Betreft: zienswijze ontwerp bestemmingsplan Torensteepolder 2015!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Betreft: zienswijze ontwerp bestemmingsplan Torensteepolder 2015!"

Transcriptie

1 Van: J. Zeilstra Goudvink RH Numansdorp Aan: Gemeente Cromstrijen t.a.v. de Gemeenteraad Postbus AE Numansdorp Numansdorp, 31 juli 2015 Geachte leden van de Gemeenteraad, Betreft: zienswijze ontwerp bestemmingsplan Torensteepolder 2015 Het bestemmingsplan Torensteepolder is op 2 juli 2013 door de raad vastgesteld. Tegen dit omstreden besluit heb ik op 30 augustus 2013 beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bovendien heeft de provincie op 16 juli 2013 een reactieve aanwijzing gegeven op onderdelen van het plan. Vervolgens heeft de Raad van State op 13 december 2013 uitspraak gedaan op verzoek van appellant om het treffen van een voorlopige voorziening en is de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg geschorst ( /2/R2). Op 2 juli 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en het bestemmingsplan Torensteepolder vernietigd ( /1/R4). Vanwege een overeengekomen inspanningsverplichting jegens de projectontwikkelaar Midstate, heeft de gemeenteraad op 13 januari 2015 besloten het bestemmingsplan Torensteepolder opnieuw in procedure te brengen. Dientengevolge heeft ondergetekende opnieuw met belangstelling kennisgenomen van het ontwerp bestemmingsplan Torensteepolder dat vanaf 22 juni 2015 ter inzage ligt. Een overeengekomen inspanningsverplichting kan evenwel niet leiden tot een verplichting voor de gemeenteraad om aan gronden een bestemming te geven die hij niet in overeenstemming acht met een goede ruimtelijke ordening. In het ontwerp bestemmingsplan wordt wederom niet voldaan aan de wettelijke eis van een goede ruimtelijke ordening conform artikel 3.1 Wro. gelezen in samenhang met artikel 3.1.6, lid 2 Bro en artikel en artikel van de Verordening ruimte inzake Ladder voor duurzame verstedelijking en Ruimtelijke kwaliteit. Appellant kan zich niet verenigen met het planologisch kader inzake de ligging van de nieuw aan te leggen oostelijke ontsluitingsweg zoals neergelegd in dit ontwerp bestemmingsplan alsmede het ontbreken van een deugdelijke motivering inzake de noodzaak daarvan. De situering van de weg resulteert namelijk in een omvangrijk beslag op onbebouwde ruimte in het rustieke landelijk gebied. Voorts betwijfelt appellant of de ontsluitingsweg in een actuele regionale behoefte voorziet. Appellant is bovendien van mening dat de concrete actuele behoefte aan nieuwe senioren- en starters woningen bij voorkeur conform de Verordening Ruimte binnen bestaand stads- en dorpsgebied gerealiseerd dient te worden. Het rapport Onderbouwing Beroep voeg ik tevens als bijlage bij deze zienswijze.

2 In de uitspraak inzake het bestemmingsplan Torensteepolder overweegt de Afdeling dat artikel 3, eerste lid, van de Verordening Ruimte beoogt om vanuit een oogpunt van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik planologisch ongewenste nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies buiten de bebouwingscontour te voorkomen. De woning van Zeilstra staat tegenover de voorziene weg. Het belang voor Zeilstra is het behoud van een goed woon- en leefklimaat. Artikel 3, eerste lid, van de Verordening Ruimte strekt tot bescherming van dit belang nu het in het belang van Zeilstra is dat de weg niet op de in het plan voorziene locatie wordt aangelegd. Artikel 8:69a van de Awb staat derhalve niet in de weg aan vernietiging van het bestreden besluit vanwege strijd met deze bepalingen ( /1/R4 en /2/R2). Relativiteit staat daarnaast ook niet in de weg aan een succesvol beroep op artikel lid 2 Bro wanneer het belang van een omwonende ligt in het behoud van een goed woonen leefklimaat. " De enige wettelijke doelstelling en derhalve dus ook het enige toetsingscriterium, bij de vaststelling van een bestemmingsplan is het bewerkstelligen van een goede ruimtelijke ordening. Artikel 3.1, eerste lid, van de Wro bepaalt dat de gemeenteraad voor in een bestemmingsplan begrepen gronden bestemmingen vaststelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Vast staat dat die norm inhoudt dat de raad een veel omvattende belangenafweging dient te maken die moet resulteren in het leggen van bestemmingen en met het oog op die bestemmingen vaststellen van regels omtrent het gebruik, met inbegrip van mogelijkheden voor bebouwing, van de in het plan begrepen gronden. De normen voor milieuhinder zoals geluid en stof waarmee invulling wordt gegeven aan de norm van een goede ruimtelijke ordening strekken respectievelijk tot bescherming van het woon- en leefklimaat van omwonenden en tot bescherming van de gezondheid van omwonenden. Het plan voorziet in de ontwikkeling van een nieuw woongebied in de Torensteepolder aan de zuidzijde van Numansdorp en de realisatie van de daarbij behorende infrastructuur. Het gaat hier om een nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder i, van het Bro waarop de ladder van artikel 3.1.6, lid 2 Bro van toepassing is. Met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro is blijkens de Nota van toelichting beoogd zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren. De ladder duurzame verstedelijking is geen blauwdruk voor een optimale ruimtelijke inpassing van alle nieuwe ontwikkelingen, maar bewerkstelligt dat de wens om in een nieuwe stedelijke ontwikkeling te voorzien aan de hand van het toetsingskader van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro nadrukkelijk in de plantoelichting wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. Of de behoefte actueel is, wordt onder meer bepaald aan de hand van de vraag of reeds elders in de regio een stedelijke ontwikkeling is gepland of plaatsvindt die in die behoefte kan voorzien en dienen de vraag en het aanbod in de regio in ogenschouw te worden genomen. Daarbij moet worden bedacht dat een gemeenteraad in de plantoelichting ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte niet kan volstaan met een verwijzing naar het met de provincie overeengekomen woningbouwcontingent. Het enkel verwijzen naar gemeentelijke en regionale beleidskaders (waaronder de structuurvisie) zonder dat met concrete gegevens inzichtelijk wordt gemaakt in hoeverre wordt voorzien in de leniging van een actuele regionale behoefte is onvoldoende.

3 De (enkele) constatering dat een plan past binnen de provinciale contingentering maakt op zichzelf nog niet per definitie aannemelijk dat daadwerkelijk behoefte bestaat aan nieuwe woningen en is daarom niet zonder meer voldoende. Aan de hand van concrete gegevens moet aannemelijk worden gemaakt dat er ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan sprake is van een actuele behoefte aan de woningen. Benadrukt wordt dat het woningbehoefte-onderzoek actueel moet zijn. Ter onderbouwing van de behoefte mag ook worden verwezen naar regionale beleidsdocumenten (woonvisies, woonprognoses etc.) waaruit de behoefte volgt. Ook hier geldt als randvoorwaarde dat de documenten actueel zijn. Daarnaast geldt als eis dat uit de documenten daadwerkelijk een voldoende concrete behoefte moet volgen. Vaststaat dat in het voorliggende ontwerp bestemmingsplan niet wordt voldaan aan de eerste en tweede trede van de ladder voor duurzame verstedelijking Trede 1 (Actuele regionale behoefte)" Ingevolge artikel 3.1.6, tweede lid, aanhef en onder a, van het Bro voldoet de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, aan de voorwaarde dat er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Blijkens de nota van toelichting moet het gaan om een geconstateerde en concrete actuele behoefte. Uit het gegeven dat het moet gaan om een geconstateerde behoefte zou kunnen worden afgeleid dat een in de toekomst te verwachten behoefte niet voldoende is. Het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard heeft op 6 februari 2014 een nieuwe regionale woonvisie vastgesteld. Bij besluit van 11 maart 2014 hebben Gedeputeerde Staten deze nieuwe regionale woonvisie aanvaard. Deze instemming geldt tot 1 juli Middels brief van 6 januari 2015 heeft GS dit nogmaals als volgt duidelijk gemaakt: Het in het bestemmingsplan opgenomen woningbouwprogramma dient zowel volgens het Besluit ruimtelijke ordening als de Verordening ruimte 2104 te voorzien in een actuele behoefte. Die behoefte is op dit moment aangetoond in de regionale woonvisie, zoals deze door ons op 11 maart 2014 is aanvaard. Alle regionale woonvisies dienen echter voor 1 juli 2015 te worden geactualiseerd, rekening houdend met onder andere de nieuwe woningbehoefteraming en bevolkingsprognose. Wij dringen er bij u op aan om bij het opnieuw vaststellen van het bestemmingsplan Torensteepolder het hierin opgenomen woningbouwprogramma in overeenstemming te brengen met de geactualiseerde regionale woonvisie. Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is het immers ongewenst dat ruimtelijke ontwikkelingen in plannen worden vastgelegd die naar verwachting op basis van de actuele behoefteraming niet binnen de planperiode tot ontwikkeling gebracht zullen worden. De betreffende brieven van Gedeputeerde Staten zijn bijgevoegd. Het betreft: (PZH , PZH en PZH ) Middels brief van 26 maart 2015 heeft de provincie Zuid-Holland aangegeven hoe gehandeld dient te worden in de periode tussen 1 juli 2015 en aanvaarding van de actualisering van de regionale woonvisies (Plantoelichting bijlage 6).

4 Het gemeentebestuur gaat er ten onrechte van uit dat de brief van 6 januari 2015 gericht aan de raad als niet geschreven moet worden beschouwd en dat dientengevolge middels brief van 26 maart 2015 (gericht aan AO-leden en medewerkers wonen van gemeenten) wordt voldaan aan de onderbouwing van de behoefte in het kader van trede 1 van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Bij de onderbouwing van de woningbehoefte is ten onrechte geanticipeerd op het vast te stellen regionale woonbeleid door te verwijzen naar de brief van 26 maart Naar verwachting zal in oktober 2015 definitieve besluitvorming door GS plaatsvinden met betrekking tot de geactualiseerde Regionale Woonvisie Hoeksche Waard. Derhalve staat vast dat door het ontbreken van aanvaarding door GS, het in het bestemmingsplan "Torensteepolder" opgenomen woningbouwprogramma vooralsnog niet voorziet in een aantoonbare behoefte op basis van WBR2013, die regionaal is afgestemd. Ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte aan de voorziene woningbouw is in de plantoelichting onder meer verwezen naar de de Actualisatie 2013 Regionale Woonvisie Hoeksche Waard (Plantoelichting bijlage 3) en het Convenant Regionaal Woningbouwprogramma Hoeksche Waard Tevens wordt in de plantoelichting verwezen naar de Woonvisie Hoeksche Waard en het woningbouwprogramma vastgesteld op 16 februari 2010 door de gemeenteraad van Cromstrijen. Beide plannen vormen het kader voor het lokale volkshuisvestingsbeleid en worden uitgewerkt in concrete programma s voor de verschillende woonprojecten. In de plantoelichting wordt in paragraaf Trede 3 Bereikbaarheid, Wegontwerp en Gemeentelijk beleid ter onderbouwing verwezen naar het Gemeentelijk Verkeeren Vervoerplan vastgesteld in november In november 2010 is in opdracht van het Samenwerkingsorgaan De Hoeksche Waard door USP een woningbehoeftenonderzoek uitgevoerd (Plantoelichting bijlage 9). De resultaten en conclusies die werden getrokken voor de regio Hoeksche Waard zijn naar alle waarschijnlijkheid nog steeds representatief voor de beschrijving van de woningbehoeften en verhuisbereidheid van huishoudens op dit moment, aldus KuiperCompagnons in haar onderzoek woningbouwplannen Hoeksche Waard. Vast staat dat deze gehanteerde plannen en visies niet actueel zijn. Derhalve kan aan de hand van deze gegevens niet aannemelijk worden gemaakt dat er ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan sprake is van een actuele behoefte aan de beoogde woningbouwontwikkeling in de Torensteepolder. Bovendien wordt afgeweken van het uitgangspunt in het Convenant Regionaal Woningbouwprogramma Hoeksche Waard 2020, namelijk een bouwniveau van ongeveer 200 woningen per jaar voor de Hoeksche Waard overeenkomend met woningen in de periode 2012 tot De verwijzingen in de plantoelichting naar voorgaande plannen en beleidsdocumenten (Beeldkwaliteitsplan, Ontwikkelingsbeeld Numansdorp 2030, Ontwikkelingsvisie De Verdieping en het Masterplan Numansdorp-Zuid) zijn echter niet relevant voor de onderbouwing van de actuele regionale woningbehoefte, daar de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze plannen zijn gebaseerd op eindbeeldplanning en toentertijd vigerende bebouwingscontouren. Bouwen op verwachte groei en wensbeelden is niet langer aan de orde. Bovendien hebben deze plannen en visies geen juridische status dan wel kennen geen juridische grondslag.

5 Bij het opstellen van het woningbouwkader is aansluiting gezocht bij de bevolkings- en woningbehoefteprognose Zuid-Holland, actualisering 2013 WBR en BP, conform het Programma ruimte 2014 van de provincie Zuid-Holland. De Woningbehoefteprognose vormt de basis voor de regionale afspraken die gemeenten jaarlijks maken over gemeentelijke woningbouwprogrammering. Volgens de Woningbehoefteraming 2013 bedraagt de toename van de gewenste woningvoorraad voor de Hoeksche Waard woningen. Voor de periode bedraagt het aantal woningen 1.454, dus een verwachte krimp van woningen gedurende de periode In het vastgestelde regionale woningbouwprogramma wordt nagelaten te anticiperen op dit mogelijke overschot scenario na 2029 (Plantoelichting bijlage 4). Ten opzichte van 433 woningen voor de gemeente Cromstrijen in het vastgestelde woningbouwprogramma berekent WBR2013 een behoefte van 234 woningen. Er zijn dus 199 woningen minder nodig dan voorzien in de betreffende periode. In WBR 2013 wordt voor de gemeente Cromstrijen een behoefte berekend van 169 woningen voor de periode en 65 woningen voor Rekening houdend met het gegeven dat op de locatie Proeftuin 17 woningen zijn voorzien, resteert een behoefte van 217 woningen voor de periode Uit het onderzoek van KuiperCompagnons blijkt bovendien dat binnen de regio meer woningbouwplannen gepland zijn in de prijsklasse Koop en Koop > dan de absolute woningbehoefte voor de periode In de dure segmenten bestaat een behoefte aan 140 woningen afgezet tegen een aanbod van 260 woningen. Het betreffende onderzoek bevestigt de trend dat het vraagoverschot zich beperkt tot de goedkope en het aanbodoverschot tot de dure segmenten. In de Torensteepolder is een onderscheid te maken naar het noordelijk deel waar 100 woningen worden gerealiseerd in een dichtheid van 15 woningen per hectare en het zuidelijk deel (79 kavels) met een lagere dichtheid (6 woningen per hectare). Er wordt gebouwd in een zeer lage dichtheid, met grote ruime kavels van tot m2 in een exclusief woonmilieu. Ervan uitgaande dat de bouwkavels circa euro 250 per m2 gaan kosten en rekening houdend met een aanneemsom van euro tot euro , vallen deze exclusieve villawoningen in de prijsklasse (Koop > ). Bezien in het licht van voorgaande constateringen alsmede de bevindingen in bijgevoegd rapport is niet dan wel onvoldoende aangetoond dat de geplande 79 villawoningen in de Torensteepolder voorzien in een actuele kwantitatieve en kwalitatieve behoefte en wordt derhalve niet voldaan aan de eisen terzake van trede 1 van de Ladder voor duurzame verstedelijking.tevens is duidelijk gebleken dat aan de gehanteerde uitgangspunten zodanige gebreken kleven dat er geen sprake is van een actuele regionale behoefte voor de beoogde ontwikkeling in Numansdorp. Ook SOHW maakt dit niet inzichtelijk. Het woningbouwprogramma kan derhalve niet worden gebruikt om de actuele regionale behoefte aan woningbouw inzichtelijk te maken in de plantoelichting en dientengevolge is de actuele regionale behoefte vastgesteld in strijd met artikel , tweede lid, onder a, van het Bro. en staat haaks op de opportunistische stelling van het gemeentebestuur in paragraaf van de plantoelichting dat de provincie Zuid-Holland heeft aangegeven in te stemmen met trede 1 van de Ladder duurzame verstedelijking.

6 Trede 2 (In hoeverre binnen bestaand stedelijk gebied)" Terrein t Hooft en van Prooijen In de betreffende uitspraak van 2 juli 2014 oordeelde de Raad van State: Niet in geschil is dat het [houthandel]-terrein is aan te merken als een locatie in bestaand stedelijk gebied die benut zou kunnen voor een herstructurering. Gelet op het verhandelde ter zitting is de Afdeling van oordeel dat de raad zijn in de plantoelichting ingenomen standpunt dat de ontwikkeling van dit terrein inhoudelijk, financieel en juridisch niet haalbaar is, in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, aanhef en onder b, van het Bro en artikel 2, tweede lid, van de Verordening Ruimte onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt. De betreffende uitspraak kan als volgt worden uitgelegd: "Indien een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt voorzien buiten bestaand stedelijk gebied, terwijl binnen het bestaand stedelijk gebied nog geschikte locaties beschikbaar zijn, dan vergt de keuze voor realisatie van een nieuwe stedelijke ontwikkeling buiten het bestaand stedelijk gebied een gedegen motivering. Dat kan onder meer vergen dat het bevoegd gezag met de eigenaar van een perceel dat binnen het bestaand stedelijk gebied is gesitueerd in overleg treedt om te spreken over de inhoudelijke, financiële en juridische haalbaarheid van een nieuwe stedelijke ontwikkeling ter plaatse alvorens het standpunt wordt ingenomen dat de ontwikkeling aldaar niet mogelijk is. Appellant stelt vast dat in de plantoelichting nog steeds een deugdelijke motivering ontbreekt inzake het ingenomen standpunt en dat niet duidelijk is geworden hoe het bevoegd gezag uiteindelijk is omgegaan met de uitspraak van de Afdeling. Middels bijgevoegde brief van 11 maart 2015 met kenmerk RenC/RO/ heeft het gemeentebestuur wel duidelijk gereageerd op de brief van Loyens & Loeff d.d. 12 januari 2015, de vertegenwoordiger van de eigenaren t Hooft en van Prooijen. Hieruit blijkt dat het gemeentebestuur niet gecharmeerd is van overleg met de betreffende eigenaren. De gemeente Cromstrijen heeft adviesbureau Rho als onafhankelijk adviesbureau gevraagd onderzoek te doen naar de inhoudelijke, programmatische en ruimtelijke haalbaarheid van de locatie t Hooft en Van Prooijen als alternatief voor de Torensteepolder. Uit het advies van Rho blijkt dat de locatie fysiek onvoldoende ruimte biedt voor het realiseren van de beoogde ontwikkeling qua programma en woningdichtheid. Daarnaast kan de doelstelling om Numansdorp te verbinden met de rivier niet worden gehaald als alleen het bestaand stedelijk gebied in de Molenpolder wordt herontwikkeld. In de Molenpolder is namelijk een ander programma voorzien met een specifieke inrichting gericht op waterrecreatie en appartementen. De gemeente voorziet de ontwikkeling van de Molenpolder in zijn geheel op langere termijn (Plantoelichting bijlage 10). Anders dan Rho meent en als uitgangspunt voor haar advies heeft gehanteerd, dient niet te worden onderzocht of de in de Torensteepolder beoogde ontwikkeling eventueel zou kunnen worden gerealiseerd op het voormalige houthandelterrein in de Molenpolder.

7 De relatie met het voor de Torensteepolder beoogde woningbouwprogramma van 176 woningen met de in het bestemmingsplan voorziene dichtheid is door de Afdeling niet gelegd. De analyse van Rho miskent -door dat wel te doen- dat de uitspraak van de Afdeling er in de kern op neer komt dat door de Raad onvoldoende inzichtelijk is gemaakt dat een woningbouwontwikkeling (voor onder andere senioren en starters) op het t Hooft en Van Prooijen-terrein niet haalbaar zou zijn. Een en ander geldt evenzo voor de analyse en berekening van Rho terzake de beoogde ontsluiting van de Molenpolder als geheel. Het gaat in dezen louter om de ontsluiting van de op het voormalige t Hooft en Van Prooijen-terrein te ontwikkelen woonbebouwing. Voorts heeft de gemeente het onafhankelijke adviesbureau Stec-groep gevraagd een overzicht te maken van de ontwikkelkosten van de locatie t Hooft en Van Prooijen. Het plangebied van het bestemmingsplan voor de 179 woningen in de Torensteepolder is 29 ha groot. De netto oppervlakte van het plangebied bedraagt 25 ha. In haar berekening/analyse is door Stec ten onrechte rekening gehouden met 18 ha. De locatie houthandelterein ligt in de Molenpolder en heeft een oppervlakte van 10 ha. Het voormalige t Hooft en Van Prooijen-terrein is eigendom van Ontwikkelingsmaatschappij Numansdorp BV en wordt door de provincie aangemerkt als BSD gebied. In haar berekening/analyse is door Stec ten onrechte rekening gehouden met 7 ha. Voorgaande uitgangspunten waarop het advies van Stec (bijlage 11) is gebaseerd zijn onjuist, zodat reeds daarom de bevindingen en de conclusies evenzo onjuist zijn. Tevens is door Stec en Rho geen rekening gehouden met een gemiddelde dichtheid van 25 woningen per hectare zoals deze te doen gebruikelijk is voor een inbreidingslocatie als het houthandelterrein gelegen binnen BSD gebied. Toepassing van 25 woningen per ha betekent dat op 10 ha maximaal 250 woningen voor senioren en starters zouden kunnen worden gerealiseerd. In WBR 2013 wordt voor de gemeente Cromstrijen een behoefte berekend van 169 woningen voor de periode en 65 woningen voor Rekening houdend met het gegeven dat op de locatie Proeftuin 17 woningen zijn voorzien, resteert een behoefte van 217 woningen voor de periode Deze beperkte behoefte zou derhalve zonder noemenswaardige problemen aangewend kunnen worden door op het houthandelterein woningen voor senioren en starters te realiseren. Als gevolg van de beperkte ontwikkeling in Numansdorp (Zuid) kan worden volstaan met het benutten van de bestaande wegenstructuur ten behoeve van een goede afwikkeling van de geringe verkeerstoename. In haar berekening/analyse is door Stec ten onrechte rekening gehouden met de aanleg van een westelijke ontsluitingsweg er vanuit gaande alsof er sprake zou zijn van volledige ontwikkeling van de Molenpolder dan wel Numansdorp Zuid. Voorts heeft Stec de opbrengsten uit de uitgifte van de woningen ten bedrage van circa euro 20.3 miljoen schromelijk onderschat, namelijk met ongeveer euro 10 tot 15 miljoen. Gegeven de onjuiste uitgangspunten in de memoranda van KuiperCompagnons, Rho en Stec kan geen redelijke verwachting bestaan dat het bestemmingsplan Torensteepolder thans wel Ladderproof de eindstreep haalt.

8 Plangebied Torensteepolder Vast staat dat in het nieuwe beleid van de provincie wordt gestreefd dat nieuwe stedelijke ontwikkelingen primair dienen plaats te vinden binnen bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) en infrastructuur. Tevens staat vast dat het plangebied is gelegen buiten het bestaand stedelijk gebied, als bedoeld in artikel 1.1.1, onder h, van het Bro en het bestaand stads- en dorpsgebied 2014 als aangegeven op de illustratieve kaart van 9 december 2014 bij de Verordening ruimte van de provincie Zuid-Holland. Bij verstedelijking buiten bestaand stads- en dorpsgebied vraagt de provincie aan de gemeente op grond van de Verordening Ruimte in de toelichting van het bestemmingsplan te verantwoorden hoe die verstedelijking wordt gecompenseerd door een maatschappelijke tegenprestatie. In de plantoelichting wordt hieraan niet voldaan. De raad kan, mits deugdelijk gemotiveerd, ervoor kiezen om een uitbreiding mogelijk te maken voordat alle inbreidings- en transformatielocaties zijn benut, indien de actuele regionale behoefte beduidend groter is dan de binnen bestaand stedelijk gebied aanwezige mogelijkheden ter leniging daarvan. ( /1/R2 d.d. 1 juli 2015). Naar het oordeel van appellant wordt hier in dit geval ook niet aan voldaan, aangezien er duidelijk sprake is van een aanbodoverschot in het dure segment (Koop> ). In dit segment bestaat een actuele regionale behoefte aan 60 woningen afgezet tegen een aanbod van 213 woningen (inclusief 79 villawoningen en 45 landgoedwoningen in de Torensteepolder en 17 woningen in Proeftuin voor de gemeente Cromstrijen). Op 29 april 2015 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in uitspraak /1/R6 zich uitgelaten over wanneer sprake is van bestaand stedelijk gebied. De relevante passage luidt als volgt: In het voorheen geldende bestemmingsplan heeft het - thans onbebouwde - plangebied een agrarische bestemming die bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca niet mogelijk maakt. Ook kan het gebied op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan niet worden beschouwd als bij een bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. Het plangebied wordt overeenkomstig de bestemming in het voorheen geldende bestemmingsplan gebruikt. Gelet op het voorgaande wordt niet voldaan aan de bij de toepassing van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro geldende eisen ingevolge artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder h, van het Bro. Dit betekent dat voor de toepassing van artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro ervan moet worden uitgegaan dat het plangebied een nieuw beslag legt op de ruimte. De raad heeft dit bij zijn beoordeling van de mogelijkheden om binnen het bestaand stedelijk gebied van de regio te kunnen voorzien in de gewenste woningbouw door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, miskend. Het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, aanhef en onder b, van het Bro. Het bestemmingsplan Torensteepolder maakt een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk: de realisatie van 176 woningen op onbebouwd gebied dat in het voorgaande bestemmingsplan een agrarische bestemming heeft die bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca niet mogelijk maakt.

9 De percelen in het plangebied zijn gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan Landelijk gebied, welke door de gemeenteraad van Cromstrijen is vastgesteld op 21 november 1989 en is herzien op 25 september Volgens de bestemmingsplankaart is aan het gebied de bestemming A6 toegekend waarbij de A staat voor agrarische doeleinden. Vast staat dat de Afdeling in haar overwegingen de bebouwingsmogelijkheden op grond van het vorige bestemmingsplan betrekt. Uit de betreffende uitspraak lijkt dan ook te volgen dat het plangebied Torensteepolder niet kwalificeert als bestaand stedelijk gebied zoals bedoeld in artikel lid 1 aanhef en onder h van het Besluit ruimtelijke ordening. Voor de vraag of sprake is van bestaand stedelijk gebied, zijn de bebouwingsmogelijkheden op grond van het oude bestemmingsplan relevant, in die zin dat een onbebouwd terrein toch als bestaand stedelijk gebied kwalificeert, indien ter plaatse op grond van het bestemmingsplan wel bebouwing (ten behoeve een stedelijke ontwikkeling) was toegestaan. Nut en noodzaak oostelijke ontsluitingsweg" Vast staat dat in het voorliggende ontwerp bestemmingsplan geen sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Op grond van de hierna volgende overwegingen inzake woningbouwontwikkeling en verkeersonderzoek is er zowel op de korte als op de lange termijn geen dringende noodzaak aanwezig voor de de nieuw aan te leggen oostelijke ontsluitingsweg (regionale verbindingsweg), hetgeen resulteert in een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van appellant. In het opnieuw vastgestelde bestemmingsplan gaat de gemeente Cromstrijen er ten onrechte vanuit vrij spel te hebben, nu de rode contour is komen te vervallen in de Verordening Ruimte vastgesteld op 9 juli Hoewel de rode contour is komen te vervallen, betekent dit niet dat de deur van het landelijk gebied wordt open gezet voor verstedelijking.toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking houdt in dat de verstedelijkingsopgave primair wordt ondergebracht in bestaand stads- en dorpsgebied en bestaande bebouwing in het buitengebied. Voorts gaat de gemeente voorbij aan de realiteit dat de uitgangspunten (aantal woningen) in de uitgevoerde verkeersrapporten en studies zijn gebaseerd op volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid. Bovendien gaat de gemeente er ten onrechte vanuit dat de betreffende uitgevoerde verkeersrapporten de regionale behoefte voldoende aantonen dan wel dat er sprake is van een actuele behoefte die regionaal is afgestemd conform de woningbehoefteraming (WBR2013) in het Programma ruimte vastgesteld op 9 juli De nieuwe ontsluitingsweg is gesitueerd in het landelijk gebied op geringe afstand recht tegenover de achtergevels van de woningen Goudvink 13 t/m 35 ( oneven) entapuit 12. Deze woningen zijn gelegen aan de dorpsrand in een hoogwaardig en geliefd woonmilieu; dorps wonen met vrij zicht op en direct contact met het buitengebied ( aangrenzende polderlandschap ). Derhalve kan vastgesteld worden dat de aanleg van de nieuwe ontsluitingsweg leidt tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat en van het rustieke landschap, tevens resulterend in een aanzienlijke waardedaling.

10 De wettelijke grondslag voor het inpassen van het bestemmingsplan Torensteepolder in het plangebied tussen het bestemmingsplan Buitensluis en het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 wordt onvoldoende inzichtelijk gemaakt en tevens ontbreekt een deugdelijke motivering waarom de beoogde ruimtelijke versnippering gerechtvaardigd zou zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening conform artikel 3.1 Wro. gelezen in samenhang met artikel 3.1.6, lid 2 Bro en artikel en artikel van de Verordening ruimte inzake Ladder voor duurzame verstedelijking en Ruimtelijke kwaliteit. Hierbij klemt te meer dat een motivering op basis van een goede ruimtelijke ordening vereist blijft met betrekking tot de vraag of de nieuwe stedelijke ontwikkeling redelijkerwijs elders significant beter ruimtelijk kan worden ingepast via herstructurering, transformatie, etc. van gronden en/of panden dan op de beoogde locatie. Het aanleggen van een ontsluitingsweg in het landelijk gebied betekent een belangrijke onomkeerbare aantasting van het open unieke en authentieke landschap en gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving. Door bestemmingsplan Torensteepolder voor wat betreft het wegtracé in te passen in het gebied tussen de bestemmingsplannen Buitensluis en Landelijk gebied, is er geen sprake van een goede ruimtelijke ordening en moet deze handelswijze worden aangemerkt als strijdig met het provinciaal ruimtelijk beleid aangezien de provincie er voor kiest de verstedelijkingsopgave primair te realiseren binnen het bestaand stads- en dorpsgebied. Ingevolge artikel 3:4 Awb is de aanleg van de voorziene ontsluitingsweg in het landelijk gebied derhalve in strijd met de vereiste redelijkheid en billijkheid alsmede in strijd met het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel. Voorts wordt de gevolgde procedure inzake de vaststelling van de nieuwe plangrenzen niet duidelijk toegelicht. Er is derhalve geen sprake van een zorgvuldige voorbereiding en belangenafweging ( artikel 3:2 Awb ) en bovendien berust de bestemmingsplanbegrenzing niet op een deugdelijke motivering ingevolge artikel 3:46 Awb. De oorspronkelijke bedoeling voor het project Numansdorp Zuid was de ontwikkeling van 600 recreatiewoningen en ca 550 permanente woningen tot 2020, met nog eens een optie voor ca permanente woningen extra voor na 2020 tot De binnenstedelijke locatie t Hooft en van Prooijen maakte onderdeel uit van het project Numansdorp Zuid. Op 1 maart 2011 besloot het college, mede gelet op de afzetbaarheid, het project Numansdorp Zuid gefaseerd en beperkt uit te voeren met de ontwikkeling van 176 woningen in de Torensteepolder in plaats van woningen in het vastgestelde masterplan, respectievelijk woningen in de Molenpolder en 90 woningen in de Torensteepolder (54 woningen en 36 landgoedwoningen). Door deze koerswijziging wordt de fasering zodanig grondig gewijzigd dat eerst de Torensteepolder snel in ontwikkeling kan worden gebracht met 176 woningen in plaats van de 54 geprojecteerde woningen in het vastgestelde masterplan in 2010, terwijl de ontwikkeling van de Molenpolder op de lange baan wordt geschoven. Er is dus geen sprake van fasering van het in 2010 vastgestelde masterplan, maar van een bewuste en significante wijziging in de realisering van het masterplan Numansdorp Zuid.

11 Bij deze radicale ommezwaai wordt de indruk gewekt dat de voorkeur van het gemeentebestuur voor de ontwikkeling van de Torensteepolder niet zozeer is gebaseerd op rationele publiekrechtelijke argumenten in het kader van een goede ruimtelijke ordening, maar dat veeleer de contractuele gebondenheid van de gemeente jegens Midstate, de ontwikkelaar van de Torensteepolder, doorslaggevend is geweest bij de besluitvorming voor de betreffende koerswijziging. Deze indruk wordt versterkt door het feit dat de eigenaren (ontwikkelaars) van de lokatie t Hooft en van Prooijen (Molenpolder) door de gemeente Cromstrijen buitenspel zijn gezet vanwege een financieel conflict. Dientengevolge heeft het gemeentebestuur kennelijk de weg vrijgemaakt voor Midstate, haar (financiële) bondgenoot in het masterplan Numansdorp Zuid sinds De vastgestelde fasering op 21 juni 2011 betekent dus een majeure wijziging in het Masterplan Numansdorp Zuid, niet de Molenpolder wordt in de eerste fase in ontwikkeling gebracht maar de Torensteepolder met de bouw van 176 woningen in plaats van slechts 54 woningen zoals vastgesteld op 10 mei Vast staat dat het raadsbesluit in 2011 om Numansdorp Zuid gefaseerd te gaan ontwikkelen onvoldoende inzichtelijk is gemotiveerd door het gemeentebestuur. De realisatie van Numansdorp Zuid dient als één geheel plaats te vinden. Dat betekent dat nu begonnen wordt met het gedeelte in de Torensteepolder de ontwikkeling van het gehele plan op termijn gewaarborgd dient te zijn en dat de Torensteepolder slechts een begin is van de totaal ontwikkeling na Door de beleidswijziging van de provincie Zuid Holland van Eindbeeldplanning naar Ontwikkelingsplanologie en de aanpassing daarvan op het regionale woningbouwbeleid kan de gemeenteraad niet meer vasthouden aan deze voorwaarde dan wel doelstelling. Bouwen op verwachte groei en wensbeelden is niet langer aan de orde. Dat betekent dat er voor de verdere toekomst geen ruimtelijke ontwikkelingen te verwachten zijn in Numansdorp Zuid. Dientengevolge kan het gemeentebestuur niet blijven volhouden dat het complete masterplan voor Numansdorp Zuid (2010) zal worden uitgevoerd gedurende de periode Bovendien kent het Masterplan geen juridische grondslag. Vast staat dat het door de gemeente Cromstrijen vastgestelde woningbouwprogramma is bepaald op woningen, hetgeen bijna net zo groot is als de provincie heeft beraamd voor de hele Hoeksche Waard voor de betreffende periode namelijk woningen in het Programma Ruimte conform WBR Vast staat dat er sprake is van een opmerkelijke stijging voor de gemeente Cromstrijen tussen de vastgestelde woningbouwprogramma s van 2014 en 2015, respectievelijk van 261 naar 433 woningen voor de periode en van 273 woningen naar 748 woningen voor de periode Tevens is het opmerkelijk dat in maart 2015 door SOHW nog rekening werd gehouden met 271 woningen voor de gemeente Cromstrijen vanaf 2014 tot Vast staat dat op 1 juli 2015 het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard (maart 2015) is besproken tijdens het Raadsledenoverleg (ROHW) als basis voor de nieuwe woonvisie en dus niet het woningbouwprogramma dat is vastgesteld op 21 mei 2015.

12 Vast staat dat er sprake is van een significante discrepantie tussen het vastgestelde woningbouwprogramma van 6 februari 2014 (261 woningen) en de vastgelegde uitgangspunten inzake de verkeersonderzoeken t.b.v. het beleidsdocument GVVP (Megaborn scenario s mei 2011(1.262 woningen) en november 2012 (1.529 woningen). Vast staat dat er sprake is van een geringe woningbouwontwikkeling in de Hoeksche Waard gedurende de periode tot 2040, dat dientengevolge de genoemde woningbouwaantallen in het Masterplan Numansdorp Zuid zijn achterhaald en dat de betreffende uitgevoerde verkeersrapporten niet zijn afgestemd op deze woningbehoefteraming. Op grond hiervan ontbreekt de rationale voor volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid en derhalve de noodzaak voor de aanleg van randwegen in Numansdorp Oost en West. Het gemeente bestuur stelt echter in de plantoelichting dat de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg voor de gemeente een essentieel uitgangspunt betreft direct verbonden aan de opgave om nieuwe woningen te realiseren. Los van de vraag op welke locatie die woningen gebouwd zouden gaan worden. De aanleg van een oostelijke of westelijke ontsluitingsweg is nodig om de leefbaarheid in bestaand gebied te waarborgen. Met het solitair ontwikkelen van het woongebied en het bijbehorende aantal woningen dat middels dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt is het maximum bereikt van de woningbouwcontingent voor de periode Ten opzichte van 433 woningen voor de gemeente Cromstrijen in het vastgestelde woningbouwprogramma berekent WBR2013 een behoefte van 234 woningen. Er zijn dus 199 woningen minder nodig dan voorzien in de betreffende periode. Dientengevolge kan niet langer worden voldaan aan het uitgangspunt dat de realisatie van Numansdorp Zuid als één geheel dient plaats te vinden. Voorts stelt het gemeentebestuur dat de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg onlosmakelijk is verbonden met de woningbouwontwikkeling en dat voor een goede ontsluiting van de Torensteepolder een oostelijke randweg noodzakelijk is. Hierbij gaat de gemeente ten onrechte voorbij aan de realiteit dat de uitgangspunten in de uitgevoerde verkeersrapporten en studies zijn gebaseerd op volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid en niet voldoen aan een actuele regionale behoefte. Dientengevolge vervalt met de beperkte ontwikkeling van Numansdorp Zuid de noodzaak voor de aanleg van randwegen in Numansdorp Oost en West. Conform de aanbeveling van Goudappel Coffeng en Megaborn kan als gevolg van de beperkte ontwikkeling worden volstaan met het streven naar het benutten van de restcapaciteit op het (omliggende) wegennet van Numansdorp. Dit is in overeenstemming met het principe van de ladder van Verdaas (benutten voor bouwen). Uit de plantoelichting en relevante beleidsdocumenten blijkt onomstotelijk dat de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg kennelijk ook noodzakelijk zou zijn voor een nieuwe ontsluiting van Numansgors alsmede voor het terugdringen van de verkeerskundige problemen in het centrum van Numansdorp, terwijl het gemeentebestuur duidelijk als uitgangspunt heeft gesteld dat de aanleg van een oostelijke randweg uitsluitend is gekoppeld aan de ontwikkeling van de Torensteepolder. Voorwaarde voor ontwikkeling is dat de ontsluitingsweg gerealiseerd wordt voordat de woningen worden gebouwd, dus eenvoudigweg geen weg zonder woningen.

13 In de nota inspraak en vooroverleg Numansgors van 22 januari 2013 stelt het College daarentegen nadrukkelijk dat er geen nieuwe verkeerskundige ontwikkelingen binnen de planperiode ( ) worden voorzien en dat de bestaande wegenstructuur voldoende is voor het afwikkelen van het verkeer van/naar het plangebied Numansgors. Een bestuursorgaan is bij de voorbereiding van een besluit gehouden de nodige kennis omtrent de daarvoor relevante feiten en af te wegen omstandigheden te vergaren, aldus artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op een bestuursorgaan rust derhalve een grote mate van eigen verantwoordelijkheid bij de voorbereiding van een besluit informatie te verzamelen. Indien een bestuursorgaan aan haar besluit onderzoek naar feiten en gedragingen door een deskundige ten grondslag legt, dient zij zich er in ieder geval van te vergewissen dat dit onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (artikel 3:9 Awb). De relevante verkeersonderzoeken zijn uitgevoerd door deskundige en gerenommeerde adviesbureaus op basis van door de gemeente vastgelegde uitgangspunten. Deze uitgangspunten worden echter niet toegelicht in het bestemmingsplan.tevens wordt door het College onderscheidenlijk de gemeenteraad toegegeven volledig verantwoordelijk te zijn voor de planologische besluitvorming en de keuzes die daarbij gemaakt zijn. Goudappel Coffeng heeft in het rapport d.d.14 april 2015 de resultaten uit de eerdere studies ten aanzien van de ontsluiting in de Torensteepolder samengevoegd. In de plantoelichting wordt door het gemeentebestuur gesteld dat in het onderzoek van Goudappel Cofeng is geconcludeerd dat per saldo geen sprake is van een wezenlijke toename van de verkeersintensiteit op het wegennet in en rondom het plangebied. De eerdere studies zijn niet bijgevoegd. In dit kader wordt met name verwezen naar de niet bijgevoegde rapporten van van Goudappel Coffeng (rapporten uit 2006 en 2010 ). Het gemeentebestuur stelt ten onrechte dat de niet bijgevoegde rapporten geen onderdeel zijn van het verkeersonderzoek en derhalve niet relevant zijn voor het onderhavige bestemmingsplan, dat voorziet in een ontsluiting van de Torensteepolder. Voorts stelt het gemeentebestuur dat de betreffende onderzoeken door Goudappel Coffeng niet in opdracht van de gemeente zijn uitgevoerd en dat men dan ook niet beschikt over de opdrachten die ten grondslag liggen aan deze onderzoeken. Wat daarbij verder opvalt, is dat een eerdere relevante conclusie van Goudappel Coffeng uit 2010 niet wordt vermeld in het rapport van 14 april 2015, terwijl er duidelijk sprake is van een beperkte ontwikkeling in de Torensteepolder. Bovendien is er thans geen sprake meer van volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid, terwijl in 2010 nog wel met volledige ontwikkeling rekening werd gehouden. Goudappel Coffeng heeft in 2010 duidelijk gesteld dat met de beperkte ontwikkeling van de Torensteepolder ook een groot deel van de argumentatie wegvalt om te kiezen voor verlenging van de oostelijke randweg. Dientengevolge is het betreffende rapport van Goudappel Coffeng d.d. 14 april 2015 gestoeld op onjuiste veronderstellingen en had derhalve om die reden niet ten grondslag gelegd mogen worden aan het vastgestelde bestemmingsplan. Gegeven het feit dat Goudappel Coffeng het rapport van Megaborn als uitgangspunt heeft gebruikt en Megaborn in haar onderzoek refereert naar studies van Goudappel Coffeng uit 2006 en 2010 en gegeven de onlosmakelijke samenhang tussen de rapporten alsmede de uiteenlopende uitgangspunten, resultaten en conclusies, kan het gemeentebestuur haar

14 ingenomen standpunt inzake het negeren van de betreffende Goudappel Coffeng rapporten geen gestand doen. Op grond van artikel 3.8, eerste lid, van de Wro is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Awb van toepassing. Ingevolge artikel 3:11, eerste lid, van de Awb legt het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage. In de nota van zienswijzen van 2 juli 2013 wordt op pagina 12/13 door het college gesteld dat de oostelijke ontsluitingsweg noodzakelijk is indien er 50 woningen of meer gebouwd gaan worden, terwijl daarentegen Goudappel Coffeng ( oktober 2010) en Megaborn ( mei 2011 ) juist stellen dat bij een beperkte ontwikkeling van de Torensteepolder een groot deel van de argumentatie wegvalt om te kiezen voor verlenging van de oostelijke randweg en dat kan worden volstaan met het streven naar het benutten van de restcapaciteit op het (omliggende) wegennet. Vast staat dat het op 23 juni 2009 vastgestelde GVVP is gebaseerd op de uitgangspunten van Goudappel Coffeng d.d. 21 juni 2006 inzake de aanleg van de randwegen bij volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid. Vast staat dat in het GVVP rekening is gehouden met volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid gebaseerd op de uitgangspunten van het Masterplan (2010) en het rapport van Megaborn (2011). De betreffende conclusie van het gemeentebestuur dat voor een goede ontsluiting van de Torensteepolder een oostelijke randweg noodzakelijk is, wordt niet onderschreven in de openbare eindrapportage van Megaborn d.d. 2 mei De betreffende conclusie van het gemeentebestuur in het GVVP dat ten behoeve van de ontwikkeling Numansdorp Zuid een alternatieve ontsluiting moet worden gerealiseerd wordt eveneens niet als zodanig weergegeven in de openbare eindrapportage van Megaborn d.d. 2 mei Kennelijk is de betreffende conclusie een vrije interpretatie en/of wens van het gemeentebestuur. Bovendien wordt er in het betreffende Megaborn rapport absoluut op geen enkele wijze de uitspraak vermeld dat de oostelijke ontsluitingsweg noodzakelijk is indien er 50 woningen of meer gebouwd gaan worden. Het is merkwaardig dat in het GVVP en de studies van Megaborn verwezen wordt naar het onderzoek ontsluiting Molenpolder en Torensteepolder (Goudappel Coffeng 21 juni 2006), terwijl men niet beschikt over de vastgelegde uitgangspunten.temeer daar in het beleidsdocument GVVP indirect nog steeds verwezen wordt naar dit onderzoek uit 2006, door Goudappel Coffeng uitgevoerd in opdracht van Midstate. Vast staat dat er geen overeenstemming is tussen het vastgestelde Masterplan Numansdorp Zuid, de vastgestelde woningbouwprogramma s en de vastgelegde uitgangspunten inzake de verkeersonderzoeken t.b.v. het beleidsdocument GVVP. Voor de betreffende verkeersonderzoeken is men uitgegaan van volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid, terwijl er sinds 21 juni 2011 reeds sprake is van een majeure wijziging in de uitvoering van het project Numansdorp Zuid.

