b. en veld A.II.2.e., voor de jaren waarin de installatie in bedrijf is geweest, laat vervolgens zien dat er geen historische gegevens beschikbaar zijn. 9 Zie richtlijn nr. 1 met algemene toelichting ter verduidelijking van het bereik. 19

20 artikel 9.8. In het datarapport voor het aanleveren van gegevens worden deze jaren automatisch ingevuld onder d. A.III Lijst van subinstallaties In dit gedeelte wordt beschreven welke gegevens er moeten worden gerapporteerd om de in de installatie aanwezige subinstallaties te bepalen. Dit gedeelte is verplicht voor alle installaties die in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing. Zie II.1 van dit richtsnoer of paragraaf 3.2 in richtsnoer nr. 1 (algemene toelichting) voor meer informatie over de criteria waaraan een installatie moet voldoen om in aanmerking te komen. Meer details over hoe de subinstallaties moeten worden afgeleid, vindt u in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden. A.III.1 Productbenchmark-subinstallaties De exploitant dient alle productbenchmark-subinstallaties op te geven waar de vergunning van de installatie betrekking op heeft. Producten die onder dezelfde productdefinitie vallen, worden onder dezelfde subinstallatie geschaard en hebben dezelfde productbenchmark. In het datarapport voor het aanleveren van gegevens kan de exploitant de productbenchmark selecteren in het dropdownmenu. Zie bijlage I van de CIM voor een overzicht van de productbenchmarks en bijbehorende productdefinities en systeemgrenzen; zie richtsnoer nr. 9 met sectorspecifieke toelichting 10 voor meer informatie over de juiste productdefinitie. De exploitant dient ook voor elke subinstallatie te bepalen of er sprake is van een significant risico op CO 2 -lekkage. In het datarapport voor het aanleveren van gegevens wordt de status van het CO 2 - weglekrisico automatisch bepaald op basis van Commissie-besluit 2010/2/EU. Het is mogelijk dat dit besluit in de toekomst wordt herzien. Zie bijlage I van de CIM of richtsnoer nr. 9 met sectorspecifieke toelichting voor een statusoverzicht van CO 2 -weglekrisico s. Daarnaast dient de exploitant op te geven of er tussen 1 januari 2005 en 30 juni 2011 significante capaciteitsveranderingen zijn geweest die relevant zijn voor de subinstallatie. Aanvullende toelichting bij dit punt vindt u in paragraaf 6.4 in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden. In deel B wordt meer informatie gevraagd over het verzamelen van gegevens in geval van capaciteitsveranderingen. A.III.2 Fallback-subinstallaties die tot de installatie behoren De exploitant moet specificeren welke warmtebenchmark-, brandstofbenchmark- en procesemissiesubinstallaties onder de vergunning van de installatie vallen. Elke installatie mag maximaal zes fallback-subinstallaties hebben. Zie richtsnoer nr. 1 met algemene toelichting waarin het maximale aantal fallback-subinstallaties wordt behandeld. Daarnaast dient de exploitant op te geven of er tussen 1 januari 2005 en 30 juni 2011 significante capaciteitsveranderingen zijn geweest die relevant zijn voor de subinstallatie. Aanvullende toelichting bij dit punt vindt u in paragraaf 6.4 in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden. In deel B wordt meer informatie gevraagd over het verzamelen van gegevens in geval van capaciteitsveranderingen. A.III.3 Gegevens die worden gebruikt voor het bepalen van de IIC Dit gedeelte is verplicht voor alle installaties die op grond van een productbenchmark in aanmerking komen voor kosteloze toewijzing. De gerapporteerde waarden dienen voor de EC als basis voor het 10 NB: in sommige gevallen kunnen dezelfde fysieke eenheden onder verschillende subinstallaties vallen, bijvoorbeeld twee gebenchmarkte producten kunnen op dezelfde productielijn worden vervaardigd. Dat is geen probleem zolang de activiteitsniveaus voor elk product goed gedefinieerd zijn. Zie richtlijn nr. 2 over toewijzingsmethoden voor een praktijkvoorbeeld. 20

