Jongeren en computergames in Deinze. een onderzoek bij 1811 leerlingen in het secundair onderwijs.

Transcriptie

1 Jongeren en computergames in Deinze een onderzoek bij 1811 leerlingen in het secundair onderwijs.

2 Voorwoord Het laatste decennium heeft de computer een vaste plaats veroverd in de huiskamer. De huidige generatie jongeren heeft het nooit anders geweten, de huidige generatie ouders heeft de explosieve groei van internet meegemaakt. Omgaan met de talrijke mogelijkheden van nieuwe en vernieuwde media is voor onze gezinnen een belangrijke uitdaging. Ook computergames hebben een enorme transitie doorgemaakt. De gameindustrie is een miljardenbusiness geworden, gamen is een belangrijke vrijetijdsinvulling voor talloze jongeren en volwassenen. Steeds vaker worden games geïntroduceerd als leermethodiek op school. Ook in het bedrijfsleven zien we game-elementen verschijnen om medewerkers te motiveren, het zogenaamde gamificatie. Heel wat onderzoek toont de positieve aspecten van gamen: de oog-hand-coördinatie verbetert, er zou een positief effect zijn op het aanleren van talen (zeker wat het Engels betreft), oplossingsgericht denken wordt gestimuleerd, leren samenwerken met anderen is vaak een noodzaak. Kinderen volledig afschermen van computergames is dus niet wenselijk. Toch duiken ook steeds nadrukkelijker problemen op met games. Stimuleren ze agressief gedrag? Zorgen ze voor een sedentaire levensstijl? Maken ze kinderen asocialer? De meningen hierover zijn verdeeld. Heel wat onderzoek toont de positieve aspecten van gamen (...) toch duiken steeds nadrukkelijker problemen op met games. Waar meer eensgezindheid over is, is dat games verslavend kunnen zijn. Samen met gokken behoort gamen tot de zogenaamde gedragsverslavingen. We dienen kinderen te leren hoe ze met de grenzeloze mogelijkheden van computers kunnen omgaan. Drugpunt ondersteunt scholen en jeugdbewegingen in de preventieve benadering van gamende jongeren. Goeie preventie wordt planmatig opgebouwd. In eerste instantie is een analyse van het fenomeen aangewezen. De bevraging van 2015 geeft een zicht op het gamegedrag bij Deinse jongeren. Welke spelletjes spelen ze? Wanneer doen ze dat? Ervaren ze zelf problemen? Zijn er verschillen merkbaar qua leeftijd of geslacht? Met de resultaten van de bevraging willen we het fenomeen bespreekbaar maken in de klas, tussen jongeren en met ouders. De resultaten stellen ons in staat om gerichter preventief te werken. Zoals bij iedere bevraging, kent ook deze bevraging zijn beperkingen. Het zou interessant zijn om ook zicht te krijgen op het gamegedrag bij kinderen in het basisonderwijs. Ook de stem van de ouders ontbreekt vooralsnog in de analyse. Toch is deze bevraging bijzonder waardevol, niet in het minst door de grote steekproef die gerealiseerd kon worden door de medewerking van Leiepoort, campussen Sint-Hendrik, Sint-Vincentius en Sint-Theresia en het VTI van Deinze. Bijzondere dank voor de fijne samenwerking. Bijzondere dank ook aan Drugpunt SMAK (Aalter-Knesselare). De bevraging werd door hen opgesteld en in nauwe samenwerking tussen de Drugpunten verder verfijnd. Het rapport dat voor u ligt, werpt een eerste blik op de resultaten. Wellicht roepen die resultaten een aantal nieuwe vragen op. Stel ze gerust, Drugpunt voert graag verdere analyses uit om een beter zicht te krijgen op het gamefenomeen. Met vragen over het onderzoek, over de preventieve benadering van overmatig gamen of over begeleiding bij gameproblemen kan je terecht bij Drugpunt, JC Brieljant, Mouterijdreef 20, 9800 Deinze leie-schelde@drugpunt.be Trees Van Hove Schepen van onderwijs en welzijn Voorzitter Drugpunt Leie & Schelde

