Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Beleggingsplan 2017

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Beleggingsplan 2017"

Transcriptie

1 Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Beleggingsplan

2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING WAAROM EEN BELEGGINGSPLAN? STICHTING SPORTFONDSEN PENSIOENFONDS ALGEMENE DOELSTELLING VAN HET PENSIOENFONDS Herverzekering Eigen beheer DOELSTELLING VAN HET BELEGGINGSBELEID DOELSTELLING VAN HET BELEGGINGSPLAN ORGANISATIESTRUCTUUR BELEGGINGEN BESTUUR EN BELEGGINGSBELEID BELEGGINGSCOMMISSIE UITBESTEDING VERMOGENSBEHEER BELEGGINGSADVISEUR BELEGGINGSPROCES ONTWIKKELEN BELEGGINGSSTRATEGIE ASSET LIABILITY MANAGEMENT (ALM) PRUDENT PERSON STRATEGISCH BELEID: HOOFDLIJNEN BELEGGINGSKADER Strategische allocatie Vaststellen van risico s BELEGGINGSMANDAAT EN BELEGGINGSRICHTLIJNEN TACTISCH BELEID RISICOANALYSE BESTUUR EN RISICOMANAGEMENT INZICHT IN RISICO S Voornaamste risico: solvabiliteitsrisico RISICOBEHEERSING BELEGGINGSRISICO S Marktrisico/zakelijke waarden risico Valutarisico Renterisico Kredietrisico Concentratierisico Tegenpartijrisico Liquiditeitsrisico Securities lending Derivaten OVERIGE RISICO S Uitbestedingsrisico s Operationele risico s IMPLEMENTATIE EN UITVOERING UITBESTEED VERMOGENSBEHEER EVALUATIE RESULTAAT EN BIJSTELLING MONITORING VAN RISICO S MONITORING VAN RENTERISICO MONITORING OVERIGE BELEGGINGSRISICO S MONITORING BELEGGINGSFONDSEN EN MANDATEN KOSTEN VERMOGENSBEHEER VERANTWOORD BELEGGEN

3 11. MARKTONTWIKKELINGEN PORTEFEUILLEVERANDERINGEN IN SWITCH VAN HET ACTIEF BEHEERDE AEGON WORLD EQUITY FONDS NAAR HET PASSIEF BEHEERDE AEGON WORLD EQUITY FONDS VERWIJDEREN VAN TIRO UIT DE VASTRENTENDE WAARDE PORTEFEUILLE HET OPNEMEN VAN HYPOTHEKEN IN DE VASTRENTENDE WAARDEN PORTEFEUILLE VERGROTEN VAN HET BELANG IN ABS (ASSET BACKED SECURITIES) SPEERPUNTEN VOOR

4 1. Inleiding Voor u ligt het beleggingsplan van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Waarom een beleggingsplan? Met ingang van 1 januari 2015 is in artikel 13a van Besluit Financieel Toetsingskamer Pensioenfondsen opgenomen dat het pensioenfonds het strategische beleggingsbeleid vertaalt naar een beleggingsplan. Het bestuur van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds (hierna: het pensioenfonds) is ook van mening dat een beleggingsplan een onontbeerlijk fondsdocument is. De argumentatie van het bestuur luidt hierbij als volgt. Met de vastlegging van het beleggingsbeleid in een beleggingsplan wordt evaluatie en verantwoording achteraf eenvoudiger. Een beleggingsplan is een aanvulling op het beleggingsbeleid zoals dat wordt omschreven in de ABTN en draagt bij aan de continuïteit in het bestuur en daarmee aan de stabiliteit van het beleid doordat bijvoorbeeld nieuwe bestuursleden in het beleggingsplan op eenvoudige wijze de onderbouwing van de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds kunnen terugvinden. Het beleggingsplan is een vertaling van het strategische beleggingsbeleid van het pensioenfonds naar de korte termijn. In het beleggingsplan neemt het pensioenfonds concrete en gedetailleerde richtniveaus en bandbreedtes per beleggingscategorie op. Het pensioenfonds stelt daarbij het beleid op voor de beheersing van de relevante risico s. Het pensioenfonds onderbouwt dat het beleggingsplan past binnen de prudent person regel. 2. Stichting Sportfondsen Pensioenfonds De Stichting Sportfondsen Pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds van Sportfondsen Groep B.V. en is statutair gevestigd te Amsterdam Algemene doelstelling van het pensioenfonds Het pensioenfonds heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen van de statuten en de op grond daarvan van kracht zijnde pensioenreglementen, de deelnemers en gewezen deelnemers, alsmede hun nagelaten betrekkingen of partner, te beschermen tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden Herverzekering Een belangrijk kenmerk van het pensioenfonds, hetgeen bepalend is voor het kader van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds, is het feit dat het pensioenfonds zijn pensioenregeling tot en met 31 december 2014 had herverzekerd bij AEGON Levensverzekering N.V. Het verzekeringstechnische risico was ondergebracht in een herverzekeringsovereenkomst die is ingegaan op 1 januari 2010 en een duur had van 5 jaar. De herverzekeringsmaatschappij garandeert daarna levenslang de tot en met 31 december 2014 gefinancierde en opgebouwde nominale pensioenen. Met ingang van 1 januari 2015 zijn de in deze overeenkomst opgebouwde rechten premievrij gemaakt en blijven de nominaal opgebouwde aanspraken gegarandeerd door Aegon Levensverzekering N.V. In de overeenkomst is een winstdelingsregeling afgesproken op basis van een gesepareerd beleggingsdepot. De beleggingen in dit depot zijn in economische zin eigendom van het pensioenfonds, maar blijven juridisch eigendom van AEGON Levensverzekering N.V. AEGON vormt voor de pensioenverzekering een voorziening pensioenverplichtingen. Deze balanspost wordt gedekt door de beleggingen in het depot. Tijdens het verslagjaar vormt zich een resultaat in het depot. Dit resultaat is te splitsen in de benodigde interest en een interestresultaat. Het interestresultaat heeft betrekking op de beleggingen in het depot. Het interestresultaat is het verschil tussen de feitelijke (boekhoudkundige) beleggingsopbrengsten (na aftrek van de beheerkosten) en de voor de opbouw van de voorziening pensioenverplichtingen benodigde interest van 4% (de zogenaamde overrente). Indien sprake is van overrente zal dit, indien relevant, jaarlijks aan het pensioenfonds worden uitgekeerd Eigen beheer Met ingang van 1 januari 2015 is het pensioenfonds een pensioenfonds geworden in eigen beheer. Alle nieuwe pensioenverplichtingen die met ingang van die datum worden opgebouwd, worden rechtstreeks bij het pensioenfonds ondergebracht. De daarbij behorende middelen worden gestort in een apart beleggingsdepot op naam en in juridisch eigendom van het pensioenfonds. Het pensioenfonds heeft verder een vrije reserve. Deze is in 2015 vastgesteld in het depotverslag Aegon Levensverzekering N.V. heeft per 1 maart 2015 een voorlopig bepaald bedrag ultimo 2014 overgedragen naar het nieuwe beleggingsdepot. In 2016 is het restantbedrag (finale bedrag minus voorlopige bedrag) overgedragen aan het eigen beheer depot incl. de behaalde overrente over Het bestuur heeft daarmee gevolg kunnen geven aan haar wens om de vrije reserve volledig onder te brengen in een separaat beleggingsdepot waarbij het juridisch eigendom van het pensioenfonds is. 4

5 2.2. Doelstelling van het beleggingsbeleid Het hoofddoel van het beleggingsbeleid is het, binnen aanvaardbare risicogrenzen, leveren van een optimale bijdrage aan het veiligstellen van de pensioenaanspraken van de deelnemers. Er wordt geprobeerd risico s zo goed mogelijk te beheersen en voldoende rendement te behalen om aan de pensioenverplichtingen te voldoen en om een redelijke indexatie op de pensioenverplichtingen te kunnen realiseren. Ten einde de beoogde pensioenuitkeringen die met ingang van 1 januari 2015 worden opgebouwd, alsmede de indexaties van alle pensioenverplichtingen op korte en lange termijn veilig te stellen, wenst het bestuur dat de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze belegd worden en heeft het pensioenfonds een strategisch beleggingsbeleid bepaald. Hoewel het rendement op de portefeuille een hoge prioriteit heeft, staan een redelijk defensief karakter van het beleggingsbeleid en een voorzichtige afweging van risico en rendement voorop. Het strategische beleggingsbeleid is door het bestuur vastgesteld en beschrijft de verdeling van de beleggingsportefeuille over de verschillende beleggingscategorieën en de mate van renteafdekking. Hierbij wordt een afweging gemaakt tussen het verwachte rendement en het risico van de beleggingen. Met de verplichtingenstructuur van het fonds en de daarmee samenhangende risico s wordt expliciet rekening gehouden. Bij de vaststelling van het beleggingsbeleid en de concrete invulling van richtlijnen maakt het bestuur mede gebruik van een Asset Liability Management -analyse (ALM-studie). Deze wordt eens per drie jaar uitgevoerd of zoveel eerder als het bestuur dit nodig acht. In 2015 is een nieuwe ALM-studie uitgevoerd voor het fonds. De beleggingsstrategie wordt ieder jaar geëvalueerd. Jaarlijks wordt aan het einde van het jaar het bestaande beleggingsplan geëvalueerd en geüpdatet. Het vermogensbeheer is momenteel volledig uitbesteed aan Aegon Asset Management. Namens het pensioenfonds voert de vermogensbeheerder een enhanced active (= beperkt actieve) beleggingsstijl. Dit wil zeggen dat zal worden getracht op basis van marktvisie een beperkt hoger rendement te behalen dan de gekozen benchmark. Dit alles binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico en het kader van de met de beheerder overeengekomen beleggingsmandaat. De mate van actief beleggen is sterk gereduceerd in 2016, omdat een passievere stijl beter aansluit bij de investment beliefs Doelstelling van het beleggingsplan Het doel van dit beleggingsplan is om een volledige beschrijving te geven van hoe het pensioenfonds het beleggingsbeleid vorm geeft en hoe het beleid inzake de beheersing van de belangrijkste risico s wordt vormgegeven. In het beleggingsplan wordt een onderscheid gemaakt tussen een strategisch deel en de speerpunten voor komend jaar. In het strategische deel is de structuur van het beleggingsbeleid, het beleggingsproces en de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds beschreven. Het strategische deel bevat de voornaamste beleggingskeuzes die het pensioenfonds heeft gemaakt. In de speerpunten voor het komende jaar wordt ingegaan op de prioriteiten met betrekking tot de beleggingen in het betreffende jaar. 5

