Leidraad Toewijzing Emissierechten Nieuwkomers en veranderingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leidraad Toewijzing Emissierechten Nieuwkomers en veranderingen"

Transcriptie

1 Leidraad Toewijzing Emissierechten Nieuwkomers en veranderingen

2 Inhoudsopgave 1 1 Inleiding Achtergrond Functie van deze leidraad Eisen aan meldingen / aanvragen Leeswijzer 3 Disclaimer 3 DEEL I: Beslisboom voor inrichtingen 4 2 Beslisboom 4 3 Toelichting beslisboom 5 DEEL II: Voorbeelden 17 4 Voorbeelden Aanzienlijke capaciteitsverminderingen Inkoppeling non-ets warmte Uitkoppeling van non-ets warmte Verbetering energie-efficiëntie Restwarmtebenutting t.b.v. een nieuwe warmtebenchmark subinstallatie Restwarmtebenutting t.b.v. warmte-export naar ETS Restwarmtebenutting t.b.v. warmte-export naar niet-ets Restwarmtebenutting binnen dezelfde inrichting of broeikasgasinstallatie Combinatie aanzienlijke capaciteitsvermindering en gedeeltelijke stopzetting Aanzienlijke capaciteitsvermindering gevolgd door gedeeltelijke stopzetting Gedeeltelijke stopzetting gevolgd door aanzienlijke capaciteitsvermindering 23 Bijlage 5 Handvatten bepalen RCUF Inleiding Bij een aanvraag van nieuwkomersrechten Bij een melding van een capaciteitsuitbreiding van een bestaande subinstallatie Bij een melding van een capaciteitsvermindering 28

3 2 1. Inleiding 1.1 Achtergrond Binnen het Europese systeem voor CO 2 -emissiehandel (EU-ETS) gaat op 1 januari 2013 een nieuwe handelsfase in die loopt tot en met In deze derde handelsfase zijn gratis emissierechten toegewezen aan daarvoor in aanmerking komende ETS-inrichtingen op basis van benchmarks en historische activiteitenniveaus. De hoeveelheid kosteloze toewijzing per inrichting is bekend gemaakt in het Nationaal Toewijzingsbesluit. Veranderingen in uw inrichting of in het activiteitenniveau kunnen echter gevolgen hebben voor het aantal gratis emissierechten waar u recht op heeft. Deze leidraad voorziet in een praktische handleiding voor inrichtingen die te maken krijgen met wijzigingen of rechten willen aanvragen voor een nieuwe inrichting. 1.2 Functie van deze leidraad Belangrijkste doelstelling van de leidraad is om uit te leggen welke situaties aanleiding kunnen geven tot een aanpassing van de toegewezen hoeveelheid rechten. De leidraad doet dit door middel van een beslisboom, een uitgebreide toelichting op de beslisboom en voorbeelden die de principes van de toewijzingsregels illustreren. Voor details rondom de rekenregels en formules wordt steeds doorverwezen naar de Engelstalige Guidance Documenten zoals gepubliceerd door de Europese Commissie. Deze documenten vindt u op de website van de NEa. Guidance document 7 behandelt specifiek nieuwkomers en sluitingen. In de derde handelsperiode kan de toegewezen hoeveelheid gratis emissierechten zowel naar beneden als naar boven worden aangepast. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de mogelijke veranderingen die kunnen optreden en de mogelijke bijbehorende acties. Details hierover vindt u in de leidraad en bijhorende toelichting. Verandering Daling van het activiteitenniveau van een subinstallatie met meer dan 50% op jaarbasis ten opzichte van het initiële activiteitenniveau. Fysieke aanpassing van de inrichting, waardoor de capaciteit mogelijk afneemt Fysieke aanpassing van de inrichting, waardoor de nieuwe capaciteit met meer dan 10% afneemt ten opzichte van de initiële capaciteit. Stopzetting van de gehele inrichting. Stijging van het activiteitenniveau op jaarbasis nadat een eerdere daling heeft geleid tot aanpassing van de toewijzing. Fysieke aanpassing van de inrichting, waardoor de nieuwe capaciteit met meer dan 10% toeneemt ten opzichte van de initiële capaciteit. Het starten van een geheel nieuwe inrichting. Mogelijke actie Melden aan de NEa Aanvraag voor (extra) toewijzing emissierechten indienen 1.3 Eisen aan meldingen / aanvragen Alle meldingen en aanvragen moeten worden ingediend met een electronisch aanvraag/meldingsformulier. Dit is voor alle meldingen en aanvragen hetzelfde formulier, behalve voor het tussentijds melden van een fysieke aanpassing waardoor de capaciteit mogelijk afneemt. Hiervoor moet u een ander formulier gebruiken. Elke melding en aanvraag dient vergezeld te gaan van een verificatieverklaring van een hiervoor geaccrediteerde verificateur. Dit geldt niet voor een tussentijdse melding van een fysieke verandering en voor een melding van volledige stopzetting. De aanpassing van de toewijzing van gratis rechten zal altijd geruime tijd ná de verandering in uw inrichting plaatsvinden. U kunt het formulier namelijk pas invullen als u over de benodigde gegevens beschikt, dit is altijd enige tijd ná de verandering in uw inrichting. Het kan zijn dat voorafgaand aan de aanpassing van de toewijzing de verlening van emissierechten tijdelijk wordt opgeschort op basis van een melding.

4 3 In de volgende gevallen bent u verplicht om een toelichting bij uw aanvraag of melding te voegen, het methodologieverslag: Aanvraag voor (extra) toewijzing van emissierechten Melding aanzienlijke capaciteitsvermindering In het methodologieverslag geeft u achtergrondinformatie en een toelichting op de gegevens in het aanvraag/meldingsformulier. Er is een verplicht format voor het methodologieverslag. 1.4 Leeswijzer Deze leidraad bestaat uit de volgende onderdelen: DEEL I: Beslisboom voor inrichtingen Beslisboom: hiermee kan stap voor stap worden bepaald of u een aanvraag kunt indienen voor nieuwkomersrechten of verplicht bent een melding te verrichten. Uitgebreide toelichting van de beslisboom per onderdeel. Als u deel I heeft doorlopen, weet u welke aanvraag of melding u moet verrichten. Het elektronische aanvraag-/meldingsformulier geeft verdere uitleg over de informatie die u moet aanleveren. Nadat u dit formulier geheel heeft ingevuld wordt een indicatieve berekening uitgevoerd van de aanpassing in de toewijzing, en het aantal emissierechten dat op grond van die informatie wordt toegewezen. DEEL II: Voorbeelden In deel II is een aantal voorbeelden op hoofdlijnen verder uitgewerkt. U kunt zien hoe de toewijzingsregels uitpakken in deze situaties, welke melding of aanvraag verricht moet worden en hoe de toewijzing herzien wordt. Bijlage: Handvatten bepalen RCUF In deze bijlage vindt u praktische handvatten voor het bepalen en onderbouwen van een relevante capaciteitsbenuttingsfactor. Disclaimer Deze Leidraad is geen juridisch bindend document. De Europese uitvoeringsmaatregelen voor de toewijzing (CIMs) zijn altijd leidend. Aan de Leidraad kunnen geen rechten worden ontleend.

5 4 Deel I: 2. Beslisboom voor inrichtingen

6 5 3. Toelichting beslisboom De leidraad geeft met behulp van een beslisboom aan welke situatie in uw geval van toepassing is. Per situatie gelden specifieke regels voor de wijze waarop gegevens moeten worden aangeleverd en om welke gegevens het gaat. Opmerkingen: 1. Wanneer u met behulp van de beslisboom hebt vastgesteld dat u een melding moet doen voor de situatie in één van de subinstallaties van uw inrichting, dient u de beslisboom opnieuw te doorlopen voor de andere subinstallaties in uw inrichting. Aan de hand van de beslisboom kunt u per subinstallatie toetsen of er zaken gemeld moeten worden bij de NEa. 2. In dit document wordt het begrip inrichting gebruikt. Met uitzondering van die bedrijven die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid tot opdelen van de inrichting, is een inrichting hetzelfde als een installatie. Opgedeelde inrichtingen bestaan uit meerdere broeikasgasinstallaties. 3. De nummering van de diverse velden in de beslisboom correspondeert met de nummering van de tekst in dit hoofdstuk. U kunt per genummerd veld in de beslisboom aanvullende informatie vinden in dit hoofdstuk. START: Uw inrichting is opgenomen in bijlage 1 van het nationaal toewijzingsbesluit of heeft emissierechten toegewezen gekregen als nieuwkomer. Als uw inrichting is opgenomen in het nationaal toewijzingsbesluit voor fase III van het ETS of als uw inrichting na 1 januari 2013 al rechten toegewezen heeft gekregen als nieuwkomer beantwoordt u deze vraag met Ja. U bent dan geen nieuwkomer in het ETS. 1 Begrippen Omschrijving Bron Nationaal toewijzingsbesluit (NTB) 1 Het NTB stelt vast hoeveel emissierechten kosteloos worden toegewezen aan de inrichtingen die in de periode deelnemen aan CO 2 - emissiehandel. NEa website 1 Stap 1. U bent een nieuwkomer in het ETS Beantwoord deze vraag met ja als: U een geheel nieuwe inrichting in bedrijf heeft genomen na 30 juni 2011, waarbinnen één of meer activiteiten plaatsvinden die onder de reikwijdte van emissiehandel vallen, OF; U uw inrichting na 30 juni 2011 heeft gewijzigd, waardoor er na de wijzigingen één of meer activiteiten plaatsvinden die onder de reikwijdte van emissiehandel vallen (bijvoorbeeld omdat door de wijzigingen de aan de activiteit gestelde ondergrens wordt overschreden of een gesloten inrichting weer wordt opgestart), EN; De inrichting een broeikasgasemissievergunning heeft verkregen, of verkrijgt per 1 januari Begrippen Omschrijving Bron Reikwijdte emissiehandel Nieuwkomer Specifieke activiteiten en broeikasgassen die vanaf 1 januari 2013 onder emissiehandel vallen. Een lijst met deze informatie is als Annex I onderdeel van de herziene ETS richtlijn. U kunt ook de Beslisboom deelname CO op de website van de NEa raadplegen om te controleren of uw inrichting aan emissiehandel moet deelnemen. Bij vragen over de deelnamecriteria kunt u contact opnemen met de Helpdesk NEa. Een inrichting die een broeikasgasemissievergunning heeft gekregen na 30 juni 2011, omdat deze: Voor het eerst ETS-plichtig is na 30 juni 2011; Opnieuw gaat deelnemen aan het ETS (met een nieuwe emissievergunning) na 30 juni 2011, nadat deze volledig was gesloten volgens de daarvoor geldende definities. Annex I van de herziene ETS richtlijn (2003/87/EC) Artikel 3(h) van de herziene ETS richtlijn (2003/87/EC) 1