3 Vragenlijst De bevraging werd digitaal afgenomen op school bij 1811 leerlingen in het secundair onderwijs. De vragenlijst werd samengesteld door Drugpunt SMAK (Aalter-Knesselare) en werd eerder ook onder meer in Maldegem en Aalter afgenomen. De resultaten van die bevragingen vind je op De Videogame Addiction Test (VAT), een gestandaardiseerde vragenlijst voor gameverslaving, is verwerkt in de vragenlijst. Op die manier kunnen we een onderbouwde schatting geven van problematisch gamegedrag. Je vindt de vragenlijst terug op Jongens en meisjes De deelnemers Leeftijd Meisjes Jongens TOTAAL TOTAAL Leeftijd en geslacht deelnemers De geslachtsverdeling van de steekproef is ongeveer in evenwicht (45,06 % mannen t.o.v. 54,94 % vrouwen). Uiteraard is het merendeel van de respondenten tussen 12 en 18 jaar oud. Er is geen leeftijdsanalyse gebeurt bij de 10jarige respondent en de +20-jarigen, daartoe zijn die leeftijdsgroepen te klein. In de tabel hiernaast vind je de verdeling volgens leeftijd en geslacht terug. Het overgrote deel van de bevraagden volgen ASO (54,0 %), kleinere groepen volgen TSO (31,25%) en BSO (14,75%). De afname van de enquête gebeurde in oktober 2015, tijdens de lesuren, volledig anoniem.

4 Wie zijn de gamende jongeren in Deinze? 93,95% van de leerlingen in Deinze heeft het voorbije jaar gegamed. Gamen neemt een belangrijke plaats in binnen de leefwereld van jongeren. Dit is ook te zien bij de leerlingen in Deinze, 93,95% heeft het voorbije jaar gegamed. Het aantal gamers is bij de +17-jarigen iets kleiner dan bij de jongere leerlingen (ong. 85% t.o.v. ong. 98%). 98,53% van de jongens heeft gegamed, ten opzichte van 89,55% van de meisjes. In de volgende gegevens zijn enkel de gamende jongeren in rekening gebracht (n=1695). Problematisch gamen Gamen is meestal een plezierige manier om een deel van de vrije tijd door te brengen, maar niet iedereen kan het gamen doseren. Bij sommige jongeren zijn er symptomen te merken van problematisch gamegedrag. Om een zicht te krijgen op deze complexe problematiek werden de vragen van de VAT (Videogame Addiction Test) integraal opgenomen in de bevraging. De VAT bestaat uit volgende vragen: Hoe vaak vind je het moeilijk om met gamen te stoppen? Hoe vaak ga je langer door met gamen, terwijl je je had voorgenomen om te stoppen? Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder zou moeten gamen? Hoe vaak ga je liever gamen dan dat je je tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? Hoe vaak kom je slaap te kort door het gamen? Hoe vaak ben je in gedachten aan het gamen, ook als je niet online bent? Hoe vaak verheug je je op de volgende keer dat je kunt gamen? Hoe vaak denk je dat je eigenlijk minder zou moeten gamen? Hoe vaak heb je geprobeerd om minder tijd aan gamen te besteden en is dat niet gelukt? Hoe vaak voel je je slecht wanneer je niet kunt gamen? Hoe vaak maak je je huiswerk snel en slordig af om te kunnen gamen? Hoe vaak maak je je huiswerk niet omdat je wilt gamen? Hoe vaak ga je gamen omdat je je slecht voelt? Hoe vaak ga je gamen om een probleem te vergeten? Iedere vraag wordt beantwoord aan de hand van een 5-puntenschaal (1=nooit, 5=zeer vaak). De VAT-score is de gemiddelde score die de respondent op bovenstaande vragen haalt. De VAT is afgeleid van de Compulsive Internet Use Scale en wordt ontwikkeld door IVO, een Nederlands expertisecentrum rond positieve en negatieve aspecten van internetgebruik ( De schaal is nog niet gevalideerd, als richtlijn wordt gehanteerd dat een gemiddelde score van 2,7 wijst op problematisch gedrag. Meer informatie over de VAT en Nederlandse onderzoeksresultaten zijn te vinden op Resultaten VAT Er zijn bij een aanzienlijk deel van de jongens Meisjes Jongens TOTAAL signalen van problematisch gamen te merken. Er zijn 143 jongens met een VAT > 2,7 4,04% 17,79% 10,56% VAT-score die gelijk of hoger dan 2,7 is, tegenover 36 meisjes. De onderstaande grafiek toont het percentage jongeren die volgens de VAT-test signalen van problematisch gamegedrag vertonen, weergegeven volgens leeftijd en geslacht. 25,00% 15,00% 5,00% jongens meisjes Percentage jongeren met VAT-score > 2,7 volgens leeftijd Jongeren met een verhoogde VAT-score geven vooral aan dat ze moeite hebben om met gamen te stoppen. Ze blijven geregeld gamen ook al hebben ze de intentie om te stoppen en ze verheugen zich vaak op een volgende spelletje. Heel wat jongeren met een verhoogde score maken ook kenbaar dat ze gamen om problemen te vergeten.

