De vele gezichten van de fenomenologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De vele gezichten van de fenomenologie"

Transcriptie

1 De vele gezichten van de fenomenologie

2

3 Ciano Aydin (red.) De vele gezichten van de fenomenologie Klement/Pelckmans

4 2007, Uitgeverij Klement, Kampen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Omslagontwerp Rob Lucas isbn (Nederland) isbn (België) d/2007/0055/102

5 Inhoud Inleiding 7 Edmund Husserl 15 De vader van de fenomenologie Samuel IJsseling Martin Heidegger 34 Van verval naar eigenlijke fenomenologie Ben Vedder Jean-Paul Sartre 54 Fenomenologie van het Niets Ruud Welten Hannah Arendt 72 Een fenomenologie van het politieke Veronica Vasterling Emmanuel Levinas 95 Van fenomeen naar aanspraak Ad Peperzak Maurice Merleau-Ponty 118 Fenomenologie van het lichaam Wim Dekkers 5

6 Paul Ricoeur 136 Van fenomenologie naar hermeneutiek Paul van Tongeren Jan Hendrik van den Berg 153 Fenomenologie als dienstmaagd van de metabletica Jacques De Visscher Jacques Derrida 176 De fenomenologie nalaten Gert-Jan van der Heiden Charles S. Peirce 197 Fenomenologie van Een, Twee en Drie Ciano Aydin Register van persoonsnamen 218 De auteurs 221 6

7 Inleiding 1. De fenomenologie Fenomenologie is een benadering in de filosofie die is opgekomen op de grens van de 19de en 20ste eeuw en als doel heeft het bestuderen en beschrijven van de werkelijkheid zoals ze verschijnt in de concrete ervaring. Die beschrijving geschiedt zoveel als mogelijk onafhankelijk van theorieën die de verschijnselen causaal verklaren en vrij van vooronderstellingen die niet ondervraagd zijn. Het woord fenomenologie is ouder, maar krijgt pas aan het eind van de 19de eeuw bij Franz Brentano een betekenis die de eerste adem blaast in wat wij tegenwoordig fenomenologie noemen. Brentano presenteert een systematische psychologie die de basis moet vormen van de wetenschap van de ziel en die de aandacht verlegt van de inhouden naar de activiteiten van de geest. Het begrip van intentionaliteit de gerichtheid van het bewustzijn op een object dat door Brentano wordt ingevoerd, krijgt bij Edmund Husserl ( ) de rijke en filosofisch pregnante invulling die de fenomenologische denkwijze handen en voeten heeft gegeven. De centrale vraag die de filosofie moet stellen, is volgens Husserl: Hoe verschijnt de wereld aan het menselijke bewustzijn? De vraag of er buiten het bewustzijn een wereld bestaat, is in dat verband irrelevant. Dat wordt uitgedrukt in Husserls zogenoemde transcendentale of eidetische reductie. Zijn credo Zu den Sachen selbst (terug naar de zaken zelf) is dan ook niet een oproep tot een ontologisch realisme: de betreffende zaken hebben betrekking op de activiteiten van het bewustzijn en de objecten die zich daarin tonen. De zuivere aanschouwing van wat ons in het bewustzijn is gegeven, maakt volgens Husserl een onbevooroordeelde en streng wetenschappelijke benadering van de werkelijkheid mogelijk: de 7

8 fenomenologie wil de wereld aan het licht brengen, die er reeds is voordat zij object van het thematiserend bewustzijn kan worden. Zoals ook de titel van het befaamde boek The Phenomenological Movement (1959) van Herbert Spiegelberg uitdrukt, is de fenomenologie meer een beweging dan een stroming: de fenomenologie is niet zo zeer gesticht, maar eerder gegroeid. Hoewel Husserl beschouwd kan worden als de vader van de fenomenologie, streven vrijwel alle fenomenologen na hem ernaar zich los te maken van zijn cartesiaans georiënteerde benadering, van de opvatting dat het menselijke denken het enige betrouwbare fundament voor zekere kennis is. En ook de verschillen tussen de post-husserliaanse fenomenologen zijn aanzienlijk. Maar ondanks hun antagonistische verhoudingen, dankzij welke de fenomenologie is uitgegroeid tot een belangrijke stem in het koor van de filosofie, delen alle fenomenologen een bepaalde grondhouding die hun benadering onderscheidt van andere filosofische denkwijzen: Husserls stelling Zu den Sachen selbst zal door ieder die zich fenomenoloog noemt op één of andere manier worden onderschreven. Hoewel die stelling in de geschiedenis van de fenomenologie in verschillende richtingen is uitgewerkt en geherinterpreteerd, is de basisgedachte die ze uitdrukt staande gebleven, namelijk dat we de fenomenen moeten beschrijven zoals ze in de concrete ervaring voor het bewustzijn gegeven zijn, zo veel mogelijk vrij van conceptuele vooronderstellingen. Dat betekent tevens dat allerlei (theoretische) oordelen over de fenomenen werkelijk of schijn, objectief of subjectief, absoluut of relatief uitgesteld worden. 2. De vele gezichten Door het bewustzijn als een intentionele activiteit op te vatten en alle assumpties over een daarvan onafhankelijke wereld tussen haakjes te zetten, wil Husserl uiteindelijk de wezenlijke structuren die een object constitueren blootleggen. Het is vooral deze fenomenologie van de zuivere aanschouwing waarop fenomenologen na Husserl hun pijlen hebben gericht, echter zonder de fenomenologische grondhouding op te geven. Ik wil dat illustreren aan 8

9 de hand van een korte karakterisering van de fenomenologen die in dit boek aan de orde komen. De gedachte dat het bewustzijn altijd al bewustzijn van iets is, wordt met name door Martin Heidegger ( ) op zo n manier ingekleurd dat hij tot bevindingen komt die haaks staan op Husserls opvatting. Volgens Heidegger is de wijze waarop we gericht zijn op de wereld op de eerste plaats niet een theoretisch aanschouwende, maar een praktisch geïnvolveerde: wij zijn altijd al, nog voordat we een voorstelling ervan hebben, op een bepaalde manier op de dingen betrokken. Wij geven aan hoe wij iets verstaan, niet alleen en niet op de eerste plaats door het op een theoretische manier te beschrijven, maar ook en primair in de praktische omgang ermee. Bovendien is die omgang altijd op een bepaalde manier gestemd: als ik verdrietig ben, dan ziet de wereld er anders uit. De taak van de fenomenologie is dan ook vooral dit praktischgestemde voorverstaan hermeneutisch te expliciteren. Deze existentialistische omvorming van de fenomenologie vindt men ook sterk bij Jean-Paul Sartre ( ). Volgens Sartre houdt Husserl in de invulling van zijn begrip van intentionaliteit nog te veel vast aan de cartesiaanse gedachte dat het ik als een positieve psychische entiteit ten grondslag ligt aan zijn voorstellingen. Sartre daarentegen probeert een subjectiviteit te denken die volledig naar buiten is gericht. Deze absolute negativiteit van het subject werkt hij uit als een vrijheid waarvan de mens zich op geen enkele manier kan bevrijden. Ook Emmanuel Levinas ( ) bekritiseert, in navolging van Heidegger, de prioriteit die Husserl verleent aan het voorstellende of theoretische in zijn karakterisering van de intentionaliteit. Deze kritiek wordt door Levinas echter uitgebreid tot een kritiek van het westerse denken, waaraan ook Heidegger volgens hem met zijn nadruk op het Verstehen niet heeft kunnen ontsnappen. Levinas ontmaskert de tendentie van het Europese denken om alles tot fenomeen te reduceren als een gewelddadigheid jegens datgene wat altijd al ontsnapt aan de voorstelling, namelijk de andere mens. Hoewel Hannah Arendt ( ) zichzelf geen fenomenoloog noemt, en zelfs geen filosoof, heeft ook haar werkwijze een 9

10 onmiskenbaar sterk hermeneutisch en existentieel fenomenologisch karakter. Het vertrekpunt van haar analyse is altijd de geleefde, singuliere ervaring. Haar fenomenologie van het politieke en haar hermeneutische interpretaties van historische gebeurtenissen werpen een bijzonder licht op de menselijke conditie. Bij Maurice Merleau-Ponty ( ) vinden we eveneens een afwijzing van de gedachte van intentionaliteit als een zuiver theoretische verhouding. Merleau-Ponty bestudeert weliswaar vooral de zintuiglijke ervaring van de wereld, maar probeert daarin aan te tonen dat waarnemen niet primair een cognitieve activiteit is. Waarnemen is allereerst een ondoordacht en onlosmakelijk opgenomen zijn in het leven van alledag. Ons lichaam wijst ons de weg nog voordat we ons bewust zijn geworden van waar we ons bevinden. Waarschijnlijk wordt de fenomenologie bij Paul Ricoeur ( ) het sterkst hermeneutisch ingevuld. In tegenstelling tot Husserl, die een beschrijving wil geven van het waarnemend bewustzijn, is Ricoeur vooral geïnteresseerd in een beschrijving van de wil. In de lijn van Merleau-Ponty beschouwt hij de wil primair als een voor-bewust vermogen van het lichaam. Zijn (her)ontdekking van de wil als iets dat verdeeld is, en derhalve niet volledig onvrijwillig, verklaart voor hem tevens de mogelijkheid van het kwaad. De onmogelijkheid om het kwaad onmiddellijk te beschrijven, doet hem beseffen dat het, en dat geldt voor alle fenomenen, alleen middellijk, dat is via verhalen, riten en symbolen, geïnterpreteerd kan worden. Jan Hendrik van den Berg (1914-heden), van huis uit psychiater, is ongetwijfeld de belangrijkste exponent van de fenomenologische beweging in Nederland. Zijn participatie aan de Utrechtse School rond Frederik Buytendijk, waarin werd getracht om de fenomenologie een centrale plaats te geven in de menswetenschappen, mondt uit in een eigenzinnige toepassing van de fenomenologie. Van den Berg concentreert zich op de samenhang tussen verschillende verschijnselen in de geschiedenis van de mensheid. In de metabletica of leer der veranderingen, zoals hij zijn benadering noemt, maakt hij het fenomeen van het veranderen zelf tot object van onderzoek. 10

