Omschrijving van het vak

Transcriptie

1 Omschrijving van het vak Doelen per leerjaar Bij het vak modevorming leer je alles over mode. Je leert inspiratie verzamelen, een concept schrijven, ontwerpschetsen maken. Je leert alles over beeldelementen en hoe je deze toe kan passen in je moodboard en ontwerpen. Je leert de geschiedenis van mode kennen en de verschillende designers.. Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Je leert alles over hoe een mode-ontwerp ontstaat, waar je inspiratie kan vinden. Je maakt een inspiratieboek en gaat aan de slag met het bedenken van een concept, moodboard, materiaalbord en ontwerpschetsen. Je leert verschillende designers kennen. Je leert wat beeldelementen zijn en hoe je deze toe kunt passen in een stylingboek en moodboard. Je leert belangrijke cultuurhistorische stromingen kennen en deze toe te passen in je eigen ontwerp. Voorbereiding op Parijs en het aanleggen van een stylingboek

2 LESBRIEF MODEVORMING PERIODE 1 P1 Wat is inspiratie en waar kun je het vinden? Hoe verzin je een concept en hoe maak je je concept zichtbaar in een moodboard, materiaalbord en ontwerpschets. Deze periode leer je een inspiratieboek aanleggen, te brainstormen een concept te verzinnen en dit te visualiseren in een moodboard/ ontwerpschets. BENODIGHEDEN Werkboek A3, Schaar, lijm, kleurpotloden, stiften. PRESENTATIE Tijdens de portfolio laat je je inspiratieboek zien, je concept, moodboard, materiaalbord en ontwerpschets. BEOORDELING Tijdens de les en in de portfolioweek LES 1 Uitleg lesstructuur, opzet van de cursus modevorming. Inspiratie Tijdens deze studie moet je op onderzoek uit. Om kleding te kunnen ontwerpen heb je inspiratie nodig. Het zoeken naar inspiratie is een ontdekkingsreis. Je houdt als het ware een soort dagboek bij van alles dat je inspireert en mooi vindt. Dit dagboek moet elke periode worden aangevuld. Er zijn 2 soorten onderzoek. Je kan materialen verzamelen zoals stukjes stof, knopen garen. Dit is heel tastbaar en praktisch. De andere vorm is visuele inspiratie te verzamelen, dit ga je doen door foto s te maken, plaatjes uit magazines te verzamelen etc. In deze les gaan we bezig met wat is inspiratie? Waar halen designers hun inspiratie vandaan voor hun collecties. Wat kan je allemaal onderzoeken en hoe vertaal je dit naar een inspiratieboek. Lesstof: Uitzending DWDD met Jan Taminiau, Bart Hess JAN TAMINIAU Couture isn t about reality or wearability, it is freedom of thinking, my atelier, like a lab, is a place of discovery and development. After which a new journey begins to translate my couture to clothing for women. Opdracht Huiswerk: Zoek 10 plaatjes die je inspireren, plak deze in je inspiratieboek. Deze presenteer je de volgende week in de les

3 LES 2 Aanleg schets/ inspiratieboek In je inspiratieboek breng je al het verzamelde materiaal bijeen. Het inspiratieboek geeft vaak een heel persoonlijk, uniek beeld van de dingen die jou inspireren. Met je inspiratieboek geef je jezelf, maar ook anderen een beeld van het proces dat je hebt gevolgd. Hieruit blijkt vaak of je in staat bent om creatieve verbanden te leggen. Het is meer dan een plakboek vol knipsels en foto s. In je inspiratieboek experimenteer je met kleur, compositie, lijn en kun je diverse manieren van presenteren uit proberen. Bij modetekenen leer je diverse materialen kennen om mee te tekenen, deze kennis kan je weer gaan toepassen in je inspiratieboek. In je inspiratieboek maak je collages van foto s, beelden uit magazines. Deze vul je aan met tekst, tekeningen, verfstreken, kleurstalen, tape etc. Presentatie in groepjes van je inspiratiebeelden Uitleg eerste opdracht: Architectuur Mode is architectuur, het is een kwestie van proportie Coco Chanel Mode en architectuur hebben veel met elkaar gemeen. Ze hebben beiden het menselijk lichaam als uitgangspunt. Ze hebben beiden de functie om te beschermen en dienen als beschutting. Zowel mode als architectuur worden gebruikt ter expressie van religieuze overtuigingen, culturele identiteit en politieke identiteit. Bij zowel mode als architectuur worden 2 dimensionale materialen gebruikt om een 3 dimensionale constructie te vormen. Een verschil is dat mode een tijdelijk, vluchtiger karakter heeft en architectuur voor de lange duur ontwerpt en zodoende een meer monumentaal karakter kent. Maar architectuur speelt met de wetten van de mode: verleiding, esthetiek en trends vinden hun weg in de hedendaagse bouwkunst. Geregeld laten de twee disciplines zich door elkaar inspireren, Gebouwen fungeren als uitgangspunt voor de haute couture, soms zo letterlijk dat huis en kleding zijn samengesmolten. Mode fungeert weer als inspiratie voor architectuur, zoals het gebouw van Shigeru Ban waar de muren als een Marilyn Monroe jurk opwaaien door de wind.

4 Opdracht: Maak 1 sfeerbeelden in je inspiratieboek (A3/A4) aan de hand van 2 verschillende gebouwen, bruggen etc. Schrijf bij de sfeerbeelden wat je inspireert, teken inspirerende vormen na en zoek kleuren bij elkaar die je terug vindt in de architectonische foto. Probeer deze kleuren te mengen met Acrylverf. Kijk naar ritme en patronen Je kunt gebruik maken van de volgende technieken: Vergroten/ verkleinen Herhalen Associëren met kleur en beeld Vervormen (tip: ga voor kleurstaaltjes eens naar de bouwmarkt en met Photoshop kun je gemakkelijk kleuren uit een foto halen) Huiswerk Het sfeerbeeld is huiswerk voor de volgende keer, deze presenteer je in de les 3 natuurfoto s meenemen, deze ga je de volgende les gebruiken LES 3 Natuur De natuur vormt voor veel designers een onuitputtelijke bron van inspiratie. In de natuur kun je inspiratie vinden in de vorm van vormen, texturen, kleuren, patronen en structuren. De kleuren van een papegaai, de welvingen van een slakkenhuis, het bladerdak in een bos, de kleuren van de zee, etc. De hoeveelheid aan inspiratie uit de natuur is eindeloos. Opdracht: Maak 3 sfeerbeelden met als inspiratiebron de natuur. 1 sfeerbeeld geïnspireerd op kleur 1 sfeerbeeld geïnspireerd op vorm 1 sfeerbeeld geïnspireerd op patronen en structuren Je maakt de sfeerbeelden in je inspiratieboek. Elk op A3, schrijf je bevindingen erbij, plak/ schilder/ teken kleuren erbij. Zie modeshow: Alexander Mc Queen, LES 4 Uitwerking opdrachten Huiswerk Inspiratiebeelden natuur volgende af

5 LES 5 Presentatie in groepjes van de inspiratieboeken. Voorbereiding op de opdracht. Uitleg verschil inspiratiebeeld/ moodboard Opdracht Kies een van de door jou gemaakte inspiratie/schetsbeelden uit. Als je het wilt mag je ook een nieuwe maken. Je gaat deze verder uitwerken. Verzamel meer informatie over het door jou gekozen beeld. Bedenk een woord dat jou gekozen beeld mooi samenvat. Pak de 3 hoofdkleuren uit je inspiratiebeeld, deze ga je gebruiken voor je moodboard. Bekijk goed of er herkenbare structuren, patronen, vormen zijn, deze verwerk je in je moodboard. Moodboard maak je op stevig papier A4 formaat. Het woord dat je hebt gekozen laat je op je moodboard terug komen. Als je moodboard af is ga je nadenken over hoe je dit in een kledingontwerp kan laten zien. Je maakt 2 ontwerpschetsen die je op 1 A4 presenteert. Zoek minimaal 3 stoffen garen en fournituren die passen bij je ontwerpschetsen. Maak hiervan een materiaal bord. LES 6 Uitwerken opdracht Af voor portfolio 10 inspiratiefoto s 1 inspiratiebeeld architectuur 3 inspiratiebeelden natuur 1 moodboard A4 2 ontwerpschetsen A4 Materiaalbord A5

6 Toelichting beoordeling Compositie Gebruik verschillende technieken Eigenheid/ netheid in de les INSPIRATIEBOEK Zijn de sfeerbeelden met gevoel voor compositie gemaakt. Is er gebruik gemaakt van verschillende technieken, collage, tekst, pen, stift etc. Is er een bepaalde eigenheid te zien, is de opdracht netjes uitgevoerd Inzet Vertoont de deelnemer voldoende inzet in de les Toelichting beoordeling Compositie Sfeerbeeld Overbrengen ontwerp Eigenheid/ netheid Inzet in de les MOODBORD/ SCHETSEN/MATERIAALBORD Is het moodbord met gevoel voor compositie gemaakt. Is er duidelijk een sfeer te herkennen op het moodbord, is er gewerkt met vorm, kleur, structuren en patronen Is er een goed relatie te zien tussen het moodbord/schetsen en materiaalbord Is er een bepaalde eigenheid te zien, is de opdracht netjes uitgevoerd Vertoont de deelnemer voldoende inzet in de les Op je inspiratieboek krijg een onvoldoende/ voldoende/ goed Op de eindopdracht krijg je een cijfer