Pagina 1 van 6 AFDELINGSREGLEMENT BOUWEND NEDERLAND. Index: Artikel 0 Considerans. Artikel 1 Afdelingen. Artikel 2 Reglement

Transcriptie

1 Pagina 1 van AFDELINGSREGLEMENT BOUWEND NEDERLAND Index: Artikel 0. Considerans Artikel 1. Afdelingen Artikel 2. Reglement Artikel 3. Leden Artikel 4. Algemene rechten en verplichtingen Artikel 5. Afdelingsbestuur Artikel 6. Taken en bevoegdheden afdelingsbestuur Artikel 7. Vertegenwoordiging Artikel 8. Commissies Artikel 9. Afdelingsvergadering Artikel 10. Bijeenroeping afdelingsvergadering Artikel 11. Toegang tot de afdelingsvergadering Artikel 12. Agenda afdelingsvergadering Artikel 13. Besluitvorming een stemming Artikel 14. Financiën Artikel 15. Ondersteuning afdeling Artikel 0 Considerans 1. De afdeling stelt zich ten doel: a. om, binnen de beleidskaders van Bouwend Nederland en binnen haar werkgebied, de lokale en/of streekgebonden belangen te behartigen van de onder de afdeling ressorterende leden van Bouwend Nederland; b. bij te dragen aan het tot stand komen en het vertolken van het beleid van het bestuur en van het algemeen bestuur (verenigingsbeleid); c. om een eigen beleid te ontwikkelen en uit te voeren (afdelingsbeleid) welk beleid niet in strijd mag zijn met het verenigingsbeleid; d. collectief de belangen van de leden te behartigen bij gemeentelijke overheden, onderwijsinstanties, en andere relevante lokale beleidsinstanties; alsmede al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn in de ruimste zin des woords. 2. De afdeling tracht haar doel onder meer te bereiken door: a. het bevorderen van een uitwisseling van vakkennis, praktijkervaring en praktische ondernemingszaken tussen de leden van de afdeling; b. het op lokaal of streekniveau behartigen van de belangen van de leden van Bouwend Nederland; c. het bevorderen van de samenwerking tussen de afdelingen; d. het bijdragen aan de meningsvorming over het door Bouwend Nederland gevoerde beleid; e. het uitdragen van het door Bouwend Nederland vastgestelde beleid. Artikel 1 Afdelingen 1. Bouwend Nederland kent afdelingen zoals vermeld in artikel 15 van de Statuten. 2. Het algemeen bestuur bepaalt op voorstel van het bestuur het aantal afdelingen en hun werkgebied. Artikel 2 Reglement 1. Dit reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door het algemeen bestuur met inachtneming van het bepaalde in artikel 29 van de Statuten.