11 Jacques Derrida ( ) vraagt opnieuw naar de mogelijkheidsvoorwaarden van het verschijnen. Zijn eigenaardige lezing van teksten uit de geschiedenis van het westerse denken, bekend geworden onder de naam deconstructie, illustreert dat de pretentie van een afgeronde, eenduidige lectuur altijd de rijkdom van een tekst toedekt. Verschuivingen van contextwisselingen en overdrachten gaan volgens hem vooraf aan de verschijning van betekenis, en maken die pas mogelijk. Hoewel Charles S. Peirce ( ) in de tijd aan het begin van de fenomenologische beweging staat en nauwelijks invloed heeft gehad op de richting waarin zij zich heeft ontwikkeld, treffen we in zijn denken een fenomenologie aan die enerzijds kenmerken vertoont van een Husserliaanse denkwijze en anderzijds raakt aan opvattingen die pas in de laatste decennia zijn ontwikkeld. Peirce vraagt, net als Derrida, naar de mogelijkheidsvoorwaarden voor het verschijnen. Door aan te tonen dat in alles wat we tegenkomen drie categorieën verondersteld moeten zijn, namelijk mogelijkheid, interactie en representatie, wordt elk fenomeen ontmaskerd als een dynamisch proces dat elke keer opnieuw op basis van de ervaring moet worden geïdentificeerd. 3. De selectie Voor dit boek zijn de tien hierboven getypeerde fenomenologen geselecteerd. Zo n selectie heeft noodzakelijk iets willekeurigs: waarom deze auteurs en geen andere? Waarom beginnen bij Husserl en niet al bij Brentano, of nog eerder? al bij Aristoteles vindt men fenomenologische excursies. Waarom Heidegger en niet ook Max Scheler, Hans-Georg Gadamer, Aron Gurwitsch en Alfred Schutz? Waarom Sartre en Levinas en niet ook Simone de Beauvoir en Gabriel Marcel? Waarom Derrida en niet ook Jean-Luc Marion en Michel Henry? Waarom Van den Berg en niet ook Frederik Buytendijk...? De lijst is eindeloos. De afwezigheid van één auteur wil ik wel kort verantwoorden, omdat lang is overwogen hem wel op te nemen, namelijk Max Scheler. Hoewel Scheler als eerste in een reactie op Husserl heeft 11

12 proberen aan te tonen dat onze verhouding tot de wereld primair niet een intellectuele, maar een emotionele is, is toch besloten hem niet te selecteren. Die lacune wordt gecompenseerd door de aandacht voor filosofen als Heidegger, Merleau-Ponty en Ricoeur die dezelfde wending op een radicalere manier hebben doorgevoerd en uitgewerkt. Dat nooit volledig kan worden verantwoord waarom andere fenomenologen niet zijn opgenomen (waar zou je moeten beginnen?), betekent uiteraard niet dat de gemaakte selectie geen grond heeft. Een belangrijk uitgangspunt voor de gekozen opzet is geweest de wens om te illustreren wat de fenomenologie tot fenomenologie maakt, wat het cement is, of om een geschiktere metafoor te gebruiken, wat het elastiek is dat de fenomenologie, ondanks haar verschillende veranderingen en verschuivingen, bij elkaar houdt. De gekozen auteurs tonen op een heel duidelijke manier aan dat het in de fenomenologie erom gaat de verschijnselen waarop we in de ervaring gericht zijn op een of andere manier te laten spreken. Een tweede uitgangspunt is geweest om tegelijkertijd ook de belangrijkste ontwikkelingen binnen de fenomenologie inzichtelijk te maken. De geselecteerde auteurs maken duidelijk, zoals ook opgemaakt kan worden uit de bovengeschetste samenvatting, in welke verschillende richtingen de fenomenologie zich heeft ontwikkeld. Dat ook een denker als Peirce is geselecteerd, die niet is beïnvloed door de andere auteurs en nauwelijks invloed heeft gehad op de andere auteurs, benadrukt dat de ontwikkeling van de fenomenologie geenszins een afgesloten proces is. Of nog sterker, de fenomenologie ontleent haar bestaansrecht en vitaliteit aan een houding van openheid en een afwijzing van theoretische postulaten die het vreemde en nieuwe buitensluiten. Dat Peirce is opgenomen heeft vooral te maken met de toenemende belangstelling voor het pragmatisme en met het feit dat er interessante verbanden gelegd kunnen worden tussen zijn fenomenologie en de fenomenologieën van de andere denkers. Een derde uitgangspunt is geweest om de rijkdom van gebieden te tonen waarbinnen de fenomenologie is toegepast en verder uitgewerkt. De geselecteerde auteurs illustreren die verscheiden- 12

13 heid van gebieden: van transcendentale epistemologie en meetkunde tot existentiële ontologie en hermeneutiek, van verzetsdenken tot een denken dat de lichamelijke existentie centraal stelt, van een radicale ethiek van het andere tot een ethiek die zoekt naar de mogelijkheidsvoorwaarden van het kwaad, van een denken van de politieke activiteit tot categorieënleer en semiotiek. 4. De auteurs De auteurs zijn vrijwel allemaal verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen aan het eind van het boek is een lijst met personalia opgenomen. Dat is niet toevallig. De belangstelling voor de fenomenologie in Nijmegen kent een lange geschiedenis. Prominente fenomenologen als Frederik Buytendijk en Stephan Strasser, alsook de sterk fenomenologisch georiënteerde psychiater Joseph Prick, hebben in Nijmegen leerstoelen bekleed. Ook is de verbondenheid van een aantal auteurs met Leuven niet toevallig, niet op de laatste plaatst vanwege het daar gevestigde Husserl- Archief en de lange traditie van fenomenologie-onderzoek aldaar. 5. De opzet Dit boek hoopt bovenal de fenomenologie onder de aandacht te brengen. De levensnabijheid die in de fenomenologie centraal staat kan een belangrijk tegenwicht bieden tegen sciëntistische benaderingen die de mens buiten de wereld plaatsen, waarop hij of zij altijd al is betrokken, en daardoor vervreemden van wat het meest eigen is aan hem of haar. Het boek is bedoeld als een kennismaking met belangrijke vertegenwoordigers van de fenomenologie. Het is niet alleen geschikt voor beroepsfilosofen, maar ook voor studenten van universiteiten en hogescholen en een breder, in filosofie geïnteresseerd publiek. De geselecteerde fenomenologen komen, met uitzondering van Peirce, in volgorde van hun geboortejaar aan de orde. De hoofdstukken zijn opgezet volgens een vaste structuur: elk begint 13

14 met een korte geschiedenis van het leven en werk van de betreffende fenomenoloog, die snel wordt toegespitst op zijn of haar denken over de fenomenologie. Daarbij hoort ook een verheldering van de plaats van de auteur binnen de fenomenologische beweging en een korte aanduiding van welke denkers hem of haar hebben beïnvloed en welke denkers hij of zij heeft beïnvloed. Daarna wordt verder duidelijk gemaakt welke specifieke invulling de auteur aan de fenomenologie heeft gegeven en wordt zijn of haar benadering uitgewerkt. Ten slotte wordt een lijst gegeven van primaire en secundaire literatuur voor verdere lectuur. Ciano Aydin 14

15 Edmund Husserl De vader van de fenomenologie Samuel IJsseling 1. Leven en werk Edmund Husserl wordt wel de vader van de fenomenologie genoemd of beter van de fenomenologische beweging, een uitdrukking die men vindt bij M. Merleau-Ponty in het voorwoord van zijn Phénoménologie de la perception (1945) en die ook de titel is van een belangrijk boek over de geschiedenis van de fenomenologie van Herbert Spiegelberg, The Phenomenological Movement (1959), waarvan in 1982 een herwerkte en aangevulde uitgave verscheen van de hand van Karl Schumann. Husserl werd geboren in 1859 te Prossnitz in Moravië, dat toen deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Zijn ouders waren min of meer geassimileerde en liberale joden. Reeds als student is Husserl overgegaan naar de protestantse kerk, mede onder invloed van Masaryk, de latere eerste president van Tsjechoslowakije, met wie Husserl persoonlijk bevriend was. Husserl studeert allereerst wiskunde, achtereenvolgens in Leipzig, Berlijn en Wenen. In 1883 promoveert hij op een proefschrift getiteld Beiträge zur Variationsrechnung en in 1887 verdedigt hij zijn Habilitationsschrift met als titel Über den Begriff der Zahl, over het getal. Het is niet onbelangrijk te weten dat Husserl tot de filosofie komt vanuit de wiskunde, en dan vooral de rekenkunde, de aritmetica, en dat hij gefascineerd was door het getal en het uitvoeren van bewerkingen met getallen, het tellen en rekenen. Het getal is voor Husserl enerzijds iets louter psychisch, geestelijks of subjectiefs maar tegelijkertijd ook iets reëels, objectiefs, een ideëel voor- 15