7 6 Een ziekenhuis gebruikt een ketelhuis met een totaal thermisch vermogen van 17 MW voor de productie van meetbare warmte. In november 2012 wordt een extra boiler in gebruik genomen, met een thermisch vermogen van 5 MW. Omdat het totaal opgesteld thermisch vermogen na ingebruikname van de nieuwe boiler hoger is dan 20 MW, wordt het ziekenhuis vanaf november 2012 voor het eerst ETS-plichtig. Het ziekenhuis is daarom een nieuwkomer in het ETS. Een fabriek produceert op één productielocatie jaarlijks 700 ton papier. In maart 2014 wordt een nieuwe productiehal gebouwd op dezelfde locatie, waardoor de gemiddelde jaarproductie zal stijgen naar ton papier. De nieuwe productiehal wordt opgenomen in dezelfde milieuvergunning als de bestaande faciliteiten en valt ook onder dezelfde ETS-vergunning. De nieuwe hal is volgens de definitie geen nieuwkomer in het ETS. Het betreft hier een uitbreiding. 2 2 Stap 2. Bepaal de startdatum, aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit, capaciteitsbenuttingsfactor en de historische emissies vóór de startdatum2 Voor nieuwkomers wordt de toe te wijzen hoeveelheid emissierechten berekend op basis van de geïnstalleerde capaciteit. Om deze te kunnen bepalen moet er sprake zijn van een normale werking van de inrichting. U dient hiervoor vast te stellen op welke datum er voor het eerst sprake was van normale werking; dit is de startdatum van uw inrichting. Daarnaast ontvangt u rechten voor de emissies die vóór de startdatum zijn geëmitteerd (bijvoorbeeld tijdens de commissioning). Om de totale toewijzing uit te kunnen rekenen dient u dus de startdatum, aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit, capaciteitsbenuttingsfactor en de historische emissies voorafgaand aan de startdatum te bepalen. Door het invullen van het elektronische aanvraagformulier, worden de startdatum en aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit automatisch berekend op basis van de gevraagde productiedata. U kunt deze ook handmatig uitrekenen. De toelichting hiervoor vindt u in Guidance Document 7. Begrippen Omschrijving Bron Startdatum (Voluit: Aanvangsdatum normale inwerkingtreding) De eerste dag, van de eerste aaneensluitende periode van 90 dagen, waarin het activiteitenniveau van de eerste subinstallatie in de desbetreffende inrichting ten minste 40% van de ontwerpcapaciteit bereikt. Guidance Document 7 Subinstallatie Activiteitenniveau Ontwerpcapaciteit Aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit Een onderdeel van de inrichting waarop één specifieke toewijzingsmethodiek van toepassing is. Een subinstallatie is niet noodzakelijk gebonden aan fysieke eenheden. Er zijn verschillende soorten subinstallaties. Zie Guidance Document 2 voor meer informatie over dit onderwerp. Het activiteitenniveau is bijvoorbeeld de jaarlijkse productie, warmteconsumptie of brandstofconsumptie en wordt bepaald door de aanvankelijke geïnstalleerde capaciteit van de subinstallatie te vermenigvuldigen met de capaciteitsbenuttingsfactor die van toepassing is. De capaciteit van de subinstallatie zoals bepaald wordt aan de hand van (gegarandeerde) waarden verstrekt door de leverancier. Mogelijke bronnen zijn: Projectdocumentatie, datasheets en gegarandeerde prestatiewaarden. De initiële capaciteit van de subinstallatie, berekend als het gemiddelde van de twee hoogste activiteitenniveaus van a) twee kalendermaanden, of b) twee niet overlappende periodes van 30 aaneengesloten dagen, met de hoogste activiteitenniveaus, beide in de eerste aaneensluitende periode van 90 dagen na de startdatum. De Europese uitvoeringsmaatregelen voor de toewijzing (CIMs), Guidance Document 2, hoofdstuk 2 CIMs, art. 18(1) & Guidance Document 7 Guidance Document 7 Guidance Document 7 (sectie 3.2.2) 2 Wanneer bij een uitbreiding in zowel de bestaande als de nieuwe technische eenheden een activiteit uitgevoerd wordt die zelfstandig onder de reikwijdte van emissiehandel valt, is het (onder voorwaarden) mogelijk de uitbreiding te zien als een nieuwe broeikasinstallatie die niet als een uitbreiding maar als nieuwkomer wordt behandeld. In dat geval omvat de ETS inrichting twee of meer broeikasgasinstallaties, met elk een eigen ETS vergunning.

8 7 Capaciteitsbenuttingsfactor Historische emissies voor de startdatum De capaciteitsbenuttingsfactor kan gezien worden als een bezettingsgraad. Er zijn twee verschillende typen capaciteitsbenuttingsfactoren. 1. De standaard capaciteitsbenuttingsfactor (SCUF) is toepasbaar op productbenchmark subinstallaties. De SCUF wordt per productbenchmark vastgesteld door de Europese Commissie. 2. De relevante capaciteitsbenuttingsfactor (RCUF) is van toepassing op alle andere subinstallaties. De RCUF wordt per geval door de NEa bepaald op basis van door u aangeleverde informatie. Meer informatie over het bepalen van de RCUF vindt u in de bijlage van deze leidraad. De emissies die zijn opgetreden voordat de inrichting normaal in werking treedt volgens de bovenstaande definitie, bijvoorbeeld tijdens de opstartfase. Voor deze emissies worden rechten toegekend op basis van de onafhankelijk geverifieerde historische emissies. Ook hiervoor geldt dat u de benodigde gegevens dient in te vullen in het elektronische aanvraagformulier. CIMs, art. 18(2), Guidance Document 7 (sectie 3.2.2) & Guidance Document 2 (sectie 6.3) Guidance Document 7 De aaneengesloten periode van 90 dagen moet worden gezien als een periode van 90 achtereenvolgende dagen waarin de subinstallatie elke dag in werking is. In het geval dat in de gebruikelijke productiecyclus van de sector geen aaneengesloten periode van 90 dagen wordt voorzien, worden de sectorspecifieke productiecycli opgeteld tot een periode van 90 dagen. Een inrichting produceert in batches. Het verwerken van een batch duurt twee dagen. Na elke batch wordt het proces stopgezet voor schoonmaak. In dit geval bestaat een periode van 90 dagen uit 45 cycli van twee dagen. Een inrichting is normaal gesproken slechts de helft van het jaar in werking. In dit geval kan de periode van 90 dagen een aaneengesloten periode binnen dat halfjaar zijn of bestaan uit twee delen gescheiden door een half jaar van inactiviteit. Een inrichting is normaal slechts vijf dagen per week in werking. In dit geval bestaat een periode van 90 dagen uit 18 cycli van vijf dagen. De aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit wordt berekend met het gemiddelde van de twee hoogste activiteitenniveaus van twee kalendermaanden, of twee periodes van 30 aaneengesloten dagen met de hoogste activiteitenniveaus, beide in de eerste aaneensluitende periode van 90 dagen na de startdatum. Als de periode van 90 dagen bestaat uit afzonderlijke cycli moeten bij het bepalen van de aanvankelijke geïnstalleerde capaciteit ook de dagen zonder productie worden meegenomen. Een inrichting is normaal drie dagen per week in werking. In dit geval bestaat een periode van 90 dagen uit 30 cycli van drie dagen. Als de startdatum is vastgesteld op 15 juli 2014 dan loopt de aaneengesloten periode van 90 dagen dus in de periode van 15 juli 2014 tot 10 februari 2015 (30 weken). De initiële capaciteit wordt bepaald op basis van twee kalendermaanden in deze periode, of op basis van twee periodes van 30 dagen in deze periode LET OP: Mogelijk hebt u in uw nieuwe ETS-inrichting te maken met meer dan één nieuwe subinstallatie. Het bepalen van de startdatum gebeurt echter op basis van die subinstallatie waarvan als eerste een startdatum bepaald kan worden. De overige subinstallaties worden gezien als een uitbreiding. Er zijn in dergelijke gevallen twee mogelijkheden: Voor subinstallaties die gelijktijdig met (of direct na) de eerste subinstallatie starten, kan de aanvraag voor deze subinstallaties direct meegenomen worden in de eerste aanvraag voor nieuwkomersrechten. Subinstallaties die later starten kunnen worden gezien als een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding. U dient daarvoor opnieuw de beslisboom te doorlopen. Zie de beslisboom vanaf punt (7) voor de vervolgstappen in deze situatie.