2 Pagina 2 van Dit reglement is alleen van toepassing op afdelingen zonder rechtspersoonlijkheid. 3. Het afdelingsbestuur ziet toe op het naleven van dit reglement. Artikel 3 Leden 1. Alle leden die gevestigd zijn in het werkgebied van een afdeling, ressorteren automatisch onder deze afdeling. 2. Tevens kunnen aangesloten zijn bij een afdeling werkmaatschappijen en vestigingen die bij Bouwend Nederland in het lidmaatschap van een moedermaatschappij, die lid is van Bouwend Nederland, zijn begrepen. Bedoelde werkmaatschappij of vestiging kan alleen aansluiten bij de afdeling wanneer de desbetreffende werkmaatschappij of vestiging actief is in het werkgebied. 5. Het bureau houdt een register van de onder de afdeling ressorterende leden van Bouwend Nederland bij. 6. De aansluiting bij een afdeling eindigt wanneer het lidmaatschap van Bouwend Nederland eindigt, het lid de aansluiting beëindigt dan wel aangeeft geen gebruik te wille maken van de diensten van de afdeling, dan wel wanneer het afdelingsbestuur de aansluiting beëindigt. 7. Het afdelingsbestuur kan de aansluiting bij de afdeling beëindigen wanneer: a. het lid zijn verplichtingen tegenover de afdeling niet of niet tijdig nakomt, waaronder begrepen het niet nakomen van financiële verplichtingen tegenover de afdeling; b. het lid de belangen van de afdeling of van de sectoren bouw en/of infrastructuur schaadt; c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen; Artikel 4 Algemene rechten en verplichtingen 1. Leden van Bouwend Nederland die zijn aangesloten bij een afdeling zijn verplicht: a. de belangen van de afdeling en/of van de sectoren bouw en/of infrastructuur in het algemeen te bevorderen en deze niet te schaden, alsmede zich te zullen gedragen zoals een verantwoord handelend ondernemer in de sectoren bouw en/of infrastructuur betaamt; b. alle overige verplichtingen die de afdeling in naam of ten behoeve van de leden aangaat of die uit het lidmaatschap van de afdeling voortvloeien, te aanvaarden en na te komen. 2. Op voorstel van het afdelingsbestuur is de afdelingsvergadering bevoegd aan de aangesloten leden verplichtingen van financiële aard op te leggen. Artikel 5 Afdelingsbestuur 1. Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste vijf natuurlijke personen, waaronder de voorzitter. De afdelingsvergadering bepaalt het aantal bestuursleden. 2. De leden van het afdelingsbestuur zijn afkomstig uit de sectoren bouw en infrastructuur. De afdelingsvergadering streeft naar een in relatie tot het ledenbestand evenwichtige samenstelling in het afdelingsbestuur. 3. De voorzitter wordt door het afdelingsbestuur uit zijn midden benoemd. 4. Om tot lid van het afdelingsbestuur te kunnen worden benoemd of herbenoemd dient een kandidaat op de datum van benoeming of herbenoeming in het afdelingsbestuur als actief ondernemer verbonden te zijn aan een bedrijf dat lid is van Bouwend Nederland en dat ressorteert onder de afdeling. Een kandidaat is niet tot lid van het afdelingsbestuur benoembaar wanneer meer dan één collega uit hetzelfde bedrijf bij de afdeling reeds een bestuurlijke functie bekleedt. In afwijking van het in de eerste zin bepaalde kan een benoemd lid, wanneer hij zijn werkzaamheden voor zijn bedrijf inmiddels heeft beëindigd, nog ten hoogste twee jaar lid van het afdelingsbestuur blijven. 5. Het lidmaatschap van een afdelingsbestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur. 6. De leden van het afdelingsbestuur worden door de afdelingsvergadering benoemd uit de vertegenwoordigers van de leden die bij de afdeling zijn aangesloten. Op de kandidaatstelling en benoeming is het bepaalde in artikel 20 van de Statuten van toepassing.

3 Pagina 3 van Een lid van het afdelingsbestuur kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde wegens disfunctioneren of het schaden van de belangen van de afdeling door de afdelingsvergadering worden geschorst. De afdelingsvergadering bepaalt de duur van de schorsing die ten hoogste drie maanden bedraagt. Wanneer geen voorstel tot ontslag wordt gedaan, eindigt de schorsing door tijdsduur of door een besluit tot opheffing van die schorsing. 8. Het lidmaatschap van het afdelingsbestuur eindigt door overlijden, bedanken, ontslag en door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Voorts eindigt het lidmaatschap wanneer het lid van het afdelingsbestuur niet meer werkzaam is in de sector waarvoor hij is benoemd of wanneer het lid van het afdelingsbestuur wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het afdelingsbestuur en wanneer de periode, zoals bedoeld in de laatste zin van lid 4, langer dan twee jaar duurt. In het laatste geval stelt het afdelingsbestuur de datum vast waarop het lidmaatschap van het lid van het afdelingsbestuur eindigt. Artikel 6 - Taken en bevoegdheden afdelingsbestuur 1. Een afdeling wordt geleid door een afdelingsbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de afdelingsvergadering voor zover het besluiten of activiteiten van de afdeling zelf betreft. Voor zover het afdelingsbestuur het verenigingsbeleid op afdelingsniveau uitvoert, is het afdelingsbestuur hiervoor verantwoording verschuldigd aan het bestuur. 2. Het afdelingsbestuur is belast met het besturen van de afdeling. 3. Het afdelingsbestuur benoemt vertegenwoordigers die de afdeling in besturen en andere overlegsituaties van organisaties en instellingen buiten Bouwend Nederland vertegenwoordigen. 4. Het afdelingsbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken delegeren aan commissies of personen. 5. Wanneer het aantal leden van het afdelingsbestuur beneden drie is gedaald, blijft het afdelingsbestuur bevoegd. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. 6. Het afdelingsbestuur voert ten minste één maal per jaar overleg met het betreffende regiobestuur. Deze verplichting geldt niet als een afdelingsbestuurder vertegenwoordigd is in het regiobestuur. 7. Het afdelingsbestuur dient het bestuur gevraagd en ongevraagd van advies. Artikel 7 Vertegenwoordiging 1. Het afdelingsbestuur vertegenwoordigt de afdeling. 2. De afdeling wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het afdelingsbestuur. 3. Het afdelingsbestuur kan een lid of een derde schriftelijk machtigen om de afdeling te vertegenwoordigen in gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken. 4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden. 5. Personen aan wie op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een besluit door het afdelingsbestuur is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten. Artikel 8 Commissies 1. Het afdelingsbestuur en de afdelingsvergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan. 2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een reglement zijn geregeld, worden deze vastgesteld door het afdelingsbestuur of door de afdelingsvergadering. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld. 3. De afdeling kent een kascommissie van drie personen. De leden van de kascommissie worden door en uit de afdelingsvergadering benoemd. Het lidmaatschap van de kascommissie eindigt