6 3. Organisatiestructuur beleggingen 3.1. Bestuur en beleggingsbeleid Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor het strategische beleggingsbeleid. Hieronder wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische allocatie en bandbreedtes en de benchmarks, waarbij het uitgangspunt is dat het strategische beleid moet passen bij de risicohouding en verplichtingen van het pensioenfonds, alsmede de investment beliefs die het pensioenfonds heeft Beleggingscommissie Het bestuur heeft een beleggingscommissie benoemd, die bestaat uit drie bestuursleden. Aan de beleggingscommissie zijn een aantal zaken inzake de beleggingen uitbesteed. De belangrijkste taken van de beleggingscommissie zijn: zorg dragen voor de monitoring op maand en kwartaalbasis van de beleggingen bij de vermogensbeheerder; zorg dragen voor een goede risicomonitoring van de beleggingen op kwartaalbasis; voorbereiding van eventuele voorstellen voor aanpassing van het beleggingsbeleid ten behoeve van het bestuur; zorgen voor het jaarlijks actueel houden van alle beleggingsdocumenten; de beoordeling van het rente-afdekkingspercentage op maandbasis; de jaarlijkse evaluatie van de vermogensbeheerder; de aanlevering van de tekst inzake beleggingen voor het jaarverslag; het onderhouden van contacten met de vermogensbeheerder; het beoordelen op jaarbasis van de ISAE-3402 verklaring van de vermogensbeheerder; het beoordelen op jaarbasis van het securities lending beleid dat wordt gehanteerd binnen de beleggingsfondsen; het jaarlijks beoordelen van het beleid dat de beheerder voert ten aanzien van tegenpartijrisico; het jaarlijks beoordelen van het collateralbeleid dat wordt gehanteerd door de beheerder; het beoordelen van ESG-beleid dat binnen de fondsen door de beheerder wordt gevoerd; het adviseren van het bestuur m.b.t. het renteafdekkingsbeleid het monitoren van de 30-jaars swaprente. Indien de rente een van de grensniveaus passeert, dit communiceren met het bestuur en het (laten) aanpassen door het dagelijks bestuur van het streefpercentage renteafdekking in het mandaat bij de vermogensbeheerder. het verslag uitbrengen over de BC-vergaderingen aan het bestuur; overige beleggingszaken Uitbesteding Vermogensbeheer Het bestuur is verantwoordelijk voor het vaststellen van de beleggingsstrategie van het pensioenfonds en een goede uitvoering van het vermogensbeheer, conform de strategie van het fonds. Het bestuur heeft besloten dat het vermogensbeheer extern wordt uitgevoerd. Eind 2014 heeft het pensioenfonds in het kader van de overgang naar eigen beheer een selectieprocedure uitgevoerd voor een externe vermogensbeheerder met ingang van Het bestuur heeft zich daarbij laten ondersteunen door een externe beleggingsadviseur. Via het vastleggen van relevante selectiecriteria en het bepalen van de long list, het uitsturen van een RFP, een evaluatie van de RFPs en een beauty parade waarin met een aantal mogelijke vermogensbeheerders nader kennis is gemaakt, heeft het bestuur uiteindelijk besloten om het vermogensbeheer ten behoeve van het pensioenfonds met ingang van 2015 uit te laten voeren door AEGON Investment Management B.V. Met deze vermogensbeheerder is een vermogensbeheerovereenkomst afgesloten die voldoet aan de vereisten van DNB. De vermogensbeheerder voert met inachtneming van de in dit beleggingsplan opgestelde doelstellingen en restricties en hetgeen in de vermogensbeheerovereenkomst is opgenomen, waaronder het beleggingsmandaat van het pensioenfonds, het tactische en operationele beleggingsbeleid uit (zie ook hoofdstuk 6.1) Beleggingsadviseur Het bestuur cq. de beleggingscommissie wordt in de beleidsontwikkeling, de risicobeheersing en overige beleggingszaken bijgestaan door een onafhankelijk beleggingsadviseur Beleggingsproces Het beleggingsproces van het pensioenfonds bestaat in hoofdlijnen uit 3 stappen. Ontwikkelen strategie en risicoanalyse Implementatie en uitvoering Evaluatie en bijstelling De verschillende stappen van het beleggingsproces worden in de volgende hoofdstukken nader uitgewerkt. 6

7 4. Ontwikkelen beleggingsstrategie Ontwikkelen strategie en risicoanalyse Implementatie en uitvoering Evaluatie en bijstelling Zoals reeds eerder is vermeld, is het bestuur van het pensioenfonds verantwoordelijk voor het vaststellen van de beleggingsstrategie. De belangrijkste stappen in dit deel van het proces staan hieronder vermeld Asset Liability Management (ALM) De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na een uitvoerige analyse ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van ALM-studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario s. De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in het strategische beleggingsbeleid en de jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de belangrijkste (beleggings)risico s (zie hoofdstuk 5). Het bestuur heeft in 2015 een ALM studie laten uitvoeren. Dit als gevolg van de gewijzigde situatie van het pensioenfonds met ingang van 1 januari 2015 en het nieuwe Financiële Toetsingskader. De uitkomsten van deze studie hebben niet geleid tot wijzigingen in het beleggingsbeleid. Het huidige premie en toeslagenbeleid van BPF Recreatie speelt hierbij ook een rol Prudent person Op basis van artikel 135 van de Pensioenwet en de betreffende Europese richtlijn 1 staat bij de uitvoering van het beleggingsbeleid de prudent person -regel centraal. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten. De activa worden belegd in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden; De activa worden op zodanige wijze belegd dat de veiligheid, kwaliteit, liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel worden gewaarborgd; De activa worden voldoende gespreid belegd; Er is sprake van een goede organisatie met deskundige leiding, adequaat toezicht, transparantie en verantwoording. De doelstelling van het beleggingsbeleid alsmede de invulling van het beleid van het pensioenfonds zullen steeds in lijn zijn met voornoemde regel. De onderbouwing hiervan is in een separaat document vastgelegd Strategisch beleid: hoofdlijnen beleggingskader Het strategisch beleid bepaalt de bandbreedte of grenzen waarbinnen de beleggingen dienen te blijven. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat door middel van een evenwichtige risico-allocatie het eerder genoemde doel, een zo goed mogelijk rendement behalen binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico, realiseerbaar is. Onder het strategische beleggingsbeleid wordt dus verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische allocatie en bandbreedtes en de benchmarks Strategische allocatie De strategische allocatie is de verdeling van het vermogen over beleggingscategorieën waarbij op langere termijn optimalisatie van het rendement wordt verwacht. Randvoorwaarde is dat de pensioenverplichtingen nagekomen kunnen worden en het risico aanvaardbaar is op basis van de gewenste risicohouding van het pensioenfonds. Om deze reden vindt spreiding over beleggingscategorieën plaats en worden minimum en maximum wegingen gehanteerd voor de beleggingscategorieën. In de beleggingsportefeuille waarin zowel zakelijke waarden als vastrentende waarden voorkomen, wordt de voorkeur gegeven aan het nastreven van extra rendement via zakelijke waarden, in verband met de daaraan verbonden risicopremie. Verder is het rendement op de solide vastrentende beleggingsportefeuille momenteel erg laag en is van belang dat het tot en met 31 december 2014 opgebouwde nominale verplichtingen en het daarbij behorende beleggingsdepot geheel worden gegarandeerd door Aegon Levensverzekering N.V. De beleggingsstrategie in 2017 voor het beleggingsdepot van het pensioenfonds laat zich als volgt samenvatten. 1 Richtlijn nr. 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van juni 2003 betreffende de werkzaamheden van het toezicht op instellingen voor bedrijfsvoorziening. 7

8 Strategie Beleggingscategorie Strategische Norm % Bandbreedte % Liquiditeiten Vastrentende waarden Aandelen / zakelijke waarden Voorlopig is verder bepaald dat een strategisch renteafdekkingspercentage van 70% van de verplichtingen zal gelden. Het pensioenfonds heeft echter ook een dynamisch renteafdekkingsbeleid bepaald, hetgeen verderop zal worden beschreven. Bij het bepalen van het beleid spelen economische visies alsmede de uitkomsten van de ALM een rol. Uiteraard zal steeds vooraf beoordeeld worden of mogelijke wijzigingen passen binnen het toetsingskader van DNB Vaststellen van risico s Het strategisch beleggingsbeleid bepaalt in welke mate het pensioenfonds risico s mag nemen. In overleg met het pensioenfonds (en diens adviseur) stelt de vermogensbeheerder de risico s voor de beleggingsportefeuille van het pensioenfonds vast. Het vaststellen van de risico s geschiedt met inachtneming van factoren als de maturiteit van (pensioen)verplichtingen en de risicobereidheid van het pensioenfonds en wordt onderbouwd door een ALM-studie. Op basis hiervan wordt het beleggingsmandaat bepaald waarbij het beleggingsrisico wordt gediversifieerd en de beleggingsportefeuille is afgestemd op de samenstelling van de (pensioen)verplichtingen Beleggingsmandaat en beleggingsrichtlijnen Het beleggingsmandaat wordt begrensd door normpercentages alsmede minima en maxima per beleggingscategorie. Het voor risico van het pensioenfonds geldende maximaal toegestane beleggingsrisico is het risico dat hoort bij een beleggingsportefeuille die strategisch is samengesteld uit 52% vastrentende waarden en 48% zakelijke waarden en een rente-afdekking van de verplichtingen van strategisch 70% en een dynamisch percentage afhankelijk van het renteniveau. Voor het voeren van het tactisch beleid inzake asset allocatie geldt een bandbreedteruimte van 10% voor de vastrentende waarden en 10% voor de zakelijke waarden. Het beleggingsmandaat is toegevoegd aan de vermogensbeheerovereenkomst en kan op maandbasis worden gewijzigd. De benchmarks die behoren bij het mandaat zijn ook opgenomen in de beleggingsrichtlijnen en het mandaat voor de vermogensbeheerder Tactisch beleid Het tactische beleid is gericht op het optimaal benutten van de beleggingsmogelijkheden binnen de gestelde grenzen van de strategische portefeuille van het pensioenfonds. Het tactische beleid wordt uitgevoerd door de vermogensbeheerder van het pensioenfonds op basis van een visie op de ontwikkeling van markten. De vermogensbeheerder heeft tactische ruimtes waarbinnen hij dient te opereren. De toegestane bandbreedtes zijn hierboven genoemd en ook in het ondertekende mandaatformulier met de vermogensbeheerder vastgelegd. De tactische ruimtes die per beleggingsfonds gelden zijn vastgelegd in de fundspecificaties. De gevolgen van tactische beslissingen worden ten behoeve van het bestuur inzichtelijk gemaakt door de rapportages van de beheerder en door middel van gesprekken met de vermogensbeheerder. 8

9 5. Risicoanalyse Ontwikkelen strategie en risicoanalyse Implementatie en uitvoering Evaluatie en bijstelling 5.1. Bestuur en risicomanagement Het bestuur is verantwoordelijk voor het risicomanagementbeleid van het fonds. Het bestuur is van mening dat beheersmaatregelen een bijdrage moeten leveren aan het in control zijn van de hele organisatie en daarmee het pensioenfonds op een effectieve wijze in staat stellen hierover verantwoording af te leggen aan de belanghebbenden. Door het structureel en uniform in kaart brengen van de risico s en de beheersmaatregelen die daar tegenover staan, heeft het pensioenfonds inzicht in de mate waarin hij zijn organisatie beheerst en in control is en verschaft hij zich een redelijke mate van zekerheid betreffende het behalen van zijn doelstellingen Inzicht in risico s Het pensioenfonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan dus geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van het pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen en het kunnen uitkeren van indexatie. Er worden door het pensioenfonds diverse financiële en niet-financiële risico s onderscheiden. Hierbij dient gedacht te worden aan beleggingsrisico s, actuariële risico s maar ook bijvoorbeeld aan het uitbestedingsrisico. In dit beleggingsplan zal worden ingegaan op de risico s die samenhangen met de beleggingen van het pensioenfonds Voornaamste risico: solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor het pensioenfonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het pensioenfonds de premie voor de aangesloten werkgevers en de deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen of zeer beperkt ruimte beschikbaar is voor een eventuele indexatie van reeds opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Het solvabiliteitsrisico is voor de verplichtingen opgebouwd tot en met 2014 volledig afgedekt middels een herverzekeringsovereenkomst met AEGON Levensverzekering N.V. Wel heeft het fonds daarmee een risico op Aegon Levensverzekering N.V. als verzekeraar. De huidige rating van Aegon Levensverzekering N.V. is echter goed te noemen, de rating van Standard & Poors bedraagt AA-. Voor de op te bouwen verplichtingen met ingang van 2015 is het solvabiliteitsrisico vrijwel afwezig, omdat de vrije middelen veel groter zijn dan de nieuwe opbouw van verplichtingen en het pensioenfonds over een ruime hoeveelheid eigen middelen beschikt Risicobeheersing Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van de belangrijkste risico s. Deze beleidsinstrumenten betreffen: het beleggingsbeleid; het premiebeleid; het indexatiebeleid. Onderstaand worden de verschillende risico s waar het pensioenfonds mee geconfronteerd wordt beschreven specifiek voor wat betreft de beleggingen Beleggingsrisico s De belangrijkste beleggingsrisico s betreffen het marktrisico, het valutarisico, het renterisico alsmede het kredietrisico, alsmede concentratierisico, tegenpartijrisico en liquiditeitsrisico. Deze zullen hieronder worden beschreven. Ook de risico s die samenhangen met het gebruik van het uitlenen van stukken (securities lending) en het gebruik van derivaten worden omschreven en begrensd. 9

