Aanvraagformulier conceptsubsidie

Transcriptie

1 Aanvraagformulier conceptsubsidie 1 Stadsvernieuwing oproep 2016 Aanvraagformulier conceptsubsidie Stad Sint-Niklaas Project Groene lob Baenslandwijk X Ontwerp voor een nieuw stadsvernieuwingsproject Bijsturing van een bestaand stadsvernieuwingsproject Alleen in uitzonderlijke omstandigheden en in samenspraak met het team stedenbeleid en de jury stadsvernieuwing (kwaliteitskamer). Akkoord voor de indiening van de aanvraag voor conceptsubsidie bij de Vlaamse overheid in het kader van de oproep naar stadsvernieuwingsprojecten, Datum Burgemeester, Stadssecretaris, Opgelet Op verschillende plaatsen in dit document is een maximum aantal woorden per onderdeel aangegeven. Let op deze limiet nergens te overschrijden.

2 Aanvraagformulier conceptsubsidie 2 1 Inzet van de conceptstudie Diagnose/visie (max. 350 woorden) Omschrijf kort de situering in de stad/omgeving, historiek, kenmerken, problematiek, kansen, planning, voorgaande projecten, beleid, Omschrijf ook kort het mogelijk projectgebied zelf (situering binnen het ruimere gebied, kenmerken, problematiek, kansen, plannings- en ontwerpwerk, voorgaande projecten, e.d.). Geef aan ten aanzien van welke problematieken/uitdagingen de stad de conceptstudie wil inzetten? Bestaan er al (master)plannen voor het projectgebied? > In 2014 werd het Lobbenstadmodel voor de stad Sint-Niklaas ontwikkeld. In de lobbenstad wordt de stadskern uitgebreid volgens een radiale structuur van compacte stadslobben met daartussen een netwerk van blauwgroene vingers tot in het hart van de stad. De woonlobben gaan uit van een hoge compactheid, zodat de bijhorende infrastructuur en diensten optimaal en kostenefficiënt kunnen benut worden. De blauwgroene vingers hebben een belangrijke functie op vlak van recreatie, duurzaam vervoer, biodiversiteit, waterbuffering en infiltratie, (stads)landbouw, verkoeling en ventilatie met gezonde lucht. In dit model worden voor de stad Sint-Niklaas 7 groene lobben voorzien. Eén lob kreeg reeds vorm als randstedelijk groengebied in de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Sint-Niklaas, voor 2 lobben werd reeds een procedure tot opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan opgestart en voor 3 lobben ten noorden van de stad worden in het najaar streefbeelden opgemaakt. De zevende en laatste lob betreft een groenstructuur opgehangen aan groene stapstenen in het zuiden van de stad. Voor de conceptie van deze laatste groene lob wordt een conceptsubsidie aangevraagd. Deze groene lob bevindt zich ten zuiden van de stadskern en loopt doorheen de Baenslandwijk tussen de invalswegen Driegaaienstraat en Knaptandstraat-Tereken. In deze wijk zijn reeds groenobjecten aanwezig, zoals het Sint-Jansplein, Adolf Daensplein en het park ten zuiden ervan, de parkbegraafplaats Tereken en het toekomstig Gerdapark op de Welzijnssite, die als groene stapstenen kunnen fungeren. De ruggengraat van de groene lob kan gevormd worden door de Kardinaal Cardijnlaan en de Baenslandstraat. De stad wenst de conceptstudie in te zetten voor de uitwerking van de groene lob in de Baenslandwijk en -straat met volgende problematieken/uitdagingen: - de integratie van een fietsroute; - de verbinding van de bestaande groenobjecten; - de groene herinrichting van de brede wegprofielen; - de mogelijke integratie van water; - de betrokkenheid van stakeholders uit de buurt; - de nieuwe wijkcirculatie en inpassing van de buslijn; - de oversteekbaarheid van de autogerichte kruispunten; - de functionele invulling van de groene lob; - kansen voor verdichting er langs. 1 De conceptstudie is er om een mogelijk project te concipiëren.