9 8 3 Actie 3. U bent nieuwkomer en kunt een aanvraag voor nieuwkomersrechten indienen. Dit is pas mogelijk nadat de inrichting gestart is, en de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit is bepaald. Voor het bepalen van de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit is het nodig dat de inrichting minimaal drie maanden na de startdatum heeft gewerkt. De aanvraag moet uiterlijk één jaar na de startdatum ingediend zijn. 4 Stap 4. Uw inrichting is stopgezet Een inrichting die vanwege technische of juridische redenen niet meer in werking is als ETS-inrichting, en tevens niet in staat is binnen zes maanden in werking te treden, wordt beschouwd als buiten bedrijf gesteld (stopgezet). Beantwoord deze vraag met ja als uw inrichting aan de voorwaarden voor een stopzetting voldoet. Begrippen Omschrijving Bron Stopzetting Een inrichting wordt geacht haar activiteiten te hebben stopgezet als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: CIMs, Art. 22(1) 1. De geldigheidsduur van de broeikasgasemissie-vergunning, de overeenkomstig Richtlijn 2008/1/EG verleende vergunning of een andere relevante milieuvergunning is verlopen of ingetrokken. 2. De werking van de inrichting is technisch onmogelijk. 3. De inrichting is niet in bedrijf, maar was dit wel in het verleden, en het is technisch onmogelijk om ze opnieuw op te starten. 4. De inrichting is niet in bedrijf maar was dit wel in het verleden, en de exploitant kan niet aantonen dat de inrichting binnen zes maanden na de stopzetting van de activiteiten zal worden heropgestart (met uitzondering van inrichtingen die in reserve of stand-by worden gehouden en inrichtingen die opereren volgens een seizoensschema). De laatste voorwaarde uit bovenstaande omschrijving is niet van toepassing op inrichtingen die in reserve of stand-by worden gehouden en inrichtingen die opereren volgens een seizoensschema. Dergelijke inrichtingen worden niet beschouwd als gesloten wanneer: 1. De exploitant beschikt over een broeikasgasemissievergunning en alle andere relevante vergunningen, EN; 2. Het technisch mogelijk is de activiteiten op te starten zonder materiële veranderingen aan te brengen aan de inrichting, EN; 3. Regelmatig onderhoud wordt uitgevoerd. Een bedrijf maakt in zes verschillende vestigingen gevelbakstenen. Het bedrijf heeft per inrichting rechten toegewezen gekregen op basis van de historische productie van gevelstenen. Omdat de vraag naar gevelstenen is gedaald, sluit het bedrijf in augustus 2013 één van de zes locaties. Of de gesloten inrichting weer geopend wordt, is afhankelijk van de marktontwikkelingen. Daarom kan de inrichting niet aantonen dat deze binnen zes maanden weer in gebruik zal zijn. Er is dus sprake van een stopzetting. 5 Actie 5. Uw inrichting is stopgezet. U dient dit binnen zes weken na de stopzetting gemeld te hebben bij de NEa, of voor 20 januari van het volgende kalenderjaar als de stopzetting in december plaatsvindt. De hoeveelheid gratis emissierechten die toegewezen zijn aan een stopgezette inrichting wordt met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar op nul gesteld. 6 Stap 6. U hebt een fysieke verandering doorgevoerd Wanneer u zaken fysiek wijzigt in uw inrichting, dient u per verandering en per subinstallatie te toetsen of dit binnen het ETS gezien moet worden als een fysieke verandering. Beantwoord deze vraag met ja indien u te maken heeft met een fysieke verandering zoals bedoeld binnen het ETS. Voor een fysieke verandering dient u aansluitend te bepalen of deze tot een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding of vermindering leidt. Wanneer uw wijziging niet gezien wordt als een fysieke verandering, is er per definitie ook geen sprake van een toename of afname van de capaciteit van uw subsinstallatie(s). Het begrip fysieke verandering is toegelicht in onderstaande tabel.

10 9 Begrippen Omschrijving Bron Fysieke verandering Een verandering aan de inrichting die aan alle volgende voorwaarden voldoet: 1. Er is sprake van een verandering van fysieke aard aan de technische configuratie en werking. Uitsluitend organisatorische en operationele wijzigingen (bijv. hogere procestemperatuur, hogere bezettingsgraad) voldoen niet aan deze voorwaarde. 2. De impact van de fysieke verandering heeft een duidelijke, causale relatie met de capaciteitsverandering van een subinstallatie. 3. Het simpelweg vervangen van een bestaande productielijn of het vervangen van onderdelen kan niet gezien worden als een fysieke verandering, wanneer de capaciteit niet aangepast wordt. Guidance Document 7 Omdat in bepaalde gevallen onduidelijkheid kan ontstaan over de aard van een verandering, is bovenstaande omschrijving op een aantal voorbeelden toegepast. Situatie VOOR Een inrichting valt geheel onder de warmtebenchmark subinstallatie. De inrichting wil producten met een andere kwaliteit gaan maken, waardoor de warmtevraag toeneemt. Dit kan leiden tot de onderstaande scenario s. Scenario (1) De hogere warmtevraag wordt ingevuld door de overcapaciteit van de bestaande boiler te benutten. De producten worden gemaakt met bestaande warmteconsumerende eenheden, die niet fysiek zijn gewijzigd. Resultaat: Geen fysieke verandering Scenario (2) De hogere warmtevraag wordt ingevuld door het bijplaatsen van een boiler, maar er vinden geen fysieke veranderingen plaats in de warmteconsumerende eenheden. Resultaat: Fysieke verandering Scenario (3) De hogere warmtevraag wordt geleverd door de overcapaciteit van de bestaande boiler te benutten, maar de warmteconsumerende eenheden worden fysiek aangepast, bijvoorbeeld door het bijplaatsen van een extra warmtewisselaar. Resultaat: Fysieke verandering

11 10 7 Stap 7. Als gevolg van de fysieke verandering kan het activiteitenniveau van de subinstallatie stijgen of dalen ten opzichte van het activiteitenniveau waarop de huidige toewijzing gebaseerd is. U heeft te maken met een fysieke verandering. Daarom dient u voor alle subinstallaties te bepalen of het activiteitenniveau als gevolg van deze fysieke verandering hoger of lager is geworden dan het initiële activiteitenniveau van de subinstallaties. Beantwoord deze vraag met ja als hier sprake van is. Indien de betreffende subinstallatie voor het eerst ontstaat als gevolg van een fysieke verandering, is er altijd sprake van een stijgend activiteitenniveau. Het antwoord op de vraag is ook voor deze gevallen ja. LET OP: Het gaat hier om een wijziging in het activiteitenniveau, per gehele subinstallatie. Het activiteitenniveau wordt uitgedrukt in de eenheid van de betreffende subinstallatie, bijvoorbeeld: Terajoules netto warmteconsumptie in het geval van een warmtebenchmark subinstallatie; Tonnen productiehoeveelheden (ton/jaar) bij een productbenchmark subinstallatie. Op een chemische site wordt jaarlijks 500 TJ warmte geëxporteerd naar een nabijgelegen ETS warmteconsument. Hiervoor krijgt de chemische site geen rechten toegewezen, want deze gaan naar de ETS warmteconsument. De chemische site verhoogt haar jaarlijkse warmteproductie met 200 TJ door een extra boiler te installeren (dit is een fysieke verandering), maar exporteert al deze warmte naar de externe warmteconsument; er wordt nu 700 TJ per jaar geëxporteerd. De ingreep heeft geen gevolgen voor het activiteitenniveau van de chemische site. Of de warmteconsument extra rechten ontvangt is afhankelijk van het feit of er binnen de consumerende installatie fysieke veranderingen plaatsvinden, die leiden tot een aanzienlijke stijging van het activiteitenniveau. Wanneer de chemische site uit het vorige voorbeeld warmte exporteert naar een non-ets warmteconsument (zoals een woonwijk met warmtenet) verandert de situatie. De geëxporteerde warmte valt binnen een warmtebenchmark subinstallatie van de chemische site. Door de ingreep stijgt het activiteitenniveau van deze subinstallatie met 200 TJ. 8 Stap 8. Beide routes toetsen Als door een fysieke verandering het activiteitenniveau van de ene subinstallatie stijgt, kan het activiteitenniveau in een andere subinstallatie dalen. Daarom dient u het activiteitenniveau voor iedere subinstallatie waar de fysieke verandering een causale relatie mee heeft te onderzoeken, en moeten beide takken van de beslisboom doorlopen worden. Daarnaast kan er na fysieke veranderingen in de ene subinstallatie sprake zijn van gedeeltelijke stopzetting in een andere subinstallatie (zie stap 16). 9 Stap 9. De fysieke verandering is uitsluitend gericht op verbetering van de energie-efficiëntie en/of end-of-pipe reductie van procesemissies Een capaciteitsvermindering kan veroorzaakt worden door een fysieke verandering die uitsluitend is gericht op energiebesparing van een subinstallatie of het reduceren van procesemissies van procesemissie subinstallaties. Om dergelijke maatregelen extra te stimuleren, geldt dat een eventuele capaciteitsvermindering niet hoeft te worden aangemerkt als aanzienlijke capaciteitsvermindering. Hierdoor wordt het aantal toegekende emissierechten nooit verminderd als gevolg van uitsluitend energiebesparingsmaatregelen of het reduceren van procesemissies. Beantwoord deze vraag met ja als u een fysieke verandering heeft doorgevoerd die uitsluitend gericht is op een verbetering van de energie-efficiëntie en/of een end-of-pipe reductie van procesemissies. LET OP: Melding van dergelijke maatregelen is volgens de Nederlandse wet niet verplicht. U dient zich er echter van bewust te zijn dat de vraag of een maatregel uitsluitend is gericht op het verbeteren van energie-efficiëntie voor discussie vatbaar kan zijn. In het kader van de toezichthoudende activiteiten van de NEa zal hierop controle worden uitgeoefend. Indien geconstateerd wordt dat een maatregel niet uitsluitend dient ter verbetering van de energie-efficiëntie zal handhavend worden opgetreden. U bent als operator te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het tijdig melden van capaciteitsverminderingen die niet gezien kunnen worden als efficiëntieverbetering maar wel aanzienlijk zijn. Indien u twijfelt over een specifieke maatregel kunt u deze altijd ter beoordeling voorleggen aan de NEa.