4 Pagina 4 van zodra de duur van de benoeming eindigt of zodra het bedrijf van de betrokkene geen lid meer is van de afdeling. Artikel 9 Afdelingsvergadering 1. Aan de afdelingsvergadering komen de bevoegdheden toe die haar in dit reglement zijn toegekend. 2. Naast de reeds in de statuten en reglementen aan haar opgedragen taken is de afdelingsvergadering meer in het bijzonder belast met: a. het vaststellen van een activiteitenplan voor het komende boekjaar. b. het vaststellen van eventuele financiële verplichtingen voor aangesloten leden. c. het vaststellen van de begroting voor het komende boekjaar; d. het vaststellen van het financiële verslag van het afgelopen boekjaar; e. het verlenen van decharge aan de leden van het afdelingsbestuur; 3. De voorzitter van afdelingsbestuur leidt de afdelingsvergadering. 4. De afdelingsvergadering bestaat uit de leden van Bouwend Nederland die bij de afdeling zijn aangesloten. 5. Om tot vertegenwoordiger van een lid te kunnen worden benoemd dient de betrokkene op de datum van aanwijzing als actief ondernemer verbonden te zijn aan een bedrijf dat is aangesloten bij de afdeling. 6. Ieder lid in de afdelingsvergadering heeft één stem. Een geschorst lid heeft voor de duur van de schorsing geen stemrecht. 7. Adviserend lid van de afdelingsvergadering zijn de directieleden, de betreffende regiomanager en regiomedewerkers van Bouwend Nederland met inachtneming van het ter zake in artikel 21 lid 8 van de Statuten van Bouwend Nederland bepaalde. Adviserende leden mogen aan de beraadslaging deelnemen, maar hebben geen stemrecht. 8. Van het verhandelde tijdens de afdelingsvergadering worden notulen gemaakt die op de volgende afdelingsvergadering worden vastgesteld. Artikel 10 Bijeenroeping afdelingsvergadering 1. Jaarlijks wordt een afdelingsvergadering gehouden. 2. Het bijeenroepen geschiedt schriftelijk per post of per aan de leden van de afdeling. Van het bijeenroepen wordt tevens aan het bestuur en aan het betreffende regiobestuur mededeling gedaan. 3. De termijn van oproeping bedraagt drie weken. Het afdelingsbestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten. 4. Een buitengewone afdelingsvergadering wordt gehouden wanneer het afdelingsbestuur dit nodig acht. 5. Voorts wordt een buitengewone afdelingsvergadering gehouden wanneer ten minste zoveel leden van de afdelingsvergadering als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de afdelingsvergadering het afdelingsbestuur daarom verzoeken. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Wanneer het afdelingsbestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een afdelingsvergadering bijeen te roepen, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het afdelingsbestuur de afdelingsvergadering bijeenroept of bij advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan leden van het afdelingsbestuur belasten met de leiding van de afdelingsvergadering en met het opstellen van notulen. 6. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het afdelingsbestuur waar en wanneer een afdelingsvergadering wordt gehouden.