3 Aanvraagformulier conceptsubsidie 3 Grote Markt Baenslandwijk 1.2 Verwachtingen (max. 350 woorden) Wat verwacht men van het mogelijke project? Waarom wenst de stad dit project te realiseren en in welke mate zou dit project tegemoet kunnen komen aan de in de diagnose geschetste problematieken/ uitdagingen? Wat kan de bijdrage van de conceptstudie hierbij zijn? Wat is de verwachte output? Belangrijk hierbij is te noteren dat de verwachtingen van de conceptstudie duidelijk omschreven en realistisch moeten zijn, gelet op het beperkte budget van de subsidie. > Het project moet een concrete ontwerpopgave omvatten van hoe de groene lob in het zuiden van de stad er moet uitzien, wat de dimensie is van de lob en hoe de randen van de woonlobben ernaast moeten vorm krijgen. De bestaande groenelementen in de wijk kunnen hierbij als basis dienen. Voor de keuze van deze groene lob zijn er reeds concrete aanleidingen: - Er is een rioproject gepland voor de straten Smisstraat, Baenslandstraat, Prinses Jos. Charlottelaan en Kardinaal Cardijnlaan, waardoor de bovengrond volledig moet heringericht worden. Dit biedt kansen voor de (blauw?)groene herinrichting van de centrale as van de groene lob en de verbeterde oversteekbaarheid. - De stad gaat wijkcirculatieplannen opmaken gebaseerd op de principes uit het nieuwe mobiliteitsplan. Dit zal gebeuren via een participatietraject met de verschillende stadswijken

4 Aanvraagformulier conceptsubsidie 4 waaronder de Baenslandwijk. Het hertekenen van de wijkcirculatie biedt kansen om een groene (autovrije?) lob in te passen. - De buurt vraagt een vergroeningsoperatie van de Baenslandstraat en omgeving naar aanleiding van een gepland sociaal woonproject van de Sint-Niklase Maatschappij waardoor er groen verdwijnt in de straat. De groene lob kan hier een antwoord op bieden. - Het speelweefselplan voorziet op korte termijn de uitbouw van het Adolf Daensplein als groene speelruimte op wijkniveau. - Voor de herlokalisatie van het ziekenhuis AZ Nikolaas aan de zuidwestrand van de stad is een studieopdracht lopende om de nieuwe ziekenhuislocatie vorm te geven. Een (fiets)(bus?) verbinding met deze nieuwbouwlocatie en het stadscentrum kan onderdeel uitmaken van deze groene lob. - Het woonplan vestigt de aandacht op de sterke vergrijzing in de wijk. Een verbreding van het aanbod aan aangepaste woningen voor senioren is gewenst. Door de combinatie van de grotere woningen in de wijk en het eerder lage aandeel appartementen voor een stedelijke woonomgeving is het tevens aangewezen om te opteren voor compactere woningtypes. Dit geeft kansen naar verdichting op de randen van de groene lob. De conceptstudie biedt in het ontwerp van de groene lob een antwoord op deze kansen en opgaven. 1.3 Vernieuwend karakter (max. 350 woorden) Geef kernachtig aan wat het mogelijke project bijzonder kan maken, wat er vernieuwend aan is voor de stad op ruimtelijk, economisch, sociaal, ecologisch of andere vlakken, en op welke wijze het project een voorbeeldfunctie kan hebben voor andere steden. Welke kwaliteitsregisters denkt de stad met het project te willen opentrekken: integrale duurzaamheid (sociaal, ecologisch, economisch, ), coproductie (PPS, samenwerking met civiele maatschappij, communicatie, ), ruimtelijke planning en ontwerp,? Schets bovendien de mogelijke synergieën die tussen de verschillende registers moeten/kunnen ontstaan. > Het project kan bijzonder genoemd worden en past binnen de voornoemde samenhangende kwaliteitsregisters om volgende redenen: - Het project past binnen een brede stedelijke visie, het lobbenstadmodel, als opstap naar een leefbare en klimaatbestendige stad en is een alternatief voor traditionele concentrische steden. De groene lobben brengen de natuur tot in de stad. Ze zijn bovendien aantrekkelijk om recreatieve functies en voet- en fietspaden in onder te brengen en vangen het overtollig hemelwater op. De blauwgroene vingers hebben ook een gunstige invloed op het stadsklimaat. Ze temperen het hitte-eilandeffect en zorgen voor verkoeling en ventilatie. De projectvraag is ontstaan vanuit deze globale duurzame stadsvisie. - De opdracht betreft een duidelijke groenopgave in plaats van een klassieke bouwopgave. De opgave spitst zich toe op de vormgeving van de zuidelijke groene lob. In het bouwblokbeleid van de stad is hier dan ook een ontpittingsstrategie van toepassing in plaats van een verdichtingsstrategie. De stadsruimte ontwerpen vanuit een open ruimteopgave plaatst de open ruimte terug bovenaan de werkagenda van steden. - De groene lob wordt ingebracht binnen een bestaand woonweefsel. Het project moet vormgegeven worden binnen een bestaande stedelijke context. Dit is bijzonder want de groenstructuur wordt niet buiten de stad in een open ruimte geconcipieerd, maar moet omzichtig ontworpen worden binnen bestaande bebouwde structuren en autogerichte publieke ruimte. Dit vergt creativiteit en coproductie met de buurt. Het project kan een voorbeeld zijn van hoe nieuwe groenstructuren kunnen ingebracht worden in bestaande verstedelijkte contexten.