16 werp, zoals ook het tellen en rekenen zuiver geestelijke, psychische en subjectieve activiteiten zijn, die tegelijkertijd een hoge mate van objectiviteit hebben. Het zijn deze en dergelijke activiteiten van de geest of het bewustzijn met een objectief gehalte die Husserl zijn leven lang zullen bezighouden. In Wenen ontmoet Husserl Franz Brentano ( ) bij wie hij colleges volgt over wijsgerige en beschrijvende psychologie, waarin begrippen als intentionaliteit en activiteit van het bewustzijn een belangrijke rol spelen. Brentano was een Rooms-katholieke priester die na 1870 ambt en kerk verlaten heeft zoals vele andere Duitse geestelijken, naar aanleiding van het eerste Vaticaanse Concilie waarin de onfeilbaarheid van de paus tot dogma verklaard is en de centralisatie van het kerkelijke gezag bevestigd werd. De colleges van Brentano hebben een overweldigende indruk op Husserl gemaakt en volgens zijn eigen woorden zou het vanaf dat moment zijn lot zijn op de filosofie verliefd te zijn. Hierbij kan opgemerkt worden dat ook Martin Heidegger, die Brentano niet persoonlijk gekend heeft, door hem tot de filosofie gekomen is, echter niet door diens psychologie maar door zijn Von der mannigfachen Bedeutung des Seienden nach Aristoteles (1862), dat Heidegger op het gymnasium gelezen heeft en dat mede aan de oorsprong staat van zijn blijvende belangstelling voor Aristoteles en de vraag naar het zijn. In publiceert Husserl een belangrijk en omvangrijk werk in twee delen met de bescheiden titel Logische Untersuchungen, een boek dat volgens velen aan de basis ligt van de fenomenologische beweging. Met deze publicatie op zijn naam wordt Husserl benoemd tot hoogleraar in Göttingen (1901). In 1910 verschijnt van hem Philosophie als strenge Wissenschaft en in 1913 zijn Ideen zu einer reinen Phänomenologie und phänomenologischen Philosophie, beter bekend als Ideen I. Over deze werken later meer. In 1916 wordt Husserl ten slotte benoemd tot ordinarius in Freiburg im Breisgau. 1 In Freiburg trekt hij met zijn colleges en semina was een bewogen jaar voor Husserl. Hij had drie kinderen: Gerhart, Wolfgang en Elisabeth. Wolfgang is in 1916 gesneuveld aan het front in Verdun. Zijn lichaam is nooit teruggevonden. 16

17 ries veel studenten aan uit de hele wereld, ook uit Amerika en Japan. In die jaren valt ook de samenwerking met Heidegger, die Husserl na zijn emeritaat in 1928 als hoogleraar in Freiburg is opgevolgd. Na zijn emeritaat blijft Husserl nog zeer actief en heeft hij contact met bijna alle belangrijke filosofen van zijn tijd. 2 Husserl sterft op 27 april Een van de laatste woorden die hij tegen de zuster die hem verpleegde heeft gezegd luidde: Ik heb als filosoof geleefd en wil als filosoof proberen te sterven. Husserl stierf enige maanden voor de Kristallnacht (8-9 november 1938) waarin meer dan tweehonderdvijftig synagogen in brand gestoken werden, joodse winkels vernield en geplunderd, duizenden joden mishandeld en weggevoerd naar concentratiekampen en boeken die door joden geschreven waren verbrand. Niet lang na de dood van Husserl ging een student uit Leuven, pater Herman Leo Van Breda, die pas afgestudeerd was op een verhandeling over de fenomenologische reductie bij Husserl, naar Freiburg om daar niet gepubliceerde teksten te raadplegen in verband met de voorbereiding van een dissertatie. Omdat Husserl en zijn vrouw van joodse afkomst waren, trof Van Breda de weduwe van Husserl aan in een volledig isolement en uiterst bezorgd over wat er met de vele papieren en boeken van haar man zou gaan gebeuren. De waanzin van het nationaal-socialisme die al wat van joodse afkomst was, probeerde te vernietigen hing als een tastbare dreiging rond het huis waar zij woonde. De energieke en vindingrijke Van Breda, die toen amper zevenentwintig jaar oud was, maakte onmiddellijk plannen om de weduwe van Husserl naar België te laten emigreren en de omvangrijke nalatenschap van Husserl te redden door deze over te brengen naar Leuven. Op 28 oktober 1938 stelde de universiteit van Leuven lokalen en geld ter beschikking om de vele documenten te herbergen en te bestuderen. Daarmee was de stichting van het Husserl-Archief een feit. Na de tweede wereldoorlog is men op dit archief begon- 2 Karl Schumann heeft samen met zijn vrouw Elisabeth Schumann de briefwisseling van Husserl uitgegeven in tien delen, in Husserliana Dokumente, Bd. iii, Dordrecht

18 nen met een kritische uitgave van het werk van Husserl, dat wil zeggen van de reeds tijdens het leven van Husserl gepubliceerde teksten en vooral van de niet eerder gepubliceerde manuscripten. 3 Mede op grond van deze manuscripten en andere waardevolle documenten is het Husserl-Archief te Leuven geworden tot een centrum van fenomenologisch onderzoek. M. Merleau-Ponty was overigens een van de eersten die het archief heeft bezocht in 1939 om ongepubliceerde teksten te raadplegen. Na hem hebben bijna alle belangrijke Europese filosofen een langere of kortere tijd doorgebracht op het archief. Zonder dit archief zou de geschiedenis van de filosofie van de twintigste eeuw er anders hebben uitgezien. Husserl zou verheugd geweest zijn over de belangstelling die men heeft voor zijn nalatenschap, maar zou het moeilijk gehad hebben met het feit dat in de geschiedenis van de filosofie toevalligheden uiteindelijk een grote rol spelen. 2. Husserls kritiek op het psychologisme Tellen en rekenen zijn voor Husserl, zoals hierboven is aangeduid, geestelijke, dat wil zeggen psychische activiteiten. Dat geldt ook voor het denken en redeneren. Maar rekenen en denken zijn volgens Husserl niet hetzelfde. In het denken speelt, in tegenstelling tot het rekenen, de inhoud of de betekenis van de begrippen een belangrijke rol. We komen daar later op terug. Wanneer men, zoals Husserl, benadrukt dat het denken een psychische activiteit is, dreigt het gevaar te vervallen in een vorm van psychologisme. Husserl probeert dit te vermijden en in het eerste deel van de Logische Untersuchungen doet hij een poging het psychologisme te weerleggen. Wat is psychologisme? Halverwege de negentiende eeuw ontstaat een nieuwe wetenschap: de empirische en experimentele psychologie, die grote belangstelling geniet. De resultaten van het on- 3 Uitgegeven door het Husserl-Archief worden: Husserliana. Edmund Husserl Gesammelte Werke, reeds 37 banden, Husserliana Dokumente en Husserliana Materialien. Daarnaast ook de serie Phänomenologica met meer dan 175 delen. De huidige directeur van het Archief is prof. dr. R. Bernet. 18

19 derzoek zijn aanvankelijk zo verrassend dat men meent met behulp van de psychologie alles te kunnen verklaren en alle problemen op te lossen. Er is sprake van een extreme vorm van psychologisme wanneer er beweerd wordt dat al wat men denkt of wenst volkomen afhankelijk is van de individuele psychische structuur. Wat men als waar aanneemt en als onwaar afwijst, of men gelovig is of ongelovig, conservatief of progressief, in de politiek rechts of links, zou geheel en al bepaald worden door de psychische geaardheid van deze of gene persoon. Er is ook een radicaal psychologisme dat niet zo zeer in de individuele maar eerder in de algemeen menselijke psychische structuur de verklaring ziet van alle denken en weten en van elke vorm van menselijke cultuur. Uiteindelijk leidt dit tot een relativisme en subjectivisme. Men moet de betekenis van dit psychologisme niet onderschatten. Vooral aan de Duitse universiteiten aan het einde van de negentiende eeuw was het zeer verbreid. Het had zelfs gevolgen op het gebied van de universitaire politiek. Er waren universiteiten die geneigd waren de filosofische faculteit op te heffen en deze te vervangen door de psychologie. Husserl was zich van de situatie bewust. Hij benadrukt dat het denken in de brede zin van het woord een psychische activiteit is en wijst de psychologie niet af. Maar hij verwerpt het psychologisme. Husserl ziet in dat wat door het psychologisme beweerd wordt misschien wel geldt voor een ideologie, een geloof en een wereldbeschouwing, maar niet voor de filosofie. Voor Husserl is de ware filosofie geen ideologie, geen geloof en geen wereldbeschouwing maar een wetenschap, een strenge wetenschap die wil komen tot algemeen geldige uitspraken over de werkelijkheid, uitspraken die gelden voor alle mensen, overal en te allen tijde. De filosofie heeft voor Husserl een eigen strengheid, gelijk aan die van de wetenschap en die deze zelfs overtreft. Het is niet mogelijk hier Husserls weerlegging van het psychologisme in detail te herhalen, maar een voorbeeld maakt duidelijk waarover het gaat. Wanneer gezegd wordt dat A groter is dan B en B groter dan C, dan is A groter dan C. Een dergelijke redenering is wel een psychische activiteit maar de geldigheid ervan is niet afhankelijk van de subjectieve psychische structuur van de mens. 19