10 Marktrisico/zakelijke waarden risico Marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden (voornamelijk aandelen, commodities, private equity en vastgoed) verandert door veranderingen in de marktprijzen voor deze waarden. Het structurele marktrisico wordt beheerst binnen het ALMproces. Daarin wordt een zodanige beleggingsmix vastgesteld dat het marktrisico acceptabel is. De feitelijke beleggingsmix mag binnen vastgestelde bandbreedtes afwijken van de ALM-beleggingsmix. Alle zakelijke waarden zijn momenteel belegd in aandelen. De aandelenbeleggingen worden wereldwijd gespreid belegd over verschillende regio s. Ultimo oktober2016 waren de strategische regiogewichten (op basis van marktkapitalisatie) als volgt: Noord Amerika 55,9% Europa 20,5% Japan 8,1% Pacific ex Japan 4,3% Emerging Markten 11,2% De vermogensbeheerder mag, binnen de in de fundspecificaties vastgelegde grenzen, tactische posities nemen op landen, sectoren en ondernemingen alsmede posities die niet zijn opgenomen in de benchmark. In 2017 zal door het pensioenfonds opnieuw worden beoordeeld of het wenselijk/opportuun is om de categorie zakelijke waarden verder te diversifiëren en/of de regio-allocatie aan te passen Valutarisico Valutarisico is het risico op een negatieve verandering van de activa als gevolg van een verandering in de wisselkoers van vreemde valuta (ten opzichte van de Euro). De koersverschillen van buitenlandse valuta s ten opzichte van de euro zijn van invloed op het vermogen van het pensioenfonds. Het valutarisico behoeft alleen eventueel voor de zakelijke waarden naar euro s afgedekt te worden, omdat dit binnen vastrentende waarden vrijwel niet aanwezig is of de valuta-afdekking al binnen de fondsen gebeurt; de afdekking binnen zakelijke waarden (aandelen) vindt binnen het aandelenfonds plaats voor wat betreft de risico s in de Amerikaanse Dollar, het Britse Pond en de Japanse Yen. De overige valutarisico s binnen de aandelenportefeuille zijn beperkt van aard en worden niet afgedekt. Het beleid van het fonds is erop gericht dat maximaal 10% van de portefeuille (na afdekking van valutarisico s) uit niet-euro posities mag bestaan. Op kwartaalbasis wordt via de FTK-rapportage van de vermogensbeheerder inzage verstrekt in de uitstaande valutarisico s Renterisico Dit is het risico dat de waarde van de beleggingsportefeuille zich anders ontwikkelt dan de waarde van de verplichtingen door een mismatch tussen de duration van de verplichtingen en de duration van de beleggingen. In beginsel hebben de verplichtingen van het pensioenfonds, vanwege de lange looptijden hiervan, een hogere rentegevoeligheid dan de obligaties in de beleggingsportefeuille. Een daling van de rente leidt dan tot een stijging van de verplichtingen, die slechts gedeeltelijk wordt goedgemaakt door een stijging van de waarde van de obligatieportefeuille. Om dit risico te beheersen worden de beleggingen normaliter zo goed mogelijk afgestemd op de rentegevoeligheid van de verplichtingen. Vanwege de nog beperkte aanwezigheid van verplichtingen in het depot (verplichtingen betreft slechts opbouw vanaf 1 januari 2015) is dit risico echter beperkt bij het pensioenfonds. Het renterisico voor de verplichtingen die zijn opgebouwd tot en met 2014 ligt bij Aegon Levensverzekering N.V. Het renterisico wordt als dat nodig is beperkt door toevoeging van het AEAM Strategic Liability Matching-fund (SLM) aan de beleggingsportefeuille. Het strategische renteafdekkingspercentage van het fonds is bepaald op 70%, maar deze geldt slechts bij een 30-jaars euro swaprente > 3%. Het fonds heeft (voor 2016 en 2017) het volgende dynamische renteafdekkingsbeleid bepaald: Rente (euro swaprente 30-jaars) Streefpercentage renteafdekking (op basis van waarde Toegestane bandbreedte verplichtingen op basis van marktrente) > 3,0% 70% 60% - 80% 2,0% - 3,0% 60% 50% - 70% 1,0% - 2,0% 50% 40% - 60% < 1,0% 40% 30% - 50% Iedere maand laat het fonds het feitelijke renteafdekkingspercentage berekenen. Het renteafdekkingspercentage ultimo Q kwam met 44% uit binnen de bandbreedte die hoort bij het hierboven geformuleerde dynamische streefpercentage renteafdekking (van 40%). Voor de berekening van het renteafdekkingspercentage worden staatsobligaties, SLM. credits, hypotheken en ABS meegenomen. Het belang in High Yield en Emerging Market Debt wordt bij de berekening niet meegenomen. Vanaf februari 2016 heeft het fonds een automatische aansturing van het renteafdekkingspercentage uitbesteed aan de vermogensbeheerder. 10

11 Het Eigen Beheer depot kent nog beperkte verplichtingen en ook een mismatch op de curve van het curverisico, waardoor nog grote fluctuaties in het renteafdekkingspercentage kunnen plaatsvinden. Mede daarom, hanteert het fonds nog relatief ruime toegestane afwijkingen van 10%punt ten opzichte van het hierboven genoemde streefpercentage, alvorens actie ondernomen moet worden en het mandaat bij de beheerder moet worden aangepast. Voor de beheerder geldt echter wel al dat de bandbreedte aan de onderkant in zijn mandaat slechts 5% bedraagt. Indien op enig moment de renteafdekking moet worden aangepast, streeft het fonds ernaar het mandaat aan te passen naar het streefpercentage dat hoort bij de dan geldende rente. Een en ander zal dan per de 1 e van de maand nadat de bandbreedte is doorbroken, worden geïmplementeerd. De werkwijze inzake de dynamische renteafdekking is als volgt: 1) Er is een bandbreedte vastgesteld rond de switchpercentages, wanneer actie m.b.t. aanpassing van de renteafdekking moet gaan plaatsvinden. Het bestuur heeft geaccordeerd om 0,2% per kant te hanteren, ofwel 0,8% en 1,2% in het geval van de 1% grens. 2) Uitgaande van de 1% grens zal de +0,2% (ofwel een 1,2% absoluut renteniveau) worden gehanteerd voor aankopen (als je van onder de 1% komt en je van 40% renteafdekking naar 50% wilt gaan). Uitgaande van de 1,0% grens zal de -0,2% grens (ofwel een 0,8% absoluut renteniveau) worden gehanteerd voor verkopen (als je van boven de 1% komt en je van 50% renteafdekking naar 40% wilt gaan). 3) M.b.t. de signaleringsfunctie geldt het volgende: De monitoringsfunctie van de renteniveaus komt te liggen bij Mercer Deze monitoring/signalering zal eens per maand door Mercer plaatsvinden, op de 15 e (of als dit in een weekend valt) op de laatste werkdag ervoor. Mercer zal op die dag de 30-jaars euro swaprente checken en bezien of de dynamische renteafdekking moet worden aangepast en de BC, indien nodig, informeren als een grens is gepasseerd. De reden om te kiezen voor de 15 e is gelegen in het feit dat dan nog tijdig een opdracht tot mandaatwijziging aan Aegon kan worden verstrekt per de 1 e van de maand erna. Aegon wil mandaatwijzigingen namelijk uiterlijk 8 werkdagen voor maandultimo ontvangen. 4) M.b.t.de wijze van acteren op het passeren van grenzen het volgende. Als op enig moment (per de 15 e ) de hoogte van de renteafdekking moet worden aangepast, omdat een renteniveau is gepasseerd zal er door Mercer een berekening worden gemaakt of het fonds naar verwachting autonoom binnen een periode van 3 maanden (zonder actief transacties te initiëren) op het gewenste (nieuwe) afdekkingspercentage zal uitkomen. Als dat zo is, zal er geen actief aan of verkoopbeleid worden uitgevoerd per de 1 e van de maand erna, anders wel. Indien berekeningen aantonen dat naar verwachting binnen 3 maanden (bv. door premie-inflow) autonoom op het gewenste nieuwe afdekkingspercentage uitgekomen kan worden, dan zal er geen actie in het mandaat worden genomen, maar wel een instructie aan de beheerder worden gestuurd dat het fonds naar een nieuwe afdekkingsnorm zal gaan en de beheerder geen transacties moet uitvoeren die een tegengesteld effect zullen hebben (bv. SLM bijkopen op het moment dat het fonds naar een lager afdekkingspercentage wil gaan). Indien berekeningen laten zien dat naar verwachting NIET binnen 3 maanden op het gewenste nieuwe afdekkingspercentage zal worden uitgekomen, dan zal het mandaat per de 1 e van de volgende maand worden aangepast, in ieder geval tot het minimum of maximum gewicht dat hoort bij de nieuwe norm (als daarmee wel binnen 3 maanden het nieuwe strategische gewicht kan worden bereikt of, als dat niet mogelijk is, meteen het mandaat aangepast per de 1 e van de maand naar het nieuwe renteafdekkingspercentage Kredietrisico Het pensioenfonds belegt binnen de portefeuille vastrentende waarden niet alleen in staatsobligaties, maar ook in bedrijfsobligaties, high yield obligaties, Emerging Market Debt alsmede Asset Back Securities. Hierbij gelden de normpercentages, de minima en de maxima die per subcategorie in het beleggingsmandaat zijn vastgelegd. Aan deze obligaties kleven kredietrisico s. De risico s worden echter zo veel mogelijk beperkt doordat een goede diversificatie over verschillende soorten debiteuren plaatsvindt, alsmede door hierin te beleggen via beleggingsfondsen, die per fonds een brede spreiding qua debiteuren hebben. Sectorconcentraties en bedrijfsconcentraties zijn daarmee beperkt. Wat betreft kredietrisico zijn er binnen de richtlijnen minima bepaald ten aanzien van de kwaliteit van de uitzettingen in de sfeer van de vastrentende waarden. Er dient een groot deel in Eurozone Core staatsobligaties (meest kredietwaardige staatsobligaties met minimum rating van AA-) en Europese staatsobligaties te worden belegd. Er vindt sinds 1 oktober 2016 geen actief beleid meer plaats op Eurozone Core staatsobligaties. Beleggingen in investment grade credits (met een minimale rating van BBB) zijn voor een maximaal percentage van de portefeuille vastrentende waarden toegestaan en momenteel slechts toegestaan via een participatie in een goed gespreid beleggingsfonds, het AEAM European Credit Fonds. Het gekozen fonds belegt in een groot aantal verschillende debiteuren, waardoor het belang van het pensioenfonds in een individuele debiteur gering is. Beleggingen in asset back securities zijn ook voor een maximaal percentage van de portefeuille vastrentende waarden toegestaan en momenteel slechts toegestaan via een participatie in een beleggingsfonds, het AEAM ABS Fund. Daarnaast wordt er ook (beperkt) belegd in High Yield (bedrijfsobligaties met een rating lager dan BBB). Dit mag slechts via een participatie in een beleggingsfonds. Momenteel is dit ingevuld via het AEAM High Yield Fonds. Ook wordt door het fonds beperkt belegd in Emerging Market Debt (schulden van opkomende landen). Dit mag slechts via een participatie in een beleggingsfonds, momenteel via het AEAM Emerging Debt fonds. Voor al de genoemde beleggingsfondsen zijn fundspecificaties opgesteld. Hierin staat onder meer opgenomen welke tactische posities binnen ieder fonds ingenomen mogen worden door de vermogensbeheerder. Op kwartaalbasis wordt verder via de FTKrapportage inzage gekregen in de verdeling van de vastrentende waarden portefeuille over de verschillende rating-klassen. 11