5 Aanvraagformulier conceptsubsidie 5 2 Onderzoeksvragen conceptstudie 2.1 Waarom een vraag naar conceptsubsidie? (max. 350 woorden) Waarom vraagt de stad een conceptsubsidie aan? Welke meerwaarde biedt een conceptsubsidie voor het mogelijke project? Waarom wil de stad de Vlaamse overheid (Team Stedenbeleid) in dit mogelijke project betrekken? Schets het impulskarakter van de conceptstudie. Op welke aspecten moet de conceptstudie zich focussen? > De conceptstudie zorgt voor een geïntegreerde uitwerking van verschillende aparte opgaven in de wijk (herinrichting straten, nieuwe wijkcirculatie, vergroening, speelruimte, ) aangestuurd vanuit een globale stedelijke beleidsopgave (de implementatie van een groene lob). Zonder conceptsubsidie dreigt een ad hoc aanpak. Tevens is er onder regie van het Stedenbeleid meer garantie voor kwaliteit. De conceptstudie focust zich op: - de (landschappelijke) uitwerking van de groene lob met inrichtingsvoorstellen voor de functionele invulling ervan zoals een speelroute (cf. speelweefselplan), fietsroute, water, stadslandbouw, en de verbinding met de bestaande groene ruimtes; - de randontwikkeling ter hoogte van de groene lob in de stadslobben ernaast met compacte woningtypes (cf. woonplan); - coproductie met de buurtbewoners en -verenigingen, zoals seniorenclub Baensland, JOMI vzw, een sociale tewerkstellingsplaats die inzet op o.m. stadslandbouw en groenonderhoud, en de Pretcamionet. 2.2 Omschrijving van de nood aan conceptbegeleiding voor lopende projecten. (Enkel in te vullen voor projecten die al een projectsubsidie hebben gekregen) (max. 350 woorden) Waarvoor vraagt u deze conceptbegeleiding aan? Wat is de stand van het mogelijke project? Wat is het probleem waarvoor u begeleiding wenst? > "[Klik om in te vullen, max. 350 woorden. Overschrijding van deze limiet wordt niet aanvaard.]"