15 Op voorhand is het beleidsplan GVVP voor de komende tien jaar tegen beter weten in te rooskleurig vastgesteld. Vast staat dat de uitgangspunten voor grootschalige woningbouw die ten grondslag liggen voor de aanleg van de gewenste randwegen in deze plannen ten onrechte berusten op volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid en niet voldoen aan een actuele regionale behoefte. Derhalve verschaft het GVVP niet die duidelijkheid naar de omgeving betreffende de toekomstvisie welke men redelijkerwijs van een dergelijk ambitieus beleidsplan mag verwachten. Bovendien stelt het gemeentebestuur dat de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg in het GVVP onderdeel uit maakt van het woningbouwproject Torensteepolder en derhalve geen concrete maatregel vormt voor het uitvoeringsprogramma GVVP. Conclusies" Vanwege gewijzigde feiten en omstandigheden in de woningbouwontwikkeling en gelet op vorenstaande overwegingen gelezen in samenhang met bijgevoegde onderbouwing kunnen de volgende conclusies getrokken worden, dat: de beoogde nieuwbouw in het voorliggende plan nog maar een fractie beslaat van de oorspronkelijke woningbouwontwikkeling (minder dan 7% van het Masterplan) volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid van de baan is dientengevolge de realisatie van Numansdorp Zuid als één geheel van de baan is als gevolg van de beperkte ontwikkeling in Numansdorp Zuid kan worden volstaan met het benutten van de bestaande wegenstructuur voor de ontsluiting van het plangebied. er dientengevolge geen noodzaak is voor de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg er derhalve geen sprake kan zijn dat de beoogde ontwikkeling onlosmakelijk verbonden moet zijn met de aanleg van een ontsluitingsweg de vastgestelde uitgangspunten d.d. 21 juni 2011 niet aansluiten bij de actuele regionale behoefte en het geactualiseerde woningbouwprogramma dat in het programma Mobiliteit door de provincie geen ruimtelijke reservering is opgenomen voor de oostelijke ontsluitingsweg in Numansdorp dat de oostelijke ontsluitingsweg in Numansdorp niet is opgenomen in het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan, hetgeen erop duidt dat de behoefte niet regionaal is afgestemd de uitgevoerde verkeersrapporten en studies niet voldoen aan een actuele regionale behoefte. de uitgangspunten waarop de verkeersonderzoeken zijn gebaseerd onjuist zijn, zodat reeds daarom de bevindingen en de conclusies uit de betreffende verkeersonderzoeken evenzo onjuist zijn de verkeersonderzoeken zodanig afwijken van hetgeen redelijkerwijs te verwachten is dat het gemeentebestuur zich niet daarop heeft mogen baseren

16 de Molenpolder overduidelijk een betere locatie voor de ontwikkeling van een woningbouwlocatie zou zijn en dat niet in geschil is dat het voormalige houthandelterrein (het t Hooft en van Prooijen-terrein in de Molenpolder) is aan te merken als een locatie gelegen in bestaand stedelijk gebied die benut zou kunnen voor een herstructurering. daarentegen de Torensteepolder niet past binnen de definitie van BSD en bovendien geen multimodaal ontsloten locatie is multimodaliteit slechts aan de orde is als de binnenstedelijke locatie niet voldoet aan de gewenste kwaliteiten vanuit de regionale vraag. Trede 3 (multimodale bereikbaarheid) pas aan de orde is, als blijkt dat de beoogde ontwikkeling niet door herstructurering, transformatie of anderszins plaats kan vinden binnen het bestaand stedelijk gebied het weinig zin heeft om in multimodaliteit te investeren in het landelijk gebied, namelijk om frequent openbaar vervoer aan te bieden in de Torensteepolder aan een villawijk met een gemiddelde dichtheid van minder dan 10 woningen per hectare. in de beoogde ontwikkeling van 179 woningen niet inzichtelijk is gemaakt dat een actuele regionale behoefte bestaat aan 79 vrijstaande villawoningen in de landgoederenzone 15 van de 16 landgoederenkavels nog niet verkocht zijn met een capaciteit voor 48 landgoedwoningen (maximaal 3 wooneenheden per landgoed) de gemeente onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat de ontwikkeling van een ander terrein binnen het bestaand stedelijk gebied -het t Hooft en van Prooijen-terrein in de Molenpolder- inhoudelijk, financieel en juridisch niet haalbaar is. de locatie t Hooft en van Prooijen stedenbouwkundig en ruimtelijk niet geschikt zou zijn om het beoogde (Torensteepolder) programma met bijpassend ruimtegebruik te verwezenlijken. het nooit de bedoeling is geweest van de betreffende eigenaren van t Hooft en van Prooijen om op het voormalige houthandel-terrein in de Molenpolder daar dezelfde beoogde 176 woningen als in de Torensteepolder te realiseren de betreffende eigenaren (het consortium SOR en VOF) het voormalige houthandelterrrein willen omvormen tot een mooi en herkenbare buurt, direct grenzend aan het dorp met haar winkels en voorzieningen. de eigenaren op deze lokatie dan betaalbare woningen wil ontwikkelen voor seniorenhuisvesting en woningen voor starters (jonge gezinnen) en hiermede invulling geven aan de groeiende vraag naar woningen voor deze doelgroepen. Er is dus sprake van een ander woningbouwprogramma (met gestapelde bouw). vanwege een slepend financieel conflict, tussen gemeente en het consortium, de eigenaren van t Hooft en van Prooijen opnieuw buitenspel worden gezet (zoals dat ook toentertijd bij de besluitvorming inzake de fasering het geval was) bouwen aansluitend op bestaand bebouwd gebied de voorkeur geniet boven een locatie in het landelijk gebied. Derhalve logischerwijs de meest voor de hand liggende locatiekeuze zou zijn dergelijke woonbebouwing op het voormalige t Hooft en van Prooijen-terrein in de Molenpolder te realiseren

17 de beslissing van de gemeente om de beoogde woningbouwontwikkeling in de Torensteepolder te realiseren louter wordt ingegeven vanwege contractuele gebondenheid jegens Midstate en door verstrekkende financiële belangen c.q. het voorkomen van een mogelijke (miljoenen) claim van Midstate, haar financiële bondgenoot in het masterplan Numansdorp Zuid sinds 2006 er dientengevolge dus geen sprake is van een realistisch nieuwbouwprogramma dat aansluit bij de actuele behoefte aan seniorenwoningen en woningen voor starters, rekening houdend met toenemende vergrijzing en teruglopende bevolkingsaantallen er eind augustus in 2014 (week 35) illegale graafwerkzaamheden hebben plaatsgevonden in de Torensteepolder (het vernietigde bestemmingsplan) de gemeente Cromstrijen heeft besloten af te zien van handhavend optreden tegen de illegale graafwerkzaamheden van haar bevriende projectontwikkelaar Midstate in de Torensteepolder, hetgeen ten koste gaat van de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de gemeente Cromstrijen en duidt op belangenverstrengeling vanwege een slepend financieel conflict met de eigenaren van t Hooft en van Prooijen, ten onrechte de Torensteepolder in het rustieke landelijk gebied wordt opgeofferd voor de beoogde woningbouwontwikkeling en 2,5 km asfalt, ten faveure van financiële bondgenoot Midstate, hetgeen uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening een ongewenste locatiekeuze is en derhalve sprake is van onbehoorlijk bestuur samengevat het vastgestelde masterplan voor Numansdorp Zuid niet meer binnen de nieuwe regelgeving past en derhalve de beoogde ontwikkeling in de Torensteepolder uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening eenvoudigweg juridisch niet haalbaar is de ontwikkeling van het woongebied in de Torensteepolder duidelijk niet past binnen het nationale, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid Vast staat dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt in hoeverre de voorgenomen nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte, hoe groot die regionale behoefte is en hoe het plan zich verhoudt tot het bestaande aanbod in de regio. Ook de brief van SOHW van 1 juni 2015 waarnaar de raad verwijst, maakt dit niet inzichtelijk. Hierin staat immers slechts dat SOHW instemt met de voorziene ontwikkeling in het plan, maar daarbij wordt niet ingegaan op de vraag in hoeverre het bestemmingsplan voorziet in een actuele regionale behoefte. De opinions van Rho, Stec en Megaborn waarnaar door de raad ook wordt verwezen in de plantoelichting, maken dit eveneens niet inzichtelijk. Inmiddels is de Regionale Woonvisie Hoeksche Waard in het Pfo Ruimte van 2 juli 2015 vastgesteld. De vijf Hoeksche Waardse gemeenten hebben ervoor gekozen om de woonvisie niet gedetailleerd uit te werken. Het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard vormt de basis voor deze regionale woonvisie. In deze woonvisie wordt het accent verlegd van nieuwbouw naar de bestaande woningvoorraad en van groei naar het behouden van de kwaliteiten van de Hoeksche Waard. Vast staat dat het bijhorende woningbouwprogramma vastgesteld op 21 mei 2015 niet aansluit op de aantallen vermeld in paragraaf nieuwbouwopgave van het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard en dat het woningbouwprogramma niet is afgestemd op de aangepaste beleidskaders van Eindbeeldplanning naar Ontwikkelingsplanologie.

18 Op 8 juli 2015 heeft de verantwoordelijke wethouder Pfo Ruimte (ROHW) als volgt gereageerd inzake het woningbouwprogramma 2015: De provincie hanteert een bandbreedte tussen de woningbehoefteraming (WBR 2013, = 1265 woningen) en de bevolkingsprognose (BP 2013, = 1790 woningen) waarbinnen het regionale woningbouwprogramma zich moet bevinden. De Hoeksche Waard blijft binnen deze bandbreedte. Zowel de WBR als de BP zijn prognoses met alle onzekerheden die hier bij horen. Door binnen de bandbreedte te blijven wordt uitgegaan van een realistische scenario. Het woningbouwprogramma is een flexibele werklijst die regelmatig wordt aangepast op basis van actuele ontwikkelingen. Mocht blijken dat de behoefte minder is dan zal het regionaal woningbouwprogramma hierop moeten worden aangepast. Uit bijgevoegde analyse Bandbreedte WBR-BP: toename woningbehoefte naar woonmilieus blijkt dat het aanbod van de gemeente Cromstrijen voor elke categorie aanzienlijk buiten de bandbreedte WBR-BP ligt en dat de andere gemeenten in de Hoeksche Waard wel binnen de bandbreedte blijven. periode 2015 t/m 2019 Aanbod 213 WBR 167 BP 117 periode 2020 t/m 2024 Aanbod 220 WBR 63 BP 89 periode 2025 t/m 2029 Aanbod 315 WBR -85 BP 94 periode 2015 t/m 2029 Aanbod 748 WBR 145 BP 300 Deze enorme dan wel onrealistische overschrijding van de woningbehoefte in de gemeente Cromstrijen wordt niet inzichtelijk/aannemelijk gemaakt in de plantoelichting. Logischerwijs kan men niet anders concluderen dan dat er sprake is van luchtfietserij en dat dientengevolge het regionaal woningbouwprogramma naar beneden moet worden aangepast om het aanbod in de gemeente Cromstrijen binnen de bandbreedte WBR-BP te brengen. Tevens is duidelijk gebleken dat aan de gehanteerde uitgangspunten zodanige gebreken kleven dat er geen sprake is van een actuele regionale behoefte, dan wel een concrete en geconstateerde actuele behoefte, voor de beoogde ontwikkeling van een nieuw woongebied in de Torensteepolder en de daarbij behorende infrastructuur. Voorts is mij niet gebleken dat de benodigde natuuronderzoeken in het kader van de Flora en faunawet allemaal zijn uitgevoerd dan wel geactualiseerd overeenkomstig de aanbeveling in de plantoelichting (zie blz. 70 en 71). In de Planverbeelding en afbeelding 2.7 in de plantoelichting wordt een dwarsprofiel van de nieuwe ontsluitingsweg weergegeven met een wegtracé breedte van 31,55 meter. Bij een lengte van circa 300 meter is in de Planverbeelding dus rekening gehouden met ca m2 in plaats van ca m2 (deel Randweg) conform bijgevoegde eigendommenkaart bij de realisatieovereenkomst van 21 mei 2013 en is het juridische deel van het bestemmingsplan kennelijk onzorgvuldig bestemd. De ratio van deze handelswijze (versnippering) en de eventuele consequentie hiervan worden in de plantoelichting niet duidelijk gemaakt. Wel wordt in de plantoelichting gesteld dat de situering van de weg ten noorden van de Schuringsedijk zo is gekozen om ten opzichte van bestaande woningen zoveel mogelijk afstand te creëren tot de gevels.

19 Tegelijkertijd wordt de weg niet op te grote afstand van de bestaande bebouwing geplaatst om aantasting van de openheid te voorkomen.dit laat onverlet dat niet deugdelijk wordt gemotiveerd waarom het door Midstate aangekochte perceel niet volledig wordt benut. Bovendien stemt het dwarsprofiel in bijlage 1 van het rapport Goudappel Coffeng niet overeen met afbeelding 2.7 in de plantoelichting. Gelet op het vorenstaande concludeert appellant dat er geen redelijke verwachting kan bestaan dat het bestemmingsplan thans wel Raad van State proof de eindstreep haalt. Uw raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten terugkomen op eerder uitgesproken verwachtingen ten aanzien van de planologische ontwikkeling in Numansdorp Zuid zonder daarmee te handelen in strijd met het vertrouwens- dan wel rechtszekerheidsbeginsel. Derhalve verzoek ik uw Raad op grond van vorenstaande bevindingen en bijgaande onderbouwing het bestemmingsplan niet overeenkomstig het ontwerp vast te stellen wegens strijd met een goede ruimtelijke ordening, de ladder voor duurzame verstedelijking en het verbod van détournement de pouvoir. In afwachting van uw reactie, verblijf ik, Hoogachtend, J. Zeilstra Bijlagen: onderbouwing beroep 31 juli bijlagen cc: Provinciale Staten

20

21 Antwoord van Gedeputeerde Staten op vragen van F.J. Hoogendam (SP) (d.d. 24 februari 2015) Nummer 3017 Onderwerp Illegale graafwerkzaamheden Cromstrijen Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting De gemeente Cromstrijen heeft besloten niet op te treden tegen illegale graafwerkzaamheden van de 'bevriende' projectontwikkelaar Midstate in de Torensteepolder. In het gebied ten zuiden van Numansdorp groef Midstate eind augustus een grote geul en een waterberging. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid dreigt na onderzoek in opdracht van de provincie met een dwangsom als Midstate de Torensteepolder niet herstelt. Volgens het gemeentebestuur worden de werkzaamheden echter later alsnog gelegaliseerd als er een nieuw bestemmingsplan voor de Torensteepolder wordt aangenomen. Midstate wil daar 176 woningen bouwen. Midstate zou onnodig op kosten worden gejaagd als het werk ongedaan moet worden gemaakt.,,bovendien komt daardoor ook de relatie tussen de gemeente en Midstate onder druk te staan,'' aldus b en w. (bron: AD/Rotterdams Dagblad ) 1. Kan GS aangeven of zij instemt met het voorstel van de gemeente Cromstrijen niet op te treden tegen deze illegale graafwerkzaamheden? Antwoord Zowel gemeente als GS zijn het er over eens dat de ontgronding in strijd is met het vigerende bestemmingsplan. De gemeente dient in beginsel dan ook handhavend op te treden maar dient op grond van vaste jurisprudentie hiervan af te zien indien er concreet zicht bestaat op legalisatie. De gemeente had voor het gebied een nieuw bestemmingsplan Torensteepolder vastgesteld. De ontgronding is niet in strijd met dat bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Torensteepolder is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd, maar de gemeente is voornemens om medio 2015 het bestemmingsplan opnieuw vast te stellen. Voordat hiertoe kan worden overgegaan dienen een aantal onderzoeken die voor de eerste vaststelling van het bestemmingsplan Torensteepolder waren opgesteld te worden geactualiseerd. Zolang de resultaten hiervan niet bekend zijn bestaat er nog geen concreet zicht op legalisatie. Het afzien van handhavend optreden komt ons in dit stadium formeel dan ook prematuur over, maar wij verwachten dat op korte termijn alsnog duidelijkheid over de legalisatiemogelijkheden zal ontstaan. FZ/GS/Alg

22 Pagina 2/2 2. Kan GS aangeven indien dit niet het geval is op welke wijze zij de gemeente Cromstrijen gaan bewegen wel te handhaven? Antwoord Wij wachten op korte termijn eerst de resultaten af van de actualisering van de onderzoeken en de vervolgstappen van de gemeente daarop. 3. Is GS met de SP van mening dat het niet handhaven in deze kwestie mogelijk een precedentwerking heeft naar andere gemeente? Antwoord Nee, omdat bij iedere handhavingszaak alle relevante feiten en omstandigheden dienen te worden betrokken en deze van zaak tot zaak verschillen. In deze situatie betreft het een ontgronding die relatief eenvoudig ongedaan kan worden gemaakt. Er is zeker geen sprake van een onomkeerbare situatie. 4. Zo nee: Kan GS aangeven hoe dit in voorkomende gevallen niet leidt tot ongewenste ontwikkelingen? Antwoord Zie 3. Den Haag, 10 maart 2015 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw.drs. J.A.M. Hilgersom drs. J. Smit

23

24

25

26

27

28

29 Notitie hoofdlijnen Regionale Woonvisie Voor het woonbeleid in de Hoeksche Waard staan in de komende periode vijf doelen centraal: 1. Zorgen voor voldoende geschikte woningen voor mensen die zorg ontvangen. Dit kan door nieuwbouw en door het aanpassen van bestaande woningen; 2. Beperken van het risico van een te grote voorraad eengezinswoningen; 3. Op peil houden van voorzieningen; 4. Het bieden van aantrekkelijke huisvestingsmogelijkheden voor starters; 5. Zorgen dat er genoeg betaalbare (huur)woningen beschikbaar zijn. De woonvisie legt de focus op de bestaande woningvoorraad. De totale bevolking in de Hoeksche Waard neemt de komende jaren af, het aantal 65-plussers neemt sterk toe en het aantal jongeren neemt af. Doordat huishoudens vanwege deze vergrijzing en ontgroening kleiner worden blijft er tot 2025 behoefte aan extra woningen. Op de volgende pagina staan tabellen met de bevolkingsprognose, huishoudensprognose en de woningbehoefteprognose. Na 2025 lijkt de behoefte aan extra woningen weg te vallen en is nieuwbouw van woningen, afgezien van vervangende nieuwbouw, niet meer nodig in de Hoeksche Waard. Het is daarom niet alleen van belang om zorg te dragen dat de woningen die we de komende jaren bouwen de juiste zijn, maar ook dat de al bestaande woningen geschikt worden gemaakt voor de veranderende woningbehoefte. Hierover gaan we, waar het de sociale woningvoorraad betreft, regionale afspraken maken met HW Wonen. Particuliere woningeigenaren zijn in beginsel zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun woning. De gemeenten hebben wel de taak hun bewust te maken van de ontwikkelingen die in de Hoeksche Waard gaande zijn en om ze te faciliteren in het levensloopbestendig maken en verduurzamen van hun woning. De transities in het sociaal domein zorgen naast de ouderen die langer zelfstandig thuis blijven wonen ook in andere groepen voor meer mensen die aanspraak moeten doen op normale woningen. Vanuit de GGZ en Jeugdzorg wordt eveneens van mensen verwacht dat ze zelfstandig wonen en los hun zorg inkopen. Dit geeft naar verwachting extra druk op de goedkope sociale huurvoorraad. De nieuwbouwplannen blijven we regionaal afstemmen. Met het Regionaal Woningbouwprogramma hebben we hier een goed instrument voor ontworpen. Deze werklijst van projecten wordt regelmatig geactualiseerd, zodat we kunnen blijven inspelen op actuele ontwikkelingen. Dit proces blijven we de komende jaren voortzetten. Stellingen die wij aan het ROHW willen voorleggen 1. Particulieren zijn zelf verantwoordelijk voor hun woning, een 'waarschuwingscampagne' volstaat. 2. HW Wonen moet investeren in nieuwe sociale huurwoningen of HW Wonen moet investeren in bestaande huurwoningen en lage huren. 3. Het faciliteren van levensloopbestendigheid en mantelzorgwoningen is belangrijker dan ruimtelijke kwaliteit. 4. Meer verantwoordelijkheden voor burgers, betekent meer vrijheid voor burgerinitiatieven.

30

31 WONINGBEHOEFTE HOEKSCHE WAARD IN PRIJSKLASSEN (in euro) groeibehoefte groeibehoefte Categorie vs vs 2020 Koop Koop > Koop behoefte 120 Mijnsheerenland - Dorpshart -58 Mijnsheerenland - Hofwijk -12 Korendijk - Zuid Beijerland (Hitsertse kade) -22 aanbod -92 Koop > behoefte Mijnsheerenland - Dorpshart -20 Mijnsheerenland - Hofwijk -12 Numansdorp - Torensteepolder -79 Numansdorp - Proeftuin -17 Korendijk - Nieuw Beijerland Zuid (10 vrijstaande woningen) -10 Korendijk - Goudswaard Oost (10 vrije sector kavels) -10 Oud Beijerland - Nugteren/Kloosring (Villa's en vrijstaande woningen) -20 aanbod -168 Numansdorp - Torensteepolder (landgoedwoningen) -45

32 Lid Gedeputeerde Staten Drs. G. Veldhuijzen '?,ï;horrand Provinciale Staten van Zuid-Holland Svø"H'ä:N Contact Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Datum?. ytï:( ïafi Ons kenmerk PZH DOS Uw kenmerk Onderwerp Brief Bewonersgroep Schuringsedijk over bestemmingsplan Torensteepolder, gemeente Cromstrijen. Bijlagen 2 Geachte Statenleden, De Statencommissie Ruimte en Leefomgeving heeft in haar vergadering van 4 februari 2015 verzocht de commissie te informeren over hoe GS zijn omgegaan met de brief van de Bewonersgroep Schuringsedijk van 21 januari 2015 over Torensteepolder. Bijgaand treft u zowel die brief als de reactie hierop van GS aan. ln aanvulling hierop en mede ook naar aanleiding van statenvragen 3017 van F.J. Hoogendam (SP) hecht ik er aan u in hoofdlijnen te informeren over alle besluitvorming van GS over Torensteenpolder. Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen d chtbij het prov nciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeenuimte voor auto's is beperkt. Bestemmingsplan Torensteepolder Het bestemmingsplan Torensteepolder beoogt de bouw van ruim 170 woningen mogelijk te maken te zuiden van de woonkern van Numansdorp. GS hebben op 24 juli 2012 op hel ontwerpbestemmingsplan een zienswijze ingediend met betrekking tot regionale afstemming en de toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Op basis hiervan heeft tussen gemeente en provincie bestuurlijk overleg plaatsgevonden waarbij is gesproken over de fasering van de woningbouw. De woningbouwontwikkeling in de 1" fase zal op basis daarvan aansluitend aan het bestaande stads- en dorpsgebied en in een nieuw bebouwingslint plaatsvinden. De gemeente heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan de fasering in de planregels vastgelegd, maar daarbij aan het uiteinde van het lint ook een 'hofje' toegestaan. Zij is niet ingegaan op onze wens het bestemmingsplan thans te beperken tot de 1" fase. GS hebben op 16 juli 2013 een reactieve aanwijzing gegeven tegen de 2" fase van het bestemmingsplan, onder andere omdat deze pas na de planhorizon van 10 jaar gerealiseerd zou

33 Ons kenmerk PZH Ptlutttt" HoLLAND LUID kunnen worden en tegen het'hofje' omdat dit afbreuk doet aan het ontwerpprincipe van een lint. Zowel de gemeente als de initiatiefnemer hadden beroep aangetekend tegen de reactieve aanwijzing en andere belanghebbenden tegen de vaststelling van het bestemmingsplan voor de 1" fase. De gemeenten in de Hoeksche Waard hebben op 6 februari 2014 de regionale woonvisie vastgesteld. GS hebben deze op 11 maart 2014 aanvaard. De gemeente heeft naar aanleiding van de vaststelling van de regionale woonvisie en omdat het bestemmingsplan Torensteepolder hiermee in overeenstemming is, op 26 februari 2014 aan GS verzocht om de reactieve aanwijzing in te trekken. GS hebben op 11 maart 2014 besloten om de reactieve aanwijzing niet in te trekken omdat in het verzoek niet op alle argumenten voor de reactieve aanwijzing was ingegaan en het gelet op de behandeling van de beroepschriften door de RvS op 14 maart 2014 evenmin opportuun werd geacht om de reactieve aanwijzing in te trekken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) heeft op 2 juli 2014 zowel het bestemmingsplan als de reactieve aanwijzing vernietigd. B&W van Cromstrijen hebben op 23 december 2014 de raad voorgesteld om op basis van de uitspraak van de RvS, met een aanvullende motivering en actualisering van de bij het bestemmingsplan behorende onderzoeken, opnieuw te gaan vaststellen zonder een nieuwe voorbereidingsprocedure. GS hebben naar aanleiding van dit raadvoorstel de raad op 6 januari 2015 gevraagd om het bestemmingsplan niet vast te stellen zonder rekening te houden met de uitkomsten van de actualisering van de regionale woonvisie medio Naar aanleiding hiervan is tijdens bestuurlijk overleg op 5 februari 2015 met de gemeente afgesproken dat GS betrokken worden bij de verdere besluitvorming over het bestemmingsplan. Gelet op de uitspraken van de RvS is daarbij vooral de toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking en de relatie met de (geactualiseerde) regionale woonvisie nog een aandachtspunt voor de provincie. 213

34 Ons kenmerk P?ïTffHoLLAND PZH Ontgronding ln het gebied zijn in opdracht van de initiatiefnemer ontgrondingswerkzaamheden uitgevoerd in strijd met het vigerende (oude) bestemmingsplan en de Ontgrondingswet en Ontgrondingsverordening Zuid-Holland. Over het afzien van handhaving van het bestemmingsplan door de gemeente bent u in de beantwoording van statenvragen 3017 geinformeerd. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid is namens GS bevoegd om handhavend op te treden tegen overtredingen van de Ontgrondingswet en -verordening. Omdat de initiatiefnemer niet bereid was de ontgronding ongedaan te maken en er bovendien op dat moment geen concreet zicht bestond op legalisatie in de vorm van een vergunning, is op 29 januari 2015 een zogenoemde hoorbrief aan de initiatiefnemer gezonden (vooraankondiging dwangsom). Hierop is zowel een zienswijze als een aanvraag om een vergunning binnengekomen van de initiatiefnemer. Deze worden op dit moment beoordeeld en op basis daarvan zal besloten worden of tot verdere handhavingsstappen wordt overgegaan of dat hiervan wordt afgezien omdat de aangevraagde vergunning kan worden verleend. Met G. Biilagen: Brief Bewonersvereniging Schuringsedijk van 21 januari Reactie Gedeputeerde Staten aan Bewonersvereniging Schuringsedijk

35 Bewonersgroep Schuringsedijk Sch u ri ngsd ij k 22,24,26,28,3O,32,36,38. P/a Schuringsedijk KP Numansdorp Numansdorp, 21 januari 20L4 Gedeputeerde Staten provincie Zuid-Holland Postbus LP Den-Haag Geachte College, Wij, Bewonersgroep Schuringsedijk Numansdorp, willen onze diepgaande zorgen uiten rond een mogelijke nieuwe proced ure beste m m ingspla nwijziging To re nsteepolde r. Het verbaast ons dat de Raad van Cromstrijen het voorstel van het College van Cromstrijen heeft bekrachtigd te onderzoeken of een nieuwe procedure bestemmingsplan wijziging Torensteepolder zinvol is. Dit terwijl er binnen de bebouwde kom, in het dorpscentrum van Numansdorp zo'n l-3-ha te saneren terreinen beschikbaar zijn. Het leeuwendeel vormt hierbij het terrein van voormalig't Hooft en Van Prooijen t.w. ca. 11-ha deels bebouwd met oude asbesthoudende bedrijfshallen. Dit terrein was onderdeel van de vorige procedure bestemmingsplanwijziging Torensteepolder. Dit bestemmingsplan is door de Raad van State vernietigd op 2 juli 201a. Beschikbaar zijn ook de oude gemeentewerf aan de Vlielanderstraat en het gebied rondom de Havenstraat en de Zomp kortweg Havenkwartier. Zowelvoor het terrein van voormalig't Hooft en Van Prooijen als voor het Havenkwartier zijn projectontwikkelaars bereid deze gebieden te saneren en te herontwikkelen. Dit is objectief bezien een unieke situatie dat er midden in een dorps- of stadshart zoveel aantoonbaar geschikte ruimte beschikbaar is voor herontwikkeling. Herontwikkeling van deze gebieden maakt het centrum van Numansdorp economisch en sociaal vitaler. Als deze gebieden op korte termijn niet herontwikkeld worden dreigt (verdere) verpaupering en blijft het gevaar van asbestverspreiding bestaan voor de hele kern van Numansdorp bij een calamiteit in of bij de oude bedrijfshallen als voornoemd omschreven. Denkt u hierbij aan de recente branden in Roermond en Wateringen respectievelijk op 16 december 2014 en 15 januari Cromstrijen heeft besloten deze unieke situatie van zoveel bouwlocaties binnen stedelijk gebied niet te omarmen en te kiezen voor een nog maagdelijke onbebouwde polder, die buiten het dorpscentrum ligt, geen versterkend effect zal sorteren op het dorpscentrum en die bovendien zonder deugdelijke onderbouwing apart ontsloten lijkt te moeten worden met een door de polder aan te leggen nieuwe ontsluitingsweg. Objectief bezien is bouwen in de Torensteepolder planologisch, ecologisch, economisch, sociaal en milieutechnisch onweerlegbaar fout. Dit nog geheel los van het te hoog ingeschatte woningcontingent voor Cromstrijen op basis van de regionale woningbehoeften in de Hoeksche Waard tot Naar onze mening is de Visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie Zuid-Holland duidelijk. lnbreilocaties en bouwverdichting genieten voorrang en voorkeur boven nog onontsloten en onbebouwde gebieden. De leidende gedachte hierbij is dat we in een klein dicht bevolkt land spaarzaam met open ruimte dienen om te gaan. Wij willen u vragen Cromstrijen ervan te overtuigen, dat het opnieuw in procedure brengen van bestemmingsplanwijziging Torensteepolder grote risico's van opnieuw falen met zich mee brengt als

36 dit door de Raad van State zal worden getoetst. Met als gevolg onnodige stilstand in Cromstrijen, met sterk negatieve economische en sociale consequenties. Tenslotte zijn wij gaarne bereid tot een persoonlijk overleg. Hoogachtend, Bewonersgroep Schuringsedijk Namens deze, A.Rietveld

37 Gedeputeerde Staten '?üfilhorrend Bewonersg roep Schuringsedijk p/a Schuringsedijk KP NUMANSDORP Contact E. Schepers T e.schepers@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T 't 66'11 Datum Zie vezenddatum Ons kenmerk PZH DOS Uw kenmerk Bijlagen Ondenltrerp Bestemmingsplan Torensteepolder Geachte heer, mevrouw, Uw brief van 21 januari 2015 geeft ons aanleiding voor de volgende reactie. De gemeente Cromstrijen is, zoals bekend, voornemens om het bestemmingsplan Torensteepolder opnieuw vast te stellen. Dit zal niet eerder gebeuren dan nadat een aantal ondezoeken in opdracht van de gemeente geactualiseerd is. Wij zullen het opnieuw vaststellen van het bestemmingsplan beoordelen op basis van het huidige provinciale beleid, zoals vastgelegd in de Visie ruimte en mobiliteit, de Verordening ruimte en het Programma ruimte. Wel dienen wij daarbij rekening te houden met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over zowel het bestemmingsplan als onze reactieve aanwijzing tegen de eerdere vaststelling van het bestemmingsplan. Bezoekadres Zuid-Hollândple n I 2596 AW Den Haag Tram I en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dlchlbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor aulo's is bsperkt. Op grond van het Programma ruimte dienen alle regio's in Zuid-Holland voor l juli 2015 hun huidige regionale woonvisie vast te stellen dan wel te actualiseren. Wij hebben er bij de gemeente Cromstrijen op aangedrongen om het woningbouwprogramma in het bestemmingsplan Torensteepolder in overeenstemming te brengen met de actualisering van het regionale woningbouwprogramma van de Hoeksche Waard. U geefi in uw brief aan dat eerst locaties binnen de bebouwde kom ('bestaand stads- en dorpsgebied': BSD) benut dienen te worden voordat nieuwe uitleglocaties worden ontwikkeld. ln zijn algemeenheid delen wij die mening en dit uitgangspunt ligt dan ook vast in onze Verordening ruimte. De geschiktheid van locaties binnen BSD is echter mede afhankelijk van de omvang van het woningbouwprogramma en het type woningen dat gerealiseerd moet worden. Wij kunnen daarom pas op basis van de actualisering van de regionale woonvisie beoordelen of ook in deze situatie locaties binnen BSD ontwikkeld zouden kunnen worden. Verzonden op PZH dd 't 5

38 e'i'fi"jholr.eno Ons kenmerk PZH-201 5,509.l Hoogachtend Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen, A. Veldhof hoofd afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Deze brief is digitaal vastgesteld, hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief. 212 PZH dd

39 Lid Gedeputeerde Staten Drs. G. Veldhuijzen '?"ürihonand De leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Contact Postâdres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Datum 1 6 februari Ons kenmerk VRM/BSD2 Uw kenmerk Bijlagen 1 Onderwerp lllustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied 2014 Geachte statenleden, ln uw vergadering van 4 februari 2015 heb ik u een aantal zaken toegezegd in verband met de illustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) Naar aanleiding daarvan deel ik u het volgende mede. Algemene kenbaarheid toelichting De toelichting en het begeleidend schrijven aan de gemeenten zijn inmiddels opgenomen in de Staat van Zuid-Holland. Ze zijn te vinden onder het kopje lnformatie aan de rechterzijde van de kaart. Bezoekadres Zuid-Hollandplein W Den Haag Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS s het tien minuten lopen. De parkeenuimte voor auto's is beperk. ffi ETfiE Overzicht verschillende opvattingen Van de 445 ingekomen wijzigingsvoorstellen van gemeenten op de concept kaart zijn er 198 niet overgenomen. De provincie heeft voorstellen niet overgenomen als het voorgestelde gebied volgens de provincie niet voldeed aan de definitie van BSD uit de Verordening ruimte 2014.Zoals aangegeven in mijn brief aan u van januari 2015, zijn gemeenten ambtelijk schriftelijk geïnformeerd welke voorstellen niet zijn overgenomen en is dit puntsgewijs nader gemotiveerd. ln de bijlage staat welke motivaties zijn gegeven en hoe vaak dat per ondenruerp is gebeurd. De meest gegeven nadere motivatie was dat het gebied een bebouwingslint betrof dat op de kwaliteitskaart als zodanig is weergegeven (dus niet als deel van een stad of dorp) en waarbij geen sprake is van een lint met zijlachterwegen met daaraan gelegen bebouwing. Het is verklaarbaar dat verschillen van opvatting zich vooral in dergelijke situaties voordoen, omdat vaak sprake is van een geleidelijke overgang tussen een dorp en het omringende landschap waar het lint deel van uitmaakt. De opvatting van de provincie hierover is weergegeven bij punt 13 van de toelichtende notitie. Een ander regelmatig voorkomend verschil van opvatting betreft onbebouwd of nog niet bouwrijp gebied aan de rand van een stad of dorp waarvoor de gemeente een (bestemmings)plan heeft dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Volgens de definitie in de Verordening ruimte en de verduidelijking in de toelichting daarop - beschouwen Provinciale Staten dergelijke

40 e' "jr"fihoiland "Ð Ons kenmerk VRM/BSD2 gebieden niet als BSD. Meerdere gemeenten zouden dat wel willen. Bij gesprekken met gemeenten over de illustratieve BSD-kaart heeft de provincie duidelijk gemaakt dat het hier gaat om een vastgesteld kader dat bij het maken van de illustratieve kaart niet ter discussie staat. De overige verschillen van opvatting betroffen met name buiten steden of dorpen gelegen groen/sporurecreatiegebieden die naar de opvatting van de provincie onvoldoende ruimtelijk geïntegreerd zijn in het bestaande samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen etc. om ze te beschouwen als onderdeel van het BSD. Daarnaast kwam voor dat gemeenten losliggende bebouwing (een of enkele gebouwen zonder stratenpatroon) in het landelijk gebied beschouwden als BSD. ln zo'n geval is in de opvatting van de provincie geen sprake van een "stedenbouwkundig samenstel van bebouwing". Hoogachtend, Drs. G a 2t2

41 Bijlage bij brief aan Statencommissie Ruimte en leefomgeving Tabel 1 Resultaat provinciale verwerking van door gemeenten ingediende voorstellen naar van Illustratieve kaart BSD 2014 Totaal Gemeenten Aantal wijzigingsvoorstellen qemeenten Aantal gewijzigd Aantal niet gewijzigd ln olo 100% 56% 44o/o 0o/o Aantal niet wijzigbaar Tabel 2 Onderuerdeling van niet door de provincie overgenomen voorstellen naar onderwerp (nadere motivatie waarom gebied niet past in definitie BSD volgens Verordening Ruimte 2014) Reden van afrviizing voorstel gemeenten Uitstekend of evenwijdig lint (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 13 geen samenstel van bebouwing en dus geen bsd) Boom-en sierteeltgebied (is geen onderdeel bsd vanweqe artikel Verordeninq Ruimte) Water grenzend aan bsd (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 16 geen samenstel van bebouwing en dus geen bsd) lnfrastructuur grenzend aan bsd (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 16 geen samenstel van bebouwing en dus geen bsd) Recreatief groen grenzend aan bsd (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 16 geen samenstel van bebouwing en dus qeen bsd) Woningbouwlocatie nog niet bouwrijp (is conform de definitie van bsd geen samenstel van bebouwing, zie ook punt 10 toelichtinq op illustratieve kaart bsd) Uitbreiding bedrijventerrein nog niet bouwrijp (is conform de definitie van bsd geen samenstel van bebouwing, zie ook punt 10 toelichtinq op illustratieve kaart bsd) Losliggende bebouwing (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 20 geen samenstel van bebouwing en dus geen bsd) Losliggend tranformatorstation (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 20 geen samenstel van bebouwing en dus geen bsd) Losliggende volkstuin / sportveld / begraafplaats / recreatief groen (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punt 16 geen samenstel van bebouwing en dus geen bsd) Aantal 74 (33t41)

42 Losliggende verbl ijfsrecreatie / bungalowpark 1 (is volgens toelichting op illustratieve kaart bsd 2104 onder punten 16 en 20 oeen samenstel van bebouwino en dus qeen bsd) Losliggend I aangrenzend onbebouwd terrein l6 (is conform de definitíe van bsd geen samenstel van bebouwinq) Blijft bsd 4 (is voloens de definitie van bsd samenstel van bebouwinq) Totaal niet overgenomen wegens niet passen in definitie BSD 196 Onveranderbaar in topografísche ondergrond 2 (kan niet door pzh worden gewiizigd, is een product van het Kadaster) Totaal niet overgenomen 198

43 WONINGBOUWPROGRAMMA GEMEENTE CROMSTRIJEN TOTAAL BINDEND GEWENST INBREIDING UITBREIDING PERIODE vastgesteld 13 december Numansdorp Zuid Overige projecten Totaal PERIODE vastgesteld 17 december Numansdorp Zuid Overige projecten Totaal PERIODE vastgesteld 17 december 2013 PERIODE vastgesteld 6 februari 2014 PERIODE PERIODE PERIODE PERIODE vastgesteld 21 mei 2015

44 ` 0' gemeente Cromstrijen Loyens Loeff De heer Breeman Postbus CW ROTTERDAM Datum Verzonden Documentnummer Behandeld door 11 maart 2015 RenC/RO/ Y.L.M. Lanooij 1 5 MRT21115 Uw brief van Uw kenmerk Bijlage y.lanooij@cromstrijen.n 12 januari 2015 (0186) Onderwerp Bestemmingsplan Torensteepolder Geachte heer Breeman, Zoals u bekend, heeft de gemeenteraad van Cromstrijen op 13 januari 2015 besloten om het bestemmingsplan Torensteepolder opnieuw in procedure te brengen. Het college van burgemeester en wethouders is de gemeenteraad erkentelijk dat zij het vertrouwen in dit plan heeft uitgesproken. Mede om die reden wordt er nu gewerkt aan een nadere uitwerking van het bestemmingsplan, opdat dit later door de raad kan worden vastgesteld. Inhoudelijke bezwaren tegen de ontwikkeling Een deel van de huidige werkzaamheden, ziet op de toelichting op het bestemmingsplan, zodat aan de wettelijke voorwaarden van een goede ruimtelijke onderbouwing kan worden voldaan. Voorts wordt conform de vigerende regelgeving uiteraard aandacht besteed aan de zogenaamde SERladder. Dit alles ter voorbereiding op de besluitvorming door de raad. ln die toelichting wordt ook rekening gehouden met de tegen het bestemmingsplan ingediende zienswijzen, met de insprekers van 13 januari 2015 en de bezwaren die u naar voren heeft gebracht in uw brief d.d. 12 januari Op welke wijze rekening wordt gehouden met het voorgaande, zal volgen uit de toelichting op het bestemmingsplan. De gemeente kan en wil daar zolang de werkzaamheden nog niet zijn afgerond uit zorgvuldigheid niet op vooruit lopen. Indien en voor zover u zich niet kunt vinden in het mogelijk alsdan vast te stellen bestemmingsplan, staat het u vrij de toepasselijke wettelijke rechtsmiddelen aan te wenden. Wij vertrouwen erop dat u begrip heeft voor deze zorgvuldigheid en voor het feit dat wij nu dus niet inhoudelijk ingaan op uw brief van 12 januari Buttervliet 1 Postbus 7400 T (0186) Numansdorp 3280 AE Numansdorp F (0186) info@cromstrijen.n

45 Datum Uw kenmerk Documentnummer Pagina RenC/RO/ /3 Overleg - Anders dan u doet voorkomen in de brief d.d.12 januari 2015, bestaat er geen rechtsplicht niet publiek- en niet privaatrechtelijk om - met u te overleggen over de ontwikkeling in de Torensteepolder en/of de ontwikkeling in 't Hooft en Van Prooijen. Over de in het verleden met u gevoerde gesprekken is reeds in het verleden uitvoerig gecommuniceerd (2010 en 2011). ln die correspondentie heeft de gemeente elke aansprakelijkheid van de hand gewezen. De gemeente handhaaft die stelling. Voorts heeft u geen enkel rechtsmiddel aangewend tegen het besluit van de raad d.d. 27 september 2011 waarin is besloten uw aanvraag tot een bestemmingsplanwijziging voor 't Hooft en Van Prooijen af te wijzen. Waarom er nu 4 '/2jaar later wel een rechtsplicht zou bestaan om met u te overleggen, maakt u niet duidelijk. Nogmaals, die rechtsplicht is er niet. Het voorgaande betekent niet, dat wij niet met u willen praten over uw plannen in 't Hooft en Van Prooijen. Die gesprekken zal de gemeente echter met u voeren om te bezien hoe zij eventueel aan uw wensen tegemoet zou kunnen komen, met als nadrukkelijk uitgangspunt dat die plannen nimmer de voorgenomen ontwikkeling in de Torensteepolder kunnen frustreren. De raad heeft immers besloten om de planvorming in de Torensteepolder verder te brengen. Over eventuele ontwikkelingen in 't Hooft en Van Prooijen is geen besluit genomen. Bovendien passen uw plannen tot op heden niet ln de door de provincie vastgestelde woningbehoefte voor deze regio. Aan die gesprekken kunt u dus geen enkel recht ontlenen. De gesprekken zijn geheel vrijblijvend en gezien uw stellingname - mede in uw brief d.d. 12 januari ook onder voorbehoud van alle rechten en weren. Het voorgaande betekent dat de gemeente bereid is om geheel vrijblijvend met u in gesprek te gaan over uw voornemens in 't Hooft en Van Prooijen. Die gesprekken kunnen niet leiden tot een aanpassing van de plannen in de Torensteepolder, noch tot plannen die een belemmering vormen voor de plannen in de Torensteepolder. Om die plannen niet te dwarsbomen stellen wij voor om met u in gesprek te gaan zodra het bestemmingsplan voor de Torensteepolder onherroepelijk is. De gemeente kan ook eerder met u in gesprek gaan, indien u schriftelijk bevestigt aan de gemeente dat hetgeen u met de gemeente wenst te bespreken geen belemmering vormt voor de voorgenomen planontwikkeling in de Torensteepolder. Wij laten de planning van de gesprekken derhalve aan u.