12 De strategie vastrentende waarden laat zich per 1 oktober 2016 als volgt omschrijven (als percentage van de portefeuille vastrentende waarden): Vastrentende waarden verdeling Strategische Norm % Bandbreedte % Eurozone Core staatsobligaties en tactische renteoverlay 45,0-10/+10 Europese staatsobligaties 10,0-5/+5 Credits 20,0-10/+10 Asset Backed Securities 15,0-5/+5 High Yield 5,0-2,5/+2,5 Emerging Market Debt 5,0-2,5/+2,5 Indien het belang in hypotheken kan worden ingevuld (naar verwachting december 2016) zal het percentage Eurozone Core Staatsobligaties hierboven dalen van 45% naar 30% en zal Hypotheken strategisch voor 15% worden opgenomen. Bij het beheersen van kredietrisico s wordt verder gekeken naar onder meer de credit ratings van de debiteuren door rating-agencies. Tevens wordt door de beheerder gebruik gemaakt van interne ratingmethodieken. Hieronder staan de richtlijnen ten aanzien van de rating van alle debiteuren binnen de vastrentende waarden portefeuille van het fonds: Rating (gemiddelde van S&P, Moody s en Fitch) Minimum Maximum AAA 15% 100% Investment grade: (minimaal BBB-rating, maximaal AAA-rating) 70% 100% Lager dan investment grade (BBB) of geen rating 0% 30% Concentratierisico Concentratierisico is het risico dat als gevolg van ontoereikende diversificatie binnen de portefeuille een bepaalde ontwikkeling of gebeurtenis een bovengemiddeld effect heeft op de waarde van de portefeuille. De beleggingsportefeuille van het fonds is zodanig samengesteld dat: er wordt belegd in verschillende asset-categorieën; er wordt binnen aandelen belegd in verschillende regio s, sectoren en ondernemingen er wordt binnen vastrentende waarden belegd in verschillende soorten landen, sectoren en specifieke debiteuren. Het bovenstaande is erop gericht om concentratierisico zo veel mogelijk uit te sluiten. Verder beleggen de genoemde beleggingsfondsen waarin wordt belegd in een groot aantal verschillende debiteuren/namen; hierdoor is het belang van het fonds in een individuele debiteur zeer gering. Uitzondering hierop is het grote belang per land in Euro Core staatsobligaties. Dit belang is relatief groot en daarnaast kent het fonds een zeer grote allocatie naar Nederlandse en Duitse staat. Het bestuur is hiervan op de hoogte en heeft bewust gekozen voor een dergelijke concentratie, omdat het de meest veilige staatsobligaties (AAA) betreft in Euro Tegenpartijrisico en collateralbeleid Tegenpartijrisico is het risico dat een tegenpartij niet aan zijn verplichtingen voldoet. In derivatencontracten ontstaat tegenpartijrisico als een derivaat een positieve marktwaarde krijgt. In de meeste gevallen is de tegenpartij dan verplicht om zijn negatieve waarde te compenseren met het storten van onderpand (margin call). Het tegenpartijrisico wordt beperkt door alleen (niet-beursgenoteerde) transacties aan te gaan met partijen die als solide worden beschouwd en die onder meer een minimale credit-rating hebben. Het tegenpartijrisico wordt ook beperkt door transacties aan te gaan met verschillende tegenpartijen. Om het tegenpartij risico inherent aan het gebruik van OTC-derivaten te mitigeren heeft de beheerder verder met iedere individuele tegenpartij een Credit Support Annex (CSA) afgesloten. Dit contract hangt aan de ISDA master-agreement (een internationale raamovereenkomst waarin het afsluiten van OTC-derivaten wordt geregeld) en omvat alle afspraken omtrent het uitwisselen van collateral (onderpand). De collateral behoefte wordt dagelijks bepaald aan de hand van de marktwaarde van alle uitstaande OTCderivaten tussen beide partijen onder de CSA, en leidt uiteindelijk tot een collateral uitwisseling (doorgaans middels cash of papier van een zeer hoge kredietwaardigheid). De beheerder monitort en beheert het proces van collateral uitwisseling op dagelijkse basis en zorgt ervoor dat er iedere dag weer sprake is van voldoende collateral (in de vorm van cash of euro staatsobligaties). Het aanwezige collateral (onderpand) dient steeds minimaal 100% te zijn van de uitgeleende waarde. Als de waarde hieronder zakt, dient onderpand te worden bijgestort. Bij het pensioenfonds is slechts in zeer beperkte sprake van tegenpartijrisico, omdat er weinig posities via derivaten worden ingenomen. Momenteel wordt namelijk nog maar zeer beperkt in het SLM-fonds belegd ten behoeve van extra renteafdekking. Verder wordt het tegenpartijrisico binnen SLM nu beperkter door EMIR en de daarmee samenhangende Central Clearing. Bij central clearing moet er naast een Variation Margin een Initital Margin worden gestort. Dit wordt geregeld binnen het SLM-fonds Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat liquiditeitstekorten optreden door het onvoldoende op elkaar afgestemd zijn van timing en omvang van inkomende en uitgaande kasstromen. Liquiditeitsrisico is ook het risico dat niet binnen een redelijk afzienbare termijn tegen een redelijke prijs gehandeld kan worden. Dit kan ervoor zorgen dat bij derivatenposities, tijdens volatiele marktomstandigheden, 12

13 onvoldoende onderpand beschikbaar is om aan een bijstortingsverplichting te voldoen, via fondsen met dagelijkse liquiditeit. Het liquiditeitsrisico is beperkt doordat het ABS fonds (ofwel maximaal % van de totale portefeuille) een maandelijkse liquiditeit heeft. Verder heeft het Aegon Hypothekenfonds, waar het fonds een bedrag van 5 miljoen aan heeft gecommitteerd, een beperkte liquiditeit. Het hypothekenfonds maakt echter slechts ongeveer 7,5% van de portefeuille uit. De overige fondsen hebben allemaal een dagelijkse liquiditeit Securities lending De vermogensbeheerder heeft bij de uitvoering van het beleggingsmandaat de mogelijkheid over te gaan tot het uitlenen van effecten (securities lending). Eventueel hiermee verband houdende risico's zullen door de vermogensbeheerder zoveel mogelijk worden beperkt door middel van adequate contractuele regelingen waarin zekerheden zijn geregeld. Aegon heeft haar exacte beleid in een Securities Lending brochure vastgelegd. In de maandverslagen van de beleggingsfondsen wordt gerapporteerd over het percentage van de stukken die zijn uitgeleend alsmede de opbrengsten die hiermee zijn gegenereerd. Van de met het uitlenen van effecten behaalde opbrengsten voor zover ten goede komend aan het pensioenfonds (zijnde 72%), wordt in de jaarrapportage van de beleggingsfondsen verslag gedaan. Op kwartaalbasis wordt door de beheerder per beleggingsfonds gerapporteerd over het percentage van de portefeuille dat is uitgeleend en de geschatte opbrengsten hiervan. Ook via de FTK rapportage en de jaarverslagen van de beleggingsfondsen wordt hierover gerapporteerd Derivaten Het pensioenfonds hanteert derivaten uitsluitend ter afdekking van balansrisico s en voor het efficiënt sturen van het beleggingsbeleid. Het gebruik van derivaten moet daarbij goed uitlegbaar zijn. Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid kan door de beheerder (binnen de grenzen die zijn weergegeven in de richtlijnen per fonds) tevens gebruik worden gemaakt van derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. Het exacte derivatenbeleid is per beleggingsfonds opgenomen in de fondsspecificaties. De omvang van de derivatenposities wordt op kwartaalbasis steeds gerapporteerd in de FTK-rapportage Leverage De fondsen van Aegon waarin Sportfondsen belegt mogen een beperkte leverage hebben. De hoogte ervan is opgenomen in de fondsvoorwaarden. Over de leverage wordt gerapporteerd via de fundfactsheets. Van het TIRO fonds (dat een grote leverage kende) heeft het bestuur in 2016 afscheid genomen Overige risico s De overige risico s die bij de beleggingen relevant zijn betreffen het operationeel risico en het uitbestedingsrisico Uitbestedingsrisico s Uitbestedingsrisico is het risico als gevolg van de continuïteit van bedrijfsvoering, integriteit en kwaliteit van de externe uitvoerder. Vanwege het feit dat het pensioenfonds de uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer heeft uitbesteed, is het van belang om extra te letten op het uitbestedingsrisico. Dit risico wordt verminderd doordat met de externe uitvoerders Service Level Agreements worden aangegaan waarin afspraken over onder meer levertijden, prestatieniveau en rapportages worden opgenomen en doordat contractueel afspraken zijn vastgelegd, zodat relatief eenvoudig en snel zou kunnen worden overgestapt naar een andere vermogensbeheerder. Ook ontvangt het bestuur van een door haar aangestelde vermogensbeheerder op jaarbasis een ISAE 3402 verklaring type II. Daarnaast heeft het bestuur inzage in de geldende gedragscode bij haar vermogensbeheerder Operationele risico s Dit is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Onder deze definitie vallen operationele gebeurtenissen zoals IT-problemen, tekortkomingen van de organisatiestructuur of interne controle, menselijke fouten, bijvoorbeeld de onjuiste afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en externe bedreigingen. Dergelijke risico s worden beheerst door een strakke administratieve organisatie en interne controle, een calamiteitenplan plus uitwijkvoorziening en een gedragscode. Het bestuur van het pensioenfonds ziet er dan ook op toe dat de administrateur voldoende maatregelen neemt om dit risico te minimaliseren. Hier hebben de Beleidsregels Uitbesteding ook aan bijgedragen. Los van hetgeen in de ABTN vermeld staat ter waarborging van een goede administratieve organisatie en interne beheersing beschikt de vermogensbeheerder ook over een calamiteitenplan en een gedragscode waaraan iedere medewerker zich dient te houden. 13

14 6. Implementatie en uitvoering Ontwikkelen strategie en risicoanalyse Implementatie en uitvoering Evaluatie en bijstelling Nadat het bestuur de beleggingsstrategie heeft bepaald, dient gekeken te worden naar de uitvoering van dit beleid Uitbesteed vermogensbeheer Zoals reeds in hoofdstuk 3.2 vermeld is, is het bestuur verantwoordelijk voor het vaststellen van de beleggingsstrategie van het pensioenfonds, maar wordt het vermogensbeheer ten behoeve van het pensioenfonds extern uitgevoerd door AEGON Investment Management B.V. De bewaarneming van effecten binnen de beleggingsfondsen is ondergebracht bij AEGON Custody B.V. AEGON Custody B.V. is de juridisch eigenaar van de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds belegt en zal dat na aanstelling van Citibank International Plc (in het kader van AIFMD) nog steeds blijven en houdt het eigendom van de beleggingsfondsen voor rekening en risico van de participanten die het economisch eigendom hebben. Het pensioenfonds is juridisch eigenaar van de participaties in de beleggingsfondsen. KasBank is aangesteld als externe custodian. De rol van KasBank is momenteel echter beperkt, hier wordt slechts de bankrekening aangehouden, waarover de beleggingstransacties van Aegon verlopen. De vermogensbeheerder belegt aan de hand van een beleggingsmandaat. Dit mandaat wordt door het bestuur en de vermogensbeheerder ondertekend. In het mandaat waarbinnen de vermogensbeheerder mag opereren zijn beleggingsrichtlijnen opgenomen in de vorm van een verdeling over de beleggingscategorieën. Vier maal per jaar overlegt de beleggingscommissie met de vermogensbeheerder omtrent het te voeren algemeen beleggingsbeleid en zal het, indien nodig voorstellen doen om het beleggingsbeleid bij te stellen. De beleggingscommissie zal hierbij rekening houden met de ontwikkeling van de portefeuille en de vooruitzichten op de beleggingsmarkten. Het beleid kan pas worden aangepast nadat een voorstel tot wijziging aan het bestuur is verstuurd en dit voorstel door het bestuur is geaccordeerd. 14