5 Pagina 5 van Artikel 11 Toegang tot de afdelingsvergadering 1. De afdelingsvergadering is alleen toegankelijk voor de personen die ingevolge het bepaalde in dit artikel toegang hebben tot de afdelingsvergadering. 2. Toegang tot de afdelingsvergadering hebben: a. de leden van Bouwend Nederland die ressorteren onder van de afdeling dan wel aangesloten zijn bij de afdeling; b. de leden van het afdelingsbestuur; c. de leden van het bestuur en betreffende regiobestuur; d. leden van de directie, de betreffende regiomanager en regiomedewerkers e. anderen die door de afdelingsvergadering zijn toegelaten. 3. Een bedrijf dat als lid van de afdeling is geschorst, heeft geen toegang tot de afdelingsvergadering. Artikel 12 Agenda afdelingsvergadering 1. De agenda van de afdelingsvergadering wordt ten minste drie weken voor de dag van de afdelingsvergadering schriftelijk per post of per aan de leden toegezonden.de agenda wordt voorts toegezonden aan het bestuur en aan het betreffende regiobestuur. 2. De agenda van de jaarlijkse afdelingsvergadering bevat in ieder geval: a. het vaststellen van een activiteitenplan voor het komende boekjaar. b. het vaststellen van eventuele financiële verplichtingen voor aangesloten leden. c. het vaststellen van de begroting voor het komende boekjaar; d. het vaststellen van het financiële verslag van het afgelopen boekjaar; e. het verlenen van decharge aan de leden van het afdelingsbestuur; d. de door de afdelingsvergadering te verrichten benoemingen; 3. Uiterlijk twee weken voor de dag van de afdelingsvergadering kunnen voorstellen, ondersteund door ten minste vijf leden, aan de agenda worden toegevoegd. 4. Het afdelingsbestuur is bevoegd later ingekomen voorstellen alsmede eigen voorstellen alsnog op agenda te plaatsen. 5. De afdelingsvergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de afdelingsvergadering daartoe ter vergadering bij gewone meerderheid besluit. Artikel 13 Besluitvorming en stemming 1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de afdeling worden genomen. Lid 9 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de afdelingsvergadering. 2. De voorzitter van het afdelingsbestuur, de afdelingsvergadering of van een commissie leidt de betreffende vergadering. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de betreffende vergadering daarin wijziging te brengen. 3. De vertegenwoordiger van een bedrijf dat als lid is geschorst, kan niet namens dat bedrijf aan de stemming deelnemen. 4. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door de stemgerechtigden geldig uitgebrachte stemmen. 5. Ongeldig is de stem die is uitgebracht door een stemgerechtigde van een geschorst lid. Wanneer schriftelijk wordt gestemd zijn tevens ongeldig: blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de betreffende stemming verzocht of noodzakelijk is. Ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht en worden op het totaal aantal uitgebrachte stemmen in mindering gebracht waarna van het restant aantal stemmen de vereiste meerderheid wordt berekend. 6. Tenzij in de statuten anders is bepaald brengt ieder lid in de betreffende vergadering één stem uit. Iedere stemgerechtigde kan één andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigde kan slechts door

6 Pagina 6 van één andere stemgerechtigde worden gemachtigd. De volmacht wordt voor de aanvang van de vergadering aan de voorzitter van die vergadering overhandigd. 7. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt. 8. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Bij een tweede stemming is benoemd de kandidaat die het hoogste aantal stemmen heeft behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de derde stemming de gewone meerderheid haalt of bij een gelijk aantal stemmen door loting na een derde stemming is aangewezen. 9. Bij een schriftelijke stemming in de afdelingsvergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden die geen lid van het betreffende bestuur zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling aan de voorzitter van de afdelingsvergadering. 10. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van de stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van het genomen besluit, voor zover werd gestemd over een nietschriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van vergadering dit verlangt of, wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde, indien een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. Artikel 14 Financiën 1. Het boekjaar van de afdeling is gelijk aan het kalenderjaar. 2. De geldmiddelen van de afdeling bestaan uit de bijdragen van Bouwend Nederland, bijdragen van onder de afdeling ressorterende dan wel aangesloten leden, heffingen, entree- en inschrijfgelden, subsidies, donaties en andere inkomsten. 3. De activiteiten van een afdeling worden voldaan uit een door het algemeen bestuur jaarlijks vast te stellen bijdrage aan de afdeling en andere bijdragen. 4. Een afdelingsbestuur draagt er zorg voor dat de werkzaamheden van een afdeling kostendekkend zijn. Wanneer in enig boekjaar bedoelde financiering niet toereikend is, zal het afdelingsbestuur het tekort aanzuiveren door een extra heffing van de onder zijn afdeling ressorterende leden. Voor zover het tekort is gedekt door een door het bestuur ter beschikking gestelde financiering, draagt het afdelingsbestuur er zorg voor dat uiterlijk in het daarop volgende boekjaar terugbetaling aan het bestuur heeft plaatsgevonden. 5. De gevolgen van een door het afdelingsbestuur ten behoeve van zijn afdeling aangegane verplichting worden geheel toegerekend aan de betreffende afdeling. De aan bedoelde verplichting verbonden geldelijke gevolgen komen ten laste van de betreffende afdeling. Artikel 15 Ondersteuning afdeling 1. Een afdeling wordt ondersteund door het regiokantoor van de regio waaronder de afdeling ressorteert. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 2 december 2015