20 De redenering heeft een objectieve geldigheid. Dit geldt voor Husserl ook voor meer ingewikkelde redeneringen, die volgens de wetten van de logica worden voltrokken. Voor Husserl, zoals eerder is opgemerkt, is denken en redeneren niet hetzelfde als rekenen. In het denken gaat het om begrippen met een feitelijke inhoud. Husserl spreekt in dit kader van ideële voorwerpen, dat wil zeggen die begrippen die gebruikt worden in het denken en weten, die wel gevormd worden in en door het bewustzijn maar die tegelijkertijd ook een objectief gehalte hebben. Het zijn ideële objecten. Er is hier ook sprake van de kategoriale Anschauung, die bestaat in een zien (met de ogen van de geest) van een conjunctie, disjunctie en conditie. Zo zou ik, aldus Husserl, niet alleen een huis of een kind zien, maar ik zie onmiddellijk dat het mijn huis en mijn kind is (conjunctie). Zo zie ik ook onmiddellijk het onderscheid tussen mijn huis en dat van een ander (disjunctie) en zie ik wanneer dit of dat met het huis gebeurt, dat deze of gene gevolgen heeft (conditie). Het gaat hier telkens om psychische activiteiten maar ze hebben een eigen objectiviteit, die in de Anschauung gegeven is. 3. Fenomenologie als analyse en beschrijving van het bewustzijn In 1928 publiceert Heidegger Husserls Vorlesungen zur Phänomenologie des Zeitbewusstseins, een uitgave die in feite voor een groot deel voorbereid was door Edith Stein. 4 In deze colleges geeft Husserl een nauwkeurige analyse van het tijdsbewustzijn. Zoals altijd gaat het bij Husserl om het Bewusstseinsleben met zijn noëtischnoëmatische structuur, dat wil zeggen de activiteit van het bewustzijn samen met datgene waarvan het bewustzijn bewust is, of het weten en kennen als activiteit samen met het gewetene en gekende. In Husserls analyse van het tijdsbewustzijn, welke mede geïnspireerd is door de beschouwingen over de tijd in het elfde boek 4 Edith Stein ( ), een jodin, was een van de laatste belangrijke studenten van Husserl in Göttingen en in Freiburg de eerste die bij Husserl is gepromoveerd. Zij is later overgegaan naar het katholicisme, carmelites geworden en in 1942 vergast in Auschwitz. 20

21 van de Belijdenissen van Augustinus, wordt benadrukt dat het bewustzijn gekenmerkt wordt door een spanningsverhouding, een spanning tussen wat voorbij is en wat nog komen gaat. Husserl spreekt van retentie en protentie. Zo klinkt bij het horen van een lied datgene wat reeds verklonken is nog op een of andere manier na (retentie) en wordt vooruitgegrepen naar wat nog niet feitelijk klinkt (protentie). Zonder dit zou men geen lied kunnen horen. Dit behouden blijven en vooruitlopen op treedt niet alleen op bij het horen van een lied, maar ook bij het beluisteren en houden van een betoog, de ontwikkeling van een gedachtegang, de waarneming en het handelen en elke activiteit waar tijd voor nodig is. In de uiterst subtiele analyses besteedt Husserl ook veel aandacht aan de verschillende vormen van en gradaties in de retentie en protentie. Ook in 1928 geeft Husserl een aantal lezingen in Amsterdam, de Amsterdammer Vorträge, en in 1929 geeft hij een reeks voordrachten in Parijs aan de Sorbonne, die bekend zijn als de Cartesianische Meditationen. Een paar opmerkingen over deze Parijse voordrachten. Het is waarschijnlijk dat de uitnodiging om naar Parijs te komen mede tot stand kwam via Emmanuel Levinas, die colleges volgde bij Husserl in Freiburg en die met de famillie Husserl bevriend was geraakt. Samen met Gabrielle Pfeiffer heeft hij de voordrachten van Husserl in het Frans vertaald. Lange tijd was de oorspronkelijk Duitse versie niet beschikbaar. Deze is in 1950 uitgegeven door het Husserl-Archief te Leuven als eerste band in de reeks Husserliana, verzorgd door Stephan Strasser, die een medewerker was van het Archief en die later hoogleraar geworden is aan de universiteit van Nijmegen. Naar aanleiding van de Cartesianische Meditationen kan verder opgemerkt worden dat er sprake is van een zeker cartesianisme bij Husserl. Husserl is een rationalist. Zijn filosofie is een pleidooi voor een leven volgens de rede. De onredelijkheid overwinnen is volgens hem dé grote ethische opgave en hij wil daartoe een wezenlijke bijdrage leveren. Hierbij moet gezegd worden dat voor Husserl de redelijkheid niet vooraf gegeven is, zoals in de geschiedenis van de filosofie soms beweerd is, maar deze moet gesticht worden, door mensen verwerkelijkt. Belangrijker nog is, 21

22 in de lijn van Descartes, de centrale plaats van het subject bij Husserl. Volgens Descartes was het cogito onbetwistbaar. Het denken kan niet worden weggedacht. Dit inzicht wordt door Kant aldus geformuleerd: Das ich denke muss all meine Vorstellungen begleiten können. Bij Husserl is dit het transcendentale bewustzijn of subject. Het is de noodzakelijke mogelijkheidsvoorwaarde voor alles waarvan gezegd wordt dat het is, dat het verschijnt. Dit bewustzijn wordt volgens Husserl gekenmerkt door intentionaliteit, dat wil zeggen dat het bewustzijn altijd bewustzijn is van iets, zoals het zien of horen altijd iets zien of horen is; niet iets zien of horen, is niet zien of horen. Voor Husserl is dit transcendentale subject het wonder aller wonderen. Het is het wonder er te zijn. Dit subject is voor Husserl het enige absoluut zijnde en zou het uitgangspunt moeten zijn van elke echte filosofie. 4. Fenomenologie als strenge wetenschap: terug naar de zaken zelf In 1935 geeft Husserl een aantal lezingen in Wenen en Praag over Die Krisis der europäischen Wissenschaften und die transzendentale Phänomenologie. Deze crisis van de wetenschappen is volgens Husserl tevens een crisis van de cultuur omdat onze cultuur nu eenmaal een wetenschappelijke en verwetenschappelijkte cultuur is. Deze cultuur wordt bedreigd door de opkomst van het irrationele, van het onredelijke, van datgene wat niet redelijk verantwoord kan worden. De crisis van de wetenschappen en daarmee ook van de cultuur bestaat, aldus Husserl, vooral in het feit dat deze hun eigen ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling vergeten zijn. De hedendaagse wetenschappen zouden zich niet meer bewust zijn van hun wortels en van de wijze waarop de wetenschappelijke inzichten tot stand komen en worden doorgegeven. Daarmee is de huidige wetenschap ontworteld en vervreemd van zichzelf. Een terugkeer naar de oorsprong, welke volgens Husserl gelegen is in de Lebenswelt, is meer dan gewenst. Of een dergelijke terugkeer mogelijk is, blijft een open vraag. Husserl was een typisch analytische geest, een filosoof van de 22

23 uiterst nauwkeurige en subtiele analyse van de waarneming en de herinnering, de verbeelding en de fantasie en van alles wat zich in, aan en voor het bewustzijn voordoet, steeds met veel aandacht voor het detail. Zijn fenomenologie was zeker geen vaststaand en onveranderlijk systeem, geen geheel van stellingen en verworven inzichten, maar een open, vragende en zoekende filosofie. In het voorwoord dat Husserl in 1930 schreef van zijn Ideen I uit 1913, waarin hij spreekt over het ongeluk dat hem trof op de filosofie verliefd te zijn, noemt hij zichzelf een echte beginneling (ein wirklicher Anfänger). Hij spreekt over zichzelf als een schrijver die (evenals Mozes) voor het beloofde land staat, voor het oneindig open land van de ware filosofie dat voor hem uitgestrekt ligt maar dat hij zelf niet echt meer zal betreden. Wanneer Husserl zich een echte beginneling noemt betekent dit op de eerste plaats dat hij steeds opnieuw begint en zijn analyses steeds indringender en scherper probeert te maken. Het betekent ook dat hij voortdurend op zoek is naar een echt begin, naar een absoluut beginsel dat kan dienen als een onbetwistbaar fundament voor elk weten. Husserls ideaal er is zelfs sprake van een droom was de verwerkelijking van een filosofie als strenge wetenschap, dat wil zeggen een wetenschap die handelt over de werkelijkheid en niet over andere filosofen of bestaande filosofische stelsels en een wetenschap die gekenmerkt wordt door een methodologische strengheid die niet alleen die van de wetenschappen evenaart maar deze overtreft omdat ze echt gefundeerd is en niet leeft van overgeleverde methoden en inzichten. Husserl zoekt dat fundament in de fenomenen (van het Griekse phainomai dat verschijnen betekent), dat wil zeggen in de werkelijkheid zoals deze verschijnt, zich voordoet aan het bewustzijn. In de Philosophie als strenge Wissenschaft staat de oproep zurück zu den Sachen selbst (terug naar de zaken zelf). Deze oproep is voor velen de slogan geworden van de fenomenologische beweging. Terug naar de zaken zelf betekent voor Husserl allereerst een zich afkeren van allerlei theoretische constructies en hersenspinsels, van bestaande filosofische systemen en wereldbeschouwingen, en zich niet langer slechts bezighouden met het lezen van filosofische literatuur en het cultiveren van eruditie. De terug- 23