12 11 Binnen een melkpoederfabriek met een warmtebenchmark subinstallatie wordt melkpoeder gemaakt. Er wordt een project gedaan om de warmte-efficiëntie van de productie van melkpoeder te verbeteren. Er worden daarvoor fysieke maatregelen genomen in de warmteconsumerende eenheid. In onderstaande figuur wordt de situatie voor en na het project weergegeven. Figuur 1: Efficiëntieverbetering in een warmtebenchmark subinstallatie voor (1) en na (2) In situatie (1) wordt jaarlijks 100 TJ warmte ingevoerd vanuit een ketelhuis, terwijl 10 TJ in de vorm van condensaat retour gaat. De aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit en het activiteitenniveau in de warmtebenchmark subinstallatie is 90 TJ per jaar. Door het plaatsen van een extra warmtewisselaar (fysieke verandering) wordt 20 TJ warmte uit het proces teruggewonnen, terwijl de productie van melkpoeder gelijk blijft. Het gevolg is dat in situatie (2) nog maar 80 TJ warmte aan de warmteconsumerendeeenheid gevoed wordt. Het netto warmteverbruik in de warmtebenchmark subinstallatie daalt naar 70 TJ per jaar. Doordat de productie van melkpoeder gelijk blijft is het warmteverbruik per ton melkpoeder gedaald. Omdat de warmtevraag met 20 TJ gedaald is zou er, gezien de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit van 90 TJ per jaar, in principe sprake zijn van een aanzienlijke capaciteitsvermindering; deze daling is immers groter dan 10%. Dit is echter niet het geval. Omdat de fysieke verandering uitsluitend is gericht op het verbeteren van de energie-efficiëntie van de subinstallatie (minder warmteconsumptie per eenheid product) kan er geen sprake zijn van een significante capaciteitsvermindering. Het activiteitenniveau blijft 90TJ. In dit voorbeeld blijft de hoeveelheid toegekende emissierechten gelijk. 10 Stap 10. U kunt de startdatum, aanvankelijke capaciteit, de nieuwe capaciteit, en de capaciteitsbenuttingsfactor vaststellen en de aanzienlijke capaciteitsvermindering melden voor 20 januari in het volgend kalenderjaar Beantwoord deze vraag met ja als u voor 20 januari van het kalenderjaar volgend op het jaar van de fysieke verandering de melding van de aanzienlijke capaciteitsvermindering kunt indienen, In sommige gevallen is dit niet mogelijk omdat u niet alle benodigde gegevens op tijd kunt verzamelen. In dat geval moet u tussentijds de fysieke verandering melden, zie actie 11. Bovendien moet u aan het eind van ieder kalenderjaar nagaan of het activiteitenniveau van de subinstallatie is gedaald met meer dan 50%, zie stap Actie 11. U heeft een fysieke verandering doorgevoerd, maar kunt de resulterende aanzienlijke capaciteitsvermindering niet melden vóór 20 januari van het opvolgend jaar. U dient de fysieke verandering voor 20 januari van het volgende kalenderjaar gemeld te hebben bij de NEa. Deze melding kan niet leiden tot een aanpassing van de toewijzing. Het is wel mogelijk dat de verlening van rechten tijdelijk wordt opgeschort. 12 Stap 12. Bepaal de startdatum, aanvankelijk geïnstalleerde en nieuwe capaciteit, en de capaciteitsbenuttingsfactor U heeft te maken met een gedaald of gestegen activiteitenniveau in een subinstallatie, ten gevolge van een fysieke verandering. Om te bepalen of deze verandering reden is de toewijzing van emissierechten aan te passen, dient u te bepalen of de verandering van het activiteitenniveau groot genoeg is. Om vast te stellen of er sprake is van een aanzienlijke capaciteitsverandering dient u de startdatum, de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit en de nieuwe capaciteit van de gewijzigde subinstallatie te bepalen.

13 12 Begrippen Omschrijving Bron Startdatum (Voluit: Aanvangsdatum normale inwerkingtreding) Toegevoegde/ resterende ontwerpcapaciteit Aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit Nieuwe capaciteit Capaciteitsbenuttingsfactor De eerste dag, van de eerste aaneensluitende periode van 90 dagen, waarin het activiteitenniveau van de betreffende subinstallatie ten minste 40% van de toegevoegde/resterende ontwerpcapaciteit bereikt. De toegevoegde/resterende capaciteit van de subinstallatie, zoals bepaald wordt aan de hand van (gegarandeerde) productiewaarden (bijv. verstrekt door de leverancier). Mogelijke bronnen zijn: Projectdocumentatie, datasheets en gegarandeerde prestatiewaarden. De initiële capaciteit van de subinstallatie, berekend als het gemiddelde van de twee hoogste maandelijkse activiteitenniveaus in de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december Indien de inrichting tot 30 juni 2011 minder dan twee kalenderjaren in werking is, moet de initiële capaciteit uit de aanvraag voor emissierechten voor bestaande deelnemers worden gebruikt. Indien al eerder een aanzienlijke capaciteitsverandering heeft plaatsgevonden, dient u de nieuwe capaciteit van de vorige capaciteitsverandering te gebruiken als initiële capaciteit. De capaciteit van de subinstallatie, berekend als het gemiddelde van de twee hoogste maandelijkse activiteitenniveaus in de eerste zes kalendermaanden na de startdatum. De capaciteitsbenuttingsfactor kan gezien worden als een bezettingsgraad. Er zijn twee verschillende typen capaciteitsbenuttingsfactoren. 1. De standaard capaciteitsbenuttingsfactor (SCUF) is toepasbaar op productbenchmark subinstallaties. De SCUF wordt op Europees niveau bepaald door de Europese Commissie. 2. De relevante capaciteitsbenuttingsfactor (RCUF) is van toepassing op alle andere subinstallaties. De RCUF wordt per geval door de NEa bepaald op basis van door u aangeleverde informatie. Meer informatie over het bepalen van de RCUF vindt u in de bijlage van deze leidraad. Guidance Document 7 Guidance Document 7 Guidance Document 7 Guidance Document 7 CIMs, art. 18(2), Guidance Document 7 (sectie 3.2) & Guidance Document 2 (sectie 6.3) Door het invullen van het elektronische aanvraagformulier, worden de startdatum, de nieuwe capaciteit en de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit automatisch berekend op basis van de gevraagde activiteitenniveaus. U kunt deze eventueel ook handmatig uitrekenen.de uitleg hierover vindt u in Guidance Document 7. LET OP: Er is in principe geen tijdslimiet voor de periode tussen de daadwerkelijke fysieke ingreep en de berekende startdatum. Als de genoemde 40% van de (nieuw geïnstalleerde) capaciteit een lange periode niet gehaald wordt, kan zich op een later moment alsnog een startdatum voordoen. Zolang er geen startdatum bepaald kan worden, kan er ook geen sprake zijn van een aanzienlijke capaciteitsverandering. U kunt in dergelijke gevallen pas nadat er een startdatum is geweest de nieuwe capaciteit bepalen en een eventuele aanvraag voor extra emissierechten indienen. 13 Stap 13. De capaciteitsuitbreiding of vermindering is aanzienlijk, want Gelijk aan of groter dan 10% van de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit, OF Meer dan extra/minder emissierechten ÉN een verandering van 5% van het totale aantal emissierechten van deze subinstallatie. Beantwoord deze vraag met ja als wordt voldaan aan tenminste één van de twee genoemde criteria in de beslisboom; het 10%-criterium of de regel. Alleen bij aanzienlijke capaciteitsveranderingen heeft de fysieke verandering gevolgen voor de toegekende emissierechten.