15 7. Evaluatie resultaat en bijstelling Ontwikkelen strategie en risicoanalyse Implementatie en uitvoering Evaluatie en bijstelling De vermogensbeheerder rapporteert ten minste eenmaal per maand over de samenstelling en ontwikkeling van de beleggingsportefeuille, de exposures ten opzichte van de afgesproken neutrale strategische posities en de bandbreedtes die zijn opgenomen in de beleggingsrichtlijnen. Verder wordt een overzicht verstrekt van de uitgevoerde transacties. Tevens worden voor de hoofdcategorieën de behaalde rendementen ten opzichte van de relevante benchmark gerapporteerd, zowel op maandbasis als op YTD-basis. Er wordt voor een inhoudelijke beoordeling van de prestaties van de vermogensbeheerder(s) onder meer gebruik gemaakt van de kwartaalrapportages van de beheerder. Ook wordt door de vermogensbeheerder op verzoek verantwoording afgelegd tijdens de bestuursvergaderingen. Mede op basis van de rapportages van en het overleg met de vermogensbeheerder is het bestuur in staat het vermogensbeheer te bewaken. Dit is in de eerste plaats gericht op het vaststellen dat de vermogensbeheerder zich aan de in het mandaat opgenomen beleggingsrichtlijnen houdt. Daarnaast beoordeelt het bestuur of de vermogensbeheerder het beoogde rendement (zowel absoluut als ten opzichte van de benchmark) weet te realiseren en beoordeelt het de verhouding tussen rendement en risico. Voor een overzicht van de diverse rapportages die door de vermogensbeheerder worden geleverd aan het bestuur wordt verwezen naar Bijlage 1. Alle beleggingen worden hierbij steeds op actuele waarde gewaardeerd. Op jaarbasis vindt een accountantscontrole op de koersen van de beleggingsfondsen plaats. Op basis van de strategie per 1 oktober 2016 is de volgende strategische benchmark gedefinieerd om het beleid en de resultaten van de aangestelde beheerder te evalueren. Asset-categorie Gewicht (%) Index (TR) Vastrentende waarden 52 Core Euro staatsobligaties 23,4 Merrill Lynch Core Eurozone Government Bond Index (cst) Europese staatsobligaties en tactische renteoverlay 5,2 Merrill Lynch European Union Government Bond Index Europese Credits 10,4 Barclays Euro Aggregate Corporate Index Asset Backed Securities 7,8 Barclays Capital ABS Floating Rate Note Composite Index+ BC ABS Fixed Coupon Composite Index High Yield 2,6 70% Barclays Capital USHY (euro hedged, cstmd) + 30% Barclays Capital HY Euro (cstmd) Emerging Market Debt 2,6 JP Morgan Emerging Markets Bond Index Global diversified (hedged) Aandelen 48 Wereld (incl. EM) 48,0 MSCI AC Wereld Net Index (GBP, JPY, USD hedged) De benchmarkrendementen per categorie worden berekend door middel van het sommeren van het product van normallocatie en benchmarkrendement per subcategorie c.q. per beleggingscategorie. Bij de berekening van benchmarkrendementen dient rekening gehouden te worden met een rebalancing per jaar op 1 januari. De beheerder heeft, binnen de overeengekomen bandbreedtes, de ruimte om de portefeuille ook na rebalancing tactisch te positioneren. 15

16 8. Monitoring van risico s 8.1. Monitoring van renterisico Op maandbasis bekijkt de vermogensbeheerder wat de rentegevoeligheid van de beleggingen bedraagt ten opzichte van de verplichtingen van het pensioenfonds. De beheerder ontvangt hiertoe de cashflows van de verplichtingen. Via een getekend mandaatformulier heeft de vermogensbeheerder opdracht gekregen de renteafdekking op maandbasis aan te passen indien het overeengekomen minimum of maximum wordt geraakt en weer bij te sturen naar het normpercentage, zoals overeengekomen. Het strategische renteafdekkingspercentage bij de beheerder wordt bepaald op basis van het dynamische renteafdekkingsbeleid van het pensioenfonds, waarbij een marge van 10% wordt gehanteerd als maximum en 5% als minimum. Indien het dynamische renteafdekkingspercentage wijzigt, zal het beleggingsmandaat bij de beheerder worden aangepast. De rentegevoeligheid van de verplichtingen wordt vastgesteld aan de hand van verdiscontering op basis van marktwaardes. Door de rentegevoeligheid van de beleggingsportefeuille aan te passen, wordt de rentegevoeligheid tussen de beleggingen en de verplichtingen in de door het bestuur gewenste mate aangepast, zodat die past bij het geformuleerde dynamische afdekkingsbeleid Monitoring overige beleggingsrisico s Op kwartaalbasis wordt door het pensioenfonds inzage verkregen in de ontwikkeling van de dekkingsgraad alsmede in de beleggingsrisico s via de reguliere kwartaalrapportage van de vermogensbeheerder, de FTK-rapportage, een risicodashboard en/of risicorapportage. Deze rapportages zullen door de beleggingscommissie worden besproken Monitoring beleggingsfondsen en mandaten Jaarlijks zal worden gecontroleerd dat de beheerder zich aan de richtlijnen houdt. Aegon is verder gehouden aan de fundfactsheets. 9. Kosten vermogensbeheer Het bestuur streeft ernaar een zo goed mogelijk rendement te behalen tegen zo min mogelijk kosten. Het uitbesteden van het vermogensbeheer brengt echter wel kosten met zich mee. De vermogensbeheerder brengt de volgende kosten in rekening: vaste kosten; variabele kosten; service fee. De hoogte van deze kosten liggen per beleggingsfonds vast en zijn ook opgenomen in de vermogensbeheerovereenkomst. Het fonds heeft verder recht op een omvangskorting, die op kwartaalbasis wordt terugbetaald. De nota die daarvoor wordt ontvangen wordt gecontroleerd. Over de vermogensbeheerkosten zal het pensioenfonds jaarlijks verantwoording afleggen in het jaarverslag. Het pensioenfonds streeft ernaar dat de vermogensbeheerkosten zich op een acceptabel niveau bevinden en passen bij de mate van actief beheer waarvoor het pensioenfonds heeft gekozen. In 2016 heeft het fonds besloten om aandelen en Core Eurozone obligaties passief te gaan invullen. Procentueel zullen de beheerkosten daarmee gaan dalen. 10. Verantwoord beleggen Het bestuur is van mening dat het pensioenfonds een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Hierin past ook maatschappelijk verantwoord beleggen. Dat betekent dat het bestuur de mening heeft dat het pensioenfonds niet belegt in ondernemingen die in strijd handelen met deze maatschappelijke verantwoording. AEGON Asset Management, als externe vermogensbeheerder van het pensioenfonds, onderschrijft deze visie. Aegon streeft naar een duurzame beleggingsportefeuille, volgens de richtlijnen van de Principles for Responsible Investment van de Verenigde Naties (UNPRI). Het gaat om een aantal beginselen op het gebied van milieu, sociale omstandigheden en goed ondernemingsbestuur voor de beleggingspraktijk. Daarnaast geldt dat Aegon alleen beleggingen selecteert die in overeenstemming zijn met hun gedragscode. Respect voor het milieu, de mensenrechten en de volksgezondheid zijn daarbij belangrijke criteria. Als het gaat om productie, ontwikkeling en verhandelen van controversiële wapens, zoals clustermunitie en landmijnen, dan geldt er een algeheel investeringsverbod. Met behulp van de uitgebreide analyseresultaten van een gespecialiseerd extern bureau waarover Aegon de beschikking heeft, is door Aegon een uitsluitingslijst opgesteld van bedrijven die hierin actief zijn. In deze bedrijven mag niet worden belegd, ook niet voor zogenaamde passieve indexbeleggingen. Alle beleggingsportefeuilles worden periodiek gecontroleerd op de naleving van dit uitsluitingsbeleid. Aegon voldoet hiermee aan de Nederlandse wetgeving die het verbiedt om directe steun te verlenen aan ondernemingen die clustermunitie produceren, verkopen of distribueren. Een andere categorie beleggingen waarvoor een investeringsverbod geldt zijn staatsobligaties, en overige leningen van lagere overheden, van landen die stelselmatig de mensenrechten schenden. Leidend hiervoor zijn veroordelingen van de Veiligheidsraad van 16

17 de Verenigde Naties en sancties van de Europese Unie. Een uitsluitingslijst met alle bedrijven en landen die worden uitgesloten wordt gepubliceerd op Hier is ook de recente uitsluitingenlijst te vinden. Als het gaat om de gedragingen van ondernemingen dan moet er voldaan worden aan internationaal geaccepteerde verdragen, in het bijzonder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, Rio Declaration on Environment and Development, United Nations Convention against Corruption, UN Global Compact Principles, International Labour Organization s Declaration of Fundamental Principles and Right at Work en OECD Guidelines for Multinational Enterprises. Of de bedrijven waarin ze investeren voldoen aan deze normen monitort Aegon periodiek. Met bedrijven die niet voldoen wil Aegon een dialoog voeren om deze bedrijven tot ander gedrag te bewegen, dit wordt engagement genoemd. Als deze dialoog na veelvuldige en herhaalde pogingen niet tot voldoende resultaat leidt, dan gaat Aegon Asset Management alsnog over tot uitsluiting van het bedrijf. Naast uitsluiting en dialoog is een volgend belangrijk onderdeel van verantwoord beleggen de integratie van milieu-, sociale of maatschappelijke, en bestuurlijke criteria (ESG in het Engels) direct in de investeringsbeslissingen en -analyse. Welke factoren bij deze zogeheten ESG-integratie relevant zijn verschilt per sector en type belegging. Via een gespecialiseerd extern bureau hebben alle analisten en portefeuillemanagers van Aegon wereldwijd de beschikking over beoordelingen van vrijwel alle bedrijven en sectoren op deze ESG factoren. Deze beoordeling vormt een integraal onderdeel van het totale beleggingsproces. Aegon stelt ook eisen aan de ESG beoordeling van landen buiten de Europese Unie. Bovenstaande uitgangpunten voor verantwoord beleggen zijn integraal van toepassing op het beleggingsbeleid. Slecht in uitzonderlijke situaties kan het, vanwege praktische bezwaren, voorkomen dat niet alle uitsluitingen overal kunnen worden toegepast. De vermogensbeheerder zal zich houden aan de wettelijke richtlijnen die gelden ten aanzien van verantwoord beleggen. Ook wordt voldaan aan EU verordening 826/2014 en EU-verordening 833/2014 inzake sanctiemaatregelen die voor bedrijven in Rusland gelden en eventueel andere sanctiemaatregelen die gelden. 11. Marktontwikkelingen In het jaar 2016 heeft de wereldeconomie het herstel van 2015 niet kunnen doorzetten. De vrees voor lage economische groei in de Verenigde Staten gecombineerd met het feit dat Chinese autoriteiten het lastig hadden om de economie te stabiliseren, zorgden voor een slecht begin van de aandelenmarkten. In de eerste zes weken van 2016 daalden de aandelenbeurzen in de ontwikkelde markten met 15%. De aandelenmarkten in opkomende markten ontsprongen de dans niet en daalden met 13%. De prijs voor een vat ruwe aardolie volgde de dalende trend die was ingezet in In februari werd het dieptepunt bereikt met een prijs van $26. Ook andere grondstoffen daalden sterk in prijs doordat de vraag uitbleef. De inflatie in de meeste ontwikkelde economieën bleef gematigd. De kerninflatie bleef echter wel stabiel. Door de tegenvallende economische groei, afnemende inflatieverwachtingen en de slechte conditie van Europese banken, voelde de ECB zich genoodzaakt om haar beleid verder uit te breiden. De ECB verlaagde de depositorente met 10bps naar -0.40% en de herfinancieringsrente naar nul procent. Daarnaast werd het maandelijkse bedrag voor aankoop van obligaties verhoogd met 20 miljard naar 80 miljard waarbij ook niet-financiële bedrijfsobligaties kunnen worden opgekocht. In maart werden de belangrijkste rentetarieven door de Federal Reserve constant gehouden en werd de inflatieverwachting over 2016 teruggeschroefd van 1.6% naar 1.2%. Dit was in contrast met eerdere verwachtingen waarbij men uitging dat de rente in 2016 drie tot vier keer zou worden verhoogd. Door de onrust op de financiële markten werd de verwachting verlaagd naar twee renteverhogingen. Door het verruimen van de geldhoeveelheid in de eurozone, de onzekere economische situatie en de toegenomen zorgen van mondiale groei, richtten beleggers zich actief op veilige havens. De rentes van staatsobligaties met een AAA rating daalden naar laagste niveaus ooit. De aandelenmarkten herstelden enigszins na een beroerde start. Wereldwijd was het verlies in het eerste kwartaal 5%, in euro s. Het herstel na een daling van 15% in de eerste weken was te danken aan verbeterde macro-economische cijfers. In het tweede kwartaal waren de macro-economische cijfers gecombineerd met de genomen maatregelen van centrale banken hoopgevend. Echter door politieke onzekerheid kwam het herstel tot stilstand. In Europa was er onzekerheid betreft het uittreden van Groot-Brittannië uit de Europese Unie. De onverwachte Brexit op 23 juni zorgden voor een schok op de financiële markten. Het Britse pond daalde direct 6% ten opzichte de euro. In de Verenigde Staten zijn de voorverkiezingen voor het presidentschap in volle gang waarbij Clinton en Trump de grootste kandidaten zijn voor respectievelijk de Democratische en Republikeinse partij. Op 12 mei stemde de Braziliaanse senaat voor een afzetting van president Dilma Rousseff nadat zij er van wordt beschuldigd moedwillig de omvang van het begrotingstekort te maskeren. Ook het boekhoudschandaal van staatsoliebedrijf Petrobras verstevigden haar positie niet. 17