46 W Anr gemeente tfrmmßtrljen Datum Uw kenmerk Documentnummer Pagina RenC/R0/ /3 Voor de goede orde en ten overvloede merken wij op dat met deze reactie op geen enkele wijze een of meer stellingen van u worden erkend als verwoord in de brief d.d. 12 januari De gemeente behoudt zich nadrukkelijk alle rechten en weren voor, waaronder het recht om op een later tijdstip nader op voormelde brief te reageren, mocht zij dat nodig achten. Voor nadere informatie over deze brief kunt u contact opnemen met mevrouw Y.L.M. Lanooij van * sector Ruimte en Cultuur, taakveld Ruim ijke Ontwikkeling. Haar bereikbaarheidsgegevens vindt u bovenaan deze brief. Met vriendelijke groet burgemeester en wethouders 1: Strijen, de secretaris, de bur 'ö YLlah

47 Lid Gedeputeerde Staten StsrEN Drs. G. Veldhuijzen Contact '?",îffhorrand De leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Postadres Provinciehu s Postbus LP Den Haag T Datum 22 januari2015 Ons kenmerk VRM/BSD Uw kenmerk B lagen Onderwerp Proces totstandkoming illustratieve kaart bestaand stadsen dorpsgebied 2014 Geachte statenleden, ln uw vergadering van 7 januari 2015 heb ik u toegezegd u te informeren over het proces van totstandkoming van de illustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) Naar aanleiding daarvan deel ik u het volgende mede. Het gevolgde proces. ln september-1" helft oktober 2014is een ambtelijke conceptkaart BSD 2014 gemaakt. Uitgangspunt was de kaart BSD 2010 uit de Verordening ruimte Bij het maken van de Bezoekadres Zuid-Hollandplèin W Den Haag Tram I en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen d ctìtbij het prov nciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopên. Dê parkeenuimte voor auto's is beperkt. ffi ETf,E conceptkaart BSD 2014 is de kaart BSD 2010 langs drie lijnen aangepast: * op basis van in april 2014 gepubliceerde luchtfoto's uit 2013; * naar aanleiding van zienswijzen op de ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM; d.d. januarifebruari 2014) die betrekking hadden op het BSD, voorzover de inhoud van de zienswijze evident paste in de defìnitie (bijvoorbeeld als het gebied inmiddels bouwrijp bleek te zijn);. bij het voorbereiden van de kaart en bestuderen van de zienswijzen bleek dat op een aantal punten een nadere interpretatie van de definitie gegeven moest worden om keuzen richting gemeenten goed te kunnen motiveren. Deze punten betroffen met name de onderwerpen die in de aan de gemeenten en u toegestuurde toelichting onder punt zijn genoemd. Voor een aantal punten, bijvoorbeeld voor bebouwingslinten, kon worden aangesloten op passages uit de VRM. De meeste van deze punten en keuzen zijn aan een delegatie van uw commissie ambtelijk gepresenteerd op 2 juli Een ambtelijke notitie over de betekenis van BSD, van de illustratieve kaart en de interpretatie van de definitie, is geagendeerd voor de Bestuurlijke Tafels Ruimte in oktober De inhoud van die notitie komt in grote lijnen neer op de toelichting zoals die uiteindelijk in december 2014 naar de gemeente en u is verstuurd. De inhoud van de notitie is in de Bestuurlijke Tafels voor kennisgeving aangenomen; een enkele keer heb ik passages desgevraagd toegelicht.. De conceptkaart BSD 2014 met toelichting is 2" helft oktober 2014 per mail ambtelijk voorgelegd aan de gemeenten. Gemeenten is gevraagd te reageren op zowel de uitgangspunten als de vertaling naar de kaart daarvan. De reacties van de gemeenten zijn vervolgens venruerkt, waarbij voor elke gemeente per situatie is aangegeven of haar voorstel is

48 Ons kenmerk e'l"fr'fiuoiland VRM/BSD a overgenomen, en zo nee waarom niet (met verwijzing naar de in de notitie genoemde uitgangspunten). Daarna heeft in drie regio's op verzoek van de gemeenten nader overleg plaatsgevonden, wat in een aantal gevallen heeft geleid tot het alsnog instemmen met gemeentelijke voorstellen omdat ze toch binnen de definitie van BSD en de interpretatie van de provincie bleken te passen. Verder heeft dat overleg geleid tot het door de provincie verduidelijken van bijvoorbeeld het begrip "illustratief', zoals dat in de uiteindelijke toelichting terecht is gekomen. Ook op de ambtelijke bijeenkomst voor gemeenten over de VRM op 26 november 2014 is in de sessies over de Ladder voor duurzame verstedelijking (met meer dan 100 deelnemers) uitgebreid van gedachten gewisseld over de betekenis van BSD en van de illustratieve kaart, over de interpretatie van de definitie en de vertaling naar de illustratieve kaart. Nadat GS de illustratieve kaart op 9 december 2014 hebben vastgesteld, zijn de gemeenten bestuurlijk ingelicht via de brief met toelichting waarvan u een kopie heeft ontvangen. Daarnaast zijn de gemeenten ook voor de definitieve versie van de kaart ambtelijk ingelicht met een puntsgewijze weergave van de wijze waarop voorstellen zijn verwerkt, met een motivatie waar voorstellen niet zijn overgenomen. Brieven en mails van gemeenten waarin zij hun voorstellen nader hadden toegelicht, zijn door de provincie beantwoord. ln het proces gebleken verschillen in opvattingen Met een aantal gemeenten zijn er structureel verschillende opvattingen over de interpretatie van de definitie van BSD in het Bro en de Verordening ruimte. Deze verschillen waren in de Nota van beantwoording VRM al duidelijk en betreffen met name het omgaan met bebouwingslinten, waarbij gemeenten doorgaans (in het landschap gelegen) linten eerder als BSD beschouwen dan de provincie dat doet. De opvatting van de provincie is weergegeven bij punt 13 van de toelichtende notitie. Hoogachtend Drs. G. ul 2t2

49 PLANGEBIED TORENSTEEPOLDER - Ruimtegebruik en Grondwaarde BEELDKWALITEITSPLAN - Het plangebied is 29 ha. groot. De netto oppervlakte van het plangebied bedraagt 25 ha. EIGENDOMMENKAART (bijlage 2 Realisatieovereenkomst) Koopoptie deel 1+deel 1a+deel1b (Transport Kadaster 5 september D854+D943+D942) Deel randweg in eigendom Perceel in eigendom ha. ontwerp Totaal m2 Oppervlak Kavel in m2 Kavel in m2 Grondwaarde Opbrengst Prijs Externe adviseurs plan per woning in m2 per woning uitgeefbaar per kavel in EURO per m2 STEC GROEP Appartementen (seniorenwoningen) Geschakelde seniorenwoningen onder 1 kap woningen Eengezinswoningen Kavels (bijzonder woonmilieu) ,33 Ruimte voor ruimte woningen ,33 Totaal , ha ha. 20,3 miljoen KUIPERCOMPAGNONS In de Torensteepolder is een onderscheid te maken naar het noordelijk deel waar 100 woningen worden gerealiseerd in een dichtheid van 15 woningen per hectare en het zuidelijk deel (79 kavels van 1000 tot 2000 m2) met een lagere dichtheid (6 woningen per hectare). Woningen Kavels ha. RHO - "Wonen+Maatschappelijk" ha.

50

51 ANALYSE REGIONAAL WONINGBOUWPROGRAMMA 2015 VERSUS 2014 WONINGVOORRAADTOENAME BINNENMAAS CROMSTRIJEN KORENDIJK OUD-BEIJERLAND STRIJEN HOEKSCHE WAARD WBR CROMSTRIJEN Categorie Torensteepolder - fase Proeftuin Gemeentewerf WBR Categorie Havenkwartier Gemeentewerf / Kerkstraat Philipsburg Schuringsedijk 2 12 Torensteepolder - fase 1 40 t Hooft en van Prooijen 50 Molenpolder WBR Categorie Boerderij B.d. Zeeuwstraat 12 t Hooft en van Prooijen 150 Molenpolder 130 Aardappelloods Kreupelseweg Boerderij Havenweg

52 Nieuwe regionale woonvisie Hoeksche Waard Afkomstig uit Nieuwsbrief SOHW, maart 2015 In de Hoeksche Waard wordt gewerkt aan een nieuwe regionale woonvisie. Aanleiding hiervoor is de nieuwe visie Ruimte en Mobiliteit van de provincie Zuid-Holland. Hierin zijn nieuwe kaders en uitgangspunten opgenomen waaraan regionale woonvisies moeten voldoen. De huidige regionale woonvisie stamt uit 2010 en de woningmarkt is de laatste jaren drastisch veranderd. De verkoop van woningen is gestagneerd, de rol van woningcorporaties is aan het veranderen en in de Hoeksche Waard worden de eerste gevolgen van de vergrijzing en ontgroening zichtbaar. Dit vraagt om een nieuwe regionale woonvisie. Waar jarenlang de focus heeft gelegen op het realiseren van voldoende nieuwbouwwoningen, wordt de focus in de nieuwe woonvisie verlegd naar de bestaande woningvoorraad. Door de vergrijzing en het scheiden van wonen en zorg blijven de komende jaren steeds meer mensen die zorg ontvangen in hun huidige woning wonen. Hier zitten een hoop voordelen aan, maar het vraagt wel om een aantal aanpassingen aan de woning, woonomgeving en het zorg- en welzijnsnetwerk van deze mensen. De nieuwe regionale woonvisie gaat deze zaken niet oplossen, maar gaat wel opgaven benoemen. Hiervoor wordt samengewerkt met de zorg- en welzijnspartijen die actief zijn in de Hoeksche Waard. Samen wordt bepaald voor welke opgaven de Hoeksche Waard staat. Ook worden de rollen van de betrokken partijen benoemd. Is de gemeente bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het aanpassen van een particuliere woning of moet de woningeigenaar hier zelf voor zorgen? Een ander belangrijk punt is de sociale woningvoorraad. De rol van woningcorporaties verandert. Hoewel woningcorporatie HW Wonen niet aan megalomane projecten heeft gewerkt, mag ook zij veel werkzaamheden niet langer uitvoeren. Projecten zoals het Museum Hoeksche Waard of het bouwen van een kinderdagverblijf zijn verleden tijd. Daarnaast moet ook HW Wonen meebetalen aan de zogenoemde verhuurdersheffing die het Rijk heeft opgelegd en betaalt zij mee aan de redding van noodlijdende corporaties zoals Vestia. Om goed te bepalen welke werkzaamheden HW Wonen nog kan uitvoeren en zorg te dragen dat gemeenten en HW Wonen op de juiste plaatsen investeringen plegen is een goede samenwerking noodzakelijk. Daarom worden in de Hoeksche Waard na de zomer regionale prestatieafspraken opgesteld tussen HW Wonen en de vijf gemeenten. De regionale woonvisie vormt de basis voor deze prestatieafspraken. Doordat de provincie Zuid-Holland verlangt dat op 1 juli 2015 een nieuwe regionale woonvisie is opgesteld, kunnen niet alle vraagstukken in de woonvisie worden uitgewerkt. De regionale woonvisie legt een duidelijke focus op de bestaande woningvoorraad en zorgt voor een concrete lijst met opgaven die wij als regio de komende jaren gaan uitwerken. Ook bij deze uitwerking worden onze maatschappelijke partners nauw betrokken. Kijk voor meer informatie op de website van Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard. Hier vindt u ook het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard met daarin de actuele cijfers en veranderingen in behoefte op een rij.

53 KERNCIJFERS WONINGBOUWONTWIKKELING INZAKE NUMANSDORP-ZUID AANTAL WONINGEN TORENSTEE- MOLEN- NUMANSDORP GEHANTEERD IN: POLDER POLDER ZUID MASTERPLAN GOUDAPPEL COFFENG GVVP MASTERPLAN GOUDAPPEL COFFENG MEGABORN GVVP MASTERPLAN 2011 (fasering) MEGABORN MEGABORN - 25 november WONINGBOUWPROGRAMMA WONINGBOUWPROGRAMMA WONINGBOUWPROGRAMMA 2014 HW categorie WONINGBOUWPROGRAMMA 2015 HW categorie

54 ONDERBOUWING BEROEP BESTEMMINGSPLAN TORENSTEEPOLDER 2015 INZAKE NIEUWE OOSTELIJKE ONTSLUITINGSWEG datum 31 juli 2015 J. Zeilstra Goudvink RH Numansdorp

55 Inhoud Kerncijfers woningbouwontwikkeling inzake Numansdorp Zuid Kerncijfers woningbouwontwikkeling Cromstrijen versus Hoeksche Waard Woningbouwprogramma gemeente Cromstrijen Analyse regionaal woningbouwprogramma Woningbehoefte Hoeksche Waard in dure prijsklassen Bandbreedte WBR-BP Ruimtegebruik en grondwaarde Planontwikkeling Numansdorp Zuid Visie Ruimte en Mobiliteit Actualisatie woningbouwprogramma Verkeersonderzoek Numansdorp Zuid Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan Uitvoeringsprogramma SOHW Relatie met andere recente beleidsdocumenten Verkeersontsluiting inzake bestemmingsplan Torensteepolder Bijlagen Provincie Zuid Holland Gemeente Cromstrijen Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard

56 Planontwikkeling Numansdorp Zuid In 1999 is door de gemeenteraad de 'Ontwikkelingsvisie Gemeente Cromstrijen' vastgesteld. De planhorizon van deze visie was 30 jaar, met het idee om na 5 jaar de visie te evalueren. In 2002 startte Midstate reeds met de aankoop van de gronden voor de planontwikkeling. In 2005 stelde de gemeenteraad van Cromstrijen de ontwikkelingsvisie "De Verdieping" vast. Deze ontwikkelingsvisie schetst voor Cromstrijen het toekomstbeleid, waarbij ingezet wordt op ontwikkeling van Numansdorp als nautisch centrum. In 2006 werd gekozen voor een ontwikkeling in samenwerking met Midstate. Op verzoek van Midstate heeft Goudappel Coffeng in 2006 het rapport Verkeersontsluiting Torenstee- en Molenpolder te Numansdorp opgesteld. In dit onderzoek is rekening gehouden met woningen, respectievelijk woningen in de Molenpolder en woningen in de Torensteepolder. In 2007 presenteerde Midstate aan de gemeenteraad het masterplan "Numansdorp Zuid. Als uitwerking van de ontwikkelingsvisie heeft de gemeenteraad in 2007 een Masterplan tot de herontwikkeling van Numansdorp Zuid vastgesteld. Het masterplan behelst de bouw van woningen respectievelijk woningen in de Molenpolder en woningen in de Torensteepolder. Tevens behelst het masterplan de bouw van een hotel met 250 kamers en de uitbreiding van de jachthaven met ca. 125 ligplaatsen. De ontwikkeling van het als woongebied beoogde deel van de Torensteepolder was voorzien na Met het Masterplan is een flexibel raamwerk gecreëerd waarmee richting gegeven wordt voor een geleidelijke ontwikkeling van Numansdorp-Zuid. Het Masterplan kent geen juridische grondslag. In 2008 is er een intentieovereenkomst getekend tussen Gemeente en Midstate. Op 16 februari 2010 is gelijktijdig met de woonvisie Hoeksche Waard het woningbouwprogramma vastgesteld door de gemeenteraad. De beschikbare ruimte voor woningbouw in Cromstrijen is in de periode vastgesteld op 640 woningen (inclusief de compensatie van 300 woningen voor TNO). Voor Numansdorp Zuid staan 476 woningen in het woningbouwprogramma Op 11 mei 2010 stelde de gemeenteraad het aangepaste Masterplan vast en besloot dat de realisatie van Numansdorp Zuid als één geheel plaats dient te vinden. Het gewijzigde masterplan behelst nu de bouw van woningen respectievelijk woningen in de Molenpolder en 90 woningen in de Torensteepolder. Dit plan borgt een integrale ontwikkeling van het totale projectgebied en vormt daarbij de onderlegger. Op verzoek van Midstate heeft Goudappel Coffeng het rapport Aanpassing verkeerskundige analyse Molenpolder d.d. 15 oktober 2010 opgesteld. Het recent voorgestelde plan voor ontwikkeling van de Molen- en Torensteepolder ten zuiden van Numansdorp omvat nu voornamelijk de ontwikkeling van de Molenpolder. In dit onderzoek

57 is rekening gehouden met woningen, respectievelijk woningen in de Molenpolder en 140 woningen in de Torensteepolder. In 2011 heeft zich om moverende reden een majeure wijziging voorgedaan in het te ontwikkelen projectgebied Numansdorp Zuid. Niet de Molenpolder wordt in de eerste fase in ontwikkeling gebracht maar de Torensteepolder. Omdat ontwikkeling van de Molenpolder vooralsnog niet uitgevoerd kan worden, besloot de gemeenteraad om het Masterplan gefaseerd uit te voeren. Met het vervallen van de 300 woningen van TNO hebben wij op basis van het lokale woningbouwprogramma tot woningen beschikbaar voor de ontwikkeling van Numansdorp Zuid. Het totaal beschikbaar van 176 woningen zetten wij in voor de ontwikkeling van de Torensteepolder. In het door uw raad vastgestelde woningbouwprogramma gingen wij uit van 476 te ontwikkelen woningen voor Numansdorp Zuid. Wij maakten hierin een onderverdeling naar diverse onderdelen, te weten: Molenpolder 350 woningen Torensteepolder 50 woningen Klaverblad/Havenkwartier 40 woningen Reserve Numansdorp Zuid 36 woningen Totaal 476 woningen In dit aantal hielden wij rekening met de 300 woningen gekoppeld aan de komst van TNO. Het wegvallen van deze woningen brengt het aantal beschikbare woningen terug naar 176 woningen. Dit betekent dan ook dat een heroverweging op de verdeling noodzakelijk is. Wij zijn van mening dat met de 176 woningen een zo hoog mogelijke kwaliteit moet worden nagestreefd, maar zijn ons er van bewust dat dit het uitgangspunt voor wat betreft de financiële haalbaarheid van de ontwikkeling ernstig wijzigt. Wij stellen daarom voor de eerdere verdeling los te laten en het totaal van 176 woningen te benutten voor de ontwikkeling van de Torensteepolder. Zoals eerder verwoord, kunnen we op deze manier ter plaatse een afgerond deelplan ontwikkelen met een doorkijk naar de toekomst. Dit houdt in dat de woningen die wij in een eerder stadium toedeelden aan het Klaverblad/Havenkwartier voorlopig hiervoor niet beschikbaar komen. Door deze koerswijziging wordt de fasering zodanig grondig gewijzigd dat eerst de Torensteepolder snel in ontwikkeling kan worden gebracht met 176 woningen in plaats van de 54 geprojecteerde woningen in het vastgestelde masterplan in 2010, terwijl de ontwikkeling van de Molenpolder op de lange baan wordt geschoven. Er is dus geen sprake van fasering van het in 2010 vastgestelde masterplan, maar van een bewuste en significante wijziging in de realisering van het masterplan Numansdorp Zuid. Bij deze radicale ommezwaai wordt de indruk gewekt dat de voorkeur van het gemeentebestuur voor de ontwikkeling van de Torensteepolder niet zozeer is gebaseerd op rationele publiekrechtelijke argumenten in het kader van een goede ruimtelijke ordening, maar dat veeleer de contractuele gebondenheid van de gemeente jegens Midstate, de ontwikkelaar van de Torensteepolder, doorslaggevend is geweest bij de besluitvorming voor de betreffende koerswijziging. Deze indruk wordt versterkt door het feit dat de eigenaren (ontwikkelaars) van de lokatie t Hooft en van Prooijen (Molenpolder) door de gemeente Cromstrijen buitenspel zijn gezet vanwege een financieel conflict. Dientengevolge heeft het gemeentebestuur kennelijk de weg vrijgemaakt voor Midstate, haar (financiële) bondgenoot in het masterplan Numansdorp Zuid.

58 Op verzoek van de gemeente Cromstrijen heeft Megaborn de openbare eindrapportage Verkeersontsluiting Numansdorp Zuid d.d. 2 mei 2011 opgesteld. Doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van de ontsluitingsmogelijkheden van het plan en het bepalen van de verkeerskundige, ruimtelijke en planologische consequenties van Numansdorp Zuid waarbij de uitgangspunten in het GVVP in acht werden genomen. Voor dit onderzoek was het Masterplan leidend waarbij werd uitgegaan van een volledige ontwikkeling van het plan Numansdorp Zuid tot In dit onderzoek is rekening gehouden met woningen, respectievelijk woningen in de Molenpolder en 90 woningen in de Torensteepolder. Op 21 juni 2011 besloot de gemeenteraad het project Numansdorp Zuid te faseren, stelde deelgebieden vast en stelde hiertoe de uitgangspunten vast. Het eerste deelgebied was de ontwikkeling van de landgoederenzone. Het tweede deelgebied omvat de ontwikkeling van de Torensteepolder, inclusief oostelijke randweg, in combinatie met een structuurvisie voor de Molenpolder. Dit betekent concreet dat de gemeente de komende tijd eerst de bouw van 179 woningen in het plangebied Torensteepolder mogelijk maakt. Mogelijk kunnen in het gebied zorgwoningen danwel ruimte-voor-ruimtewoningen worden opgericht die niet onder het woningbouwcontingent vallen. Wij achten het mogelijk dit soort woningen op te nemen in het plangebied, echter alleen als onomstotelijk vaststaat dat deze woningen buiten het contingent opgericht kunnen worden. Voor de Torensteepolder in Numansdorp Zuid is een nota van uitgangspunten opgesteld. Deze nota is vastgesteld op 21 juni Eerder opgestelde uitgangspunten ( d.d. 11 mei 2010) zijn aangevuld met nieuwe uitgangspunten. Een van de uitgangspunten is: De realisatie van Numansdorp Zuid dient als één geheel plaats te vinden. Dat betekent dat nu begonnen wordt met het gedeelte in de Torensteepolder de ontwikkeling van het gehele plan op termijn gewaarborgd dient te zijn. Wij stellen daarom gelijktijdig met de planvorming voor de Torensteepolder een structuurvisie op waarin wij de samenhangende ontwikkeling van de Molenpolder nader beschrijven en waarvan ook t Hooft en van Prooijen deel zal uitmaken. Door de structuurvisie vast te stellen voldoet u aan uw uitgangspunt en borgt u de integrale ontwikkeling van Numansdorp Zuid deelproject: Molenpolder. Uit het onderzoek dat de gemeente liet uitvoeren naar de ontsluiting van het plangebied bleek dat voor een goede ontsluiting van de Torensteepolder een oostelijke randweg noodzakelijk is. Nu de ontsluiting van het plangebied onlosmakelijk verbonden is met de ontwikkeling in dit gebied, is het belangrijk dat de ontsluiting van het gebied direct onderdeel is van de planvorming. Wij hanteren daarom het uitgangspunt dat de ontsluiting van het gebied onderdeel is van de planontwikkeling. De aanleg van een oostelijke randweg is gekoppeld aan de ontwikkeling van de Torensteepolder en onderdeel van de planontwikkeling, omdat een goede ontsluiting van het gebied geborgd dient te zijn. Wij hanteren het uitgangspunt dat de kosten voor de ontsluiting van het gebied met een oostelijke randweg voor rekening van de ontwikkelaar (Midstate) komen ( Nota uitgangspunten 21 juni 2011 ).

59 De gewenste oostelijke ontsluitingsweg is daarbij al in alle beleidsstukken en visiedocumenten omtrent Numansdorp-Zuid gemeld. Zo was de oostelijke ontsluitingsweg reeds opgenomen in de Ontwikkelingsvisie De Verdieping uit 2005, in het Masterplan Numansdorp Zuid uit 2007, de Structuurvisie Hoeksche Waard uit 2009, het herziene Masterplan uit 2010 en het Stedenbouwkundig inrichtingsplan uit Ook is de weg in het gemeentelijke verkeers- en vervoersplan (GVVP) opgenomen en in de openbare eindrapportage van het rapport van Megaborn d.d. 2 mei ( Nota zienswijzen van 2 juli 2013 ) In opdracht van de gemeente Cromstrijen heeft Megaborn het rapport Verkeerscirculatieplan Numansdorp d.d. 21 november 2012 opgesteld. Dit rapport is op 22 januari 2013 door het College vastgesteld. In dit onderzoek is rekening gehouden met woningen, respectievelijk woningen in de Molenpolder en 357 woningen in de Torensteepolder. Op 21 mei 2013 ondertekenden de gemeente en Midstate een realisatieovereenkomst. De gemeenteraad van Cromstrijen stelde op 2 juli 2013 de structuurvisie Molenpolder vast. De structuurvisie betreft een integrale visie voor de toekomst voor de (ontwikkeling van) de Molenpolder in Numansdorp. De basis van de structuurvisie wordt gevormd door de stedenbouwkundige uitgangspunten die de gemeenteraad op 21 juni 2011 vaststelde en het Masterplan voor de ontwikkeling van de Torensteepolder en de Molenpolder dat is vastgesteld in Gelet op de gewijzigde omstandigheden blijft het uitgangspunt van integrale ontwikkeling overeind, maar koos de gemeenteraad in 2011 voor het ontwikkelen van de Torensteepolder en daarna de aanpak van de Molenpolder. De visie bestaat uit verblijfsrecreatieve woningbouw in de Molenpolder, woningbouw op de locatie t Hooft en van Prooijen en recreatiemogelijkheden voor alle inwoners en bezoekers, waaronder een nieuwe jachthaven. Op 2 juli 2013 stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan Torensteepolder gewijzigd vast conform de Nota van zienswijzen en de daarin opgenomen Staat van wijzigingen. Als uitwerking van het Masterplan 2007 voorziet het bestemmingsplan in de ontwikkeling van een woongebied met 176 nieuwe woningen, 3 ruimte-voor-ruimte woningen en twee bestaande woningen alsmede de aanleg van infrastructuur. Binnen deze bestemming is ruimte voor maximaal 40 nieuwe zorgwoningen of serviceappartementen die niet onder het woningbouwcontigent vallen. Op 2 juli 2014 werd het bestemmingsplan door de Raad van State vernietigd. Vanwege een overeengekomen inspanningsverplichting jegens de projectontwikkelaar Midstate, heeft de gemeenteraad op 13 januari 2015 besloten het bestemmingsplan Torensteepolder opnieuw in procedure te brengen. Op verzoek van Midstate heeft Goudappel Coffeng het rapport Verkeersontsluiting Torensteepolder d.d. 14 april 2015 opgesteld. In dit aangepaste onderzoek is rekening gehouden met 217 woningen in de Torensteepolder.

60 Op 9 juni 2015 besloot het college het bestemmingsplan niet door de gemeenteraad te laten vaststellen op 7 juli 2015, zoals oorspronkelijk was gepland. Op 16 juni 2015 besloot het college het bestemmingsplan in ontwerp vanaf 22 juni 2015 ter inzage te leggen. Visie Ruimte en Mobiliteit Op 9 juli 2014 heeft Provinciale Staten de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) vastgesteld met daarbij de Verordening ruimte 2014, het Programma Ruimte en het Programma Mobiliteit. De VRM, de verordening en programma s zijn op 1 augustus 2014 in werkíng getreden. ln de verordening zijn regels opgenomen voor de borging en bescherming van provinciale belangen. De provincie kiest om het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid niet afhankelijk te maken van een voorspelling van een 'eindsituatie 2030'. In plaats daarvan zal de bestaande situatie gelden als vertrekpunt, vormt de maatschappelijke vraag de leidraad voor het handelen en stuurt de provincie op het bereiken van haar doelen. 'Eindbeeldplanning' wordt vervangen door ontwikkelingsplanologie. De Visie Ruimte en Mobiliteit, de Verordening Ruimte, het Programma Ruimte en het Programma Mobiliteit beschrijven het beleid, de regels en de wijze van uitvoering voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid van de provincie Zuid-Holland. De documenten komen in de plaats van de provinciale structuurvisie, de verordening ruimte en het provinciaal verkeeren vervoersplan. De hoofdopgave van VRM is een betere benutting en kwaliteitsverbetering van het bestaand stads- en dorpsgebied en de bestaande infrastructuur. Mede om te komen tot een goede balans tussen een vitaal landelijk gebied en behoud van waardevolle gebieden, hanteert de provincie als uitgangspunt dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen primair moeten plaatsvinden binnen bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) en bestaande bebouwing in het buitengebied. Volgens de Verordening ruimte 2014 past een gemeente bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling de Ladder voor duurzame verstedelijking toe. Daarbij motiveert ze of die ontwikkeling al dan niet kan plaatsvinden binnen BSD. In de Verordening is een definitie van BSD opgenomen. Deze definitie luidt als volgt: Bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing, met inbegrip van daartoe bouwrijp gemaakte terreinen, ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid (uitgezonderd glastuinbouw), detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. Het BSD is niet de nieuwe rode contour. De rode contour was een lijn die een verbodsbepaling vorm gaf: nieuwe stedelijke ontwikkeling mocht niet buiten de contour. Het BSD is een hulpmiddel bij het toepassen van de Ladder duurzame verstedelijking; de wettelijke motiveringsplicht voor omvang en locatie van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Dus ook buiten BSD is verstedelijking, onder de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), Bro en VRM (Visie Ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte) aangegeven voorwaarden, mogelijk. Belangrijkste wijzigingen

61 De provincie kiest er voor de verstedelijkingsopgave primair te realiseren binnen het bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) en bestaande bebouwing in het buitengebied. De realisatie van nieuwe uitleglocaties is alleen mogelijk als na het doorlopen van de zogenaamde ladder voor duurzame verstedelijking blijkt dat een bepaalde verstedelijkingsopgave die beantwoordt aan een aangetoonde duurzame kwalitatieve behoefte niet is te realiseren binnen BSD. Sturen vanuit de beginsituatie (bestaand stedelijk gebied) komt dus in de plaats van sturen op een vooraf bepaalde mogelijke eindsituatie (bebouwingscontouren). Gelet op het belang van de ladder voor duurzame verstedelijking voor de provinciale sturing op de omvang en de locatiekeuze van de verstedelijking, kiest de provincie ervoor deze ladder ook op te nemen in de Verordening Ruimte. Het strikte onderscheid tussen stedelijke en niet- stedelijke functies, zoals in de huidige Verordening Ruimte, wordt daarmee losgelaten. Dit betekent niet dat de deur van het landelijk gebied wordt open gezet voor verstedelijking. Toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking houdt in dat de verstedelijkingsopgave primair wordt ondergebracht in bestaand stads- en dorpsgebied en bestaande bebouwing in het buitengebied. De bebouwingscontouren verliezen hun functie. Bij verstedelijking buiten bestaand stads- en dorpsgebied vraagt de provincie aan de gemeente op grond van de Verordening Ruimte in de toelichting van het bestemmingsplan te verantwoorden hoe die verstedelijking wordt gecompenseerd door een maatschappelijke tegenprestatie. Uitgangspunt van de strategie voor de bebouwde ruimte is betere benutting van het bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). Stedelijke ontwikkeling vindt daarom primair plaats binnen BSD. Alleen als binnen BSD geen ruimte is voor een specifieke stedelijke ontwikkeling kan een nieuw uitleglocatie buiten BSD in gebruik worden genomen. De ladder voor duurzame verstedelijking, zoals opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is hierbij van toepassing. De provincie heeft de ladder voor duurzame verstedelijking ook opgenomen in de verordening, om het provinciaal belang bij toepassing van deze ladder te benadrukken. De ladder zoals opgenomen in het Bro is een motiveringseis voor de toelichting van het bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Om een vrijblijvend karakter te vermijden, heeft de ladder zoals opgenomen in de verordening daarom niet alleen betekenis voor de toelichting van het bestemmingsplan maar ook voor de inhoud. De betekenis van BSD kan als volgt worden aangeduid. Als een gemeente de eerste trede van de ladder voor duurzame verstedelijking (passen in actuele regionale behoefte) heeft doorlopen en het plan ligt in het BSD (tweede trede), dan is voor dat plan de ladder doorlopen. Als dat plan niet in BSD ligt, dan moet de gemeenten aantonen dat niet binnen BSD in de behoefte kan worden voorzien en het plan multimodaal is ontsloten (derde trede). De BSD -grens bepaalt dus niet of een plan kan doorgaan of niet, de grens bepaalt alleen of de gemeente al dan niet moet motiveren dat ze kiest voor een locatie buiten BSD om in de behoefte te voorzien.

62 Woonlocaties buiten bestaand stads- en dorpsgebied Als gevolg van de conjuncturele vraaguitval naar koopwoningen zal een deel van het huidige planaanbod niet voor 2020 worden gerealiseerd. Verdere aanpassing of mogelijk ook selectie van het planaanbod voor na 2020 hangt af van de structurele, demografische ontwikkeling (grotere vraag naar betaalbare woningen en meer vraag nabij stads- en dorpscentra) en van het antwoord op de vraag in hoeverre gemeenten mogelijkheid hebben om de behoefte binnen bestaand stads- en dorpsgebied te accomoderen. Ruimtelijk en programmatisch is er geen aanleiding om onderscheid te maken tussen harde en zachte plancapaciteit. Daarom identificeert de provincie in het aangepaste Programma ruimte niet alleen vastgestelde bestemmingsplannen die een bouwtitel hebben, maar ook alle andere plannen waaronder ook de zachte plannen uit de planmonitor wonen. Door alle woningbouwplannen groter dan 3 hectare buiten bestaand stads- en dorpsgebied op te nemen wordt enerzijds bestuurlijke rust geboden en is anderzijds in het kader van de actualisatie van de regionale woonvisies een gelijke afweging mogelijk voor bijstelling van alle plannen. Verordening ruimte 2014 en Programma ruimte Partiële wijziging inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 ha buiten bestaand stadsen dorpsgebied en andere ontwikkelingen (Ontwerp Gedeputeerde Staten 7 april 2015) Uiterlijk per 1 juli 2015 worden de regionale visies voor wonen en de regionale visies voor kantoren geactualiseerd. De provincie verwacht van de samenwerkende gemeenten dat de regionale visies elke drie jaar worden geactualiseerd. De actualisering van de regionale visies kan leiden tot aanpassing van het Programma ruimte, met name paragraaf (Beter benutten bestaand stads- en dorpsgebied) waarin de ontwikkelingslocaties groter dan 3 hectare buiten BSD zijn aangegeven. Op 1 juli 2015 verwacht de provincie de regionale visies ontvangen en/of aanvaard te hebben. Indien een regionale visie per 1 juli 2015 ontbreekt, zal de provincie in overleg met elke gemeente beoordelen welke plannen op lange termijn nodig zijn of naar verwachting structureel niet meer nodig zijn. Voor plannen die structureel niet meer nodig zijn, resteert planreductie. Stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare buiten BSD Bebouwingscontouren vervallen bij vaststelling VRM Bij de vaststelling van de Visie ruimte en mobiliteit zijn de voormalige bebouwingscontouren vervallen. Voorheen gaven de bebouwingscontouren aan welke ruimte buiten het bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) de gemeenten konden benutten voor nieuwe uitbreidingslocaties met stedelijke functies zoals woningbouw, bedrijven en voorzieningen. Daarbuiten gold een verbod op verstedelijking. Thans hebben de gemeenten meer ruimte om hierover zelf een afweging te maken. Daarbij gelden wel enkele spelregels, zoals de ladder voor duurzame verstedelijking en het handelingskader ruimtelijke kwaliteit. Gedeputeerde Staten voeren hierover overleg met de gemeenten en zien er op toe dat de spelregels op een juiste manier worden toegepast.

63 Eindoordeel PS bij stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 ha buiten BSD Voor stedelijke ontwikkelingen buiten BSD met een omvang van meer dan 3 hectare ligt het eindoordeel bij Provinciale Staten. Deze locaties zijn door Provinciale Staten in het Programma ruimte aangegeven op tabellen en kaarten in paragraaf Tijdig overleg met de provincie is daarom nodig bij visievorming voor ontwikkelingslocaties die nog niet zijn opgenomen in het Programma ruimte. Bijvoorbeeld in het kader van de actualisering van een regionale woonvisie. Net als de Visie ruimte en mobiliteit is het Programma ruimte zelfbindend. Voor doorwerking naar gemeentelijke plannen kan de provincie, naast overleg en het maken van afspraken, gebruik maken van het ruimtelijk instrumentarium van de Wet ruimtelijke ordening. In dit specifieke geval is ervoor gekozen om de verordening in te zetten. In de Verordening ruimte 2014 is daarom in artikel 2.1.1, eerste lid, onder c, onder iii bepaald dat een bestemmingsplan een ontwikkelingslocatie met een omvang van meer dan 3 hectare buiten BSD alleen mogelijk kan maken als de betreffende ontwikkelingslocatie is opgenomen in het Programma ruimte Beter benutten bestaand stads- en dorpsgebied Stedelijke ontwikkelingen buiten BSD groter dan 3 hectare Volgens de Verordening ruimte moeten nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen buiten BSD van meer dan 3 ha in het door Provinciale Staten (PS) vastgestelde Programma ruimte staan. Daarmee ligt het eindoordeel over omvangrijke verstedelijking buiten BSD bij PS. Indien in regionale visies of bestemmingsplannen locaties worden opgenomen buiten bestaand stads- en dorpsgebied die groter zijn dan 3 hectare, dienen die dus door PS in het Programma ruimte te worden opgenomen, voor zover zij daar al niet in opgenomen zijn. Bij een verschil tussen het Programma ruimte en de regionale visie, is het programma leidend. Torensteepolder Op de kaart Woningbouwlocaties zijn locaties opgenomen die in een aanvaarde regionale woonvisie zijn opgenomen, buiten de in de Verordening ruimte opgenomen definitie van BSD vallen en groter zijn dan 3 hectare. De regionale woonvisie van de Hoeksche Waard is op 6 februari 2014 vastgesteld en op 11/18 maart 2014 door GS aanvaard. De Torensteepolder is hierin opgenomen als woningbouwlocatie voor 176 woningen en groter dan 3 hectare. De locatie is daarom opgenomen op de kaart Woningbouwlocaties. Daarentegen past de Torensteepolder niet binnen de definitie van BSD en wordt derhalve niet als BSD-gebied beschouwd door de provincie (GS 9 december 2014 met kenmerk PZH en GS 16 februari 2015 met kenmerk VRM/BSD2). Er is in onderhavig bestemmingsplan Torensteepolder sprake van een plangebied buiten bestaand stedelijk gebied resulterend in nieuw substantieel ruimtebeslag voor bebouwing van de beoogde ontwikkeling.

