Bestemmingsplan. Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan. Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk

2

3 Bestemmingsplan Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk Revisie 01 Datum 18 december 2016 Auteur(s) Liesbeth van Kempen Maaike Winkel Opdrachtgever datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave ontwerp ir. E.M.A. van Kempen drs. T. Artz

4 Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

5 Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk

6 blad 2 van 72

7 Inhoudsopgave Toelichting blad 3 van 72 5 Hoofdstuk Inleiding Aanleiding Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied Bij het plan behorende stukken Leeswijzer Hoofdstuk Gebiedsbeschrijving Ontstaansgeschiedenis Ruimtelijke en functionele structuur Landschapsecologische eenheid Hoofdstuk Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Hoofdstuk Planbeschrijving Algemeen Nieuwe natuur en landschapsversterking Landgoedwoningen Recreatieve eenheid Hoofdstuk Gebiedsonderzoeken Bodem Akoestiek Lucht Milieuhinder Externe veiligheid Waterhuishouding Cultuurhistorie en archeologie Natuur (gebiedsbescherming en soortbescherming) Verkeer en infrastructuur M.e.r.-beoordelingsplicht Hoofdstuk Planopzet Feitelijke planopzet Juridische planopzet Hoofdstuk Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerheid

8 blad 4 van 72

9 Toelichting blad 5 van 72

10 blad 6 van 72

11 Hoofdstuk Inleiding Aanleiding Het landgoed Rozephoeve is een ontginningslandgoed dat ligt op de grens van de gemeenten Oisterwijk en Oirschot, ingeklemd tussen de natuurreservaten Kampina en Oisterwijkse bossen en Vennen en een groot agrarisch landschap aan de zuidzijde. Om het landschap en de opstallen in stand te kunnen houden, wordt een deel van het gebied verpacht aan boeren en een ander deel bestaat uit natuurgronden. De inkomsten uit de landbouw staan echter al jaren onder druk. Daarom werd voor het landgoed een gebiedsplan opgesteld, dat voorzag in een aantal groene projecten, zoals het aankopen van een voormalig militair mobilisatiecomplex en het plegen van (groot) onderhoud aan natuur, waaronder beekherstel. Tegelijkertijd moest worden gezocht naar nieuwe economische dragers. Vanuit het Programma Landelijk Gebied en het voormalig collegeprogramma Mooi Brabant is dit proces door de provincie begeleid. Het Inrichtingsplan en de voorbereidingen van het bestemmingsplan voor gebiedsontwikkeling zijn tot stand gekomen in een samenwerking tussen provincie Noord-Brabant, gemeente Oirschot, gemeente Oisterwijk, landgoed Rozephoeve BV, Natuurmonumenten, Waterschap de Dommel, Eco-energy BV en de betrokken grondeigenaren en/of pachters. Vervolgens zijn in de bestemmingsplanfase Eco-energy BV en Landgoed Rozephoeve BV als initiatiefnemers voor dit plan naar voren getreden. Later heeft Eco-energy BV zich teruggetrokken toen het realiseren van een biomassavergistingsinstallatie niet haalbaar bleek. Landgoed Rozephoeve BV is hierna doorgegaan met de landgoedontwikkeling, waarvan dit bestemmingsplan de resultante is. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing op deze landgoed ontwikkeling: Ontwikkeling van een landgoed van ruim 500 ha; 15,87 hectare nieuwe natuur op gronden van landgoed Rozephoeve, waarvan 11,61 hectare beekherstel (tweede fase) en 4,26 hectare bij het voormalig MOB-complex; Landschapsversterking binnen de gehele gebiedsontwikkeling (o.a. lanen en reliëf); 4 nieuwe bouwkavels voor landgoedwoningen; Beheer en herstel van 18,65 hectare natuur op het voormalig militair complex. De natuurontwikkeling draagt bij aan: Robuuste Ecolgogische Verbindingszone De Beerze; Nationaal landschap het Groene Woud; Ontsnippering van de Kleine Oisterwijkse heide; Herstel natte natuurparels Kleine Oisterwijkse heide en Klokketorenven; Versnelde realisatie van de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Het totale plan (zie 1) vormt een integraal geheel. Door (her)inrichting van het landgoed ontstaat een economische, ecologische en cultuurhistorische eenheid met een duurzame verankering in de omgeving en waar het ook voor recreanten goed toeven is. blad 7 van 72

12 Figuur 1: De Rozephoeve (bron: LBP Sight) 1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied Landgoed Rozephoeve ligt voor het grootste deel in de gemeente Oisterwijk en deels ook in de gemeente Oirschot. Het overgrote deel van de natuurontwikkeling en de landschapsversterking vindt plaats op Oisterwijks grondgebied. Evenals de realisering van twee bouwkavels. Het betreft één bouwkavel in de vorm van een poortwoning en één bouwkavel ten behoeve van het hoofdmoment. Het hoofdmoment bevat circa zes appartementen, mogelijk gecombineerd met een nevenfunctie voor zorg en/of een gemeenschappelijke functie. Binnen het Oirschotse deel van de gebiedsontwikkeling is het plan twee bouwkavels voor twee poortwoningen te realiseren. Voor het gedeelte gelegen op het grondgebied van de gemeente Oisterwijk is op 14 augustus 2013 een nieuw bestemmingsplan vastgesteld, namelijk bestemmingsplan Buitengebied. Het bestemmingsplan is daarna in werking getreden, maar nog niet onherroepelijk. Voor het deel op het grondgebied van de gemeente Oirschot is het bestemmingsplan Buitengebied fase II vigerend (onherroepelijk geworden op ). Landgoed Rozephoeve strekt zich uit vanaf de Oirschotsebaan richting het oosten, rondom de Rosepdreef en de Rosep en in het zuidelijke deel gelegen tussen de Oirschotsebaan en de Heibloemdijk (zie onderstaande figuur 2, het projectgebied is rood omrand). Het gebied ligt grotendeels in de gemeente Oisterwijk en voor een klein deel in de gemeente Oirschot (het meest oostelijke deel). Omdat de ontwikkeling als één geheel dient te worden beschouwd is de toelichting van onderhavig bestemmingsplannen op de gehele gebiedsontwikkeling gericht. In de verbeelding en bijbehorende regels (het juridische gedeelte van een bestemmingsplan) is in verband met de digitalisering waar nodig wel een splitsing gemaakt in de gedeelten die van toepassing zijn op het grondgebied van de gemeente Oisterwijk respectievelijk Oirschot. blad 8 van 72

13 Figuur 2: Ligging van het plangebied (=projectgebied, bron: LBPSight) 1.3 Bij het plan behorende stukken Voorliggend bestemmingsplan bestaat uit een geografische plaatsbepaling (verbeelding), regels en deze toelichting. De geografische plaatsbepaling en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide onderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Het bestemmingsplan vormt het juridische kader van het Inrichtingsplan Rozephoeve, gebiedsontwikkeling De Logt, d.d (zie Bijlage 1) wat hiervoor als basis heeft gediend. 1.4 Leeswijzer Het bestemmingsplan is opgebouwd conform het (wettelijke) model Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). Hoofdstukken 1 tot en met 3 gaan in op de huidige situatie van het plangebied en het relevante beleid. Hoofdstuk 4 beschrijft de voorgenomen ontwikkeling. En in hoofdstuk 5 zijn de gebiedsonderzoeken opgenomen. Hoofdstuk 6 en 7 beschrijven op welke wijze de landgoedontwikkeling in bestemmingsregels zijn vertaald en de economische en maatschappelijke uitvoerbaaheid. In deze toelichting is het plan(gebied) integraal beschreven en is - waar dit niet relevant is geen splitsing aangebracht tussen het grondgebied van de gemeente Oisterwijk en het grondgebied van de gemeente Oirschot. De regels en verbeelding zijn vanwege de blad 9 van 72

14 digitalisering wel opgeknipt in het deelgebied Oisterwijk en het deelgebied Heibloemdijk ongenummerd (gemeente Oirschot). blad 10 van 72

15 Hoofdstuk 2 Gebiedsbeschrijving In de navolgende paragrafen wordt de huidige situatie in het plangebied beschreven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van het plangebied en de actuele ruimtelijke en functionele hoofdstructuur. 2.1 Ontstaansgeschiedenis Het landgoed Rozephoeve is een ontginningslandgoed uit het begin van de 20ste eeuw. Het circa 525 hectare grootte landgoed is opgezet als beleggingsobject. Heidegronden werden ontgonnen ten behoeve van landbouw en bosbouw (zie de topografische kaart uit 1913 in figuur 4). Anno 2016 bestaat een derde van het landgoed uit bos- en natuurterrein en is twee derde deel verpacht aan boeren. Op het landgoed zijn 10 boerenbedrijven gelegen, deels met intensieve landbouw en deels met nevenactiviteiten. In het ontwikkelingsperspectief is het noordelijke deel gericht op vennen en bossen en het zuidelijk deel meer op agrarische activiteiten. Figuur 3: De Rozephoeve in blad 11 van 72

16 Figuur 4: Het plangebied en omgeving op een topografische militaire kaart uit Ruimtelijke en functionele structuur Het plangebied ligt grotendeels in de gemeente Oisterwijk en voor een kleiner deel in de gemeente Oirschot, noordwestelijk van het plaatsje Spoordonk. Ten zuiden van het plangebied is de A58 gelegen, ten noorden het natuurgebied Kampina en ten oosten het riviertje de Beerze. Het plangebied bestaat uit akkers en weilanden, bos- en natuurpercelen en een voormalig defensieterrein (MOB-complex) waarop het grootste deel van de gebouwen gesloopt is. Er zit een licht hellend reliëf in het terrein van west naar oost, waarbij de watergang 'de Heiloop' in het diepste punt ligt. In de bospercelen zijn vooral boom- en plantensoorten van droge gronden te vinden. De hoofdboomsoort betreft grove den, gemengd met vooral eik en berk. De lanen in het gebied bestaan voor het overgrote deel uit eiken, in de nattere delen soms gemengd met els. Tevens is er een enkele beukenlaan te vinden. Het landgoed kent op grond van zijn ligging in het grotere geheel een aantal bijzonderheden. Zo ligt het landgoed in het hart van meerdere landgoederenzones, wat kansen biedt in de functionele aspecten. Daarnaast is het een bijzonder watergerelateerd landgoed, zowel gelegen aan de dalkop en de bovenloop van het Rosepsysteem, als aan de beekflank van de Beerze. De waterscheiding tussen de beeksystemen van de Rosep en de Beerze is op het landgoed aanwezig. Dit brengt verschillende soorten watersystemen met zich mee: 'zuur' water (afstromend water vanaf de heide); kalkrijk kwelwater (van de bronnen van de Rosep en aan de overgang van dekzandrug blad 12 van 72

17 naar beekdal van de Beerze); mineraalrijk water van de Heiloop en aangrenzende lopen uit het LOG Stille Wille; beekwater van de Beerze, eventueel opgeleid via de Kattenbergse Loop. 2.3 Landschapsecologische eenheid Om de kansen in dit gebied goed te doorgronden is een analyse gemaakt van de oorspronkelijk structuur van het landschap en het slimme gebruik van de Kempenaar in de Middeleeuwen van kenmerken van dit landschap. De koppen van het beeksysteem van de Rosep en de parallelle stromen in het beeksysteem van de Beerze werden optimaal landbouwkundig gebruikt. Op de lagere delen waren weides en beemden. Op de rijkere hogere gronden van buurtschap de Logt lagen de grotere akkerpercelen. De Oirschotse heide had een zeer grote omvang, de rechte postkoetsroute over de Oirschotsebaan is al vermeld op de Krayenhoffkaart uit Langs de flank van het heidecomplex, naar de Beerze toe was in de 18/19e eeuw sprake van een ingenieus bevloeiingssysteem. Uittredend kwelwater en opgeleid beekwater bevloeiden 'drie rijen' beemden. Er is een analyse gemaakt van de hoogteligging van het gebied, de geomorfologie en de bodemtypen. In het gebied komen plaatselijk veel hoogteverschillen voor waardoor ook veel overgangen tussen nat en droog ontstaan. Delen van het gebied zijn kwelgevoelig, andere delen zijn juist infiltratiegebieden. De hoogteverschillen worden in het ontwerp extra aangezet. Uitgangspunt is het creëren van grotere natuureenheden op het landgoed waardoor kerngebieden kunnen ontstaan. Hierdoor sluit het landgoed qua landschapstypen aan bij de omringende gebieden. Belangrijk is het tot uiting brengen van de specifieke ligging van het landgoed in biotopen. blad 13 van 72

18 blad 14 van 72

19 Hoofdstuk 3 Beleidskader In dit hoofdstuk wordt het voor dit bestemmingsplan relevante algemene beleidskader uiteengezet. Beleid dat specifiek is gericht op een bepaald gebiedsaspect (zoals water of natuur), komt in de desbetreffende paragraaf in hoofdstuk 5 aan de orde. In onderstaande (sub)paragrafen wordt achtereenvolgens ingegaan op de belangrijkste nota s van het Europees en Rijksbeleid, provinciaal beleid en beleid van de gemeenten Oisterwijk en Oirschot Rijksbeleid Structuurvisie infrastructuur en ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld. In de Structuurvisie staan de plannen voor ruimte en mobiliteit van nationaal belang. Het Rijk zet met de structuurvisie het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Conclusie t.a.v. de beoogde landgoedontwikkeling Door het nationale karakter van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en de schaal van onderhavig bestemmingsplan, heeft dit bestemmingsplan geen raakvlak met dit nationaal beleid. Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het onderhavige plan in overeenstemming is met de Structuurvisie Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) regelt de doorwerking van nationale belangen op ruimtelijk gebied in bestemmingsplannen door het stellen van de juridische kaders. Het Barro is ook wel bekend als de AMvB Ruimte. Conclusie t.a.v. de beoogde landgoedontwikkeling Met de ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve, gebiedsontwikkeling de Logt zijn geen nationale belangen in het geding, waardoor het Barro niet van invloed is Ladder voor duurzame verstedelijking In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is de ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Deze ladder is per 1 oktober 2012 als motiveringseis in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgenomen. De ladder voor duurzame verstedelijking is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. Voor de verankering van de ladder in het Bro zijn de artikelen en gewijzigd. Artikel definieert de relevante begrippen. In artikel lid 2 is de werking van de blad 15 van 72

20 ladder uitgelegd. De tekst van dit artikel luidt: "lid 2: De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden: a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte (trede 1); b. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins (trede 2), en; c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld (trede 3)." Onder een stedelijke ontwikkeling wordt verstaan: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen (artikel onder 1-i Bro). Conclusie t.a.v. de beoogde landgoedontwikkeling Wat betreft lid 2 onder a, de zogenaamde eerste trede van de ladder, dient de regionale behoefte voor de functie wonen te worden aangetoond. Ten behoeve van lid 2 onder b, de tweede trede, dient beschreven te worden in hoeverre in die behoefte binnen bestaand stedelijk gebied kan worden opgevangen. Overigens is het de vraag of de landgoedontwikkeling, onder andere vanwege het beperkte aantal woningen, wel echt als woningbouwlocatie c.q. stedelijke ontwikkeling bezien moet worden. Trede 1 van de ladder voor duurzame verstelijking voor Landgoed Rozephoeve Regionale borging 2010 De gemeente Oisterwijk maakt deel uit van de regio Midden-Brabant. De regiogemeenten maken jaarlijks met de provincie Noord-Brabant in het RRO kwantitatieve afspraken over het woningbouwprogramma voor de komende tien jaar. De regionale afspraken worden jaarlijks geactualiseerd. Woonvisies (2011 en 2016) De Woonvisie bevat voor de gemeente Oisterwijk een referentieprogramma van 688 woningen voor de periode tot 2021 (conform scenario III). Het college hanteert het referentieprogramma als kader, waarbij het niet gaat om het realiseren van een bepaalde differentiatie per locatie of project, maar meer om het behalen van de integrale gemeentelijke woningbouwdoelstellingen. De Woonvisie van de gemeente Oirschot heeft als doel: "Voor de huidige en toekomstige bewoners voorzien in een passende, toekomstbestendige woningvoorraad met ruimte voor initiatieven en oog voor het monumentale en groene karakter van de gemeente." Daarbij vindt de gemeente het tevens van belang ruimte te bieden aan initiatieven vanuit de bevolking en aan het bieden van experimenteer- en innovatieruimte. De bouw van 2 landgoedwoningen sluit aan bij dit streven. In het woonbehoefte onderzoek dat uitgevoerd is in opdracht van de Metro-pool Regio Eindhoven (2014) is het huidige woningaanbod geconfronteerd met de demografische ontwikkeling en de huidige behoefte van de Oirschotse bevolking. Uit dit onderzoek blijkt dat er de komende tien jaar ruimte is voor de toevoeging van circa 790 woningen. Hierbij moet rekening gehouden worden met de behoeften van de diverse doelgroepen zoals de starters, doorstromers, senioren en mensen met een ondersteuningsvraag alsmede de blad 16 van 72

21 verschillende eigendomsverhoudingen. De toevoeging moet zowel in de koop- als de huursector plaats vinden. Regionale woningbouwafspraken 2014 Op grond van de provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose 2014 (bevolkingsprognose.brabant.nl) zijn de woningbouwafspraken in december 2014 geactualiseerd. De prognose geeft aan wat in kwantitatieve zin de behoefte is aan woningen in de gemeente Oisterwijk. De laatste prognose laat voor Oisterwijk een behoefte zien van 910 woningen in de periode 2014 t/m De ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve valt binnen deze periode. Het thans aanwezige percentage 'harde plancapaciteit' rechtvaardigt dat de gemeente het bestemmingsplan 'Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk' vaststelt om - zij het voor een klein deel - te kunnen voorzien de woningbehoefte die volgt uit de prognose en de afspraken. Regionaal Kwalitatief Behoefteonderzoek 2014 De regio Midden-Brabant heeft in 2014 grootschalig onderzoek gedaan naar de woningbehoeften in de regio, Uit dit onderzoek komt duidelijk naar voren dat de kern Oisterwijk binnen de regio kan rekenen op grote waardering als aantrekkelijkste woonplaats, waarmee gelet op de grote verhuisgeneigdheid in de regio de kern Oisterwijk met haar onderscheidende woonmilieus voorziet in een regionale woningbehoefte. Ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve draagt bij aan deze onderscheidende woonmilieus. Trede 2 van de ladder voor duurzame verstelijking voor Landgoed Rozephoeve Gezien de specifieke kenmerken van een landgoed, het onderscheidende woonmilieu wat hiermee wordt nagestreefd en de ligging van Landgoed Rozephoeve is het niet mogelijk de landgoedwoningen binnen bestaand stedelijk gebied te realiseren. Trede 3 van de ladder voor duurzame verstelijking voor Landgoed Rozephoeve De ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve betreft een beperkt aantal landgoedwoningen welke door middel van een inrit of ontsluitingsweg op de bestaande wegenstructuur zullen worden ontsloten. De nieuwe woningen en appartementen zullen gezamenlijk slechts enkele tientallen extra verkeersbewegingen per etmaal genereren. Daarbij is het centrum van Oisterwijk en Oirschot ook per fiets goed bereikbaar Provinciaal beleid Structuurvisie partiële herziening 2014 Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant (SVRO) in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld. Door de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening zijn de bestuurlijke verhoudingen flink veranderd. Naast nieuwe ruimtelijke vraagstukken is ook een andere sturing en rolopvatting van de provincie nodig. De sturing en rolopvatting van de provincie zijn in de SVRO per beleidsonderdeel uitgewerkt. De provincie onderscheidt vier manieren van sturen om haar doelen te bereiken. Dat zijn regionaal samenwerken, ontwikkelen, beschermen en stimuleren. Met haar sturingsfilosofie wil de provincie een balans vinden tussen toelatingsplanologie en ontwikkelingsplanologie. Beide vormen van sturen kunnen niet zonder elkaar en horen bij de provinciale rol. De SVRO van de provincie Noord-Brabant schetst de hoofdlijnen van het provinciaal blad 17 van 72

22 ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen. In de Structuurvisie staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. In de Verordening Ruimte (zie verder) worden die provinciale belangen vervolgens veiliggesteld. De structuurvisie is opgebouwd uit twee delen en een uitwerking. In het eerste deel,deel A, wordt de kern van de visie van de provincie op de ruimtelijke ontwikkeling van Noord-Brabant omschreven. Deel B van de structuurvisie 'Ruimtelijke structuren' beschrijft de wijze waarop de provincie de visie uit werkt in vier robuuste ruimtelijke structuren: Groenblauwe structuur, Landelijk gebied, Stedelijke structuur en Infrastructuur. In de structuren staat hoe de provincie aankijkt tegen de ontwikkeling van functies. Al deze hoofdstukken bevatten een Uitvoeringsparagraaf. Hierin staat welke instrumenten de provincie in zet om de doelen uit de structuurvisie te realiseren. Dit is een dynamisch onderdeel van de structuurvisie. Het kan periodiek worden herzien. Een specifiek onderdeel van de structuurvisie zijn de Gebiedspaspoorten. Dit is een uitwerking van de structuurvisie die als een apart document is vastgesteld. De gebiedspaspoorten bevatten de landschapskenmerken die bepalend zijn voor de kwaliteit van een gebied of een landschapstype en hoe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen bijdragen aan het behoud en versterking daarvan. Visie Het plangebied ten noorden van de Spoordonkseweg is aanduid als groenblauwe structuur. De provincie onderscheidt in de groenblauwe structuur drie perspectieven, één daarvan is de groenblauwe mantel. De groenblauwe mantel bestaat overwegend uit gemengd landelijk gebied met belangrijke nevenfuncties voor natuur en water. Het zijn gebieden grenzend aan het kerngebied natuur en water, die bijdragen aan de bescherming van de waarden in het kerngebied. Het behoud en vooral de ontwikkeling van natuur, water (-beheer) en landschap is in de groenblauwe mantel een belangrijke opgave. Vormen van grondgebonden agrarisch grondgebruik zijn van blijvend belang voor de ontwikkeling van groene en blauwe waarden. Binnen het gebied liggen kansen voor recreatie en toerisme. Ook een aantal groene gebieden door én nabij het stedelijk kralensnoer zijn onderdeel van de groenblauwe mantel. Het plangebied ten zuiden van de Spoordonkseweg, daar waar de biomassa installatie gerealiseerd wordt, is aangeduid als gemengd landelijk gebied. Een van de speerpunten in de Srvo is het geven van ruimte voor duurzame energie. In de visie staat dit als volgt verwoord: De opgave is om rekening houdend met de draagkracht van het Brabantse landschap nieuwe duurzame energiebronnen te ontwikkelen. Beleid Binnen de groenblauwe mantel is de agrarische sector een grote en belangrijke grondgebruiker. Het behoud en vooral de ontwikkeling van natuur, water (-beheer) en landschap is een belangrijke opgave. Waar mogelijk zet de provincie in op herstel van de kwelstromen. Nieuwe ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel zijn mogelijk, als deze bestaande natuur-, bodem- en waterfuncties respecteren of bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van deze functies of het (cultuurhistorisch waardevolle) landschap. De versterking van de binnen de groenblauwe mantel aanwezige leefgebieden voor plant- en diersoorten vraagt daarbij specifieke aandacht. Het beleid is er op gericht dat de belevingswaarde en de recreatieve waarde van het landschap toeneemt. Ontwikkelingen passen qua aard en schaal bij het ontwikkelingsperspectief voor de groenblauwe mantel en houden rekening met omliggende waarden. Dit wordt betrokken bij de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit. Een (verdere) ontwikkeling van kapitaalintensieve functies, zoals stedelijke ontwikkelingen, blad 18 van 72

23 (bezoekers)intensieve recreatie en concentratiegebieden voor intensieve landbouwfuncties zijn strijdig met de doelen die in de groenblauwe mantel worden nagestreefd. De ontwikkelingsmogelijkheden voor deze intensievere functies zijn dan ook beperkt. In de groenblauwe mantel biedt de provincie ruimte aan de groeiende vraag naar 'diensten' die het landelijke gebied aan de samenleving kan bieden. Agrarisch natuurbeheer, groeneen blauwe diensten, vormen van agrarische verbreding die zijn gericht op de beleving van rust en ruimte, energiewinning met een directe koppeling aan de agrarische bedrijfsvoering, zonne-energie en de ontwikkeling van met name grondgebonden melkveehouderijen zijn als economische drager in dit gebied gewenst. Een verdere intensivering van in de groenblauwe mantel voorkomende agrarische bedrijvigheid is niet wenselijk. Binnen het gemengd landelijk gebied is multifunctioneel gebruik uitgangspunt. Het gemengd landelijk gebied is een veelzijdige gebruiksruimte. Ontwikkelingen, zoals wonen, werken, (historische) landgoederen, recreatie en toerisme, passen qua aard, schaal en functie bij de omgeving en houden rekening met de omgevingskwaliteiten. In de gebieden rondom de groenblauwe structuur is de ontwikkeling van functies meer afgestemd op het ondernemen in een groene omgeving en de versterking van natuur- en landschapswaarden. De ontwikkeling van functies is in beginsel alleen mogelijk op vrijkomende locaties. Ontwikkelingen in het landelijk gebied leveren een bijdrage aan de versterking en beleving van het landschap, bijvoorbeeld door investeringen in de fijnmazige groenblauwe dooradering van het platteland, in het cultuurhistorisch erfgoed en in de versterking van de recreatieve structuur. Nationaal landschap Het Groene Woud Het plangebied van onderhavig bestemmingsplan is eveneens gelegen in het nationaal landschap Het Groene Woud. De provincie ziet in dit landschap een belangrijke rol voor de landbouw, recreatie en toerisme in de gebiedsgerichte en integrale aanpak in het buitengebied. In het bijzonder geldt dat in de aanpak en uitvoering van het beleid voor de nationale en provinciale landschappen. Voor deze gebieden geldt dat de landbouw, met name verbrede landbouw, recreatie en toerisme belangrijke economische motoren zijn. Het accent ligt daarom minder op de primaire agrarische productie maar meer op groen ondernemerschap. In gebieden waar de ontwikkeling van de landbouw samen met ontwikkeling van natuur, landschap, recreatie, wonen, werken en zorg van belang is voor de plattelandseconomie, biedt de provincie ruimte voor menging van deze functies. De provincie wil dat de verschillende functies zich daar in evenwicht met elkaar ontwikkelen. Naast bescherming van gebieden met hoogwaardige ecologische en landschappelijke waarden is het beleid daarom tevens gericht op het realiseren van kwaliteitsdoelstellingen door middel van een stimulerende, gebiedsgerichte aanpak. Partiële herziening 2014 Belangrijke beleidswijzigingen hebben betrekking op de realisatie van natuur en de transitie naar zorgvuldige veehouderij in Brabant. De structuurvisie is opgebouwd uit 2 delen (A en B) en een uitwerking. Realisatie van natuur Ondanks bezuinigingen bij het Rijk wil Brabant het natuurnetwerk, de Ecologische Hoofdstructuur en de verbindingen, afmaken. Hiervoor komt meer tijd beschikbaar, namelijk tot Daarbij wordt meer overgelaten aan de natuur zelf zodat minder intensieve en dure beheersmaatregelen nodig zijn. Groen Ontwikkelfonds: Voor het afmaken van het Natuurnetwerk wordt een Groen Ontwikkelfonds ingericht. Dit fonds zorgt ervoor dat goede initiatieven tot stand komen en publieke en private geldstromen samenkomen. blad 19 van 72

24 Nota Brabant Uitnodigend Groen (BrUG): Het beleid is verwoord in de nota 'Brabant: Uitnodigend Groen'. Deze geeft de kaders voor het provinciale natuur- en landschapsbeleid Op basis van de nota worden concrete activiteiten uitgewerkt, die de provincie samen met externe partijen uitvoert. Transitie naar zorgvuldige veehouderij Dit is uitgewerkt in de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) Verordening ruimte 2014 Met de vaststelling van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is door de nationale overheid het onderscheid gemaakt tussen visie en beleid en de doorwerking daarvan naar anderen. De Verordening ruimte is een van de instrumenten om de doelen uit de Structuurvisie te realiseren. In maart 2014 is de Verordening ruimte 2014 voor het eerst vastgesteld. Halverwege 2015 is bezien of de regels aanpassing behoeven. Dit heeft op enkele onderdelen geleid tot aanpassing van de regels. In juli 2015 is de gehele Verordening opnieuw vastgesteld. De Verordening ruimte richt zich tot gemeenten doordat de verordening regels bevat die een gemeente moet betrekken bij hun besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. Door middel van aanduidingen en structuren op kaart worden de regels per gebied vastgesteld en inzichtelijk gemaakt. Voor het onderhavig plangebied zijn de volgende aanduidingen van toepassing: Attentiegebied ecologische hoofdstructuur Stromingen in het grondwatersysteem kunnen veranderen door verandering van bodemopbouw of het doorboren van lagen (bij grondverzet of diepploegen). Voor activiteiten die een negatief effect op de (grond)waterstand in een natte natuurparel kunnen hebben, is een vergunning nodig. In het derde lid van dit artikel is opgenomen dat het waterschap betrokken wordt bij de beoordeling van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Ook bij een verzoek tot grenswijziging van een Attentiegebied ecologische hoofdstructuur moet het betreffende waterschapsbestuur worden gehoord (artikel 12.2 lid 1 onder b). Beperkingen veehouderij De regels in gebieden Beperkingen veehouderij gelden voor alle veehouderijen. Doel van de aanduiding is om een verdere intensivering vanwege ontwikkelingen in de veehouderij in de aangeduide gebieden tegen te gaan. Vestiging of uitbreiding ten behoeve van veehouderij is hier dus niet mogelijk. Binnen het gebied wordt een uitzondering gemaakt voor grondgebonden veehouderijen; de voorwaarden die hieraan worden gesteld zijn voor alle veehouderijen gelijk. Cultuurhistorisch vlak De cultuurhistorische vlakken binnen de provincie verdienen specifieke aandacht vanwege de onvervangbaarheid ervan. De provincie wil de onvervangbare waarden beschermen in de Verordening. Het gaat om de cultuurhistorische vlakken in de cultuurhistorische landschappen zoals aangegeven op de Cultuurhistorische Waardenkaart. Plannen of projecten die de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied aantasten zijn niet toegestaan. Het bestemmingsplan moet voorzien in een beschermende regeling, zoals een vergunningenstelsel of verbodsbepalingen. Naast de aanduidingen zijn er door de provincie ook structuren opgesteld om het mooie, vitale landelijke gebied van Brabant te behouden. Op het onderhavig plangebied ligt de volgende structuur: Groenblauwe mantel blad 20 van 72

25 De Groenblauwe mantel is het gebied dat de Ecologische hoofdstructuur verbindt met het landelijk of stedelijk gebied. De mantel beschermt het gebied en zorgt voor een verbinding met het omliggende gebied. Het bestaat voornamelijk uit multifunctioneel landelijk gebied met grondgebonden landbouw. Het beleid richt zich op het behouden en ontwikkelen van natuur, watersystemen en landschap, maar biedt ook ruimte voor ontwikkeling van ed gebruiksfunctie, mits deze bijdragen aan de kwaliteiten van natuur, water en landschap. De gemeente beoordeelt welke waarden in een gebied aanwezig zijn en of de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de kwaliteit hiervan. Onder voorwaarden is in deze gebieden een beperkte stedelijke ontwikkeling mogelijk. Regels verordening Op basis van aanduidingen worden in de verordeningen regels gesteld waar een bestemmingsplan aan moet voldoen. Daarnaast worden er algemene regels gesteld waaraan een bestemmingsplan moet voldoen. Artikel 2 Wanneer een nieuwe ontwikkeling wordt gerealiseerd dan dient gebruik te worden gemaakt van een bestaand bestemmingsvlak of bouwblok. Een uitzondering hierop vormt artikel 6, lid 9. Hierin worden de regels gesteld waaraan het realiseren van een nieuw landgoed moet voldoen. Artikel 6 Wanneer een bestemmingsplan is gelegen in de groenblauwe mantel kan deze voorzien in de vestiging van een nieuw landgoed met een omvang van ten minste 10 hectare. Het artikel stelt (onder lid 9) eveneens een aantal eisen welke in het bestemmingsplan dienen te worden verantwoord. Conclusie t.a.v. de beoogde landgoedontwikkeling Het onderhavig plan voorziet in een versterking en verbeteren van het landelijk gebied. De realisatie van het landgoed en de uitbreiding van de bouwvlakken dient primair als economische drager voor de ontwikkeling van de natuur. Deze ontwikkeling past binnen de regels van de Verordening ruimte 2014 (zie bijlage Bijlage 4). Het beleid en de maatregelen ten aanzien van de cultuurhistorie worden nader beschreven in paragraaf Provinciaal milieu- en waterplan Het Provinciaal Milieu- en Waterplan (PMWP) zet de nieuwe koers uit voor de provinciale inzet met betrekking tot water, bodem, lucht en de overige milieuaspecten. Het PMWP gaat voor: voldoende water voor mens, plant en dier; schone en gezonde leefomgeving (bodem, water en lucht); bescherming van Brabant tegen overstromingen en externe risico's; verduurzaming van onze grondstoffen-, energie- en voedselvoorziening. In de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 (PMV) zijn milieuregels opgenomen die het drinkwater moeten beschermen. Het grondwater rond de Brabantse drinkwaterwinningen wordt beschermd met de grondwaterbeschermingsgebieden. Direct oostelijk van het plangebied ligt het waterwingebied Oirschot. In dit gebied zijn de pompputten voor de drinkwaterwinning gesitueerd. Binnen het waterwingebied zijn slechts weinig activiteiten toegestaan, om verontreiniging van het drinkwater uit te sluiten. Een deel blad 21 van 72

26 van het plangebied is gelegen in de boringsvrije zone van de waterwinning. Binnen een boringsvrije zone is het verboden om boorputten in te richten of te gebruiken. Ook systemen om bodemenergie te benutten zijn in een boringsvrije zone niet toegestaan. Verder zijn grond- en funderingswerkzaamheden dieper dan 3 meter onder maaiveld verboden. Wanneer kan worden aangetoond dat de werkzaamheden geen negatieve effecten op de drinkwaterwinning zullen hebben, kan hiervoor een ontheffing worden aangevraagd Gemeentelijk beleid Omgevingsvisie Oisterwijk Op 22 december 2016 heeft de gemeenteraad van Oisterwijk een omgevingsvisie vastgesteld voor het gehele grondgebied. De omgevingsvisie is een integrale visie waarin strategische hoofdkeuzen van beleid voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn staan. Een plan, dat past binnen de kaders van de visie kan, bij een positieve afweging van het bestuur, mogelijk worden gemaakt met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de desbetreffende ontwikkeling. Doel Met de nieuwe omgevingsvisie wil de gemeente een beleidskader opstellen, dat de inwoners, ondernemers én bestuurders inspireert. In het document worden de kaders omschreven, waarbinnen initiatiefnemers worden uitgenodigd om hun plannen op te stellen. De visie is opgesteld volgens de gedachtegang van de uitnodigingsplanologie. De gemeente bepaalt niet meer wat ergens moet komen, maar geeft enkel aan binnen welke kaders projecten de meeste slagingskansen hebben. Het is vervolgens aan de burger en/of ondernemer om hiermee aan de slag te gaan. De visie dient als: Inspiratie voor ondernemers, bestuurders en inwoners. Richtinggevend kader voor het toekomstig gemeentelijk ruimtelijk ordeningsbeleid. Toetsingskader voor individuele verzoeken en initiatieven die niet passen binnen de bestemmingsplannen. Input voor overleg met de Provincie en de regio over de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Basis voor kostenverhaal (grondexploitatie-instrument). Naast het ruimtelijke beleid heeft ook het verkeers-, milieu-, natuur- en waterbeleid een plek gekregen in deze visie. Daarnaast is gezocht naar raakvlakken met het sociale beleid (o.a. gezondheid, zorg en sport) bij de inrichting en ontwikkeling van de ruimte in de gemeente Oisterwijk. Hieronder een samenvatting van de thema's en aspecten welke relevant zijn voor de ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve. Wonen Oisterwijk kent een hoog gewaardeerd woonklimaat. Dit goede woonklimaat heeft tot gevolg dat de woningprijzen in Oisterwijk relatief hoog zijn. Er is een behoefte in Oisterwijk naar verschillende type woningen. Een grote (maatschappelijke) opgave die op de gemeente afkomt zijn de veranderingen in de zorgvraag in combinatie met de vergrijzing. Recreatie en Toerisme Vrijetijdseconomie (recreatie, toerisme en horeca) is een belangrijke sector in de gemeente Oisterwijk. wil zich onderscheiden als Parel in t Groen, met gastvrijheid en innovatie voorop. Dit vertaalt zich door in een focus op kwaliteit boven blad 22 van 72

27 kwantiteit. De positieve link tussen natuur en (mentale en fysieke) gezondheid wordt steeds vaker aangetoond. Oisterwijk heeft de perfecte omstandigheden om dit aan bezoekers aan te bieden. Op dit thema zien we dus meer kansen voor ondernemers. Onderhavig bestemmingsplan biedt mogelijkheden in het kader van de verbinding tussen natuur en gezondheid. Natuur en Landschap Uit de inventarisatie voor de Omgevingsvisie is duidelijk geworden dat de bewoners het groen en de natuur in Oisterwijk erg waarderen. Dit past ook bij Oisterwijk als Parel in t Groen. Onder de noemer natuur vallen verschillende aspecten, zoals de bossen, waarin kan worden gewandeld en gefietst en waar men de rust opzoekt. Voor het Buitengebied bepaalt het type landschap van een gebied in grote mate hoe de natuur ervaren wordt. Op de Landschappelijk Waardenkaart (zie uitsnede hieronder) zijn de verschillende landschappen van Oisterwijk terug te vinden. blad 23 van 72

28 blad 24 van 72

29 Figuur 5: Uitsnede Landschappelijke waardenkaart Omgevingsvisie Oisterwijk Gebiedsplan Rozephoeve / Ontwikkelingsvisie beekherstel Rosep Ingeklemd tussen het natuurgebied Kampina en het grootschalige agrarische landschap aan de zuidzijde ligt Landgoed Rozephoeve, een particulier landgoed ter grootte van ongeveer 530 ha. Het landgoed maakt deel uit van het stroomgebied Beerze-Reusel. De beek Rosep, waarvan de loop sinds 1850 nagenoeg hetzelfde is, stroomt over het landgoed en bepaalt voor een belangrijk deel het beeld, ondermeer door de van oudsher beekbegeleidende bossen. De beek is belangrijk voor het aangrenzende natuurgebied Kampina. Het landgoed is vanwege actuele én potentiële natuur- en ecohydrologische kwaliteiten van grote waarde. Omdat deze momenteel onvoldoende tot ontwikkeling komen is door de eigenaar het initiatief genomen om in samenspraak met onder andere de provincie, gemeente Oisterwijk, Natuurmonumenten en het waterschap, het Gebiedsplan Rozephoeve te maken. In 2005 werd eveneens een ontwikkelingsvisie voor het beekdal van de Rosep opgesteld in opdracht van het Waterschap De Dommel. De visie, met name gericht op het grondgebied van het landgoed Rozephoeve en het nabijgelegen t Lot, gaat vooral in op de goede mogelijkheden voor beekherstel, waterconservering en waterberging in combinatie met natuurontwikkeling. Zowel het Gebiedsplan Rozephoeve als de ontwikkelingsvisie van de Rosep vormen de basis voor een integrale gebiedsontwikkeling. De gezamenlijke uitgangspunten en te realiseren doelstellingen zijn als volgt vertaald: benutten van ecologische en hydrologische potenties van het landgoed en omgeving, waaronder herstel van het beekdal van de Rosep, ten gunste van de Kampina; ontwikkelen en behouden van duurzame en substantiële economische dragers om het landgoed en het daarbij behorende landschap in stand te houden; landbouw is hier nadrukkelijk een onderdeel van evenals recreatie en toerisme (geen pretpark, wel verblijf en dagrecreatie); verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en versterken van de landschappelijke eenheid blad 25 van 72

30 onder andere door planontwikkeling MOB-complex Spoordonk en verplaatsing en / of omzetting intensieve veehouderijbedrijven. Het college heeft besloten om de gebiedsontwikkeling met betrekking tot landgoed De Rosephoeve uit te werken in een concreet uitvoeringsprogramma Groen blauw stimuleringskader In overwegend agrarische gebieden vormen de aanwezige landschapselementen (houtwallen, poelen of laanbomen) belangrijke dragers van de ruimtelijke, recreatieve en ecologische kwaliteiten. Hoewel de waarde van dergelijke elementen groot is, zijn in de afgelopen decennia steeds meer van deze karakteristieke elementen uit het landschap verdwenen. De reden hiervan is dat de landbouwkundige functie van deze elementen is komen te vervallen en vanuit efficiency overwegingen veel van deze elementen zijn verdwenen of in kwaliteit achteruit gegaan. Er wordt steeds meer waarde gehecht aan een kenmerkend landschap met natuurwaarden en recreatieve mogelijkheden. Het platteland kan profiteren van de aanwezigheid van recreanten en toeristen, welke de doelgroep kunnen vormen voor initiatieven ten aanzien van verbrede landbouw. Daarnaast kan landschapsontwikkeling en -onderhoud zelf een vorm zijn van verbrede landbouw waarbij agrariërs worden betaald voor het aanleggen van landschapselementen en het onderhoud ervan. Ook de ecologische waarde van het buitengebied wordt deels bepaald door de aanwezigheid van landschapselementen. Veelal vormen deze elementen (een deel van) het leefgebied voor kenmerkende soorten die bij dit landschap horen. Agrarische gebieden met landschapselementen kennen een aanmerkelijk grotere biodiversiteit dan die zonder. De gemeente Oisterwijk wil, samen met vier buurgemeenten, de landschaps- en natuurwaarden in het buitengebied versterken. Hiervoor is het belangrijk om te stimuleren dat ook particuliere grondeigenaren maatregelen nemen, zoals bijvoorbeeld het realiseren en beheren van poelen, houtwallen en randen. Om die reden willen de vijf gemeenten gezamenlijk met het Waterschap De Dommel gebruik maken van de provinciale regeling voor het subsidiëren van landschapselementen in het buitengebied. Het Stimuleringskader Groen en Blauwe diensten is een "standaard" regeling die voor geheel Noord-Brabant geldt en waarmee cofinanciering door de provincie verkregen kan worden voor de aanleg en het onderhoud van landschapselementen. De regeling voldoet aan de eisen die vanuit de landbouw aan een dergelijke regeling worden gesteld. Het biedt agrariërs de mogelijkheid om hun bijdrage aan het landschap te leveren zonder dat zij daar financieel nadeel van ondervinden. Zo wordt naast de aanleg ook het beheer en de gederfde opbrengsten of grondwaardedaling vergoed. Het leidend principe bij deze groene en blauwe diensten zal zijn dat "nieuw groen", "vrij groen" is. Hier moet echter wel een nuance aan worden gebracht:, wanneer zeldzame soorten zich in nieuw groen vestigen komt er nieuwe juridische bescherming om de hoek kijken Programma Plattelandsvernieuwing (Oirschot) Oirschot koestert het platteland. Het is een uniek gebied om te wonen, werken en ontspannen. De afwisseling van boerderijen, beken en natuurgebieden zorgt voor een aantrekkelijk landschap. Met het programma Plattelandsvernieuwing investeert de gemeente in de toekomst en wordt gewerkt aan de ontwikkeling van natuur, landschap, water, leefbaarheid, landbouw, cultuur en recreatie. Kwaliteit in Natuur en Landschap De gemeente Oirschot telt prachtige en waardevolle natuurgebieden. Om de veelzijdigheid in de natuur te behouden, worden landschappelijke waarden versterkt en de cultuurhistorie blad 26 van 72

31 zichtbaar gemaakt. Eén van de thema s uit het programma Plattelandsvernieuwing is Kwaliteit in Landschap en Natuur. In het projectplan is de volgende doelstelling opgenomen: Een afwisselend open tot gesloten landschap, met een robuust groen raamwerk, waarbinnen De Beerze en de verschillende EVZ s zijn ingericht en dieren zich dus vrij kunnen verplaatsen. Daarnaast herbergt het landschap een grotere diversiteit, behouden en versterken we de landschappelijke waarden en structuren en maken we belangrijke cultuurhistorische elementen zichtbaar in het landschap. Conclusie t.a.v. de beoogde landgoedontwikkeling De landgoedontwikkeling maakt 15,87 ha nieuwe natuur mogelijk. Daarnaast vindt landschapsversterking plaats. Bij de landschapsversterking wordt ingezet op het versterken van de landschappelijke structuur. Dit gebeurt onder andere door het verbeteren van bestaande laanbeplanting en het toevoegen van nieuwe lanen. De landschappelijke structuur wordt verder versterkt door het toevoegen van een aantal poorten bij de toegangen tot het landgoed en de creatie van een hoofdmoment voor het landgoed. Dit is een centraal gelegen hoofdgebouw dat dient als oriëntatie- en vertrekpunt en het nieuwe 'hart' gaat vormen van het landgoed. In het totaalplan worden ook waterdoelen meegenomen. Zo is het de bedoeling dat er een verbetering optreedt in het waterhuishoudingssysteem waarmee landbouw en natuurdoelen (onder andere in relatie met het natuurgebied Kampina en het dal van de Beerze) zijn gediend. Vanuit de kern van het nieuwe landgoed wordt richting Spoordonk een nieuwe recreatieve route gecreëerd in het verlengde van de Broekstraat. Dit is één van de verbeteringen op het gebied van recreatie en toerisme. Ook worden de landschappelijke beleving en de padenstructuur verder versterkt. De landgoedontwikkeling draagt daarmee bij aan het halen van verschillende doelen uit het programma Plattelandsvernieuwing en in het bijzonder de doelstelling rond Kwaliteit in Landschap en Natuur Intergrale visie Toerisme - Recreatie De gemeente Oirschot beschikt over een gevarieerd toeristisch recreatief product, door haar cultuurhistorische kernen, natuurgebieden en landgoederen en een redelijk divers dag- en verblijfsrecreatief aanbod. Verder vervult de gemeente in toenemende mate een recreatieve functie voor de steden Eindhoven en Tilburg. De Integrale visie toerisme recreatie uit 2006 beschrijft de ontwikkeling van Oirschot als toeristische bestemming. De gemeente Oirschot wil geen ongebreidelde toename van recreatieve voorzieningen en recreanten, maar een geleidelijke en geleide toename van het toerisme. Toerisme moet aansluiten bij de kernwaarden van Oirschot. De kernwaarden van Oirschot zijn: Bourgondisch, Monumentaal, Landelijk en Cultureel. Ondernemers moeten aan de andere kant voldoende ruimte krijgen om in te kunnen spelen op de behoefte en om economisch rendabel te kunnen zijn. Het plangebied valt in deze integrale visie in de zone "overig landelijk gebied", waarvoor in het bestemmingsplan buitengebied geen specifieke regels zijn opgenomen. In de zone "overig landelijk gebied" is het toerisme gericht op het beleven van het platteland en de landbouw en voornamelijk een nevengeschikte economische activiteit. Voorwaarde voor nieuwe voorzieningen is dat zij een bijdrage leveren aan de diversiteit en kwaliteit van het toeristisch recreatief aanbod. Het platteland wordt beleefd door middel van huisverkoop van agrarische producten (boerderij of Streekwinkel), boerderijterrassen en routegebonden vormen van recreatie, wandelen over boerenland, fietsen en dergelijke. blad 27 van 72

32 Conclusie t.a.v. de beoogde landgoedontwikkeling De landgoedontwikkeling levert een bijdrage aan het toeristisch recreatief product in de vorm van recreatieve paden en aan de cultuurhistorische belevingswaarde doordat het landgoed Rozephoeve als geheel beter op kaart wordt gezet. De Kleine Oiserwijkse Heide en het voormalige MOB-complex zijn matig ontsloten vanuit de gemeente Oirschot. Onderdeel van de gebiedsvisie is om 2 poortwoningen te bouwen in het verlengde van de Broekstraat. Deze woningen moeten de toegang accentueren van de Kleine Oisterwijkse Heide, zodat het huidige en nieuw te ontwikkelen natuurgebied goed toegankelijk wordt vanuit Oirschot StructuurvisiePlus Oisterwijk De StructuurvisiePlus bevat een integrale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gehele gemeentelijk grondgebied. De kernambitie "Groene parel tussen de steden" illustreert de centrale plaats die het buitengebied daarin inneemt. De StructuurvisiePlus is dan ook een belangrijke gemeentelijke onderlegger voor het bestemmingsplan. Voor het bestemmingsplan buitengebied zijn de elementen van deelgebied 6 uit de visie van belang. Deelgebied 6: Middengebied Moergestel Het gebied is voor een groot deel onderdeel van het landbouwontwikkelingsgebied Stille Wille. Daarnaast komen verwevings- en extensiveringsgebieden voor. Ten zuiden van de A58 is geen sprake van bijzondere landschappelijke waarden. Buiten het LOG Stille Wille is ruimte voor grondgebonden agrarische bedrijven (extensivering van de graasdierensector) en extensieve vormen van verbrede landbouw; nieuwe economische dragers op het gebied van recreatie, aan het buitengebied verbonden bedrijvigheid of ambachtelijke bedrijven zijn beperkt mogelijk in aansluiting op bestaande bebouwingsclusters. De ontwikkeling van landgoed Rozephoeve is in de StructuurvisiePlus niet specifiek benoemd. Figuur 6: Duurzaam streefbeeld uit de StructuurvisiePlus Oisterwijk (bron: StructuurvisiePlus) blad 28 van 72

33 3.3.7 StructuurvisiePlus Oirschot De Structuurvisie- Plus is door de gemeenteraad vastgesteld op 28 september In de StructuurvisiePlus wordt de programmatische behoefte ingepast in de aanwezige en na te streven ruimtelijke kwaliteiten, de Duurzame Ruimtelijke Structuur. In het landelijk gebied van Oirschot komen natuur- en landschapswaarden, agrarisch gebruik en recreatief medegebruik gemengd voor en liggen grote kansen voor duurzaam waterbeheer. De agrarische functie heeft een belangrijke economische rol in het landelijk gebied van Oirschot. De gemeente acht het verantwoord en in het belang van enerzijds werkgelegenheid en anderzijds beheer van het landschap prioriteit toe te kennen aan duurzame agrarische activiteiten in een landschappelijke omgeving. Naast de aanwezigheid van grote bos- en natuurgebieden is met name het agrarisch gebruik beeldbepalend voor het landelijk gebied. Doel is deze waarden te versterken door bijvoorbeeld landschaps- en natuurbeheer, door verbreding van de bedrijfsvoering en andere nevenfuncties op de agrarische bedrijven. Partiële herziening StructuurvisiePlus (2011/2012) Op 12 juli 2011 heeft het college besloten tot een sobere en doelmatige actualisering van de StructuurvisiePlus. In de structuurvisie legt de gemeente vast welke ruimtelijke ontwikkelingen zij nastreeft. Ook kan een structuurvisie de basis vormen om fondsen op te richten en kosten te verhalen op initiatiefnemers. Deze kunnen dan weer ingezet worden voor bijvoorbeeld bovenwijkse voorzieningen, landschappelijke investeringen of parkeeroplossingen. Op 29 mei 2012 heeft de raad een uitvoeringsparagraaf vastgesteld. Hierin staan ruimtelijke ontwikkelingen als woningbouwprojecten, bedrijventerreinen, plattelandsvernieuwing en landschappelijke kwaliteitsverbetering benoemd. Het betreft projecten waarvan met enige zekerheid vaststaat dat de planvorming of realisatie voor 2015 start. Deze projecten vormen daarnaast in bepaalde gevallen een financieringsbron voor de realisatie van maatschappelijk relevante, ruimtelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen (zoals verkeerskundige maatregelen) zijn eveneens benoemd. De paragraaf bevat een koppeling tussen beide soorten ruimtelijke ontwikkelingen en geeft de basis voor het kostenverhaal. Ontwikkeling van de poortwoningen van landgoed Rozephoeve is in de StructuurvisiePlus niet specifiek benoemd. blad 29 van 72

34 blad 30 van 72

35 Hoofdstuk Planbeschrijving Algemeen Landgoed Rozephoeve, gebiedsontwikkeling de Logt bestaat uit de volgende te realiseren onderdelen: a. b. c. d. e. Ontwikkeling van een landgoed van ruim 500 ha; 15,87 hectare nieuwe natuur op gronden van landgoed Rozephoeve, waarvan 11,61 hectare beekherstel (tweede fase) en 4,26 hectare bij het voormalig MOB-complex (zie paragraaf 4.2.1); Landschapsversterking binnen de gehele gebiedsontwikkeling, het landgoed wordt weer als landgoed beleefbaar en landschappelijke waarden en ook cultuurhistorische en recreatieve waarden worden versterkt (o.a. lanen en reliëf, paden, hoofdmoment van allure en poortwoningen en poorten); 4 nieuwe bouwkavels voor landgoedwoningen, waarvan één hoofdmoment en 3 poortwoningen (zie paragraaf 4.3); beheer en herstel van 18,65 hectare natuur op het voormalig militair complex. In de hiernavolgende paragrafen is van deze uitgangspunten en de samenhang daartussen een nadere beschrijving opgenomen. Een uitgebreide omschrijving is te vinden in het inrichtingsplan (zie bijlage Bijlage 1). De inrichtingstekening is opgenomen in onderstaande figuur. blad 31 van 72

36 Figuur 7: Inrichtingstekening Landgoed Rozephoeve, gebiedsontwikkeling de Logt In het Inrichtingsplan zijn maatregelen benoemd waarmee het landgoed als landschapsecologische eenheid en als recreatieve eenheid beter zichtbaar wordt. De samenhang tussen de verschillende gronden van het landgoed wordt op de verbeelding gemarkeerd door middel van een aanduiding landgoed. Door het toevoegen en enkele essentiële schakels in het huidige padennetwerk en de aanleg van poorten bij de toegangen tot het landgoed ontstaat een landgoed wat zich onderscheidt van zijn omgeving, maar wat ook een knooppunt in zijn omgeving is. Met een hoofdgebouw van allure en bijpassende poortwoningen krijgt het landgoed, dat van oudsher een ontginningslandgoed is met bijbehorende agrarische bedrijven, een nieuw en eigentijds 'hart'. De 11,67 ha beekherstel vindt plaats op gronden die langs de Rosep gelegen zijn (zie blad 32 van 72

37 onderstaande figuur).op deze gronden ligt nu nog een agrarische bestemming, maar deze worden als gevolg van dit plan omgezet naar een natuurbestemming. Figuur 8: Gronden langs de Rosep waar de Agrarische bestemming wordt omgezet naar een bestemming Natuur Hetzelfde gebeurt met 4,26 ha gronden rondom het voormalige MOB-complex, het betreft drie percelen ten westen en ten oosten van het nieuwe woongebied en een perceel direct ten zuid-oosten van het MOB-complex.Op het tussengelegen MOB-complex draagt Landgoed Rozephoeve zorg voor beheer en herstel van 18,65 hectare natuur, het betreft met name het natuurtype Vochtige heide. blad 33 van 72

38 Figuur 9: Gronden rondom het voormalige MOB-complex welke van een Agrarische bestemming wijzigen naar een bestemming Natuur en de bestemming Woongebied Het hoofdmoment is voorzien in de bestemming 'Woongebied - 1' direct ten noorden van het voormalige MOB-complex en in het 'hart' van het landgoed. Direct ten oosten hiervan is één poortwoning voorzien binnen de bestemming 'Woongebied - 2'. (Zie figuur 9.) De andere twee poortwoningen liggen bij de toegang van het landgoed aan Oirschotse zijde in het verlengde van de Broekstraat (zie onderstaande figuur 10). blad 34 van 72

39 Figuur 10: Bestemming Wonen voor poortwoningen op grondgebied Oirschot In het Inrichtingsplan Rozephoeve, gebiedsontwikkeling de Logt (zie bijlage Bijlage 1) zijn in de hoofdstukken 'Beeldkwaliteit', 'Stedenbouwkundige enveloppe', 'Beeldkwaliteit landschap' en 'Beplanting' (pagina's 51 tot en met 61) alle concrete eisen opgenomen voor de landgoedontwikkeling. Voor het beekherstel is het projectplan en bijbehorende inrichtingstekening uitgangspunt (zie bijlagen Projectplan beekherstel Rosep en Bijlage 3). De ruimtelijk relevante aspecten hieruit zijn waar nodig opgenomen in de regels van onderhavig bestemmingsplan Nieuwe natuur en landschapsversterking Nieuwe natuur Beekherstel Rosep De 11,67 ha beekherstel vindt plaats op gronden die langs de Rosep gelegen zijn (zie figuur 15 en bovenstaande uitsnede uit figuur 14), deze gronden liggen aansluitend op het NNB, maar maken hier geen onderdeel van uit. Voor het beekherstel is in 2012 een (gefaseerd) projectplan en inrichtingsplan opgesteld (zie bijlage Bijlage 2 en 3). Het plan omvat de aanleg van poelen, aanplant van mantel- en zoomvegetatie, droog en vochtig bloemrijk blad 35 van 72

40 grasland, het aanpassen van een kavelsloot en het planten van een bomenlaan. In het projectplan is ook aandacht voor de recreatieve en cultuurhistorische aspecten (zie pag ). Fase 1 van het beekherstel is op verzoek van het waterschap reeds uitgevoerd, voorafgaand aan de verdere inrichting van het landgoed. Daarbij zijn ook de poelen, die eigenlijk pas voorzien waren in fase 2, tegelijkertijd aangelegd. Voor de overige onderdelen van fase 2 van het beekherstel zal de realisatie gelijk oplopen met de realisatie van de landgoedwoningen. De nieuwe natuur krijgt een 'Natuur' bestemming en sluit aan op de daar reeds aanwezige natuurgronden (NNB). Hierdoor is geen sprake meer van een ecologische verbindingszone langs de Rosep, maar van een beekbegeleidend natuurgebied. Heidecomplex van het MOB gebied met omringende percelen Aan de noordzijde van het MOB wordt het heidecomplex vergroot ter versterking van de natuurwaarden en als landschappelijk setting van het nieuw te bouwen hoofdmoment (zie figuur 16 en bovenstaande uitsnede uit figuur 14). In totaal wordt in aansluiting op de bestaande gronden van het NNB 4,26 ha nieuwe natuur aangelegd. De natuurontwikkeling sluit aan op de natuur(doel)typen op en rond het voormalige MOB-gebied, waardoor een grotere lanschapsecologische eenheid ontstaat. Beheer van het gebied vindt mede plaats door een schaapskudde. In het boscomplex aan de noordoostzijde van het MOB-complex wordt meer openheid gecreeerd, wat belangrijk is voor reptielen en vlinders. Op het tussengelegen MOB-complex draagt Landgoed Rozephoeve zorg voor beheer en herstel van 18,65 hectare natuur, het betreft met name het natuurtype Vochtige heide. De overgang naar de weiden aan de oostzijde zal meer gevormd door de hoogteligging van het landschap dan door de kavelgrenzen. In potentie kunnen deze zich weiden zich ontwikkelen tot door kwelwater gevoede weiden. Hierdoor ontstaat een ruimtelijke mooie en natuurlijke overgang. Het afstromend water wordt zoveel mogelijk vastgehouden en ter plaatse geïnfiltreerd. Het hogere deel tussen Lage Logtsedijk en Heibloemdijk Het hogere, drogere deel tussen Lage Logtsedijk en Heibloemdijk zal in meer agrarisch gebruik zijn (boomkwekerijen en huiskavels van intensieve melkveehouderijen). Voorgesteld wordt om enkele bossingels aan het landschap toe te voegen om de overgang naar het open landbouwgebied geleidelijk te maken en de verbinding tussen heidecomplex en het Beerzedal ook hier landschappelijk en ecologisch te versterken De rand van de Lage Logtsedijk De lage Logtsedijk had al vanaf oudsher een functie om water te scheiden en te sturen en deze functie komt in het ontwerp terug. Aan beide zijden van de dijk zouden greppels kunnen blad 36 van 72

41 worden afgevlakt en zodoende geïsoleerd van het watersysteem van het beekdal. Hierdoor blijft uittredend kwelwater in het gebied en kan dit infiltreren, zodat de verdroging van het heidegebied verkleind kan worden en de oostelijk gelegen gronden kunnen ontwikkelen tot blauwgraslanden. Deze ontwikkeling wordt samen met Natuurmonumenten en het waterschap nog nader uitgewerkt Beeldkwaliteit landschap Door de gebiedsontwikkeling van Landgoed Rozephoeve ontstaat een nieuwe samenhang in het landschap, het landgoed wordt weer als eenheid herkenbaar. Er ontstaat een evenwichtig samenspel tussen natuur(ontwikkeling), agrarische bedrijvigheid en het nieuwe hoofdmoment van allure en de poortwoningen. Lanen en reliefs worden versterkt ten behoeve van zowel de landschappelijke als natuurwaarden. En er worden nieuwe, grotere natuureenheden rondom de Rosep en rondom het voormalig MOB-complex gecreeerd. Bij de inrichtingsmaatregelen voor het beekherstel worden de cultuurhistorische waarden en de bestaande waarden en kenmerken van het landgoed Rozephoeve zoveel mogelijk behouden en versterkt. De gedempte beek blijft als historisch tracé in het landschap zichtbaar door accentuering met behulp van een bomenrij. Daarnaast is er bij het beekherstel zoveel als mogelijk de oorspronkelijke (natuurlijke) ligging van de beek benadert. Het opnieuw aansluiten van het historisch tracé is cultuurhistorisch verantwoord en gewenst. Om het landgoed als eenheid met karakteristiek meer vorm te geven worden poorten en poortwoningen aangelegd en het straatmeubilair, de banken, de hekwerken, de poorten, de follies zullen allemaal de karakteristiek van het landgoed uitstralen. De wandelpaden zijn onverhard of in halfverharding, de lanen zijn deels verhard met asfalt en deels bestaan deze lanen uit zandpaden of uit halfverharding. De paden en zichtlijnen volgen en accentueren de cultuurhistorische patronen, maar geven het landgoed - dat van oudsher een (agrarisch) ontginningslandgoed is - ook nieuw cachet, zodat het met zijn tijd mee gaat. Gekozen is voor een robuuste, maar toch luxe uitstraling. Het landgoed kenmerkt zich door een combinatie te zijn van kloeke economie, cultuur en natuur. In het staatmeubilair zijn twee kleuren toegestaan als accent kleuren, die ook in de architectuur van de bebouwing voorkomt (luiken, schilderwerk etc.), hierdoor ontstaat eenheid en karakteristiek. In het Inrichtingsplan Rozephoeve, gebiedsontwikkeling de Logt (zie bijlage Inrichtingsplan Landgoed Rozephoeve, gebiedsontwikkeling De Logt) zijn in de hoofdstukken 'Beeldkwaliteit', 'Stedenbouwkundige enveloppe', 'Beeldkwaliteit landschap' en 'Beplanting' (pagina's 51 tot en met 61) alle concrete eisen opgenomen. Voor het beekherstel is het projectplan en bijbehorende inrichtingstekening uitgangspunt (zie bijlagen 2 en 3). De ruimtelijk relevante aspecten hieruit zijn in dit bestemmingsplan overgenomen en waar nodig opgenomen in de regels. 4.3 Landgoedwoningen Het landgoed kent een sterk variërende omgeving met bos, heide, weide en akkers, beekdal, ven en meer. De gebouwen vallen traditioneel niet erg op, ook de nieuwbouw zal zich naar het landschap voegen. Het nieuwe hoofdgebouw zal een nieuwe entiteit en baken in het landschap vormen, evenals de poortwoningen. De hiërarchie tussen de gebouwde volumes uit zich met name in bouwhoogte en volume, voor het overige hebben alle gebouwen een eigen beeldentaal die aansluit bij het omliggende landschap. De gebouwen kennen een duidelijke voorzijde. In het Inrichtingsplan Rozephoeve, gebiedsontwikkeling de Logt (zie bijlage Inrichtingsplan Landgoed Rozephoeve, gebiedsontwikkeling De Logt) zijn in de hoofdstukken 'Beeldkwaliteit' blad 37 van 72

42 en 'Stedenbouwkundige enveloppe' (pagina's 51 tot en met 55) alle concrete eisen opgenomen, waarvan de ruimtelijk relevante aspecten in de regels van het bestemmingsplan voor 'Woongebied' (Oisterwijk) en 'Wonen' (Oirschot) zijn overgenomen. En is door middel van beeldmateriaal en beschrijvingen van de materialiseringen voor bebouwing en landschap aangegeven welke beeldkwaliteit voor het landgoed beoogd is Functie hoofdmoment In april 2011 heeft een brainstormsessie plaatsgevonden over de mogelijke functie van het te realiseren hoofdgebouw. Uit deze sessie komt naar voren dat de voorkeur uitgaat om van het hoofdgebouw een luxe woongebouw te maken waarbij eventueel zorg als nevenfunctie mogelijk is. Daarbij kan gedacht worden aan een woonfunctie met praktijk aan huis. Begin 2016 is er een soortgelijke sessie geweest waarin geconcludeerd is dat het aspect Gezondheid aanknopingspunten biedt voor de landgoedontwikkeling. Gezien het beleid van de provincie zou dit als functie ondergeschikt aan het totale wonen op het landgoed een plek kunnen krijgen. Met deze invulling van het hoofdmoment is slechts sprake van een beperkte verkeersaantrekkende werking. De toename van het aantal verkeersbewegingen zal hiermee zeer beperkt zijn. Wat betreft het parkeren is rekening gehouden met 2 parkeerplaatsen per appartement of poortwoning en daarnaast enkele parkeerplaatsen voor bezoekers Bouwkavels in het bestemmingsplan In het bestemmingsplan is op twee manieren ruimte opgenomen voor de realisatie van de 4 nieuwe bouwkavels. Aan de Lage Logtsebaan is een bestemmingsvlak opgenomen met de bestemming 'Wonen'. Binnen dit bestemmingsvlak mogen 2 poortwoningen worden gerealiseerd, waarbij in de bouwregels moet worden aangesloten op de eisen vanuit het Inrichtingsplan. Ten behoeve van de ontsluiting van deze poortwoningen is in onderhavig bestemmingsplan een bestemming 'Verkeer - ontsluitingsweg' opgenomen. Deze weg krijgt een openbaar karakter, maar gaat geen onderdeel uitmaken van de wegenlegger. Voor het eerste deel naar de poortwoningen is een (half)verharding voorzien en verder naar het westen toe richting het MOB-complex een onverhard pad. De poortwoningen markeren deze toegang tot het landgoed. In het noordoosten van het plangebied is een bestemmingsvlak opgenomen met de bestemming 'Woongebied'. Binnen dit vlak mag een hoofdmoment met circa 6 appartementen en een poortwoning worden gerealiseerd. Ontsluiting van het hoofdmoment en poortwoning is voorzien op de Kollenburgsebaan, dit is vastgelegd in de regels (artikel 10, Landgoed Rozephoeve, deelgebied Oisterwijk). 4.4 Recreatieve eenheid De recreatieve mogelijkheden worden zeer vergroot door het toevoegen van essentiële schakels in het huidige padennetwerk. De toegevoegde verbindingen, vaak gebaseerd op vroegere routes maken het netwerk van wandelpaden effectief, voor zowel een klein ommetje als onderdeel van een lange afstandswandelroute. Het landgoed is opgenomen in knooppuntenwandelroutes vanaf de Oisterwijk, de Oisterwijkse vennen, de Kampina, de Spoordonkse molen, en de Rozephoeve en de Gerrithoeve. De Gerrithoeve ligt op de waterscheiding, op de overgang van laag naar hoog en op een knooppunt van paden en lanen. Van hieruit is de geschiedenis van het Kempische landschap goed te beleven. Dit kan de Gerrithoeve als recreatieve poort een grotere impuls geven. blad 38 van 72

43 De Rozephoeve krijgt een bijzondere plaats in het geheel als startpunt van de ontginning. Vanuit dit knooppunt gaan vele paden in verschillende richtingen zodat klein en grote ommetjes gelopen kunnen worden. blad 39 van 72

44 blad 40 van 72

45 Hoofdstuk Gebiedsonderzoeken Bodem Wettelijk kader Met de inwerkingtreding van het Besluit Bodemkwaliteit op 1 januari 2008 zijn de bodemgebruikswaarden vervangen door de waarden uit het Besluit. In het Besluit bodemkwaliteit komt het bodembeleid van de laatste jaren samen. Het Besluit streeft naar duurzaam bodembeheer. Dat wil zeggen: een balans tussen bescherming van de bodemkwaliteit voor mens en milieu én ruimte voor het gebruiken van de bodem voor maatschappelijke ontwikkelingen, zoals woningbouw of aanleg van wegen. Het Besluit bevat nieuwe regels voor kwaliteitsborging (Kwalibo), bouwstoffen, grond en baggerspecie. Voor het toepassen van bouwstoffen en grond en baggerspecie op/in landbodems, is het Besluit bodemkwaliteit op 1 juli 2008 in werking getreden. In het bestemmingsplan moet worden beschreven wat de bodemkwaliteit van het betreffende gebied is. Voor het betrekken van bodeminformatie bij het opstellen van bestemmingsplannen zijn enkele vragen relevant: is er bodemverontreiniging die de functiedoelen kan frustreren zijn er gezondheids- of ecologische risico s en gebruiksbeperkingen voor de beoogde functies wat zijn de mogelijkheden om er tijdig iets aan te doen in termen van resultaten, kosten en kostendragers Onderzoek Bij de gemeente Oirschot en bij de gemeente Oisterwijk is informatie opgevraagd betreffende bodemonderzoeken en bekende bodem bedreigende activiteiten in de omgeving. Hieruit blijkt dat voor de deellocaties geen (ondergrondse) brandstoftanks, historisch bodem bedreigende activiteiten of bodemonderzoeken bekend zijn. Uit het bodemloket blijkt eveneens dat ter plaatse van de onderzoekslocatie geen bodemonderzoek heeft plaatsgevonden. blad 41 van 72

46 Figuur 11: Uitsnede onderzoekslocatie bodemloket (bron: Bodemloket) Gezien het feit dat de gronden waarop de woningen en het hoofdmoment zullen worden gebouwd reeds lange tijd onbebouwd en in agrarisch gebruik zijn is er naar verwachting geen sprake van bodemverontreinigingen welke het plan niet uitvoerbaar zouden maken Conclusie Gezien het feit dat de gronden waarop de woningen en het hoofdmoment zullen worden gebouwd reeds lange tijd onbebouwd en in agrarisch gebruik zijn is er naar verwachting geen sprake van bodemverontreinigingen welke het plan niet uitvoerbaar zouden maken. Mogelijk dient in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning wel een verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd. 5.2 Akoestiek Voor de gebiedsontwikkeling die voor de Logt is voorzien is onderzoek gedaan naar de milieuhinder (zie paragraaf 5.4). Hierin is aangegeven welke milieuzoneringen in acht dienen te worden genomen. Geluid is één van de aspecten die hierin is meegenomen. Hiernaast wordt in onderstaande paragraaf kort stilgestaan bij wegverkeerslawaai. Overige geluidsaspecten, zoals bijvoorbeeld industrielawaai, zijn bij de beoogde ontwikkelingen niet aan de orde Milieuhinderonderzoek geluid De contour voor geluidhinder van agrarische bedrijven reikt tot maximaal 30 meter buiten het perceel van het agrarisch bedrijf. Analyse van de omliggende bedrijven wijst uit dat de contour voor geluidhinder afkomstig van deze bedrijven niet tot aan de voorziene woongebieden en woningen reiken. Op basis van de contouren van geluid is ter plaatse van de voorgenomen woonlocaties geen geluidhinder van agrarische bedrijven te verwachten Verkeerslawaai Voor de nieuwe kavels is de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai bepaald en getoetst aan de normen van de Wet geluidhinder. Uitgangspunten blad 42 van 72

47 De locaties zijn gelegen in het buitengebied tussen Oisterwijk een Oirschot. Op het bouwvlak in de gemeente Oirschot worden 2 bouwkavels mogelijk gemaakt. De locatie ligt in de geluidzone van de Heibloemdijk en Broekstraat. De beide andere locaties liggen in de geluizone van de Oirschotsebaan en Kollenburgsebaan. Op al deze wegen geldt een maximum snelheid van 60 km/uur en is een referentiewegdek aanwezig. Een overzicht van de situatie is opgenomen in de figuur achterin bijlage 5 bij deze Toelichting. De verkeersgegevens betreffen telgegevens van 2012 voor de Gemullehoekenweg. De gegevens zijn met een groeipercentage van 1% per jaar opgehoogd naar het prognosejaar Deze cijfers zijn gebruikt voor de Oirschotsebaan (verlengde van de Gemullehoekenweg). Voor de overige wegen zijn geen gegevens beschikbaar, hiervoor is een inschatting van de verkeersgegevens gedaan (zie onderstaande tabel). tabel 3.1 Gehanteerde verkeersgegevens prognosejaar 2027 Weg Intensiteit [mvt/etm] Snelheid [km/uur] Oirschotsebaan Asfalt (dab) Kollenburgsebaan Asfalt (dab) Asfalt (dab) Heibloemdijk Asfalt (dab) Broekstraat Asfalt (dab) Kollenburgsebaan (toerit camping) Wegdek In het akoestisch onderzoek zijn de relevante wegen en de directe omgeving ingevoerd in een grafisch computermodel dat rekent volgens de SRM II. Daarbij is gebruik gemaakt van het programma Geomilieu versie Er is uitgegaan van een volledig vlakke omgeving met een zachte bodem. De wegen zijn als harde bodem ingevoerd. Er is geen rekening gehouden met afscherming en reflectie door gebouwen. De geluidbelasting is bepaald op de rand van de bouwvlakken op een hoogte van 4,5 meter boven lokaal maaiveld. Resultaten Met behulp van het berekeningsmodel is de geluidbelasting berekend vanwege het wegverkeer voor het prognosejaar Om toetsing aan de Wgh mogelijk te maken, is de Lden-waarde bepaald door het geluidniveau in de dagperiode, de avondperiode + 5 db en de nachtperiode + 10 db energetisch en naar de tijdsduur van de beoordelingsperiode te middelen. Voor wegverkeer is op deze gemiddelde waarde een aftrek van 5 db ex artikel 110g Wgh to egepast. Uit de rekenresultaten blijkt dat de geluidbelasting op de grens van de bouwvlakken ten hoogste 35 db bedraagt ten gevolge van de Heibloemdijk (locatie 1). De voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt nergens overschreden Conclusie Bij de ontwikkeling van landgoed Rozephoeve worden nieuwe landgoedwoningen mogelijk gemaakt. De contour voor geluidhinder afkomstig van de omliggende bedrijven reikt niet tot aan de voorziene woongebieden en woningen. Uit het geluidonderzoek blijkt, dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer de voorkeursgrenswaarde van 48 db niet overschrijdt. De ontwikkeling past daarmee binnen het kader van de Wet geluidhinder. Onderhavig bestemmingsplan kent geen belemmeringen vanuit het deelaspect geluid wat betreft de landgoedwoningen. blad 43 van 72

48 Lucht Wettelijk kader Indien mensen met regelmaat luchtverontreinigende stoffen inademen kan dit leiden tot effecten op de lichamelijke gezondheid. Daarom moet bij ruimtelijke planvorming rekening worden gehouden met de effecten van de plannen op de luchtkwaliteit en de luchtkwaliteit ter plaatse. Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen: Wet luchtkwaliteit), het Besluit niet in betekenende mate en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen grenzen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO2 ) en fijn stof (PM10 ). De grenzen voor deze stoffen zijn opgenomen in tabel 7. In 2011 moet aan de grenswaarden (jaargemiddelde en 24-uursgemiddelde concentratie) voor PM10 worden voldaan. Voor NO2 geldt dat vanaf 2015 moet worden voldaan aan de (jaargemiddelde en uurgemiddelde) grenswaarden. Tot deze grenswaarden gelden zijn minder strenge grenswaarden van kracht. Tabel: Grenswaarden Wet luchtkwaliteit stof jaargemiddelde uurgemiddelde 24-uursgemiddelde Opmerkingen NO2 40 µg/m3 200 µg/m3 n.v.t. Uurgemiddelde mag 18x per jaar worden overschreden PM10 40 µg/m3 n.v.t. 50 µg/m3 24-uursgemiddelde mag 35x per jaar worden overschreden De Wet luchtkwaliteit en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen dat ruimtelijke plannen doorgang kunnen vinden indien: de luchtkwaliteit tengevolge van de plannen per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft; de plannen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie van NO2 en PM10 in de buitenlucht. Vanaf het in werking treden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit op 1 augustus 2009 wordt onder een NIBM bijdrage een bijdrage van minder dan 3% verstaan; de plannen niet leiden tot het overschrijden van een grenswaarde; gevoelige bestemmingen (waaronder scholen en zorginstellingen) niet binnen 300 meter van een rijksweg en 50 meter van een provinciale weg worden gerealiseerd (of indien binnen deze zones geen sprake is van een (dreigende) overschrijding). Het Besluit NIBM heeft een aantal NIBM-grenzen vastgesteld, waarvan met zekerheid kan worden gesteld dat de 3%-grens niet zal worden overschreden, te weten: Woningbouw: < 1500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en < 3000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Kantoorlocaties: < m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en < m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. In alle overige gevallen of combinaties van bovenstaande grenzen zal middels een blad 44 van 72

49 berekening moeten worden aangetoond of de bijdrage niet in betekenende mate is of dat de grenswaarden niet worden overschreden. Tevens is in het Besluit NIBM een anticumulatie bepaling opgenomen, die zegt dat de effecten van beoogde ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied moeten worden meegenomen in de beoordeling van het betreffende plan. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende NIBM-projecten samen toch in betekenende mate bijdragen aan verslechtering van de luchtkwaliteit Onderzoek Omdat het bouwplan minder dan 1500 woningen bevat valt deze onder, de in de Regeling NIBM opgenomen, categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden Conclusie De ontwikkeling van de landgoedwoningen draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor onderhavig bestemmingsplan. 5.4 Milieuhinder Milieuhinder kan voortkomen uit een aantal verschillende aspecten. Wat betreft de landgoedontwikkeling zijn hiervan de aspecten geluid en geur relevant. Voor geluid wordt verwezen naar paragraaf 5.2 en voor geurhinder naar onderstaande subparagraaf Geurhinder landgoedwoningen Uit het geurhinderonderzoek (zie bijlage 6) blijkt dat de ontwikkelingen op landgoed Rozephoeve de agrarische ondernemers in de nabije omgevingvan het plangebied niet beperkt in hun bedrijfsvoeringen. De 14 odour contouren van de agrarisch bedrijven vallen gedeeltelijk wel over het plangebied, maar niet op die plaatsen waar woningen gepland zijn. Het leefklimaat binnen het plangebied is overwegend goed tot redelijk goed te kwalificeren. Op enkele plaatsen binnen het plangebied, in de directe nabijheid van agrarische inrichtingen, is het leefklimaat matig tot slecht te kwalificeren. Dit is alleen het geval op plaatsen binnen het plangebied waar geen woningbouw gepland is. Zodoende levert dit geen beperking op voor het toekomstig gebruik van het plangebied Conclusie Het aspect milieuhinder staat de ontwikkelingen op het landgoed niet in de weg Externe veiligheid Wettelijk kader Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico's op voor de omgeving. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico's zoveel mogelijk beperkt. blad 45 van 72

50 Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vormt het wettelijk kader voor het omgaan met risico's ten gevolge van bedrijven (inrichtingen) met gevaarlijke stoffen. Het wettelijk kader voor de risico's ten gevolge van transport van gevaarlijke stoffen wordt gevormd door: 1. de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS), het laatst gewijzigd op 1 januari 2010 en binnenkort te vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev); 2. de circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984), die binnenkort vervangen zal worden door het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Daarnaast is, voor zover van toepassing, gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet Weg (definitief ontwerp 2009) en het Basisnet Water (definitief ontwerp 2008) waarin veiligheidsafstanden worden aangegeven op basis van uitgevoerde tellingen en waarbij rekening is gehouden met een te verwachten groeiscenario tot Een vergelijkbaar Basisnet spoor is nog in ontwikkeling. Plaatsgebonden risico (PR) Als 'harde' afstandseis voor externe veiligheid geldt een contour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6 ), die wordt aangegeven als een afstand ten opzichte van de activiteit met gevaarlijke stoffen (risicobron). Binnen deze PR 10-6 contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd. Groepsrisico (GR) Afhankelijk van de aard van de risicobron is er sprake van een bepaald invloedsgebied. Binnen dit invloedsgebied moet worden onderzocht hoe groot de kans per jaar is dat een groep van ten minste 10 (zich binnen dit invloedsgebied bevindende) personen overlijdt ten gevolge van een ramp of zwaar ongeval met de betreffende risicobron. De uitkomst van dit onderzoek geeft de hoogte van het GR weer en wordt uitgedrukt in een curve, waarbij als norm voor het GR een oriënterende waarde is vastgesteld. De hoogte van het GR moet door middel van een bestuurlijke afweging worden verantwoord. Als binnen het invloedsgebied (beperkt) kwetsbare bestemmingen worden geprojecteerd, geldt ook voor de hiermee samenhangende toename van het GR een bestuurlijke verantwoordingsplicht. Bij het verantwoorden van het GR moeten de volgende aspecten worden betrokken en gemotiveerd: Het aantal personen binnen het invloedsgebied; De hoogte van het GR en een eventuele toename daarvan; De mogelijkheden tot risicovermindering aan de risicobron; De alternatieven voor het ruimtelijk plan; De mogelijkheden om de omvang van een ramp of zwaar ongeval te beperken; De mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied. In verband hiermee moet de (regionale) brandweer in de gelegenheid worden gesteld om advies uit te brengen over het GR en de mogelijkheden tot voorbereiding van de bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. Gemeentelijk beleid In opdracht van de gemeente Oirschot is mei 2009 het Basisdocument Externe Veiligheid opgesteld. Hierin is onder andere aangegeven dat in nieuwe of te actualiseren bestemmingsplannen een veiligheidsparagraaf dient te worden opgenomen, waarin staat welke risico s voor externe veiligheid aanwezig zijn en (indien van toepassing) een verantwoording van het groepsrisico of een verwijzing daarnaar. De gemeente Oisterwijk beschikt over een standaard Verantwoording van het GroepsRisico (VGR) voor een specifiek aantal gevallen (zie bijlage 7), waarin ook het standaardadvies van blad 46 van 72

51 de Brandweer is opgenomen. De beoogde ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve valt binnen de kaders die hierin genoemd zijn, omdat het bestemmingsplan geen nieuwe kwetsbare objecten mogelijk maakt en de nieuwe landgoedwoningen op ruime afstand van risicovolle inrichtingen liggen Onderzoek Risicokaart Voor onderhavig bestemmingsplan is de risicokaart geraadpleegd. Onderstaand is een uitsnede van deze risicokaart opgenomen, waaruit blijkt dat zich in het plangebied geen risico's voordoen. Figuur 12: Uitsnede van de risicokaart (bron: Direct aangrenzend aan het plangebied zijn drie risico's opgenomen. Ten zuiden van het plangebied is een gasleiding gelegen van N.V. Nederlandse Gasunie. Ten noordwesten van het plangebied is een propaantank gelegen, behorende bij het bungalowpark Hermitage. En aan de noordzijde van het plangebied is een risicovolle inrichting in de vorm van een pluimveebedrijf gelegen. Deze liggen allen meer dan 200 meter van de beoogde woningbouwlocaties voor de landgoedwoningen. Er kan volstaan worden met een standaard verantwoording van het groepsrisico (zie bijlage 7). Verder dienen bij de verdere uitwerking van de bebouwing de adviezen van de brandweer meegenomen te worden, deze zullen in het kader van de aanvraag voor de omgevingsvergunning ('bouwvergunning') worden getoetst. blad 47 van 72

52 5.5.3 Conclusie Het aspect externe veiligheid heeft geen consequenties voor het bestemmingsplan. Voor verantwoording van het groepsrisico kan volstaan worden met de standaard verantwoording welke in bijlage 7 bij dit bestemmingsplan is opgenomen Waterhuishouding Wettelijk- en beleidskader Europees beleid Door de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft Nederland een resultaatsverplichting voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteit en ecologie van grond- en oppervlaktewatersystemen. Voor grote wateren of watersystemen, de zogenaamde KRW-waterlichamen, zijn hiertoe doelen opgesteld. De (bindende) maatregelen om de doelen te bereiken zijn vastgelegd in de stroomgebiedbeheerplannen. Voor de overige wateren geldt minimaal het stand-still principe. Waterbeheerders mogen hiervoor zelf aanvullende doelen opstellen. Rijksbeleid Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. In het plan zijn de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en de daartoe behorende aspecten van het nationale ruimtelijke beleid beschreven. Met dit Nationaal Waterplan voldoet Nederland aan de Europese eisen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Richtlijn Overstromingrisico`s (ROR) en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KMS). In het Nationaal Waterplan zijn verwerkt: Hoofdlijnen van het nationaal waterbeleid Gewenste ontwikkelingen, de werking en de bescherming van de watersystemen in Nederland Benodigde maatregelen en ontwikkelingen Beheerplannen voor de stroomgebieden Beheerplannen voor de gebieden met overstromingsrisico Mariene Strategie Beleidsnota Noordzee Functies van de rijkswateren Het Nationaal Waterplan vormt het kader voor de regionale waterplannen en de beheerplannen. Er is geen formele hiërarchie tussen deze plannen, maar op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (zoals het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel) kan bij het vaststellen van een regionaal waterplan of een beheerplan niet zo maar worden afgeweken van het Nationaal Waterplan. Een belangrijk instrument voor de uitvoering van het rijksbeleid is de watertoets. De watertoets wordt toegepast op nieuwe ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen. Provinciaal beleid Het Provinciaal Milieu- en Waterplan (PMWP) zet de nieuwe koers uit voor de provinciale inzet met betrekking tot water, bodem, lucht en de overige milieuaspecten. Het blad 48 van 72

53 PMWP gaat voor: voldoende water voor mens, plant en dier; schone en gezonde leefomgeving (bodem, water en lucht); bescherming van Brabant tegen overstromingen en externe risico's; verduurzaming van onze grondstoffen-, energie- en voedselvoorziening In de Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010 (PMV) zijn milieuregels opgenomen die het drinkwater moeten beschermen. Het grondwater rond de Brabantse drinkwaterwinningen wordt beschermd met de grondwaterbeschermingsgebieden. Direct oostelijk van het plangebied ligt het waterwingebied Oirschot en een deel van het plangebied is gelegen in de boringsvrije zone van deze waterwinning. Binnen een boringsvrije zone is het verboden om boorputten in te richten of te gebruiken. Ook systemen om bodemenergie te benutten zijn in een boringsvrije zone niet toegestaan. Verder zijn grond- en funderingswerkzaamheden dieper dan 3 meter onder maaiveld verboden. Wanneer kan worden aangetoond dat de werkzaamheden geen negatieve effecten op de drinkwaterwinning zullen hebben, kan hiervoor een ontheffing worden aangevraagd. Het landgoed Rozephoeve ligt juist zuidelijk van het Natura 2000 gebied Kampina en Oisterwijkse bosssen. Het landgoed omvat een natte natuurparel (TOP-gebied). Tevens ligt een deel van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS) / Natuurnetwerk Nederland (NNN) binnen het landgoed. Figuur 13: Ligging waardevolle natuurgebieden In het V-GRP ( ) is het gemeentelijk beleid ten aanzien van afvalwater, hemelwater en grondwater opgenomen. Als beleidsdoelstelling is geformuleerd dat de gemeente verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de openbare ruimte en het woon- en leefmilieu. De voorzieningen voor stedelijk afvalwater, regen en grondwater dragen daaraan blad 49 van 72

54 bij. Ze waarborgen de maatschappelijke belangen. Dit gebeurt op de volgende wijze: bescherming van de volksgezondheid door de verwijdering van stedelijk afvalwater uit de directe leefomgeving; droge voeten en voldoende water door de inzameling en verwerking van hemelwater (en mogelijk grondwater) verwijdert de gemeente water uit de bebouwde omgeving of voegt de gemeente water toe aan de omgeving; schoon water en een schone bodem door de aanleg van voorzieningen voorkomt de gemeente dat ongezuiverd stedelijk afvalwater of verontreinigd regenwater op of in de bodem of het oppervlaktewater terechtkomt; mooi en natuurlijk water door de inrichting en het onderhoud van waterpartijen zorgt de gemeente voor een zo aantrekkelijk en natuurlijk mogelijk beeld van water in de openbare ruimte waardoor de belevingswaarde toeneemt of gelijk blijft; Voor bergingsberekening in het kader van de watertoets moet uitgegaan worden van alle aanwezige verharding (100% afkoppelen). Uitgangspunt bij deze berekeningen is de neerslag met herhalingstijd T= % en de T= %. Gemeente Oirschot De gemeente Oirschot heeft haar beleid ten aanzien van water opgenomen in het Waterplan (2005), het daarbij behorende achtergronddocument en in het aanvullende stuk ten aanzien van Ruimtelijke Ordening (2005). Het waterplan is door de gemeente gezamenlijk met het waterschap De Dommel en met Brabant Water opgesteld. Het waterplan is erop gericht om bij ruimtelijke ingrepen en maatregelen een duurzaam watersysteem in Oirschot te realiseren. Regenwater wordt vastgehouden en geborgen of geïnfiltreerd. Voorkomen wordt dat problemen met water worden afgewenteld op de omgeving. De belevingswaarde van water wordt bovendien vergroot door aantrekkelijke waterpartijen te realiseren die voor recreatie, natuur en de woonomgeving kunnen worden benut. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan ( ) gemeente Oirschot staat: het stedelijk waterbeleid van de gemeente; de ontwikkeling van het waterbeheer voor de lange termijn; concrete waterplannen voor de korte termijn. In het VGRP staat beschreven op welke wijze de gemeente nu én in de toekomst - invulling geeft aan haar zorgplicht voor het inzamelen en afvoeren van het stedelijk afvalwater. Daarnaast bevat het ook beleid voor de zorg voor hemelwater en grondwater. Dit is de verbreding van het rioleringsplan. Tot slot bevat het VGRP een kostendekkingsplan waarin uiteengezet wordt hoe er voor drie zorgplichten wordt betaald. Waterschap De Dommel Waterschap De Dommel heeft in december 2015 het Waterbeheerplan "Waardevol Water" vastgesteld waarin de activiteiten en doelstellingen van het Waterschap zijn opgenomen. Het waterschap geeft in dit waterbeheerplan aan wat zij de komende jaren doet aan droge voeten en schoon, voldoende, natuurlijk en mooi water. Speciale aandacht heeft voldoende water voor landbouw en natuur, wateroverlast en hittestress in het stedelijk gebied, het sluiten van kringlopen, verwijderen van ongewenste stoffen zoals medicijnen en het vergroten van het waterbewustzijn. De 'Keur Waterschap De Dommel 2015' bevat regels met daarin verboden en verplichtingen ten aanzien van oppervlaktewater en grondwater die gelden voor iedereen die woont of werkt binnen het gebied van Waterschap De Dommel. Hierin wordt het beheer en het onderhoud van watergangen geregeld (bijvoorbeeld betreffende onderhoudsstroken) en is aangegeven wanneer een vergunning of algemene regels van toepassing zijn voor ingrepen blad 50 van 72

55 in de waterhuishouding. Verder zijn er beleidsregels voor het beschermingsbeleid van gebieden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beschermde gebieden waterhuishouding, attentiegebieden, beekdalen en overige gebieden. Met deze beleidsregels wordt aangegeven op welke wijze gebiedsgericht wordt omgegaan met vergunning verlening. Hydrologisch neutraal bouwen is overgenomen in de Keur. In de Algemene Regels en in de Beleidsregels wordt nader beschreven en uitgewerkt waar het voor staat en welke maatregel er nodig is om hier aan te voldoen. Hieronder is een samenvatting voor Hydrologisch neutraal bouwen opgenomen. Neerslag die op een onverharde bodem valt infiltreert voor een (belangrijk) deel in de bodem en komt dan uiteindelijk in het grondwater of via ondergrondse afstroming in een oppervlaktewaterlichaam terecht. Ter plaatse van verhard oppervlak zal de neerslag niet of nauwelijks in de bodem dringen. Als het verhard oppervlak niet is aangesloten op de riolering, stroomt vrijwel al het water direct af naar het oppervlaktewatersysteem. Dit betekent dat het oppervlaktewatersysteem bij een flinke regenbui een grote afvoerpiek moet kunnen opvangen en dat infiltratie in de bodem niet of slechts beperkt kan plaatsvinden. Bij het afkoppelen van verhard oppervlak zal de neerslag die valt op de verharding niet meer worden afgevoerd naar de rioolwaterzuivering maar rechtstreeks op de ontvangende waterloop worden geloosd. Ook dit zorgt voor een versnelde en/of extra afvoer richting het ontvangende oppervlaktewater. De realisatie van nieuw verhard oppervlak en afkoppelen van verhard oppervlak moet daarom zoveel mogelijk hydrologisch neutraal worden uitgevoerd en optimaal worden ingepast in het bestaande watersysteem. Dit betekent dat de aanvrager/initiatiefnemer voldoende compenserende maatregelen moet nemen, zodat het oppervlaktewatersysteem na realisatie van de verharding voldoende robuust blijft. Hierbij wordt getoetst aan de trits "vasthouden-bergen-afvoeren". Wateroverlast door versneld afvoeren van verhard oppervlak moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Dit kan op twee manieren waarbij de voorkeur uitgaat naar zoveel mogelijk vasthouden aan de bron. Vasthouden kan door hergebruik of het infiltreren van water in de bodem en past het meest bij het principe hydrologisch neutraal ontwikkelen, zowel voor het ontvangend oppervlaktewater- als grondwatersysteem. Als niet of onvoldoende kan worden geïnfiltreerd is een aanvullende voorziening noodzakelijk die het water tijdelijk bergt. Het gaat hier dan om een voorziening die er voor zorgt dat water in ieder geval niet versneld wordt afgevoerd. De 'watertoets' is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen op een evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder met elkaar in gesprek brengt in een zo vroeg mogelijk stadium. Het doel van de watertoets is het voorkomen van waterproblemen, zoals wateroverlast en verdroging. De initiatiefnemer verwoordt in een waterparagraaf zijn afweging van de waterhuishoudkundige aspecten. Het waterschap geeft hierover een wateradvies. De Handreiking watertoets die door het waterschap De Dommel is opgesteld is een middel om te komen tot een evenwichtige watertoets. De Handreiking is te vinden op de website van het waterschap Onderzoek In het kader van de watertoets is voor het aspect water onderzoek uitgevoerd, deze waterparagraaf is als bijlage 8 bij deze toelichting gevoegd. In de bijlage is een uitgebreide beschrijving van het aspect water opgenomen, onderstaand een korte samenvatting hieruit. Het plangebied bestaat uit een groot aantal akkers en weilanden, bospercelen en het voormalig mobilisatiecomplex Spoordonk waarvan het grootste deel van de gebouwen gesloopt is. Er zit een licht hellend reliëf in het terrein van west naar oost, waarbij de blad 51 van 72

56 watergang 'de Heiloop' in het diepste punt ligt. In het noorden ligt het beekdal van de Rosep. In het Inrichtingsplan (april 2016) zijn de voorgenomen ontwikkelingen toegelicht. Het versterken van de waarde die water heeft in dit gebied is een van de aspecten in het inrichtingsplan. Een deel van deze maatregelen wordt planologisch geborgd via dit bestemmingsplan, belangrijkst daarin zijn het beekherstel van de Rosep en de landgoedwoningen. In de waterparagraaf is een indicatieve berekening opgenomen van de waterberging die nodig is in relatie tot de toename van verhard oppervlak. In overleg met het waterschap zal worden getoetst of voldoende waterberging wordt gerealiseerd om te voorkomen dat een versnelde afvoer optreedt, hiervoor biedt het plangebied meer dan voldoende ruimte. De bebouwing wordt waarschijnlijk aangesloten op de drukriolering of er wordt een IBA aangelegd. Omdat de ontwikkelingen - met name de hoeveelheid verharding - nog niet in detail bekend zijn, zullen deze te zijner tijd in een uitwerkingsplan worden uitgewerkt en worden afgestemd met de gemeenten en het waterschap Conclusie Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgesteld en als bijlage 8 bij deze toelichting gevoegd. Het versterken van de waarde die water heeft in dit gebied is een van de aspecten in het inrichtingsplan. Het plangebied biedt meer dan voldoende ruimte voor het realiseren van waterberging en om te voorkomen dat een versnelde afvoer optreedt. Omdat de ontwikkelingen - met name de hoeveelheid verharding - nog niet in detail bekend zijn, zullen deze te zijner tijd in een uitwerkingsplan worden uitgewerkt en verder worden afgestemd met de gemeenten en het waterschap Cultuurhistorie en archeologie Wettelijk kader Verdrag van Valetta In 1992 heeft Nederland het Verdrag van Valetta (Malta) ondertekend. Dit verdrag bepaalt, dat er op verantwoorde wijze dient te worden omgegaan met het archeologisch erfgoed, onder andere in ruimtelijke planontwikkelingen. Een belangrijk uitgangspunt, is dat het behoud in situ (op de oorspronkelijke plaats) voorgaat op het behoud ex situ (opgraven en bewaren in depot). Van belang is dat door middel van vooronderzoek tijdig inzicht wordt verkregen in de archeologische waarden van een gebied, zodat deze bij beoogde planontwikkelingen kunnen worden betrokken. Nota Belvedère (1999) De Nota Belvedère, een gezamenlijk beleidsstuk van de ministeries van LNV, OC&W en VROM, is opgesteld vanuit de gedachte om de cultuurhistorische identiteit sterker richtinggevend te laten zijn voor de inrichting van de ruimte. In de nota is een visie op de samenhang tussen cultuurhistorie en ruimtelijk beleid opgenomen. Het doel is tweeledig; verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en behoud van het cultureel erfgoed. Het cultureel erfgoed moet gezien worden als een ruimtelijke kwaliteit die een volwaardige plaats moet krijgen in de ruimtelijke planvorming. Cultuurhistorische Waardenkaart, Provincie Noord-Brabant De provincie Noord-Brabant ziet erfgoed als belangrijk onderdeel van haar identiteit en wil het een plaats geven in de verdere ontwikkeling van Brabant. Om dit te bereiken is in 2010 blad 52 van 72

57 de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) vastgesteld en in 2016 gedeeltelijk herzien. Erfgoed met een belangrijke regionale betekenis wordt op deze kaart in beeld gebracht. Het belang van deze waarden hangt nauw samen met de provinciale Structuurvisie ruimtelijke ordening. De kaartlagen zijn ook opgenomen in de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant. Daarnaast brengt deze kaart ook de meest recente erfgoedinformatie van het rijk in beeld. Figuur 14: Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant (het bruine gebied aan de noordzijd is het cultuurhistorisch vlak Kampina en Oisterwijkse Vennen, het geelbruine gebied is de Meijerij en het gestippelde gebied het dekzandeiland Moergestel-Hilvarenbeek) Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord Brabant is het plangebied gelegen binnen het Cultuurhistorisch landschap: Groene Woud (Nationaal Landschap) de Meierij en in het noordoosten in het gebied Kampina en Oisterwijkse Vennen. De ontwikkelingsstrategie voor de drie gebieden is gelijk. De samenhang van de dragende structuren in de regio dient ontwikkelt of versterkt te worden en de cultuurhistorische waarden dienen verder ontwikkeld en versterkt te worden. Daarnaast geldt in het bijzonder voor het Groene Woud dat dit gebied ontsloten moet worden voor toeristisch-recreatief gebruik. Binnen het plangebied bevinden zich diverse cultuurhistorisch waardevolle lijnen en structuren. Ook zijn er enkele monumenten aanwezig (zie figuur 16). blad 53 van 72

58 Verordening Ruimte 2014 Artikel 21 Aanduiding aardkundig waardevol De aardkundige waarden binnen de provincie verdienen specifieke aandacht vanwege de onvervangbaarheid ervan. De provincie wil de onvervangbare waarden beschermen in de Verordening ruimte. Het gaat om de 40 waardevolle aardkundige gebieden die zijn opgenomen op de Aardkundig Waardevolle Gebiedenkaart, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 30 november De Kampina en Oisterwijkse vennen is een aardkundig waardevol gebied en ligt deels over het plangebied (zie onderstaande figuur). Figuur 15: Aardkundig waardevol gebied (plangebied indicatief = rode stippellijn) Het beekherstel valt binnen dit aardkundig waardevol gebied, de ontwikkelingen van de landgoedwoningen en rondom het voormalige MOB-complex liggen er buiten. Artikel 22 Aanduiding cultuurhistorische vlak De cultuurhistorische vlakken binnen de provincie verdienen specifieke aandacht vanwege de onvervangbaarheid ervan. Het gaat om de cultuurhistorische vlakken in de cultuurhistorische landschappen zoals aangegeven op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW, versie 3.0). Plannen, projecten of handelingen zijn niet toegestaan indien zij de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied aantasten. Dit betekent dat het bestemmingsplan moet voorzien in een beschermende regeling zoals een vergunningstelsel en waar nodig verbodsbepalingen. Het cultuurhistorische vlak komt voor een belangrijk deel overeen met het aardkundig waardevol gebied in figuur 15. Het beekherstel valt binnen het cultuurhistorische vlak, de ontwikkelingen van de landgoedwoningen en rondom het voormalige MOB-complex liggen blad 54 van 72

59 er buiten. Archeologiebeleid Oisterwijk In november 2009 heeft de gemeenteraad het 'Beleidsplan Archeologie - gemeente Oisterwijk' vastgesteld. Het beleidsplan gaat in op hoe de gemeente Oisterwijk kan voldoen aan de Wet op de archeologische monumentenzorg en geeft tevens aan hoe de gemeente in uiteenlopende omstandigheden om wil gaan met historische bodemschatten. Voor de gehele gemeente is daarbij een verwachtingskaart opgesteld. De verwachtingskaart geeft inzicht in het archeologisch erfgoed binnen de gemeente. Op de verwachtingskaart is door de aanduidingen laag-, middelhoog- en hoog verwachtingsgebied aangegeven wat de archeologische verwachtingen zijn. De verwachtingskaart is vertaald in een beleidskaart waaraan matrixnormen zijn gekoppeld. Op de beleidskaart en in de matrixnormen is opgenomen hoe wordt omgegaan met archeologie in de betreffende verwachtingsgebieden. In het beleidsplan is vervolgens vastgelegd wanneer archeologisch onderzoek wel of niet verplicht is en aan welke eisen dat onderzoek moet voldoen Onderzoek Aardkundig waardevol gebied Belangrijke aardkundige fenomenen in het gebied zijn de beekdalen van de Rosep en de Beerze, het dekzandreliëf en de vennen. Het beekherstel dat plaats vindt langs de Rosep in het kader van deze landgoedontwikkeling draagt bij aan het behoud en het herstel van de aardkundige waarden (zie bijlagen 2 en 3). In de plannen voor de landgoedontwikkeling worden geen wijzigingen in vennen of het aardkundig waardevolle reliëf voorzien, waar mogelijk en passend wordt het reliëf geaccentueerd om de zichtbaarheid en daarmee de beleefbaarheid te vergroten. Bescherming van de gronden die behoren tot het aardkundig waardevolle gebied is geborgd via de dubbelbestemming 'Waarde - Geomorfologie'. Cultuurhistorie Binnen het plangebied bevinden zich diverse cultuurhistorisch waardevolle lijnen en structuren. In het inrichtingsplan zijn deze lijnen en structuren als uitgangspunt genomen en zijn maatregelen voorgesteld om deze verder te versterken, bijvoorbeeld door middel van beplanting. Ook zijn er binnen het plangebied enkele monumenten aanwezig, waarvan met het onderhavige plan beter zichtbaar zal worden dat zij tot Landgoed Rozephoeve behoren. Aan de momumenten zelf vinden in het kader van dit bestemmingsplan geen wijzigingen plaats. blad 55 van 72

60 Figuur 16: Cultuurhistorisch waardevolle lijnen en structuren (gele lijnen hebben redelijk hoge waarden, oranje lijnen hoge waarden, rode lijnen zeer hoge waarden, blauwe stippen zijn boerderijen met bouwkundige waarden, rode stippen zijn Rijksmonumenten) Over het gehele plangebied zijn diverse historische geografielijnen en waardevolle groenstructuren te vinden, met gevarieerde beplanting langs wegen en paden. Met dit plan worden de aanwezige lijnen en structuren binnen het plangebied versterkt en verbeterd. Zo wordt bij de Rosepdreef en de Lage Logtsedijk de onderbegroeiing verwijderd, waardoor de lanen weer goed zichtbaar worden. Het gebied bevat ook enkele ecologisch zeer waardevolle houtwallen. Het in stand houden van de structuurdichtheid is een van de belangrijkste aspecten van deze houtwallen. Het onderhavig plan voorziet in de verdere verdichting van enkele wallen door het aanvullen met diverse bomen en struiken. Poorten en entrees zijn een belangrijk aspect voor de beleving van de lijnen en de groenstructuren en versterken daarmee de cultuurhistorische waarden. In dit plan worden ook de poorten en entrees van het landgoed verbeterd, door bijvoorbeeld betere informatievoorziening en een duidelijke markering van de entrees. Hiermee wordt ook de begrenzing van het landgoed beter te onderscheiden van de rest van de omgeving. Dit draagt bij aan de toeristisch-recreatieve beleving van het gebied. Het beekherstel valt binnen het cultuurhistorische vlak, de ontwikkelingen van de blad 56 van 72

61 landgoedwoningen en rondom het voormalige MOB-complex liggen er buiten. Voor de gronden van het beekherstel is door middel van de bestemming Natuur voorzien in beschermende regelingen, welke ook de cultuurhistorische waarden borgen. Voor het overige plangebied zijn de cultuurhistorische waarden door middel van het onderliggende (moeder)plan geborgd. Archeologie Op de Cultuurhistorische Waardenkaart 2010 van de provincie Noord-Brabant is eveneens het archeologisch landschap opgenomen. Binnen het plangebied bevinden zich enkele indicatieve gebieden met een hoge of middelhoge trefkans voor archeologische waarden. In het noordwesten van het plangebied bevindt zich een gedeelte van het dekzandeiland Moergestel-Hilvarenbeek (zie figuur 10). Dit landschap bestaat uit een brede zone met oude bouwlanden en valt voor een klein gedeelte binnen het plangebied. Doelstelling van de provincie voor dit gebied is het duurzaam en in samenhang behouden van het bodemarchief. blad 57 van 72

62 Figuur 17: Uitsnede uit Verwachtingenkaart archeologie Oisterwijk (definitief 2010) Voor de gebieden waar concrete ontwikkelingen voorzien zijn in de vorm van beekherstel en bebouwing geldt in het gemeentelijke archeologiebeleid een lage verwachtingswaarde. Binnen de gebieden met (middel)hoge archeologische verwachtingswaarden vindt geen bestemmingswijziging plaats anders dan het toevoegen van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - overig Landgoed'. De bestemmingen en regelingen uit het onderliggende bestemmingsplan Buitengebied blijven hier van kracht. blad 58 van 72

63 5.7.3 Conclusie het plangebied gelegen binnen het Cultuurhistorisch landschap: Groene Woud (Nationaal Landschap) de Meierij en in het noordoosten in het gebied Kampina en Oisterwijkse Vennen. De ontwikkelingsstrategie voor de drie gebieden is gelijk. De samenhang van de dragende structuren in de regio dient ontwikkelt of versterkt te worden en de cultuurhistorische waarden dienen verder ontwikkeld en versterkt te worden. Daarnaast geldt in het bijzonder voor het Groene Woud dat dit gebied ontsloten moet worden voor toeristisch-recreatief gebruik. De aanduiding en verdere ontwikkeling van landgoed Rozephoeve, gebiedsontwikkeling De Logt past volledig binnen deze ontwikkelingsstrategie. In het noordwesten van het plangebied bevindt zich een gedeelte van het dekzandeiland Moergestel-Hilvarenbeek. Dit landschap bestaat uit een brede zone met oude bouwlanden. Doelstelling van de provincie voor dit gebied is het duurzaam en in samenhang behouden van het bodemarchief. De bescherming van dit gebied wordt in dit bestemmingsplan bestendigd door het overnemen van de dubbelbestemming 'Waarde - geomorfologie' zoals deze in het bestemmingsplan Buitengebied is opgenomen. Voor de gebieden waar concrete ontwikkelingen voorzien zijn in de vorm van beekherstel en bebouwing geldt in het gemeentelijke archeologiebeleid een lage verwachtingswaarde. Er hoeft geen dubbelstemming 'waarde - archeologie' te worden opgenomen. Voor het overige plangebied blijven de regels uit het onderliggende bestemmingsplan van kracht Natuur (gebiedsbescherming en soortbescherming) Wet- en regelgeving Flora- en Faunawet Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (FF-wet) van kracht geworden. De FF-wet voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten binnen en buiten beschermde natuurgebieden. De beschermde plantensoorten mogen niet vernietigd of beschadigd worden. De beschermde diersoorten mogen niet gedood, verwond of opzettelijk verontrust worden. Daarnaast mogen hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen niet beschadigd, vernield, uitgehaald, weggenomen of verstoord worden en ook mogen hun eieren niet vernietigd of vernield worden. Als dit wel gebeurt tijdens het uitvoeren van nieuwbouwplannen en het door aanpassing van de plannen niet te voorkomen is, zal in een aantal gevallen een ontheffing aangevraagd moeten worden en dienen mitigerende en compenserende maatregelen getroffen te worden. In bepaalde situaties kan met een goedgekeurde gedragscode gewerkt worden. Een onderzoek naar de aanwezige flora en fauna is dan ook altijd noodzakelijk voor het uitvoeren van ruimtelijke inrichtings- of ontwikkelingsmaatregelen. Daarnaast geldt voor alle planten- en diersoorten de zorgplicht uit artikel 2 van de Flora en faunawet. Deze bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen voor flora of fauna veroorzaakt, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. De zorgplicht kan gezien worden als algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt. Natuurbeschermingswet 1998 De bescherming van Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet). Deze gebieden worden Natura 2000 gebieden genoemd. Tevens regelt het de bescherming van beschermde Natuurmonumenten. blad 59 van 72

64 Nieuwe wet natuurbescherming Er wordt al geruime tijd gewerkt aan de nieuwe Wet natuurbescherming, welke naar verwachting eind 2016 in werking zal treden. De Wet natuurbescherming is een samenvoeging van de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet. Naast deze nationale wetgeving zijn internationale verdragen, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn voor de natuurbescherming van toepassing. De nieuwe wet bestaat uit een algemeen deel met daarin de bevoegdheden en de zorgplicht. Vervolgens een deel over gebiedsbescherming (Natura 2000, Nationaal Natuur Netwerk, externe werking van bijvoorbeeld stikstof, bestrijdingsmiddelen, geluid en waterpeil). En tenslotte een deel over soortbescherming. Bij de laatste hervorming van de EHS is deze omgedoopt tot Nationaal Natuur Netwerk (NNN). Ons Nationaal Natuur Netwerk maakt deel uit van een groter (Europees) ecologisch netwerk Onderzoek Voor een uitgebreide beschrijving van het natuuronderzoek wordt verwezen naar de Natuurtoets, welke als bijlage 9 bij dit bestemmingsplan is gevoegd. Hieronder een beknopte toelichting. Flora- en faunawet Kort samengevat is het resultaat van de Natuurtoets dat binnen de grenzen van Landgoed Rozephoeve (zwaar) beschermde soorten verwacht worden. Voor alle beschermde soorten geldt dat tijdens de uitvoeringsperiode maatregelen genomen kunnen worden om schade en negatieve effecten te voorkomen. Op deze wijze zijn voor het bestemmingsplan geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde. Voor de toekomstige uitvoeringsperiode kan het onderstaande worden gesteld. Nader onderzoek Voordat de uitvoeringsperiode dient een inventarisatie naar de aanwezigheid van beschermde zoogdieren, reptielen, amfibieën, broedvogels en flora plaats te vinden. Het gaat met name om de aanwezigheid van de soorten in de ondergroei van de lanen. Op basis van de aangetroffen soorten dienen passende maatregelen genomen te worden. Vervolgstappen Indien zwaar beschermde soorten aanwezig zijn, moeten soortspecifieke maatregelen uitgevoerd worden. Per soort kunnen de te nemen maatregelen verschillend zijn. Door deze soortspecifieke maatregelen worden de meeste overtredingen op de verbodsbepalingen voorkomen. Enkel zal sprake zijn van een tijdelijke verstoring van het leefgebied van de soorten en mogelijk ook verstoring op de soorten zelf. Onder bepaalde voorwaarden kan voor een dergelijke overtreding een ontheffing verleend worden door het bevoegd gezag (in dit geval Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO). Gebiedsbescherming Natuurnetwerk Nederland Het plangebied maakt deel uit van het Natuurnetwerk Nederland, binnen het plangebied zijn diverse gebieden welke zijn aangewezen als NNB (Natuurnetwerk Brabant, zie onderstaande figuur). Rondom het beekdal van de Rosep aan de noordzijde betreft het met name N14.01 Rivier- en beekbegeleidend bos met daar omheen N15.02 Dennen- eiken en beukenbos. Ook het gebied rondom de Fransebaan en Rozepdreef betreft voornamelijk N15.02 Dennen-, eiken en beukenbos. Het MOB-complex aan de zuidzijde is wat diverser, maar bestaat in hoofdzaak uit N06.04 Vochtige heide en N16.01 Droog bos met productie. blad 60 van 72

65 Figuur 18: Natuurnetwerk Brabant met globale begrenzing plangebied (blauwe lijn) In de Natuurtoets is beschreven welke effecten de ontwikkeling van Landgoed Rozephoeve heeft op de NNN-kenmerken en waarden: 1. uitwisselingsmogelijkheden (doel 'verbinden') 2. natuurlijke eenheid en aaneengeslotenheid (doel 'vergroten') 3. kwaliteit van het NNN en van leefgebied van soorten (doel 'kwaliteitsverbetering) De mogelijkheid van uitwisseling van planten en dieren tussen de verschillende leefgebieden binnen het NNN is een voorwaarde voor het goed laten functioneren van het NNN. De inrichtingsmaatregelen op het landgoed zorgen er voor dat er op het landgoed meer eenheid ontstaat door verbindingen te leggen via paden, lanen en houtwallen. Mede door deze verbindende factor bevorderd de nieuwe inrichting van het landgoed eveneens de natuurlijke eenheid en aaneengeslotenheid van de plaatselijke NNN. De nieuwe inrichting van het landgoed draagt tevens bij aan de kwaliteitsverbetering van het NNN. Die verbetering wordt onder andere gerealiseerd door de ontsnippering van het omliggende heide- en bosgebied als leefgebied voor fauna en (meeliftende) flora. De biodiversiteit wordt bevordert door meer migratie van faunalangs de paden en houtwallen. Ook wordt er meer natuur gecreëerd in de omgeving door het omvormen van landbouwgronden. In het landgoed is door de landbouwkundige ontwikkeling het brongebied van de Rosep sterk bemest. Door de weilanden rond het hoofdmoment en de boerderijen de Zwarte Blek en Hooge Heide, om te vormen naar kruidenrijke weides en graanakkers zal de e eutrofiëring van de bronnen tegen gegaan worden. Voor de huidige bovenloop van de Rozep zelf is fase 1 van de plannen voor beekherstel blad 61 van 72

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling de Logt

Gebiedsontwikkeling de Logt Gebiedsontwikkeling de Logt concept bestemmingsplan Gebiedsontwikkeling de Logt Gemeente Oisterwijk Projectnummer 232508 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Inleiding Aanleiding Ligging,

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling De Logt / Landgoed Rozephoeve Raadsvergadering Oirschot 24 januari Arend Dijkstra, rentmeester Landgoed Rozephoeve

Gebiedsontwikkeling De Logt / Landgoed Rozephoeve Raadsvergadering Oirschot 24 januari Arend Dijkstra, rentmeester Landgoed Rozephoeve Gebiedsontwikkeling De Logt / Landgoed Rozephoeve Raadsvergadering Oirschot 24 januari 2012 Arend Dijkstra, rentmeester Landgoed Rozephoeve Landgoed Rozephoeve Landgoed Rozephoeve Oppervlakte Landgoed

Nadere informatie

1. Streekplan Brabant in balans

1. Streekplan Brabant in balans 1. Streekplan Brabant in balans Het plangebied is gelegen in de AHS-landschap; subzone leefgebied dassen en voor een deel (duinrand) binnen de GHS-natuur. De Interimstructuurvisie Noord-Brabant Brabant

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012 Structuurvisie Losser Commissie Ruimte 24 april 2012 Doel en status nwro verplicht gemeenten een structuurvisie op te stellen waarin het ruimtelijk beleid in hoofdzaak vastligt en de samenhang met andere

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag)

Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) Begrenzing Primair agrarisch gebied (Primag) 1.1 Inleiding Het buitengebied van de gemeente Deurne, dat behalve de kernen van Deurne, Vlierden, Liessel, Neerkant en Helenaveen, het gehele grondgebied van

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina

Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina Inrichting Ecologische verbindingszone Sparrenrijk Kampina Ruimtelijke onderbouwing bij aanvraag omgevingsvergunning Boxtel, januari 2013 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek document: toelichting status: vastgesteld datum: 2 september 2014 projectnummer: 200770R.2020 adviseur: Jke toelichting

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 Bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014 2 Toelichting Status: vastgesteld Datum: 2 oktober 2014 3 4 Inhoud Hoofdstuk 1. Achtergrond en opzet... 6 1.1 Aanleiding... 6 1.2 Planopzet...

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland INHOUDSOPGAVE pagina HOOFDSTUK 1 INLEIDING 5 1.1 Aanleiding voor het plan 5 1.2 Plangebied 5 1.3 Leeswijzer

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist De Ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Besluit Provinciale Staten van Utrecht; Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33; Gelezen het concept van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028

Nadere informatie

Landgoed Setersheike

Landgoed Setersheike Praedium maakt het werkelijk Landgoed Setersheike Een robuuste verbinding tussen twee natuurgebieden Datum: november 2011 1 2 Opdrachtgever: Dhr. W. Vugts Ruiting 10a 5076 RA Haaren Inhoudsopgave: 1. Initiatief

Nadere informatie

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gorinchem, 4 april 2016 NL.IMRO. 1719.1bp15herzmadeprins-on01 Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof

Nadere informatie

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron: Best Best Introductie Best is een Noord-Brabantse gemeente, gelegen op ruim tien kilometer van de stad Eindhoven. De gemeente bestaat uit de centrale kern Best en twee kleine kernen, Aarle en De Vleut.

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken

Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken Een tak, die niet meebuigt met de wind, zal breken Inhoudsopgave 1. Locatie 1 2. Omgeving 1 3. Park 2 3.1 Sfeer 2 3.2 Ecologische verbindingszone 2 3.3 Vakantiewoningen 3 3.4 Plattegrond 3 3.5 Wandelbrug

Nadere informatie

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 4.8 en 13.2 van de Verordening

Nadere informatie

woningbouwplan Luchen

woningbouwplan Luchen Advies : Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Luchen Datum : 1 juli 2015 Opdrachtgever : Gemeente Geldrop-Mierlo Ter attentie van : Gabriel van Houtert Projectnummer : 211x07812 Opgesteld

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Levende Beerze Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Vanavond: Den Bosch De Levende Beerze structuurvisie planmer Esche Stroom en De Levende Beerze Procedure Bergeijk Waarom aan de slag? Nota Ruimte:

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen Gebiedvisie op het buitengebied van de gemeente Drimmelen Door de ZLTO Afdeling Drimmelen Gebiedsvisie voor de gemeente Drimmelen Vanuit de ZLTO-afdeling Drimmelen is het idee gekomen om in navolging van

Nadere informatie

Heukelum. Zicht op de Linge

Heukelum. Zicht op de Linge Heukelum Zicht op de Linge Het stadje Heukelum is een van de vijf kernen van de gemeente Lingewaal. Heukelum ligt in de Tielerwaard, aan de zuidoever van de rivier de Linge, in een van de meest westelijke

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Wijziging Verordening ruimte i.v.m. bp Broeksche Erven, Nuenen Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) 3 - gelezen het verzoek van

Nadere informatie

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Huge de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 22 09 2015 definitief

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Planbeschrijving Het plan beoogt de realisering van een landgoed met een oppervlakte van bijna

Planbeschrijving Het plan beoogt de realisering van een landgoed met een oppervlakte van bijna Provincie Noord'Brabant Gemeenteraad van Valkenswaard Postbus 10100 5550 GA VALKENSWAARD Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl

Nadere informatie

Wijzigingsplan Landgoed De Horst

Wijzigingsplan Landgoed De Horst Gemeente Leusden Wijzigingsplan Landgoed De Horst Nota zienswijzen Maart 2016 Kenmerk 0327-06-N03 Projectnummer 0327-06 Nota zienswijzen Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Ingediende zienswijzen 2 3. Aanpassingen

Nadere informatie

Eva Welten - van Gerwen Advies

Eva Welten - van Gerwen Advies Eva Welten - van Gerwen Advies Van: Mol, Raymond van Verzonden: dinsdag 2 september 2014 13:57 Aan: Niezen, Henk Onderwerp: RE: vooroverleg wijzigingsplan Dr. de Quayweg 76 in De

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25. Laddertoets De Smaragd Waalre Laddertoets De Smaragd Waalre 1 Inleiding 2 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3 3 Uitgangspunten 5 4 Marktanalyse 11 5 Laddertoets 19 Bijlage A 25 Artikel 4.3 Nieuwbouw

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

Visie / Organisatie Beschrijving Opmerkingen Begroot Visie

Visie / Organisatie Beschrijving Opmerkingen Begroot Visie Visie / Organisatie Beschrijving Opmerkingen Begroot Visie Visie 'Uitnodigend Oirschot' - Natuur / landschap: ontwikkeling en beleving - Vrijetijdseconomie - Erfgoed(beleving) - Burgerparticipatie - Versterking

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied, Herziening Langereijt 37 Oostelbeers. Gemeente Oirschot

Bestemmingsplan. Buitengebied, Herziening Langereijt 37 Oostelbeers. Gemeente Oirschot Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening Langereijt 37 Oostelbeers Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening Langereijt 37 Oostelbeers Toelichting Regels Verbeelding Schaal 1:1000 Datum vaststelling: 21

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 B en W Adviesnota Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 28 Januari 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Ruimtelijke

Nadere informatie

: Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught

: Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught Advies : Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught Datum : 3 mei 2017 Opdrachtgever : Bouwfonds Property Development Ter attentie van : Emile van Tuijl Projectnummer : 211x07637 Opgesteld

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015 Gemeente Haaksbergen Rood voor Rood beleid 2015 Ruimtelijke ontwikkeling 20-8-2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Begrippen 3 3. Beleidskaders 4 3.1 Kaders 4 3.2 Voorwaarden 4 3.3 Bijzondere gevallen

Nadere informatie

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing

Ontwerp woning en kantoor aan de Lagenheuvelstraat te Volkel In opdracht van M. de Groot datum 03 februari 2014. Toelichting en onderbouwing Situatie plangebied, met omkaderd het boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw Impressie bouwvolumes: boerderijvolume als hoofdgebouw en de kapschuur als bijgebouw TOELICHTING en ONDERBOUWING

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

percelen cultuurgrond

percelen cultuurgrond percelen cultuurgrond gelegen aan de Cromvoirtsedijk te Cromvoirt, ter grootte van 4.77.90 ha Koopsom: Nader overeen te komen Inhoud Kadastrale informatie Omschrijving Bestemmingsplan Verordening Ruimte

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Ontwikkeling Schakenbosch

Ontwikkeling Schakenbosch 1 Inloopavond maandag 7 november 2016 Doel inloopavond Informatie geven over de start van de nieuwe ontwikkeling Vragen, wensen en ideeën ophalen Bestaande situatie Schakenbosch is een groen parkgebied:

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan Van Weedestraat 62 Afdeling Ruimte - 18 november 2014 Verseonnr. 1226906 Pagina 2 van 20 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Zienswijzen...

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog

RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog RIEL, PAREL VAN DE ZESGEHUCHTEN. Toekomstvisie 2015 Datum: 14 januari 2016 Commissie: Wilbert Gooskens Peter van de Moosdijk Harry Droog RIEL, Toekomstvisie 2015 Doel van de VISIE Voor de bewoners van

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OEGSTGEEST Hugo de Vrieslaan 4 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oegstgeest Hugo de Vrieslaan 4 ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 057900.201506.39 4 4 2016 definitief

Nadere informatie

Tynaarlo. Bron:

Tynaarlo. Bron: Tynaarlo Bron: www.tynaarlobouwt.nl Introductie Tynaarlo is een klein dorp in de gelijknamige Drentse gemeente waarvan o.a. ook Eelde en Zuidlaren deel uitmaken. Er wonen ongeveer 1800 inwoners. In deze

Nadere informatie

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: www.eropuit.nl) Introductie Zuidlaren maakt deel uit van de Drentse gemeente Tynaarlo, en is daarvan met 10.000 inwoners de op een na grootste kern. Zuidlaren is gesitueerd

Nadere informatie