24 keer naar de zaak zelf betekent voor Husserl een zich wenden naar het bewustzijn. Het is een oproep tot bezinning en inkeer in zichzelf. Twee methodologische uitgangspunten zijn hier van belang: de fenomenologische reductie en dat wat Husserl in 24 van zijn Ideen I het fenomenologische beginsel noemt, das Prinzip aller Prinzipien. De meest duidelijke formulering van wat Husserl bedoelt met de fenomenologische reductie kan men vinden bij Heidegger in een college uit 1927 getiteld Grundprobleme der Phänomenologie. Voor Husserl, zegt Heidegger, is de fenomenologische reductie die Rückführung des phänomenologischen Blickes von der natürlichen Einstellung des in die Welt der Dinge und Personen hineinlebenden Menschen auf das transzendentale Bewusstseinsleben und dessen noetisch-noematische Erlebnisse, in denen sich die Objekte als Bewusstseinskorrelate konstitutieren. 5 Alle woorden zijn hier van belang. Het gaat om een methode. Deze bestaat in een Rückführung (reductie), een terugleiden van de blik. In de fenomenologie gaat het allereerst om een zien, een heel specifieke wijze van kijken, waarbij de blik zich afwendt van de natuurlijke ingesteldheid van de mensen, dat wil zeggen het ten volle opgaan in de wereld van de bestaande dingen en personen. In dit kader spreekt Husserl ook van Epochè, een woord ontleend aan het Griekse scepticisme. Voor Husserl is dit geen twijfel aan en nog minder een ontkenning van het bestaan van de wereld, maar een opschorten van een oordeel over de werkelijkheid. De blik moet zich afwenden van de natuurlijke ingesteldheid, waarvoor het werkelijk bestaan van de wereld zonder meer vanzelfsprekend is, en zich wenden tot het transcendentale bewustzijnsleven dat gekenmerkt wordt door activiteit en passiviteit. In dit bewustzijn constitueren zich de objecten als objecten correlatief met het bewustzijn. Over deze constitutie en de objecten later meer. Eenvoudiger maar ook wat simplificerend gezegd: het fenomenologische zien moet zich als het ware afwenden van wat wordt waargenomen om zich te richten op de activiteit en passiviteit van het 5 Martin Heidegger, Die Grundprobleme der Phänomenologie, Gesamtausgabe, Bd. 24, Frankfurt am Main 1975, p

25 waarnemen zelf waarvoor en waardoor het waargenomene als waargenomene verschijnt. De slotzinnen van de Cartesianische Meditationen kunnen verduidelijken wat Husserl met zijn fenomenologische reductie voor ogen stond. Ze luiden: Das Delphische Wort γνωθι σεαυτόν hat eine neue Bedeutung gewonnen. Positive Wissenschaft ist Wissenschaft in der Weltverlorenheit. Man muss erst die Welt durch εποχη verlieren, um sie in universaler Selbstbesinnung wiederzugewinnen. Noli foras ire, sagt Augustinus, in te redi, in interiore homine habitat veritas. In deze weinige voor Husserl belangrijke woorden, worden de grote thema s uit de geschiedenis van de filosofie aangeroerd. Het ken uzelf dat niet alleen boven de ingang van de tempel van Apollo te Delphi was geschreven, staat ook boven de toegangspoort van het bouwwerk dat de filosofie is. Bij Husserl krijgt dit zelf een nieuwe betekenis, namelijk die van het transcendentale ego. De epochè uit de Griekse sceptische traditie, waar men probeert het oordeel, het is zeggen, zo lang mogelijk op te schorten, gaat bij Husserl niet gepaard met het prijsgeven van de waarheid maar geschiedt juist omwille van de waarheid. Er is verder het oude thema van het moeten verliezen om te kunnen winnen en het afstand doen om te kunnen ontvangen. Tenslotte is er het citaat van Augustinus: Wil niet naar buiten gaan. Keer in in u zelf. In de innerlijke mens woont de waarheid. Augustinus, die volgens velen aan de oorsprong staat van de filosofie van de interioriteit is voor Husserl een voorbeeld van waarachtige filosofie. Bij Husserl is de interioriteit echter ook altijd exterioriteit vanwege het intentionele karakter van het bewustzijn. Elk binnen is voor hem ook altijd een buiten. De door Husserl geciteerde woorden van Augustinus doen denken aan Schellings Vom Ich als Prinzip der Philosophie (1795) en meer nog aan de oproep waarmee Fichte zijn Wissenschaftslehre (1797) begint: Sla acht op uzelf. Keer uw blik af van alles wat u omgeeft en wendt u naar uw innerlijk. Dat is de eerste eis die de filosofie aan haar leerling stelt. Er is van niets dat buiten u is sprake, maar alleen van uzelf. Het is dan ook niet zonder reden dat er soms sprake is van Husserls idealisme. Toch is voor Husserl elk binnen ook altijd een buiten zoals onder andere blijkt uit het fe- 25

26 nomenologische beginsel, das Prinzip aller Prinzipien, zoals dat geformuleerd is in 24 van de Ideen I. Het fenomenologische principe luidt: dass jede originär gebende Anschauung eine Rechtsquelle der Erkenntnis sei, dass alles, was sich uns in der Intuition originär, (sozusagen in seiner leibhaften Wirklichkeit) darbietet, einfach hinzunehmen sei, als was es sich gibt, aber auch nur in den Schranken in dessen es sich da gibt. Vrij en gebrekkig vertaald: dat elke oorspronkelijk gegeven aanschouwing een rechtsbron van de kennis is, dat alles wat zich aan ons in de intuïtie oorspronkelijk (zo te zeggen in zijn lijfelijke werkelijkheid) aanbiedt, eenvoudig te aanvaarden is als wat het zich aanbiedt, maar ook slechts binnen de grenzen waarin het zich aanbiedt. Ook hier gaat het om een zich afwenden van alle theoretische constructies en een zich wenden tot de oorspronkelijke ervaring. Terug naar de zaak zelf. Wat verder in dezelfde alinea voegt Husserl aan dit fenomenologische beginsel toe: Jede Aussage, die nichts weiter tut als solchen Gegebenheiten durch blosse Explikation und genau sich anmessende Bedeutungen Ausdruck zu verleihen, ist also wirklich ein absoluter Anfang, im echten Sinne zur Grundlegung berufen Prinzipium. Vertaald: elke uitspraak (oordeel) die niets meer doet dan zulke gegevens door louter explicatie en met precies passende betekenissen tot uitdrukking te brengen, is derhalve werkelijk een absoluut begin, een beginsel dat in echte zin als fundament kan dienen. Wanneer Husserl hier spreekt van die nichts mehr tut (die niets meer doet), stelt dat een probleem waarop we later in onze slotbeschouwing terugkomen. Tot datgene wat in een oorspronkelijke Anschauung gegeven is en zich in die Anschauung constitueert, behoren op de eerste plaats de gewone voorwerpen die waargenomen worden of minstens waargenomen kunnen worden. Hierbij wordt in de waarneming zelfs onmiddellijk een onderscheid gemaakt tussen de natuurlijke objecten en de cultuurobjecten. Beide zijn op een verschillende wijze gegeven. Er zijn ook de ideële objecten zoals bijvoorbeeld de objecten van de meetkunde zoals het punt, de lijn, het vlak, de cirkel, het getal enzovoort. Verder spreekt Husserl van de categoriale Anschauung waarin zaken zoals conjunctie, disjunctie en conditie 26

27 zich als gegevenheid voordoen. Ten slotte is er sprake van een Wesensschau. Het wezen van iets is, aldus Husserl, een heel speciaal voorwerp dat eveneens in een oorspronkelijke Anschauung en op een heel eigen wijze gegeven is. Men moet namelijk enig idee hebben om een paard, een stoel en een mens als paard, stoel of mens te herkennen en van andere zaken te onderscheiden. Al deze en nog andere wijzen waarop de werkelijkheid zich aan ons voordoet en gegeven is, worden door Husserl uiterst nauwkeurig beschreven en geanalyseerd. Deze beschrijving en analyse zou het fundament moeten leggen van een filosofie als strenge en apodictische wetenschap. Dat was het ideaal dat Husserl probeerde te verwerkelijken. Maar in 1935, een paar jaar voor zijn dood, zegt hij: de droom lijkt uitgedroomd. 6 Datgene wat Husserl als ideaal voor ogen stond blijkt uiteindelijk niet realiseerbaar te zijn. Dit betekent echter niet dat de vele en subtiele analyses van Husserl hun betekenis verloren zouden hebben. Integendeel. Ze staan aan de oorsprong van de fenomenologische beweging en blijven een uitdaging en een bron van inspiratie voor elke filosofie die werkelijk bekommerd is om waarheid en betekenis. 5. De betekenis van Husserl voor de filosofie van de twintigste eeuw Het is het merkwaardige lot van Husserl geweest dat zijn invloed immens groot geweest is, maar dat bijna niemand een echte leerling genoemd kan worden. Op een enkele uitzondering na is niemand Husserl echt gevolgd in zijn project om een echt gefundeerde en wetenschappelijk verantwoorde filosofie te ontwerpen. Dit project is het voorwerp geworden van historisch onderzoek en dat was wel het tegenoverstelde van wat Husserl zelf voor ogen stond. Van de vele auteurs die Husserls invloed hebben ondergaan, en die in het vervolg van dit boek uitvoeriger zullen worden besproken, noemen we er hier al vast een paar. Als eerste van degenen die Husserls invloed hebben ondergaan 6 E. Husserl, Die Krisis der europäischen Wissenschaften und die transzendentale Phänomenologie, p