64 Voor de inwerkingtreding van VRM op 1 augustus 2014 werd door het gemeentebestuur de Torensteepolder en de Molenpolder als binnenstedelijk aangeduid, hetgeen was gebaseerd op de bebouwingscontouren. Ontwikkeling kwantitatieve woningbehoefte De woningbehoefteraming (WBR) en de Bevolkingsprognose (BP) zijn het uitgangspunt voor het overleg met de regio's over de reële behoefte aan woningen. De WBR gaat uit van het binnenlands migratiesaldo nul per regio, terwijl de BP uit gaat van een prognose over binnenlandse migratiebewegingen. Daarnaast voert de provincie een kwalitatieve woningmarktverkenning uit op basis van het landelijke woningbehoefteonderzoek (het WoON). Het gaat daarbij om de behoefte aan woningen per financieringsvorm/prijsklasse en woonmilieu. De ramingen en de verkenning worden elke drie jaar uitgevoerd. Deze versies zijn van Tabel 4 Toename gewenste woningvoorraad (Programma Ruimte pagina 18) Gebaseerd op de woningbehoefteraming 2013 bedraagt de toename van de gewenste woningvoorraad voor de periode voor de Hoeksche Waard woningen. Voor de periode bedraagt het aantal woningen SVIR (13 maart 2012 inwerking getreden) In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de rijksambities weergegeven voor Een van de nationale belangen die de SVIR benoemt, is het belang van een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen is nodig om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio s leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen. Om beide te bereiken wordt een ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6, lid 2 Bro). Naast de ladder voor duurzame verstedelijking, is ook een goed en bestendig ontwerp alsook adequate ruimtelijke informatie onderdeel van een gedegen afweging in de planvormende fase. Het behoud van een goed woon- leefklimaat is een belang dat ten grondslag ligt aan de regeling ex artikel 3.1.6, lid 2 Bro. Ladder voor duurzame verstedelijking De ratio achter de Ladder is dat iedere nieuwe stedelijke ontwikkeling nadrukkelijk gemotiveerd en afgewogen moet worden, met oog voor de ontwikkelingsbehoefte van een gebied, maar ook met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en voor de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. Door de wetgever is met de Ladder derhalve beoogd in de toekomst zorgvuldig(er) om te gaan met de schaarse ruimte. De Ladder is in het Bro geïntroduceerd als motiveringsvereiste en niet als materiele norm waar een bestemmingsplan inhoudelijk aan moet voldoen. Dit betekent dat de Ladder geen vastomlijnd resultaat voorschrijft, maar slechts eisen stelt aan de ruimtelijke

65 onderbouwing bij het bestemmingsplan. Het dient als hulpmiddel om tot een concretere invulling van het criterium een goede ruimtelijke ordening (ex artikel 3.1 lid 1 van de Wro) te komen. Artikel 3.1 lid 1 van de Wro biedt reeds voldoende grondslag om bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling waarvan de behoefte onvoldoende is aangetoond, te vernietigen. Om het doel van de Ladder te bereiken, dient de planwetgever die een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk wil maken -al vroeg in het proces- de drie opeenvolgende treden van artikel lid 2 onder a, b en c van het Bro te doorlopen en hierover een verantwoording op te nemen in de plantoelichting. In artikel 1.1.1, lid 1, aanhef en onder i, van het Bro is het begrip nieuwe stedelijke ontwikkeling gedefinieerd. Door de toevoeging andere stedelijke voorzieningen in de definitie, ontstaat een breed toepassingsbereik van de Ladder. Volgens de Afdeling gaat het bij een stedelijke ontwikkeling om elke nieuwe planologische ontwikkeling. Indien is vastgesteld dat het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe stedelijke ontwikkeling moeten de treden van de Ladder worden doorlopen. Die treden houden -kort gezegd- het volgende in. Bij trede 1(onderdeel a) moet de planwetgever beoordelen of de ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Het gaat daarbij om zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve behoefte. De uitspraken van de Afdeling zien veelal op de vraag hoever de verantwoordingsplicht in het licht van deze eerste trede reikt. De actuele regionale behoefte aan een stedelijke ontwikkeling moet aan de hand van concrete gegevens worden aangetoond. Het uitsluitend verwijzen naar opgesteld beleid, waaraan geen actuele regionale behoefteraming ten grondslag ligt, is derhalve onvoldoende. Indien de behoefteraming vastgelegd is in een actueel beleidsdocument, kan ter onderbouwing van trede 1 van de Ladder, wel naar dit document worden verwezen. Hoewel voor de onderbouwing van de actuele regionale behoefte dus kan worden verwezen naar (gemeentelijke) beleidsstukken, kan echter niet worden volstaan met een enkele verwijzing naar dit beleid in de plantoelichting: in de toelichting zal moeten worden gemotiveerd waarom uit de beleidsstukken volgt dat er sprake is van een actuele regionale behoefte aan de beoogde ontwikkeling Aan de hand van concrete gegevens dient de actuele regionale behoefte aan een stedelijke ontwikkeling dus te worden aangetoond. Sec verwijzen naar opgesteld beleid, bijvoorbeeld een structuurvisie, waarin ook geen concrete onderbouwing is opgenomen van de betreffende stedelijke ontwikkeling en de actuele regionale behoefteraming die daaraan ten grondslag ligt, is onvoldoende. Indien de behoefteraming geïncorporeerd in een actueel beleidsdocument, kan echter wel naar dit document worden verwezen. Ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte naar woningen kan door de planwetgever worden verwezen naar regionale woningmarktonderzoeken en woonvisies. Het is daarbij (vanzelfsprekend) wel vereist dat de toelichting overeenstemt met de resultaten van het onderzoek waarna wordt verwezen. Indien in de plantoelichting toch wordt uitgegaan van een grotere woningbehoefte, dient dit aan de hand van concrete gegevens te worden onderbouwd. Dat er een concrete gegadigde aanwezig is voor de voorgenomen stedelijke ontwikkeling is op zichzelf niet voldoende om daarmee de actuele regionale behoefte aan te tonen.

66 Blijkens de nota van toelichting moet het gaan om een geconstateerde en concrete actuele behoefte. Uit het gegeven dat het moet gaan om een geconstateerde behoefte zou kunnen worden afgeleid dat een in de toekomst te verwachten behoefte niet voldoende is. Het actualiteitsaspect in de Ladder moet volgens de Afdeling worden uitgelegd als behoefte aan een stedelijke ontwikkeling die kan worden uitgestreken over de gehele planperiode van tien jaar. Bij trede 2 (onderdeel b) moet door de planwetgever worden beoordeeld of de voorgenomen stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied in de betreffende regio kan worden gerealiseerd, middels herstructurering, transformatie of anderszins. Wat onder bestaand stedelijk gebied moet worden verstaan is gedefinieerd in artikel 1.1.1, lid 1, aanhef en onder h van het Bro. In de Handreiking wordt voor provincies de mogelijkheid geopperd om in een provinciale verordening de afbakening van bestaand stedelijk gebied in woord en/of kaartbeeld vast te leggen. Indien inpassing van de beoogde stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied niet mogelijk is, dient ten slotte onder trede 3 (onderdeel c) te worden beoordeeld in hoeverre de ontwikkeling mogelijk is op locaties die al ontsloten zijn of ontsloten worden door verschillende modaliteiten op een schaal die passend is bij de beoogde ontwikkeling. In het geval dat als uitkomst van het doorlopen van de ladder voor duurzame verstedelijking een passend ontsloten uitleglocatie nodig is (derde trede), hanteert de provincie voorwaarden met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit. De kwaliteitskaart vormt daarbij het ruimtelijk kader. De gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit dienen als handreiking en inspiratiebron voor ruimtelijke kwaliteit bij planontwikkeling in het landelijk gebied en de randen van het stedelijk gebied. Aan deze stap is in de verordening een extra voorwaarde toegevoegd. De ontwikkeling van de betreffende locaties moet ook passen in de doelstellingen en richtpunten van de kwaliteitskaart van de Visie ruimte en mobiliteit. Een uitwerking hiervan is opgenomen in het Programma ruimte. Als het gaat om de ontwikkeling van een locatie met een omvang van meer dan 3 ha moet deze locatie ook zijn opgenomen in het Programma ruimte. Appellant stelt dat de raad met de vaststelling van het bestemmingsplan niet voldoet aan het bepaalde in artikel , tweede lid van het Besluit ruimtelijke ordening gelezen in samenhang met artikel lid 1 van de Verordening Ruimte van de Provincie Zuid- Holland. De overwegingen die ten grondslag liggen aan het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Torensteepolder staan volledig haaks op de in artikel , tweede lid, Bro en artikel lid 1 Verordening Ruimte verankerde uitgangspunten en zijn daarmee, meer in het algemeen, in strijd met de eisen van een goede ruimtelijke ordening. De raad kan, mits deugdelijk gemotiveerd, ervoor kiezen om een uitbreiding mogelijk te maken voordat alle inbreidings- en transformatielocaties zijn benut, indien de actuele regionale behoefte beduidend groter is dan de binnen bestaand stedelijk gebied aanwezige mogelijkheden ter leniging daarvan. ( /1/R2 d.d. 1 juli 2015). Naar het oordeel van appellant wordt hier in dit geval ook niet aan voldaan, aangezien er duidelijk sprake is van een aanbodoverschot in het dure segment (Koop> ).

67 In dit segment bestaat een actuele regionale behoefte aan 60 woningen afgezet tegen een aanbod van 213 woningen (inclusief 79 villawoningen en 45 landgoedwoningen in de Torensteepolder en 17 woningen in Proeftuin voor de gemeente Cromstrijen). Actualisatie woningbouwprogramma Bij de ontwikkeling van de woningbouwopgave is de SER ladder uitgangspunt. Voor alle stedelijke ontwikkelingen geldt het principe van eerst intensiveren van bestaand stedelijk gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en dan pas uitbreiden. De gemeenteraad stelde op 16 februari 2010 gelijktijdig de woonvisie Hoeksche Waard en het woningbouwprogramma voor Cromstrijen vast. De beschikbare ruimte voor woningbouw in Cromstrijen is in de periode vastgesteld op 640 woningen (inclusief de compensatie van 300 woningen voor TNO). Voor Numansdorp Zuid staan 476 woningen in het programma, inclusief 300 voor TNO. Op 15 maart 2011 is bekend gemaakt dat de 300 compensatiewoningen voor TNO definitief uit het programma werden gehaald. Op 21 juni 2011 heeft de gemeenteraad besloten de ontwikkeling van Numansdorp-Zuid gefaseerd uit te laten voeren. Voor de Torensteepolder werden hiervoor 176 woningen ter beschikking gesteld. Op 13 december 2011 heeft de gemeenteraad het woningbouwprogramma Cromstrijen voor de periode vastgesteld op netto woningen, inclusief woningen voor Numansdorp Zuid. Voor de periode gaat het om 803 woningen, inclusief 625 woningen voor Numansdorp Zuid respectievelijk voor de periode woningen, inclusief 875 woningen voor Numansdorp Zuid. De beschikbare ruimte voor woningbouw in Cromstrijen is in de periode vastgesteld op 295 woningen, waarvan 254 bindend, inclusief 176 woningen voor Numansdorp Zuid, en 41 gewenste woningen in het betreffende woningbouwprogramma. Voor de periode is de capaciteit voor Numansdorp-Zuid vastgesteld op woningen, waarvan 176 woningen bindend in het onderhavige bestemmingsplan en woningen gewenst voor de betreffende periode Op 17 december 2013 heeft de gemeenteraad het woningbouwprogramma Cromstrijen voor de periode vastgesteld op netto woningen, inclusief woningen voor Numandorp Zuid. Voor de periode gaat het om 408 woningen, inclusief 276 woningen voor Numansdorp Zuid respectievelijk voor de periode woningen, inclusief 724 woningen voor Numansdorp Zuid. De beschikbare ruimte voor woningbouw in Cromstrijen is in de periode vastgesteld op 245 woningen, waarvan 218 bindend, inclusief 176 woningen voor Numansdorp Zuid, en 27 gewenste woningen in het vastgestelde woningbouwprogramma. Voor de periode is de capaciteit voor Numansdorp-Zuid vastgesteld op woningen, waarvan 176 woningen bindend in het onderhavige bestemmingsplan en 824 woningen gewenst voor de betreffende periode

68 In de uitspraak inzake een aantal reactieve aanwijzingen ( /1/R4) overweegt de Afdeling dat het college van gedeputeerde staten in de brief van 11 maart 2014 aan het college van burgemeester en wethouders en ter zitting naar voren heeft gebracht het ontbreken van een aantoonbare behoefte aan de voorziene woningen als grond voor het geven van de reactieve aanwijzingen te laten vervallen. Volgens het college van gedeputeerde staten blijkt uit de actualisatie Regionale Woonvisie Hoeksche Waard dat het in het bestemmingsplan "Torensteepolder" opgenomen woningbouwprogramma voorziet in een aantoonbare behoefte, die regionaal is afgestemd. Daarmee is volgens het college van gedeputeerde staten voldaan aan artikel 2, eerste lid, van de Verordening Ruimte. In de betreffende brief van 11 maart 2014 wordt door het college van gedeputeerde staten verwezen naar een nieuwe regionale woonvisie welke op 6 februari 2014 is vastgesteld door het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard. Voor de periode is de capaciteit voor de Hoeksche Waard vastgesteld op netto woningen, respectievelijk categorie 1 woningen voor de periode en 805 categorie 2 woningen voor de periode Categorie 1 bevat de plannen of fases van plannen die naar verwachting voor 2020 worden gerealiseerd. Deze categorie voldoet aan WBR2010. Categorie 2 zijn plannen die worden aangesproken als daar marktruimte voor is of het plannen of fases van plannen die uit categorie 1 zijn uitgefaseerd voor realisatie na Voor de gemeente Cromstrijen is het aantal woningen vastgesteld op 261 voor de periode , waarvan respectievelijk 193 categorie 1 woningen (176 Numansdorp Zuid) voor de periode en 68 woningen categorie 2 voor de periode Uiterlijk 1 juli 2015 moet opnieuw een regionale woonvisie worden opgeleverd op basis van WBR Middels brief van 6 januari 2015 heeft Gedeputeerde Staten dit nogmaals duidelijk gemaakt. Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten het Programma ruimte vastgesteld. De ramingen en de verkenning worden elke drie jaar uitgevoerd. De woningbehoefteraming (WBR) en de Bevolkingsprognose (BP) zijn het uitgangspunt voor het overleg met de regio's over de reële behoefte aan woningen. Gebaseerd op WBR2013 bedraagt de toename van de gewenste woningvoorraad voor de Hoeksche Waard woningen, een neerwaartse bijstelling van 8,2% ten opzichte van 2900 woningen in WBR2010. Voor de periode bedraagt het aantal woningen 1.454, een neerwaartse bijstelling van 23,5% ten opzichte van 1900 woningen in WBR2010. Er is dus een verwachte krimp van woningen gedurende de periode in WBR2013. Gebaseerd op BP2013 bedraagt de toename van de gewenste woningvoorraad voor de Hoeksche Waard woningen.voor de periode bedraagt het aantal woningen 1.097, dus een verwachte krimp van woningen gedurende de periode

69 Ten opzichte van 2150 woningen in het vigerende woningbouwprogramma Hoeksche Waard berekent WBR2013 een behoefte van 1765 woningen. Er zijn dus 385 woningen minder nodig dan voorzien in de betreffende periode. In 2014 is door de samenwerkende gemeenten gewerkt aan de regionale programma s voor de ontwikkeling van woonlocaties in de regionale woonvisies. In juli 2014 zijn de nieuwe getallen voor de woningbehoefteraming (WBR 2013) en de bevolkingsprognose (BP 2013) definitief geworden bij de vaststelling van de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM). In de VRM wordt uitgegaan van een aanvaarde actuele regionale woonvisie als toetsingskader voor woningbouwplannen in plaats van een toetsing op de WBR en BP. Bij het ontbreken van een actuele regionale woonvisie wordt teruggevallen op een bandbreedte tussen WBR en BP als toetsingskader. Deze woonvisies bevatten bij aanvaarding door GS, naar huidige inzichten, realistische afspraken over de fasering tot 2020 van woningbouw in gemeenten voor de komende jaren, over het kwalitatieve programma (woonmilieus) voor (sub)regio s en afspraken over monitoring daarvan. Op dit moment hebben alle bestuurlijke regio s een aanvaarde regionale woonvisie. De regio s hebben tot 1 juli 2015 de tijd om hun woonvisie te actualiseren op basis van WBR 2013, zodat deze aansluit bij de VRM. Middels nieuwsbrief van maart 2015 heeft SOHW het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard (oktober 2014) gepubliceerd op haar website. In dit rapport is op pagina 14 voor de periode vanaf 2014 tot 2025 sprake van een woningvoorraad toename voor de Hoekshe Waard en Cromstrijen, respectievelijk van 2300 en 271 woningen. De betreffende documenten zijn bijgevoegd. Op 21 mei 2015 is het Woningbouwprogramma vastgesteld door het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard. Dit Woningbouwprogramma vormt de basis voor de nieuwe Woonvisie welke naar verwachting op 7 juli 2015 wordt vastgesteld door het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard. Vervolgens zal de Woonvisie naar de provincie worden verstuurd. Naar verwachting aanvaarden Gedeputeerde Staten de Woonvisie in september Voor de periode is de capaciteit voor de Hoeksche Waard vastgesteld op netto woningen, respectievelijk categorie 1 woningen voor de periode en 751 categorie 2 woningen voor de periode Voor de gemeente Cromstrijen is het aantal woningen vastgesteld op 433 voor de periode , waarvan respectievelijk 213 categorie 1 woningen voor de periode en 220 woningen categorie 2 voor de periode In het Woningbouwprogramma is de Torensteepolder opgenomen als woningbouwlocatie met gebiedstype dorps woonwijk met 176 woningen. In de brief van het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard d.d. 1 juni 2015 is bevestigd dat het woningbouwproject Torensteepolder is opgenomen in het op 21 mei vastgestelde regionale woningbouwprogramma. Ook is aangegeven dat het project Torensteepolder past binnen de kwalitatieve kaders van de Regionale Woonvisie die in voorbereiding is. In de betreffende brief wordt door SOHW echter niet ingegaan op de vraag in hoeverre het bestemmingsplan voorziet in een actuele regionale behoefte dan wel een geconstateerde en concrete actuele behoefte.

70 Vast staat dat op 1 juli 2015 het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard is besproken tijdens het Raadsledenoverleg (ROHW) als basis voor de nieuwe woonvisie en dus niet het woningbouwprogramma dat is vastgesteld op 21 mei In het betreffende overleg heeft men aangegeven dat de regionale woonvisie in september naar de gemeenteraden komt ter vaststelling. Aanvaarding door provincie wordt verwacht in oktober De provincie Zuid-Holland heeft aangegeven in een brief d.d. 26 maart 2015 dat de regionale woonvisies zijn aanvaard tot 1 juli De provincie heeft de regio s, alsmede Hoeksche Waard, gevraagd een actualisatie van de woonvisie aan te leveren. In oktober 2015 zal definitieve besluitvorming door GS plaatsvinden met betrekking tot de geactualiseerde woonvisies. Voor de tussentijdse periode is in de brief de handelingswijze van de provincie inzake woningbouwplannen toegelicht. Wanneer het plan zowel in de oude als in de nieuwe woonvisie van de regio is opgenomen is de provincie akkoord met de onderbouwing van de woningbouwbehoefte. Omdat het woningbouwproject Torensteepolder is opgenomen in de oude en nieuwe woonvisie van de regio Hoeksche Waard is de provincie, conform de toegelichte handelswijze, akkoord met de onderbouwing van de behoefte van dit plan in het kader van trede 1 van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Ter onderbouwing van de actuele regionale behoefte aan de voorziene woningbouw is in de plantoelichting onder meer verwezen naar de volgende plannen/documenten: Het beeldkwaliteitsplan is een vertaling en concretisering van voorgaande plannen en dient richting te geven naar het beoogde beeld en ruimtelijke kwaliteit. In het Ontwikkelingsbeeld Numansdorp 2030, vastgesteld door de raad op 9 juli 2009, is de ontwikkeling van Numansdorp-Zuid opgenomen. Het met dit bestemmingsplan voorgestelde woongebied en de ontsluitingsweg aan de oostzijde van de kern zijn ontwikkelingen die passen in het Ontwikkelingsbeeld Numansdorp De gemeentelijke Ontwikkelingsvisie 'De Verdieping', vastgesteld door de raad d.d. 1 november 2005, refereert aan de ontwikkelingen in Numansdorp-Zuid door het Masterplan aan te wijzen als zijnde een nadere uitwerking van de gemeentelijke ontwikkelingsvisie. Vanwege de economische crisis en aanverwante marktontwikkelingen zijn de genoemde (woningbouw)aantallen in het Masterplan Numansdorp-Zuid achterhaald. De verwijzingen in de plantoelichting naar voorgaande plannen en beleidsdocumenten met wensbeelden zijn echter niet relevant voor de onderbouwing van de actuele regionale woningbehoefte, daar de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze plannen zijn gebaseerd op eindbeeldplanning en toentertijd vigerende bebouwingscontouren. Bouwen op verwachte groei is niet langer aan de orde. Bovendien hebben deze plannen en visies geen juridische status dan wel kennen geen juridische grondslag. Voorts wordt ter onderbouwing verwezen naar: De Woonvisie Hoeksche Waard en het woningbouwprogramma vastgesteld op 16 februari 2010 door de gemeenteraad van Cromstrijen. Beide plannen vormen het kader voor het lokale volkshuisvestingsbeleid en worden uitgewerkt in concrete programma s voor de verschillende woonprojecten. Binnen de regio is in 2013 de actualisatie van de Woonvisie Hoeksche Waard opgesteld, die vormt samen met de regionale woonvisie Hoeksche Waard en het convenant Regionaal Woningbouwprogramma Hoeksche Waard 2020 het actuele woonbeleid.

71 Vast staat dat deze gehanteerde plannen en visies niet actueel zijn. Derhalve kan aan de hand van deze gegevens niet aannemelijk worden gemaakt dat er ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan sprake is van een actuele behoefte aan de beoogde woningbouwontwikkeling in de Torensteepolder. In de betreffende Woonvisie is vastgelegd dat in de periode 2005 tot 2020 de woning - voorraad toename in de Hoeksche Waard 3250 woningen mag bedragen. Dat is 216 woningen per jaar. Inmiddels zijn 7 jaar voorbij en in die periode realiseerde men in de Hoeksche Waard 1355 woningen; dat is 194 woningen per jaar. Voor de resterende 8 jaar zijn er dus nog 1895 over, wat neerkomt op 236 woningen per jaar. In het actualisatiedocument van de Regionale Woonvisie is vermeld dat voor de periode 2012 tot en met 2019 de benodigde uitbreiding bijna woningen bedraagt. Dit betekent een gemiddelde uitbreiding van ongeveer 200 woningen per jaar voor de Hoeksche Waard. Voorts heeft de raad toegelicht dat met de andere gemeenten in de Hoeksche Waard afspraken zijn gemaakt over het regionale woningbouwprogramma. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Convenant Regionaal Woningbouwprogramma Hoeksche Waard 2020 van 3 oktober In dit convenant is vermeld dat uitgangspunt is een bouwniveau van gemiddeld 200 woningen per jaar, ongeveer overeenkomend met woningen in de periode 2012 tot Daarmee wordt niet het geheel het vastgelegde kader benut, omdat dat op dit moment niet past bij de huidige conjunctuur. In een nog vast te stellen regionaal woningbouwprogramma wil de regio vastleggen om 200 woningen per jaar aan de voorraad toe te voegen. Het Convenant Regionaal Woningbouwprogramma Hoeksche Waard 2020 is op 3 oktober 2013 door de vijf samenwerkende gemeenten in de Hoeksche Waard is ondertekend. In het regionaal woningbouwprogramma vastgesteld op 21 mei 2015 wordt per jaar echter de volgende aantallen aan de woningvoorraad toegevoegd: Voor de periode Voor de periode Voor de periode Voor de periode Voor de periode Daarmee wordt het vastgelegde kader aanzienlijk overschreden. In de plantoelichting wordt niet ingegaan op de overschrijding. Vast staat dat WBR2013 met 8,2% naar beneden is bijgesteld in vergelijking met WBR2010 voor de periode tot en met 2029, terwijl het regionaal woningbouwprogramma 2015 Hoeksche Waard met 21,3% naar boven is bij gesteld ten opzichte van 2014, namelijk een woningvoorraad toename van in 2014 naar woningen in Deze stijging van 505 woningen is grotendeels toe te schrijven aan de toename voor de gemeente Cromstrijen met 475 woningen.

72 Vast staat dat de regio Hoeksche Waard als anticipeergebied is benoemd en dat met een verwachte krimp van woningen rekening is gehouden in WBR2013 gedurende de periode In het vastgestelde regionale woningbouwprogramma wordt nagelaten te anticiperen op dit mogelijke overschot scenario na Vast staat dat in december 2013 het door de gemeente Cromstrijen vastgestelde woningbouwprogramma is bepaald op woningen, hetgeen bijna net zo groot is als de provincie heeft beraamd voor de hele Hoeksche Waard voor de betreffende periode namelijk woningen in het Programma Ruimte conform WBR Vast staat dat er sprake is van een opmerkelijke stijging voor de gemeente Cromstrijen tussen de vastgestelde woningbouwprogramma s van 2014 en 2015, respectievelijk van 261 naar 433 woningen voor de periode en van 273 woningen naar 748 woningen voor de periode Voorts is niet duidelijk welke verdeelsleutel is gehanteerd. Tevens is het opmerkelijk dat in maart 2015 door SOHW nog rekening werd gehouden met 271 woningen voor de gemeente Cromstrijen vanaf 2014 tot Ten opzichte van 433 woningen voor de gemeente Cromstrijen in het vastgestelde woningbouwprogramma berekent WBR2013 een behoefte van 234 woningen. Er zijn dus 199 woningen minder nodig dan voorzien in de betreffende periode. Uit het onderzoek van KuiperCompagnons blijkt bovendien dat binnen de regio meer woningbouwplannen gepland zijn in de prijsklasse Koop en Koop > dan de absolute woningbehoefte voor de periode In de dure segmenten bestaat een behoefte aan 140 woningen afgezet tegen een aanbod van 260 woningen. Het betreffende onderzoek bevestigt de trend dat het vraagoverschot zich beperkt tot de goedkope en het aanbodoverschot tot de dure segmenten. In de Torensteepolder is een onderscheid te maken naar het noordelijk deel waar 100 woningen worden gerealiseerd in een dichtheid van 15 woningen per hectare en het zuidelijk deel (79 kavels) met een lagere dichtheid (6 woningen per hectare). Er wordt gebouwd in een zeer lage dichtheid, met grote ruime kavels van tot m2 in een exclusief woonmilieu. Ervan uitgaande dat de bouwkavels circa euro 250 per m2 gaan kosten en rekening houdend met een aanneemsom van euro tot euro , vallen deze exclusieve villawoningen in de prijsklasse (Koop > ). In het landgoederengebied in de Torensteepolder te Numansdorp Zuid wordt door Veldhoen & Romeijn bouwkavels aangeboden van ca m2 voor een koopsom van euro v.o.n. De kavels bevinden zich op de huizenkavels van de landgoederen. Deze huizenkavels hebben een centrale entree en kunnen eventueel middels een centrale poort worden afgesloten. De landgoederen in dit project zijn ruim m2 en kosten euro v.o.n. Momenteel zijn 15 van de 16 landgoederenkavels nog niet verkocht met een capaciteit voor 48 landgoedwoningen (max. 3 wooneenheden per landgoed). In Mijnheerenland kosten de bouwkavels van 600 tot m2 in plan Hofwijk circa euro 500 per m2 en wordt rekening gehouden met een aanneemsom van euro tot euro Derhalve vallen deze woningen in de prijsklasse (Koop > ). Het plan omvat 48 woningen. Inmiddels zijn er 26 woningen (fase 1) verkocht, waarvan 14 woningen reeds in 2014 zijn gerealiseerd.

73 Bezien in het licht van de voorgaande bevindingen is niet dan wel onvoldoende aangetoond dat de geplande woningen in de Torensteepolder voorzien in een actuele kwantitatieve en kwalitatieve behoefte en wordt derhalve niet voldaan aan de eisen terzake van trede 1 van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Voorts staat vast dat er in de gemeente Cromstrijen geen sprake is van een situatie dat de actuele regionale behoefte beduidend groter is dan de binnen bestaand stedelijk gebied aanwezige mogelijkheden ter leniging daarvan. De gemeente Cromstrijen heeft adviesbureau Rho als onafhankelijk adviesbureau gevraagd onderzoek te doen naar de inhoudelijke, programmatische en ruimtelijke haalbaarheid van de locatie t Hooft en Van Prooijen als alternatief voor de Torensteepolder. Uit het advies van Rho blijkt dat de locatie fysiek onvoldoende ruimte biedt voor het realiseren van de beoogde ontwikkeling qua programma en woningdichtheid. Daarnaast kan de doelstelling om Numansdorp te verbinden met de rivier niet worden gehaald als alleen het bestaand stedelijk gebied in de Molenpolder wordt herontwikkeld. In de Molenpolder is namelijk een ander programma voorzien met een specifieke inrichting gericht op waterrecreatie en appartementen. De gemeente voorziet de ontwikkeling van de Molenpolder in zijn geheel op langere termijn. Anders dan Rho meent en als uitgangspunt voor haar memoranda heeft gehanteerd, dient niet te worden onderzocht of de in de Torensteepolder beoogde ontwikkeling eventueel zou kunnen worden gerealiseerd op het voormalige houthandelterrein in de Molenpolder. De relatie met het voor de Torensteepolder beoogde woningbouwprogramma van 176 woningen met de in het bestemmingsplan voorziene dichtheid is door de afdeling niet gelegd. De analyse van Rho miskent -door dat wel te doen- dat de uitspraak van de Afdeling er in de kern op neer komt dat door de Raad onvoldoende inzichtelijk is gemaakt dat een woningbouwontwikkeling (voor onder andere senioren en starters) op het t Hooft en Van Prooijen-terrein niet haalbaar zou zijn. Een en ander geldt evenzo voor de analyse en berekening van Rho terzake de beoogde ontsluiting van de Molenpolder als geheel. Het gaat in dezen louter om de ontsluiting van de op het voormalige t Hooft en Van Prooijen-terrein te ontwikkelen woonbebouwing. Verder hanteert Rho de volgende uitgangspunten in haar analyses: Volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid ongewijzigd van kracht. Uitgevoerde verkeersrapporten en studies voldoen aan een actuele regionale behoefte. Geen seniorenhuisvesting en woningen voor starters op het voormalige houthandelterein. Hanteert een gemiddelde dichtheid van 15 woningen per hectare in plaats van 25 woningen per hectare voor het houthandelterrein gelegen in bestaand stedelijk gebied. (Actualisatie 2013 Woonvisie Hoeksche Waard: richtsnoer dichtheid 25 woningen per ha. in inbreidingslocaties en bij uitbreidingslocaties dichtheden van circa 15 woningen per ha.) Locatie houthandelterrein is niet geschikt om het beoogde programma te verwezenlijken.

74 Voorts heeft de gemeente het onafhankelijke adviesbureau Stec-groep gevraagd een overzicht te maken van de ontwikkelkosten van de locatie t Hooft en Van Prooijen met betrekking tot de financiële haalbaarheid. Het plangebied van het bestemmingsplan voor de 179 woningen in de Torensteepolder is 29 ha groot. De netto oppervlakte van het plangebied bedraagt 25 ha. In haar berekening/analyse is door Stec rekening gehouden met 18 ha. De locatie houthandelterein ligt in de Molenpolder en heeft een oppervlakte van 10 ha. Het voormalige t Hooft en Van Prooijen-terrein is eigendom van Ontwikkelingsmaatschappij Numansdorp BV en wordt door de provincie aangemerkt als BSD gebied. In haar berekening/analyse is door Stec rekening gehouden met 7 ha. Voorgaande uitgangspunten waarop het advies van Stec is gebaseerd zijn onjuist, zodat reeds daarom de bevindingen en de conclusies evenzo onjuist zijn. Tevens is door Stec en Rho geen rekening gehouden met een gemiddelde dichtheid van 25 woningen per hectare zoals deze te doen gebruikelijk is voor een inbreidingslocatie als het houthandelterrein gelegen binnen BSD gebied. Toepassing van 25 woningen per ha betekent dat op 10 ha maximaal 250 woningen voor senioren en starters zouden kunnen worden gerealiseerd. In WBR 2013 wordt voor de gemeente Cromstrijen een behoefte berekend van 169 woningen voor de periode en 65 woningen voor Rekening houdend met het gegeven dat op de locatie Proeftuin 17 woningen zijn voorzien, resteert een behoefte van 217 woningen voor de periode Deze beperkte behoefte zou derhalve zonder noemenswaardige problemen aangewend kunnen worden door op het houthandelterein woningen voor senioren en starters te realiseren. Als gevolg van de beperkte ontwikkeling in Numansdorp (Zuid) kan worden volstaan met het benutten van de bestaande wegenstructuur ten behoeve van een goede afwikkeling van de geringe verkeerstoename. Dit is in overeenstemming met het principe van de ladder van Verdaas (benutten voor bouwen). In haar berekening/analyse is door Stec ten onrechte rekening gehouden met de aanleg van een westelijke ontsluitingsweg er vanuit gaande alsof er sprake zou zijn van volledige ontwikkeling van de Molenpolder dan wel Numansdorp Zuid. Voor de goede orde Stec heeft niet beoordeeld in hoeverre de voorgestelde ontsluiting verkeerskundig vereist is, daar Stec louter de uitgangspunten heeft gehanteerd opgegeven door de gemeente Cromstrijen of door externe adviseurs. Voorts heeft Stec de opbrengsten uit de uitgifte van de woningen ten bedrage van circa euro 20.3 miljoen schromelijk onderschat. Hiervoor is door Stec gebruik gemaakt van referentieprijzen van woningen en kavels van nabijgelegen locaties en gemeenten. In het nabijgelegen landgoederengebied wordt bouwkavels aangeboden van ca m2 voor een koopsom van euro v.o.n., terwijl in Mijnheerenland de bouwkavels van 600 tot m2 in plan Hofwijk circa euro 500 per m2 bedragen. Derhalve zou de uitgifte van de 179 kavels ongeveer euro 30 tot 35 miljoen moeten kunnen opbrengen, uitgaande van euro 200 tot 250 per m2. Op grond van het voorgaande is duidelijk gebleken dat aan de gehanteerde uitgangspunten zodanige gebreken kleven dat er geen sprake is van een actuele kwantitatieve en kwalitatieve behoefte voor de beoogde ontwikkeling in Cromstrijen.

75 Gegeven de onjuiste uitgangspunten in de memoranda van KuiperCompagnons, Rho en Stec kan geen redelijke verwachting bestaan dat het bestemmingsplan Torensteepolder thans wel Ladderproof de eindstreep haalt. Verkeersonderzoek In de plantoelichting wordt door het gemeentebestuur gesteld dat met de oostelijke ontsluitingsweg sprake is van een ontsluiting die voldoet aan het actuele verkeersbeleid. Uit verschillende onderzoeken ( Verkeersontsluiting Torensteepolder, Goudappel Coffeng, 14 april 2015, Verkeerscirculatieplan Numansdorp, Megaborn november 2012, en het GVVP en diverse eerdere studies die in die rapporten worden aangehaald is gebleken dat een alternatieve ontsluiting moet worden gerealiseerd buiten de locatie. Dit geldt voor de totale ontwikkeling. De relevante verkeersonderzoeken zijn uitgevoerd door deskundige bureaus op basis van door de gemeente vastgelegde uitgangspunten. Het betreft de volgende studies inzake het Masterplan Numansdorp Zuid. - Goudappel Coffeng 21 juni 2006 ( woningen ) - Goudappel Coffeng 15 oktober 2010 ( woningen ) - Megaborn van 2 mei 2011 ( woningen ) - Megaborn 21 november 2012 ( woningen ) Middels brief van 30 augustus 2013 (RenC/RO/ ) stelt de gemeente dat de vastgelegde uitgangspunten respectievelijk opdrachtformuleringen alleen betrekking op de onderzoeken uitgevoerd door Megaborn. Tevens wordt gesteld dat de betreffende onderzoeken door Goudappel Coffeng niet in opdracht van de gemeente zijn uitgevoerd en dat men dan ook niet beschikt over de opdrachten die ten grondslag liggen aan deze onderzoeken. De onderzoeken door Goudappel Coffeng zijn in opdracht van Midstate uitgevoerd. Voor wat betreft de Megaborn onderzoeken gaat het om de volgende vastgelegde uitgangspunten: Opdrachtformulering Verkeersontsluiting Numansdorp-Zuid (Megaborn 2 mei 2011) Rekening dient te worden gehouden met volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid met 476 woningen en 600 recreatiewoningen, 150 seniorenwoningen, 12 landgoederen met maximaal 3 wooneenheden en maximaal 400 ligplaatsen in de haven ( woningen ). Voorts dient men het GVVP , het Collegewerkprogramma en het onderzoek ontsluiting Molenpolder en Torensteepolder (Goudappel Coffeng 21 juni 2006) als uitgangspunt te betrekken bij dit onderzoek (programma van eisen 21 december 2010). Opdrachtformulering Verkeerscirculatieplan (Megaborn 21 november 2012) Rekening dient te worden gehouden met het Collegeprogramma , het GVVP en het voorontwerpbestemmingsplan Torensteepolder. Voorts dient men het onderzoek ontsluiting Molenpolder en Torensteepolder (Goudappel Coffeng 21 juni 2006) en de eindrapportage verkeersontsluiting Numansdorp Zuid (Megaborn 2 mei 2011) als uitgangspunt te betrekken bij dit onderzoek.