18 De Amerikaanse Federal Reserve hield de rente op het zelfde niveau tussen de 0.25% % om de financiële markten te steunen. In Europa voerde de ECB het aangekondigde monetaire beleid in Q1 uit om deflatie tegen te gaan. De Bank of Japan hield zich afzijdig betreft nieuwe maatregelen, echter het opkopen van effecten ter waarde van 80 biljoen yen per jaar blijft zijn doorgang vinden. Door de politieke onrust en de onzekere vooruitzichten betreft de bedrijfswinsten, bleef het rendement op wereldwijde aandelen in Q2 steken op 3.8%, in euro s. De Brexit had een negatief effect op de aandelenkoersen direct na bekendmaking van de uittreding. Echter herstelden de koersen zich relatief snel waardoor kwartaalwinsten niet volledig werden verspild. De zorgen over de wereldeconomie en de toegenomen risicoaversie in aanloop van het Britse referendum zorgden voor dalende rentes van Duitsland en de Verenigde Staten. Door de toegenomen vraag daalde de 10-jaars rente van Duitsland op 14 juni tot onder het nul punt. In de Verenigde Staten is het consumentenvertrouwen in het derde kwartaal toegenomen door de toename van het aantal banen en de lage brandstofprijzen. Het heeft de Fed echter er niet van kunnen overtuigen om de rente te verhogen. Het huidige beleid blijft van kracht om verder herstel van de arbeidsmarkt te ondersteunen en de inflatiedoelstelling van 2% te behalen. De onzekerheid over de gevolgen van de Brexit blijft van kracht door de onduidelijkheid over de onderhandelingen tussen Groot- Brittannië en de EU. Het uitblijven van maatregelen door de Bank of England bleef beperkt tot de maand juli. In augustus kwam de BoE wel met een pakket aan maatregelen waarbij men onder andere de korte termijn rente verlaagde met 25 basispunten van 0.50% naar 0.25%, het laagste niveau ooit. De OPEC heeft eind september overeenstemming bereikt om de productie te verlagen met vaten olie per dag. Na bekendmaking van deze reductie steeg de olieprijs met 6.5% naar $49. De aandelenmarkten hebben het kwartaal positief afgesloten. De ontwikkelde markten als Japan, Europa en de VS hebben een rendement behaald van 7.4%, 4.2% en respectievelijk 2.5%. 12. Portefeuilleveranderingen in 2016 In 2016 heeft de BC uitgebreid gekeken naar de verschillende onderdelen van de huidige beleggingsportefeuille van het Eigen Beheer Depot van SSP. Belangrijke uitgangspunten hierbij waren: Passen de beleggingsfondsen waarin momenteel wordt belegd wel bij de geformuleerde Investment Beliefs van SSP? Kan SSP de rentehedge (qua curveposities) zodanig verbeteren dat een betere aansluiting wordt verkregen met het cashflowprofiel van het fonds? Kan een deel van de portefeuille wat meer illiquide worden belegd en zo ja, hoe veel dan en waarin dan? Per 1 oktober 2016 zijn een aantal veranderingen in de portefeuille doorgevoerd n.a.v. de uitkomsten van de analyses. Deze wijzigingen zijn: Switch van het actief beheerde Aegon World Equity Fonds naar het passief beheerde Aegon World Equity Fonds Een belangrijke reden daarvoor is gelegen in het feit hoe deze actieve aandelenportefeuille is geconstrueerd. Naast een passief beheerde aandelenportefeuille (80% van de totale aandelenportefeuille) en een (20%) futures-overlay om in totaal 100% marktexposure te verkrijgen wordt het actieve beheer van het fonds verkregen door de toevoeging van hedge fund managers. Voor de Europese en Aziatische markten gebeurt dat door een hedge fund manager, die deels in handen is van Aegon. Voor Amerika wordt een Fund of Fund (FOF)-manager, Prisma, gebruikt. Het pensioenfonds (en zelfs Aegon) heeft beperkt inzicht in de posities van de onderliggende hedge funds managers en Aegon heeft ook geen invloed op het beleid dat daar wordt gevoerd. Verder staat in de investment beliefs opgenomen passief, tenzij. Tenslotte dalen de kosten voor het fonds bij een switch naar passief aandelenbeheer Verwijderen van TIRO uit de vastrentende waarde portefeuille Het TIRO-fonds is het Tactical Interest Rate Overlay-fonds. In dit fonds werd via allerlei actief beheerde derivatenconstructies geprobeerd een toegevoegde waarde te behalen op de staatsobligatieportefeuille. Dit kon op veel manieren. Belangrijke punten bij dit fonds waren: 1) Het fonds is gericht op actief beheer. De afgelopen jaren is met dit actieve beheer waarde toegevoegd, maar er kunnen ook periodes zijn (zoals een aantal jaren geleden) dat het fonds een underperformance behaalt; 2) Het fonds is relatief duur (fee 3% per jaar zonder rekening te houden met omvangskorting), terwijl de toegevoegde waarde zowel positief, maar ook negatief kan uitkomen; 3) De posities in dit fonds zijn complex en moeilijk te begrijpen en zeker niet uit te leggen aan de achterban van het pensioenfonds; 4) De risicorestricties van het fonds zijn zeer ruim opgesteld. Het is voor SSP daarom erg moeilijk om het overall risico goed te evalueren; De overall duration van het TIRO-fonds kan zeker tussen -20 en +20 variëren. De tactische, actieve posities van het TIRO-fonds kunnen daardoor (ongewenste) invloed hebben op het feitelijke renteafdekkingspercentage. 18

19 12.3. Het opnemen van Hypotheken in de vastrentende waarden portefeuille De beleggingscommissie heeft in 2016 uitgebreid gekeken naar het beleggen in hypotheken en heeft een uitgebreide presentatie gehad van Aegon over het Aegon hypothekenfonds, het AeAM Dutch Mortgage Fund. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat door een beperkte toevoeging van zowel Nederlandse hypotheken als een grotere allocatie naar ABS het risico ten opzichte van de verplichtingen van het fonds nauwelijks wordt verhoogd (van 10,88% naar 10,90%), terwijl het verwachte rendement wel wordt verhoogd (van 2,45% naar 2,71%). Indien gecorrigeerd is de toename van het extra risico bij de gedane aannamen ten opzichte van de toename van het verwachte rendement relatief beperkt. De aannames zijn gebaseerd op additioneel rendement boven staatsobligaties en swaps dat compenseert voor krediet- en illiquiditeitsrisico, waarbij het daadwerkelijk te verwachten kredietverlies vanuit betalingsproblemen relatief beperkt wordt geacht te blijven. Van belang bij dergelijke, onder bepaalde omstandigheden, minder liquide beleggingen is dat het pensioenfonds de beleggingsovertuiging en de tolerantie vanuit het toekomstperspectief heeft om gebruik te maken van een langere beleggingshorizon. Alleen door over een eventueel mindere fase van de marktcyclus heen te kunnen beleggen, zijn Nederlandse hypotheken en ABS geschikte kandidaatbeleggingen voor SSP. Voor SSP lijkt dit het geval. Het bestuur heeft besloten om het beleid binnen de vastrentende waarden portefeuille wat aan te passen, terwijl het percentage vastrentende waarden en zakelijke waarden gelijk wordt gehouden. De voorgestelde wijzigingen binnen de vastrentende waarden portefeuille hadden geen significante wijziging qua risicoprofiel tot gevolg, er wordt nog steeds ongeveer evenveel belegd in hoogwaardige vastrentende waarden. De verwachte verhoging van het rendement zal ten goede zal komen aan alle deelnemersgroepen. Het concrete voorstel van de beleggingscommissie was om een bedrag van 5 miljoen (ongeveer 7,5% van de totale portefeuille) te alloceren naar het hypothekenfonds, omdat de voordelen, en dan met name het extra rendement, opwegen tegen de kosten en mindere liquiditeit, wat mogelijk is omdat het pensioenfonds een lange adem heeft. De allocatie komen uit de huidige allocatie van het AEAM Core Eurozone Government Bond Index Fund alsmede uit staatsobligaties euro. Op het moment dat het belegd vermogen van het pensioenfonds stijgt, zal het belang in hypotheken procentueel gaan zakken en zal het fonds waarschijnlijk additioneel aan hypotheken moeten gaan alloceren. De beleggingscommissie is van mening dat de voorgestelde wijzigingen binnen de vastrentende waarden portefeuille geen significante wijziging qua risicoprofiel tot gevolg heeft (dat wordt ook onderschreven door de cijfers die door Mercer zijn berekend), er zal nog steeds ongeveer evenveel worden belegd in hoogwaardige vastrentende waarden. Naar verwachting zal de feitelijke allocatie naar hypotheken in november en december 2016 kunnen plaatsvinden Vergroten van het belang in ABS (Asset Backed Securities) Vanwege het verplichtingenprofiel van het pensioenfonds binnen het eigen beheer-depot, waarbij de 3,5 miljoen kostenvoorziening een lage rentegevoeligheid heeft, zou een beleggingsfonds met een lage duration een betere match van de verplichtingen op de curve bewerkstelligen. De beleggingscommissie heeft hierbij in eerste instantie gekeken naar het Aegon Money Market Fonds, maar vindt dit fonds toch niet geschikt, omdat er een aantal zeer grote beleggers in zitten die op enig moment weer (kosteloos) mogen uittreden, waarbij de zittende participanten mogelijk benadeeld worden. De beleggingscommissie is op zoek gegaan naar een alternatief en stelt mede daarom voor om het huidige belang van het pensioenfonds in ABS te verhogen. De beleggingen in dit fonds hebben een korte duration, een hoge kredietwaardigheid en daarnaast nog een redelijk hoge kredietopslag boven staatsobligaties. De eerder 5% van de 52% vastrentende waarden (= 2,6% van de totale portefeuille) is daarom verhoogd naar 15% van de vastrentende waarden portefeuille (= 7,8%). In 2016 is door de beleggingscommissie veel aandacht besteed aan (voorbereiding van) de aanpassing van het beleggingsmandaat. Verder hebben risicomanagement en het opvolgen van de prudent person bevindingen alle aandacht gehad. 13. Speerpunten voor 2017 De focus van het beleggingsbeleid en de aandacht van de beleggingscommissie ligt op een goede invulling van het vermogensbeheer en een goede controle van de risio s met name van het eigen beheer depot, omdat daarin de vrije reserve en de vanaf 2015 opgebouwde reserve zijn opgenomen. De beleggingscommissie heeft eind 2015 een jaarkalender laten opstellen. Hierin stonden de reguliere en geplande activiteiten voor 2016 per kwartaal, waarmee werd zeker gesteld dat alle relevante zaken in 2016 bij de beleggingscommissie aan de orde zouden komen. De voor 2016 benoemde punten in de kalender zijn in 2016 ook feitelijk opgepakt. De jaarkalender wordt voor 2017 weer geactualiseerd. Voor 2017 zijn de belangrijkste actiepunten van de beleggingscommissie: de risicoanalyse (waar in 2016 mee is begonnen) het verstrekken van een dashboard aan het bestuur het bespreken met Aegon Leven van de mogelijkheden om het beleid van het herverzekerde depot aan te passen. 19