14 13 Begrippen Omschrijving Bron Aanzienlijke capaciteitsuitbreiding of capaciteitsvermindering Een capaciteitsverandering is aanzienlijk wanneer aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: De nieuwe capaciteit is minimaal 10% groter of kleiner dan de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit, OF; De capaciteitsverandering resulteert in een wijziging van meer dan toegekende emissierechten, EN deze wijziging heeft een impact van meer dan 5% van het totale aantal emissierechten van deze subinstallatie. Guidance Document 7 In vrijwel alle gevallen is het eerste criterium van belang. Alleen zeer grote inrichtingen kunnen eventueel voldoen aan het tweede criterium. Indien de gegevens in de vorige stap van de beslisboom goed zijn ingevuld in het aanvraagformulier, bepaalt deze automatisch of de verandering aanzienlijk is. Aanzienlijke verminderingen moeten verplicht worden gemeld. Het doen van een aanvraag in het geval van een uitbreiding is optioneel. LET OP: Een fysieke uitbreiding van de ontwerpcapaciteit kan onmiddellijk gevolgd worden door relatief lage activiteitenniveaus in de betreffende subinstallatie, bijvoorbeeld door economische omstandigheden. Het omgekeerde kan eveneens voorkomen. Een fysieke verandering die (causaal) een capaciteitsuitbreiding tot gevolg heeft kan echter nooit tot een aanzienlijke capaciteitsvermindering leiden, en vice versa. In dergelijke gevallen hoeft u de wijziging niet te melden aan de NEa. Indien u hierover twijfelt kunt u contact opnemen met de NEa. Een chemische site gebruikt in diverse processen meetbare warmte. Om te voorzien in hun warmtevraag wordt gebruik gemaakt van vier boilers. Daarnaast wordt warmte geïmporteerd uit een nabij gelegen ETS-installatie. Bij het bepalen van de kosteloze toewijzing van emissierechten werd een activiteitenniveau van TJ berekend, waarvan TJ warmte geproduceerd werd met eigen boilers en 500 TJ geïmporteerd vanuit de andere ETS-installatie. In 2014 besluit het bedrijf twee van de vier boilers uit bedrijf te nemen en te slopen. Het wegvallen van de boilers wordt opgevangen door een groter deel van de benodigde warmte te importeren. Hiervoor wordt het bestaande leidingstelsel gebruikt. Het totale warmteverbruik wordt niet beïnvloed door het slopen van de twee boilers. In de loop der jaren is de totale warmteconsumptie echter geleidelijk toegenomen. Als gevolg hiervan wordt na de fysieke ingreep op jaarbasis TJ warmte geconsumeerd. Er wordt 500 TJ geproduceerd met eigen boilers en TJ geïmporteerd. Door de hogere activiteitenniveaus wordt de nieuwe capaciteit meer dan 10% hoger dan de aanvankelijk geïnstalleerde capaciteit. Hoewel er sprake lijkt van een aanzienlijke capaciteitstoename, ontbreekt een causale relatie tussen de stijging van het activiteitenniveau en het slopen van de boilers. Er is dus geen sprake van een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding, noch van een -vermindering. Het is mogelijk dat een aantal kleinere veranderingen na elkaar wordt doorgevoerd, bijvoorbeeld bij het wegnemen van bottlenecks in een productieproces. De ingrepen samen kunnen tot een aanzienlijke verandering leiden. In het geval van een uitbreiding kunt u dan extra rechten aanvragen, in het geval van een vermindering dient u hier alsnog melding van te maken. Een zuivelfabriek vervangt vier warmtewisselaars door exemplaren met een grotere capaciteit. Op basis van de ontwerpcapaciteit van beide typen warmtewisselaars verwacht men een capaciteitsuitbreiding van 12% binnen de warmtebenchmark subinstallatie. Na invullen van de activiteitsgegevens blijkt echter dat de toename in de eerste maanden na de startdatum slechts 6% is, omdat de maximale warmtevraag nog niet gehaald werd. De capaciteitsuitbreiding kan daardoor niet als aanzienlijk aangemerkt worden. Een half jaar later worden twee andere warmtewisselaars (met vergelijkbare specificaties), op dezelfde wijze vervangen. Als de nieuwe fysieke ingreep en bijbehorende activiteitsgegevens worden ingevoerd, blijkt de capaciteit met 18% te zijn toegenomen. Het effect van beide ingrepen is nu wel zichtbaar en er kunnen extra emissierechten aangevraagd worden vanwege een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding.

15 Actie 14. U heeft te maken met een aanzienlijke capaciteitsuitbreiding en kunt een aanvraag voor nieuwkomersrechten indienen. Dit is pas mogelijk nadat de nieuwe technische eenheid gestart is, en de nieuwe capaciteit is bepaald. Om de nieuwe capaciteit te kunnen bepalen moet de nieuwe technische eenheid zes maanden in gebruik zijn geweest na de startdatum. De melding moet uiterlijk één jaar na de startdatum ingediend zijn. Actie 15. U heeft te maken met een aanzienlijke capaciteitsvermindering. U dient dit binnen 6 weken na het vaststellen van de resterende capaciteit gemeld te hebben bij de NEa. Dit is pas mogelijk nadat de resterende technische eenheden gestart zijn en de resterende capaciteit is bepaald. Om de resterende capaciteit te kunnen bepalen, moeten de resterende technische eenheid zes maanden na de startdatum van de fysieke verandering in gebruik zijn geweest. 16 Stap 16. Voor één of meer subinstallaties heeft het activiteitenniveau over het afgelopen kalenderjaar voor de eerste keer één van de kortingsdrempels van 50%, 75% of 90% overschreden, ten opzichte van het initiële activiteitenniveau dat is gebruikt in het laatste toewijzingsbesluit. Indien het activiteitenniveau van één of meer subinstallaties wijzigt zonder dat dit het gevolg is van een fysieke verandering, is er alsnog een kans dat u een meldingsplicht heeft. Om dit te bepalen dient u het activiteitenniveau per subinstallatie te toetsen aan het initiële activiteitenniveau. Beantwoord deze vraag met ja als het activiteitenniveau in één van de subinstallaties met minimaal 50%, 75% of 90% is gedaald ten opzichte van het initiële activiteitenniveau. Een daling van 55% van het activiteitenniveau in het ene kalenderjaar, kan gevolgd worden door een daling van bijvoorbeeld 80% in het daaropvolgende kalenderjaar. In beide situaties overschrijdt de daling voor het eerst één van de kortingsdrempels. Het initiële activiteitenniveau kunt u terugvinden in de berekening van het aantal emissierechten voor uw inrichting (de bedrijfsspecifieke bijlage 2 voor uw inrichting). Begrippen Omschrijving Bron Initiële Het historisch activiteitenniveau dat gebruikt is in de berekening van het Guidance Document 7 activiteitenniveau aantal emissierechten voor uw inrichting in het laatste toewijzingsbesluit. Het initiële activiteitenniveau dient gecorrigeerd te zijn voor iedere aanzienlijke capaciteitsuitbreiding of vermindering die vóór de gedeeltelijke stopzetting is gerealiseerd. Kortingsdrempel Bij een gedeeltelijke stopzetting worden de volgende drempelwaarden gebruikt: Het activiteitenniveau van de subinstallatie vermindert met minimaal 50% ten opzichte van het Initiële activiteitenniveau; Het activiteitenniveau van de subinstallatie vermindert met minimaal 75% ten opzichte van het Initiële activiteitenniveau; Het activiteitenniveau van de subinstallatie vermindert met minimaal 90% ten opzichte van het Initiële activiteitenniveau. CIMs, art. 23 Wanneer het activiteitenniveau 55% daalt, van 100% naar 45% van het initiële activiteitenniveau, wordt de kortingsdrempel van 50% overschreden. Wanneer het activiteitenniveau vervolgens verder daalt van 45% naar 5%, worden ook de kortingsdrempels van 75% en 90% overschreden. LET OP: Het gaat hier om een wijziging in het activiteitenniveau, per gehele subinstallatie. Het activiteitenniveau wordt uitgedrukt in de eenheid van de betreffende subinstallatie, bijvoorbeeld: TeraJoules netto warmteconsumptie in het geval van een warmtebenchmark subinstallatie; Tonnen productiehoeveelheden (ton/jaar) bij een productbenchmark subinstallatie. Indien een aanzienlijke capaciteitsvermindering of capaciteitsuitbreiding voorafging aan de daling, dient u het huidige activiteitenniveau van de subinstallatie te vergelijken met het activiteitenniveau na toepassing van de aanzienlijke capaciteitsvermindering/uitbreiding.

16 15 Indien de daling een voortzetting is van een eerder ingezette daling, en die daling heeft eerder al geleid tot een aanpassing van de toewijzing op grond van een gedeeltelijke stopzetting (zie stap 16), dan is er in het meest recente toewijzingsbesluit geen nieuw activiteitenniveau vastgesteld. In dat geval dient u het huidige activiteitenniveau van de subinstallatie te vergelijken met het laatst vastgestelde activiteitenniveau. 17 Stap 17. De toewijzing van de betreffende subinstallatie is: ten minste 30% van de totale toewijzing voor de gehele inrichting in het afgelopen kalenderjaar, OF meer dan emissierechten in het afgelopen kalenderjaar Indien aan één van beide criteria wordt voldaan, is er sprake van een gedeeltelijke stopzetting. Een gedeeltelijke stopzetting kan alleen plaatsvinden binnen een subinstallatie die minimaal 30% van de totale toewijzing van emissierechten vertegenwoordigd, of het moet een subinstallatie betreffen waarvoor in totaal meer dan emissierechten zijn toegewezen aan de inrichting. Het elektronische meldingsformulier rekent uit of aan de beschreven criteria voldaan wordt. Begrippen Omschrijving Bron Gedeeltelijke stopzetting Er is sprake van een gedeeltelijke stopzetting van een inrichting als het activiteitenniveau van een subinstallatie het afgelopen kalenderjaar wordt verminderd met ten minste 50% van het activiteitenniveau uit het laatste toewijzingsbesluit. De subinstallatie moet bovendien voldoen aan één van de volgende voorwaarden: De subinstallatie vertegenwoordigd ten minste 30% van de definitieve jaarlijkse hoeveelheid aan de inrichting kosteloos toegewezen emissierechten, OF; De subinstallatie vertegenwoordigt meer dan emissierechten. Bij een gedeeltelijke stopzetting worden de verschillende drempelwaarden gebruikt om nieuwe toewijzing te bepalen: Als het activiteitenniveau van de subinstallatie vermindert met 50% tot 75% ontvangt de subinstallatie slechts de helft van de aanvankelijk toegewezen rechten; Als het activiteitenniveau van de subinstallatie vermindert met 75% tot 90% ontvangt de subinstallatie slechts 25% van de aanvankelijk toegewezen rechten; Als het activiteitenniveau van de subinstallatie vermindert met meer dan 90% ontvangt de subinstallatie geen kosteloos toegewezen rechten meer. CIMs, art. 23 Beantwoord deze vraag met ja indien de subinstallatie(s) waarvan het activiteitenniveau het afgelopen kalenderjaar de kortingsdrempel van 50%, 75% of 90% heeft overschreden aan één van bovenstaande criteria voldoet/voldoen. U heeft in het nationaal toewijzingsbesluit rechten ontvangen voor de productie van grijze cementklinker. Het betreft een product met een productbenchmark en uw toewijzing is gebaseerd op een historisch activiteitenniveau van 100 kiloton grijze cementklinker per jaar. Naast de beschreven productbenchmark subinstallatie zijn er verder geen subinstallaties in uw inrichting. In het kalenderjaar 2015 is uw productie gedaald. U heeft in dat jaar slechts 45 kiloton grijze cementklinker geproduceerd (45% van het historisch activiteitenniveau) zonder fysieke veranderingen aan te brengen. U moet in dit geval een gedeeltelijke stopzetting aan de NEa melden. De aan u toegewezen hoeveelheid gratis emissierechten wordt met ingang van het kalenderjaar 2016 naar beneden bijgesteld; u ontvangt in het vervolg nog maar 50% van de aanvankelijke kosteloos aan deze subinstallatie toegewezen emissierechten. Het historisch activiteitenniveau wordt niet aangepast, maar blijft gehandhaafd op 100 kiloton grijze cementklinker. In het kalenderjaar 2016 daalt de productie nog verder naar 20 kiloton grijze cementklinker (20% van het historisch activiteitenniveau). U moet wederom een gedeeltelijke stopzetting aan de NEa melden. De aan u toegewezen hoeveelheid gratis emissierechten wordt met ingang van het kalenderjaar 2017 naar beneden bijgesteld; u ontvangt in het vervolg nog maar 25% van de aanvankelijke kosteloos aan deze subinstallatie toegewezen emissierechten. Het historisch activiteitenniveau wordt niet aangepast, maar blijft gehandhaafd op 100 kiloton grijze cementklinker. 18 Actie 18. U heeft te maken met een gedeeltelijke stopzetting. U dient dit voor 20 januari van het volgende kalenderjaar gemeld te hebben bij de NEa. De hoeveelheid gratis emissierechten die toegewezen zijn aan een gedeeltelijk stopgezette inrichting wordt met ingang van het jaar volgend op de gedeeltelijke stopzetting naar beneden bijgesteld.