76 Op basis van de uitgangspunten zoals uitgewerkt in het Verkeerscirculatieplan, wordt er rekening gehouden met woningen respectievelijk woningen in de Molenpolder en 357 woningen in de Torensteepolder. Het betreft 600 recreatiewoningen, 290 zorgwoningen, 36 landgoedwoningen en 603 nieuwe woningen. (bron: programma van eisen 10 januari 2012) Kanttekening: Het is merkwaardig dat in beide studies verwezen wordt naar het onderzoek ontsluiting Molenpolder en Torensteepolder (Goudappel Coffeng 21 juni 2006), terwijl men niet beschikt over de vastgelegde uitgangspunten. Bovendien is het verkeersonderzoek in het bestemmingsplan Torensteepolder uitgevoerd door Goudappel Coffeng in opdracht van Midstate. Goudappel Coffeng In opdracht van Midstate heeft Goudappel Coffeng in 2006 en in 2010 onderzoek uitgevoerd naar de verkeersontsluiting van de ontwikkeling van de Torenstee- en Molenpolder ten zuiden van Numansdorp. Goudappel Coffeng d.d. 21 juni 2006 Variantenstudie Verkeersontsluiting Projectomschrijving; Midstate is voornemens in samenwerking met de gemeente Cromstrijen de Torenstee- en Molenpolder te ontwikkelen voor (recreatieve) woningbouw. Dit onderzoek heeft tot doel de meest optimale ontsluiting te bepalen vanuit het te ontwikkelen gebied naar bestaand Numansdorp en de aansluiting op het overige wegennet (A29). In de Variantenstudie van Goudappel Coffeng wordt aangegeven dat op basis van verkeerskundige argumenten de voorkeur wordt gegeven aan het zoveel mogelijk gebruik maken van de bestaande infrastructuur om het verkeer van/naar de Molenpolder (1.000 woningen) en Torensteepolder (1.554 woningen) af te wikkelen. De realisatie van de plannen in Numansdorp Zuid betekent een toename van de verkeersintensiteit met mvt/etmaal (Molenpolder) en mvt/etmaal (Torensteepolder). Het uitgangspunt voor de ontsluiting van de Torensteepolder en Molenpolder is zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande infrastructuur en geen nieuwe westelijke randweg aan te leggen. Ontsluiting via bestaande westelijke ontsluiting en een doorgetrokken Wethouder van der Veldenweg (Variant 2) is verkeerskundig gezien de beste optie,vanwege relatief weinig aanpassingen van het wegennet /infra-structuur en bovendien goed mogelijk in combinatie met afsluiten/verluwen van het centrum (Variant 2b). De Molenpolder wordt in principe afgewikkeld via de Molendijk en Volgerlandseweg. De Torensteepolder wordt zoveel mogelijk afgewikkeld via de Wethouder van der Veldenweg. Goudappel Coffeng d.d. 15 oktober 2010 Aanpassing Verkeerskundige Analyse Het recent voorgestelde plan voor ontwikkeling van de Molen- en Torensteepolder ten zuiden van Numansdorp omvat voornamelijk de ontwikkeling van de Molenpolder. In de Torensteepolder is slechts in een deel van het gebied ontwikkeling gepland (140 woningen), maar die ontwikkeling is veel kleiner dan de ontwikkeling waar mee is gerekend in de rapportage over de verkeersontwikkeling in 2006 (1.554 woningen). Omdat de Torensteepolder niet volledig wordt ontwikkeld, is de groei van het verkeer aan de oostkant van Numansdorp zeer gering. Daardoor is ten opzichte van de oorspronkelijke variant de verkeersdruk op de wegen ten oosten van Numansdorp veel kleiner en valt met de beperkte ontwikkeling ook een groot deel van de argumentatie weg om te kiezen voor

77 verlenging van de oostelijke randweg. In de aanpassing verkeerskundige analyse is nog slechts sprake van 140 woningen in de Torensteepolder en woningen in de Molenpolder. Dientengevolge stelt Goudappel Coffeng in haar rapport dat als gevolg van de beperkte ontwikkeling in Numansdorp Zuid kan worden volstaan met het streven naar het benutten van de restcapaciteit op het (omliggende) wegennet van Numansdorp. Dit is in overeenstemming met het principe van de ladder van Verdaas (benutten voor bouwen). De realisatie van de plannen in Numansdorp Zuid betekent een toename van de verkeersintensiteit met mvt/etmaal (Molenpolder) en mvt/etmaal (Torensteepolder). Megaborn d.d. 2 mei 2011 Verkeersontsluiting Numansdorp-Zuid (Plantoelichting bijlage 12) Doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van de ontsluitingsmogelijkheden van het plan en het bepalen van de verkeerskundig, ruimtelijke en planologische consequenties van Numansdorp Zuid waarbij de uitgangspunten in het GVVP in acht werden genomen (geen zwaardere belasting centrale as en Voorstraat). Voor dit onderzoek was het Masterplan (2010) leidend waarbij werd uitgegaan van een volledige ontwikkeling van het plan Numansdorp zuid tot 2020 (Molenpolder en Torensteepolder). In het verleden zijn er diverse studies verricht naar de ontsluiting van dit te ontwikkelen gebied. Door Goudappel Coffeng is in 2006 en in 2010 een analyse uitgevoerd naar de verkeersontsluiting. In het Megaborn rapport is rekening gehouden met woningen, respectievelijk woningen in de Molenpolder en 90 woningen in de Torensteepolder (54 woningen en 36 landgoedwoningen). Bij volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid komt Megaborn in het rapport tot de volgende conclusies: In de studie van Goudappel Coffeng ( 2006 en 2010 ) wordt aangegeven dat op basis van verkeerskundige argumenten de voorkeur wordt gegeven aan het zoveel mogelijk gebruik maken van de bestaande infrastructuur om het verkeer van/naar de Molenpolder en Torensteepolder af te wikkelen. In dit onderzoek wordt wel aangegeven dat ter voorkoming van de extra belasting op bestaande wegen er een verbinding gerealiseerd zou kunnen worden tussen de Molenpolder en de Torensteepolder. De bestaande wegen zijn de Schuringsedijk en de Molendijk. De knelpunten die in de eerdere studies worden gesignaleerd op de Schuringsedijk en de Molendijk, komen naar voren in variant 2. Als er geen goede oplossing wordt gerealiseerd voor het verkeer naar het centrumgebied zal dit, vanaf het plangebied Numansdorp-zuid, via deze wegen rijden. Deze wegen zijn te smal en de leefbaarheid daar zal afnemen. (Variant 2: toekomstige situatie, met aanpassing infrastructuur De aanleg van een oostelijke randweg zorgt voor een afname van het verkeer op de Voorstraat. De Schuringsedijk en Molendijk daarentegen zullen zwaarder worden belast om ervoor te zorgen dat (een deel van) het verkeer vanuit de Molenpolder bij de oostelijke randweg terecht komt. Ruimtelijk gezien heeft een oostelijke randweg consequenties voor

78 woningen aan de Goudvink. Voor de aanleg van een oostelijke randweg dient het bestemmingsplan Cromstrijen landelijk gebied, 1e herziening te worden aangepast). Om deze knelpunten te voorkomen is er een westelijke ontsluiting wenselijk voor de bereikbaarheid van het centrumgebied. Ten behoeve van Numansdorp-zuid is het echter niet noodzakelijk om een volledige westelijke randweg te realiseren. Het gemotoriseerd verkeer richting de A29 heeft altijd een alternatief via de Molendijk, 3e Dwarsweg en de Volgerlandseweg. Na realisatie van een volledige westelijke randweg zal er uiteraard wel verkeer vanuit Numansdorp- zuid via deze nieuwe weg rijden richting de A29, aangezien dit dat een kortere route zal zijn. Ook voor bewoners van bepaalde wijken in Numansdorp wordt dit de kortste route. Een volledige westelijke randweg zou een oplossing kunnen zijn voor de verkeersproblemen op de centrale as van Numansdorp-zuid. Het nadeel is echter wel dat de route via de centrale as vanuit bepaalde bestaande wijken de kortste route zal blijven. Belangrijk zal het zijn om aanvullende verkeersmaatregelen op de centrale as aan te brengen om deze route minder aantrekkelijk te maken. Het instellen van éénrichtingsverkeer als maatregel om het verkeer te sturen vormt een mogelijke oplossing. Kanttekening: Na vaststelling van voornoemd onderzoek besloot de gemeenteraad op 21 juni 2011 tot het aanbrengen van een fasering in de uitvoering van Numansdorp Zuid. Concreet houdt dit in dat enkel de Torensteepolder tot 2020 gerealiseerd wordt. De woningaantallen waarop dit onderzoek gebaseerd is voor het deelgebied Torensteepolder komen niet langer overeen. Megaborn d.d. 21 november 2012 Verkeerscirculatieplan Numansdorp (Plantoelichting bijlage 14) In samenwerking met Midstate ontwikkelt de gemeente Cromstrijen de Torensteepolder. In deze polder wordt een nieuwe woonwijk gerealiseerd met in eerste instantie 176 woningen. Deze nieuwe woonwijk zal extra verkeersbewegingen met zich meebrengen. Als resultaat van eerder verrichte onderzoeken naar deze extra verkeersbewegingen en de effecten hiervan wordt, ter ontsluiting van deze nieuwe woonwijk, een nieuwe ontsluitingsweg gerealiseerd die aansluit op de bestaande Wethouder van der Veldenweg. Naast de ontwikkelingen in de Torensteepolder zijn er (mogelijk) voor de verdere toekomst ruimtelijke ontwikkelingen te verwachten in de Molenpolder. Doel van dit onderzoek was het in beeld brengen van de huidige verkeersstromen in de kern Numansdorp en het bepalen van de verkeerseffecten op korte termijn en op lange termijn ten gevolge van de ruimtelijke ontwikkelingen in Numansdorp. Het VCP brengt een aantal scenario s in beeld rekeninghoudend met deze toenemende verkeersbewegingen. De twee scenario s die nader onderzocht zijn, zijn het instellen van eenrichtingsverkeer in de Voorstraat op korte termijn ( ) of het volledig afsluiten van de Voorstraat op lange termijn (2020 en verder). Bij het bepalen van de verkeerseffecten ten gevolge van de ruimtelijke ontwikkelingen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Verkeersproductie en attractie van de ruimtelijke ontwikkelingen en de verkeerstoedeling overeenkomstig eerdere studies: Torensteepolder (Goudappel Coffeng, november 2011) en Verkeersontsluiting Numansdorp Zuid (Megaborn, mei 2011); - Eenrichtingsverkeer Voorstraat in zuidelijke richting; - Fortlaan wordt voor gemotoriseerd verkeer afgesloten;

79 - Nieuwe oostelijke ontsluitingsweg niet bereikbaar vanaf Schuringsedijk en vanaf de oostelijke ontsluitingsweg is het niet mogelijk de Schuringsedijk op te rijden; In het VCP wordt door Megaborn rekening gehouden met woningen, respectievelijk 357 woningen tot 2020 in de Torensteepolder en woningen vanaf 2020 in de Molenpolder. Kanttekening: Het gewijzigde masterplan vastgesteld op 11 mei 2010 behelst de bouw van woningen respectievelijk woningen in de Molenpolder en 90 woningen in de Torensteepolder (54 woningen en 36 landgoedwoningen). In de Plantoelichting wordt door het gemeentebestuur gesteld dat de gemeenteraad heeft uitgesproken dat geen verdere verkeersdruk en belasting op de bestaande wegen in het centrum gewenst is. Dit is tevens uitgangspunt geweest voor het Verkeerscirculatieplan Numansdorp (Megaborn november 2012) op basis waarvan in 2014 eenrichtingsverkeer is ingesteld op een aantal wegen. Megaborn d.d. 25 november 2013 (Plantoelichting bijlage 15) Aanvullend Numansdorp-Zuid In het kader van de ontwikkeling van Numansdorp-Zuid is door Megaborn in mei 2011 een verkeersstudie verricht naar de verkeersontsluiting van dit gebied. Destijds werd uitgegaan van een ontwikkeling in zowel de Molenpolder als de Torensteepolder. Door diverse ontwikkelingen is het woningbouwprogramma aangepast. De Molenpolder wordt vooralsnog niet ontwikkeld en in de Torensteepolder worden mogelijk in totaal 75 woningen en circa 20 tot 40 zorgappartementen gebouwd, in plaats van de geplande 176 woningen. In het Megaborn rapport 2 mei 2011 is rekening gehouden met woningen, respectievelijk woningen in de Molenpolder en 90 woningen in de Torensteepolder (54 woningen en 36 landgoedwoningen). Kanttekening: In de plantoelichting wordt door het gemeentebestuur gesteld dat met de oostelijke ontsluitingsweg sprake is van een ontsluiting die voldoet aan het actuele verkeersbeleid. Ook het adviesbureau Megaborn, dat is ingeschakeld door de gemeente Cromstrijen, heeft onderschreven dat de oostelijke ontsluitingsweg noodzakelijk is. De notitie van Megaborn waarin dit wordt gemotiveerd is opgenomen in bijlage 15 van de plantoelichting. Megaborn d.d. 6 mei 2015 (Plantoelichting bijlage 17) Reactie inzake wijzigingen bestemmingsplan Torensteepolder De verschillende opmerkingen die door ons (Megaborn) in de reactienota van 17 maart 2015 zijn gemaakt zijn op een goede wijze verwerkt in het rapport Verkeersontsluiting Torensteepolder van 14 april 2015 (Goudappel Coffeng). Daarnaast vormt de tekst in hoofdstuk 5 van de plantoelichting Mobiliteit een goede toelichting op de gewenste toekomstige verkeersontsluiting voor de Torensteepolder. Verkeerskundig kunnen wij hiermee instemmen, dit is overeenkomstig de door Megaborn opgestelde notitie van 25 november 2013 waarin wij aangeven dat een oostelijke verkeersontsluiting voor het nieuw te ontwikkelen woningbouwgebied Torensteepolder noodzakelijk is om (extra) verkeersbelasting op de bestaande wegen in Numansdorp te voorkomen. Kanttekening: De betreffende reactienota van 17 maart 2015 is doorgestuurd aan de opstellers van het bestemmingsplan en Goudappel Coffeng. De notitie van 25 november 2013 is gebaseerd op slechts 75 woningen in de Torensteepolder.

80 Vast staat dat Goudappel Coffeng het rapport van Megaborn als uitgangspunt heeft gebruikt en Megaborn in haar onderzoek refereert naar studies van Goudappel Coffeng uit 2006 en Nota van Zienswijzen d.d. 2 juli 2013 In de openbare eindrapportage van Megaborn van 2 mei 2011 is een analyse gemaakt van de huidige situatie. Daaruit blijkt dat in de huidige situatie al sprake is van problemen op de centrale as (pagina 5). Een verdere toename van het verkeer op de centrale as door de ontwikkeling van Torensteepolder achten wij verkeerskundig niet verantwoord. De oostelijke ontsluitingsweg is volgens Megaborn noodzakelijk indien er 50 woningen of meer gebouwd gaan worden. Uitgangspunt is dat de centrale as niet verder belast mag worden, inclusief de Fortlaan die verkeersluw moet worden. In het onderzoek van Goudappel Coffeng van 2 oktober 2010 (bijlage 3 van het ontwerpbestemmingsplan) is rekening gehouden met de ontwikkeling van zowel de Molenen Torensteepolder. Om de centrale as, die qua verkeersdruk aan zijn capaciteit zit, niet verder te belasten, zal verkeer uit de nieuwe ontwikkelingen via alternatieve wegen moeten worden geleid. Om de verkeersdruk te verdelen wordt het autoverkeer van de Molenpolder ontsloten via de Molendijk en de Torensteepolder via de oostelijke ontsluitingsweg. De Molendijk heeft te weinig capaciteit om beide polders te ontsluiten. De nieuwe ontsluitingsweg is dan ook de eerste fase van de ontsluiting van het totaal plan. Kanttekening: In de nota van zienswijzen van 2 juli 2013 wordt op pagina 12/13 door het college gesteld dat de oostelijke ontsluitingsweg noodzakelijk is indien er 50 woningen of meer gebouwd gaan worden, terwijl daarentegen Goudappel Coffeng ( oktober 2010) en Megaborn ( mei 2011 ) juist stellen dat bij een beperkte ontwikkeling van Numansdorp Zuid onderscheidenlijk de Torensteepolder een groot deel van de argumentatie wegvalt om te kiezen voor verlenging van de oostelijke randweg en dat kan worden volstaan met het streven naar het benutten van de restcapaciteit op het (omliggende) wegennet. Middels brief van 11 juli 2013 (RenC/RO/ ) wordt door het college toegelicht dat haar stellingname is gebaseerd op het aantal van 54 woningen door Megaborn als uitgangspunt gehanteerd voor woningbouw in de Torensteepolder conform masterplan. Toetsing onderzoeksbureau Rho van 5 december 2014 Uit verschillende onderzoeken (Goudappel Coffeng oktober 2011, Megaborn mei 2011 en november 2012, Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (Breijn 2008) en GVVP (september 2013) alsmede diverse eerdere studies die in die rapporten worden aangehaald) is gebleken dat nieuwe wegen moeten worden gerealiseerd. Dit geldt voor de totale ontwikkeling, of deze nu in de Molenpolder of in de Torensteepolder wordt gerealiseerd, aldus de gemeente Cromstrijen (memo van Rho d.d. 5 december 2014). Voorts stelt onderzoeksbureau Rho; hoe de stedelijke ontwikkeling ook afgebakend wordt, (de totale woningbouw-ontwikkeling inclusief infrastructuur, de gehele ontsluitingsweg vanaf de (nieuwe) woonbestemming of uitsluitend de ontsluitingsweg ten noorden van de Schuringsedijk) op grond van wat nu bekend is kan worden aangenomen dat er sprake is van een actuele behoefte die regionaal is afgestemd. Indien uitsluitend de weg bedoeld wordt, gaan we er vooralsnog vanuit dat de uitgevoerde verkeersrapporten (Goudappel Coffeng oktober 2011, Megaborn mei 2011, Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (Breijn 2008) de regionale behoefte voldoende aantonen.

81 Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (Breijn d.d. 12 november 2008) In 2008 stelde de gemeente Cromstrijen het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) vast. In 2009 stelde de gemeente een Uitvoeringsprogramma GVVP vast waarin de maatregelen voortkomend uit het GVVP worden benoemd en in tijd worden uitgezet. De betreffende maatregelen inzake de ontsluiting van de beoogde ontwikkeling in Numansdorp Zuid zijn gebaseerd op een variantenstudie van 2 juni 2006 uitgevoerd door Goudappel Coffeng. In deze variantenstudie is rekening gehouden met 2,554 woningen inzake de ontwikkeling ten zuiden van Numansdorp, respectievelijk woningen in de Molenpolder en woningen in de Torensteepolder. De realisatie van de plannen in Numansdorp Zuid betekent een toename van de verkeersintensiteit met mvt/etmaal (Molenpolder) en mvt/etmaal (Torensteepolder) De Burgemeester de Zeeuwstraat heeft in de huidige situatie een verkeersintensiteit van mvt/etmaal. De huidige en de verwachte verkeersintensiteiten samen, resulteren in een totale verkeersintensiteit van mvt/etmaal, een toename van mvt/etmaal. In het GVVP wordt tevens vermeld dat de aanleg van een nieuwe weg vanaf de oostelijke ontsluitingsweg (Wethouder van der Veldenweg) tot aan de Schuringsedijk noodzakelijk is om het gebied Torensteepolder voldoende te ontsluiten en hiermee de bereikbaarheid van deze wijk met woningen te garanderen. Kanttekening: Het is merkwaardig dat het College stelt in haar brief (RenC/RO/ ) van 11 juli 2013 dat er nu bij 454 mvt/etmaal sprake is van een meer dan een significante toename van het verkeer, terwijl in het GVVP sprake is van een toename van mvt/etmaal en in het recente verkeerscircualtieplan van 21 november 2012 sprake is van een toename van circa mvt/etmaal. Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (d.d. 20 augustus 2013) De gemeenteraad heeft op 24 september 2013 het GVVP vastgesteld. Het GVVP is een beleidsdocument waarin de toekomstvisie op het gebied van verkeer en vervoer op korte, middellange en lange termijn wordt vastgelegd en is tevens een leidend instrument in de ruimtelijke ordening. Recente ontwikkelingen alsook resultaten van onderzoeken in de periode 2009 t/m 2013 leiden ertoe dat het GVVP niet langer actueel en compleet is. De resultaten van de onderzoeken leiden tot gewijzigde en nieuwe inzichten t.o.v. het GVVP Het GVVP , de uitgevoerde onderzoeken en recente beleidsontwikkelingen vormen tezamen de basis voor een nieuw GVVP

82 Recente beleidsontwikkelingen maken onderdeel uit van het Masterplan Numansdorp Zuid. Dit Masterplan is onverminderd van kracht, en is enkel in uitvoering gefaseerd. Voor wat betreft de relevante onderzoeken gaat het om de Openbare eindrapportage verkeersontsluiting Numansdorp Zuid van Megaborn d.d. 2 mei 2011 gebaseerd op woningen (Molenpolder woningen en Torensteepolder 90 woningen) en het Verkeerscirculatieplan Numansdorp van Megaborn d.d. 21 november 2012 gebaseerd op woningen (Torensteepolder 357 woningen tot 2020 en Molenpolder woningen vanaf 2020). De gemeente stelt dat het Megaborn rapport d.d. 2 mei 2011 een van de onderleggers van het GVVP is en gelet op de hierin opgenomen actuele informatie relevant. De aangehaalde onderzoeken in het GVVP zijn uitgevoerd door deskundige bureaus op basis van door de gemeente vastgelegde uitgangspunten. De passages in het vastgestelde GVVP inzake de aanleg van de nieuwe oostelijke ontsluitingsweg duiden op een voldongen feit en niet op een voornemen dan wel een indicatie. De bedoelde passages in het GVVP luiden als volgt: Voor de kern Numansdorp voegen wij de nieuwe oostelijke ontsluitingsweg toe die als ontsluitingsweg fungeert voor de woonwijk Torensteepolder (pagina 9). De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat ten behoeve van de ontwikkeling Numansdorp Zuid een alternatieve ontsluiting moet worden gerealiseerd (pagina 14). Ter ontsluiting van de nieuwe woonwijk Torensteepolder en de woonwijk Numansgors realiseren wij een nieuwe oostelijke ontsluitingsweg (pagina 24). Kanttekening: De betreffende conclusie van het College dat ten behoeve van de ontwikkeling Numansdorp Zuid een alternatieve ontsluiting moet worden gerealiseerd wordt niet als zodanig weergegeven in de openbare eindrapportage van Megaborn. Goudappel Coffeng heeft duidelijk gesteld dat met de beperkte ontwikkeling van de Torensteepolder ook een groot deel van de argumentatie wegvalt om te kiezen voor verlenging van de oostelijke randweg. Deze conclusie is niet overgenomen en weergegeven in het vastgestelde GVVP Vast staat dat in het GVVP rekening is gehouden met volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid gebaseerd op de uitgangspunten van het Masterplan (2007) en het rapport van Goudappel Coffeng (2006). Uitvoeringsprogramma GVVP (d.d. 11 februari 2014) Het geactualiseerde GVVP dient als basis voor het op te stellen uitvoeringsprogramma GVVP waarin wordt vastgelegd welke maatregelen op korte, middellange en lange termijn getroffen worden om de ambities te realiseren.

83 Op 11 februari 2014 heeft het college B&W het ontwerp uitvoeringsprogramma GVVP en de inspraakrapportage vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma GVVP is op 7 april 2015 opnieuw geactualiseerd. In het vastgestelde GVVP wordt de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg in Numansdorp nadrukkelijk als een voldongen feit benoemd. Daarentegen is de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg in het uitvoeringsprogramma GVVP niet opgenomen in de maatregelen voor de korte termijn ( ), terwijl dat wel het geval was in het uitvoeringsprogramma GVVP De gemeente stelt dat de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg in het GVVP onderdeel uit maakt van het woningbouwproject Torensteepolder en derhalve geen concrete maatregel vormt voor het uitvoeringsprogramma GVVP. Voorts wordt in bijlage 1 op pagina 10/34 de volgende relevante passage vermeld: Immers het Masterplan Numansdorp zuid is nog steeds van kracht en alleen gefaseerd in uitvoering. Infrastructurele aanpassingen als gevolg van de ontwikkeling Molenpolder blijven noodzakelijk waarbij een westelijke randweg een oplossing is. Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (d.d. 8 november 2013) In het definitieve RVVP wordt op pagina 14 duidelijk gesteld dat de gemeente Cromstrijen heeft besloten tot het gefaseerd uitvoeren van de ontwikkeling Numansdorp Zuid en de daarmee gepaard gaande verkeersafwikkeling. Het beleid van de gemeente zoals vastgelegd in het zogeheten Masterplan Numansdorp Zuid blijft hiermee ongewijzigd. Ook in het nieuwe GVVP hield de gemeente rekening met deze ontwikkelingen bij het benoemen van haar ambities op korte, middellange en lange termijn. De aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg in Numansdorp wordt op geen enkele wijze benoemd in het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan. Daarentegen is in het RVVP wel het advies opgenomen om een nieuwe weg aan de oostzijde van Klaaswaal te realiseren, omdat zodoende deels gebruik kan worden gemaakt van bestaande infrastructuur. Deze maatregel van de regio leidde tot het opnemen van een ruimtelijke reservering in de provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit. Provinciaal beleid De provincie Zuid-Holland stelde op 9 juli 2014 de provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit vast. In de programma s Ruimte en Mobiliteit benoemt de provincie concrete projecten om de visie tot uitvoering te brengen. Het programma Mobiliteit richt zich op het mobiliteitsvraagstuk binnen de provincie Zuid-Holland. Een van de doelen die de provincie heeft is het compleet maken van het mobiliteitsnetwerk. Hiervoor zet de provincie een aantal instrumenten in waarbij zij tevens het standpunt inneemt dat het niet onmogelijk moet zijn om nieuwe infrastructuur aan te leggen.

84 Door een ruimtelijke reservering op te nemen in het programma Mobiliteit borgt de provincie de aansluiting van ontbrekende schakels en capaciteitsverruiming van het huidige infrastructuurnetwerk. De provincie nam voor de N488 in Klaaswaal een ruimtelijke reservering op. In het programma Mobiliteit is voor de oostelijke ontsluitingsweg in Numansdorp echter geen ruimtelijke reservering opgenomen door de provincie. Bestemmingsplan Torensteepolder 2015 Op 2 juli 2013 stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan Torensteepolder gewijzigd vast conform de Nota van zienswijzen en de daarin opgenomen Staat van wijzigingen. Het bestemmingsplan, dat door de Raad van State op 2 juli 2014 werd vernietigd, moet op twee punten hersteld worden. De ontsluitingsweg lag buiten de rode contour. Inmiddels is de rode contour vervallen. Daarnaast was de motivatie waarom we starten met bouwen in de Torensteepolder en niet op de binnenstedelijke locatie van t Hooft en van Prooijen onvoldoende. Ondanks een negatief advies van Gedeputeerde Staten besloot de gemeenteraad van de gemeente Cromstrijen op 13 januari 2015 om het bestemmingsplan Torensteepolder opnieuw in procedure te brengen, mits de ontwikkelaar de daarmee gepaard gaande redelijkerwijs te maken meerkosten vergoedt en de uit te voeren actualisatie tot een positief resultaat leidt. Het bestemmingsplan Torensteepolder (inclusief ontsluitingsweg) wordt integraal geactualiseerd. Naast het herstellen van het bestemmingsplan komt er ook een actualisatie van alle eerder gedane onderzoeken en rapportages, waaronder de geactualiseerde regionale woonvisie Hoeksche Waard. Als alle onderzoeken gereed zijn, neemt het college een besluit om het bestemmingsplan opnieuw vast te laten stellen door de gemeenteraad (naar verwachting november/december 2015). Dit bestemmingsplan heeft betrekking op een deel van het woongebied uit het Masterplan Numansdorp-Zuid. Voor dit gebied is een stedenbouwkundig inrichtingsplan opgesteld dat middels dit bestemmingsplan juridisch-planologisch wordt vastgelegd. Als uitwerking van het Masterplan 2007 voorziet het bestemmingsplan in de ontwikkeling van een woongebied met 176 nieuwe woningen, 3 ruimte-voor-ruimte woningen en twee bestaande woningen alsmede de realisatie van de daarbij behorende interne infrastructuur. Binnen deze bestemming is tevens ruimte voor maximaal 40 nieuwe zorgwoningen of serviceappartementen die niet onder het woningbouwcontigent vallen. Voorts wordt door het bestemmingsplan inzake de externe infrastructuur de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg mogelijk gemaakt op gronden welke gelegen zijn tussen de Schuringsedijk en de Wethouder van der Veldenweg. Met het solitair ontwikkelen van het woongebied en het bijbehorende aantal woningen dat middels dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt is het maximum bereikt van de woningbouwcontingent voor de periode Ten opzichte van 433 woningen voor de gemeente Cromstrijen in het vastgestelde woningbouwprogramma berekent WBR2013 een behoefte van 234 woningen.

85 Er zijn dus 199 woningen minder nodig dan voorzien in de betreffende periode. Dientengevolge kan niet langer worden voldaan aan het uitgangspunt dat de realisatie van Numansdorp Zuid als één geheel dient plaats te vinden. Uit het onderzoek dat de gemeente liet uitvoeren naar de ontsluiting van het plangebied bleek dat voor een goede ontsluiting van de Torensteepolder een oostelijke randweg noodzakelijk is. Nu de ontsluiting van het plangebied onlosmakelijk verbonden is met de ontwikkeling in dit gebied, is het belangrijk dat de ontsluiting van het gebied direct onderdeel is van de planvorming. Wij hanteren daarom het uitgangspunt dat de ontsluiting van het gebied onderdeel is van de planontwikkeling. De aanleg van een oostelijke randweg is gekoppeld aan de ontwikkeling van de Torensteepolder en onderdeel van de planontwikkeling, omdat een goede ontsluiting van het gebied geborgd dient te zijn. Ter verduidelijking, het betreffende plangebied ligt tussen de Schuringsedijk aan de noordzijde, het Gat van de Majoor aan de zuidzijde, de Dorpshaven en de Fortlaan aan de westzijde en de bestaande landweg aan de oostzijde. Het plangebied is 29 ha groot. Numansgors maakt geen deel uit van het plangebied van dit bestemmingsplan. In het betreffende verkeersonderzoek uitgevoerd door Megaborn (d.d. 2 mei 2011) is rekening gehouden met volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid met 476 woningen en 600 recreatiewoningen, 150 seniorenwoningen, 12 landgoederen met maximaal 3 wooneenheden en maximaal 400 ligplaatsen in de haven ( woningen ). Voorts heeft men het GVVP , het Collegewerkprogramma en het onderzoek ontsluiting Molenpolder en Torensteepolder (Goudappel Coffeng 21 juni 2006) als uitgangspunt betrokken bij dit onderzoek. De betreffende conclusie van het gemeentebestuur dat voor een goede ontsluiting van de Torensteepolder een oostelijke randweg noodzakelijk is, wordt niet onderschreven in de openbare eindrapportage van Megaborn. Uit verrichte onderzoeken volgt dat de ontsluiting van het plangebied, zonder de realisatie van een nieuwe randweg, niet zal leiden tot ernstige verkeershinder op de bestaande wegenstructuur. Bovendien zijn de betreffende onderzoeksrapporten van Goudappel Coffeng (2006 en 2010) niet bijgevoegd. Het gemeentebestuur stelt dat de niet bijgevoegde rapporten geen onderdeel zijn van het verkeersonderzoek en derhalve niet relevant zijn voor het onderhavige bestemmingsplan, dat voorziet in een ontsluiting van de Torensteepolder (Pagina 83/84 van Nota zienswijzen d.d.2 juli 2013). Uit de plantoelichting en relevante beleidsdocumenten blijkt onomstotelijk dat de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg kennelijk ook noodzakelijk zou zijn voor een nieuwe ontsluiting van Numansgors alsmede voor het terugdringen van de verkeerskundige problemen in het centrum van Numansdorp, terwijl het gemeentebestuur duidelijk als uitgangspunt heeft gesteld dat de aanleg van een oostelijke randweg uitsluitend is gekoppeld aan de ontwikkeling van de Torensteepolder. Voorwaarde voor ontwikkeling is dat de ontsluitingsweg gerealiseerd wordt voordat de woningen worden gebouwd, dus eenvoudigweg geen weg zonder woningen. In opdracht van Midstate heeft Goudappel Coffeng in oktober 2010 onderzoek gedaan naar de verkeerseffecten van de ontwikkeling van de Molen- en Torensteepolder op de infrastructuur rond Numansdorp.

86 Het betrof hier vooral verkeerseffecten aan de westzijde van Numansdorp, omdat de (destijds geplande) ontwikkeling van de Molenpolder groter was dan die van de Torensteepolder. Omdat de Torensteepolder niet volledig wordt ontwikkeld, is de groei van het verkeer aan de oostkant van Numansdorp zeer gering. Daardoor is ten opzichte van de oorspronkelijke variant de verkeersdruk op de wegen ten oosten van Numansdorp veel kleiner en valt met de beperkte ontwikkeling ook een groot deel van de argumentatie weg om te kiezen voor verlenging van de oostelijke randweg. In de aanpassing verkeerskundige analyse is nog slechts sprake van 140 woningen in de Torensteepolder (in plaats van woningen in 2006) en woningen in de Molenpolder. Dientengevolge stelt Goudappel Coffeng in haar rapport dat als gevolg van de beperkte ontwikkeling in Numansdorp Zuid kan worden volstaan met het streven naar het benutten van de restcapaciteit op het (omliggende) wegennet van Numansdorp. Dit is in overeenstemming met het principe van de ladder van Verdaas (benutten voor bouwen). De betreffende studies van Goudappel Coffeng (2006 en 2010) zijn niet bijgevoegd. Goudappel Coffeng heeft in het rapport d.d.14 april 2015 de resultaten uit de eerdere studies ten aanzien van de ontsluiting in de Torensteepolder samengevoegd. Wat daarbij opvalt, is dat vorenstaande conclusie uit 2010 niet wordt vermeld, terwijl er duidelijk sprake is van een beperkte ontwikkeling in de Torensteepolder. Bovendien is er geen sprake meer van volledige ontwikkeling van Numansdorp Zuid, terwijl in 2010 nog wel met volledige ontwikkeling rekening werd gehouden. In de plantoelichting wordt door het gemeentebestuur gesteld dat in het onderzoek van Goudappel Cofeng is geconcludeerd dat per saldo geen sprake is van een wezenlijke toename van de verkeersintensiteit op het wegennet in en rondom het plangebied. Tevens heeft Goudappel Coffeng een inschatting gemaakt van de verkeersproductie van de ontwikkelingen in de Torensteepolder, een toename van de verkeersintensiteit met mvt/etm. Voor de nu voorziene 179 nieuwe- en 2 bestaande woningen in de Torensteepolder, samen met Numansgors en Landgoederen, worden naar verwachting mvt per werkdagetmaal verwacht. In deze berekening is rekening gehouden met 329 mvt/etm voor 36 landgoedwoningen. Deze landhuizen zijn gelegen in het oosten van de Torensteepolder en worden ontsloten via de Torensteepoldersekade. Deze weg is zowel via de Fortlaan als via de dwarsweg ten westen van het trekkerstation te bereiken vanaf Numansdorp en de Schuringsedijk. De Torensteepoldersekade blijft als ontsluitingsweg bestaan (Plantoelichting pagina 24). De landgoederenzone is opgenomen in het bestemmingsplan Landelijk gebied Vooralsnog is voor deze landgoedwoningen geen oostelijke ontsluitingsweg noodzakelijk, danwel is niet duidelijk hoe deze woningen ontsloten kunnen worden via de nieuwe weg. In de Nota zienswijzen van 2 juli 2013 wordt op pagina 84 gesteld dat dit bestemmingsplan voorziet in een ontsluiting van de Torensteepolder en Numansgors. Het plangebied Numansgors (22 hectare groot) maakt echter geen deel uit van het plangebied van dit bestemmingsplan (29 hectare groot). Op 2 juli 2013 is het geactualiseerde bestemmingsplan 'Numansgors' vastgesteld en zijn de recreatieappartementen omgezet naar reguliere woningen. Het bestemmingsplan Numansgors brengt op zich niet de noodzaak tot aanpassing van de verkeersontsluiting met zich. De bewoners van Numansgors maken al meer dan 35 jaar, zonder noemenswaardige problemen, gebruik van de bestaande wegenstructuur.

87 Het kengetal dat voor de verkeersgeneratie van Numansgors is toegepast (7.4 mvt per weekdagetmaal), is gebaseerd op het kengetal van het CROW-woonmilieu landelijk wonen voor de berekening van de verkeersgeneratie (1.642 mvt/etm). Deze berekening veronderstelt dat er dag en nacht 68 motorvoertuigbewegingen per uur plaatsvinden via de Fortlaan van/naar het plangebied Numansgors, hetgeen niet overeenkomt met de realiteit. In de nota inspraak en vooroverleg Numansgors van 22 januari 2013 stelt het College nadrukkelijk dat er geen nieuwe verkeerskundige ontwikkelingen binnen de planperiode ( ) worden voorzien en dat de bestaande wegenstructuur voldoende is voor het afwikkelen van het verkeer van/naar het plangebied Numansgors. Voorts wordt in de Oranjewoud notitie beantwoording zienswijzen van 23 april 2013 nogmaals gesteld dat in het plangebied van het bestemmingsplan Numansgors géén verkeersontwikkelingen zijn voorzien. Het plangebied behelst een gedeelte van het gebied dat in de vastgestelde stedenbouwkundige uitwerking van 11 mei 2010 is opgenomen voor het gebied Torensteepolder alsmede die gedeelten buiten dit plan die nodig zijn voor een goede uitwerking van het project, waaronder de aanleg van een oostelijke ontsluitingsweg in het verlengde van de Wethouder van der Veldenweg tot en met de oversteek over de Schuringsedijk te Numansdorp. Binnen het plangebied vigeert het bestemmingsplan landelijk gebied vastgesteld door de gemeenteraad op 21 november 1989 en herziening op 25 september Het bestemmingsplan zoals dat geldt na de eerste herziening voorziet hoofdzakelijk in een agrarische bestemming. De wettelijke grondslag voor het inpassen van het bestemmingsplan Torensteepolder in het plangebied tussen het bestemmingsplan Buitensluis en het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2013 wordt onvoldoende inzichtelijk gemaakt en tevens ontbreekt een deugdelijke motivering waarom de beoogde ruimtelijke versnippering gerechtvaardigd zou zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening conform artikel 3.1 Wro. gelezen in samenhang met artikel 3.1.6, lid 2 Bro en met artikel en artikel van de Verordening ruimte inzake Ladder voor duurzame verstedelijking en Ruimtelijke kwaliteit. Het aanleggen van een ontsluitingsweg in het landelijk gebied betekent een belangrijke onomkeerbare aantasting van het open landschap en gaat ten koste van de kwaliteit van de leefomgeving. Door bestemmingsplan Torensteepolder voor wat betreft het wegtracé in te passen in het gebied tussen de bestemmingsplannen Buitensluis en Landelijk gebied, is er geen sprake van een goede ruimtelijke ordening en moet deze handelswijze worden aangemerkt als strijdig met het provinciaal ruimtelijk beleid aangezien de provincie er voor kiest de verstedelijkingsopgave primair te realiseren binnen het bestaand stads- en dorpsgebied. De gronden waar de aanleg van de oostelijke ontsluitingsweg geprojecteerd is, gelegen tussen de Schuringsedijk en de Wethouder van der Veldenweg, liggen in het nog geldende bestemmingsplan Landelijk gebied Deze gronden vallen daarom buiten het nieuwe bestemmingsplan Landelijk gebied 2013.

88 Tot het moment dat het bestemmingsplan Torensteepolder rechtskracht krijgt, blijft het huidige bestemmingsplan Landelijk gebied 2001 van toepassing op de gronden waarop de oostelijke ontsluitingsweg geprojecteerd is. Nadat het bestemmingsplan door de Raad van State op 2 juli 2014 werd vernietigd, vonden er in week 35 van 2014 grondwerkzaamheden plaats in het plangebied. De werkzaamheden betreffen het graven van een watergang en een waterberging. Er is geen omgevingsvergunning verleend voor deze werkzaamheden. Midstate is opdrachtgever. Vast staat dat de gemeente Cromstrijen bewust heeft nagelaten het initiatief te nemen om handhavend op te treden jegens Midstate, haar (financiële) bondgenoot in het masterplan Numansdorp Zuid. Vanwege de aanwezigheid nu van een watergang en waterberging op de plek waar huizen staan gepland is er sprake van een wezenlijk ander plan. Voorts staat vast dat Midstate in overtreding is geweest inzake de grondwerkzaamheden en dat door Gedeputeerde Staten een handhavingstraject jegens Midstate in gang is gezet (herstellen van oude situatie op straffe van dwangsom). Eind augustus 2014 hebben de ontgravingswerkzaamheden plaatsgevonden op percelen welke globaal zijn gelegen tussen de Fortlaan en de Torensteepoldersekade te Numansdorp in de gemeente Cromstrijen. De percelen zijn gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan Landelijk gebied, welke door de gemeenteraad van Cromstrijen is vastgesteld op 21 november 1989 en is herzien op 25 september Volgens de bestemmingsplankaart is aan het gebied de bestemming A6 toegekend waarbij de A staat voor agrarische doeleinden. De waterberging is gelegen op het kadastrale perceel Numansdorp D847, ten noorden van de woning met het adres Torensteepoldersekade 1 te Numansdorp. De afmetingen van de waterberging zijn circa 65 [m] x 20 [m], met een ontgravingsdiepte van circa 4 [m] ten opzichte van het maaiveld. De ontgraven hoeveelheid grond wordt op grond van metingen geschat op circa 4300 [m3]. De watergang ligt op het kadastrale perceel Numansdorp D854 en deze loopt evenwijdig aan de Torensteepoldersekade. De afmetingen van de watergang zijn circa 250 [m] x 10 [m], met een ontgravingsdiepte van circa 3 [m] ten opzichte van het maaiveld. De ontgraven hoeveelheid grond wordt op grond van metingen geschat op circa 8200 [m3]. In totaal is circa m3 ontgraven. De ontgraven grond is opgeslagen op een strook direct naast en evenwijdig aan de waterberging, respectievelijk de watergang. Vast staat dat de waterberging en de watergang niet in verbinding staan met het oppervlaktewatersysteem van de polder. De ontgravingen zijn niet verricht ter uitvoering van een bestemmingsplan voor zover bedoelde werken passen in het vigerende bestemmingsplan. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisering bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.

89 De provincie Zuid-Holland acht het algemeen belang zwaarder wegen dan het belang van Midstate. Voorts is er geen sprake van concreet zicht op legalisering alsmede onevenredig handhavend optreden in verhouding tot de daarmee te dienen belangen. De gemeente Cromstrijen acht het belang van Midstate zwaarder wegen dan het algemeen belang. Volgens is de gemeente Cromstrijen is er sprake van concreet zicht op legalisering doordat de gemeenteraad heeft besloten het bestemmingsplan Torensteepoder opnieuw in procedure te brengen en er een ontwerp bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen. De watergang en de waterberging passen niet in het stedenbouwkundig inrichtingsplan zoals aangegeven op afbeelding 2.2. van de plantoelichting bij het bestemmingsplan. Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard (SOHW) Uitvoeringsprogramma SOHW (d.d. 16 december 2014) De Hoeksche Waard krijgt te maken met forse veranderingen in de bevolkingssamenstelling. De bevolking vergrijst en ontgroent. De rijksoverheid heeft de Hoeksche Waard daarom ook aangewezen als anticipeerregio. De totale bevolkingsomvang in de Hoeksche Waard zal naar verwachting dalen. Het aantal inwoners tot 65 jaar daalt gestaag, terwijl het aantal 65-plussers tot 2020 toeneemt met ruim 40 %. Na 2020 neemt het aantal 75-plussers fors toe: in de periode met ca. 75%. In 2040 is deze bevolkingsgroep ruim 195 % groter dan in 2005 (landelijk is dit cijfer 140 %). Ook de ontgroening in de Hoeksche Waard ligt boven het gemiddelde in Nederland. In 2040 zijn er ca. 27 % minder 0-19 jarigen in de Hoeksche Waard dan in Over heel Nederland ligt dit percentage op 4 %. De zekerheid over de veranderingen in de bevolkingssamenstelling leidt, in combinatie met de onzekerheid over groei versus krimp, tot een fundamentele verandering in de ruimtelijke ordening en het economisch denken. Ook de nadrukkelijke sturing in de ruimtelijke ordening vanuit de overheid verandert van aanbodsturing in vraagsturing. In de afgelopen jaren is helder geworden dat er sprake is van een ontspanning op de koopmarkt en delen van de huurmarkt. Die ontspanning neemt dusdanige vormen aan, dat voor bepaalde marktsegmenten (koop, maar ook delen van de huurmarkt) zelfs afzetproblemen ontstaan. Grofweg beperkt het vraagoverschot zich tot de goedkope en het aanbodoverschot tot de dure segmenten. Er is geen sprake van schaarste in de koopsector. Woonkwaliteit Hoeksche Waard (oktober 2014) Middels nieuwsbrief van maart 2015 heeft SOHW het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard (oktober 2014) gepubliceerd op haar website. In dit rapport is op pagina 14 voor de periode vanaf 2014 tot 2025 sprake van een woningvoorraad toename voor de Hoekshe Waard en Cromstrijen, respectievelijk van en 271 woningen. De betreffende documenten zijn bijgevoegd. In deze geactualiseerde woonkwaliteit (woonvisie) is sprake om tot 2025 in totaal woningen toe te voegen in de Hoeksche Waard.

90 Uit die woonvisie volgt ook dat vanaf 2014 tot 2025 in totaal 271 nieuwe woningen nodig zijn om te voorzien in de woningbehoefte in de gemeente Cromstrijen. Tot 2025 worden naar verwachting in totaal 50 woningen gesloopt. Het rapport gaat daarom uit van 321 nieuwe woningen tot 2025 respectievelijk 100 eengezinswoningen en 221 woningen behoefte onbekend. Volgens dit rapport bestaat in Cromstrijen een woningbehoefte van 200 woningen inclusief 50 te slopen woningen voor de periode Voor deze periode is de opgave 50 huurwoningen gelijkvloers ter compensatie van 50 te slopen huurwoningen. In de koopsector gaat het om 50 woningen voor starters en vestigers, 50 woningen gelijkvloers voor senioren en 50 woningen vrijstaand/2^1 kap/geschakeld. Derhalve totaal 150 koop. De beleidsnotitie Zuid-Hollands Woningbehoefteraming 2013 geeft een kwantitatieve en kwalitatieve berekening van de woningbehoefte in de Hoeksche Waard in aantal en soort woningen. Tussen 2012 en 2030 is er behoefte aan uitbreiding met woningen. Ruim 500 in de huursector en woningen in de koopsector. Daarnaast is in de huursector de verschuiving naar duurdere huursegmenten opvallend. In de koopsector is dit niet het geval. Daar wordt in alle segmenten een lichte behoefte voorzien. De opgave voor de periode ligt voornamelijk in het anticiperen op de toename van het aantal ouderen en zorgen voor geschikte woningen en bijpassende zorg en voorzieningen (verzorgd wonen). We adviseren daarom te beginnen met de programmering van 900 gelijkvloerse woningen, waarvan 200 verzorgd wonen (nabij voorzieningen) en 700 overig geschikt wonen voor ouderen. Waarvan 600 in de huursector. Dit in kleinschalige projecten (25-40 woningen), appartementen en indien mogelijk ook grondgebonden woningen en 300 als gelijkvloerse woning in de koopsector. Met het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard wordt in ieder geval niet inzichtelijk gemaakt dat er een actuele regionale behoefte bestaat aan de 179 voorziene woningen in de Torensteepolder, met name de 79 villawoningen. Om vast te kunnen stellen of sprake is van een actuele regionale behoefte dienen ook de vraag en het aanbod in de regio in ogenschouw te worden genomen. De ontwikkeling van de behoefte aan nieuwe woningen wordt niet geplaatst in een breder - regionaal - verband. Het rapport Woonkwaliteit biedt derhalve geen inzicht in de ontwikkeling van de vraag en het aanbod in de regio, zodat op grond daarvan geen conclusies kunnen worden getrokken over de behoefte om 79 villawoningen toe te voegen aan de voorraad in Cromstrijen. Om die reden kan aan de hand van de woonvisie niet worden beoordeeld of met het woningbouwcontingent van 176 in de Torensteepolder wordt voorzien in een actuele regionale behoefte. Het rapport Woonkwaliteit is evenmin geschikt voor het inzichtelijk maken van de actuele regionale behoefte, reeds omdat van de daarin opgenomen behoefteraming aan 321 woningen voor Cromstrijen 221 woningen als behoefte onbekend wordt aangemerkt. Het vorenstaande laat onverlet dat er sprake is van een significante discrepantie in woningvoorraad toename tussen het rapport woonkwaliteit (oktober 2014/maart 2015) en het op 21 mei 2015 vastgestelde woningbouwprogramma. Voorts is niet duidelijk wat de reden is voor deze discrepantie en waarom het rapport woonkwaliteit buiten beschouwing is gebleven bij het vaststellen van het geactualiseerde regionale woningbouwprogramma. Het betreffende rapport is op 1 juli 2015 wel besproken tijdens het Raadsledenoverleg (ROHW). De woonvisie komt in september naar de raden.