20 Ook zal de BC bekijken of een diversificatie van aandelen wellicht zinvol/wenselijk is. Aldus vastgesteld te Amsterdam in november

21 BIJLAGE 1 Reguliere beleggingsrapportages van de vermogensbeheerder De doelstelling van de rapportages is om geïnformeerd te worden over de beleggingsportefeuille. Dit inzicht wordt door de vermogensbeheerder gegeven via maandelijkse beleggingsrapportages, kwartaalrapportages en jaarrapportages volgens onderstaande tabel. De rapportages geven een getrouw en volledig inzicht van de waarde en samenstelling van het vermogen per de rapportagedatum. De rapportages zijn ook opgenomen in de vermogensbeheerovereenkomst. Soort Frequentie Oplevering Inhoud per jaar Maand 8 11 werkdagen na maandeinde Waardering portefeuille Kwartaal 4 16 dagen na kalenderkwartaal Waardering portefeuille, performanceberekening, toelichting Jaar 1 31 maart Beleggingsverslag Publicaties Frequentie Oplevering Inhoud per jaar Langetermijn-scenario s 1 Oktober Structurele vooruitzichten met 4- jaarshorizon Beleggingsvisie 4 Per kwartaal Asset Management topics Nieuwsbrieven Incidenteel Asset Management topics Ook wordt op jaarbasis een ISAE-3402 rapportage verstrekt. 21

Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Beleggingsplan 2016

Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Beleggingsplan 2016 Stichting Sportfondsen Pensioenfonds Beleggingsplan 2016 1 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 1.1. WAAROM EEN BELEGGINGSPLAN?... 3 2. STICHTING SPORTFONDSEN PENSIOENFONDS... 3 2.1. ALGEMENE DOELSTELLING VAN

Nadere informatie

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen Verklaring inzake Beleggingsbeginselen 1. Introductie 1.1. Inleiding Op grond van de Europese pensioenfondsenrichtlijn 1 zijn Nederlandse pensioenfondsen verplicht om een Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Mei 2011 INHOUDSOPGAVE 0. Introductie 3 1. Doelstelling van het beleggingsbeleid 4 2. Organisatie en risicobeheerprocedures 5 3. Beleggingsbeginselen 7 Mei 2011 Pagina

Nadere informatie

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid Beleggingsstatuut 1. Algemene Richtlijnen 1. Statutaire doelstelling De Hartstichting strijdt tegen hart- en vaatziekten. Zij investeert in onderzoek naar harten vaatziekten in Nederland. Zij geeft hoogwaardige

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft beknopt de uitgangspunten weer van het

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012 VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN 18 JUNI 2012 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Organisatie... 2 2.1 Het fonds... 2 2.2 Organisatie... 2 2.3 Toeslagenbeleid... 3 3. Beleggingsbeleid... 4 3.1 Doel van het

Nadere informatie

Beleggingsbeginselen. Inleiding Waarom een Verklaring Beleggingsbeginselen?

Beleggingsbeginselen. Inleiding Waarom een Verklaring Beleggingsbeginselen? Beleggingsbeginselen Inleiding Waarom een Verklaring Beleggingsbeginselen? Voor een goed pensioen is het noodzakelijk om door middel van beleggen rendement te behalen om daarmee uitzicht te hebben op indexatie.

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Beleggingsbeginselen

Beleggingsbeginselen Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds voor de Architectenbureaus Versie april 2015 Deze Verklaring beleggingsbeginselen maakt onderdeel uit van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds en is aangepast

Nadere informatie

Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen Bijlage 1 - Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1. Inleiding Deze Verklaring inzake de beleggingsbeginselen ( Verklaring ) beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van het pensioenfonds.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011 April 2011 ING Investment Management / ICS Inleiding Jaarlijks stelt het Bestuur van de Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg (Huntsman)

Nadere informatie

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016 Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016 Per 1 augustus 2016 voert de beheerder van de Aegon Funds, de AEAM Funds en de Aegon Paraplu 1 Funds, Aegon Investment

Nadere informatie

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Bavaria van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds Datum: 12-4-2017 Versie: 1 Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds is een handelsnaam van de Stichting

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ DECEMBER 2016

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ DECEMBER 2016 BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE DECEMBER 2016 BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING INHOUD 1. Introductie... 1 2. Organisatie... 2 2.1 Het fonds... 2 2.2 Organisatie... 2 2.3 Indexatiebeleid...

Nadere informatie

Beleggingsplan. Stichting pensioenfonds VNU

Beleggingsplan. Stichting pensioenfonds VNU Beleggingsplan Stichting pensioenfonds VNU November 2014 Inleiding Het beleggingsplan behandelt de vastlegging van het strategisch beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds VNU (het fonds).het beleggingsplan

Nadere informatie

Addendum bij prospectus 22 februari Zwitserleven Beleggingsfondsen

Addendum bij prospectus 22 februari Zwitserleven Beleggingsfondsen Addendum bij prospectus 22 februari 2018 Zwitserleven Beleggingsfondsen 18 juni 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 8 - Risicofactoren en risicomanagement, paragraaf 8.4.3 Tegenpartijrisico 3 2 Wijziging

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie 21-3-2014 1. Stichting Pensioenfonds Achmea

1. Organisatie BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA. ABTN 2014 versie 21-3-2014 1. Stichting Pensioenfonds Achmea BIJLAGE I: VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN Introductie Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: Verklaring) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van SPA.

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015-2017

Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015-2017 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015-2017 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft de uitgangspunten

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie 1. Introductie Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Doelstelling en basis voor dit document Dit document ("de Verklaring") beschrijft

Nadere informatie

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 I Inleiding De Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds (het Fonds ) heeft ten doel: (i) de financiele ondersteuning

Nadere informatie

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij april 2017 Dit document heeft 5 pagina s Versiebeheer Versie Auteur Datum Revisie V1.0 BAC 11 april 2017 Nieuwe bijlage i Inhoudsopgave Strategisch beleggingsbeleid

Nadere informatie

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011 VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011 VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 1.1 Het beleggingsproces Het beleggingsproces vormt de randvoorwaarden

Nadere informatie

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen Verklaring beleggingsbeginselen Inleiding Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: Verklaring) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel.

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel. 4.4 Beleggingsbeleid Beleggingsdoelstelling In de Verklaring Beleggingsbeginselen van het pensioenfonds zijn de doelstellingen, beleggingsovertuigingen, risicotolerantie en beperkingen gedefinieerd waarop

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN 22 september 2016 Beleggingsbeginselen De beleggingsbeginselen van het pensioenfonds zijn de uitgangspunten ten aanzien van beleid en uitvoering,

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake beleggingsbeginselen geeft de uitgangspunten weer van het beleggingsbeleid van Stichting Bedrijfspensioenfonds

Nadere informatie

Benchmark Benchmark matching portefeuille. Benchmark matching portefeuille

Benchmark Benchmark matching portefeuille. Benchmark matching portefeuille Bijlage 5 srichtlijnen A. srichtlijnen Ingangsdatum: 1 januari 2014 Beheerder dient de beleggingsrestricties ten aanzien van de samenstelling van de portefeuille en de toelaatbare risico's ln acht te nemen,

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN SEPTEMBER 2015 1. Introductie 1.1 Inleiding Dit document ( de Verklaring ) beschrijft beknopt de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 1. Inleiding Ongeveer 2.000 personen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder pensioenfonds

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 1. Inleiding Op grond van de Europese pensioenfondsenrichtlijn zijn Nederlandse pensioenfondsen sinds 8 februari 2006 verplicht om een verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STIP

Verklaring inzake beleggingsbeginselen STIP Verklaring inzake beleggingsbeginselen STIP Introductie Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: de verklaring) beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting IKEA Pensioenfonds

Nadere informatie

Essentiële Beleggersinformatie

Essentiële Beleggersinformatie Essentiële Beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld

Nadere informatie

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen

Addendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen Addendum bij prospectus 18 december 2017 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 18 juni 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 8 - Risicofactoren en risicomanagement, paragraaf 8.4.3 Tegenpartijrisico

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. 1 Introductie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen. 1 Introductie Verklaring inzake beleggingsbeginselen 1 Introductie 1.1. Inleiding Dit document ( de Verklaring ) beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van de Stichting Pensioenfonds Pensura (het fonds).

Nadere informatie

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving.

In deze verklaring is rekening gehouden met de wet- en regelgeving. Stichting Pensioenfonds Alliance Verklaring inzake beleggingsbeginselen Volgens het nftk bevat de verklaring inzake beleggingsbeginselen in ieder geval onderwerpen als de: toegepaste wegingsmethoden voor

Nadere informatie

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN Informatie voor werkgevers Ingangsdatum 1 januari 2016 Als uw werknemer niet kiest voor een gegarandeerde uitkering wordt zijn premie belegd. Dit

Nadere informatie

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen Verklaring beleggingsbeginselen 1. Inleiding Op grond van de Europese pensioenfondsenrichtlijn zijn Nederlandse pensioenfondsen sinds 8 februari 2006 verplicht om een verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Nadere informatie

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie

Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Gasunie Deze Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen ( de verklaring ) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid

Nadere informatie

Strategic Allocation Funds (SAF) Een alles-in-één propositie voor pensioenbeleggingen

Strategic Allocation Funds (SAF) Een alles-in-één propositie voor pensioenbeleggingen Strategic Allocation Funds (SAF) Een alles-in-één propositie voor pensioenbeleggingen 10 januari 2016 Inhoud SAF: een alles-in-één propositie 3 Professionaliteit in pensioenbeleggen 3 SAF, voor wie? 3

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015-2017 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft de uitgangspunten

Nadere informatie

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April 2015. Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April 2015. Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1 BELEGGINGSSTATUUT Stichting Fonds Oncologie Holland April 2015 30 april 2015, pag. 1 Inhoudsopgave I Beleid.... 3 Algemeen 4 Hefbomen 4 Restricties....4 II Middelenverdeling......5 Strategische asset allocatie

Nadere informatie

Verklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA

Verklaring van Beleggingsbeginselen. Joachim Aelvoet CBFA Verklaring van Beleggingsbeginselen Joachim Aelvoet CBFA 17 maart 2011 Onderzoek 29 IBP's +/- 4,5 miljard euro vermogen +/- 100.000 aangeslotenen methode: eerste analyse individueel gesprek conclusies

Nadere informatie

Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Beleggingsfondsen d.d. 1 december 2015

Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Beleggingsfondsen d.d. 1 december 2015 Addendum bij het Prospectus van Zwitserleven Beleggingsfondsen d.d. 1 december 2015 Betreft: I. Wijziging Hoofdstuk 2, Aanvullende Prospectussen, paragraaf 2.1 Zwitserleven Aandelenfonds... 2 II. Wijziging

Nadere informatie

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt. 1. Inleiding Investment beliefs zijn de overtuigingen waarop Bpf MITT het beleggingsbeleid wil baseren. De investment beliefs zijn voor het pensioenfonds belangrijke uitgangspunten en dienen als kader

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS Protector

STICHTING PENSIOENFONDS Protector STICHTING PENSIOENFONDS Protector Verklaring Beleggi ngsbeginselen december 2011 beleggingsbeginselen 1/8 Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Profiel van het pensioenfonds 2.1 Organisatie 2.2 Geen nevenactiviteiten

Nadere informatie

2. DOELSTELLING BELEGGINGSBELEID

2. DOELSTELLING BELEGGINGSBELEID Verklaring beleggingsbeginselen d.d. 12 december 2018 1. INLEIDING Deze Verklaring Beleggingsbeginselen is de schriftelijke vastlegging van de meerjarige beleggingsdoelstelling ten behoeve van het beheer

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 62 toelichting op de balans en staat van baten en lasten 11. Risicobeheer Beleid en risicobeheer In het bestuursverslag is uiteengezet welke risico s het

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Verklaring inzake beleggingsbeginselen 2015-2017 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft de uitgangspunten

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1 Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1 Datum: 28 februari 2019 Versie: 1 Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds is een handelsnaam van de Stichting Achmea Algemeen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering Arthur van der Wal Nieuwegein, 28 september 2006 Agenda < Huidig Mandaat bij ING IM < Performance, Beleid en Vooruitzichten < Financieel Toetsingskader

Nadere informatie

Verklaring van beleggingsbeginselen

Verklaring van beleggingsbeginselen Verklaring van beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Juni 2014 Inleiding Deze Verklaring inzake de beleggingsbeginselen (hierna: Verklaring) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten

Nadere informatie

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico. Beleggingsbeginselen Spoorwegpensioenfonds 1. Rendement wordt behaald door het nemen van risico. Om de ambitie van SPF waar te maken is rendement op het belegd vermogen nodig. Sparen levert onvoldoende

Nadere informatie

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V.