5 Gamefrequentie Ongeveer 25% van alle jongeren speelt dagelijks computergames. Er zijn duidelijke verschillen merkbaar tussen jongens en meisjes. Jongens spelen vaker dagelijks of meerdere keren per week, meisjes spelen vaker maandelijks. Meisjes Jongens TOTAAL Maandelijks 34,12% 7,59% 21,53% Een keer per week 24,92% 12,31% 18,94% Meermaals per week 26,26% 42,79% 34,10% Dagelijks 14,70% 37,31% 25,43% Uit de tabel kunnen we duidelijk opmaken dat de meeste jongens dagelijks spelen (37,3%). Bij de meisjes speelt de meerderheid maandelijks. Het percentage dat dagelijks speelt, ligt bij hen veel lager. Gamefrequentie naar geslacht Frequentie en duur Uit de grafiek blijkt dat 13-jarige jongens significant vaker dagelijks gamen dan jongere leerlingen. Het dagelijks gamen neemt nadien terug af naarmate de leeftijd stijgt. Er zijn enkele verschillen merkbaar tussen BSO-, TSO- en ASO-leerlingen. BSO- en TSO-leerlingen spelen vaker dagelijks, ASO-leerlingen spelen eerder wekelijks of meermaals per week. De verschillen tussen meisjes en jongens zijn over alle onderwijstypes merkbaar jongens meisjes Percentage dagelijkse gamers naar leeftijd en geslacht Meisjes / jongens Maandelijks Een keer per week Meermaals per week Dagelijks ASO 31,64% / 6,88% 31,05% / 12,39% 26,56% / 48,17% 10,74% / 32,57% TSO 40,17% / 6,90% 17,90% / 13,10% 23,14% / 37,93% 18,78 % / 42,07% BSO 33,33% / 14,10% 14,67% / 8,97% 30% / 30,77% 22% / 46,15% Tabel 3 - percentage frequentie gamen naar opleidingsvorm en geslacht

6 Speelduur 5 45,00% 4 35,00% 3 25,00% 15,00% 5,00% Niet Ongeveer een half uur Ongeveer een uur Jongens Ongeveer 2 uur Meisjes Tussen de 2 en 4 uur Meer dan 4 uur Sommige spelletjes duren enkele minuten, terwijl anderen pas echt leuk worden als je meer dan een uur aan een stuk speelt. De lengte van het spelen zal dus afhangen van onder meer het soort game. In de bevraging wordt een onderscheid gemaakt tussen schooldagen en vrije dagen (weekend-, verlof- en vakantiedagen). Er werd gevraagd naar de gemiddelde speelduur. Jongeren uit het BSO (6,14%) gamen het vaakst meer dan 4 uur op een schooldag. In het ASO (0,21%) en TSO (2,31%) gebeurt dat duidelijk minder. Deze trend zet zich door op de vrije dagen, waar 21,93% van de jongeren uit BSO meer dan 4 uur gamet, ten opzichte van 19,85% van de jongeren uit TSO en 8,12% van de ASO-jongeren. Gamen is voor veel jongeren een belangrijke hobby. Onderstaande grafiek geeft weer op welke leeftijd de meeste jongeren meer dan 4 uur per dag gamen. Er is een enorme piek op 15 jaar op te merken waar bijna 25% van de jongeren meer dan 4 uur gamet. Het zijn vooral de jongeren tussen 13 en 17 jaar die de meeste uren gamen. Van alle 15-jarige jongens gamet 1 op 3 meer dan 4 uur op een vrije dag. Speelduur op een schooldag De grafieken geven de gemiddelde speelduur op schooldagen en vrije 35,00% 45,00% 4 35,00% 3 25,00% 15,00% 5,00% dagen. Op een gewone schooldag wordt minder gegamed dan op een vrije dag. Jongens gamen langer dan meisjes, dit zowel op een schooldag als op een vrije dag. Ongeveer 25% van de jongens gamet meer dan 4uur op een vrije dag, terwijl dit bij de meisjes slechts 3% is. 3 25,00% 15,00% 5,00% jongens meisjes Niet Ongeveer een half uur Ongeveer een uur Ongeveer 2 uur Tussen de 2 en 4 uur Meer dan 4 uur Jongens Meisjes Speelduur op een vrije dag Percentage jongens en meisjes die 4 uur of meer gamen op een vrije dag.