91 Inmiddels is de Regionale Woonvisie Hoeksche Waard in het Pfo Ruimte van 2 juli 2015 vastgesteld en bij deze zienswijze bijgevoegd. De vijf Hoeksche Waardse gemeenten hebben ervoor gekozen om de woonvisie niet gedetailleerd uit te werken. Het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard vormt de basis voor deze regionale woonvisie. In deze woonvisie wordt het accent verlegd van nieuwbouw naar de bestaande woningvoorraad en van groei naar het behouden van de kwaliteiten van de Hoeksche Waard. Deze woonvisie beantwoordt ook aan de vraag van de provincie Zuid-Holland om een regionale woonvisie op te stellen. Samen met het regionaal woningbouwprogramma wordt hiermee voldaan aan de beleidskaders van de provincie. In de nieuwe regionale woonvisie HW staan de volgende relevante passages: De Hoeksche Waard is één van de zogenaamde anticipeerregio s in Nederland. Dat zijn regio s die zich erop moeten voorbereiden dat ze in de toekomst te maken krijgen met relatief meer ouderen en minder jongeren. In absolute zin zijn er tot 2030 ruim duizend nieuwe woningen nodig om de stijging van het aantal huishoudens op te vangen. Tegelijk moeten we er rekening mee houden dat rond 2030 zo veel woningen van de huidige senioren vrijkomen dat er dan eigenlijk geen nieuwbouw meer nodig is om aan de woonbehoefte te voldoen. Omdat verwacht wordt dat de woningbehoefte in de Hoeksche Waard na 2025 zal afnemen, moeten de woningen die tot dat jaar nog worden gebouwd, zijn afgestemd op de behoeften die er dan zullen zijn op het gebied van kwaliteit en voorzieningen. Vooral naar woningen met een huurprijs tot 576,87 is meer vraag dan aanbod. Volgens de ramingen van de Provincie Zuid-Holland bestaat tot 2025 behoefte aan nieuwe woningen in de Hoeksche Waard. Hierna zou een omslagpunt ontstaan, waarna het nodige aantal woningen gaat dalen. Het is voor de Hoeksche Waard van groot belang om deze ontwikkeling onder ogen te zien en te volgen. Dat betekent in beeld brengen hoeveel en welke soorten woningen niet toekomstbestendig zijn en waar ze zich bevinden. Omdat de bevolking niet zal groeien maar wel van samenstelling zal veranderen, kunnen we de aandacht verleggen van nieuwbouw naar de bestaande woningvoorraad. Aan de behoefte aan geschikte woningen kan niet worden voldaan met de beperkte nieuwbouw die nog wordt gerealiseerd. Er zijn op de lange termijn namelijk niet meer woningen maar vooral andere nodig. Kanttekening: Vast staat dat het bijhorende woningbouwprogramma vastgesteld op 21 mei 2015 niet aansluit op de aantallen vermeld in paragraaf nieuwbouwopgave van het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard en dat het woningbouwprogramma niet is afgestemd op de aangepaste beleidskaders van Eindbeeldplanning naar Ontwikkelingsplanologie.

92 Relatie met andere beleidsdocumenten Hoofdlijnenakkoord (d.d. 15 april 2014) Wij zetten in op het door de raad vastgestelde GVVP en RVVP. Het realiseren van een volwaardige woonwijk in de Torensteepolder kan alleen bij een realisatie van een regionale verbindingsweg tussen de nieuwbouwwijk en de Wethouder van der Veldenweg. In deze raadsperiode werken wij aan het treffen van voorbereidingen voor de toekomstige ontwikkelingen in de Molenpolder, het te ontwikkelen Havenkwartier en de bestemming van de vrijkomende gemeentewerkenlocaties. Numansdorp Zuid Molenpolder (bron: documentnummer d.d. 2 april 2015) Om de integrale ontwikkeling uit het door de gemeenteraad vastgestelde Masterplan te borgen, stelde uw raad op 2 juli 2013 een structuurvisie voor de Molenpolder vast. In deze visie staan de gewenste ontwikkelingen geschetst, op basis van het Masterplan. Zodra de kans zich voordoet om de structuurvisie uit te voeren, pakt de gemeente die kans met beide handen aan. Dit is echter mede afhankelijk van landelijk en provinciaal beleid. Numansdorp Zuid Torensteepolder (bron: documentnummer d.d. 2 april 2015) Het boekwaardeplan Torensteepolder omvat het mogelijk maken van de bouw van 176 woningen, 3 ruimte-voor-ruimtewoningen en zorgwoningen/serviceappartementen in het westen van de Torensteepolder. Op 21 juni 2011 besloot uw raad te beginnen met het deelproject Torensteepolder en gaf het college hiervoor een aantal uitgangspunten mee. Op 21 mei 2013 ondertekenden de gemeente en de projectontwikkelaar, Midstate, een anterieure overeenkomst, ofwel een realisatieovereenkomst. In deze overeenkomst legden partijen de rechten en plichten vast en maakten wij afspraken over de ontwikkelingen. Onderdeel van de overeenkomst is een programma van eisen waarin wij randvoorwaarden over onder andere de waterhuishouding, infrastructuur en de bodem vastlegden. Wij stelden eerst een voorontwerpbestemmingsplan op en daarna een ontwerpbestemmingsplan, onderdeel van het bestemmingsplan is onder andere het beeldkwaliteitsplan. Na verwerking van de ingekomen inspraakreacties en zienswijzen, boden wij het bestemmingsplan Torensteepolder ter vaststelling aan uw gemeenteraad aan. U stelde het bestemmingsplan op 2 juli 2013 vast. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan Torensteepolder ontving de gemeente een reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten, waartegen wij beroep instelden. Tevens dienden diverse derden een beroep in. Op 2 juli 2014 deed de Raad van State (hierna: RvSt) uitspraak over de diverse beroepen. De beroepen tegen het besluit hogere grenswaarden geluid werden ongegrond verklaard. De beroepen die Midstate en wijzelf instelden tegen de provinciale reactieve aanwijzing zijn gegrond verklaard en de provinciale reactieve aanwijzing is vernietigd. Dit betekent dat vaststaat dat de woningbehoefte voldoende was aangetoond en dat de fasering in de bebouwing voldoende aansluit bij de dorpskern (trede 1 SER-ladder). Een aantal beroepen tegen het bestemmingsplan werden gegrond verklaard en het raadsbesluit van 2 juli 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan werd vernietigd.

93 De gemeente heeft met het ondertekenen van de realisatieovereenkomst in 2013 een inspanningsverplichting op zich genomen om planologische medewerking te verlenen aan ontwikkeling van de Torensteepolder. Uit deskundig en juridisch onderzoek bleken de door de RvSt geconstateerde gebreken herstelbaar en planologische medewerking nog steeds mogelijk, mits de resultaten van de uit te voeren actualisatie in lijn hiermee zijn. Begin 2015 besloot de gemeenteraad, na uitvoerig overleg met deskundigen, het bestemmingsplan te herstellen en opnieuw in procedure te brengen. Wij bereikten met Midstate overeenstemming over de te betalen kosten in verband met het herstellen en opnieuw vast laten stellen van het bestemmingsplan. Midstate betaalt de kosten tot en met het opnieuw vaststellen van het bestemmingsplan. Het in 2013 door de gemeenteraad beschikbaar gestelde krediet van ,00 voor de realisatie van Numansdorp Zuid; deelproject Torensteepolder betrof de oorspronkelijke raming, waarbij wij geen rekening hielden met de meerkosten in verband met de uitspraak van de RvSt. Hoewel tegenover deze meerkosten direct de dekking van een bijdrage van Midstate staat moet de gemeenteraad conform budgetrecht krediet verlenen voor dergelijke uitgaven. Van het bestaande krediet is nog ruim voldoende beschikbaar om voorlopig de meerkosten te dekken. Bij de nieuwe vaststelling van het bestemmingsplan Torensteepolder in 2015 beschikken wij over een geactualiseerde raming voor de realisatie van het project en kunnen wij inschatten of wij in totaal ook daadwerkelijk extra krediet nodig hebben. In de eerste helft van 2014 (tot aan uitspraak RvSt) besteedden wij vanwege de procedurele vertraging slechts beperkte uren aan dit project (voor een bedrag van circa 5.850,00). Na de uitspraak van de RvSt wonnen wij juridisch en deskundig advies in voor een bedrag van circa ,00 en besteedden wij ambtelijke uren voor een bedrag van circa ,00. Tevens ontvingen wij in 2014 het laatste deel van de exploitatiebijdrage ad ,00. Het positieve saldo van de mutaties in 2014 betrof ,04. Wij boeken dit saldo over naar de balans. De boekwaarde van het project Numansdorp Zuid Torensteepolder bedraagt hiermee per 31 december ,42 (= positief). Numansdorp Zuid Landgoederen (bron: documentnummer d.d. 2 april 2015) Het realiseren van openbaar toegankelijke landgoederen vormt een onderdeel van het project Numansdorp Zuid. De aanleg van de landgoederen, een unieke natuurontwikkeling in Nederland, is gestart. In totaal is er plaats voor 16 landgoederen, waarvan er 4 door particulieren worden ontwikkeld. Projectontwikkelaar Midstate heeft 12 van de landgoederen in de verkoop, waarvan er tot op heden één is verkocht. Wij ontvangen per landgoed een exploitatiebijdrage van ,00. Bij ontvangst storten wij dit in de Reserve afgewikkelde bouwgrondexploitaties. In 2014 maakten wij geen kosten voor dit deelproject en werden er geen landgoederen verkocht. Wij ontvingen in 2014 dan ook geen bijdrage landgoederen.

94 Startnotitie Ontwikkeling Dorpshaven Numansdorp van 26 mei 2015 In deze notitie wordt in de inleiding vermeld dat; De ontwikkeling van het nautisch centrum bij Numansdorp is een speerpunt voor de zuidrand. Uitbreiding van de Dorpshaven en de ontwikkeling van een aantrekkelijk waterfront aan het Hollandsch Diep worden gekoppeld aan substantiële woningbouw, de aanleg van vakantiewoningen, nieuwe landgoederen, buitendijkse natuurontwikkeling en de recreatieve ontsluiting van aangrenzende gebieden. Kadernota 2016 van 7 juli 2015 In de begroting gaan wij uit van de volgende aantallen: jaar inwoners woningen De uitgangspunten zijn gebaseerd op het gemeentelijk woningbouwprogramma. Voor de periode wordt dus rekening gehouden met een toename van 178 woningen ten opzichte van 114 woningen beraamd in WBR2013 (38 woningen per jaar). Centraal Bureau voor de Statistiek jaar woningen (toevoeging 28 min sloop 82) (toevoeging 54 min sloop 3) (Volgens Kadernota woningen) Aandeel Nieuwbouw Gemeente Cromstrijen 15% Voor de onderbouwing van het percentage wordt verwezen naar de brief d.d. 26 september 2013 van de gemeente Cromstrijen aan de Raad van State inzake hoger beroep tegen reactieve aanwijzing van de provincie. Op pagina 5/11 wordt onder Covenant de verdeelsleutel beschreven, naar rato van het aantal inwoners. Aantal inwoners Cromstrijen versus inwoners Hoeksche Waard uitgaande van 2014, geeft een aandeel nieuwbouw van 15%.

95 Financiën Op 14 mei 2013 stelde de gemeenteraad een krediet van ,00 beschikbaar voor de realisatie van Numansdorp zuid: deelproject Torensteepolder. Wij dekten hiervan ,00 uit de toen nog resterende bijdrage van Midstate en ,00 uit de reserve afgewikkelde bouwgrondexploitaties (in ruil hiervoor financiert Midstate de weg, geraamd op ,00). Wij baseerden de begroting op de werkzaamheden vanaf vaststelling bestemmingsplan tot en met einde van de realisatie in Echter vanwege de uitspraak van de Raad van State moeten wij extra werkzaamheden verrichten en advies inwinnen en hebben wij de planning moeten opschuiven. Wij verwachten totaal maximaal ,00 extra uit te moeten geven, tot en met vaststelling van het bestemmingsplan door uw gemeenteraad. Tot op heden gaven wij hiervan een bedrag van ,00 uit, welk wij ten laste brachten van de restant bijdrage van Midstate, zoals hiervoor genoemd. Op dit moment hebben wij nog voldoende krediet beschikbaar om de extra kosten uit te dekken. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Torensteepolder bezien wij of wij extra krediet nodig hebben of dat wij kunnen bezuinigen op de oorspronkelijke projectbegroting. Voor de gemeentelijke begroting heeft de vertraging geen consequenties. In aanvulling op de bedragen als opgenomen in de Realisatieovereenkomst vergoedt Midstate de Gemeente de reeds gemaakte en nog te maken gemeentelijke kosten voor de planontwikkeling, de ambtelijke kosten, juridische en technische/planologische bijstand verband houdende met de uitspraken van de Afdeling en de actualisatie van het Bestemmingsplan, alsmede voor het opstellen van het Addendum thans begroot op een bedrag van EUR exclusief omzetbelasting, waarvan de post onvoorziene kosten circa EUR bedraagt. Uit de eerder door Midstate onder de Realisatieovereenkomst aan de Gemeente betaalde bedragen resteert thans nog circa EUR voor de verdere uitwerking van het Project na vaststelling van het Bestemmingsplan. Partijen komen overeen dat dit bedrag thans in mindering kan worden gebracht op de te betalen EUR aan de Gemeente, zodat thans EUR door Midstate aan de Gemeente wordt betaald. Midstate is het bedrag van EUR pas aan de Gemeente verschuldigd nadat het Bestemmingsplan onherroepelijk is geworden of indien Partijen voordien werkzaamheden dienen te verrichten en over eerdere betaling overeenstemming hebben bereikt. Het bedrag is bedoeld voor de verdere uitwerking van het Project en de gemeentelijke kosten die daar verband mee houden.

96 Provincie Zuid Holland Bijlagen Regionale woonvisie Brief van Gedeputeerde Staten - PZH Brief van Gedeputeerde Staten - PZH d.d. 11 maart 2014 Brief van Gedeputeerde Staten - PZH d.d. 6 januari 2015 Bestaand stads- en dorpsgebied 2014 Brief van Gedeputeerde Staten - PZH d.d. 9 december 2014 Toelichting bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) Brief van Gedeputeerde Staten - VRM/BSD d.d. 22 januari 2015 Brief van Gedeputeerde Staten - VRM/BSD2 d.d. 16 februari 2015 Stand van zaken (G. Veldhuijzen) Brief van Lid Gedeputeerde Staten - PZH d.d. 12 maart 2015 Graafwerkzaamheden Antwoord van Gedeputeerde Staten d.d. 10 maart 2015 Gemeente Cromstrijen Verkeersonderzoek Brief van 11 juli 2013 met kenmerk RenC/RO/ Brief van 30 augustus 2013 met kenmerk RenC/RO/ Loyens & Loeff Brief van 11 maart 2015 met kernmerk RenC/RO/ Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard

97 Woonkwaliteit Hoeksche Waard - kansen en bedreigingen Q & A regionale woonvisies

98 Regionale Woonvisie Hoeksche Waard ROHW 1 juli 2015

99 Inhoud Aanleiding Procedure Opgaven

100 Aanleiding Veranderende omstandigheden woningmarkt Samenhang wonen, welzijn en zorg Provincie Zuid-Holland; Visie Ruimte en Mobiliteit Regionale Woonvisie + Regionaal Woningbouwprogramma = Voldaan aan ladder duurzame verstedelijking (aantonen woningbehoefte)

101 Procedure Zorg- en welzijnsorganisaties nauw betrekken bij opstellen Woonvisie HW Wonen nauw betrekken bij opstellen Woonvisie 2 juli 2015 Vaststellen Regionale Woonvisie in pfo Ruimte Regionale Woonvisie toesturen aan gemeenteraden Regionale Woonvisie toesturen aan provincie Vaststellen Regionale Woonvisie door gemeenteraden, september 2015 Aanvaarding Regionale Woonvisie door provincie, oktober 2015

102 Opgaven 1. Zorgen voor voldoende geschikte woningen voor mensen die zorg ontvangen. 2. Beperken van het risico van een te grote voorraad eengezinswoningen; 3. Op peil houden van voorzieningen; 4. Het bieden van aantrekkelijke huisvestingsmogelijkheden voor starters; 5. Zorgen voor genoeg betaalbare (huur)woningen.

103 Verdieping opgave woon-zorg Toelichting Nico de Pijper (Zorgwaard)

104 Stellingen 1. Particulieren zijn zelf verantwoordelijk voor hun woning, een 'waarschuwingscampagne' volstaat. 2. HW Wonen moet investeren in nieuwe sociale huurwoningen of HW Wonen moet investeren in bestaande huurwoningen en lage huren. 3. Het faciliteren van levensloopbestendigheid en mantelzorgwoningen is belangrijker dan ruimtelijke kwaliteit. 4. Meer verantwoordelijkheden voor burgers, betekent meer vrijheid voor burgerinitiatieven.

105 Gedeputeerde Staten Contact E. Schepers T e.schepers@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Burgemeester en Wethouders van Cromstrijen Postbus AE NUMANSDORP Onderwerp Verzoek intrekking reactieve aanwijzing Torensteepolder. Datum 11 maart 2014 Ons kenmerk PZH DOS Uw kenmerk RenC/RO/ Bijlagen - Geacht college, Wij hebben op 16 juli 2013 een reactieve aanwijzing gegeven tegen een deel van het bestemmingsplan Torensteepolder. Op 26 februari 2014 hebben wij uw verzoek ontvangen om de reactieve aanwijzing in te trekken. Het verzoek is gebaseerd op de vaststelling van de nieuwe regionale woonvisie op 6 februari Wij overwegen hierover het volgende. Bevoegdheid Tegen onze reactieve aanwijzing zijn beroepschriften ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft nog geen uitspraak gedaan over deze beroepschriften. Wij zijn om die reden nog bevoegd om de reactieve aanwijzing in te trekken. Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto s is beperkt. Reactieve aanwijzing Woongebied Uit te werken Wij hebben een reactieve aanwijzing gegeven tegen de gronden met de bestemming Woongebied Uit te werken, omdat met realisatie hiervan veel meer woningen kunnen worden gerealiseerd dan volgens de Provinciale Woning Behoefte Raming (WBR) nodig is voor uw gemeente. Wij hebben hieraan getoetst omdat de regio niet beschikte over een actuele regionale woonvisie. Het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard heeft op 6 februari 2014 een nieuwe regionale woonvisie vastgesteld. Wij hebben bij besluit van heden deze nieuwe regionale woonvisie aanvaard. Uit de nieuwe regionale woonvisie blijkt dat het in het bestemmingsplan Torensteepolder opgenomen woningbouwprogramma voorziet in een aantoonbare behoefte en regionaal is afgestemd. Hiermee voldoet het bestemmingsplan Torensteepolder formeel aan artikel 2, lid 1 van de Verordening Ruimte. Deze grond van de reactieve aanwijzing komt dan ook te vervallen.

106 Datum 11 maart 2014 Ons kenmerk PZH Daarnaast hebben wij de reactieve aanwijzing gegeven omdat de voorkeursvolgorde van de ladder voor duurzame verstedelijking niet gevolgd wordt. U gaat hier in uw verzoek niet op in. Ook anderszins zijn ons geen nieuwe feiten en omstandigheden bekend op grond waarvan zou kunnen worden afgeweken van de voorkeursvolgorde van de ladder voor duurzame verstedelijking. Wij zien dan ook geen aanleiding om de reactieve aanwijzing tegen de bestemming Woongebied Uit te werken in te trekken. Wonen 1 en Verkeer Wij hebben tevens een reactieve aanwijzing gegeven tegen delen van de gronden met de bestemmingen Wonen 1 en Verkeer, omdat met de realisatie van het hofje binnen deze bestemming ernstig afbreuk wordt gedaan aan het ontwerpprincipe van een lint in het buitengebied. Dit argument geldt nog steeds en wij zien daarom geen aanleiding om de reactieve aanwijzing tegen de betreffende delen van de gronden met de bestemming Wonen 1 en Verkeer in te trekken. Relatie met de beroepsprocedures Andere partijen hebben bij het ontwerpinpassingen eveneens zienswijzen over de plandelen ingediend waartegen de reactieve aanwijzing zich richt. In het geval wij de reactieve aanwijzing zouden intrekken, zouden deze plandelen weer gaan herleven. Daartegen zou dan weer beroep open staan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Gelet op de stand van zaken bij de behandeling van de beroepschriften (zitting bij de Afdeling op 14 maart a.s.), vinden wij het moment evenmin opportuun om de reactieve aanwijzing in te trekken. Besluit Gezien het voorgaande hebben wij besloten om ons besluit van 16 juli 2013, kenmerk PZH , niet in te trekken. Wij verzoeken u in uw correspondentie altijd het DOS-nummer te vermelden dat wij rechts bovenaan in deze brief hebben opgenomen. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter, mw. drs. J.A.M. Hilgersom drs. J. Smit 2/2

107 regionale woonvisie hoeksche waard Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard 1

108 Inhoud 2 1 Inleiding 3 2 De samenstelling van de bevolking 4 Minder jongeren 4 Kleinere gezinnen 4 Meer ouderen, langer thuis 5 3 Wonen, Welzijn en Zorg 6 Naar zo lang mogelijk zelfstandig wonen en werken 6 Andere manier van denken nodig 7 Aanpassen van woningen en beschikbaar houden van voorzieningen 7 Sociale woningvoorraad behouden voor lagere inkomens 7 Effecten van de veranderingen op de nieuwbouw 8 4 Sociale huurwoningen 9 Voldoende sociale huurwoningen 9 Vitale Hoeksche Waard 9 Langer zelfstandig wonen vraagt samenwerking 10 Grotere slagingskans voor jongeren 11 Woonruimte nodig voor steeds meer statushouders 11 Betaalbaar wonen bij stijgende huurprijzen 12 Duurzame woningen: energiezuinig en klaar voor de toekomst 12 5 Aanpassingen in de bestaande woningvoorraad 13 Klaar voor de toekomstige zorgbehoefte 13 Eigen woningen: stimuleren en ruimte maken 13 Huurwoningen: herstructurering en verduurzaming 14 Nieuwe initiatieven 14 6 Nieuwbouw 16 De behoefte bepaalt de bouwactiviteit 16 Van woningbehoefte naar woningbouwprogramma 16 Programma wordt voortdurend bijgesteld 17 Woonmilieus 17 Nieuwbouw naast aanpassing van bestaande woningen 17 Mogelijkheden voor starters 18 Locaties voor nieuwbouw 18 Nieuwe woningen in bestemmingsplan: zorgvuldig afwegen 19 Dorpenspecialisatie 19

109 1 Inleiding De samenstelling van de bevolking in de Hoeksche Waard gaat de komende jaren sterk veranderen. Dat heeft een grote invloed op het wonen in onze regio. Een nieuwe visie op wonen in de Hoeksche Waard is daarom nodig. In deze woonvisie wordt het accent verlegd van nieuwbouw naar de bestaande woningvoorraad en van groei naar het behouden van de kwaliteiten van de Hoeksche Waard. Het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard 1 vormt de basis voor deze regionale woonvisie. Bij het opstellen ervan is nauw samengewerkt met onze maatschappelijke partners op het gebied van wonen, zoals HW Wonen en de zorg- en welzijnsorganisaties. Deze woonvisie beantwoordt ook aan de vraag van de provincie Zuid-Holland om een regionale woonvisie op te stellen. Samen met het regionaal woningbouwprogramma wordt hiermee voldaan aan de beleidskaders van de provincie. De vijf Hoeksche Waardse gemeenten hebben ervoor gekozen om de woonvisie niet gedetailleerd uit te werken. Wel benoemen we de ontwikkelingen die invloed hebben op het wonen in de Hoeksche Waard, en koppelen we daaraan de opdrachten die we voor de toekomst voor ons zien. Die opdrachten gaan we de komende jaren uitvoeren. Voor het woonbeleid in de Hoeksche Waard staan in de komende periode vijf doelen centraal: 1. Zorgen voor voldoende geschikte woningen voor mensen die zorg ontvangen. Dit kan door nieuwbouw en door het aanpassen van bestaande woningen; 2. Beperken van het risico van een te grote voorraad eengezinswoningen; 3. Op peil houden van voorzieningen; 4. Het bieden van aantrekkelijke huisvestingsmogelijkheden voor starters; 5. Zorgen dat er genoeg betaalbare (huur)woningen beschikbaar zijn. De gemeenten zullen actie ondernemen om deze doelen te realiseren. In het vervolg van deze visie worden eerst de veranderingen geschetst die te verwachten zijn in de samenstelling van de bevolking. Daarna, in hoofdstuk 3, komen de gevolgen daarvan aan de orde voor wonen, welzijn en zorg, en voor de onderlinge samenhang daartussen. Hoofdstuk 4 geeft aparte aandacht aan de voor onze regio belangrijke categorie van sociale huurwoningen. De hoofdstukken 5 en 6 ten slotte gaan over de bestaande woningvoorraad en de nieuwbouw. 1 Schalk, J.M.A. (2014). Woonkwaliteit Hoeksche Waard. Dordrecht, Nederland: Onderzoekcentrum Drechtsteden. 3

110 2 De samenstelling van de bevolking De Hoeksche Waard is één van de zogenaamde anticipeerregio s in Nederland. Dat zijn regio s die zich erop moeten voorbereiden dat ze in de toekomst te maken krijgen met relatief meer ouderen en minder jongeren. Daarnaast worden de gezinnen steeds kleiner en zal de bevolking in de Hoeksche Waard naar verwachting als geheel ook krimpen. Samen stellen deze processen de Hoeksche Waard voor grote uitdagingen. Ze hebben ingrijpende gevolgen voor een groot aantal beleidsterreinen, waaronder het wonen. Minder jongeren De krimp van het aantal jongeren, vaak aangeduid met ontgroening, gaat in de Hoeksche Waard harder dan in de rest van Nederland. In 2030 worden er zo n 20% minder bewoners onder de twintig jaar in de Hoeksche Waard verwacht dan in 2012 (zie tabel Bevolkingsprognose). Bevolkingsprognose voor de Hoeksche Waard, Jaar Ontwikkeling Leeftijdsgroep totaal Bron: Provincie Zuid-Holland, WBR november 2013 Kleinere gezinnen Het aantal gezinnen met kinderen neemt in de Hoeksche Waard naar verwachting af met circa 1250 tussen 2015 en Intussen stijgt het aantal alleenstaanden volgens de prognose in dezelfde periode met 2647 (zie tabel Prognose van het aantal huishoudens). Gemiddeld worden huishoudens dus kleiner. Door deze zogenaamde gezinsverdunning komt er vraag naar een ander soort woningen. In absolute zin zijn er tot 2030 ruim duizend nieuwe woningen nodig om de stijging van het aantal huishoudens op te vangen. Prognose van het aantal huishoudens in de Hoeksche Waard naar samenstelling en leeftijd Samenstelling huishouden Jaar Ontwikkeling Eenpersoons Tweepersoons Eenouder Tweeouder Totaal Leeftijd Totaal Bron: Primos,

111 Meer ouderen, langer thuis Het aantal inwoners tot 65 jaar daalt gestaag, terwijl te voorzien valt dat er tot % meer 65-plussers komen. Na dat jaar zal vooral het aantal 80-plussers toenemen: tot 2030 met 73%. In vergelijking met andere leeftijdsgroepen zijn senioren honkvast. Zij willen vaak in hun woningen blijven wonen. Sinds 1 januari 2015 moeten gemeenten zorgen voor voldoende geschikte huisvesting van de mensen vaak ouderen die langdurig zorg nodig hebben, en deels ook hun ondersteuning financieren. Dit is een flinke uitdaging voor nu, maar ook voor de toekomst. De terreinen van wonen, zorg en welzijn komen zo nog dichter bij elkaar. Waar het kan moeten we dus het nieuwbouwprogramma afstemmen op de toekomstige woningbehoeften in de Hoeksche Waard, maar ook stimuleren dat bestaande woningen worden aangepast. Tegelijk moeten we er rekening mee houden dat rond 2030 zo veel woningen van de huidige senioren vrijkomen dat er dan eigenlijk geen nieuwbouw meer nodig is om aan de woonbehoefte te voldoen. De hoofdstukken 4, 5 en 6 gaan hier verder op in. Senioren- en starterswoningen in aanbouw, Mijnsheerenhof 5

112 3 Wonen, Welzijn en Zorg Op het gebied van wonen, welzijn en zorg zijn op dit moment belangrijke veranderingen aan de gang. Woningcorporaties moeten terug naar hun core business, welzijnsorganisaties transformeren naar welzijnnieuwe stijl en in de zorg wordt een enorme stelselwijziging doorgevoerd, zowel binnen de ouderenzorg (VVT) als in de gehandicaptenzorg (VGZ) en in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). welzijn is in de eerste plaats nodig om de kwaliteit van leven te waarborgen. Zorg wordt daarnaast veel meer een leverbare dienst (naast interne zorg). Voor elke verschillende groep kunnen begeleiding en ondersteuning, samen met welzijn, de voorwaarden scheppen om zelfstandig mogelijk te wonen. Naar zo lang mogelijk zelfstandig wonen en werken Op alle drie hiervoor genoemde gebieden is de kern van de verandering dat individuele burgers zo lang mogelijk de regie houden over hun eigen leven, waarbij eventuele ondersteuning zoveel mogelijk wordt gezocht in de eigen omgeving. Pas als die mogelijkheid volledig is benut, komt als vangnet professionele ondersteuning aan de orde. Een belangrijke keuze van de overheid is om de huidige vormen van interne (of intramurale ) lichte en zware zorg zoveel mogelijk af te bouwen, dus om wonen en zorg zoveel mogelijk te scheiden. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen en leven wil iedereen, maar door gezondheid of individuele omstandigheden kan niet iedereen dat ook. Wanneer het wel kan, gebeurt dat vaak in vormen van beschermd wonen. Daarbij speelt de betaalbaarheid en beschikbaarheid van die woningen en voorzieningen een grote rol. Voor ons is het uitgangspunt: wonen, welzijn en zorg zijn stevig aan elkaar gekoppeld met wonen als leidend onderdeel, en 6 Zorgcomplex De Hoge Weide Strijen

113 Andere manier van denken nodig Een belangrijke drijfveer bij de lopende veranderingsprocessen is om de kosten voor bijvoorbeeld zorg te verlagen door meer preventief te handelen. Daarbij moet goed worden gekeken naar kosten op korte en op lange termijn, om te voorkomen dat maatregelen snel voordeel opleveren maar op termijn juist duurder zijn. De veranderingen vragen niet alleen om meer samenwerking tussen zorgorganisaties, maar ook om samenwerking tussen gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en woningcorporaties. Er is ook meer flexibiliteit en minder regelgeving nodig. Het moet veel minder gaan over waarom iets niet kan, en meer over hoe we iets tot een succes maken. Dat vraagt een andere manier van denken bij het ontwikkelen van initiatieven en bij het faciliteren van initiatieven (innovaties). Belangrijk is dat alle partijen een bijdrage leveren aan het verbeteren van de leefomgeving. Community support in de brede zin van het woord. Eigen regie over je leven met maximale sociale binding en cohesie. Het vraagt dus meer van bijvoorbeeld een zorgverlener dan alleen een steunkous komen aantrekken of komen koken. Ook van woningcorporaties wordt meer gevraagd dan alleen het leveren van stenen. Leefbaarheid en het op niveau houden van de voorzieningen in de buurt en regio blijven ook de komende jaren onze aandacht vragen. Waar mogelijk worden initiatieven gefaciliteerd en krijgen inwoners de ruimte om zelf in hun woon en (mantel) zorgbehoeften te voorzien. Aanpassen van woningen en beschikbaar houden van voorzieningen De woningvoorraad in de Hoeksche Waard bestaat voor 26% uit woningbezit van de corporatie en voor 64% uit particulier bezit, terwijl 9% van de woningen wordt verhuurd door andere partijen dan woningcorporaties (zie tabel Eigendom woningvoorraad in hoofdstuk 4). Op maar drie van de tien woningen valt dus collectieve invloed uit te oefenen via de woningcorporatie. HW Wonen werkt hard aan het geschikt maken van haar woningen voor de toekomst. Onder particuliere woningbezitters wordt daarentegen veel minder toekomstgericht gedacht. Vandaar het belang om particuliere eigenaren te informeren over de noodzaak en mogelijkheden om hun woning geschikt te maken. Vanuit de gemeenten moet actief de eigen regie door particulieren worden gestimuleerd, zowel om de eigen woning te verbouwen met het oog op de toekomst als om particuliere nieuwbouw van kleinschalige, gezamenlijke woonvormen te bevorderen. In dit laatste type projecten kunnen voorzieningen en zorg meer geconcentreerd worden aangeboden of ingekocht. Binnen de huidige voorraad woningen die met zorgfuncties zijn verbonden is het belangrijk om, ondanks het streven om wonen en zorg te scheiden, te bezien hoe bepaalde doelgroepen in een beschermde woonomgeving geplaatst kunnen worden of kunnen blijven wonen. Daarbij zijn goede voorzieningen rondom het wonen van belang, evenals betaalbaarheid. Als het gaat over het niveau van de algemene voorzieningen op het eiland is het niet realistisch om in elk dorp alle gewenste voorzieningen te realiseren of te behouden. Wel moet de discussie worden gevoerd over beschikbaarheid en bereikbaarheid. Waar voorzieningen worden geconcentreerd moet (openbaar) vervoer geregeld zijn, om ze vanuit andere dorpen te kunnen bereiken. Sociale woningvoorraad behouden voor lagere inkomens In het voorafgaande werd een verwachte daling beschreven van de gemiddelde gezinsomvang. Ook werd het vooruitzicht geschetst van een toename van het aantal ouderen in het algemeen en van één- en tweepersoons huishoudens in de leeftijd van 75 jaar en ouder in het bijzonder. Deze ontwikkelingen zullen in de Hoeksche Waard vooral te zien zijn in de laagste inkomenscategorie (van tot per jaar). 7

114 tiewet en de gevolgen voor werk en inkomen van de verschillende doelgroepen blijven we monitoren. De vraag naar goedkope woningen, dus woningen tot de eerste aftoppingsgrens van 576,87 (prijspeil 2015), zal de komende jaren sterk stijgen. Belangrijk is dus om de voorraad van goedkope woningen zoveel mogelijk te behouden voor de doelgroep met blijvend lagere inkomens. Ook de taak die de gemeenten hebben om vluchtelingen met een officiële verblijfsstatus te huisvesten heeft hier invloed op. De beschikbaarheid van goedkope woningen voor de Hoeksche Waardse inwoners wordt er immers door beïnvloed. Combinatie wonen-zorg in vernieuwbouw Boerderij Dijkzicht in Oud-Beijerland Er wordt vaak gesproken over de komende gouden generatie, de generatie met geld waardoor het allemaal gemakkelijker wordt. Landelijk is die generatie misschien in aantocht en natuurlijk zullen wij deze groep straks ook in de Hoeksche Waard hebben, maar op ons eiland zal hij van beperkte omvang zijn en blijven. Een groot deel van de bevolking van de Hoeksche Waard, en zeker van de oudere bevolking, zal ook in de toekomstniet kapitaalkrachtig zijn en aangewezen blijven op de sociale woningvoorraad. Dit laatste geldt niet alleen voor ouderen, maar ook voor degenen die door het scheiden van wonen en zorg binnen VGZ en GGZ zijn aangewezen op een zelfstandige woning. Dat zijn vaak jongeren met een uitkering die geen hoge huur kunnen betalen. Voor hen zijn lage woonlasten erg belangrijk. De mogelijkheid bestaat dat zij komen te wonen in woningen waar zorg misschien onvoldoende leverbaar is qua woonoppervlakte, voorzieningen of locatie. De samenhang met de participa- Effecten van de veranderingen op de nieuwbouw Omdat verwacht wordt dat de woningbehoefte in de Hoeksche Waard na 2025 zal afnemen, moeten de woningen die tot dat jaar nog worden gebouwd, zijn afgestemd op de behoeften die er dan zullen zijn op het gebied van kwaliteit en voorzieningen. Ook voor nieuwe woningen is de betaalbaarheid belangrijk. Er moet creatief worden gekeken naar de mogelijkheden om de woonlasten zo laag mogelijk te krijgen en te houden. Mogelijk kan dat gebeuren in samenwerking tussen gemeenten, marktpartijen, woningcorporatie en zorg- en welzijnsorganisaties, zodat de meest wenselijke locaties en voorzieningen kunnen worden gekozen. Vitale dorpen in de Hoeksche Waard kunnen alleen bestaan op een vitaal eiland. Dat betekent dat keuzes voor nog toe te voegen woningen en voorzieningen, moeten worden gemaakt vanuit een blik die verder reikt dan de afzonderlijke dorpen. Aan deze afstemming wordt door alle betrokken partijen in de Hoeksche Waard gewerkt, ook met nauwe betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld. 8

115 4 Sociale huurwoningen De nieuwe Huisvestingswet gaat uit van vrijheid van vestiging. Mensen mogen zelf kiezen waar ze gaan wonen, en dat kan ook in de Hoeksche Waard zijn. Om ons regionale woningaanbod aantrekkelijk te maken voor mensen van buiten de Hoeksche Waard is eenduidigheid en openheid van groot belang. Daarom hebben de vijf gemeenteraden besloten, in overeenstemming met de Huisvestingswet, om mensen zonder directe binding met de Hoeksche Waard dezelfde kansen te bieden op een woning op het eiland als mensen die hier al wonen of werken. Iedereen is welkom om in de Hoeksche Waard te wonen. Zo willen wij bijdragen aan een vitale Hoeksche Waard en de aandacht vestigen op de regio als prettige woon- en leefomgeving. Om onevenredige nadelige effecten op de huisvestingskansen van onze huidige inwoners en mensen met sociale en/of economische binding te voorkomen, is ook besloten om de effecten van dit besluit te monitoren. Voldoende sociale huurwoningen In de Hoeksche Waard is HW Wonen onze belangrijkste partner waar het gaat om de sociale woningvoorraad. Het woningbezit van deze corporatie bestond in 2014 uit huurwoningen. Naast HW Wonen bezit woningcorporatie SOR twee woonlocaties in Oud- Beijerland. Als vrijwel de enige woningcorporatie in de Hoeksche Waard heeft HW Wonen een grote verantwoordelijkheid.de uitdagingen voor de komende jaren liggen in beschikbaarheid en betaalbaarheid. Rond 26% van de woningvoorraad in de Hoeksche Waard bestaat uit sociale huurwoningen. Eigendom woningvoorraad Hoeksche Waard Koop Corporatie Overig huur Totaal % 26% 9% 100% Bron: SVHW, WOZ 1 januari 2014 In de Hoeksche Waard staat ons een sociale woningmarkt voor ogen met een gezonde spanning tussen vraag en aanbod. Hiermee wordt leegstand voorkomen. Op dit moment loopt de druk op de sociale woningmarkt echter op. Dit is zorgelijk. Vooral naar woningen met een huurprijs tot 576,87 is meer vraag dan aanbod. Bij ongewijzigd beleid zal deze ontwikkeling doorgaan. Dat wordt versterkt door het stijgend aantal statushouders, asielzoekers met een geldige verblijfsvergunning, die de Hoeksche Waard moet plaatsen en door de groeiende groep die is aangewezen op een (goedkope) sociale huurwoning. Er moet dus extra inspanning worden geleverd om te zorgen dat er in de Hoeksche Waard genoeg sociale huurwoningen zijn. Daartoe maken de gemeenten afspraken met HW Wonen over de omvang van de sociale woningvoorraad, die worden vastgelegd in de regionale prestatieafspraken. Vitale Hoeksche Waard De gemeenten en HW Wonen streven naar een vitale Hoeksche Waard. De dorpen in de Hoeksche Waard hebben elk hun eigen karakter en verschillen van elkaar in grootte en kwaliteiten. In de Hoeksche Waard zijn er buurtschappen en dorpen. De grote dorpen zijn door hun voorzieningen belangrijk voor de vitaliteit en de aantrekkelijkheid van het eiland. De buurtschappen en kleinere dorpen zijn juist voor een deel weer afhan- 9

116 Sloopwerkzaamheden Bevershoek kelijk van deze voorzieningen. De kleinere dorpen en buurtschappen voorzien met hun specifieke woonkwaliteit in een belangrijke woonbehoefte en vullen daarmee de grote dorpen aan. De afgelopen jaren heeft HW Wonen zich teruggetrokken uit de buurtschappen. De investeringen die de corporatie hier deed blijken niet rendabel, vrijgekomen woningen zijn niet gemakkelijk te verhuren en in de toekomst zal dat naar verwachting nog moeilijker worden. Ook in de kleinere dorpen van de Hoeksche Waard ziet HW Wonen dat de verhuur van woningen moeilijker wordt. Als gemeenten begrijpen we de bedrijfsmatige belangen van de corporatie, maar we hechten waarde aan een zorgvuldige afweging per dorp. De vitaliteit van dorpen hangt immers ook af van de aanwezigheid van betaalbare huurwoningen. Van de corporatie verwachten we dan ook dat zij zich inspant om de woningen 10 waar voldoende vraag naar is te blijven exploiteren. Bij langdurige (frictie-) leegstand kan evenwel verkoop onvermijdelijk zijn. In dat geval mag van de corporatie worden verwacht dat zulke woningen voor een sociale koopprijs op de markt worden gebracht. Langer zelfstandig wonen vraagt samenwerking HW Wonen verhuurt circa 600 wooneenheden aan zorginstellingen of bewoners uit bijzondere doelgroepen met een zorgbehoefte. Voor de gemeenten in de Hoeksche Waard is het van groot belang dat HW Wonen zich blijft inzetten voor de huisvesting van kwetsbare groepen. De samenwerking tussen HW Wonen en de zorg- en welzijnsorganisaties is goed. Er is overleg over de manier waarop kwetsbare groepen gehuisvest kunnen worden. De keuze voor woonvormen laten wij als gemeenten in de eerste plaats over aan deze deskundige partijen. Uiteraard worden we wel betrokken bij