21 bepalen van de SCUF voor de productie van het gebenchmarkte product wanneer alle NIM zijn ingediend; de SCUF wordt vervolgens gebruikt als parameter bij het bepalen van de toewijzing aan nieuwkomers. Subinstallaties met een significante capaciteitsverandering worden door de EC niet meegenomen in de berekening van de SCUF. Zie richtsnoer nr. 7 over nieuwkomers en sluitingen voor een toelichting over het gebruik van de SCUF. Voor fallback-subinstallaties is rapportage alleen verplicht als er in de periode tussen 1 januari 2005 en 30 juni 2011 sprake is van één of meer significante capaciteitsveranderingen. Zie paragraaf 6.4 in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden voor een toelichting bij het vaststellen of de capaciteitsveranderingen significant zijn. Om de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit te bepalen, is de referentieperiode gebaseerd op de jaren 2005, 2006, 2007 en De referentieperiode is voor deze jaren vastgesteld en moet niet worden verward met de referentieperiode die exploitanten in het vorige deel konden selecteren. Zie hoofdstuk 5 in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden voor een toelichting bij het vaststellen van de IIC. De exploitant dient voor elke relevante subinstallatie het volgende te doen. a. Indien mogelijk dienen de twee hoogste maandelijkse productievolumes of activiteitsgegevens voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 te worden gespecificeerd. De te verstrekken maandgegevens zijn de feitelijke gegevens van de kalendermaand, zonder verdere berekening of normalisering van de waarde. Dit betekent dat de operationele patronen van de installatie in het maandvolume worden opgenomen. De productievolumes of activiteitsniveaus dienen niet te worden gecorrigeerd voor capaciteitsveranderingen. De productie- of activiteitsgegevens dienen in de juiste eenheden te worden uitgedrukt. Indien er voor een subinstallatie significante capaciteitsveranderingen zijn gerapporteerd, dienen de hoogste maandproductiegegevens alleen te worden gerapporteerd voor de periode VÓÓR DE EERSTE capaciteitsverandering na 1 januari 2005, waarbij de aanvangsdatum van de veranderde werking als referentie geldt. De reden daarvoor is dat deze waarde wordt gebruikt op blad F en G als de capaciteit vóór eventuele capaciteitsveranderingen. Het datarapport voor het aanleveren van gegevens geeft automatisch de desbetreffende eenheden bij de subinstallaties. b. De aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit wordt automatisch berekend en is gebaseerd op het gemiddelde van de twee bij a. gespecificeerde maandproductiewaarden. Indien het niet mogelijk is om de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit te bepalen conform punt a., dient een experimentele verificatie van de capaciteit van de subinstallatie te worden uitgevoerd. De procedure moet plaatsvinden onder toezicht van een verificateur, die de uitvoering moet goedkeuren. Zie hoofdstuk 5 in richtsnoer nr. 2 over toewijzingsmethoden voor toelichting bij het vaststellen van de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit. Het datarapport voor het aanleveren van gegevens geeft automatisch een lijst van subinstallaties met: capaciteiten op basis van het bij a. ingevoerde; gebruikte capaciteit; gemiddelde productie in de periode ; en capaciteitsbenuttingsfactoren 11. A.IV Lijst van technische verbindingen Dit gedeelte is alleen relevant voor: - installaties waar meetbare warmte, waste gases of CO 2 van of naar een andere ETS-installatie of niet-ets-eenheid worden getransporteerd; - installaties waar warmte wordt verbruikt die is geproduceerd door een salpeterzuurinstallatie, zelfs wanneer de salpeterzuurproductie onderdeel is van dezelfde installatie. 11 De capaciteitsbenuttingsfactoren zullen door de EC worden gebruikt om de SCUF te bepalen voor de productie van het gebenchmarkte product wanneer alle NIM zijn ingediend. 21