28 maar hem niet gevolgd zijn, moet Martin Heidegger ( ) genoemd worden. Hij was dertig jaar jonger dan Husserl en in de strikte zin van het woord niet diens leerling. Toen Husserl in 1916 naar Freiburg kwam was Heidegger daar reeds gepromoveerd. Wel heeft hij met Husserl samengewerkt. Heideggers houding ten aanzien van Husserl was ambivalent. In het openbaar sprak hij met lof over Husserl en noemde hem een vaderlijke vriend. Heideggers Sein und Zeit (1927) is opgedragen aan Husserl in Verehrung und Freundschaft en in een voetnoot schrijft Heidegger: Als het volgende onderzoek enige stappen voorwaarts doet in de ontsluiting van de zaken zelf, dankt de auteur dat in de eerste plaats aan Edmund Husserl, die hem gedurende zijn leertijd in Freiburg door een gedegen persoonlijke begeleiding en door beschikkingstelling van ongepubliceerd onderzoek, met de meest uiteenlopende gebieden van het fenomenologisch onderzoek vertrouwd heeft gemaakt. 7 Dit klinkt wat vlijend en dat is het in feite ook. Heidegger besefte zeer goed aan het einde van de twintiger jaren dat zijn carrière en zijn mogelijke benoeming in Freiburg van Husserl afhankelijk was. In de privésfeer was Heidegger nogal kritisch ten aanzien van Husserl. Heel duidelijk blijkt dat uit de correspondentie met vrienden en vooral vriendinnen die sinds enige jaren toegankelijk is. Zeer negatief is Heidegger in sommige brieven aan zijn vrouw Elfride Petri. 8 Bovendien bevat Sein und Zeit nogal wat verborgen kritiek op Husserl. Wanneer Heidegger zich kritisch uit over Descartes, is dat gewoonlijk bedoeld als kritiek op Husserl en wanneer hij in Sein und Zeit uitdrukkelijk de vraag naar het zijn stelt is dat ook een verwijt aan Husserl die wel spreekt over bewustzijn, subject, ideële voorwerpen maar niet vraagt naar het zijn van het bewustzijn, het subject en de voorwerpen, kortom naar het mens- 7 Martin Heidegger, Zijn en tijd (vertaald en van een nawoord voorzien door Mark Wildschut), Nijmegen 1998, p Mein liebes Seelchen! Briefe Martin Heideggers an seine Frau Elfride, , Herausgegebeben, ausgewählt und kommentiert von Gertrud Heidegger, München Uit deze becommentarieerde uitgave van deze correspondentie komt een nogal onthutsend beeld naar voren van het privéleven van Heidegger. 28

29 zijn. Heidegger probeert verder ook radicaal het subject-object schema te doorbreken. In plaats van de intentionaliteit stelt Heidegger het in de wereld zijn, dat wil zeggen een oorspronkelijk en volkomen verweven zijn van mens en wereld. En waar bij Husserl het weten en kennen nog centraal staan, worden deze door Heidegger gezien als secundair en afgeleid. Oorspronkelijker dan het weten en kennen is voor Heidegger het gestemde en min of meer verstandig omgaan met zichzelf, zijn medemens en zijn omgeving. Natuurlijk zou dit alles verder uitgewerkt moeten worden, maar hier gaat het niet om Heidegger maar om Husserl. In Frankrijk is de fenomenologie van Husserl op een eigen en productieve wijze ontvangen en opgenomen. In deze receptie mag de betekenis van Emmanuel Levinas ( ) niet onderschat worden. Hij was een van de eersten die over Husserl schreef en heeft het nodige bijgedragen aan de belangstelling voor de fenomenologie in Parijs. Bij Levinas vindt men echter ook de uitdrukking met de fenomenologie tegen de fenomenologie denken. In de vroege publicaties van J.P. Sartre ( ), die aan het einde van de dertiger jaren in Berlijn was en daar Husserl bestudeerd heeft, is de Husserliaanse fenomenologie uitdrukkelijk aanwezig. M. Merleau-Ponty ( ) was, zoals eerder is opgemerkt, één van de eersten die het Husserl-Archief te Leuven heeft bezocht in 1939, en zijn Phénoménologie de la perception (1945) is duidelijk door Husserl geïnspireerd. Paul Ricoeur ( ) heeft tijdens de oorlog in Duitse gevangenschap samen met zijn Duitse bewakers Husserls Ideen I in het Frans vertaald en later van commentaar voorzien. In Frankrijk worden er naast Husserl natuurlijk ook nog andere auteurs gelezen zoals Hegel, Kierkegaard, Nietzsche en Heidegger, en was men vooral geïnteresseerd in de concrete menselijke existentie, het existentialisme. Er was dan ook sprake van een existentiële fenomenologie. Hierbij kan opgemerkt worden dat Existentiële fenomenologie ook de titel was van een boek van W. Luijpen uit 1959, dat veel herdrukken heeft gekend en dat een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de fenomenologische filosofie in Nederland en Vlaanderen. Ten slotte moet hier ook Jacques Derrida ( ) genoemd worden. In 1953 heeft hij enige tijd doorgebracht op het Husserl- 29

30 Archief te Leuven waar hij toen nog niet gepubliceerde teksten van Husserl heeft geraadpleegd. In die jaren heeft hij ook een uitvoerige studie over Husserl geschreven met als titel: Le problème de la genèse dans la philosophie de Husserl. Deze studie is gepubliceerd in De eerste publicaties van Derrida waren voornamelijk aan Husserl gewijd. Later heeft hij meer belangstelling gekregen voor Heidegger, volgens zijn eigen woorden vanwege de existentiële toon en de betrokkenheid op de geschiedenis van de filosofie welke zo goed als afwezig is bij Husserl. Toch is zijn bewondering voor Husserl gebleven vanwege diens methodologische strengheid en de nauwkeurigheid van de analyse. 6. Vraagtekens bij de fenomenologie Reeds tijdens zijn leven en vooral na zijn dood zijn er vraagtekens geplaatst bij Husserls fenomenologie. 9 Deze vraagtekens hebben vooral betrekking op de centrale plaats van het bewustzijn bij Husserl. Ze zijn gesteld door auteurs die zich laten inspireren door Heidegger en meer nog door drie denkers die door Paul Ricoeur ooit les philosophes du soupçon (de filosofen van het wantrouwen) genoemd zijn: Marx, Nietzsche en Freud. Hieraan zou Charles Darwin die in de kringen van de fenomenologen misschien wat te weinig aandacht krijgt, kunnen worden toegevoegd. Voor Marx is het bewustzijn een epifenomeen, een oppervlakteverschijnsel dat tot stand komt en bepaald wordt door de sociaal-economische omstandigheden waarin men verkeert. Nietzsche spreekt van een belachelijke en onzinnige overschatting van het bewustzijn, dat volgens hem het resultaat is van een overlevingsstrategie en altijd nauw verweven is met de taal. Ook voor Freud is het bewustzijn secundair. Volgens hem gaat onder het bewustzijn een andere wereld schuil die in vele opzichten belangrijker is dan die van het bewustzijn, het onbewuste. En voor Darwin is het bewustzijn niet een begin maar het product van een 9 Zie S. IJsseling, Vraagtekens bij de fenomenologie, in: E. Berns, S. IJsseling & P. Moyaert, Denken in Parijs. Taal en Lacan, Foucault, Althusser, Derrida, p

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie De menselijke natuur, week 9 De opkomst van de filosofische antropologie Overzicht van reeds behandelde mensbeelden en de mechanistische visie uit de late 19e eeuw Wat is de mens? - Context Plato / Descartes

Nadere informatie

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Paul van Tongeren was tot zijn emeritaat hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. Hij is als geassocieerd onderzoeker

Nadere informatie

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan

Nadere informatie

Filosofische temperamenten

Filosofische temperamenten Peter Sloterdijk Filosofische temperamenten Van Plato tot Foucault Vertaald door Mark Wildschut boom amsterdam inhoud Woord vooraf [7] Plato [13] Aristoteles [37] Augustinus [43] Bruno [53] Descartes [57]

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

Zin in filosofie. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck. Acco Leuven / Den Haag

Zin in filosofie. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck. Acco Leuven / Den Haag Zin in filosofie Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck Acco Leuven / Den Haag Inhoud Inleiding 11 1 Zin, in- en uitzicht 13 1.1 De filosofische vragen 15 1.2 Filosofie en mythologie 16 1.3 Filosofie en godsdienst

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Samenvatting

Geloven en redeneren. Samenvatting Geloven en redeneren Samenvatting Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Ontwikkelingen

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT

INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT HOOFDSTUK 1. Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon: zijn en worden

Nadere informatie

Niet-feitelijke waarheden (2)

Niet-feitelijke waarheden (2) Niet-feitelijke waarheden (2) Emanuel Rutten Wat is waarheid? Er zijn weinig wijsgerige vragen die vaker zijn gesteld dan deze. In wat volgt ga ik er niet rechtstreeks op in. In plaats daarvan wil ik een

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 I Inhoudsopgave Vak: Filosofische

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Cursus raakbaarheid als fundament van de haptonomie: De ontwikkeling van het begeleidingsmodel

Cursus raakbaarheid als fundament van de haptonomie: De ontwikkeling van het begeleidingsmodel Cursus raakbaarheid als fundament van de haptonomie: De ontwikkeling van het begeleidingsmodel Wim Laumans In de cursus raakbaarheid als fundament van de haptonomie gaan we stapsgewijs Het model van de

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53 Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere

Nadere informatie

Wees wijs met licht. Leo Cheizoo. We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht?