7 Speelduur en VAT-score Onderstaande grafieken tonen duidelijk aan dat een verhoogde VAT-score samen gaat met een lange speelduur: jongeren die lang spelen, ervaren vaker problemen door het spelen ,00% ,00% 15,00% ,00% niet half uur 1 uur 2 uur 2 a 4 uur meer dan 4 uur niet half uur 1 uur 2 uur 2 a 4 uur meer dan 4 uur lage VAT hoge VAT lage VAT hoge VAT Speelduur volgens VAT-score op een weekdag Speelduur volgens VAT-score op een vrije dag

8 Soorten games Het aanbod van games is enorm uitgebreid en de verschillende soorten games verschillen sterk van elkaar. We kunnen games op verschillende manieren categoriseren, bijvoorbeeld naar inhoud / spelopdracht van het spel. Volgende genres worden onderscheiden: Shooter - Dit zijn schiet spellen waarbij de speler meestal van punt A naar punt B moet terwijl er tegenstanders op het pad komen die neergeschoten moeten worden. Sport - In sport games wordt virtueel een bepaalde sport beoefend. RPG: (Role Playing Game): Dit zijn games waarbij je een bepaald personage doorheen het spel uitbouwt. Hiermee kunnen zowel vaardigheden als uiterlijk voorkomen worden bedoeld. MMORPG - (Massive Multiplayer Online Role-Playing Game): Dit zijn RPGs die met meerdere mensen wereldwijd op hetzelfde moment worden gespeeld. Strategy - In strategie games draait het meestal om een groep figuren, vaak aangeduid als units. Deze units vormen samen een leger en het doel is om vijanden te verslaan of punten te veroveren. Soorten games en manieren van spelen Action (adventure) - Er zijn verschillende onderverdelingen bij actie games, maar hier bedoelen we vooral de games die bepaalde missies inhouden of waarbij je naar het volgende level gaat als je een bepaald avontuur tot een goed einde hebt gebracht. Simulation - Bij simulatie games worden werkelijke (realistische) situaties nagespeeld. Music games - Spelletjes waarbij men zelf muziek moet maken of zingen. Casual games - Korte spelletjes die eenvoudig in elkaar zitten en gemakkelijk tussendoor te spelen zijn. Browsergames - Dit zijn games waarbij men de hele tijd met het spel moet bezig zijn en om te voorkomen dat er iets misgaat. Zo moet men bijvoorbeeld een virtueel huisdier op tijd eten geven.

9 We vroegen de jongeren welke spelletjes ze vooral spelen. Er zijn grote verschillen tussen jongens en meisje op vlak van het genre spel dat ze spelen. Meisjes spelen vooral casual games en in mindere mate MMORPG, RPG en strategy. Jongens hebben een grote voorkeur voor action/adventure games. Daarnaast zijn bij de jongens sportgames, shootergames en strategy Er zijn grote verschillen tussen populair. Dit verklaart ook voor een stuk waarom meisjes vaak minder lang jongens en meisjes in welk genre gamen, casual games zijn games die maar enkele minuten duren. Bij actie/ ze spelen. adventuregames daarentegen vraagt het meer tijd om het spel ten volle te spelen. Multiplayer, singleplayer, offline, online Een andere mogelijkheid om games in te delen is op basis van een aantal karakteristieken van het spel, bijvoorbeeld of je het alleen of met meerderen speelt. Bij single player games speel je het spel helemaal alleen, multiplayer games zijn met meerdere fysieke spelers die in dezelfde spelomgeving spelen. Het spreekt voor zich dat de laatste variant vaak online, over een internetverbinding, gespeeld wordt. Het is ook mogelijk om multiplayer games offline te spelen, door meerdere spelers aan hetzelfde toestel te laten spelen (vb. met meerdere controllers). Ook het onderscheid online/offline is dus relevant. Er is duidelijk een andere sociale dimensie bij online games dan bij offline games. Deels omwille van deze sociale dimensie zijn de online multiplayer games die games die het grootste engagement vragen van de speler, zowel in intensiteit als in tijdsduur Ook hier kunnen we belangrijke geslachtsverschillen opmerken. Jongens spelen vooral online, met een grote voorkeur voor multi-player games. We merken dat online multiplayer games vooral populair zijn bij 13 tot 15-jarigen. Nadien neemt het aandeel weer licht af. Offline, single player games zijn vrij stabiel populair over alle leeftijden heen genre spel volgens geslacht Jongens Meisjes Vooral offline, single player vooral vooral online, single offline, multiplayer player vooral online, multiplayer Jongens Meisjes soort game naar geslacht