22 De in dit gedeelte vereiste gegevens zijn met name relevant om de consistentie van de verstrekte gegevens te waarborgen en om te vermijden dat toewijzingsgegevens dubbel worden geteld of ontbreken. De informatie in dit gedeelte is belangrijk voor de behandeling van grensoverschrijdende warmtestromen en waste gases. Zie richtsnoer nr. 6 over grensoverschrijdende warmtestromen en richtsnoer nr. 8 over waste gases voor meer informatie over deze twee punten. De exploitant dient de volgende punten te specificeren. a. Informatie die relevant is voor het identificeren van technische verbindingen met de installatie, met name: - naam van de ETS-installatie of niet-ets-eenheid die is verbonden met de beoordeelde installatie (indien er warmte wordt verbruikt die ontstaat bij de productie van salpeterzuur in dezelfde installatie, dient de naam van de installatie zelf te worden opgegeven in het datarapport voor het aanleveren van gegevens); - type eenheid: Onder de EU-ETS vallende installatie, Buiten de EU-ETS vallende installatie, Warmteverdelingsnetwerk, of Salpeterzuurproducerende installatie ; bij de selectie heeft aanmerking als warmteverdelingsnetwerk of salpeterzuurinstallatie prioriteit boven aanmerking als ETS-installatie of niet-ets-eenheid (het datarapport voor het aanleveren van gegevens bevat een dropdownmenu, wat de selectie vereenvoudigt); - type verbinding (gaat het bijv. om een verbinding voor uitwisseling van meetbare warmte, waste gas of CO 2?); - stroomrichting (gaat het bijv. om import of export?); specificeer waar de stroom vandaan komt en naar welke subinstallatie de stroom toegaat. b. Aanvullende informatie voor verbonden ETS-installaties, met name: - installatie-id in het kader van het CITL 12 ; het installatie-id is verplicht als de verbonden installatie onder de EU-ETS valt en als deze ook vóór 30 juni 2011 al onder de EU-ETS viel; - (optioneel) de naam en contactgegevens van de exploitant van die installatie ten behoeve van eventuele communicatie. 12 CITL = Community Independent Transaction Log. 22

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit.

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Voor elke inrichting of broeikasgasinstallatie waarvoor in het nationaal toewijzingbesluit emissierechten zijn toegewezen,

Nadere informatie

Disclaimer. De getoonde informatie in deze presentatie is gebaseerd op een concept template. Hier kunnen dan ook geen rechten aan ontleend worden.

Disclaimer. De getoonde informatie in deze presentatie is gebaseerd op een concept template. Hier kunnen dan ook geen rechten aan ontleend worden. 1 Disclaimer De getoonde informatie in deze presentatie is gebaseerd op een concept template. Hier kunnen dan ook geen rechten aan ontleend worden. Monitoringsmethodologieplan toewijzing 4 e fase Charlotte

Nadere informatie

Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020

Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020 Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020 18 maart 2011 Stijn Caekelbergh Departement Leefmilieu, Natuur & Energie Inhoud presentatie Inleiding Basisprincipes Opsplitsing in sub installaties

Nadere informatie

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van., nr. DGM/K&L2010016258 tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten in verband met het verstrekken

Nadere informatie

Programma infosessie EU-ETS

Programma infosessie EU-ETS Programma infosessie EU-ETS 13u30 14u30 Finale toewijzingsregels 2021-2030 14u30 15u00 Methodiek voor toewijzing emissies aan sub-installaties 15u00 15u15 koffiepauze 15u15-15u45 Sjabloon voor Monitoring

Nadere informatie

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS 2021-2030 FAQ S VOOR TOEPASSING IN HET VLAAMS GEWEST Datum laatste wijziging: 7 maart 2019 Inhoud Inleiding 1. Welk warmte-/brandstofverbruik komt in aanmerking voor een toewijzing

Nadere informatie

7 Belgisch Staatsblad d.d

7   Belgisch Staatsblad d.d Bijlage 3. Regels voor de kosteloze toewijzing van emissierechten voor de tweede verbintenisperiode Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. Definities Hoofdstuk 3. Toewijzingsregels voor bestaande BKG-installaties

Nadere informatie

Aanvragen gratis emissierechten voor

Aanvragen gratis emissierechten voor 1 9 januari 2019 Aanvragen gratis emissierechten voor 2021-2025 In 2019 krijgen ETS-bedrijven de gelegenheid om gratis emissierechten aan te vragen voor de periode 2021 tot en met 2025. Voor deze aanvraag

Nadere informatie

Methodiek voor toewijzing emissies aan sub-installaties. infosessie 11 maart 2019

Methodiek voor toewijzing emissies aan sub-installaties. infosessie 11 maart 2019 Methodiek voor toewijzing emissies aan sub-installaties infosessie 11 maart 2019 Context: Benchmarkupdate voor periode na 2020 op basis van gerapporteerde data ë emissies per sub-installatie nodig Niet

Nadere informatie

Ontwerp nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten van datum en KLG kenmerk

Ontwerp nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten van datum en KLG kenmerk Ontwerp nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2013-2020 van datum en KLG kenmerk De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op artikel 11, eerste lid, van de EG-richtlijn

Nadere informatie

Algemeen: deelname emissiehandel

Algemeen: deelname emissiehandel Veelgestelde vragen over kosteloze toewijzing van emissierechten 2013-2020 NB: Dit document bevat antwoorden op veelgestelde vragen over de kosteloze toewijzing van emissierechten voor de periode 2013-2020.