6 Aanvraagformulier conceptsubsidie 6 3 Realiseerbaarheid van de conceptstudie 3.1 Projectorganisatie (max. 200 woorden) Beschrijf hoe de organisatie van de conceptstudie vorm gegeven zal worden en hoe de stad haar regierol ziet en concreet denkt waar te maken op het vlak van omkadering en ondersteuning. Schets de verschillende partners, inclusief projectontwikkelaars met eventueel eigen studiebureaus, die in het project zouden moeten betrokken worden en met welke inzet? Wat verwacht de stad op dit terrein van de conceptsubsidiëring? > De stad zal haar regierol vervullen door het leiden van de conceptstudie. De leiding en organisatie zal genomen worden vanuit de afdeling plannen en ontwikkelen. Als partners kunnen volgende actoren betrokken worden: - intern: de dienst projecten openbaar domein (met studiebureau Irtas) en het team jeugd en vrijetijdsparticipatie; - extern: buurtbewoners en -verenigingen (o.m. seniorenclub Baensland en JOMI vzw), naburige scholen, Sint-Niklase Maatschappij voor de Huisvesting, Aquafin en De Lijn. De conceptsubsidiëring zorgt voor de externe begeleiding en bijsturing tijdens het traject van de conceptstudie. 3.2 Verloop van de conceptstudie (max. 350 woorden) Welke middelen zal de stad, naast de middelen vanuit de conceptsubsidie, extra inzetten? Hoe ziet de stad het verloop van de conceptstudie? Wat verwacht je van het multidisciplinaire team dat via de conceptsubsidie zal worden ingezet? Geef een eerste fasering van het verloop van het mogelijke project waarbij je de conceptstudie een plaats geeft binnen de beoogde realisatietermijn. > Naast de conceptsubsidie zet de stad eigen personeels- en werkingsmiddelen in om de conceptstudie vlot te laten verlopen. Indien bijkomend studiewerk nodig is, kan desgevallend extra budget ingezet worden. Het verloop van de conceptsubsidie start met het samenstellen van het Lokaal Begeleidingsteam en het aanstellen van het multidisciplinair team. Na de aanstelling kan de eigenlijke studieopdracht starten. Het multidisciplinair team staat in voor de uitwerking van de groene lob in coproductie met de buurt. Fasering en projectverloop: 2016: procedure conceptsubsidie en oprichting Lokaal Begeleidingsteam 2017: aanstellen multidisciplinair team : opmaak conceptstudie : start (deel)projecten, opmaak ontwerp publieke ruimte (+ ev. opmaak RUP) Vanaf 2020: uitvoering heraanleg publieke ruimte

7 Aanvraagformulier conceptsubsidie 7 4 Contactgegevens voor het project Contactpersoon bij de stad Naam Bart Van Lokeren Telefoon Functie planoloog GSM "[Klik om in te vullen]" Adres Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas Fax bart.vanlokeren@sint-niklaas.be Politiek verantwoordelijke bij de stad Naam Christel Geerts Telefoon Functie schepen GSM Adres Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas Fax christel.geerts@sint-niklaas.be 5 Bijlagen Geef in onderstaande lijst aan welke bijlagen aan het dossier worden toegevoegd. Bijlage 1. Lobbenstadmodel Sint-Niklaas (p ) 2. Woonplan (p ) 3. Speelweefselplan (p ) Opmerking Bijlagen worden NIET meegestuurd naar de jury. Gelieve het aantal bijlagen te beperken. Voor grote beleidsdocumenten kunt u het best verwijzen naar de website van uw stad. 6 Praktische info Gelieve dit ingevulde formulier uiterlijk donderdag 31 maart 2016 elektronisch te versturen naar Thierry Goossens, accountmanager stadsprojecten van het team Stedenbeleid op het adres: thierry.goossens@kb.vlaanderen.be (tel. 02/ ). Gelieve ook gelijktijdig een door de burgemeester en secretaris ondertekende versie met alle bijlagen op te sturen naar volgend adres: Agentschap Binnenlands Bestuur, Team Stedenbeleid Boudewijngebouw, kamer 2C61 Boudewijnlaan Brussel