17 16 19 Stap 19. Voor één of meer van deze subinstallaties is eerder een melding gedeeltelijke stopzetting ingediend die geleid heeft tot de korting op de toewijzing Indien het activiteitenniveau van een subinstallatie stijgt, zonder dat er een fysieke verandering heeft plaatsgevonden, is dit normaal gesproken niet van belang voor de toewijzing. Een uitzondering hierop is de situatie waarin de betreffende inrichting eerder een melding gedeeltelijke stopzetting heeft gedaan, die geleid heeft tot een korting op de toewijzing. Beantwoord deze vraag met ja indien voor één of meer van uw subinstallaties eerder een melding gedeeltelijke stopzetting ingediend is bij de NEa, waardoor de toewijzing voor deze subinstallatie(s) naar beneden is bijgesteld. 20 Stap 20. De productie wordt hervat in één van deze subinstallaties en het activiteitenniveau stijgt boven de eerder toegepaste drempelwaarde Indien u te maken heeft gehad met een gedeeltelijke stopzetting bestaat de mogelijkheid dat het activiteitenniveau van één van de betreffende subinstallaties het afgelopen jaar weer is hersteld. In dat geval hebt u te maken met hervatte productie en wordt de kosteloze toewijzing van emissierechten weer naar boven aangepast. Beantwoord deze vraag met ja indien u in het verleden te maken heeft gehad met een gedeeltelijke stopzetting en het activiteitenniveau van de betreffende subinstallatie(s) het afgelopen jaar weer is toegenomen tot boven één van de relevante drempelwaardes (zie stap 16). U had in het nationaal toewijzingsbesluit rechten ontvangen voor de productie van 100 kiloton grijze cementklinker per jaar, op basis van een productbenchmark. Uw initiële activiteitenniveau is 100 kton/jaar. Er zijn geen andere subinstallaties binnen uw inrichting. In het kalenderjaar 2015 is uw productie gedaald. U heeft in dat jaar slechts 20 kiloton grijze cementklinker geproduceerd, ofwel 20% van het initiële activiteitenniveau. Omdat u een gedeeltelijke stopzetting hebt gemeld is de toewijzing van emissierechten voor het kalenderjaar 2016 bijgesteld tot 25% van het aanvankelijke niveau. In 2016 stijgt uw productie echter weer (zonder fysieke veranderingen), tot 40 kiloton grijze cementklinker. U meldt dit aan de NEa. Omdat het meest recente productieniveau tussen de 25% en 50%van het initiële activiteitenniveau ligt, wordt uw toewijzing van emissierechten voor 2017 verhoogd naar 50% van het aanvankelijke niveau. In 2017 blijkt uw productie te stijgen tot 51 kiloton grijze cementklinker. Hierdoor wordt uw toewijzing van emissierechten voor 2018, na melding bij de NEa, weer verhoogd naar het oorspronkelijke niveau van 100% voor deze subinstallatie. 21 Actie 21. U heeft te maken met een hervatting van productie na een gedeeltelijke stopzetting. U dient dit voor 1 april van het volgende kalenderjaar te melden bij de NEa. De hoeveelheid gratis emissierechten die toegewezen zijn aan een (gedeeltelijk) hervatte subinstallatie wordt met ingang van het volgende kalenderjaar naar boven bijgesteld.

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit.

Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Leeswijzer bij de bedrijfsspecifieke bijlage 2 van het Nationaal Toewijzingsbesluit. Voor elke inrichting of broeikasgasinstallatie waarvoor in het nationaal toewijzingbesluit emissierechten zijn toegewezen,

Nadere informatie

12 januari Meldingen toewijzing. Resultaten onderzoek meldingen daling activiteitsniveau

12 januari Meldingen toewijzing. Resultaten onderzoek meldingen daling activiteitsniveau Meldingen toewijzing Resultaten onderzoek meldingen daling activiteitsniveau Inhoud Waarom melden? Hoe bevordert NEa naleving? Hoe heeft NEa naleving bevorderd? Naleving Handhaving Aanpak onderzoek Bevindingen

Nadere informatie

Aanvragen gratis emissierechten voor

Aanvragen gratis emissierechten voor 1 9 januari 2019 Aanvragen gratis emissierechten voor 2021-2025 In 2019 krijgen ETS-bedrijven de gelegenheid om gratis emissierechten aan te vragen voor de periode 2021 tot en met 2025. Voor deze aanvraag

Nadere informatie

Warmtestromen binnen het EU-ETS

Warmtestromen binnen het EU-ETS Warmtestromen binnen het EU-ETS Warmtestromen binnen het EU-ETS Door: Michiel Stork, Paul Blinde, en Bram Borkent Datum: 30 januari 2013 Projectnummer: CMNNL11509 Ecofys 2013 in opdracht van: AgentschapNL

Nadere informatie

7 Belgisch Staatsblad d.d

7   Belgisch Staatsblad d.d Bijlage 3. Regels voor de kosteloze toewijzing van emissierechten voor de tweede verbintenisperiode Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. Definities Hoofdstuk 3. Toewijzingsregels voor bestaande BKG-installaties

Nadere informatie

Algemeen: deelname emissiehandel

Algemeen: deelname emissiehandel Veelgestelde vragen over kosteloze toewijzing van emissierechten 2013-2020 NB: Dit document bevat antwoorden op veelgestelde vragen over de kosteloze toewijzing van emissierechten voor de periode 2013-2020.

Nadere informatie

Ontwerp nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten van datum en KLG kenmerk

Ontwerp nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten van datum en KLG kenmerk Ontwerp nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2013-2020 van datum en KLG kenmerk De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op artikel 11, eerste lid, van de EG-richtlijn

Nadere informatie

Achtergronddocument gratis toewijzing

Achtergronddocument gratis toewijzing Achtergronddocument gratis toewijzing Inhoudsopgave Algemeen: toewijzing met benchmarks (dia 1/2/3/4/5/6) Uitgangspunten toewijzing productbenchmark (dia 7/8) Uitgangspunten toewijzing warmtebenchmark

Nadere informatie

Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020

Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020 Toelichting Toewijzingsmethode emissierechten 2013-2020 18 maart 2011 Stijn Caekelbergh Departement Leefmilieu, Natuur & Energie Inhoud presentatie Inleiding Basisprincipes Opsplitsing in sub installaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 190 Wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Leidraad: van inrichting naar installatie Voor bedrijfslocaties onder de EU-ETS richtlijn vanaf 2021

Leidraad: van inrichting naar installatie Voor bedrijfslocaties onder de EU-ETS richtlijn vanaf 2021 Leidraad: van inrichting naar installatie Voor bedrijfslocaties onder de EU-ETS richtlijn vanaf 2021, 8 maart 2019 Voorwoord Voor u ligt de leidraad Van inrichting naar installatie voor bedrijfslocaties

Nadere informatie

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd:

Afdeling 2.1 van de Regeling monitoring handel in emissierechten wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van., nr. DGM/K&L2010016258 tot wijziging van de Regeling monitoring handel in emissierechten in verband met het verstrekken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31699 7 november 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 31 oktober 2014, nr. IENM/BSK-2013/122814,

Nadere informatie

18 januari 2019 Monitoring de emissiehandel

18 januari 2019 Monitoring de emissiehandel 1 Disclaimer Deze presentatie bevat inzichten op basis van concept wet- en regelgeving. Aan deze informatie kunnen dan ook geen rechten ontleend worden. 2 Monitoring de emissiehandel 3 Inhoud presentatie

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa De energie-intensieve Europese industrie is verplicht deel te nemen aan het Europese systeem van emissiehandel, ofwel EU Emissions Trading System (EU-ETS). De Nederlandse Emissieautoriteit

Nadere informatie

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS 2021-2030 FAQ S VOOR TOEPASSING IN HET VLAAMS GEWEST Datum laatste wijziging: 7 maart 2019 Inhoud Inleiding 1. Welk warmte-/brandstofverbruik komt in aanmerking voor een toewijzing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 412 Besluit van 16 oktober 2014 tot wijziging van het Besluit handel in emissierechten (meetellen capaciteit of vermogen van reserve, achtervang

Nadere informatie

Disclaimer. De getoonde informatie in deze presentatie is gebaseerd op een concept template. Hier kunnen dan ook geen rechten aan ontleend worden.