Nadere informatie

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel 14 juni 2013 Jorre De Schrijver Team Klimaat Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid (ALHRMG) Programma Inleiding emissiehandel

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Uitvoeringsverordening van de Commissie

BIJLAGE. bij. Uitvoeringsverordening van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2018 C(2018) 8589 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Uitvoeringsverordening van de Commissie inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 190 Wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Achtergronddocument gratis toewijzing

Achtergronddocument gratis toewijzing Achtergronddocument gratis toewijzing Inhoudsopgave Algemeen: toewijzing met benchmarks (dia 1/2/3/4/5/6) Uitgangspunten toewijzing productbenchmark (dia 7/8) Uitgangspunten toewijzing warmtebenchmark

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN 1.8.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 205/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juli 2012 betreffende het door de Europese Unie in het Gemengd

Nadere informatie

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS 2021-2030 FAQ S VOOR TOEPASSING IN HET VLAAMS GEWEST Datum laatste wijziging: 22 mei 2019 Inhoud 1. Welk warmte-/brandstofverbruik komt in aanmerking voor een toewijzing onder

Nadere informatie

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie 8.11.2012 BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 152/2012 van 26 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst HET GEMENGD

Nadere informatie

18 januari 2019 Monitoring de emissiehandel

18 januari 2019 Monitoring de emissiehandel 1 Disclaimer Deze presentatie bevat inzichten op basis van concept wet- en regelgeving. Aan deze informatie kunnen dan ook geen rechten ontleend worden. 2 Monitoring de emissiehandel 3 Inhoud presentatie

Nadere informatie

Aanpak datacollectie Infosessie oktober 2018

Aanpak datacollectie Infosessie oktober 2018 Aanpak datacollectie 2018-2019 Infosessie oktober 2018 Toewijzingsregels 21-30 in principe 57% Algemene aanpak datacollectie = gelijkaardig aan MRV voor emissies Op voorhand nagekeken door VBBV en goedgekeurd

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 7.9.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 240/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 5 september 2013 betreffende nationale uitvoeringsmaatregelen voor de voorlopige kosteloze toewijzing van broeikasgasemissierechten

Nadere informatie

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014 28/03/2018 ESMA70-151-435 NL Inhoudsopgave 1 Toepassingsgebied... 2 2 Doel...

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT Brussel, 19 december 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN HET EU-SYSTEEM VOOR DE HANDEL IN EMISSIERECHTEN

Nadere informatie

Algemene informatie monsternemingsplan 1

Algemene informatie monsternemingsplan 1 Algemene informatie monsternemingsplan 1 Monsternemingsplan Indien u voor de monitoring in het kader van EU ETS berekeningsfactoren bepaalt door analyses, dan moet u bij de NEa ter goedkeuring een monsternemingsplan

Nadere informatie

VR DOC.0832/2BIS

VR DOC.0832/2BIS VR 2019 2405 DOC.0832/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering over verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen voor vaste installaties voor de periode 2021-2030 DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gedelegeerde

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Vertaling C-460/15-1 Zaak C-460/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 augustus 2015 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa De energie-intensieve Europese industrie is verplicht deel te nemen aan het Europese systeem van emissiehandel, ofwel EU Emissions Trading System (EU-ETS). De Nederlandse Emissieautoriteit

Nadere informatie

Jaarafsluiting Opstellen, verifiëren en indienen emissieverslag Charlotte Spitters

Jaarafsluiting Opstellen, verifiëren en indienen emissieverslag Charlotte Spitters 1 Jaarafsluiting 2015 Opstellen, verifiëren en indienen emissieverslag Charlotte Spitters Inhoud Nalevingscyclus Emissieverslag Verificatie Verificatierapport Verbeterrapportages Meldingen Aanleveren emissieverslag

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 11042/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 5 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D050682/02 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA(BoS(13/164 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA WesthafenTower Westhafenplatz 1 60327 Frankfurt Germany Phone: +49 69 951119(20 Fax: +49 69 951119(19

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Evaluatie van conformiteitsbeoordelingsschema s Documentcode: RvA-BR012-NL Versie 1, 22-12-2016 INHOUD 1. Toepassingsgebied 4 2. Definities en begrippen 5 3.