Wees wijs met licht. Leo Cheizoo. We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht? Wees wijs met licht Leo Cheizoo We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht? Plato ISBN: 90-76564-63-9 NUR-code: 720 NUR-omschrijving: Esoterie algemeen

Nadere informatie

Opening Hogeschooljaar

Opening Hogeschooljaar Onderstaande tekst is ter gelegenheid van de opening van het hogeschooljaar 2016-2017 uitgesproken door prof. dr. Halleh Ghorashi, hoogleraar Diversiteit en Integratie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Nadere informatie

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN CURSUSLEIDING Arjo Klamer hoogleraar Economie van kunst en cultuur, Erasmus Universiteit Rotterdam Pieter Wijnsma zelfstandig adviseur en coach, voormalig directeur

Nadere informatie

Frank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt

Frank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt Frank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt Frank en Gundi Gaschler Ik wil begrijpen wat je echt nodig hebt Geweldloze Communicatie met kinderen. Het project Giraffendroom Met een

Nadere informatie

Wilhelm Dilthey. De onmogelijkheid van de metafysica. Vertaling en annotatie Gerrit Steunebrink - Koenraad Verrycken. damon

Wilhelm Dilthey. De onmogelijkheid van de metafysica. Vertaling en annotatie Gerrit Steunebrink - Koenraad Verrycken. damon Wilhelm Dilthey De onmogelijkheid van de metafysica Vertaling en annotatie Gerrit Steunebrink - Koenraad Verrycken damon Dilthey vs3.indd 3 12-4-10 14:53 Inhoud Woord vooraf 7 Diltheys metafysicakritiek

Nadere informatie

Essays over bewustzijn en verandering

Essays over bewustzijn en verandering Essays over bewustzijn en verandering Henri Bergson ISVW UITGEVERS Henri Bergson 4 Over dit boek Wij praten over de verandering maar wij denken er niet aan. Wij zeggen dat verandering bestaat, dat alles

Nadere informatie

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014 Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Eindexamen filosofie vwo 2002-I Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN

VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN VERBETERSLEUTEL MINI-EXAMEN STOP MET BLOKKEN 1 Examen /20 1. Wat is binnen de theorie van de psychoanalyse belangrijk? Duid het juiste antwoord aan. ( /1) a. Het statistisch meten b. Het begrijpen c. Gemiddelden

Nadere informatie

Sidi Mohamed Ghaneme

Sidi Mohamed Ghaneme Sidi Mohamed Ghaneme Islam voor Globale Pubers Uitgeverij U2pi Uitgeverij U2pi BV (www.jouwboek.nl), Voorburg 1e druk maart 2012 (isbn 978-90-8759-262-2) 1e ebookversie maart 2012 Titel: Islam voor globale

Nadere informatie

Ter inleiding (tot een inleiding)

Ter inleiding (tot een inleiding) Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant

Nadere informatie

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson De Jefferson Bijbel Thomas Jefferson Vertaald en ingeleid door: Sadije Bunjaku & Thomas Heij Inhoud Inleiding 1. De geheime Bijbel van Thomas Jefferson 2. De filosofische president Het leven van Thomas

Nadere informatie

Intuïtie in de geneeskunde

Intuïtie in de geneeskunde Intuïtie in de geneeskunde 1 De Tijdstroom uitgeverij, 2011. De auteursrechten der afzonderlijke bijdragen berusten bij de auteurs. Omslagontwerp: Cees Brake bno, Enschede. De Tijdstroom uitgeverij BV,

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24 Inhoud inleiding Nieuw inzicht in onze dromen 11 i wat dromen zijn 1 Terugkeer naar een vergeten land Waarom we een derde van ons leven missen 17 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven Hoe de wetenschap

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

i Bij die wereld wil ik horen!

i Bij die wereld wil ik horen! Henk Procee, Herman Meijer, Peter Timmerman ir Renzo Tuinsma (redactie) i Bij die wereld wil ik horen! Zesendertig columns éf drie essays over de vorming tot academicus Boom Amsterdam 2004 Henk Procee,

Nadere informatie

FILOSOFIE ALS VERWONDERING

FILOSOFIE ALS VERWONDERING FILOSOFIE ALS VERWONDERING Freudig war, vor vielen Jahren Eifrig so der Geist bestrebt, Zu erforschen, zu erfahren, Wie Natur im Schaffen lebt. Und es ist das ewig Eine, Das sich vielfach offenbart; Klein

Nadere informatie

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het Geloven Geloven is vertrouwen GGeloven is ten diepste je vertrouwen hechten aan iets of iemand, de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het geloven in God zegt de Bijbel: Het geloof is de vaste

Nadere informatie

De essentie van het geluk

De essentie van het geluk De essentie van het geluk Ook verschenen van Zijne Heiligheid de Dalai Lama bij Xander Uitgevers De diepte van het zijn (2013) De kunst van relaties (2013) Geloven in harmonie (2013) Open je hart (2013)

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Thije Adams KUNST. Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam

Thije Adams KUNST. Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam Thije Adams KUNST Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam Inhoud Vooraf 5 I. Inleiding 7 II. Wat doen wij met kunst? 9 III. Wat doet kunst met ons? 42 IV. Plato en Rousseau 59 V. Onzekerheid

Nadere informatie

Sociale psychologie en praktijkproblemen

Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen tweede, herziene druk Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem

Nadere informatie

FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS

FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS onderwijs trainingen gesprekken EMMANUEL LEVINAS filosofische en maatschappelijk-historische context Emmanuel Levinas - leven - werk leren luisteren naar

Nadere informatie

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus Toelichting Door deze ontmoeting met Heraclitus gaan we terug naar het begin van de westerse filosofie. Zo rond 600 voor Christus komen we in het KleinAziatische

Nadere informatie

Over de website en de boodschappen

Over de website en de boodschappen Over de website en de boodschappen De website De website is opgericht om een reeks goddelijke boodschappen te publiceren waarvan een getrouwde moeder van een jong gezin, woonachtig in Europa, zegt dat

Nadere informatie

Fenomenologie: een kwalitatieve stroming met een verscheidenheid aan tradities

Fenomenologie: een kwalitatieve stroming met een verscheidenheid aan tradities Stromingen In deze rubriek wordt het palet aan theoretische stromingen en methodische oriëntaties in kwalitatieve onderzoeksbenaderingen belicht. Redacteur voor deze rubriek is Fijgje de Boer: fijgjedeboer@chello.nl

Nadere informatie

UNIVERSELE VERKLARING VAN DE WARE NATUUR VAN DE MENS

UNIVERSELE VERKLARING VAN DE WARE NATUUR VAN DE MENS UNIVERSELE VERKLARING VAN DE WARE NATUUR VAN DE MENS PREAMBULE Overwegende dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens uit 1948 in feite een verklaring is van Verlichting, van het hoogste dat

Nadere informatie

INLEIDING TOT DE VERWONDERING

INLEIDING TOT DE VERWONDERING opm. inl verwondering 04-02-1999 11:19 Pagina 3 INLEIDING TOT DE VERWONDERING Cornelis Verhoeven DAMON Cornelis Verhoeven Inleiding tot de verwondering Isbn 978 94 6036 050 3 Nur 730 Trefw.: filosofie

Nadere informatie

Vijf redenen waarom dit waar is

Vijf redenen waarom dit waar is Les 14 Eeuwige zekerheid Vijf redenen waarom dit waar is In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Is de echte (ware) gelovige voor eeuwig veilig en geborgen in Christus? Voor

Nadere informatie

De diep verstandelijk gehandicapte medemens

De diep verstandelijk gehandicapte medemens De diep verstandelijk gehandicapte medemens Eerste druk, mei 2012 2012 Wilte van Houten isbn: 978-90-484-2352-1 nur: 895 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming

Nadere informatie

Jean de Labadie en zijn volgelingen

Jean de Labadie en zijn volgelingen Jean de Labadie en zijn volgelingen Henk Tijssen 5 6 Jean de Labadie en zijn volgelingen Henk Tijssen 2017 Uitgeverij Jongbloed Heerenveen ISBN: 978 946 342 5742 Alle rechten voorbehouden. Niets van deze

Nadere informatie

De leerlingen van Jezus zijn in afwachting. Ze voelen het.. er staat iets volkomen nieuws te gebeuren. Het is immers Jezus die spreekt over zijn vertrek bij hen. Voorgoed of is er nog wel een toekomst

Nadere informatie

Martin Heidegger. Wat is metafysica? Vertaald en van een inleiding voorzien door Vincent Blok. heidegger-watis meta p1-26.indd 3 03-03-2009 09:57:09

Martin Heidegger. Wat is metafysica? Vertaald en van een inleiding voorzien door Vincent Blok. heidegger-watis meta p1-26.indd 3 03-03-2009 09:57:09 Martin Heidegger Wat is metafysica? Vertaald en van een inleiding voorzien door Vincent Blok heidegger-watis meta p1-26.indd 3 03-03-2009 09:57:09 Inhoud Voorwoord van de vertaler 7 Wat is metafysica?