Disclaimer. De getoonde informatie in deze presentatie is gebaseerd op een concept template. Hier kunnen dan ook geen rechten aan ontleend worden. 1 Disclaimer De getoonde informatie in deze presentatie is gebaseerd op een concept template. Hier kunnen dan ook geen rechten aan ontleend worden. Monitoringsmethodologieplan toewijzing 4 e fase Charlotte

Nadere informatie

11 januari Introductie. Harm van de Wetering

11 januari Introductie. Harm van de Wetering 1 11 januari 2018 2 11 januari 2018 Introductie Harm van de Wetering Doel van de bijeenkomst Nu: Nieuwkomers in het systeem informeren over de basisprincipes van het EU ETS Straks: Informeren over afsluiting

Nadere informatie

Doel van de bijeenkomst

Doel van de bijeenkomst 12-1-2017 12-1-2017 Doel van de bijeenkomst Nu: Nieuwkomers in het systeem informeren over de basisprincipes van het EU ETS Straks: Informeren over afsluiting handelsjaar 2016 Ruimte voor bedrijfsspecifieke

Nadere informatie

VR DOC.0832/2BIS

VR DOC.0832/2BIS VR 2019 2405 DOC.0832/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering over verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen voor vaste installaties voor de periode 2021-2030 DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gedelegeerde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel

Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel Vlarem trein 2012 - Aanpassing wetgeving inzake Emissiehandel 14 juni 2013 Jorre De Schrijver Team Klimaat Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid (ALHRMG) Programma Inleiding emissiehandel

Nadere informatie

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS

EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS EU-ETS: TOEWIJZINGSREGELS 2021-2030 FAQ S VOOR TOEPASSING IN HET VLAAMS GEWEST Datum laatste wijziging: 22 mei 2019 Inhoud 1. Welk warmte-/brandstofverbruik komt in aanmerking voor een toewijzing onder

Nadere informatie

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Versie 1.0 Datum: 20 januari 2016 Pagina 1 van 10 Inleiding De Subsidieregeling Indirecte emissiekosten ETS (Emissions Trading Scheme)

Nadere informatie

Nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten van 29 OKT, 2013 kenmerk: IENM/BSK-2013/226553

Nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten van 29 OKT, 2013 kenmerk: IENM/BSK-2013/226553 Nationaal toewijzingsbesluit broeikasgasemissierechten 2013-2020 van 29 OKT, 2013 kenmerk: IENM/BSK-2013/226553 De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, Gelet op artikel 11, eerste lid, van de

Nadere informatie

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer LNE.be/themas/klimaatverandering Kunt u deze nieuwsbrief niet lezen? Ga naar de onlineversie. EU ETS INFO DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE In dit nummer Over deze nieuwsbrief Voorstel EC over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/14c REGELING Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2016 : 0161964/0224061 Ingevolge de artikelen 62 en 68 van de Wet

Nadere informatie

De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode

De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode De herziening van het EU ETS: de 4e handelsperiode Tamarah Andriessen De vierde handelsperiode komt eraan! 1. 2005 2007 2. 2008 2012 3. 2013 2020 4. 2021 2030 Even terug... Voorstel van de Europese Commissie:

Nadere informatie

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS

Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Handleiding rekensheet Subsidieregeling Indirecte Emissiekosten ETS Versie: 1.1 Datum: 23 december 2013 Pagina 1 van 6 Inleiding De nieuwe subsidieregeling Indirecte emissiekosten ETS (Emissions Trading

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 233 Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; Download subsidieverordening De Raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012; besluit: De volgende verordening Verordening subsidiëring

Nadere informatie

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR-1653 132215/0187436

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR-1653 132215/0187436 Bijlage 25 bij circulaire Care/Wlz/15/07c REGELING Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen : Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Onderwerp reikwijdte regeling Deze regeling bevat: nadere regels, als bedoeld in de CAO

Nadere informatie

Programma infosessie EU-ETS

Programma infosessie EU-ETS Programma infosessie EU-ETS 13u30 14u30 Finale toewijzingsregels 2021-2030 14u30 15u00 Methodiek voor toewijzing emissies aan sub-installaties 15u00 15u15 koffiepauze 15u15-15u45 Sjabloon voor Monitoring

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg (Wlz). Bijlage 26 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c REGELING Informatieverstrekking monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen : Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet

Nadere informatie

Doel van de bijeenkomst

Doel van de bijeenkomst 17-1-2019 17-1-2019 Doel van de bijeenkomst Nu: Informeren over de jaarafsluiting 2018 Straks: Informeren over de toewijzing van gratis emissierechten 2021-2025 Ruimte voor tijdens pauzes > helpdeskruimte

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2006 2115 MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [2006/201750] 4 MEI 2006. Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 betreffende de procedure en diverse

Nadere informatie

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten

Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten COMMISSIE ENERGIEBELEIDSOVEREENKOMST Toelichting 01: Praktische richtlijnen voor de uitvoering van de energiebeleidsovereenkomsten 1 Inleiding De energiebeleidsovereenkomst (kortweg EBO) voor VER-bedrijven

Nadere informatie

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten 01-01-2018/MV Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Onderwerp reikwijdte regeling Deze regeling bevat: nadere regels, als bedoeld

Nadere informatie

Guidance document nr. 3 ten aanzien van geharmoniseerde methoden voor kosteloze toewijzing in het kader van de EU-ETS na 2012

Guidance document nr. 3 ten aanzien van geharmoniseerde methoden voor kosteloze toewijzing in het kader van de EU-ETS na 2012 Guidance document nr. 3 ten aanzien van geharmoniseerde methoden voor kosteloze toewijzing in het kader van de EU-ETS na 2012 Guidance document: Datacollectie Concept van de definitieve versie (V22 met

Nadere informatie

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen Bijlage 5 bij circulaire Care/Wlz/16/13c REGELING Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2017 : Ingevolge de artikelen 62 en 68 van de Wet marktordening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38267 21 juli 2016 Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2016 Vastgesteld

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69005 29 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 29 december 2016, nr. 2016-0000223377, tot wijziging

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2012

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2012 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - maart 2012 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

VOORSTEL VAN DECREET

VOORSTEL VAN DECREET Zitting 2008-2009 30 april 2009 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Patrick Lachaert, mevrouw Tinne Rombouts en de heren Bart Martens, Patrick De Klerck, Erik Matthijs en André Van Nieuwkerke houdende wijziging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen. 1. Op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid is artikel 26 (zijnde de artikelen 26.

Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen. 1. Op het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid is artikel 26 (zijnde de artikelen 26. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Twenterand. Nr. 121442 5 september 2016 Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke belastingen I. Algemeen Toepassing Leidraad Invordering 1. Op het gemeentelijk

Nadere informatie

Waarde van toewijzing van gratis rechten is aanzienlijk: in totaal wordt er ongeveer voor 4 miljard euro toegewezen

Waarde van toewijzing van gratis rechten is aanzienlijk: in totaal wordt er ongeveer voor 4 miljard euro toegewezen Disclaimer Deze presentatie bevat inzichten op basis van concept wet- en regelgeving. Aan deze informatie kunnen dan ook geen rechten ontleend worden. 1 Toewijzing fase 4 Waarde van toewijzing van gratis

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn; Gelet op het bepaalde in: artikel 255 Gemeentewet; artikel 26 Invorderingswet 1990; hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling

Nadere informatie

NO x -emissiegegevens : feiten en cijfers

NO x -emissiegegevens : feiten en cijfers Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag www.emissieautoriteit.nl NO x -emissiegegevens 2005-2013: feiten en cijfers Voorwoord Voor u ligt het rapport NO x-emissiegegevens

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 1 van 5 Zaaknummer : 1259275 Steller Afdeling : Gine Nicolai : Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord De Raad van de gemeente Hoorn; gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Oktober 2015

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Oktober 2015 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Oktober 2015 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - Maart 2016 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

dhr. L Heida Berkelaan LM DRACHTEN Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 20 december /cor Z Alexander van der Veen

dhr. L Heida Berkelaan LM DRACHTEN Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 20 december /cor Z Alexander van der Veen Aan dhr. L Heida Berkelaan 5 9203 LM DRACHTEN Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 20 december 2016 16-0415/cor Z1738397 Alexander van der Veen OLO 2518873 D1831663 0512 581234 al.van.der.veen@smallingerland.nl

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2014

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2014 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juli 2014 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

3. Controleer na de installatie als U het programma kan opstarten en controleer indien U in de module loonberekeningen kan werken zonder probleem.