Nadere informatie

Warmtestromen binnen het EU-ETS

Warmtestromen binnen het EU-ETS Warmtestromen binnen het EU-ETS Warmtestromen binnen het EU-ETS Door: Michiel Stork, Paul Blinde, en Bram Borkent Datum: 30 januari 2013 Projectnummer: CMNNL11509 Ecofys 2013 in opdracht van: AgentschapNL

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2018 C(2018) 4429 final ANNEX BIJLAGE bij de Verordening van de Commissie tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Leidraad: van inrichting naar installatie Voor bedrijfslocaties onder de EU-ETS richtlijn vanaf 2021

Leidraad: van inrichting naar installatie Voor bedrijfslocaties onder de EU-ETS richtlijn vanaf 2021 Leidraad: van inrichting naar installatie Voor bedrijfslocaties onder de EU-ETS richtlijn vanaf 2021, 8 maart 2019 Voorwoord Voor u ligt de leidraad Van inrichting naar installatie voor bedrijfslocaties

Nadere informatie

Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject

Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject Carbon Capture & Storage (CCS): Richtlijn 2009/31/EG en het Implementatietraject Prof. mr. dr. Martha Roggenkamp Groningen Centre of Energy Law (RUG) en participant Cato2 Brinkhof Advocaten, Amsterdam

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Versie: 1.1 Datum: 23 december 2013 Pagina 1 van 6 Inleiding De nieuwe subsidieregeling Indirecte emissiekosten ETS (Emissions Trading

Nadere informatie

Werking emissiehandel in 2013-2020 Schetsing algemeen kader

Werking emissiehandel in 2013-2020 Schetsing algemeen kader Werking emissiehandel in 2013-2020 Schetsing algemeen kader Tomas Velghe Unit B.2. DG CLIMA Europese Commissie Informatievergadering EU ETS na 2012 Dep LNE VOKA, Antwerpen 1 Inhoud 0. Intro 1. Klimaat-

Nadere informatie

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE Dienst uitvoering en toezicht Energie - 1 /7 -.doc Inhoudsopgave 1. DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK...3 2. INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN...4 2.1. Tabel 1 gegevens producent

Nadere informatie

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer LNE.be/themas/klimaatverandering Kunt u deze nieuwsbrief niet lezen? Ga naar de onlineversie. EU ETS INFO DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE In dit nummer Over deze nieuwsbrief Voorstel EC over

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen EIOPA-BoS-12/069 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringsondernemingen 1/8 1. Richtsnoeren Inleiding 1. Artikel 16 van de Eiopa-verordening 1 (European Insurance and Occupational

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR 15/04/2019 ESMA70-151-1496 NL Inhoudsopgave I. Toepassingsgebied... 2 II. Wetgeving

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2001 10 februari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 25 januari 2012, nr. IenM/BSK-2012/6584

Nadere informatie

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark

Handleiding helpdesk. Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Datum: 08-10-2014 Versie: 1.0 Auteur: Inge van Sark Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Beheer helpdesk... 3 1.1. Settings... 3 1.2. Applicaties... 4 1.3. Prioriteiten... 5 1.4. Gebruik mailtemplates...

Nadere informatie

Waarde van toewijzing van gratis rechten is aanzienlijk: in totaal wordt er ongeveer voor 4 miljard euro toegewezen

Waarde van toewijzing van gratis rechten is aanzienlijk: in totaal wordt er ongeveer voor 4 miljard euro toegewezen Disclaimer Deze presentatie bevat inzichten op basis van concept wet- en regelgeving. Aan deze informatie kunnen dan ook geen rechten ontleend worden. 1 Toewijzing fase 4 Waarde van toewijzing van gratis

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 59/8 27.2.2019 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/331 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing

Nadere informatie

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) JC 2014 43 27 May 2014 Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 1 Inhoudsopgave Richtsnoeren voor de behandeling van klachten

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2018 C(2018) 8664 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.12.2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Vertaling C-457/15-1 Zaak C-457/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 augustus 2015 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

WHOIS-beleid.eu-domeinnamen v.1.0. WHOIS-beleid.eu-domeinnamen

WHOIS-beleid.eu-domeinnamen v.1.0. WHOIS-beleid.eu-domeinnamen DEFINITIES De termen zoals gedefinieerd in de Bepalingen en voorwaarden en/of de.eu- Regels voor geschillenbeslechting worden in dit document gebruikt en geschreven met een hoofdletter. PARAGRAAF 1. PRIVACYBELEID

Nadere informatie

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 Londen, 27.7.2012 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen (EBA/GL/2012/4) Status van de richtsnoeren 1.