10 Toestel Het merendeel van de jongeren gamet op de computer, de GSM of op de tablet. Het is duidelijk dat de vaste toestellen, zoal een spelconsole, sterk terrein aan het verliezen zijn aan de verschillende vormen van mobiele toestellen waarop gamen mogelijk is. Jongens spelen vaker op computer, playstation en Xbox. Dat zijn de apparaten waar de meeste hardcore games op draaien Als we de VAT-score in rekening brengen, merken we dat online, multiplayergames enorm populair zijn bij jongeren met een hoge VAT-score. Deze games zetten vaak veel sociale druk op de spelers: andere spelers rekenen op hun deelname en vaardigheden. Veel van deze games zijn letterlijk oneindig, je kan ze blijven spelen offline, single offline, multi online, single online, multi soort game volgens leeftijd Vooral offline, single player vooral offline, multiplayer vooral online, single player vooral online, multiplayer jongen meisje Gebruikt toestel volgens geslacht (meer dan één antwoord mogelijk) lage VAT hoge VAT soort game naar VAT-score

11 Zowel de uitgave van geld om vooruit te komen in een spel als het gebruik van genotsmiddelen zijn 2 interessante fenomenen omdat ze kunnen bijdragen in het grenzeloos omgaan met games. geld Om een zicht te krijgen op hun uitgave kregen de jongeren de vraag Heb je ooit al echt geld besteed om credits of fictief geld in een spel aan te kopen om sneller in het spel vooruit te geraken? Wanneer het antwoord ja was, werd ook bevraagd hoeveel ze de voorbije maand hieraan uitgaven. De tabel maakt zichtbaar dat toch een deel van de jongeren geld heeft uitgegeven om vooruit te geraken in een spel. Het is vooral bij de jongens (52,33%) dat dit voorkomt. Meer dan 1 op 2 heeft dus ooit al credits gekocht. Bij meisjes (15,23%) ligt dit veel lager. In totaal werd er in de laatste maand ongeveer gemiddeld 13,9 euro uitgegeven. 1 op 2 jongens kocht ooit credts in een spel. Wanneer we kijken naar de voorbije maand, dan ligt dit percentage al een heel stuk lager ( 29,95% jongens 8,53% meisjes). De jongeren uit het BSO geven het grootste bedrag uit met een gemiddelde van 32,34 euro in de laatste maand. Bij TSO is dit 14,66 euro en bij ASO 8,42 euro. Geld & stimulerende middelen Middelen Ooit al credits gekocht In de laatse maand gekocht Mediaan bedrag laatste maand Gemiddeld bedrag laatste maand Meisjes 15,23% 8,53% 1 euro 5,07 euro Jongens 52,55% 29,95% 5 euro 16,30 euro Ook het gebruik van middelen, in de ruimste zin van het woord (vb. koffie en energiedranken), om de slaap tegen te gaan om verder te kunnen gamen, werd bevraagd bij de jongeren. Het gebruik van deze middelen onder jongeren is eerder zeldzaam. De grootte meerderheid (87,49%) van de respondenten gebruikte nooit een middel om verder te kunnen gamen, toch zien we dat 12,51% dit wel doet. Jongeren tussen 13 en 15 maken hier het meeste gebruik van. De meest gebruikte middelen zijn energy drinks (74,29%) en cola (60,95%), maar ook koffie (16,19%) en cannabis (11,43%) worden genoemd.

12 Afspraken Kinderen moeten leren omgaan met games. Ouders spelen hierin een erg belangrijke rol, onder meer door interesse te tonen in de games die hun kinderen spelen en door afspraken te maken om het gamegedrag te begrenzen waar nodig. In de bevraging gingen we na hoe de jongeren de mogelijke afspraken rond gamen ervaren. Slechts iets meer dan een derde van de jongeren (34,87%) heeft afspraken met zijn of haar ouders over gamen. Er zijn wel vaker afspraken (44,14%) bij jongeren die een verhoogde score (VAT>2,7) hebben. Er worden opmerkelijk vaker afspraken gemaakt met meisjes (35,87%) dan met jongens (33,89%). Zoals we hieronder kunnen zien speelt ook de leeftijd een rol in het maken van afspraken. Zo worden er vooral afspraken gemaakt op een leeftijd van 15 jaar. Op een leeftijd van 16 jaar worden er dan weer minder afspraken gemaakt terwijl dit weer stijgt op een leeftijd van 17 jaar. 70% van de jongeren gaf aan dat er al van bij het begin afspraken gemaakt werden. In 50% van de gevallen zijn de afspraken ooit al eens gewijzigd geweest. 5 45,00% 4 35,00% 3 Gamen en opvoeding 25,00% 15,00% 5,00% percentage jongeren dat aangeeft afspraken rond gamen te hebben met hun ouders

13 Onderstaande grafiek geeft weer waarover deze afspraken dan meestal gaan. In het merendeel van de gevallen gaat het over de duur van het spel en over het tijdstip wanneer er gestart mag worden met gamen. Slechts zelden worden afspraken gemaakt over de locatie. Aangezien de mobiele technologie toeneemt worden afspraken hierover ook moeilijker. Ook opvallend is dat er zelden afspraken wordengemaakt over het budget. Niets Afspraken veranderen Aanspreken Straf 10% 3% 25% consequenties bij het niet naleven van regels De jongeren geven aan meestal betrokken te zijn in het opstellen van de regels. De leeftijd van de jongere is hierin cruciaal: hoe jonger, hoe meer opgelegde regels. Hoe ouder, hoe meer afspraken. Behalve regels en afspraken heeft elke jongere nood aan opvoeding in het virtuele milieu waarbij positieve interesse, praten met elkaar en samen het virtuele milieu ontdekken (kijken of spelen) minstens even belangrijk. 64% van de jongeren gaf aan dat ze nooit met hun ouders praten over gamen en 56% gaf aan dat de ouders nooit interesse tonen in wat en hoe er gespeeld werd. Bijna 70% van de jongeren speelt nooit samen met één van de ouders. 62% Ja Nee Bij sommige regels Tijdstip Hoelang Soort games Plaatsen Budget Aankopen Waarover worden afspraken gemaakt (ten opzichte van het totale aantal afspraken) 25% 48% De meeste jongeren leven de afspraken na. 25% van de jongeren geeft te kennen dat ze de afspraken altijd nakomen en 45% dat ze deze meestal nakomen. Vooral het tijdstip van het gamen en hoelang men mag gamen niet nageleefd worden. De meeste ouders spreken hun kind erop aan wanneer men de regels overtreden of straffen hun kind. 27% betrokkenheid bij het opstellen van regelen

14 1. Gamen is normaal, zowat alle jongeren spelen computerspelletjes. 1 op 4 speelt dagelijks. 2. Jongens gamen over het algemeen vaker en langer dan meisjes. 3. Voor veel jongeren is gamen de belangrijkste vrijetijdsbesteding. 1 op 3 van de 15-jarige jongens speelt meer dan 4 uur op een vrije dag op 10 jongeren heeft een hoge VAT-score, een indicator voor problemen die ontstaan door gamen. Vooral tussen 13 en 15 jaar ervaren veel jongeren die problemen. 5. Iedereen speelt kleine, offline-spelletjes. Vooral jongens spelen grote, online games. 6. De computer blijft populair, maar mobiele toestellen als tablets en smartphones zijn ondertussen nog populairder om op te spelen. Besluit 7. Ongeveer 1 op 3 jongens betaalden de afgelopen maand om vooruit te geraken in een spel. 8. Twee derde van de jongeren zeggen dat er thuis geen afspraken zijn rond gamen % van de gamers zegt dat er thuis nooit over spelletjes gesproken wordt. 10. De helft van de gamers zeggen dat hun ouders nooit interesse tonen in hun games.

15 v.u. college van burgemeester en schepenen, Brielstraat 2, 9800 Deinze