3. Controleer na de installatie als U het programma kan opstarten en controleer indien U in de module loonberekeningen kan werken zonder probleem. Installatie instructies Om HyperSoft V3.0 B20090310 te installeren volgende stappen uitvoeren : 1. Maak een backup van uw gegevens via HyperSoft Loon. Deze stap is zeer belangrijk aangezien er ingrijpende

Nadere informatie

Incassoreglement geautomatiseerde incasso GBLT

Incassoreglement geautomatiseerde incasso GBLT Incassoreglement geautomatiseerde incasso GBLT Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Invorderingswet 1990 en de van toepassing zijnde belasting verordeningen; Artikel 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

Ingetrokken emissievergunningen EU-ETS Cijfers en uitvoeringspraktijk Beleidseffecten en aanbevelingen

Ingetrokken emissievergunningen EU-ETS Cijfers en uitvoeringspraktijk Beleidseffecten en aanbevelingen Ingetrokken emissievergunningen EU-ETS 2012-2017 Cijfers en uitvoeringspraktijk Beleidseffecten en aanbevelingen Samenvatting De NEa heeft in de periode 2012-2017 de emissievergunning van ruim honderd

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN 1.8.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 205/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juli 2012 betreffende het door de Europese Unie in het Gemengd

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN 2B-FIT

ALGEMENE VOORWAARDEN 2B-FIT ALGEMENE VOORWAARDEN 2B-FIT Artikel 1 Definities De Ondernemer: Mascha van Bunder- Boddaert De Consument: natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die een overeenkomst

Nadere informatie

SUBSIDIEREGLEMENT BETREFFENDE DUURZAME ONTWIKKELING EN KLIMAAT PARTICULIEREN

SUBSIDIEREGLEMENT BETREFFENDE DUURZAME ONTWIKKELING EN KLIMAAT PARTICULIEREN SUBSIDIEREGLEMENT BETREFFENDE DUURZAME ONTWIKKELING EN KLIMAAT PARTICULIEREN COLOFON Uitgave stadsbestuur Halen, Markt 14, 3545 Halen Ontwerp & realisatie Tekst - stadsbestuur Halen Ontwerp - dienst Communicatie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47518 12 september 2016 Beleidsregels van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 30 augustus 2016, nr.

Nadere informatie

Doel van het formulier

Doel van het formulier TOELICHTING BIJ HET INVULLEN VAN DE MELDING VAN DE STOPZETTING OF HET VERVAL VAN EEN VERGUNNING VOOR DE EXPLOITATIE VAN EEN INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT OF VAN EEN DEEL ERVAN Dit document geeft

Nadere informatie

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - februari 2013

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - februari 2013 M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - februari 2013 Geachte relatie, Bijgaand ontvangt u de maandelijkse marktmonitor van Energy Services. De Marktmonitor is een maandelijkse uitgave van Energy Services.

Nadere informatie

Aanpak datacollectie Infosessie oktober 2018

Aanpak datacollectie Infosessie oktober 2018 Aanpak datacollectie 2018-2019 Infosessie oktober 2018 Toewijzingsregels 21-30 in principe 57% Algemene aanpak datacollectie = gelijkaardig aan MRV voor emissies Op voorhand nagekeken door VBBV en goedgekeurd

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014

Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL. vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels KWIJTSCHELDING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN GEMEENTE SCHER- PENZEEL vastgesteld bij besluit van 18 februari 2014 Beleidsregels kwijtschelding gemeentelijke heffingen gemeente Scherpenzeel/ versie:22

Nadere informatie

Voortgangsrapportage scope 3 eerste halfjaar 2013

Voortgangsrapportage scope 3 eerste halfjaar 2013 Notitie Contactpersoon Manja Buijen Datum 14 augustus 2013 Kenmerk N026-0495501BUJ-los-V02-NL Voortgangsrapportage scope 3 eerste halfjaar 2013 1 Inleiding Tauw heeft zich eind 2011 laten certificeren

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

Algemene Verkoopvoorwaarden webwinkel Waardijn

Algemene Verkoopvoorwaarden webwinkel Waardijn Algemene Verkoopvoorwaarden webwinkel Waardijn Artikel 1 - Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: 1. Waardijn: de natuurlijke of rechtspersoon die namens de ASVZ onder deze naam de producten

Nadere informatie

11 januari Jaarafsluiting Opstellen, verifiëren en indienen emissieverslag Wouter Kreiken

11 januari Jaarafsluiting Opstellen, verifiëren en indienen emissieverslag Wouter Kreiken 1 11 januari 2018 Jaarafsluiting 2017 Opstellen, verifiëren en indienen emissieverslag Wouter Kreiken Hier staan de onderwerpen weergegeven! Inhoud 1. Nalevingscyclus 2. Emissieverslag 3. Verificatie 4.

Nadere informatie

Artikel 1 Definities. Artikel 2 Gegevens van SDSV-Design. Artikel 3 - Toepasselijkheid. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

Artikel 1 Definities. Artikel 2 Gegevens van SDSV-Design. Artikel 3 - Toepasselijkheid. In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Artikel 1 Definities In deze voorwaarden wordt verstaan onder: 1. Ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon die producten en/of diensten op afstand aan consumenten aanbiedt; 2. Consument: de natuurlijke

Nadere informatie

CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers

CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag www.emissieautoriteit.nl CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers Voorwoord Voor u ligt het rapport CO 2-emissiegegevens

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Inhoudsopgave: Artikel 1 - Definities Bedenktijd Consument Dag Duurzame gegevensdrager Herroepingsrecht Ondernemer

Algemene Voorwaarden Inhoudsopgave: Artikel 1 - Definities Bedenktijd Consument Dag Duurzame gegevensdrager Herroepingsrecht Ondernemer Algemene Voorwaarden Inhoudsopgave: Artikel 1 - Definities Artikel 2 - Identiteit van de ondernemer Artikel 3 - Toepasselijkheid Artikel 4 - Het aanbod Artikel 5 - De overeenkomst Artikel 6 - Herroepingsrecht

Nadere informatie

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 12 januari /cor Z / René Radersma

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 12 januari /cor Z / René Radersma Aan dhr. H.S. Sietzema Het Zuid 41 9203 TB DRACHTEN Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 12 januari 2018 17-0379/cor Z1987895/ René Radersma D 0512 581234 r.radersma@smallingerland.nl Onderwerp

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014 CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014 Verheij Infra b.v. Prisma 89 3364 DJ Sliedrecht Tel : 0184-433095 Getekend: Email Site : info@verheijsliedrecht.nl : www.verheijsliedrecht.nl

Nadere informatie

nea Voorstel implementatiewet wijziging EG-richtlijn handel in emissierechten NEa HUF-toets NederLandse EmissIeautorteit Dutch Emissions Authority

nea Voorstel implementatiewet wijziging EG-richtlijn handel in emissierechten NEa HUF-toets NederLandse EmissIeautorteit Dutch Emissions Authority Tamarah Andriessen, Margreet Kleijn, Marc Leenders, Alex Pijnenburg handel in emissierechten NEa HUF-toets Voorstel implementatiewet wijziging EG-richtlijn Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Den

Nadere informatie

Voortgang Emissiehandel 2015

Voortgang Emissiehandel 2015 Voortgang Emissiehandel 2015 Feiten en cijfers over emissiehandel in Nederland 2 Samenvatting CO 2 -uitstoot Nederlandse ETS-bedrijven licht gestegen De totale CO 2 -uitstoot van Nederland is in de afgelopen

Nadere informatie

CO 2 -Footprint 2016 Conform de CO 2 -Prestatieladder Opgesteld door N. Deylius KAM- Coördinator

CO 2 -Footprint 2016 Conform de CO 2 -Prestatieladder Opgesteld door N. Deylius KAM- Coördinator CO 2 -Footprint 2016 Conform de CO 2 -Prestatieladder Opgesteld door N. Deylius KAM- Coördinator Goedgekeurd door R. Roffel Operationeel Directeur Datum opgesteld 31-01-2017 1 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2018 C(2018) 8664 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.12.2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2014;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2014; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2014; B E S L U I T: vast te stellen de: Subsidieverordening Verduurzaming particuliere

Nadere informatie

VR DOC.0237/16

VR DOC.0237/16 VR 2019 2202 DOC.0237/16 Bijlage 14. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf type 1 Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 infrastructuursubsidies:

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014 Periodieke rapportage 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar 4 1.4 Rapportageperiode 4 1.5 Verificatie 4 2. Afbakening

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG),

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), Reglement bevordering vakbekwaamheid 2015 Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), Overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen met betrekking tot de

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING

UITVOERINGSREGLEMENT VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ WERKLOOSHEID 1999 DE STICHTING FINANCIERING VOORTZETTING PENSIOENVERZEKERING Op grond van het Bijdragereglement 1999 van de Stichting FVP kunnen werkloze werknemers of hun nabestaanden onder voorwaarden aanspraak maken op een bijdrage voor de voortzetting van de pensioenopbouw

Nadere informatie

Hoe moet ik de aanvraag voor ingrijpende wijziging melden? Een ingrijpende wijziging meldt u in ExpertBase door een actie toe te voegen.

Hoe moet ik de aanvraag voor ingrijpende wijziging melden? Een ingrijpende wijziging meldt u in ExpertBase door een actie toe te voegen. ExpertBase: Ingrijpende wijziging melden Ingrijpende wijziging, de voorwaarden en de impact op de minimumprijs worden verduidelijkt op http://www.energiesparen.be/groene-energie-en-wkk/prof/wkc/ingrijpende-wijziging

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Actieve deelname aan keteninitiatief maart tussentijdse rapportage. Inhoudsopgave

Actieve deelname aan keteninitiatief maart tussentijdse rapportage. Inhoudsopgave 3.D.1 Keteninitiatief 2016-2019 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Initiatief 1: door samenwerking meer efficiency... 3 Doel van het initiatief... 3 Het initiatief... 3 Meerwaarde m.b.t. maatschappelijke betrokkenheid,

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2- prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 11042/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 5 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D050682/02 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van

Nadere informatie