Addendum. Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. Addendum Prospectus van 1 mei 2018 RZL Beleggingsfondsen N.V. 1 augustus 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 11, Supplementen, paragraaf 11.2.1 Beleggingsbeleid RZL Azië Aandelenfonds' 2 Wijziging

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) 1. Inleiding Voor u ligt de Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2015 In het vierde kwartaal van 2015 daalde de wettelijke dekkingsgraad 1 met 0,5% punt van 105,1% naar 104,6%. De actuele dekkingsgraad 2 steeg echter met 1,2%-punt

Nadere informatie

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen

FEB/2011 MAAND. Rapportage Vermogensbeheer. Stichting Pensioenfonds Productschappen FEB/2011 MAAND Rapportage Vermogensbeheer Stichting Pensioenfonds Productschappen Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Kerncijfers... 3 1.1. Dekkingsgraad... 3 1.2. Rendement... 4 1.3. Vermogensmutaties...

Nadere informatie

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2013 Stichting Pensioenfonds Randstad 57 Herverzekeringscontracten De waarde van de voorziening voor de herverzekering van het WAO-hiaat bedroeg per 31 december 2013 603 (2012: 649). Dit betreft

Nadere informatie

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen Verklaring beleggingsbeginselen 2015-2018 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft de uitgangspunten weer van het beleggingsbeleid van Stichting Brocacef Pensioenfonds ( De Stichting

Nadere informatie

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN

Verklaring Beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds KPN Verklaring Beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds KPN 1 Inleiding Deze Verklaring over de Beleggingsbeginselen beschrijft de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds KPN

Nadere informatie

Workshop Riskmanagement & Governance van beleggen VIIP congres. Amstelveen, 17 april 2012

Workshop Riskmanagement & Governance van beleggen VIIP congres. Amstelveen, 17 april 2012 Workshop Riskmanagement & Governance van beleggen VIIP congres Amstelveen, 17 april 2012 Agenda 1. Ontwikkelingen risicobeheersing beleggingen 2. DNB bevindingen en toezichtthema s 2012 3. Maatregelen

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS PEPSICO NEDERLAND SEPTEMBER 2017

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS PEPSICO NEDERLAND SEPTEMBER 2017 VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS PEPSICO NEDERLAND SEPTEMBER 2017 1. Inleiding Op grond van de Europese pensioenfondsenrichtlijn zijn Nederlandse pensioenfondsen sinds 8 februari

Nadere informatie

1. Het pensioenfonds loopt beleggingsrisico. Dat betekent dat in het MVEV een bijdrage van 4% van de technische voorzieningen (TV) is opgenomen.

1. Het pensioenfonds loopt beleggingsrisico. Dat betekent dat in het MVEV een bijdrage van 4% van de technische voorzieningen (TV) is opgenomen. Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen 1 BIJLAGE: VASTSTELLING MVEV EN VEV Vaststelling minimaal vereist eigen vermogen Op grond van artikel 126 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling dient

Nadere informatie

Essentiële Beleggersinformatie

Essentiële Beleggersinformatie Essentiële Beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2013 In het vierde kwartaal van 2013 steeg de dekkingsgraad 2,5%-punt van 99,8% naar 102,3%. Die stijging wordt grotendeels verklaard door Opname van de vordering

Nadere informatie

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de DC-kring van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds Datum: 1-9-2016 Versie: 1 Centraal Beheer Algemeen Pensioenfonds is een handelsnaam van de Stichting

Nadere informatie

Verklaring van beleggingsbeginselen

Verklaring van beleggingsbeginselen Verklaring van beleggingsbeginselen Inleiding Stichting Pensioenfonds APF (APF) voert de pensioenregeling uit voor de (voormalige) werknemers van AkzoNobel. Om de pensioenen te kunnen uitkeren, ontvangt

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Verklaring inzake beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: Verklaring) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid

Nadere informatie

Nedlloyd Pensioenfonds Beter in control bij alternatieve vastrentende waarden door samenwerking

Nedlloyd Pensioenfonds Beter in control bij alternatieve vastrentende waarden door samenwerking Nedlloyd Pensioenfonds Beter in control bij alternatieve vastrentende waarden door samenwerking Financial Investigator Zeist 19 juni 2017 Frans Dooren directeur Agenda Introductie Nedlloyd Pensioenfonds

Nadere informatie

V e r k l a r i n g i n z a k e d e b e l e g g i n g s b e g i n s e l e n

V e r k l a r i n g i n z a k e d e b e l e g g i n g s b e g i n s e l e n V e r k l a r i n g i n z a k e d e b e l e g g i n g s b e g i n s e l e n Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Organisatie 4 2.1 Het fonds 4 2.2 Organisatie 4 2.3 Toeslagbeleid 4 3 Beleggingsbeleid 6 3.1 Doel

Nadere informatie

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt. VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN Introductie Deze Verklaring inzake beleggingsbeginselen (hierna: Verklaring) beschrijft op beknopte wijze de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van De Nederlandsche

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 1 juli 2015

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 1 juli 2015 Bijlage IV Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten Per 1 juli 2015 Tilburg, 17 juni 2015 1. Inleiding In de Verklaring inzake de beleggingsbeginselen (hierna:

Nadere informatie

Achmea life cycle beleggingen

Achmea life cycle beleggingen Achmea life cycle beleggingen Scheiden. Uw pensioengeld in vertrouwde handen Wat betekent dat voor uw ouderdomspensioen? Interpolis. Glashelder Achmea life cycle beleggingen Als pensioenverzekeraar beleggen

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf Bijlage 1 bij de Actuariële en bedrijfstechnische nota Laatst gewijzigd en vastgesteld op 25 juni

Nadere informatie

Verklaring Beleggingsbeginselen

Verklaring Beleggingsbeginselen Verklaring Beleggingsbeginselen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Reisbranche Ingangsdatum 1 april 2016 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Doelstellingen...5 Risicobereidheid en risicohouding...5

Nadere informatie

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding Verklaring Beleggingsbeginselen 1. Inleiding Voor u ligt de Verklaring inzake de beleggingsbeginselen (hierna: de verklaring ). Hierin kunt u lezen wat het beleggingsbeleid is van het pensioenfonds Wonen

Nadere informatie

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). REGLEMENT BELEGGINGSCOMMISSIE voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte Dit reglement geeft, in aanvulling op de statuten,

Nadere informatie

Het Garantiepensioen met collectief beleggen en kasstroommatch

Het Garantiepensioen met collectief beleggen en kasstroommatch Het Garantiepensioen met collectief beleggen en kasstroommatch Het Garantiepensioen met collectief beleggen en kasstroommatch Pag. /8 Delta Lloyd garandeert de opgebouwde aanspraken en tarieven. Het Garantiepensioen

Nadere informatie

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN 1 januari 2018 (Enkel tekstueel gewijzigd ten opzichte van versie 1 april 2016 ) 1. Inleiding De Stichting Philips Pensioenfonds ( het Fonds ) is belast met de uitvoering

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG 1. Introductie 1.1. Inleiding De Verklaring inzake de beleggingsbeginselen ( Verklaring ) beschrijft

Nadere informatie

Beleggingsplan. Stichting pensioenfonds VNU

Beleggingsplan. Stichting pensioenfonds VNU Beleggingsplan Stichting pensioenfonds VNU Januari 2017 Inleiding Het beleggingsplan behandelt de vastlegging van het strategisch beleggingsbeleid per jaar van Stichting Pensioenfonds VNU (het fonds).het

Nadere informatie

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen Verklaring inzake Beleggingsbeginselen 15 september 2016 Verklaring inzake Beleggingsbeginselen Vastgesteld door: Het Bestuur van de Stichting Shell Pensioenfonds Inhoudsopgave 1. Introductie... 4 2. Profiel

Nadere informatie

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen 1. Algemene informatie over dit document Waarom krijgt u dit document U krijgt deze informatie omdat u via uw werkgever deelneemt aan een pensioenregeling bij Generali. In uw pensioenregeling staat hoe

Nadere informatie

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen

Verklaring inzake Beleggingsbeginselen Verklaring inzake Beleggingsbeginselen 10 juni 2016 Verklaring inzake Beleggingsbeginselen Vastgesteld door: Het Bestuur van de Stichting Shell Pensioenfonds Inhoudsopgave 1. Introductie... 4 2. Profiel

Nadere informatie

Verklaring beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen Verklaring beleggingsbeginselen Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft een samenvatting van de uitgangspunten van het beleggingsbeleid van Stichting Pensioenfonds Hoogovens (het fonds). Deze

Nadere informatie

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten

UW MENSEN, UW KAPITAAL. Beleggingsinformatie. Vrij beleggen. Life Cycle beleggen. Rendement en risico s. Kosten UW MENSEN, UW KAPITAAL Beleggingsinformatie 2 Life Cycle beleggen Vrij beleggen Rendement en risico s 4 6 8 Kosten 9 Beleggingsinformatie Hoe werkt het beleggingspensioen van Cappital? In de pensioenregeling

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen A. ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1. Doelstelling van Fonds 1818 Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen heeft als doel het verhogen van de kwaliteit van de

Nadere informatie

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018

BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018 Generali BELEGGINGSMOGELIJKHEDEN PENSIOEN JANUARI 2018 www.asr.nl/gnl INHOUDSOPGAVE 1 Algemene informatie over dit document... 3 2 Zorgvuldig beleggingsbeleid... 4 2.1 UW GELD IN GOEDE HANDEN...4 2.2 HET

Nadere informatie

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie Meer dan 1700 mensen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder "pensioenfonds" genoemd). Zij zijn de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden

Nadere informatie

Stichting Brocacef Pensioenfonds. Strategische Beleggingsbeleid 2015 2018

Stichting Brocacef Pensioenfonds. Strategische Beleggingsbeleid 2015 2018 Stichting Brocacef Pensioenfonds Strategische Beleggingsbeleid 2015 2018 15 december 2015 1 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VASTSTELLING BELEGGINGSBELEID... 4 2.1 BASIS BELEGGINGSBELEID... 4 2.2 STRATEGISCHE

Nadere informatie

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN. Pensioenfonds Medewerkers Apotheken

VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN. Pensioenfonds Medewerkers Apotheken VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN Pensioenfonds Medewerkers Apotheken 22 februari 2018 Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen PMA 1. Inleiding Deze Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen

Nadere informatie