Nadere informatie

De schepping van de mens Studieblad 6

De schepping van de mens Studieblad 6 -1- GODS PLAN MET MENSEN Dit is een uitgave van de Volle Evangelie Gemeente Immanuël Breda Auteur: Cees Visser (voorganger) De schepping van de mens Studieblad 6 Inleiding Mensbeeld Uitgangspunt Stof In

Nadere informatie

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Naam: Violette van Zandbeek Vak: Social research Datum: 15 april 2011 1 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Als onderdeel van het vak social research

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Edith Brugmans. Weg van de enkeling

Edith Brugmans. Weg van de enkeling edith brugmans Weg van de enkeling De werkelijkheid van sentimenten Edith Brugmans Weg van de enkeling De werkelijkheid van sentimenten Dit essay reflecteert over objectieve geestelijke werkelijkheid.

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN CURSUSLEIDING Arjo Klamer hoogleraar Economie van kunst en cultuur, Erasmus Universiteit Rotterdam Pieter Wijnsma zelfstandig adviseur en coach, voormalig directeur

Nadere informatie

HELDER! SPREKEN. Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers. Marieke Dooper

HELDER! SPREKEN. Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers. Marieke Dooper HELDER! SPREKEN HELDER! SPREKEN Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers Marieke Dooper Dooper, Marieke Helder! Spreken: Een praktische voorbereiding voor beroepssprekers 2014 Marieke Dooper

Nadere informatie

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder Jezus zoekt ruzie Inleiding Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader,

Nadere informatie

Empirisch fenomenologisch onderzoek

Empirisch fenomenologisch onderzoek Stromingen In deze rubriek wordt het palet aan theoretische stromingen en methodische oriëntaties in kwalitatieve onderzoeksbenaderingen belicht. Redacteur voor deze rubriek is Fijgje de Boer. E-mail:

Nadere informatie

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking

Opgave 1: Vrije wil als zelfverwerkelijking * PTA code: ED/st/05 * Docent: MLR * Toetsduur: 100 minuten. * Deze toets bestaat uit 11 vragen. Het totaal aantal punten dat je kunt behalen is: 32. * Kijk voor je begint telkens eerst de vraag kort door,

Nadere informatie

INLEIDING. Jenny Slatman FENOMENOLOGIE IN FRANKRIJK

INLEIDING. Jenny Slatman FENOMENOLOGIE IN FRANKRIJK Slatman, J. (2003). Inleiding. In: M. Merleau-Ponty, De wereld waarnemen (vertaling van Causeries 1948 door J. Slatman), Amsterdam: Boom, pp. 7-25, (tweede, ongewijzigde druk 2006) INLEIDING Jenny Slatman

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke

Nadere informatie

Het verhaal van Europa

Het verhaal van Europa Het verhaal van Europa 2010 Uitgeverij Manteau / Standaard Uitgeverij en Rob Heirbaut & Hendrik Vos Standaard Uitgeverij nv, Mechelsesteenweg 203, B-2018 Antwerpen www.manteau.be info@manteau.be Deze reeks

Nadere informatie

Omgaan met ziekelijke jaloezie

Omgaan met ziekelijke jaloezie Omgaan met ziekelijke jaloezie Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag

Nadere informatie

Denkgereedschap 2.0 EEN P R A K T I S C H E M A N I E R VA N K R I T I S C H D E N K E N A L C E D O C O E N E N, S O LV E N TA

Denkgereedschap 2.0 EEN P R A K T I S C H E M A N I E R VA N K R I T I S C H D E N K E N A L C E D O C O E N E N, S O LV E N TA Denkgereedschap 2.0 EEN P R A K T I S C H E M A N I E R VA N K R I T I S C H D E N K E N A L C E D O C O E N E N, S O LV E N TA 1 Paul Wouters (1950) Filosoof Consultant Spreker https://www.paulwouters.be/

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie

Dokters voor de rechter

Dokters voor de rechter Dokters voor de rechter Tien jaar tuchtuitspraken in Medisch Contact Paul Rijksen Reed Business, Amsterdam Medisch Contact, Utrecht Inleiding.indd 1 Reed Business, Amsterdam 2011 Medisch Contact, Utrecht

Nadere informatie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8 [1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Leren Filosoferen. Tweede avond

Leren Filosoferen. Tweede avond Leren Filosoferen Tweede avond Website Alle presentaties zijn te vinden op mijn website: www.wijsgeer.nl Daar vind je ook mededelingen over de cursussen. Hou het in de gaten! Vragen n.a.v. vorige keer

Nadere informatie

cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg

cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg cultuur & media hoorcollege moderniteit en postmoderniteit theo ploeg 1 Wat ga ik behandelen? moderniteit versus postmoderniteit korte geschiedenis verlichting en romantiek modernisme postmodernisme postmoderniteit

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God, We zijn vandaag bij elkaar om onze doden te herdenken. Vier namen zullen worden genoemd, vier mensen uit onze gemeente, die in het afgelopen

Nadere informatie

Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen

Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen Wat er in de Bijbel staat.en andere liederen Liedbundel voor kinderevangelisatie Melodieën Bijbelteksten en samenstelling liederen: A.M. Brouwer- Karels Harmonisaties:

Nadere informatie

Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het.

Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het. Sterven is doodeenvoudig. Iedereen kan het. Wim Brands in gesprek met René Gude ISVW UITGEVERS INHOUD Inleiding 7 I Reservetijd 9 II Troost van de filosofie 13 III Jezelf uit de knoop halen 19 IV De zin

Nadere informatie

Een hoop genavelstaar. Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte

Een hoop genavelstaar. Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte Een hoop genavelstaar Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte Schrijver: Jaap van den Born Coverontwerp: Jaap van den Born ISBN: 9789461933676 Uitgegeven via: mijnbestseller.nl Print: Printforce, Alphen

Nadere informatie

Pleidooi voor Postmoderne devotie

Pleidooi voor Postmoderne devotie Pleidooi voor Postmoderne devotie Mink de Vries Pleidooi voor Postmoderne devotie Navolging vanuit vrijheid en gemeenschap Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt

Nadere informatie

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten 1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken

Nadere informatie

Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven

Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven 1892-1978 86 Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven 6 juni 1978 overleed Dirk Hendrik Theodoor Vollenhoven in de leeftijd van 86 jaar. Hij was vanaf 1926 hoogleraar in de wijsbegeerte

Nadere informatie

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN

PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN PROGRAMMA ETHIEK VAN LEVEN EN ZORGEN CURSUSLEIDING Arjo Klamer hoogleraar Economie van kunst en cultuur, Erasmus Universiteit Rotterdam Pieter Wijnsma zelfstandig adviseur en coach, voormalig directeur

Nadere informatie

NIETZSCHE ALS OPVOEDER. waar leef je voor???

NIETZSCHE ALS OPVOEDER. waar leef je voor??? NIETZSCHE ALS OPVOEDER waar leef je voor??? FILOSOFEREN IN DRENTHE www.keijfilosofie.nl Grote schoonmaak in de bovenkamer VADER EN MOEDER Elisabeth: een antisemitische gans "Het leven is in essentie,

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Rob van Gerwen Waarneming en Becketts symbolen In: De Filosoof 66, Utrecht 2015, pp. 25-26

Rob van Gerwen Waarneming en Becketts symbolen In: De Filosoof 66, Utrecht 2015, pp. 25-26 Rob van Gerwen Waarneming en Becketts symbolen In: De Filosoof 66, Utrecht 2015, pp. 25-26 Faculteit Geesteswetenschappen Departement F & R, Wijsbegeerte Universiteit Utrecht rob.vangerwen@uu.nl www.phil.uu.nl/~rob

Nadere informatie

Jezus, de gnosis en het dogma

Jezus, de gnosis en het dogma Jezus, de gnosis en het dogma Riemer Roukema Jezus, de gnosis en het dogma Uitgeverij Meinema, Zoetermeer www.uitgeverijmeinema.nl Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke, Nieuwerkerk a/d IJssel Illustratie

Nadere informatie

Tijdsdiagnose I. Column door Jan Bransen

Tijdsdiagnose I. Column door Jan Bransen Tijdsdiagnose I Column door Jan Bransen Over misverstane ambitie en verwonderde kleuters 1 Ik ga in de komende vier columns steeds één kenmerk bespreken van wat we filosofie zouden kunnen noemen, kenmerken

Nadere informatie

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven Lezing: Marcus 12 : 28 34 De herfst brengt voor veel mensen een zekere weemoedigheid.: de bladeren vallen, de zomer is echt voorbij. In de herfst

Nadere informatie