Nadere informatie

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Versie 1.0 Datum: 20 januari 2016 Pagina 1 van 10 Inleiding De Subsidieregeling Indirecte emissiekosten ETS (Emissions Trading Scheme)

Nadere informatie

COOKIES- EN PRIVACY-BELEID

COOKIES- EN PRIVACY-BELEID COOKIES- EN PRIVACY-BELEID ACHTERGROND: De Warranty Group begrijpt dat uw privacy belangrijk is voor u en dat u zich bekommert om de manier waarop uw persoonlijke gegevens online worden gebruikt en gedeeld.

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET

VOORSTEL VAN DECREET Zitting 2008-2009 30 april 2009 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Patrick Lachaert, mevrouw Tinne Rombouts en de heren Bart Martens, Patrick De Klerck, Erik Matthijs en André Van Nieuwkerke houdende wijziging

Nadere informatie

BELEID VOOR COOKIES OP DE WEBSITE EN PRIVACY

BELEID VOOR COOKIES OP DE WEBSITE EN PRIVACY ACHTERGROND: BELEID VOOR COOKIES OP DE WEBSITE EN PRIVACY The Warranty Group beseft dat uw privacy belangrijk is en dat u graag wilt weten hoe uw persoonsgegevens online worden gebruikt en gedeeld. Wij

Nadere informatie

Richtsnoeren inzake ondernemingsspecifieke parameters

Richtsnoeren inzake ondernemingsspecifieke parameters EIOPA-BoS-14/178 NL Richtsnoeren inzake ondernemingsspecifieke parameters EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. + 49 69-951119-19; email: info@eiopa.europa.eu

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.7.2018 C(2018) 4438 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 13.7.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 23 augustus 2010 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

Leidraad Toewijzing Emissierechten Nieuwkomers en veranderingen

Leidraad Toewijzing Emissierechten Nieuwkomers en veranderingen Leidraad Toewijzing Emissierechten 2013-2020 Nieuwkomers en veranderingen Inhoudsopgave 1 1 Inleiding 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Functie van deze leidraad 2 1.3 Eisen aan meldingen / aanvragen 2 1.4 Leeswijzer

Nadere informatie

11 januari Introductie. Harm van de Wetering

11 januari Introductie. Harm van de Wetering 1 11 januari 2018 2 11 januari 2018 Introductie Harm van de Wetering Doel van de bijeenkomst Nu: Nieuwkomers in het systeem informeren over de basisprincipes van het EU ETS Straks: Informeren over afsluiting

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 146/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/879 VAN DE COMMISSIE van 2 juni 2016 tot vaststelling van de nadere regelingen met betrekking tot de conformiteitsverklaring

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 26.4.2019 L 112/11 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/661 VAN DE COMMISSIE van 25 april 2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister voor het op de markt brengen

Nadere informatie

1.1 Controles DNB voert verschillende controles uit wanneer een rapportage in het DLR is ingediend. Deze zijn in onderstaand schema aangegeven:

1.1 Controles DNB voert verschillende controles uit wanneer een rapportage in het DLR is ingediend. Deze zijn in onderstaand schema aangegeven: Onderwerp: CRD-IV Alert XBRL Special Februari 2016 Divisie Statistiek Afdeling Bancaire Toezichtstatistieken In deze editie van de CRD-IV Alert XBRL Special gaan we verder in op het verwerkingsproces van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.4.2019 C(2019) 2962 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 25.4.2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.9.2017 C(2017) 6474 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.9.2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode

De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode Tamarah Andriessen De vierde handelsperiode komt eraan! 1. 2005 2007 2. 2008 2012 3. 2013 2020 4. 2021 2030 Even terug... Voorstel van de Europese Commissie:

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 233 Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juli 2011 (25.07) (OR. en) 13113/11 E V 627 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 juli 2011 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van

Nadere informatie

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015 Richtsnoeren inzake de criteria voor de vaststelling van het minimumgeldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 18.10.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23 VERORDENING (EG) Nr. 1024/2008 VAN DE COMMISSIE van 17 oktober 2008 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen ter uitvoering van Verordening

Nadere informatie

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 86/6 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 86/6 Publicatieblad de Europese Unie 5.4.2005 II (Besluiten waar de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE 22 maart 2005 tot vaststelling de tabellen

Nadere informatie

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage EIOPA-BoS-15/106 NL Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20;

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017 EBA/GL/2017/13 05/12/2017 Richtsnoeren inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status van deze richtsnoeren

Nadere informatie

61e jaargang 9 augustus 2018

61e jaargang 9 augustus 2018 Publicatieblad van de Europese Unie L 202 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 9 augustus 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1105

Nadere informatie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 2007, nr. SAS/2007, tot wijziging van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (formulier verslaglegging)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 611 Wet van 22 november 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer in verband met verduidelijking en verbetering van de regelgeving met

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Overnameformulier Deelnemersovereenkomst

Overnameformulier Deelnemersovereenkomst PAGINA 1 VAN 8 Met dit formulier kunnen organisaties en particulieren een verzoek doen tot wijziging tenaamstelling dan wel overdracht van de bij CertiQ. Dit is bijvoorbeeld nodig bij de overdracht van

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF. Brussel, 1 februari 2019

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF. Brussel, 1 februari 2019 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF Brussel, 1 februari 2019 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.5.2015 C(2015) 2874 final ANNEXES 5 to 10 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 276 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES in verband met de implementatie

Nadere informatie

Referentiedocument EU-ETS 2013-2020 Voorbeeldinrichting

Referentiedocument EU-ETS 2013-2020 Voorbeeldinrichting Referentiedocument EU-ETS 2013-2020 Voorbeeldinrichting Versie 1.0 Datum: xx-xx-20xx NB: Dit is een voorbeeld van een referentiedocument behorend bij een monitoringsplan. Dit voorbeeld hoort bij het voorbeeld-mp

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2018 C(2018) 915 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.2.2018 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad met

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2018 C(2018) 1866 final ANNEES 1 to 3 BIJLAGEN bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE tot vaststelling van de praktische regelingen voor het proces voor de afgifte

Nadere informatie

Aankondiging voor gunning van een openbaredienstcontract 1

Aankondiging voor gunning van een openbaredienstcontract 1 Publicatie van het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie 2, rue Mercier, 2985 Luxembourg, Luxemburg ojs@publications.europa.eu Info & on-lineformulieren: http://simap.europa.eu Aankondiging

Nadere informatie

Privacy Verklaring Definities Toegang tot Innerview

Privacy Verklaring Definities Toegang tot Innerview Privacy Verklaring Dit is de Privacy Verklaring van Pearson Assessment and Information B.V. (hierna te noemen: Pearson of wij ) te Amsterdam (Postbus 78, 1000 AB). In deze verklaring wordt uiteengezet

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 4.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 98/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 293/2012 VAN DE COMMISSIE van 3 april 2012 inzake de monitoring en rapportering

Nadere informatie

- Administratieve bijlage - NL-Petten: de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten voor JRC-IET (locatie te Petten)

- Administratieve bijlage - NL-Petten: de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten voor JRC-IET (locatie te Petten) Ref. Ares(2014)1829175-04/06/2014 - Administratieve bijlage - NL-Petten: de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten voor JRC-IET (locatie te Petten) Aankondiging van een opdracht: 2014/S 105-184206

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.2.2017 COM(2016) 864 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij het Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels voor de interne

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/333. Amendement. Marco Zullo, Eleonora Evi, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0048/333. Amendement. Marco Zullo, Eleonora Evi, Rolandas Paksas namens de EFDD-Fractie 29.3.2017 A8-0048/333 333 Marco Zullo, Eleonora Evi, Rolandas Paksas Overweging 20 bis (nieuw) (20 bis) Om te waarborgen dat alle gegevens die afkomstig zijn van de typegoedkeuringstests op nationaal niveau

Nadere informatie

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de

L181) en van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 466 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 600/2012

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie