& Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen

Transcriptie

1 D o le Riirkpn F364/F370/ J Versie 18 december 2012 STATUTEN per 18 december 2012 van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Bouwend Nederland, d e vereniging van bedrijven in de sectoren bouw en infrastructuur, gevestigd te Zoetermeer STATUTEN. Index: Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9 Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16. Artikel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20. Artikel 21. Artikel 22. Artikel 23. Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26. Naam, zetel en duur Doel Organisatie van Bouwend Nederland Leden Algemene rechten en verplichtingen Verplichtingen uit overeenkomsten Bindende besluiten Einde lidmaatschap Het bestuur Taken en bevoegdheden van het bestuur Voorzitter Vertegenwoordiging Regio's Vakgroepen Afdelingen Secties Jong Bouwend Nederland Besluiten van secties, regio's, vakgroepen, afdelingen, platforms. Jong Bouwend Nederland Commissies Kandidaatstelling en benoeming Bureau/directie Algemeen bestuur Bijeenroeping algemeen bestuur Toegang tot de vergadering van het algemeen bestuur Agenda Besluiten

2 Pels Rijcken 2/33 Artikel 27. Boekhouding en financiën Artikel 28. Rekening en verantwoording Artikel 29. Reglementen en uitvoeringsbesluit Artikel 30. Wijziging van statuten Artikel 31. Ontbinding en vereffening Artikel 1 - Naam, zetel en duur 1. De vereniging draagt de naam 'Bouwend Nederland, de vereniging van bedrijven in de sectoren bouw en infrastructuur' en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: Bouwend Nederland of als de 'vereniging'. Bouwend Nederland is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. 2. Bouwend Nederland heeft haar zetel te Zoetermeer. 3. Bouwend Nederland is op tweeëntwintig december tweeduizendvier ontstaan uit een juridische fusie tussen de verenigingen Algemeen Verbond Bouwbedrijf (AVBB), BouwNed, Vereniging van Infrastructuur Aannemers Nederland (VIANED), Vereniging van Boor-, Kabelleg- en Buizenlegbedrijven (Bolegbo-vok), Vereniging Ondernemers Civiele Betonbouw (vocbetonbouw), Werkgeversvereniging Railinfrastructuur (WRI), Vereniging VIANED Regio Noord, Vereniging VIANED Regio Oost, Vereniging VIANED Regio Zuid, Vereniging VIANED Regio West, Vereniging VIANED Sectie Grondwerk en Vereniging VIANED Sectie Waterbouw. Bouwend Nederland is vervolgens op dertig juni tweeduizend twaalf gefuseerd met de vereniging: Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt. Artikel 2 - Doel Bouwend Nederland stelt zich ten doel het behartigen van de belangen van haar leden in de sectoren bouw en infrastructuur, het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten, het verstrekken van informatie en adviezen aan de leden, het verlenen van diensten aan de leden en het creëren van ledenbinding, alsmede al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn in de ruimste zin des woords. Artikel 3 - Organisatie van Bouwend Nederland 1. Bouwend Nederland is een vereniging van bedrijven die in opdracht of voor eigen rekening werken (doen) uitvoeren in de sectoren bouw en/of infrastructuur. 2. Bouwend Nederland wordt geleid door een bestuur dat verantwoording verschuldigd is aan het algemeen bestuur. 3. Bouwend Nederland kent de organisatorische eenheden: secties zoals vermeld in artikel 16, regio's zoals vermeld in artikel 13, vakgroepen zoals vermeld in

3 Pels Rijcken 3/33 Fo rt u ij n advocaten artikel 14, afdelingen zoals vermeld in artikel 15, regionale infraplatforms zoals vermeld in het Regioreglement en Jong Bouwend Nederland zoals vermeld in artikel 17. Secties, regio's, vakgroepen, regionale infraplatforms en Jong Bouwend Nederland bezitten geen rechtspersoonlijkheid. Afdelingen zijn verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid. 4. Binnen de sectoren bouw en infrastructuur kent de vereniging secties die naar omzet zijn ingedeeld. Elk lid ressorteert al naar gelang zijn omzet onder de betreffende sectie van één of beide sectoren. 5. Ieder lid ressorteert onder een sectie en onder een regio en kan daarnaast naar keuze ressorteren onder een vakgroep, onder een platform en/of onder een afdeling. 6. Een regio behartigt op regionaal niveau de belangen van de leden en kan hen op regionaal niveau diensten verlenen, waartoe het bureau beschikt over een regiokantoor. 7. Een vakgroep behartigt op branchespecifiek niveau de belangen van de onder die vakgroep ressorterende leden. 8. Elke regio kent platforms. 9. Bouwend Nederland kent een landelijk Jong Bouwend Nederland en Jong Bouwend Nederiand-regio's, bestaande uit personen van veertig jaar en jonger die in het bedrijf van een lid leiding geven of zich in dat bedrijf op een leidinggevende functie voorbereiden. 10. Een afdeling behartigt de belangen van de onder die afdeling ressorterende leden op lokaal niveau. 11. Bouwend Nederland hanteert voor al haar leden en voor een in het lidmaatschap van een moeder-/werkmaatschappij begrepen werkmaatschappij en/of vestiging het Reglement Gedragscode leden Bouwend Nederland, waarvan het naleven wordt getoetst door de commissie gedragscode en in beroep door de commissie van beroep. 12. Organen van Bouwend Nederland zijn het bestuur, het algemeen bestuur, de commissie gedragscode en de commissie van beroep alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door het algemeen bestuur zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend. Een vakgroepbestuur en een regiobestuur zijn ten aanzien van besluiten in hun vakgroep of regio een orgaan van Bouwend Nederland, voor zover zij krachtens de statuten, reglementen of een besluit van het bestuur of van het algemeen bestuur Bouwend Nederland kunnen binden. Een vakgroepbestuur is voorts een orgaan wanneer het bestuur aan het betreffende

4 Pels Rijcken 4/33 vakgroepbestuur een mandaat heeft verleend om ten behoeve van de onder die vakgroep ressorterende leden Bouwend Nederland te vertegenwoordigen. 13. Bouwend Nederland kent een bureau dat werkzaamheden ten behoeve de vereniging verricht. Aan het hoofd van het bureau staat een directie die door het bestuur wordt benoemd. Artikel 4 - Leden 1. Bouwend Nederland kent leden die een bedrijf uitoefenen in de sector bouw en/of in de sector infrastructuur. 2. Met inachtneming van het in dit artikel bepaalde kunnen als lid van Bouwend Nederland worden toegelaten in Nederland gevestigde bedrijven die actief werkzaam zijn in de sectoren bouw en/of infrastructuur. 3. Om als lid te kunnen worden toegelaten dient een bedrijf voorts te voldoen aan de volgende lidmaatschapsvereisten: a. het zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel; b. het bezitten van een stamnummer omzetbelasting; c. het afdrachtplichtig zijn met betrekking tot sociale premies en belastingen, indien dit als voorwaarde is gesteld; d. het afdrachtplichtig zijn met betrekking tot premies bedrijfstakeigen regelingen, indien dit als voorwaarde is gesteld; e. het bezitten van een vestigingsvergunning, indien die vergunning als voorwaarde is gesteld; f. voor zover een bedrijf een rechtspersoon is - het bezitten van rechtspersoonlijkheid volgens Nederlands recht; g. het voldoen aan de overigens in deze statuten gestelde voorwaarden. 4. Indien een bedrijf dat tot het lidmaatschap van Bouwend Nederland wil worden toegelaten een moedermaatschappij heeft die de omzet van werkmaatschappijen en/of vestigingen in de sectoren bouw en/of infrastructuur consolideert, wordt het lidmaatschap door de moedermaatschappij aangevraagd. 5. Is het lid een moeder-/werkmaatschappij dan zijn in het lidmaatschap van de moeder-/werkmaatschappij alle werkmaatschappijen en/of vestigingen van de moeder-/werkmaatschappij begrepen zowel ten tijde van de aanmelding voor het lidmaatschap als nadien gedurende het lidmaatschap van de moeder- /werkmaatschappij van Bouwend Nederland, met uitzondering van die werkmaatschappijen en/of vestigingen waarvan de moeder-/werkmaatschappij schriftelijk heeft opgegeven dat die niet werkzaam zijn in de sectoren bouwen/of infrastructuur. Het bestuur kan de moeder-/werkmaatschappij verzoeken

5 Pels Rijcken 5/33 aan te tonen dat de uitgesloten werkmaatschappijen en/of vestigingen niet werkzaam zijn in de sectoren bouw- en/of infrastructuur. De moeder- /werkmaatschappij legt bij de aanmelding voor het lidmaatschap en vervolgens nadien jaarlijks op een door het bestuur te bepalen datum een lijst van in haar lidmaatschap begrepen werkmaatschappijen en/of vestigingen over. 6. Tenzij anders is bepaald worden in de statuten en reglementen van Bouwend Nederland onder'leden' tevens verstaan een in het lidmaatschap van de moeder- /werkmaatschappij begrepen werkmaatschappij en vestiging. Een werkmaatschappij of vestiging die in het lidmaatschap van een moeder- /werkmaatschappij is begrepen, wordt behandeld als ware zij lid van Bouwend Nederland en is dus gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van Bouwend Nederland. 7. Het bestuur beslist over de toelating van leden van Bouwend Nederland en kan de bevoegdheid tot toelating van leden mandateren aan de directie. 8. Het bestuur registreert de toegelaten leden naar sector, sectie(s), regio en indien van toepassing naar vakgroep, platform en afdeling. 9. In het geval het bestuur niet tot toelating besluit, kan het betreffende bedrijf het algemeen bestuur verzoeken hem alsnog tot het lidmaatschap toe te laten. 10. Na zijn toelating ressorteert ieder lid onder de regio waarin zijn bedrijf statutair is gevestigd. Voor zover een bedrijf geen rechtspersoon is, ressorteert het lid onder de regio waarin het zijn hoofdvestiging heeft. Indien een moeder-/werkmaatschappij lid is ressorteert de moeder- /werkmaatschappij met een in haar lidmaatschap begrepen werkmaatschappij en vestiging onder de regio waarin de moeder-/werkmaatschappij haar statutaire zetel of haar hoofdvestiging heeft. Een moeder-/werkmaatschappij kan verzoeken een werkmaatschappij of een vestiging onder meer dan één regio te doen ressorteren, op welk verzoek het bestuur beslist. Een moeder-/werkmaatschappij kan tevens verzoeken een werkmaatschappij of een vestiging onder een vakgroep te doen ressorteren, op welk verzoek het betreffende vakgroepbestuur beslist. Indien een werkmaatschappij of vestiging tot een regio of vakgroep is toegelaten kan zij gebruik maken van de dienstverlening van de betreffende regio of vakgroep. 11. De wijze van toelating wordt nader geregeld in het Algemeen Reglement. 12. Indien een bedrijf wordt gevoerd in de vorm van een vennootschap onder firma of een maatschap, komt het lidmaatschap toe aan degenen die gezamenlijk de

6 Pels Rijcken 6/33 vennoten zijn op het moment waarop enigerlei uitoefening van het lidmaatschap plaatsheeft, onverminderd de toepasselijkheid van de eigen regels van vertegenwoordiging van de vennootschap. Hetzelfde geldt bij een commanditaire vennootschap voor de beherende vennoten van die vennootschap. Artikel 5 - A lgem ene rechten en verplichtingen 1. Leden van Bouwend Nederland zijn verplicht: a. de statuten en reglementen van Bouwend Nederland en de besluiten van organen en commissies van Bouwend Nederland na te leven; b. het Reglement Gedragscode leden Bouwend Nederland na te leven; c. de belangen van Bouwend Nederland en/of van de sectoren bouw en/of infrastructuur in het algemeen te bevorderen en deze niet te schaden, alsmede zich te zullen gedragen zoals een verantwoord handelend ondernemer in de sectoren bouw en/of infrastructuur betaamt; d. tot naleving van de door of namens Bouwend Nederland aangegane collectieve arbeidsovereenkomsten en andere overeenkomsten voor zover deze de leden binden; e. alle overige verplichtingen die Bouwend Nederland in naam often behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van Bouwend Nederland voortvloeien, te aanvaarden en na te komen. 2. Het bepaalde in lid 1 is ook van toepassing op alle in het lidmaatschap van een moeder-/werkmaatschappij begrepen werkmaatschappijen en/of vestigingen, aan wie in geval van een overtreding de in artikel 14 lid 2 van het Procedurereglement vermelde sancties kunnen worden opgelegd. Indien de overtreding van de werkmaatschappij of vestiging aan haar moeder- /werkmaatschappij kan worden toegerekend kan voor die overtreding tevens aan de moeder-/werkmaatschappij een sanctie worden opgelegd. 3. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan of van een daartoe bevoegde commissie. 4. Op voorstel van het bestuur is het algemeen bestuur bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen en om verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden. 5. Bouwend Nederland kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij een lid zich daartegen verzet, kan Bouwend Nederland voor een lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. Bouwend Nederland kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van

7 en no tanssen verplichtingen welke Bouwend Nederland ten behoeve van het lid is aangegaan met betrekking tot garantie- en waarborgregelingen. 6. Een lid is verplicht om bij de aanvang van zijn lidmaatschap aan het bureau schriftelijk opgave te doen van degene(n) die rechtsgeldig bevoegd is (zijn) hem te vertegenwoordigen. Van een wijziging in deze bevoegdheid wordt binnen een maand na de wijziging schriftelijk aan het bureau opgave gedaan. 7. Om te beoordelen of de leden nog aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoen zijn zij verplicht ten genoege van het bestuur periodiek aan te tonen dat zij nog voldoen aan de gestelde lidmaatschapsvereisten. 8. Een lid is verplicht zo spoedig mogelijk schriftelijk aan het bureau mededeling te doen zodra zijn faillissement is verzocht, een verzoek tot het verlenen van surseance van betaling is ingediend of zodra tot ontbinding van de rechtspersoon van het lid is besloten. Artikel 6 - Verplichtingen uit overeenkom sten 1. Het bestuur is bevoegd tot het afsluiten van, alsmede tot het meewerken en deelnemen aan overeenkomsten en regelingen, waardoor goede voorwaarden en omstandigheden kunnen worden geschapen voor het uitoefenen van het bedrijf van de leden. Hieronder zijn begrepen het in naam often behoeve van de leden aangaan van rechtstreekse verplichtingen zowel van geldelijke aard als anderszins jegens derden, een en ander binnen de beperkingen als bij of krachtens deze statuten vastgelegd. Deze overeenkomsten worden aangeduid als 'ledencontracten'. 2. Het bestuur kan een ledencontract aangaan nadat het algemeen bestuur daartoe op voorstel van het bestuur met een meerderheid van ten minste drie vierden van de geldig uitgebrachte stemmen heeft besloten. 3. De onderhandelingsopdrachten waarover het bestuur of de door het bestuur aan te wijzen onderhandelingscommissie moet beschikken, alsmede de wijze waarop de leden omtrent de namens hen te sluiten ledencontracten tevoren worden ingelicht en andere regelingen die betrekking hebben op de ledencontracten en het afsluiten daarvan, worden voor elk af te sluiten ledencontract afzonderlijk omschreven en vastgesteld met inachtneming van het bepaalde in lid Tot een ledencontract wordt niet gerekend het aangaan van een collectieve arbeidsovereenkomst. Het bestuur kan besluiten tot het aangaan van een collectieve arbeidsovereenkomst voor werknemers van de leden van Bouwend Nederland nadat het algemeen bestuur daartoe met drie vierden meerderheid

8 Pels Rijcken 8/33 van de geldig uitgebrachte stemmen heeft besloten. Met inachtneming van diezelfde meerderheid kan het algemeen bestuur het bestuur machtigen een collectieve arbeidsovereenkomst aan te gaan of te doen aangaan. Artikel 7 - Bindende besluiten 1. Een bindend besluit is een besluit dat voor een lid de verplichting inhoudt een door het algemeen bestuur vastgestelde richtlijn bij de uitoefening van zijn bedrijf toe te passen, op de overtreding waarvan sancties zijn gesteld. 2. Een bindend besluit kan slechts worden genomen over een onderwerp dat binnen het statutaire doel van Bouwend Nederland ligt. 3. Het algemeen bestuur kan een bindend besluit alleen nemen indien de vast te stellen richtlijn woordelijk, voorzien van een toelichting en met vermelding van de mogelijke sancties, als agendapunt voor de vergadering van het algemeen bestuur is opgenomen. 4. Een bindend besluit wordt genomen in een vergadering van het algemeen bestuur met een meerderheid van ten minste drie vierden van de geldig uitgebrachte stemmen. 5. Ieder bindend besluit bevat de datum waarop het besluit is genomen, waarop het inwerking treedt en waarop het eindigt. Een bindend besluit kan ook voor onbepaalde tijd worden genomen, in welk geval het bindend besluit eindigt op een door het algemeen bestuur nader vast te stellen datum. 6. Voor een wijziging, een aanvulling, een verlenging of een (tussentijdse) beëindiging van een bindend besluit gelden dezelfde bepalingen als voor het nemen van een bindend besluit. Artikel 8 - Einde lidm aatschap 1. Het lidmaatschap van Bouwend Nederland eindigt door opzegging of ontzetting uit het lidmaatschap (royement) door Bouwend Nederland, dan wel door opzegging door het lid of wanneer het lid wordt ontbonden. 2. Indien van een vennootschap een (beherend) vennoot overlijdt, blijft een voortgezette vennootschap lid van Bouwend Nederland. Indien een lid een eenmanszaak heeft, eindigt het lidmaatschap van het lid door het overlijden van de eigenaar. 3. Een lid kan het lidmaatschap opzeggen per het einde van het boekjaar van Bouwend Nederland. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat: a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van Bouwend Nederland in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of tot splitsing van Bouwend Nederland;

9 Pels Rijcken 9/33 Fortuijn ad vacate n b. hem een besluit is bekend geworden of medegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is. Het lid kan zijn lidmaatschap niet met onmiddellijke ingang opzeggen wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd. In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 4. Opzegging door Bouwend Nederland geschiedt door het bestuur. Het bestuur kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door Bouwend Nederland kan geschieden wanneer: a. het lid zijn verplichtingen tegenover Bouwend Nederland niet of niet tijdig nakomt, waaronder begrepen het niet nakomen van financiële verplichtingen tegenover Bouwend Nederland; b. het lid de belangen van Bouwend Nederland of van de sectoren bouw en/of infrastructuur schaadt; c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen; d. het lid in staat van faillissement wordt verklaard, aan het lid definitief surseance van betaling wordt verleend, dan wel wanneer het lid ophoudt te bestaan of tot ontbinding is besloten. Voorts kan Bouwend Nederland het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen indien redelijkerwijs van Bouwend Nederland niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren. 5. Opzegging geschiedt tegen het einde van het boekjaar met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet het zijn verplichtingen nakomen. 6. Indien het lidmaatschap van Bouwend Nederland door een opzegging of een royement eindigt, is het bestuur van een afdelingsvereniging gehouden het lidmaatschap van de desbetreffende afdeling van het betrokken lid met onmiddellijke ingang door opzegging te beëindigen. Indien een lid zijn lidmaatschap van een afdelingsvereniging beëindigt, blijft het lid lid van Bouwend Nederland zolang dat lidmaatschap niet is geëindigd.

10 Pels Rijcken 10/33 I. Royement (ontzetting) kan worden uitgesproken door het bestuur en in beroep door het algemeen bestuur wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van Bouwend Nederland of Bouwend Nederland op onredelijke wijze benadeelt. Het besluit tot royement wordt het lid zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld. Het lid kan binnen een maand na ontvangst van die mededeling in beroep gaan bij het algemeen bestuur. 8. Voorts kan bij overtreding van het Reglement Gedragscode leden Bouwend Nederland het royement met inachtneming van het Procedurereglement worden uitgesproken door de commissie gedragscode en de commissie van beroep. 9. Na een uitgesproken royement is het lid gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep geschorst. Tijdens zijn schorsing is het lid gehouden zijn verplichtingen na te komen en worden zijn rechten opgeschort. 10. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid zolang het niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover Bouwend Nederland of zolang een aangelegenheid, waarbij het lid is betrokken, niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt. II. Wanneer het lidmaatschap van de moeder-/werkmaatschappij eindigt, eindigt hierdoor tevens de rechtsverhouding tussen Bouwend Nederland en een in het lidmaatschap van de moeder-/werkmaatschappij begrepen werkmaatschappij en vestiging. 12. Wanneer door een besluit van het bestuur dan wel door een uitspraak van de commissie gedragscode of van de commissie van beroep een werkmaatschappij of vestiging niet meer in het lidmaatschap van haar moeder-/werkmaatschappij is begrepen, blijft de moeder-/werkmaatschappij lid van Bouwend Nederland maar eindigt alsdan alleen de rechtsverhouding met de desbetreffende werkmaatschappij en/of vestiging. Artikel 9 - Het bestuur 1. Het bestuur bestaat uit acht personen. Het bestuur kent een voorzitter, een vice-voorzitter, een penningmeester en overige bestuursleden. 2. Het bestuur kent een onafhankelijk voorzitter die op voordracht van het bestuur door het algemeen bestuur in functie wordt benoemd, met inachtneming van het bepaalde in artikel De overige zeven bestuursleden zijn afkomstig uit de sectoren bouw en/of

11 Pels Rijcken n /33 infrastructuur. Uit elke sectie van een sector wordt één bestuurslid benoemd. 4. Om tot bestuurslid te kunnen worden benoemd of herbenoemd dient een kandidaat op de datum van benoeming of herbenoeming in het bestuur als actief ondernemer verbonden te zijn aan een bedrijf dat lid is van Bouwend Nederland. Een kandidaat is niet tot lid van het bestuur benoembaar indien een collega uit hetzelfde bedrijf reeds in het bestuur zitting heeft. In totaal kunnen tegelijkertijd niet meer dan twee collega's uit hetzelfde bedrijf zitting hebben in het bestuur en het algemeen bestuur. Een benoemd lid kan, indien het zijn werkzaamheden voor zijn bedrijf inmiddels heeft beëindigd, nog ten hoogste twee jaar bestuurslid blijven. Het in dit lid bepaalde geldt niet ten aanzien van de voorzitter van het bestuur. 5. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het algemeen bestuur, van een sectiebestuur, van een regiobestuur, van een vakgroepbestuur en van een afdelingsbestuur. 6. De benoeming van bestuursleden, met uitzondering van de benoeming van de voorzitter van het bestuur, geschiedt als volgt: In elke sectie worden één of meer uit die sectie afkomstige kandidaten gesteld door het sectiebestuur en/of door vijf onder die sectie ressorterende leden. De kandidaten moeten voldoen aan het profiel dat het bestuur heeft vastgesteld. Het bestuur toetst of de gestelde kandidaten aan het profiel voldoen en of er sprake is van een evenwichtige samenstelling van het bestuur waarbij wordt gelet op de verdeling van aandachtsgebieden. Vervolgens stelt de desbetreffende sectievergadering uit de kandidaat gestelde personen, die voldoen aan de toetsing door het bestuur, een voordacht op en doet deze voordacht aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur benoemt op basis van de voordacht voor de desbetreffende sectie een bestuurslid. Op de kandidaatstelling en benoeming is voor het overige het bepaalde in artikel 20 van toepassing. 7. Het bestuur stelt ten aanzien van ieder bestuurslid een of meer aandachtsgebieden vast, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is tegenover Bouwend Nederland gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn aandachtsgebied(en). Indien een aangelegenheid behoort tot het aandachtsgebied van twee of meer bestuursleden is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. 8. Met uitzondering van de voorzitter kan een bestuurslid, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde wegens disfunctioneren of het schaden

12 Pels Rijcken 12/33 Fo rt u ij n ad vacate n van de belangen van Bouwend Nederland door het algemeen bestuur worden geschorst. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de schorsing, welke ten hoogste drie maanden kan bedragen. Indien geen voorstel tot ontslag wordt gedaan, eindigt de schorsing door tijdsduur of door een besluit tot opheffing van die schorsing. 9. Alleen het algemeen bestuur kan een lid van het bestuur ontslaan. Het besluit tot ontslag behoeft ten minste een twee derden meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. 10. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden, bedanken, ontslag en door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Voorts eindigt het lidmaatschap wanneer het bestuurslid niet meer voldoet aan het profiel waarop hij benoemd is of wanneer het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bestuur en wanneer de periode, zoals bedoeld in de laatste zin van lid 4, langer dan twee jaar duurt. In het laatste geval stelt het bestuur de datum vast waarop het lidmaatschap van het bestuurslid eindigt. Artikel 10 - Taken en bevoegdheden van het bestuur 1. Het bestuur is belast met het besturen van Bouwend Nederland en is daarover verantwoording verschuldigd aan het algemeen bestuur. 2. Met uitzondering van de voorzitter, voor wie het bepaalde in artikel 11 geldt, heeft ieder bestuurslid een of meer aandachtsgebieden. Het bestuur stelt de aandachtsgebieden van de bestuursleden vast. 3. Het bestuur stelt het algemeen beleid van Bouwend Nederland vast en is eindverantwoordelijk voor het financiële beleid. 4. Het bestuur stelt de arbeidsvoorwaarden voor de werknemers van Bouwend Nederland vast. 5. Het bestuur is verantwoordelijk voor het functioneren van de directie. 6. Het bestuur benoemt vertegenwoordigers die Bouwend Nederland in besturen en andere overlegsituaties van organisaties en instellingen vertegenwoordigen. 7. Het bestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken aan de sectiebesturen, regiobesturen, vakgroepbesturen en afdelingsbesturen, alsmede aan commissies of personen delegeren. 8. In branchespecifieke aangelegenheden wint het bestuur het advies van het betreffende vakgroepbestuur in en worden die aangelegenheden in overleg besproken. 9. Indien het aantal bestuursleden beneden acht is gedaald, blijft het bestuur

13 Pels Rijcken 13/33 bevoegd. Het bestuur is gehouden om zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature in de vacature te doen voorzien. 10. Het bestuur ziet toe op het naleven van de statuten, reglementen en genomen besluiten. In gevallen waarin de statuten, reglementen en besluiten niet voorzien, beslist het bestuur, welk besluit van kracht blijft totdat het algemeen bestuur anders beslist. 11. Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring door het algemeen bestuur bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij Bouwend Nederland zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van ander verbindt. 12. Het bestuur is bevoegd om wanneer artikel 5 lid 1 wordt overtreden een lid voor de duur van ten hoogste zes maanden te schorsen. Het bestuur is niet bevoegd een lid te schorsen naar aanleiding van een overtreding van het Reglement Gedragscode voor leden van Bouwend Nederland. Gedurende de periode van schorsing is het lid gehouden zijn verplichtingen na te komen en worden zijn rechten opgeschort. Het lid kan van het besluit tot schorsing in beroep gaan bij de commissie van beroep die het beroep behandelt met inachtneming van het Procedurereglement. Artikel 11 - Voorzitter 1. De voorzitter van Bouwend Nederland wordt door het algemeen bestuur benoemd op grond van een profiel dat op voorstel van het bestuur door het algemeen bestuur is vastgesteld. De voorzitter kan worden gekozen uit de kring van de leden of daarbuiten. 2. Er is een selectiecommissie bestaande uit twee leden van het bestuur, twee leden van het algemeen bestuur en de algemeen directeur. Het bestuur wijst uit zijn midden twee leden aan. De twee leden van het algemeen bestuur worden door het algemeen bestuur benoemd. 3. De selectiecommissie selecteert kandidaten voor het voorzitterschap, toetst deze aan het profiel en doet vervolgens een voordracht aan het bestuur. Op deze voordracht is het bepaalde in artikel 20 lid 14 niet van toepassing. 4. Het bestuur doet nadien met betrekking tot de te benoemen voorzitter een vertrouwelijke voordracht aan het algemeen bestuur. 5. De voorzitter wordt benoemd voor de duur van vier jaren en kan aansluitend slechts éénmaal voor dezelfde periode worden herbenoemd, zulks in totaal voor een aansluitende duur van acht jaren, tenzij het algemeen bestuur anders

14 Pels Rijcken 14/33 besluit. 6. De voorzitter heeft tot taak het uitdragen van het beleid, het representeren van Bouwend Nederland, het volgen van ontwikkelingen in de sectoren bouw en infrastructuur, alsmede het leiden van de vergaderingen van het bestuur en van het algemeen bestuur. 7. De voorzitter verricht voorts al die taken die de statuten hem opdragen of hem door het bestuur of door het algemeen bestuur zijn gedelegeerd. 8. De voorzitter legt verantwoording af aan het bestuur. 9. De voorzitter van het bestuur wordt geschorst of ontslagen door het algemeen bestuur. Een besluit daartoe behoeft een meerderheid van ten minste twee derden van de geldig uitgebrachte stemmen. Het algemeen bestuur bepaalt de duur van de schorsing, die ten hoogste drie maanden bedraagt. Indien het algemeen bestuur geen besluit tot ontslag neemt, eindigt de schorsing door tijdsduur of door een besluit tot opheffing van die schorsing. Artikel 12 - Vertegenwoordiging 1. Het bestuur vertegenwoordigt Bouwend Nederland. 2. Bouwend Nederland wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur, dan wel door de voorzitter of de vicevoorzitter tezamen met de algemeen directeur of de plaatsvervangend algemeen directeur. 3. Het bestuur kan een lid of een derde schriftelijk volmacht verlenen om Bouwend Nederland te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken. 4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de gezamenlijk handelende bestuursleden, kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend kan daarentegen in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden. 5. De leden van de directie van Bouwend Nederland zijn bevoegd Bouwend Nederland te vertegenwoordigen onder de voorwaarden zoals die blijken uit de opgave aan het Handelsregister. 6. Personen aan wie hetzij op grond van deze statuten, hetzij op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten. Het ontbreken van een bestuursbesluit tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid niet aan. Artikel 13 - Reoio's

15 Pels Rijcken 15/33 1. Bouwend Nederland kent regio's. Een regio omvat de in het Regioreglement vermelde provincies. 2. Elk lid ressorteert onder de regio op de wijze zoals is bepaald in het Regioreglement. 3. Een regio kent een regiobestuur en een regiovergadering. 4. De samenstelling, taken en bevoegdheden van een regiobestuur en van een regiovergadering, alsmede de positie van een regio worden nader geregeld in het Regioreglement. 5. Een regiobestuur is bevoegd Bouwend Nederland te vertegenwoordigen in overlegsituaties met derden. Het regiobestuur neemt geen standpunten in die in strijd zijn met het verenigingsbeleid. Het bepaalde in artikel 18 vindt alsdan toepassing. Artikel 14 - Vakgroepen 1. Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het bestuur landelijk vakgroepen in en heft deze op nadat het betreffende vakgroepbestuur is gehoord. Het bestuur stelt het werkterrein van een vakgroep vast op voorstel van het vakgroepbestuur. 2. Onder een vakgroep ressorteren de leden die op hun verzoek door het vakgroepbestuur tot de vakgroep zijn toegelaten. 3. Een vakgroep kent een vakgroepbestuur en een vakgroepvergadering. 4. De samenstelling, taken en bevoegdheden van een vakgroepbestuur en van een vakgroepvergadering, alsmede de positie van een vakgroep worden nader geregeld in het Vakgroepreglement. 5. Het bestuur is bevoegd met behoud van zijn verantwoordelijkheid aan een vakgroepbestuur een mandaat te verlenen. Indien het bestuur tot het verlenen van een mandaat besluit, bepaalt het bestuur tevens de aard en omvang van het aan het vakgroepbestuur te verlenen mandaat en kan het bestuur aan dit mandaat voorwaarden en/of een tijdsduur verbinden. Voorts bepaalt het bestuur op welke wijze het desbetreffende vakgroepbestuur bij het uitoefenen van het mandaat de vereniging kan vertegenwoordigen. Een mandaat wordt schriftelijk verleend en wordt van kracht op de in de schriftelijke mededeling vermelde datum. 6. Een vakgroepbestuur kan met een door het bestuur verleend mandaat overeenkomsten aangaan die de onder de vakgroep ressorterende leden binden. Een vakgroepbestuur kan niet andere leden dan de onder zijn vakgroep ressorterende leden binden. 7. Een vakgroepbestuur is krachtens een mandaat van het bestuur bevoegd

16 Pels Rijcken 16/33 Bouwend Nederland te vertegenwoordigen in het overleg over de branchespecifieke collectieve arbeidsovereenkomsten en/of arbeidsvoorwaarden en ter zake - nadat de vakgroepvergadering daartoe met drie vierden meerderheid een besluit heeft genomen - in naam van Bouwend Nederland overeenkomsten aan te gaan die alleen de onder die vakgroep ressorterende leden binden. 8. Een vakgroepbestuur is bevoegd de vakgroep te vertegenwoordigen in overlegsituaties met derden. Het vakgroepbestuur neemt geen standpunten in die in strijd zijn met het verenigingsbeleid. Het bepaalde in artikel 18 vindt alsdan toepassing. Artikel 15 - Afdelingen 1. Bouwend Nederland kent afdelingen. De afdelingen zijn rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen waarvan de naam luidt 'Bouwend Nederland Afdeling', waaraan toegevoegd een plaats- of streeknaam. Het bestuur bepaalt het aantal afdelingen en hun grenzen, zulks onder goedkeuring van het algemeen bestuur. 2. Leden van een afdeling zijn die leden van Bouwend Nederland die na toelating door Bouwend Nederland als lid tot de afdelingsvereniging zijn toegelaten. Leden zijn niet verplicht lid te worden van een afdeling. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 kan een in het lidmaatschap van een moeder-/werkmaatschappij begrepen werkmaatschappij en/of vestiging, lid worden van een afdelingsvereniging. 4. Een afdeling heeft als taak: een het bevorderen van een uitwisseling van vakkennis, praktijkervaring en praktische ondernemingszaken tussen de leden van de afdeling; het op lokaal of streekniveau behartigen van de belangen van de leden van de afdeling; het bevorderen van de samenwerking tussen de afdelingen van Bouwend Nederland; het bijdragen aan de meningsvorming over het door Bouwend Nederland gevoerde beleid; het uitdragen van het door Bouwend Nederland vastgestelde beleid. 5. Bouwend Nederland hanteert ten aanzien van haar afdelingen modelstatuten waarmee de statuten van een afdelingsvereniging in overeenstemming dienen te zijn. Een afdelingsvereniging kan niet als afdeling van Bouwend Nederland functioneren dan nadat de statuten en reglementen van de afdelingsvereniging door het bestuur zijn goedgekeurd. Een wijziging van de statuten en

17 Pels Rijcken 17/33 reglementen van de afdelingsvereniging behoeft de voorafgaande goedkeuring van het bestuur. 6. De taken en bevoegdheden van een afdeling worden bepaald in zowel de statuten van de afdelingsvereniging als in de statuten en reglementen van Bouwend Nederland. 7. De afdelingsvergadering kan taken en bevoegdheden van de eigen afdeling nader vaststellen, mits deze niet in strijd zijn met de statuten, reglementen, besluiten van Bouwend Nederland en met het verenigingsbeleid. Het bepaalde in artikel 18 vindt alsdan toepassing. 8. Een afdeling wordt geleid door een afdelingsbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de afdelingsvergadering voor zover het besluiten of activiteiten van de afdeling zelf betreft. Voor zover het afdelingsbestuur het verenigingsbeleid op afdelingsniveau uitvoert, is het afdelingsbestuur hiervoor verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 9. De benoeming van de leden van een afdelingsbestuur geschiedt overeenkomstig de statuten van die afdelingsvereniging. 10. De afdelingsvergadering bestaat uit de leden van de betreffende afdelingsvereniging. 11. De activiteiten van een afdeling worden voldaan uit de contributie van de leden van de betreffende afdeling en uit een door het algemeen bestuur jaarlijks vast te stellen bijdrage van Bouwend Nederland aan de betreffende afdelingsvereniging. 12. Een afdeling is verplicht met betrekking tot besluiten die naar het oordeel van het bestuur of van het bestuur van een aangrenzende afdeling mede de belangen van een andere afdeling raken, overleg te plegen met het betreffende afdelingsbestuur. Komen de betreffende afdelingbesturen niet tot overeenstemming, dan beslist het bestuur. 13. Een afdelingsbestuur is bevoegd de afdeling te vertegenwoordigen in overlegsituaties met derden. Het afdelingsbestuur neemt geen standpunten in die in strijd zijn met het verenigingsbeleid. Het bepaalde in artikel 18 vindt alsdan toepassing. Artikel 16 - Secties 1. Bouwend Nederland kent voor de sectoren bouw en/of infrastructuur secties, gebaseerd op omzetklassen. De grenzen van de omzetklassen worden op voordracht van het bestuur door het algemeen bestuur bij besluit telkens voor een periode van vier kalenderjaren vastgesteld. 2. Elk lid ressorteert voor de in lid 1 genoemde periode van vier kalenderjaren

18 Pels Rijcken 18/33 naar zijn omzet onder de betreffende sectie. Een lid met omzet in zowel de sector bouw als de sector infrastructuur ressorteert in beide sectoren onder de sectie die overeenstemt met het totaalbedrag aan omzet in de beide sectoren gezamenlijk. 3. Een sectie kent een sectiebestuur en een sectievergadering. 4. De samenstelling, taken en bevoegdheden van een sectiebestuur en van een sectievergadering, alsmede de positie van een sectie worden nader geregeld in het Sectiereglement. Artikel 17 - Jona Bouwend Nederland 1. Bouwend Nederland kent een landelijk Jong Bouwend Nederland en in elke regio een Jong Bouwend Nederland-regio. 2. Het landelijk platform kent een bestuur Jong Bouwend Nederland. 3. Een Jong Bouwend Nederland-regio kent een regiobestuur Jong Bouwend Nederland en een regiovergadering Jong Bouwend Nederland. De regiovergadering Jong Bouwend Nederland bestaat uit alle in die regio onder Jong Bouwend Nederland ressorterende deelnemers. 4. De samenstelling, taken en bevoegdheden van het bestuur van Jong Bouwend Nederland, van een regiobestuur Jong Bouwend Nederland en van een regiovergadering Jong Bouwend Nederland, alsmede de financiering van het Jong Bouwend Nederland en haar regio's worden nader geregeld in het Reglement Jong Bouwend Nederland. Artikel 18 - Besluiten van secties, regio's, vakgroepen, afdelingen, platforms. Jong Bouwend Nederland 1. Het bestuur kan bepalen van welke besluiten binnen welke termijn een sectiebestuur, een regiobestuur, een vakgroepbestuur, een afdelingsbestuur, een platformbestuurscommissie, het bestuur Jong Bouwend Nederland en een regiobestuur Jong Bouwend Nederland en een afdelingsbestuur aan het bestuur schriftelijk mededeling dient te doen. 2. Het bestuur is bevoegd besluiten van een sectiebestuur, een regiobestuur, een vakgroepbestuur, een afdelingsbestuur, een platformbestuurscommissie, het bestuur Jong Bouwend Nederland en van een regiobestuur Jong Bouwend Nederland, dan wel van een sectievergadering, een regiovergadering, een vakgroepvergadering, een afdelingsvergadering, of een regiovergadering Jong Bouwend Nederland, die het in strijd acht met de belangen van Bouwend Nederland binnen twee weken nadat deze te zijner kennis zijn gekomen op te schorten. 3. Ingeval van opschorting is het bestuur verplicht om het opgeschorte besluit

19 Pels Rijcken 19/33 indien mogelijk binnen veertien dagen na de opschorting in een vergadering met het betreffende bestuur te bespreken, bij gebreke waarvan de opschorting komt te vervallen. 4. Indien het in lid 3 bedoelde overleg niet leidt tot een heroverweging door het bestuur of anders tot het ongedaan maken van de opschorting of tot het intrekken of wijzigen van de betreffende besluit, heeft het bestuur de bevoegdheid het besluit wegens strijd met de belangen van Bouwend Nederland te wijzigen of het betreffende bestuur te verbieden aan het besluit uitvoering gegeven. 5. Het bestuur is verplicht een besluit van een sectievergadering, een regiovergadering, een vakgroepvergadering, een afdelingsvergadering, of een regiovergadering Jong Bouwend Nederland, waarvan het de uitvoering heeft opgeschort of verboden, voor te leggen aan de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur, die ter zake uiteindelijk beslist. Artikel 19 - Com m issies 1. Het bestuur, een sectiebestuur, een regiobestuur, een vakgroepbestuur, het bestuur Jong Bouwend Nederland en een regiobestuur Jong Bouwend Nederland, alsmede het algemeen bestuur, een sectievergadering, een regiovergadering en een vakgroepvergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan. 2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een reglement zijn geregeld, worden deze vastgesteld door het betreffende bestuur of door de betreffende vergadering, die de commissie heeft ingesteld. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het bestuur of aan de vergadering die haar heeft ingesteld. 3. De vereniging kent een financiële commissie van drie personen. De leden van de financiële commissie worden door en uit het algemeen bestuur benoemd. Het lidmaatschap van de financiële commissie eindigt zodra de duur van de benoeming eindigt of zodra de betrokkene geen lid meer is van het algemeen bestuur. 4. De financiële commissie adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd over alle financiële aangelegenheden Bouwend Nederland betreffende. 5. De vereniging kent een commissie gedragscode en een commissie van beroep wier taken en bevoegdheden alsmede hun samenstelling en het benoemen, schorsen en ontslaan van de commissieleden worden geregeld in het Procedurereglement.

20 Pels Rijcken 2 /33 Artikel 20 - Kandidaatstelling en benoem ing 1. De kandidaatstelling en benoeming voor alle functies in Bouwend Nederland geschieden met inachtneming van dit artikel, tenzij de kandidaatstelling en/of benoeming elders anders is geregeld in welk geval dit artikel geldt voor zover daarvan niet is afgeweken. Alle functies in Bouwend Nederland worden uitgeoefend door natuurlijke personen. 2. Voor elke kandidaatstelling en benoeming in Bouwend Nederland geldt dat wordt gestreefd naar een evenwichtige afspiegeling van het ledenbestand. 3. Een kandidaat, met uitzondering van de kandidaat voor het voorzitterschap van het bestuur, dient op de datum van benoeming of herbenoeming bij het bedrijf, dat lid is, een leidinggevende functie te bekleden en bij dat bedrijf bij voorkeur statutair bestuurder te zijn. Een kandidaat voor een functie in Jong Bouwend Nederland dient in het bedrijf van een lid leiding te geven of zich in dat bedrijf op een leidinggevende functie voor te bereiden. 4. Elke kandidaatstelling en benoeming in enige functie geschiedt in persoon. Een lid kan geen rechten doen gelden op een functie die is of wordt vervuld door een persoon zoals bedoeld in lid Werknemers van Bouwend Nederland kunnen niet in enige verenigingsfunctie in Bouwend Nederland worden benoemd. 6. De voorzitter van een orgaan wordt altijd in functie benoemd. Indien een benoeming in functie geschiedt, geschiedt de kandidaatstelling of voordracht ook in functie. 7. In alle overige gevallen geschiedt de kandidaatstelling of voordracht niet in functie en worden de taken na de benoeming van de kandidaat verdeeld, van welke verdeling mededeling wordt gedaan aan de betreffende leden. 8. Het kandidaatstellen en benoemen van de leden van het bestuur, met uitzondering van de voorzitter van het bestuur, en van het algemeen bestuur geschieden door secties en regio's overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in deze statuten. 9. Het kandidaatstellen en benoemen van de leden van een regiobestuur geschieden door de leden van de betreffende regiovergadering. Zowel het regiobestuur als tenminste het in het Regioreglement vermelde aantal onder die regio ressorterende leden zijn bevoegd kandidaten te stellen. 10. Het kandidaatstellen en benoemen van de leden van een vakgroepbestuur geschieden door de leden van de betreffende vakgroepvergadering. Zowel het vakgroepbestuur als tenminste vijf onder die vakgroep ressorterende leden zijn bevoegd kandidaten te stellen.

21 Pels Rijcken 21/ Het kandidaatstellen en benoemen van de leden van een sectie geschiedt op de wijze zoals is vermeld in het Sectiereglement. 12. Het kandidaatstellen en benoemen van de leden van een afdelingsbestuur geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de statuten van die afdelingsvereniging. 13. Het betreffende bestuur stelt een rooster van aftreden op. Degene die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, wordt benoemd voor een volledige periode, zoals bedoeld in lid 15, en treedt wat de benoemingsduur betreft in het rooster van aftreden niet in de plaats van degene die hij opvolgt. 14. Voor een vacature, met uitzondering van een vacature voor het voorzitterschap van het bestuur, kunnen kandidaten worden gesteld tot uiterlijk vijf weken voor de datum waarop de vergadering plaatsvindt waarin de benoeming is geagendeerd. Indien in een vacature wordt voorzien door een verkiezing door sectievergaderingen geschiedt de voordracht van de kandidaten aan het algemeen bestuur ten minste vijf weken voor de datum waarop de vergadering plaatsvindt. 15. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald of bij besluit anders wordt besloten, geschieden benoemingen voor enige functie in Bouwend Nederland voor de duur van vier jaren en kan de betrokkene in die functie aansluitend slechts éénmaal voor eenzelfde periode worden herbenoemd, zulks in totaal voor een aansluitende duur van acht jaren. 16. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht. 17. Degenen die zijn benoemd treden in functie op de dag na hun benoeming en treden af aan het einde van de dag waarop de duur van hun (her)benoeming eindigt. 18. In een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Artikel 21 - B ureau/directie 1. Voor het uitvoeren van haar werkzaamheden kent Bouwend Nederland een bureau, bestaande uit een hoofdkantoor en regiokantoren. 2. Aan het hoofd van het bureau staat een directie, bestaande uit de algemeen directeur en één of meer andere leden van de directie. De algemeen directeur is de voorzitter van de directie. De andere leden van de directie rapporteren aan de algemeen directeur en zijn aan hem verantwoording verschuldigd. 3. De algemeen directeur is belast met de leiding over en de verantwoordelijkheid van het bureau, de dagelijkse gang van zaken, het doen voorbereiden en het doen uitvoeren van besluiten van het bestuur en van het algemeen bestuur.

22 Pels Rijcken 22/33 het aanstellen, schorsen en ontslaan van medewerkers, alsmede het vaststellen van hun rechtspositie, alsmede met alle voorkomende werkzaamheden ter realisering van de doelstellingen van Bouwend Nederland, dit alles binnen de door het bestuur geformuleerde beleidskaders. 4. De algemeen directeur handelt binnen de door het bestuur vastgestelde beleidskaders en binnen de grenzen van het beschikbare budget en is daarvoor verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 5. De leden van de directie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuur dat tevens hun arbeidsvoorwaarden vaststelt. Voor een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag van een lid van de directie is de instemming van ten minste drie vierden van het aantal bestuursleden vereist. 6. Het bestuur bepaalt het aantal leden van de directie en het taakgebied van ieder lid van de directie. Het bestuur bepaalt tevens welke lid van de directie als plaatsvervangend algemeen directeur de algemeen directeur bij afwezigheid vervangt en alsdan in diens bevoegdheden treedt. 7. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de leden van de directie worden vastgelegd in een door het bestuur vast te stellen Directiestatuut. 8. De algemeen directeur heeft het recht vergaderingen van het bestuur, een sectiebestuur, een regiobestuur, een vakgroepbestuur, een afdelingsbestuur, het bestuur van Jong Bouwend Nederland en regiobestuur Jong Bouwend Nederland onderscheidenlijk een vergadering van het algemeen bestuur, een sectievergadering, een regiovergadering, een vakgroepvergadering, een afdelingsvergadering, en een regiovergadering Jong Bouwend Nederland bij te wonen, tenzij het betreffende bestuur of de betreffende vergadering in meerderheid, al dan niet per agendapunt, anders beslist. De algemeen directeur heeft in genoemde vergaderingen een adviserende stem en kan zich doen bijstaan door een specialist op het betreffende beleidsterrein. De andere leden van de directie wonen bedoelde vergaderingen bij indien daarom door het betreffende bestuur of door de betreffende vergadering wordt verzocht. 9. Voor zover werkzaamheden zijn gedelegeerd aan een regiokantoor worden de werkzaamheden verricht onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur. De werknemers van een regiokantoor zijn in functionele zin verantwoording verschuldigd aan het betreffende regiobestuur. Artikel 22 - Algem een bestuur 1. Aan het algemeen bestuur komen de bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan een ander orgaan zijn opgedragen.