117 vraagstukken waar de partijen voor staan. Waar nodig denken we mee en helpen we de corporatie en de zorgen welzijnsinstellingen bij het oplossen van huisvestingsvraagstukken. Naast de mensen die in bijzondere woonvormen wonen of intensieve zorg ontvangen zijn er steeds meer inwoners die in hun normale woning zorg ontvangen. Doordat wonen en zorg niet meer vanzelfsprekend samenvallen blijven mensen langer in hun huidige woning wonen. De kleine aanpassingen aan de woning die daarvoor nodig zijn, brengen voor de gemeenten groeiende WMO-kosten mee. Om ervoor te zorgen dat voorzieningen die eenmaal zijn aangebracht ook in de toekomst bruikbaar zijn, is het belangrijk de woningen in kwestie gericht toe te wijzen. Zowel over het aanbrengen van voorzieningen als over het toewijzen worden dan ook afspraken gemaakt met HW Wonen. Voor de huurders, voor HW Wonen en voor de gemeenten is het van belang dat dit efficiënt en snel wordt georganiseerd. Bij nieuwbouwwoningen voor ouderen en andere groepen waarbij extra voorzieningen in het verschiet liggen, worden deze direct bij de bouw aangebracht. Dat voorkomt extra kosten achteraf. HW Wonen hanteert bij nieuwbouw van seniorenwoningen in principe de eisen van WoonKeur of een technisch gelijkwaardig alternatief. Grotere slagingskans voor jongeren Om de Hoeksche Waard, in weerwil van de stijgende gemiddelde leeftijd van de bevolking, vitaal te houden is een passend en gevarieerd aanbod van belang. Een belangrijke stap hierin is gezet in Sindsdien hebben starters, dus jongeren, dezelfde kansen op een sociale huurwoning als doorstromers. Hierdoor is de slagingskans voor deze groep toegenomen. Als gemeenten hechten wij eraan dat starters goede kans op een geschikte huurwoning blijven maken. De jeugd vormt immers de toekomst van de Hoeksche Waard. Het huidige beleid wordt daarom voortgezet. Start bouw uitbreiding Goudswaard De gemeenten en HW Wonen blijven de ontwikkeling van de kansen voor deze groep oplettend volgen. Woonruimte nodig voor steeds meer statushouders De huisvesting van statushouders is formeel de verantwoordelijkheid van gemeenten maar de omvang van de betreffende groep wordt bepaald door het Rijk. Per halfjaar bepaalt het Rijk hoeveel statushouders er in een gemeente moeten worden gehuisvest. De gemeenten moeten dan de toewijzing van woningen coördineren. Vrijwel alle statushouders worden gehuisvest in een sociale huurwoning. Om dit mogelijk te maken is in de Huisvestingswet geregeld dat statushouders voorrang krijgen op andere woningzoekenden. Daardoor is de huisvesting van statushouders ook de verantwoordelijkheid van woningcorporaties. Om te kunnen voldoen aan de taakstellingen vanuit het Rijk blijft in de Hoeksche Waard een goede samenwerking nodig tussen de gemeenten en HW Wonen. 11

118 Statushouders kunnen meestal maar een beperkte huurprijs betalen. Daarom worden voor hen huurwoningen gezocht die bij hun inkomen passen. De komende jaren zullen de gemeenten voor steeds meer statushouders huisvesting moeten zoeken. Dat zorgt voor een grotere druk op de voorraad aan sociale woningen. Om die druk te verlichten zoeken de gemeenten naar alternatieve, maar uiteraard wel volwaardige huisvestingsmogelijkheden voor statushouders. Van HW Wonen mag worden verwacht dat de corporatie zich maximaal inspant om tijdig een passende sociale huurwoning beschikbaar te stellen voor statushouders. Kosten en gederfde inkomsten moeten in redelijkheid worden verdeeld tussen de gemeenten en HW Wonen. De partners maken regionale prestatieafspraken over de huisvesting van statushouders. De Hoeksche Waard is een woningmarktregio, wat betekent dat de gemeenten hun huisvestingsbeleid gezamenlijk moeten formuleren. Daarom pleiten wij als gemeenten voor een gezamenlijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders. Hierdoor zou in de Hoeksche Waard meer flexibiliteit ontstaan om die huisvesting naar eigen inzicht verspreid over de regio plaats te laten vinden. Betaalbaar wonen bij stijgende huurprijzen Betaalbaar wonen is voor de gemeenten en HW Wonen een belangrijk thema. De huurprijzen in de Hoeksche Waard zijn de afgelopen jaren gestegen, door harmonisatie van de huurprijs bij verandering van woningen en door inkomensafhankelijke huurverhogingen. De huurtoeslaggrens is tegelijkertijd opgelopen tot 710,68 (prijspeil 2015). Uit het Woonlastenonderzoek voor de regio Zuid-Holland Zuid 2 blijkt dat van 12% van de huishoudens in de Hoeksche Waard de woon- lasten te hoog zijn in verhouding tot het inkomen. De Woningwet verplicht corporaties om woningen passend toe te wijzen, dat wil zeggen afgestemd op het inkomen van de huurder. De regionale prestatieafspraken met HW Wonen omvatten ook het aantal goedkope huurwoningen dat de corporatie bezit en de omvang van de sociale woningvoorraad als geheel. Duurzame woningen: energiezuinig en klaar voor de toekomst De energielasten hebben een groot aandeel in de woonlasten van huishoudens. Voor de woonlasten en voor het woongenot van huurders is investeren in energetische kwaliteit van groot belang. HW Wonen is bezig haar woningvoorraad duurzamer te maken. Dat leidt tot lagere energielasten van de huurders en lagere CO₂uitstoot van haar woningbezit. De gemeenten verwachten dat HW Wonen hiermee doorgaat. Duurzaamheid omvat in de visie van de gemeenten meer dan alleen de energetische kwaliteit van een woning. Het betekent ook dat woningen klaar zijn voor toekomstige ontwikkelingen, zoals door levensloop van de bewoners en door verschuivingen tussen gebruikersgroepen. Zulke duurzaamheid laat het woningbezit niet alleen aansluiten op de bestaande, maar ook op de toekomstige woningbehoefte. Dit geldt zowel voor de bestaande als voor nieuw te bouwen woningen van HW Wonen. De duurzaamheid van het woningbestand is onderdeel van de regionale prestatieafspraken. 2 Vlugt, M. van der, Giesbers, I., & Kromhout, S. (2014). Woonlastenonderzoek regio Zuid-Holland Zuid. Amsterdam, Nederland: RIGO Research en Advies 12

119 5 Aanpassingen in de bestaande woningvoorraad De woningvoorraad van de Hoeksche Waard omvat woningen. Twee derde daarvan bestaat uit koopwoningen, de rest uit huurwoningen. Van deze laatste woningen is drie kwart in het bezit van de corporatie HW Wonen. 95% van de woningen van deze corporatie heeft een huurprijs onder de huurtoeslaggrens van 710,68 (prijspeil 2015). Kenmerk van de Hoeksche Waardse woonvoorraad is dat er relatief veel rijwoningen voor gezinnen zijn: 54% van de hele voorraad. De kwaliteit van de woningvoorraad in de Hoeksche Waard is bovengemiddeld, volgens de Leefbarometer Mensen zijn in de regel ook tevreden over hun woning. Klaar voor de toekomstige zorgbehoefte Volgens de ramingen van de Provincie Zuid-Holland bestaat tot 2025 behoefte aan nieuwe woningen in de Hoeksche Waard (zie tabel Woningbehoefte in de Hoeksche Waard). Hierna zou een omslagpunt ontstaan, waarna het nodige aantal woningen gaat dalen. Woningbehoefte in de Hoeksche Waard Jaar/periode Bron t/m t/m t/m 2029 WBR BP Bron: Woningbehoefteraming (WBR) 2013 en Bevolkingsprognose (BP) 2013 Het is voor de Hoeksche Waard van groot belang om deze ontwikkeling onder ogen te zien en te volgen. Dat betekent in beeld brengen hoeveel en welke soorten woningen niet toekomstbestendig zijn en waar ze zich bevinden. Als we hier tijdig inzicht in hebben, kunnen we alle voorbereidingen treffen om onze woningvoorraad en de bijbehorende voorzieningen vitaal te houden. Daarbij moet worden aangesloten op de kwaliteiten en unieke eigenschappen van de verschillende dorpen. Omdat de bevolking niet zal groeien maar wel van samenstelling zal veranderen, kunnen we de aandacht verleggen van nieuwbouw naar de bestaande woningvoorraad. Aan de behoefte aan geschikte woningen kan niet worden voldaan met de beperkte nieuwbouw die nog wordt gerealiseerd. Er zijn op de lange termijn namelijk niet meer woningen maar vooral andere nodig. De woonwensen van ouderen zijn bijvoorbeeld anders dan die van het gemiddelde huishouden in de Hoeksche Waard. Omdat veel ouderen gelijkvloers willen wonen, zullen de meeste aanpassingen nodig zijn in de categorie eengezinswoningen. Ook moeten er woningen geschikt worden gemaakt voor mensen die zorg ontvangen. Ook dat kan voor het grootste deel door aanpassingen in de bestaande woningvoorraad. Eigen woningen: stimuleren en ruimte maken Tweederde van de huidige woningvoorraad is in particulier eigendom. De overheid heeft hierop geen directe invloed, want woningeigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van hun woning. Een eerste belangrijke constatering voor deze eigenaren is dat een deel van hen er rekening mee moet houden dat zij door lagere vraag naar eengezinswoningen hun woning niet tegen de huidige prijzen zullen kunnen verkopen. Een tweede constatering is dat een deel van de eigenaren moet gaan nadenken over toe- 13

120 Grootschalige woningrenovatie Oranjewijk in Strijen komstigezorgbehoeften en daarmee samenhangende woningaanpassingen. Daarbij is het nog maar de vraag of die woningaanpassingen altijd mogelijk zijn. Uiteraard is verhuizen naar een geschikte woning ook een mogelijkheid. De toekomstige ontwikkeling van de woningmarkt vraagt dus van woningeigenaren bereidheid om zelf te investeren in hun woning en bij verkoop minder opbrengst dan verwacht te accepteren. Hoewel wij als overheid geen directe invloed hebben op de kwaliteit van het particuliere woningbezit kunnen de gemeenten wel een belangrijke rol spelen in de bewustwording van de ontwikkelingen die eraan komen. Daarin ligt een belangrijke taak voor de komende jaren. Als gemeenten kunnen wij er ook voor zorgen dat er meer ruimte komt voor het uitbouwen en verbouwen van woningen. 14 Huurwoningen: herstructurering en verduurzaming Het andere derde deel van alle woningen in de Hoeksche Waard is voornamelijk eigendom van HW Wonen. Deze corporatie is dus een belangrijke partner, waarmee de gemeenten afspraken maken over het aanpassen van haar woningbezit. De gemeenten van de Hoeksche Waard werken regionaal samen op het gebied van milieu. Duurzaamheid speelt hierbij een belangrijke rol. Vooral, maar niet alleen aan voorlichting wordt veel aandacht besteed. HW Wonen werkt eraan om de energieprestaties van haar woningbezit te verbeteren. In de huidige prestatieafspraken, die met de vijf gemeenten afzonderlijk zijn afgesloten, is vastgelegd dat de corporatie haar bezit gemiddeld naar energielabel B brengt. HW wonen heeft ook al diverse initiatieven genomen om woonwijken of delen daarvan klaar te maken voor toekomstige ontwikkelingen. De corporatie heeft bijvoorbeeld de Oranjewijk in Strijen met vervangende nieuwbouw en grootschalig onderhoud onder handen genomen. In Oud-Beijerland wordt op dit moment de herstructurering van de Croonenburgh voorbereid. Daarbij wordt gestreefd naar meer duurzame woningen maar ook naar een hogere kwaliteit van de openbare ruimte met een grotere sociale veiligheid, waarbij eventueel de aanwezige woningtypen kunnen worden aangepast. Wanneer er in een vroeg stadium wordt samengewerkt tussen de gemeente en HW Wonen, kunnen de particuliere woningbezitters ook worden betrokken in dit proces. Nieuwe initiatieven Waar de overheid zich terugtrekt zijn initiatieven van de inwoners van groot belang. Er zijn al verschillende voorbeelden in het land van groepen ouderen die met nieuwe woonvormen beginnen waarmee ze elkaar op allerhande gebied steunen. Ook in de Hoeksche Waard zijn er al diverse initiatieven op dit gebied. In de pilot

121 Nieuwbouwproject Oranjewijk in Numansdorp Gebiedsondernemingen onderzoeken de partijen (Zorgwaard, HW Wonen en Welzijn Hoeksche Waard) hoe initiatieven van burgers kunnen worden ondersteund om te zorgen voor een zelfstandig opererend gebied. Leegstaande panden van kantoren lenen zich in sommige gevallen goed voor hergebruik als woningen. Dit kan in een tijdelijke vorm plaatsvinden door gebruikmaking van de leegstandswet, maar er zijn ook goede voorbeelden van een definitieve transformatie tot (starters) woningen. De gemeenten staan open voor initiatieven waarbij bestaande panden worden omgebouwd naar woningen. Niet alle vastgoed in de Hoeksche Waard is geschikt te maken voor de toekomstige behoefte. Voor sommige woningen, kantoren, schoolgebouwen en ander vastgoed kan sloop de beste oplossing zijn. De gemeenten denken graag met initiatiefnemers mee hoe in een bepaald geval sloop het best gerealiseerd kan worden. Nieuwbouw is vaak nodig om sloop financieel mogelijk te maken. Uitgangspunt is dat de gekozen oplossingen de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit in de Hoeksche Waard ten goede moeten komen. Hierdoor leidt sloop in onze visie niet automatisch tot verdichting van bestaand bebouwd gebied. Bij ieder initiatief is maatwerk nodig. 15

122 6 Nieuwbouw De Hoeksche Waard is een woongebied van hoge kwaliteit. De inwoners profiteren van de economische dynamiek van de Randstad (Rotterdam, Dordrecht), terwijl het gebied zelf in de luwte daarvan ligt. Woonkwaliteit die past bij de omgeving en die de eigen inwoners bindt is belangrijk voor de regio, evenzeer als aantrekkingskracht voor mensen van buiten de Hoeksche Waard. Veel inwoners van de Hoeksche Waard blijven op het eiland wonen, vaak zelfs in het eigen dorp of de eigen gemeente. Jongeren trekken echter vaak weg wanneer ze gaan studeren. Om inwoners vast te houden is een goede samenwerking op het gebied van wonen nodig. De gemeenten in de regio doen dat al langere tijd en de praktijk is dat over wonen consensus bestaat als het om nieuwbouw gaat. De regio oriënteert zich goed op de behoefte en stemt de nieuwbouw daarop af, zodat die beantwoordt aan de wensen van huidige bewoners èn van mensen die van buiten de Hoeksche Waard komen. De behoefte bepaalt de bouwactiviteit De woningbouwplannen worden regionaal afgestemd. Elke gemeente geeft de woningbehoefte op het eigen grondgebied aan, en hoe de woningbouwplannen hierop aansluiten. De gemeenten zorgen ook voor de kwalitatieve invulling van projecten binnen hun grenzen, omdat ze zelf het beste zien wat de lokale behoefte is. Regionaal wordt de woningbehoefte in kaart gebracht, samen met de manier waarop de woningbouwplannen op het eiland hierop aansluiten, zowel wat de hoeveelheid betreft als waar het om de kwaliteit gaat. Van woningbehoefte naar woningbouwprogramma De gemeentelijke woningbouwprogramma s richten zich in de eerste plaats op het bedienen van de lokale vraag, en maar beperkt op aanwas van buiten de Hoeksche Waard. Beantwoorden aan de lokale vraag is belangrijk voor de vitaliteit van de dorpen. Dat kan het beste binnen de gemeente gebeuren, zodat goed wordt aangesloten op de behoefte voor wat betreft locaties, soorten woningen, prijsklassen en aantallen. Regionaal vindt hierover afstemming plaats. Een deel van de vraag naar woningen is niet gericht op een dorp of gemeente, maar op de gehele regio. Bij het bedienen van deze vraag, waaronder die van buiten het eiland, wordt behalve op de aantallen ook sterk gelet op de kwaliteit. Deze aanpak sluit goed aan bij de kaders die de provincie Zuid-Holland stelt. De provincie bepaalt iedere drie jaar de woningbehoefte op basis van de Woning Behoefte Raming (WBR) en de Bevolkingsprognose (BP). Het Regionaal Woningbouwprogramma van de Hoeksche Waard, dat tot stand komt op basis van de gemeentelijke woningbouwplannen die meer dan tien woningen omvatten, houdt rekening met die behoefte. Op die manier wordt een overvloed aan woningbouwplannen voorkomen en blijft er ruimte voor nieuwe initiatieven. Door uit te gaan van haalbare opleverdata ontstaat een realistische woningbouwplanning, waardoor beter gestuurd kan worden. Goede afstemming binnen de regio maakt het mogelijk om zo goed mogelijk aan de vraag te voldoen. 16

123 Programma wordt voortdurend bijgesteld Het regionale programma heeft een looptijd van tien jaar, maar wordt dus iedere drie jaar bijgesteld op basis van raming en prognose, en elk jaar op basis van de actuele ontwikkelingen in de Hoeksche Waard. Het programma geeft de woningbouwplannen van de gemeenten in de Hoeksche Waard weer. Het is onderverdeeld in drie categorieën met verschillende tijdshorizon: 1. De eerste categorie bevat de plannen of fases daarvan, die binnen vijf jaar worden uitgevoerd. Voor de meeste van deze plannen geldt dat het bestemmingsplan is vastgesteld of in procedure is, en dat er een overeenkomst is afgesloten met een ontwikkelaar. Deze categorie past binnen de bandbreedte van het provinciale toetsingskader van de WBR en de BP. 2. Categorie twee omvat concrete plannen die over vijf tot tien jaar moeten zijn uitgevoerd tenzij er eerder marktruimte voor beschikbaar komt. Verder bevat deze categorie de planfases die door aantal of uitvoeringstermijn niet in de eerste categorie passen.ook deze categorie past binnen de bandbreedte van het provinciale toetsingskader van de WBR en de BP. 3. In de derde categorie zijn plannen ondergebracht die nog geen concrete status hebben en waarvoor nog geen planning bestaat. Naast de gemeenten spelen marktpartijen een belangrijke rol bij nieuwbouw. Daarom betrekken we de marktpartijen bij het bepalen en volgen van de woningbehoefte, en bij het opstellen van woningbouwplannen. Daarmee ontstaat een beter inzicht in de ontwikkelingen, kansen en risico s in de markt. Door de ontwikkelingen rond het woningbouwprogramma goed te volgen en het programma jaarlijks te herijken kunnen de gemeenten tijdig en doeltreffend reageren op veranderende behoeftes zowel wat hoeveelheid als wat kwaliteit betreft. Woonmilieus Bij het plannen van nieuwbouw wordt sterk gelet op de behoefte. Die loopt uiteen in de verschillende dorpen; daarom worden nieuwbouwprojecten ook kwalitatief en kwantitatief verschillend ingevuld. Als het gaat om de verschillende woonmilieus in de Hoeksche Waard is een onderscheid zinvol tussen Centrum dorps, Dorps woonwijk en Landelijk. Dat sluit aan op de woonmilieus die de provincie hanteert. Nieuwbouw naast aanpassing van bestaande woningen Uit het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard 3 blijkt dat meergezins huur- en koopwoningen een groeimarkt vormen, terwijl dat in het algemeen niet geldt voor eengezins koopwoningen. Hier treden verschillen op per type eengezinswoning. Omdat naar verwachting het aantal huishoudens in de leeftijd jaar tussen 2015 en 2030 behoorlijk afneemt, zal er ongeveer 10% vraaguitval in de koopsector zijn. Overproductie van nieuwe koopwoningen moet daarom voorkomen worden. Als deze nieuwbouw, met name van grondgebonden koopwoningen, het vertrek van inwoners niet remt of zorgt voor vestiging van buiten de regio, kan het grotere aanbod leiden tot prijsdaling en leegstand. De belangrijkste taak voor de periode is om, vooruitlopend op het grotere aantal ouderen, te zorgen voor geschikte woningen en zorgvoorzieningen. De uitvoering van deze taak moet zowel in nieuwbouw gezocht worden als in aanpassing van bestaande bouw. De genoemde voorzichtigheid in acht genomen, zullen er toch goede afzetmogelijkheden zijn voor nieuwbouwprojecten voor ouderen, omdat er immers steeds meer ouderen komen. De woonwensen van ouderen boven de 65 jaar zijn gericht op de huursector. Er is een 3 Schalk, J.M.A. (2014). Woonkwaliteit Hoeksche Waard. Dordrecht, Nederland: Onderzoekcentrum Drechtsteden 17

124 duidelijke behoefte aan nultredewoningen: woningen zonder trap. Dat kunnen appartementen met lift zijn, maar ook woningen op de begane grond. Om ervoor te zorgen dat ouderen langer voor zichzelf kunnen zorgen is het van beslissend belang dat de voorzieningen op peil blijven. Gezien de verwachte toename van het aantal seniorenhuishoudens, wordt in het rapport Woonkwaliteit Hoeksche Waard aanbevolen om 900 woningen te bouwen die voor senioren geschikt zijn: 200 keer Verzorgd wonen en 700 keer Overig geschikt wonen voor ouderen. Voor dit segment geldt een verhouding van rond 60% huur en 40% koop, terwijl het bovendien moet gaan om kleinschalige projecten van 25 tot 40 woningen in de vorm van appartementen en indien mogelijk woningen op de begane grond. De uitvoering van dit advies moet samengaan met investeringen in de bestaande voorraad om langer zelfstandig wonen mogelijk te maken. Mogelijkheden voor starters De bestaande eengezinswoningen kunnen een interessante woningvoorraad zijn voor starters. Om het aantal jongeren op peil te houden is het belangrijk dat er voor hen die in de Hoeksche Waard op zichzelf willen gaan wonen, ook woningen te vinden zijn die bij hun woonwensen en budget passen. Dit voorkomt dat ze wegtrekken naar andere gebieden. In de Hoeksche Waard wordt al geëxperimenteerd metnieuwe vormen van nieuwbouw voor deze doelgroep, zoals zelfbouw en meegroeiwoningen. Voor de startersgroep is de prijskwaliteitverhouding wel van groot belang. Nieuwbouwwoningen winnen kwalitatief gezien namelijk van de bestaande woningvoorraad. Prijs, locatie en charme van de woning kunnen voor bestaande woningen spreken. Locaties voor nieuwbouw Bij de keuze van locaties voor nieuwbouw kunnen locaties binnen het bestaande dorpsgebied, de zogenaamde inbreidingslocaties, worden onderscheiden van locaties buiten het bestaande bebouwde gebied, de uitbreidingslocaties. Locaties binnen het bestaande dorpsgebied kunnen zich aandienen door herstructurering van bestaande woongebieden, transformatie van bedrijventerreinen of sportvelden, verdichting van open ruimten en het afronden van bestaande uitbreidingen. Als het gaat Uitbreidingswijk Poortwijk III in Oud-Beijerland 18

125 om het aanpassen van de bestaande woningvoorraad ligt inbreiding voor de hand. Waar dat mogelijk is met behoud van de ruimtelijke kwaliteit wordt hier ook voor gekozen. Sommige woningbehoeften zijn echter beter aan de randen van de dorpen te realiseren of zelfs in het landelijk gebied. Ook bij uitbreiding speelt de ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol. Woningbouwplannen moeten passen bij de identiteit en de kwaliteit van de dorpen, en daaraan ook ten goede komen. Ook de ruimtelijke omgeving moet er beter van worden. Bij ieder plan wordt daar zorgvuldig naar gekeken. In de afgelopen tien jaar heeft in de Hoeksche Waard het accent vooral gelegen op het realiseren van nieuwbouw binnen de bestaande dorpsgebieden, zodat deze nu minder voorhanden zijn. Buiten locaties waar bestaande woongebieden worden geherstructureerd, is het aantal kansrijke inbreidingslocaties hierdoor flink afgenomen. Dit neemt niet weg dat bij ieder plan kritisch wordt bekeken welke locatie het meest geschikt is. Hiermee wordt aangesloten op het provinciale beleid zoals geformuleerd in de Visie Ruimte en Mobiliteit. Nieuwe woningen in bestemmingsplan: zorgvuldig afwegen De provincie Zuid-Holland wil de kwaliteit van de woningen en woonomgeving waarborgen. Daarom moet bij bestemmingsplannen die voorzien in de bouw van nieuwe woningen een zorgvuldige afweging worden gemaakt volgens de zogenaamde SER-ladder. Deze verloopt volgens drie stappen de eerste over de behoefte en volgende twee over de locatie. Stap 1 Actuele behoefte: De nieuwe ontwikkeling moet voorzien in een actuele behoefte die regionaal is afgestemd. worden uitgevoerd, door locaties en/of gebouwen opnieuw te structureren en in te richten. Stap 3 Locatiekeuze en inpassing: Als opnieuw structureren en inrichten onvoldoende soelaas biedt, worden de woningbouwplannen direct aansluitend aan het bestaande stads- en dorpsgebied gerealiseerd. De nieuwe locatie moet goed ontsloten zijn, waarbij gebruik kan worden gemaakt van verschillende middelen van vervoer. De locatie moet passen in de doelstellingen en richtpunten van de kwaliteitskaart van de provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit. Locaties groter dan 3 ha moeten zijn opgenomen in het Programma ruimte. Dorpenspecialisatie Tegen de achtergrond van de voorziene veroudering van de bevolking vormt de vitaliteit van de dorpen een belangrijke uitdaging. Er is al veel gepraat over de manier waarop die vitaliteit tot stand moet worden gebracht. Daarbij gaat het vaak over het woningbouwprogramma per dorp: blijven we in elk dorp bouwen op basis van de lokale vraag of accentueren we de bijzondere kracht van ieder dorp afzonderlijk om daarop het regionale woningbouwprogramma af te stemmen? De laatstgenoemde aanpak kan bijdragen aan de vitaliteit van de verschillende dorpen en daardoor aan de aantrekkelijkheid van de Hoeksche Waard als geheel. Het is belangrijk de discussie over de dorpenspecialisatie niet alleen over het onderwerp wonen te voeren. Ook onderwerpen als leefomgeving, recreatie en toerisme, bedrijventerreinen en sociale structuren hebben invloed op de kracht van een dorp, en daarmee op de keuze voor een aanpak van het woningbouwprogramma. Stap 2 Mogelijkheden binnen bestaand gebied: Er moet worden gekeken of de woningbouwplannen binnen het bestaand stads- en dorpsgebied kunnen 19

126 Colofon Uitgave: Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard Postadres Postbus 5881, 3290 EA Strijen Bezoekadres Waleplein 2, 3291 CZ Strijen Vormgeving: Ellen Bouma, Productie en eindredactie: Martijn de Groot, Fotografie: Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard Hoeksche Waard, zomer

127

128 KERNCIJFERS WONINGBOUWONTWIKKELING CROMSTRIJEN VS HOEKSCHE WAARD WBR HOEKSCHE WBR AANTAL WONINGEN CROMSTRIJEN 2013 WAARD 2013 NIEUWBOUW 2005 T/M WONINGVOORRAADTOENAME WONINGBOUWPROGRAMMA WONINGBOUWPROGRAMMA WONINGBOUWPROGRAMMA 2014 HW categorie HW categorie HW categorie-3 onbekend HOEKSCHE WAARD SOHW MAART 2015 Vanaf 2014 tot WONINGBOUWPROGRAMMA 2015 HW categorie HW categorie HW categorie HOEKSCHE WAARD WBR 2013 HOEKSCHE WAARD HOEKSCHE WAARD WBR 2010 HOEKSCHE WAARD HOEKSCHE WAARD HOEKSCHE WAARD Vigerend woningbouwprogramma KADERNOTA 2014 toename 2017vs KADERNOTA 2015 toename 2018vs KADERNOTA 2016 toename 2019vs WBR 2013 toename 2019vs

129 Woonkwaliteit Hoeksche Waard Kansen en bedreigingen Voldoet de huidige woningvoorraad van de Hoeksche Waard aan de huidige woonwensen? Is deze geschikt voor de toenemende groep senioren? Wat zijn kansen en bedreigingen. Welke delen van de voorraad zijn kwetsbaar en kunnen met leegstand of relatief grote waardedaling te maken krijgen? Welke delen vergen beleidsaandacht (investeringen)? Welke nieuwbouw en welke locaties hebben positieve kansen? Het OCD zette op verzoek van het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard actuele cijfers en veranderingen in behoefte op een rij. Deze factsheet geeft hiervan een samenvatting. Inhoud: 1. Conclusies 2. Bevolking 3. Woningvoorraad 4. Bewoning 5. Beoordeling kwaliteit 6. Woonwensen 7. Lange termijn woningbehoefte 8. De regionale opgave Bijlage De Regionale Woonvisie Samen voor kwaliteit uit 2010 biedt een regionaal kader waarmee de samenwerkende gemeenten op strategisch niveau sturen op de kwaliteit van wonen. Bouwen voor de eigen behoefte blijft het uitgangspunt, maar de focus is niet alleen gericht op nieuwbouw en aantal woningen. Aangezien jaarlijks maar ongeveer 1% van de woningvoorraad als nieuwbouw wordt opgeleverd, biedt de bestaande voorraad veel meer mogelijkheden om te sturen op de kwaliteit en passendheid bij de behoefte van doelgroepen, zoals starters/jongeren en ouderen en mensen met een beperking. Informatie over de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad, de omvang van doelgroepen en de match tussen voorraad en doelgroepen in de toekomst is daarom gewenst. De volgende onderzoeksvragen staan hierbij centraal: 1. Hoe ziet de kwaliteit van de woningvoorraad in gemeenten en hun kernen in de Hoeksche Waard er uit? 2. Wat is de omvang van verschillende doelgroepen nu en in de toekomst? 3. Hoe matcht de huidige woningvoorraad en geplande nieuwbouw op de verwachte, toekomstige woningvraag? 1 Conclusies Bevolking daalt licht De bevolking van de Hoeksche Waard is de afgelopen jaren licht gedaald met ruim 100 per jaar. Dat komt doordat er iets meer inwoners vertrekken dan er zich vestigen. 1 De natuurlijke ontwikkeling is positief. Het aantal geboortes is de afgelopen jaren nog steeds hoger dan het aantal mensen dat overleden is. Deze factsheet bevat actuele cijfers die het OCD op een rij heeft gezet. Bevolking vergrijst Het aantal ouderen van 65 jaar en ouder is in de Hoeksche Waard toegenomen: de bevolking vergrijst (zoals in heel Nederland). Bovendien telt de Hoeksche Waard in vergelijking met Nederland al relatief veel ouderen. In Nederland is ongeveer 24% een huishouden van een oudere van 65 jaar en ouder; in de Hoeksche Waard is dit ruim 31%. Naar de toekomst toe wordt een toename verwacht van het aantal ouderen. Er wordt een toename verwacht van (vrijwel uitsluitend) huishoudens van 70 jaar en ouder. In totaal stijgt tot 2030 het aantal oudere huishoudens met Het gaat vooral om eenpersoonshuishoudens (+3.272) en tweepersoonshuishoudens (+1.866). Daartegenover staat een daling van het aantal huishoudens van jaar (-4.057). Kwaliteit woningvoorraad goed De toename van het aantal ouderen heeft een effect op de woningvraag én de vraag naar voorzieningen. De woningvoorraad in de Hoeksche Waard is volgens de Leefbaarometer- bovengemiddeld van kwaliteit. In Korendijk is de score voor de woningvoorraad het hoogst, in Oud Beijerland ligt deze wat lager, maar wel op het Nederlandse gemiddelde. Qua voorzieningen: deze zijn in de Hoeksche Waard beneden het Nederlands gemiddelde. In Strijen is de score voor voorzieningen het laagst, in Oud-Beijerland ligt deze wel boven het Nederlands gemiddelde. Woonwensen van ouderen De huidige woonwensen van ouderen wijken af van het gemiddelde huishouden in de Hoeksche Waard. Uitgaande van de huidige opbouw van huishoudengroepen over woningtypen betekent dit dat de woningopgave vooral in de categorie 1 In 2013 vertrokken 302 asielzoekers ivm sluiting van het AZC. Deze zijn niet in dit cijfer meegenomen.

130 gelijkvloerse woningen 2 zal liggen, aldus de Studie Inventarisatie Woningopgave Hoeksche Waard, gebaseerd op hoe ouderen nu in de Hoeksche waard wonen. De vijf gemeenten vertonen daarbij grotendeels een zelfde beeld. Veel ouderen zullen hun woning aanpassen om zo lang mogelijk in de eigen woning te kunnen blijven wonen (PBL) 3. Senioren zijn immers in vergelijking met andere leeftijdsgroepen- honkvast. Gezien de toename van de doelgroep biedt -ondanks hun beperkte verhuisgeneigdheid- nieuwbouwaanbod van projecten voor ouderen die qua aantal en qua differentiatie afgestemd zijn op de behoefte, goede afzetmogelijkheden. De woningmarkt in de Hoeksche Waard is gebaat bij een regelmatig tempo in opleveringen nieuwbouw om overaanbod in de bestaande voorraad te voorkomen. De woonwensen van ouderen (65-plussers) blijven vooral gericht op de huursector. Er is bij senioren duidelijk behoefte aan nultredewoningen. Dat kan zijn een appartement met lift, maar ook een grondgebonden woning. Ouderen die in een huurwoning wonen, zullen als ze willen verhuizen- de voorkeur geven aan een huurwoning geschikt voor ouderen. En ook onder ouderen die in een koopwoning wonen, zal een belangrijk deel willen verhuizen naar een huurwoning. Daarnaast is er een licht toenemende vraag naar koopappartementen met lift. De meerderheid van de ouderen wenst echter een huurwoning. Vooral in de sociale en in mindere mate de particuliere huursector is meer nieuwbouw nodig. Vraaguitval door afname gezinnen Gezien de demografische ontwikkeling neemt het aantal gezinnen met kinderen af met tussen 2012 en Dit leidt tot vraaguitval aan eengezinswoningen van 10%. Hierdoor treden risico s op voor eenzijdige delen van de voorraad, met name eengezinswoningen uit , en , met een inhoud van m3 of 350 m3 en meer. Deze voorraad biedt daardoor meer kansen voor vestigers van buiten de Hoeksche Waard. Nieuwbouwprogramma Het huidige woningbouwprogramma is flexibel ingericht. In de Regionale Woonvisie wordt de meergezins huur- en koopwoningen als groeimarkt gezien, terwijl eengezins koopwoningen in het algemeen geen groeimarkt zijn (dit verschilt per type eengezinswoningen). 4 Deze conclusie wordt bevestigd door de huishoudenprognose. Omdat naar verwachting het aantal huishoudens tussen 2015 en 2030 in de leeftijd jaar behoorlijk afneemt zal er ongeveer 10% vraaguitval in de koopsector zijn. Een overproductie van nieuwe koopwoningen moet daarom voorkomen worden. Dat kan namelijk leiden tot prijsdaling of leegstand 5, tenzij de nieuwbouw van grondgebonden koopwoningen zorgt voor minder vertrek of meer vestiging door huishoudens van buiten de regio. Bij deze factsheet hoort een bijlage met tabellen De opgave voor de periode ligt voornamelijk in het anticiperen op de toename van het aantal ouderen en zorgen voor geschikte woningen en bijpassende zorg en voorzieningen (verzorgd wonen). Dit betekent vooral veel voor instellingen zoals Zorgwaard en de corporatie HW Wonen: hun woningen worden steeds meer bewoond door alleenstaanden, tweepersoonshuishoudens en ouderen. Ook krijgt de corporatie daardoor te maken met meer en andersoortige vragen zoals aanpassing woning en (onderlinge) zorg. Gezien de toename van het aantal huishoudens van senioren is de programmering van 900 woningen voor senioren gewenst. Verdeeld over 200 verzorgd wonen en 700 overig geschikt wonen voor ouderen. Waarvan ongeveer tweederde huur en een derde in de koopsector. Het gaat om kleinschalige projecten (25-40 woningen), appartementen en indien mogelijk ook grondgebonden woningen. Tegelijkertijd zal (door ouderen zelf) geïnvesteerd moeten worden in de bestaande voorraad om langer zelfstandig blijven wonen mogelijk te maken. 2 Met gelijkvloerse woningen bedoelen we in deze factsheet alle appartementen, seniorenwoningen en grondgebonden nultredewoningen waar woonkamer en tenminste één slaapkamer gelijkvloers zijn en waarbij de woning zonder traplopen toegankelijk is. 3 PBL, vergrijzing en woningmarkt, 2013: De vergrijzing leidt vooral na 2020 tot uitstroom van ouderen, in het bijzonder uit de koopsector. 4 Samen voor kwaliteit, Regionale Woonvisie, p In 2012 stonden ruim 1200 woningen administratief (tijdelijk) leeg (3,4% van de voorraad). Dit hangt ook samen met verbouwing, voorgenomen aanpak en onttrekkingen van woningen. 2

131 Vier opgaven voor het beleid Samenvattend zien we vier opgaven voor het regionaal beleid: zorgen voor geschikt nieuwbouw voor groeiende groep ouderen stimuleren van aanpassing voorraad door/voor ouderen beperking risico grote voorraad eengezinswoningen en het op peil houden van voorzieningen voor de toekomstige bevolking gezien de toename van ouderen. In de tabel zijn accenten van de opgave per gemeente aangeduid. Tabel 1 Vier opgaven t.o.v. Hoeksche Waard in totaal gemeente/ opgave Binnenmaas nieuwbouw voor senioren groot, al wel veel in Puttershoek aanpassing voor senioren beperking risico eengezinswoningen voorzieningen groot groot gemiddeld Cromstrijen gemiddeld gemiddeld gemiddeld gemiddeld Korendijk klein klein gemiddeld gemiddeld, sport en medisch Oud- groot groot klein: gemiddeld Beijerland centrumfunctie relatief aantrekkelijk voor vestigers Strijen gemiddeld gemiddeld gemiddeld groot 2 Bevolking Tussen en is de bevolking van de Hoeksche Waard afgenomen met 772 inwoners tot inwoners, een afname van gemiddeld 154 inwoners per jaar. De bevolking neemt af doordat er meer mensen vertrekken dan zich in de gemeenten van de Hoeksche Waard vestigen. Het relatief groot aantal nieuwbouwwoningen in 2013 zal waarschijnlijk een positief effect hebben op het migratiesaldo van Figuur 1 Migratie Hoeksche Waard vestiging vertrek Bron: CBS Gemiddeld een derde van de migranten blijft overigens in de Hoeksche Waard. Zij verhuizen van de ene gemeente van de Hoeksche Waard naar een andere. De natuurlijke ontwikkeling is positief. Het aantal geboortes is de afgelopen jaren nog steeds hoger dan het aantal mensen dat overleden is. 3

132 Figuur 2 Natuurlijke ontwikkeling Hoeksche Waard geboorte sterfte Bron: CBS Per saldo was er een afname van kinderen (0-19 jaar) en volwassenen in de leeftijdsgroep jarigen. Het aantal ouderen van 65 jaar en ouder is toegenomen: de bevolking vergrijst (zoals in heel Nederland). 3 Woningvoorraad Het aantal woningen in de Hoeksche Waard is tussen en met 916 toegenomen tot woningen 6 7, een toename van gemiddeld 183 woningen per jaar. De voorraad bestaat voor bijna tweederde uit koopwoningen en voor eenderde uit huurwoningen. Bijna driekwart van de huurwoningen is in bezit van de honderdjarige corporatie HW Wonen (zie figuur 3). Vrijwel alle woningen van HW Wonen (95%) behoren tot de sociale huur (kernvoorraad), dat wil zeggen heeft huurprijs tot afgerond 700 per maand (komt ongeveer overeen met een WOZ waarde tot ). Figuur 3 Woningvoorraad naar eigendom 26% koop huur overig huur corporatie 10% 64% In vergelijking met Nederland is de woningvoorraad in de Hoeksche Waard wat jonger. In Nederland is 30% een woning van voor 1959, in de Hoeksche Waard is dat 21%. Het aandeel woningen van na 2000 is in Nederland 10%, in de Hoeksche Waard 13%. 6 Dit cijfer van het CBS is 166 hoger dan het totaalcijfer via de WOZ-administratie. Het CBS telt namelijk alle combinaties bedrijf met woning als woning mee, terwijl voor de WOZ alleen een bedrijf met woning als woning meetelt als de woning meer dan de helft van de totale waarde vertegenwoordigt. 7 De nieuwbouw van 175 woningen van project Rembrandt in Oud-Beijerland is vertraagd en daarom niet in de cijfers opgenomen in afwijking van de voorlopige cijfers van het CBS. 4

133 Figuur 4 Woningvoorraad naar bouwjaar 13% 21% voor tot nu 28% 38% Verder telt de woningvoorraad veel eengezinswoningen in een rij. Het gaat om 54% van de voorraad, zowel in de koopsector als bij de corporatie HW Wonen (zie figuur 5). Figuur 5 Woningvoorraad naar type 14% 18% vrijstaand 2 onder 1 kap rij- en hoekwoning appartement overig 13% 54% Tabel 2 Totaaloverzicht Woningvoorraad naar prijs en type vrijstaande woning geschakelde en 2^1 kapwoning rij- en hoekwoning gelijkvloers* overig totaal tot en meer totaal * appartementen, benedenwoningen en seniorenwoningen (bevat ook klein aantal bovenwoningen) N.b. 1 onbekend 4 Bewoning De gemiddelde woningbezetting in de gemeenten van de Hoeksche Waard is 2,34, ten opzichte van 2,30 gemiddeld in Nederland. In de Hoeksche Waard wonen per huishoudens. Er wonen in vergelijking met het Nederlands gemiddelde meer tweepersoonshuishoudens (35% t.o.v. 29% gemiddeld) en tweeoudergezinnen (31% t.o.v. 27% gemiddeld). Het aandeel alleenstaanden is lager dan gemiddeld (28% t.o.v. 37% gemiddeld). Qua leeftijd valt daarnaast op dat er in de Hoeksche Waard minder jong-volwassenen en meer ouderen wonen dan gemiddeld in Nederland (zie figuur 6). 5

134 Figuur 6 Leeftijd van huishoudens % 30% 20% 10% 0% Hoeksche Waard Nederland Bron: CBS Tabel 3 Huishoudens per tot 29 jaar jaar jaar jaar 80-plus totaal eenpersoons tweepersoons eenouder tweeouder overig 115 totaal Bron: Object Vision BV, Studie Inventarisatie Woningopgave Hoeksche Waard In tabel 4 en figuur 7 is de combinatie gemaakt van hoe huishoudens wonen. Het betreft zeven combinaties van leeftijd en huishoudengrootte. De meeste huishoudens in de Hoeksche Waard wonen in een rij/hoekwoning (56%), vrijstaande, 2^1 kap of geschakelde woning (29%) of een gelijkvloerse woning (13%). De gelijkvloerse woningen (met name appartementen) worden relatief gezien vooral bewoond door jong-volwassenen, ouderen van jaar en ouderen van 80 jaar en ouder. Gezinnen met kinderen wonen voornamelijk in een rij/hoekwoning of vrijstaand/2^1 kap en geschakelde woning. Dat geldt feitelijk ook voor de 1 en 2 persoonshuishoudens, waarvan slechts een klein deel, namelijk 10-15% in een gelijkvloerse woning woont. Tabel 4 Bewoning huishoudens per vrijstaand, 2^1 kap/ geschakeld rij- en hoekwoning gelijkvloers* overig totaal 0-29 jaar p jaar gezin jaar gezin jaar totaal * appartementen, benedenwoningen en seniorenwoningen (bevat ook klein aantal bovenwoningen) Bron: Object Vision BV, Studie Inventarisatie Woningopgave Hoeksche Waard 6

135 Figuur 7. Bewoning per huishoudentype % 34% 45% % 47% 24% % 53% 10% gezin % 54% 5% gezin % 66% % 57% 15% tot 29 jaar 8% 63% 27% 0% 20% 40% 60% 80% 100% vrijstaand/2^1 rij/hoek appartement overig Bron: Object Vision BV, Studie Inventarisatie Woningopgave Hoeksche Waard Vooral de leeftijd en huishoudensituatie zijn bepalend voor de keuzes in de woonsituatie. Daarnaast spelen ook inkomen en leefstijl een rol als het gaat om de vraag naar een huur- of een koopwoning. In dat licht is het relevant om te weten dat het gemiddeld inkomen van huishoudens in de Hoeksche Waard ongeveer 12% hoger ligt dan gemiddeld in Nederland. Dit hangt samen met het relatief groot aandeel tweeof meerpersoonshuishoudens ten opzichte van het aandeel alleenstaanden en het aandeel woningen in de koopsector. Voor de sociale huursector is de primaire doelgroep met een inkomen tot euro (2012) van belang. Het gaat om huishoudens. Ongeveer tweederde daarvan woont in een huurwoning van HW Wonen ( huishoudens). 5 Beoordeling kwaliteit Algemeen Via de landelijke Leefbaarometer wordt de leefbaarheid per gemeente 8 berekend voor zes dimensies: bevolking, sociale samenhang, publieke ruimte, veiligheid, voorzieningen en woningvoorraad. 9 De scores worden vergeleken met het Nederlandse gemiddelde dat op nul is gesteld. Voor bijna alle gemeenten in de Hoeksche Waard geldt dat de scores voor de meeste dimensies hoger liggen dan het Nederlands gemiddelde. Wel is de aanwezigheid van enkele voorzieningen ruim onder het Nederlands gemiddelde. Alleen Oud-Beijerland heeft een bovengemiddelde score. De woningvoorraad in Korendijk scoort binnen de Hoeksche Waard het hoogst en in Oud- Beijerland het laagst (maar nog wel op het Nederlands gemiddelde). 10 Tabel 5 Score per gemeente op dimensies Leefbaarometer 2012 gemeente samenstelling bevolking sociale samenhang publieke ruimte veiligheid voorzieningen woningvoorraad Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen Bron: Leefbaarometer, Op de website zijn ook cijfers per kern te vinden 9 Zie voor de toelichting van de indicatoren per dimensie, de factsheet Leefbaarometer. En voor de achtergrond van de keuze van de indicatoren: Leidelmeijer, K. G. Marlet e.a. (2008), De Leefbaarometer: leefbaarheid in Nederlandse wijken en buurten gemeten en vergeleken - rapportage instrumentontwikkeling, RIGO en Atlas voor gemeenten i.o.v. VROM/WWI, Amsterdam 10 De hoge of lage score voor de woningvoorraad hangt samen met vier indicatoren: 1. Dominantie type woningen (vrijstaande woningen, tweekappers, flats met meer dan 4 verdiepingen, etagewoningen, boerderijen en tuinderijen of suburbane statuswoningen) 2. Dichtheid 3. Percentage sociale huurwoningen 4. Dominantie bouwjaar (vooroorlogs, vroeg na-oorlogs, ) 7

136 Woningvoorraad Ook uit het WoOnderzoek blijkt dat er in landelijke gemeenten zoals in de Hoeksche Waard weinig ontevredenheid is over de huidige woningen: gemiddeld is slechts 3% van de huidige huishoudens ontevreden over de huidige woning. Bewoners van eengezinskoop-woningen zijn niet/nauwelijks ontevreden. 5% van de huurders van eengezinswoning en 4% van de bewoners van een huur- of koopappartement is ontevreden. Voorzieningen In de Leefbaarometer gaat het om algemene voorzieningen zoals supermarkt en winkels. Als we meer inzoomen op sportvoorzieningen en medische voorzieningen dan zijn deze in Korendijk gering (geen sporthal, zwembad of apotheek). In Binnenmaas en Oud-Beijerland zijn deze binnen de Hoeksche Waard gezien, relatief het meest aanwezig (zie tabel 6). Tabel 6 Aantal voorzieningen per gemeente gemeente fte apotheek sporthal zwembad aantal haltes OV positie* Binnenmaas Cromstrijen Korendijk fte huisartsen bibliotheek Oud- Beijerland Strijen Bron: Tympaan, Sociale barometer, peildata 2013/2014 *Positie binnen 65 gemeenten in Zuid-Holland, waarbij 1=beste De beleving van inwoners wijkt soms af van de objectieve aantallen. In woningbehoeftenonderzoek van eind is gevraagd naar de beleving van huishoudens van elke gemeente in hoeverre men de afstand naar een voorziening als (te) ver beleeft. In Cromstrijen beleeft 17% de recreatiemogelijkheden/groen als te ver, tegenover 10% gemiddeld. In Korendijk vinden relatief veel inwoners de geldautomaat (22%) en openbaar vervoer (30%) te ver. In Oud-Beijerland vinden relatief veel inwoners de huisarts/apotheek en de geldautomaat te ver weg (27%, respectievelijk 24%). 6 Woonwensen In het najaar 2010 is in de Hoeksche Waard een woningbehoeftenonderzoek gehouden. 12 We vatten enkele conclusies hieruit samen. Gemiddeld zou ongeveer 7% van de huishoudens per jaar willen verhuizen, het liefst binnen de eigen gemeente of tenminste binnen de Hoeksche Waard (waarbij dan Oud-Beijerland favoriet is). De verhuisgeneigdheid is het hoogst onder jongeren (jonger dan 35 jaar), dit is echter absoluut gezien de kleinste groep waardoor de absolute verhuisgeneigdheid onder de overige groepen aanzienlijk groter is. Vier op de tien huishoudens is afkomstig van buiten de Hoeksche Waard, met als voornaamste vestigingsreden de aantrekkelijke woonomgeving. Er is iets meer belangstelling voor koopwoningen (54%). De belangstelling voor huurwoningen is vooral afkomstig van senioren van 55 jaar en ouder. Bij doorstroming willen kopers vooral weer kopen (dat geldt voor 60%) en huurders willen blijven huren (dat geldt voor 58%). Veel senioren willen een woning verkopen om te gaan huren. Het gaat om senioren die als laatste stap van hun wooncarrière hun woning willen verzilveren. De groep verhuisgeneigde woningbezitters is groter dan de groep verhuisgeneigde huurders. Per saldo is er een tekort aan huurwoningen (met name voor senioren). Er is binnen het huursegment vraag naar senioren appartementen, appartementen en grondgebonden seniorenwoningen. Binnen het koopsegment is er vooral vraag naar vrijstaande en semi-vrijstaande woningen én koopappartementen. Er is relatief weinig vraag naar rij/hoekwoningen. Uit vergelijking van vraag en aanbod komt dat er een groot overschot aan rij/hoekwoningen zal ontstaan en een tekort aan gelijkvloerse woningen. Om 11 USP, Woningbehoeftenonderzoek Hoeksche Waard, tbv samenwerkingsorgaan De Hoeksche Waard, november USP, Woningbehoeftenonderzoek Hoeksche Waard, tbv samenwerkingsorgaan De Hoeksche Waard, november

137 leegstand bij rij/hoekwoningen te voorkomen en de doorstroming te bespoedigen is het noodzakelijk dat het voor vestigers gemakkelijker wordt om zich binnen de gemeente te vestigen. We hebben de verhuisgeneigdheid en woonwensen van huishoudens in de Hoeksche Waard vergeleken met het landelijk Woononderzoek en daaruit het gemiddelde van kleine gemeenten in Nederland. Het is een bruikbare benadering voor de verhuisgeneigdheid en kwalitatieve woningvraag van huishoudens van de Hoeksche Waard. 13 Minder verhuisd Het landelijke woononderzoek laat zien dat er vanaf 2009 ruim 10% minder verhuisd is dan in de decennia daarvoor. Opvallend is dat het aantal starters tussen 2009 en 2012 niet afnam. Vooral was er een afname onder doorstromers. Vooral gezinnen met kinderen en tweepersoonshuishoudens ouder dan 45 jaar verhuisden minder dan voorheen. Er wordt niet doorgestroomd omdat men eerst het huis wil verkopen voordat men een andere woning koopt. Vooral de doorstroming binnen de koopsector is gedaald. Zo is er ruim een derde minder verhuisd naar een eengezinskoopwoning en een kwart minder naar een meergezinskoopwoning. Het aantal verhuizingen naar huurwoningen daalde met 7%. De klad zit vooral in verhuizingen vanuit koopwoningen naar koopwoningen. 14 Maar juist daardoor- is de verhuisgeneigdheid wel toegenomen De verhuisgeneigdheid -over kleine gemeenten van geheel Nederland gezien- is het hoogst onder starters en jongvolwassenen van jaar (met name paren zonder kinderen). De verhuisgeneigdheid is relatief gezien het laagst onder tweepersoonshuishoudens van jaar en ouderen van 65-jaar en ouder. Gemiddeld komt de verhuisgeneigdheid van huishoudens uit op ongeveer 8% van de huishoudens per jaar. In 2030 is dat gedaald omdat er minder huishoudens zijn in de leeftijd jaar en meer huishoudens van ouderen die weinig verhuisgeneigd zijn (zie tabel 7). Tabel 7 Verhuisgeneigdheid van huishoudens per jaar (toegepast op Hoekse Waard) 2012 aantal 2015 aantal 2030 <25 jaar 77% alleen jaar 10% alleen jaar 6% gezin jaar 9% gezin jaar 7% paar jaar 22% paar jaar 5% jaar 4% jaar e.o. 2% totaal huishoudens 8% Bron: WoOn 2012, gebaseerd op verhuiswens per jaar van starters en doorstromers uit kleine gemeenten tot inwoners Woonwens verschilt per leeftijd en huishoudencategorie De woonwensen verschillen per leeftijds- en huishoudencategorie. Gemiddeld wenst 58% een koopwoning en 42% een huurwoning. En 69% een eengezins- en 31% een meergezinswoning. Starters bepalen voor een kwart de woonwensen. Starters wensen vooral een huurwoning 15 (meestal een appartement om mee te starten en ook gezien de mogelijkheden). Doorstromers bepalen driekwart van de woonwensen. De wensen zijn afhankelijk van de samenstelling van het huishouden en de leeftijd. Van de gezinnen met kinderen wenst 96% een eengezinswoning (waarvan driekwart/viervijfde een koopwoning). Terwijl ouderen relatief vaak een huurappartement wensen (zie figuur 8 en tabel 8). 13 Het aantal respondenten uit alleen de Hoeksche Waard is te klein om statistisch verantwoord een uitsplitsing in diverse categorieën te maken. 14 zie Wonen in ongewone tijden, de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2012, p zie Wonen in ongewone tijden, de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2012, figuur 5.10, p 55. 9

138 Figuur 8 Woonwensen per groep (Nederland) % 7% % 46% 24% gezin % 3% 79% gezin % 74% paar % 27% 46% alleen % 26% 33% paar % 17% 54% alleen % 22% 54% jongeren en starters 20% 45% 26% 0% 20% 40% 60% 80% 100% huur eengezins huurappartement koopappartement koop eengezins Bron: WoOn 2012 Woonwensen van verhuisgeneigde huishoudens kleine gemeenten tot inwoners Tabel 8 Woonwensen van verhuisgeneigde huishoudens (totaal alle kleine gemeenten met maximaal inwoners) totaal eengezins eengezins meergezins meergezins 2012 koop huur koop huur starters <25 jaar alleen jaar alleen jaar gezin jaar gezin jaar paar jaar paar jaar jaar jaar e.o totaal huishoudens % % Bron: WoOn = aantal niet bekend Toelichting: Het gaat om de woonwensen van doorstromers, urgent en niet-urgent woningzoekenden bij elkaar % 225 8% % Wanneer een huishouden verhuist, komt de woning vrij voor een ander huishouden. Deze woning kan bewoond worden door een andere woningzoekende. Tussen 2009 en 2012 heeft een verschuiving plaatsgevonden. Er worden nu meer huurwoningen gevraagd, terwijl het doorstroomaanbod van huurwoningen maar beperkt stijgt. In de koopsector zien we het omgekeerde beeld: het doorstroomaanbod van koopwoningen nam toe, terwijl de vraag naar koopwoningen maar beperkt groeide. De invloed van de crisis en demografische ontwikkeling is hier zichtbaar. De terugval in inkomens en de minder gunstige vooruitzichten op de koopmarkt (hypotheekvoorwaarden) doen huishoudens uitwijken naar de huursector. 16 Het tekort op de woningmarkt is tussen 2009 en 2012 daarom geheel omgedraaid. In 2009 was dit het grootst in de koopsector (70%) en veel kleiner in de huursector (30%). Volgens het WoOn is landelijk het tekort nu het grootst in de huursector (58%) en is het tekort in de koopsector geringer (42%). 17 Een deel van de behoefte aan koopwoningen kan voldaan worden binnen de bestaande woningvoorraad. Daarentegen is de voorraad gelijkvloerse woningen zoals appartementen voor ouderen gering en is uitbreiding nodig. 16 Sinds begin 2014 zijn de vooruitzichten voor de koopwoningmarkt positiever geworden, o.a. door de historisch lage rente, belastingvrij schenken van families, stijgend consumentenvertrouwen, een forse toename van woningverkopen en een weer lichte verkoopprijsstijging. De invloed van mondiale ontwikkelingen na 1 juli is nu nog onduidelijk 17 zie Wonen in ongewone tijden, de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2012, tabel 5.1, p

139 7 Lange termijn woningbehoefte Tussen 2015 en 2030 neemt het aantal inwoners in de Hoeksche Waard volgens prognose af met inwoners (-2,5%). Het aantal huishoudens neemt naar verwachting toe met (+3%). Er wordt tussen 2015 en 2020 een afname voorzien van jongeren (0-19 jaar) en jarigen. Tussen 2020 en 2030 gaat die afname nog verder. In die periode daalt ook het aantal jarigen. Het aantal jarigen en 80-plussers neemt toe (zie figuur 9 en tabel 9). Figuur 9 Ontwikkeling bevolking Hoeksche Waard Bron: Bevolkingsprognose (WBR2013) provincie Zuid-Holland Tabel 9 Bevolkingsprognose naar leeftijd per , 2020 en 2025 leeftijd aantal % aantal % aantal % , , , , , , , , , , , , , , ,6 80 e.o , , ,2 totaal Bron: Bevolkingsprognose (WBR2013) provincie Zuid-Holland Er is een forse toename van het aantal huishouden van jaar én van huishoudens van 80 jaar en ouder. In totaal stijgt het aantal oudere huishoudens met (+5.350). Het gaat vooral om eenpersoonshuishoudens van ouderen (+3.272) en tweepersoonshuishoudens van ouderen (+1.866). Figuur 10 Ontwikkeling huishoudens Hoeksche Waard een persoons twee persoons tweeouder eenouder Bron: Primos

140 Tabel 10 Ontwikkeling huishoudens tussen 2012 en 2030 tot 29 jaar jaar jaar jaar 80-plus totaal eenpersoons tweepersoons eenoudergezin tweeoudergezin totaal Bron: Object Vision BV, Studie Inventarisatie Woningopgave Hoeksche Waard In totaal neemt alleen het aantal eenpersoonshuishoudens toe en het aantal gezinnen met kinderen neemt af. Als we de bewoning per huishoudentype constant veronderstellen qua verdeling over de woningtypes dan zou er in 2030 een tekort zijn aan appartementen/seniorenwoningen, terwijl er voldoende voorraad is aan andere woningtypes. De toename van het aantal eenpersoonshuishoudens van jaar en 75 jaar en ouder vraagt om meer gelijkvloerse, goed toegankelijke woningen (appartementen en seniorenwoningen). Deze woningen moeten in grote lijnen voldoen aan de eisen die gesteld worden voor mensen met beperkingen en welke zonder grote ingrepen aan te passen zijn aan beperkingen die zich voor kunnen gaan doen bij het ouder worden. Naar de toekomst toe zal het aandeel ouderen dat in een koop- of huureengezinswoning blijft wonen waarschijnlijk tenminste gelijk blijven, dan wel toenemen, omdat het nieuwe cohort ouderen gezonder en welvarender is dan vorige cohorten. In het algemeen wordt gestimuleerd dat mensen zo lang mogelijk verantwoord in hun woning blijven wonen, zo nodig met aanpassingen aan de woning. Een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving 18 laat ook zien dat veel ouderen in hun bestaande woning zullen blijven wonen. Ouderen moeten (en kunnen) zelf investeren in hun woning wanneer bij afnemende gezondheid kleine of grote aanpassingen aan de woning nodig zijn. Op langere termijn wordt een toename verwacht in het aanbod van bestaande koopwoningen die door senioren worden verlaten. Bij alle nieuwbouwprojecten wordt overigens aanbevolen rekening te houden met levensloopbestendigheid. De beleidsnotitie Zuid-Hollands Woningbehoefteraming 2013 geeft een kwantitatieve en kwalitatieve berekening van de woningbehoefte in de Hoeksche Waard in aantal en soort woningen. Tussen 2012 en 2030 is er behoefte aan uitbreiding met woningen. Ruim 500 in de huursector (560 eengezinshuurwoningen teveel; tekort aan huur meergezinswoningen) en woningen in de koopsector. Daarnaast is in de huursector de verschuiving naar duurdere huursegmenten (nieuwbouw en met voorzieningen) opvallend. In de koopsector is dit niet het geval. Daar wordt in alle segmenten een lichte behoefte voorzien (zie figuur 11). Figuur 11 Ontwikkeling kwalitatieve woningbehoefte Hoeksche Waard huur tot huur huur huur > koop < koop koop koop koop koop >430 voorraad behoefte 2020 Bron: Bijlage ABF Research, bij Beleidsnotitie Zuid-Hollandse Woningbehoefteraming PBL, vergrijzing en woningmarkt, 2013: De vergrijzing leidt vooral na 2020 tot uitstroom van ouderen, in het bijzonder uit de koopsector. 12

141 8 De regionale opgave Op basis van de toekomstige huishoudenontwikkeling (toename ouderen, afname gezinnen met kinderen) en gezien hoe deze huishoudens nu wonen, kunnen drie hoofdconclusies over de opgave worden geformuleerd: 19 Er is een toenemende behoefte aan appartementen (voor senioren) en grondgebonden woningen voor senioren. De behoefte van senioren zal voor een deel in de bestaande voorraad moeten worden gevonden. Dat vergt investeringen in de bestaande voorraad. Er is een afnemende vraag naar rij/hoekwoningen. Wel is er een verschuiving in vraag naar meer kwaliteit (vrijstaande woningen), waardoor het risico toeneemt op leegstand of prijsdaling binnen de rij/hoekwoningen. Behoefte verzorgd en geschikt wonen voor ouderen Half 2014 heeft het Kabinet het plan Langer thuis wonen uitgebracht. Het Kabinet stimuleert daarmee regionale samenwerking om langer thuis te wonen (voor ouderen, en wonen en zorg voor jongeren die met een handicap worden geconfronteerd). Eén van de onderleggers hiervoor is de Herziening Monitor Investeren voor de Toekomst (ABF Research). Deze Monitor geeft per Wmo-regio, de opgave geschikte huisvesting tussen 2013 en Deze opgave is voor de Hoeksche Waard geschikte huisvesting, bestaande uit 400 verzorgd wonen 21 en 800 overig geschikt wonen. Deze opgave komt voort uit de bevolkingsontwikkeling en extramuralisering (het verminderen van intramurale plaatsen). HW Wonen bezit per bijna woningen, die geschikt zijn voor senioren en mensen met een beperking. Het gaat om ongeveer appartementen met lift, ongeveer 250 appartementen zonder lift, die op de begane grond gelegen zijn en voor senioren gelabeld zijn en 800 grondgebonden nultredewoningen. Hiervan is ongeveer eenderde (935 woningen) zorgvastgoed, dat wil zeggen verhuurd aan zorgverleners zoals Zorgwaard, Stichting Cavent en anderen ten behoeve van wonen in een begeleid wonen project (10 locaties), zorgcentrum (7 locaties) of verpleeghuisdependance (3 locaties). HW Wonen schrijft in de eindrapportage Strategisch voorraadbeleid dat de sociale huurvoorraad in 2025 er anders uit zal moeten zien dan nu, gelet op de forse daling van het aantal huishoudens met 3 personen of meer (-12%) en de enorme groei van het aantal 1- en 2 persoonshuishoudens van 75 haar en ouder. In veel dorpen ziet HW Wonen voor de toekomst tekorten en overschotten ontstaan voor de verschillende typen woningen. Dat levert wel een transformatieopgave op en ingrepen in de samenstelling van de voorraad, maar heeft veelal geen consequenties voor het totale volume. 22 HW Wonen is voornemens de voorraadportefeuille aan te passen op de groeiende groep senioren, door het creëren van mogelijkheden om waar nodig zorg te ontvangen in de woning. 23 In de afgelopen jaren zijn twee verzorgingshuizen gerealiseerd: Huys te Hoecke (Puttershoek) en Buitensluis (Numansdorp). HW Wonen is bezig met de realisatie van het zorgcomplex Rembrandt in Oud-Beijerland met 102 zorgplaatsen, de Open Waard, in Oud-Beijerland met 24 units voor zware zorg en 37 appartementen voor lichte zorg en 29 zorgappartementen in Puttershoek (Julianastraat). De aanpassingen aan het casco-gedeelte van gelijkvloerse appartementen zijn in het kader van het opplusprogramma door HW Wonen al uitgevoerd. Algemene toegangen (deuren, lift en galerijdeuren) zijn rollator toegankelijk gemaakt. Aanpassingen binnen de woning (zoals het aanpassen van de badkamer) is maatwerk. De opgave van verzorgd of geschikt wonen voor ouderen is, afgezet tegen de huidige voorraad van 2.800, groot. Voor geheel Nederland ligt deze verhouding anders (voorraad , uitbreiding ). Ook afgezet tegen de planvoorraad (inventarisatie begin 2014) van locaties voor nieuwbouwwoningen, een voorgenomen sloop van 285 woningen en een saldo-uitbreiding met woningen in 19 Conclusies gebaseerd op Object Vision BV, Studie Inventarisatie Woningopgave Hoeksche Waard 20 Het gaat om de uitbreidingsopgave. Bron: ABF Research, Herziening Monitor Investeren voor de Toekomst, 2014, p 12 en 13. Met inhalen van het huidig tekort (900 woningen is dan nog niet eens rekening gehouden) 21 Verzorgd wonen: zelfstandige woningen waarin van diensten en zorg vanuit een nabijgelegen steunpunt gebruik kan worden gemaakt. 22 HW Wonen, Eindrapportage strategisch voorraadbeleid HW Wonen, deel 1, p Dit sluit aan bij de afspraken die zijn gemaakt in het Pact van mijn Hart: tussen 2009 en 2030 is er een regionale opgave van wooneenheden/woningen voor senioren en mensen met een beperking door nieuwbouw of woningaanpassing, zie Eindrapportage strategisch voorraadbeleid HW Wonen, p14 13

142 de periode 2014 t/m 2019 zou de uitbreiding met verzorgd of geschikt wonen een groot deel van de nieuwbouw innemen. Nieuwbouwopgave We adviseren daarom te beginnen met de programmering van 900 gelijkvloerse woningen, waarvan 200 verzorgd wonen (nabij voorzieningen) en 700 overig geschikt wonen voor ouderen. Waarvan 600 in de huursector. Dit in kleinschalige projecten (25-40 woningen), appartementen en indien mogelijk ook grondgebonden woningen en 300 als gelijkvloerse woning in de koopsector. De regionale opgave voor de periode bestaat ten eerste uit het voorzien in de behoefte aan verzorgd en geschikt wonen voor ouderen, door kwaliteitsverbetering, door sloop en nieuwbouw in het algemeen. In de koopsector is de opgave verdeeld tussen vrijstaande woningen voor doorstroming, woningen voor starters en vestigers in de Hoeksche Waard en de eerdergenoemde gelijkvloerse woningen. Het tempo dient gefaseerd te zijn om leegstand of prijsdaling door vraaguitval te voorkomen, waarbij risico s vooral liggen bij de eenzijdige voorraad rij/hoekwoningen (koop en in mindere mate huur). 24 Tabel 11 Opgave Hoeksche Waard gemeente huur huur koop koop koop gelijkvloers sloop starters en vestigers vrij-staand, 2^1 kap, geschakeld nieuwbouw totaal Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen Hoeksche Waard Bron: Bewerking OCD: combinatie van lange termijn woningbehoefte, woonwensenonderzoek en bekend programma van HW Wonen. Toelichting: Bij de opgave aan koopwoningen is gerekend met een verkoop van 550 huurwoningen (met name in Binnenmaas, Oud-Beijerland en Strijen). Als dit verkoopprogramma lager uitvalt, dan kan het nieuwbouwprogramma in de koopsector groter uitvallen. Mogelijkheden binnen het voorgenomen programma Binnen de 35 locaties binnen de Hoeksche Waard van het woningbouwprogramma is er bij de onherroepelijke en vastgestelde locaties ruimte voor 646 huurwoningen en 470 appartementen. Gezien het groot aantal onbekend met name bij Binnenmaas verwachten we hier ook tenminste een vierde aan appartementen. Als deze appartementen ook in de komende 5 jaar gerealiseerd worden, dan is daarmee voldaan aan de reële uitbreidingsbehoefte voor senioren. Het is wel gewenst om ook in de programmering van de woningen vanaf 2020 voldoende appartementen en gelijkvloerse woningen voor senioren op te nemen. eengezins senioren gelijkvloers Tabel 12 Nieuwbouwprogramma Hoeksche Waard vanaf 2014 tot 2025 gemeente huur koop onbekend appartement onbekend Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen Hoeksche Waard Bron: inventarisatie Hoeksche Waard Toelichting: Dit gaat uit van locaties voor woningen, waarvan onherroepelijk of vastgesteld zijn. Afhankelijk van type, grootte, dichtheid, uitwerking enzovoorts is een marge van 10% denkbaar. De nieuwbouw is deels ter vervanging van te slopen woningen. 24 Daarnaast kunnen ook bedrijfspanden bij vraaguitval een risico vormen. Gezien hun geringere aantal en spreiding zien we het als minder zwaar volkshuisvestelijk probleem. 14

143 Tegelijkertijd zal (door ouderen zelf) geïnvesteerd moeten worden in de bestaande voorraad om langer zelfstandig blijven wonen mogelijk te maken. Niet alle ouderen zullen de financiële mogelijkheden hebben om te investeren. Hierbij spelen een aantal aspecten: de komende generatie senioren heeft over het algemeen een hoger inkomen en meer ouderen dan nu wonen al in een koopwoning; ouderen hebben vaak een groot deel van de hypotheek afgelost, zodat zij hun woning ook tegen een lagere waarde zouden kunnen verkopen, mocht dat nodig zijn; er is sprake van een dubbele vergrijzing: er komen ook steeds meer ouderen van hogere leeftijd. Onder hen steeds meer alleenstaanden die dan ook een dubbele inkomensachteruitgang meemaken (eerst na pensionering, daarna na verweduwing) en ervaren dat de woning te groot is geworden en het onderhoud steeds zwaarder wordt; het is te verwachten dat ouderen ook met lichte tot matige zorgvraag in toenemende mate zelfstandig thuis moeten blijven wonen. Nabijheid tot zorgvoorzieningen en bijvoorbeeld dagbesteding zal van belang worden bij de keuze voor een andere woning. Vraaguitval risico voor eenzijdige woningvoorraad Gezien de demografische ontwikkeling neemt het aantal gezinnen met kinderen af met tussen 2012 en Dit leidt tot vraaguitval aan eengezinswoningen van 10% ten opzichte van de huidige vraag. Die vraaguitval betekent een risico voor eenzijdige delen van de voorraad, met name eengezinswoningen uit , en , met een inhoud van m3 of 350 m3 en meer. De vraaguitval kan (tijdelijk) groter worden door diverse factoren: 1. wanneer in enig jaar de nieuwbouwproductie een grote piek vertoont. Dat leidt namelijk tot bovengemiddelde doorstroming uit bestaande woningen; 2. wanneer de nieuwbouwproductie teveel geconcentreerd wordt op grondgebonden woningen. Nieuwbouw wint het namelijk bijna altijd van bestaande woningen; 3. wanneer de corporatie HW Wonen aanzienlijke aantallen eengezinswoningen in de verkoop plaatst; 4. wanneer particuliere verhuurders eengezinswoningen in verkoop plaatsen (individueel of complexmatig); 5. hoge energielasten omdat delen van deze voorraad niet aangepast zijn aan het huidig energiebesparingsniveau. We verwachten 10% vraaguitval, met name bij de grotere rij/hoekwoningen (immers het aantal twee-oudergezinnen met kinderen neemt af). Deze vraaguitval zal zowel in de koop- als huursector kunnen plaatsvinden bij woningen van bouwjaar , omdat dit veel dezelfde soort woningen betreft. In tabel 11 is de omvang van deze voorraad en de gemiddelde WOZ-waarde per woning opgenomen. Daaruit blijkt dat koopwoningen gemiddeld een WOZ-waarde hebben die 10% hoger is dan een vergelijkbare huurwoning. Hoe groter de koopwoning is, hoe hoger ook de WOZwaarde. Bij corporatiehuurwoningen is de WOZ-waarde van woningen van m3 haast gelijk aan die van grotere woningen. Gezien de te verwachten vraaguitval, verwachten we een negatieve ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde ten opzichte van het gemiddelde binnen alle woningen van deze als eenzijdig te bestempelen voorraad. 15

144 Tabel 13 koopwoningen Gemiddelde WOZ-waarde risico-voorraad rij/hoek-eengezinswoningen aantal gemiddelde WOZ-waarde t.o.v gemiddeld m m3 e.m m m3 e.m m m3 e.m corporatiehuurwoningen m m3 e.m m m3 e.m m m3 e.m totaal rij/hoekwoningen totaal aantal woningen Toelichting: de gemiddelde WOZ-waarde van alle eengezinswoningen is op 100 gesteld. De andere woningtypen hebben gemiddeld bijna een kwart (24%) hogere WOZ-waarde. Deze eenzijdige voorraad beslaat woningen, dat is 53% van de rij/hoekwoningen en 28% van de totale voorraad. drs. J.M.A. Schalk oktober 2014 Postbus AP Dordrecht (078)

145 Bijlage 1 Kerncijfers Tabel 14 Gemiddelde WOZ-waarde per gemeente in inwoners geboorte 745 sterfte -696 vestiging vertrek* huishoudens alleenstaanden 28% woningen nieuwbouw 294 sloop -132 koopwoningen huurwoningen waarvan corporatiebezit waarvan overig eengezinswoningen meergezinswoningen leegstand twee jaar ervoor gemiddelde woningbezetting 2,37 2,34 gemiddeld inkomen per huishouden twee jaar ervoor * waarvan 302 asielzoekers i.v.m. sluiting AZC 17

146 Bijlage 2 WOZ-waardes van gemeenten en kernen Tabel 15 Gemiddelde WOZ-waarde per gemeente gemeente aantal woningen gemiddelde WOZwaarde t.o.v. gemiddeld Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen Hoeksche Waard Tabel 16 gemeente Gemiddelde WOZ-waarde per kern aantal woningen gemiddelde WOZwaarde t.o.v. gemiddeld Heinenoord Maasdam Mijnsheerenland Puttershoek 's-gravendeel Westmaas Klaaswaal Numansdorp Goudswaard Nieuw-Beijerland Piershil Zuid-Beijerland Oud-Beijerland Mookhoek Strijen Strijensas Hoeksche Waard

147 Bijlage 3 WOZ-waarde en prijsontwikkeling Als gevolg van de crisis nam vanaf 2008 de vraag naar woningen af en het aanbod toe. Dat leidde, evenals in geheel Nederland, tot een daling van de gemiddelde WOZ-waarde vanaf De gemiddelde waarde in de Hoeksche Waard daalde conform het landelijk gemiddelde naar het niveau van Figuur 12 WOZ-waarde-ontwikkeling per gemeente i.v.m. Nederland Binnenmaas Cromstrijen Korendijk Oud-Beijerland Strijen Hoeksche Waard Nederland Door de daling van de gemiddelde WOZ-waarde én de huurprijsstijging in 2013 en 2014 (respectievelijk 4,7% en 4,3%) is vanaf 2012 de huurprijsontwikkeling ongunstiger in vergelijking met de WOZ-waarde van koopwoningen. De concurrentiepositie van koopwoningen is ten opzichte van huurwoningen vanaf 2012 verbeterd althans voor nieuwe kopers (starters). Figuur 13 Huur- en WOZ-waarde-ontwikkeling (2005=100) huurprijs WOZ-waarde 19

148 BANDBREEDTE WBR-BP: TOENAME WONINGBEHOEFTE NAAR WOONMILIEUS Bron: 2015 t/m 2019 (categorie 1) 2020 t/m 2024 (categorie 2) 2025 t/m 2029 (categorie 3) 2015 t/m 2029 Staat van Zuid-Holland WBR BP Aanbod WBR BP Aanbod WBR BP Aanbod WBR BP Aanbod CROMSTRIJEN Centrum Dorps Dorps Landelijk Totaal BINNENMAAS Centrum Dorps Dorps Landelijk Totaal KORENDIJK Centrum Dorps Dorps Landelijk Totaal OUD-BEIJERLAND Centrum Dorps Dorps Landelijk Totaal STRIJEN Centrum Dorps Dorps Landelijk Totaal HOEKSCHE WAARD Centrum Dorps Dorps Landelijk Totaal

149

150 Gedeputeerde Staten Contaci F.J.C.M. Bekkers 'l '?",îffhonend De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in Zuid-Holland Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Datum 9 december 2014 Ons kenmerk PZH DOS Uw kenmerk Billagen OndeMerp lllustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied Geacht college, Volgens de Verordening ruimte 2014 past een gemeente bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling de "Ladder voor duuzame verstedelijking" toe. Daarbij motiveert ze of die ontwikkeling al dan niet kan plaatsvinden binnen bestaand stads- en dorpsgebied (BSD). ln de Verordening is een definitie van BSD opgenomen. ln de toelichting van de Verordening is aangegeven dat wij periodiek een kaarl van het BSD vaststellen. Die kaart dient als illustratie; de definitie is maatgevend. ln de afgelopen maanden is een illustratieve kaart gemaakt voor het BSD anno De kaart is te vinden op Bezoekedres Zuid-Hollandplein I 2596 AW Den Haag Bij het maken van de kaart zijn de gemeenten geconsulteerd. Uitgangspunten zijn aan de orde gesteld in de Bestuurlijke Tafels Ruimte. Vervolgens zijn die uitgangspunten en de kaart in concept ambtelijk voorgelegd aan de gemeenten. De gemeentelijke reacties zijn door de provincie beoordeeld en het resultaat is waar gevraagd besproken met de gemeenten. Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbi het provinc ehuls. Vanaf stalion Den Hââg CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is bepêrkt. Dit alles is in kort tijdsbestek gebeurd, om zowel Provinciale Staten als u relatief snel duidelijkheid te geven wat wij op dit moment concreet verstaan onder het BSD. Wij benadrukken dat het gaat om een illustratieve kaart, waarover bij het vooroverleg over bestemmingsplannen nader gesproken kan worden. De bijgevoegde toelichting, die is afgeleid van de eerder toegestuurde notitie over uitgangspunten, geeft verder inzicht in de betekenis van BSD en van de illustratieve kaart en in de wijze waarop van de definitie tot de kaart is gekomen. PZH dd

151 @ e'i"i'r'fihonano Ons kenmerk PZH Wij verzoeken u in uw correspondentie altijd het DOS-nummer te vermelden dat wij rechts bovenaan in deze brief hebben opgenomen. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voozitter, mw. drs. J.A.M. Hilgersom drs. J. Smit Deze brief is digitaal ondertekend, hierdoor staat er geen fysieke handtekening onder de brief. Bijlagen: - Notitie uitgangspunten illustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied PZH dd. 0S

152 Bijlage bij brief Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met kenmerk PZH-20L L Toelichting op lllustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) 2O14Zuid- Holland Volgens de Verordening ruimte 2014 past een gemeente bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling de "Ladder voor duuzame verstedelijking" toe. Daarbij motiveert ze of die ontwikkeling al dan niet kan plaatsvinden binnen BSD. ln de Verordening is een definitie van BSD opgenomen. ln de toelichting van de Verordening is aangegeven dat GS periodiek een kaart van het BSD vaststellen. Die kaart dient als illustratie; de definitie is maatgevend. De provincie heeft een kaart gemaakt voor het BSD anno Gemeenten zijn daarbij geconsulteerd. Bij het maken van de kaaft en de consultatie zijn veel vragen opgekomen over de betekenis van BSD en BSDkaart alsook over de wijze waarop de definitie is vertaald naar een kaart. Dit heeft geleid tot de volgende toelichting. Deze is, net zoals de notitie voor de Bestuurlijke tafels ruimte over dit ondenrverp, gemaakt in de vorm van "vraag-en-antwoord". Betekenis van BSD, illustratieve BSD-kaart en deze notitie 1. Hoe luidt de definitie van BSD in de Verordening? "Bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing, met inbegrip van daartoe bouwrijp gemaakte terreinen, ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrrjvigheid (uitgezonderd glastuinbouw), detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuu r." 2. Waar en waarom wijkt die af van de definitie in het Besluit ruimtelíjke ordening (Bro)? De provincie heeft de ruimte om de definitie in het Bro te interpreteren. Dit kan worden afgeleid uit de handreiking van het ministerie van lnfrastructuur & Milieu. Omdat die definitie vrij algemeen is, is zo'n interpretatie ook nodig om vergelijkbare gevallen in Zuid-Holland vergelijkbaar te kunnen beoordelen. Er is voor gekozen om op drie evidente punten die interpretatie ook door Provinciale Staten (PS) te laten vaststellen in de definitie in de Verordening.. Gekozen is voor "stads- en dorps" in plaats van "stedelijk" om aan te geven dat het niet alleen om steden, maar ook om dorpen gaat. Dat is ook conform de bedoeling van het Bro.. Bouwrijp gemaakt terrein wordt beschouwd als BSD omdat er een onomkeerbare ruimtelijke ontwikkeling heeft plaatsgevonden.. De uitzondering van glastuinbouw is in de provinciale definitie toegevoegd omdat de provincie in de VRM glastuinbouwconcentraties en verspreid glas buiten de steden en dorpen als wezenlijk anders beschouwt dan de terreinen voor bedrijvigheid zoals bedoeld in het Bro. Beter benutten door verdichting met of transformatie tot stedelijke functies is voor die glastuinbouw niet de inzet van beleid. Daarnaast zijn uit de VRM op een aantal punten richtlijnen over interpretaties af te leiden, zoals bijvoorbeeld over linten. 3. Waarom wordt er periodiek een BSD-kaart gemaakt? Volgens de Verordening ruimte past een gemeente bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling de Ladder voor duuzame verstedelijking toe. Daarbij motiveert ze of die ontwikkeling al dan niet kan plaatsvinden binnen BSD. De rol van de provincie is om erop toe te zien dat bij die afweging provinciale belangen (bijvoorbeeld: beter benutten van het bestaande) transparant en voldoende worden meegewogen. Voor de uitvoering van die rol maakt de provincie vooraf duidelijk wat ze onder BSD verstaat. ln de Verordening is een definitie van BSD opgenomen. ln de toelichting is aangegeven dat GS periodiek een kaart van BSD vaststellen. Deze kaart dient als illustratie; de definitie is maatgevend. De kaart is te beschouwen als een hulpmiddel, in de vorm van een momentopname, om een eventueel gesprek tussen gemeente en provincie over de toepassing van de Ladder helder te kunnen voeren. 4. Waarom is gekozen voor een kaart die slechts illustratief is? Wat wordt in dit verband verstaan onder illustratief? PZH dd

153 De grens van het BSD verandert in de praktijk bijna dagelijks, omdat regelmatig aan de randen wordt bijgebouwd of bouwrijp gemaakt. Als de kaart maatgevend zou z n, dan zou de Ladder toegepast moeten worden op basis van een in het verloop van de tijd steeds meer achterhaald kader. Bij het hanteren van de definitie als maatgevend, bestaat dat probleem niet. Onder "illustratief'wordt in dit verband verstaan "verduidelijkend". Met de kaart verduidelijkt de provincie wat ze verstaat onder de definitie van BSD en de onderdelen daarvan. Zoals bij de vorige vraag aangegeven, is de kaart voor de provincie vertrekpunt voor een gesprek met de gemeente op het moment dat de ladder voor duurzame verstedelijking aan de orde is, namelijk als de gemeente een bestemmingsplan gaat maken, hezien of uitwerken voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Het is dan bij de aanvang van het gesprek duidelijk waar de provincie voor staat. De kaart is een provinciale kaart. Gemeenten zijn geconsulteerd bij het maken, maar de kaart is geen coproductie 5. Hoe hard is "illustratief" voor de provincie? ln het algemeen is de kaart opgebouwd via een - in de ogen van de provincie - consistente vertaling van de definltie, waar nodig met behulp van passages uit de VRM. De provincie zal dus niet snel van die vertaling afwijken. Maar op het moment dat over een concrete stedelijke ontwikkeling wordt gesproken, is het niet uitgesloten dat de provincie voor het concrete gebied tot de conclusie komt dat de vertaling van de definitie naar een BSD-grens anders zou moeten zijn dan op de illustratieve kaart is aangegeven. Dat is vanzelfsprekend als het gebied in de tussentijd is bebouwd of bouwrijp is gemaakt. Ook kan het zijn dat een nadere blik op het betreffende gebied dan tot een andere conclusie leidt. Daarbij valt te denken aan die situaties waarin in deze notitie is aangegeven dat maat en schaal van tussenliggende functies mede bepalend zijn. De illustratieve kaart is gemaakt op basis van topografische kaarten en luchtfoto's, niet op basis van een schouw langs alle steden, dorpen en linten. 6. Waarom stellen GS de kaart vast als deze slechts illustratief is? Met de vaststelling van een illustratieve kaart maken GS gemeenten en PS duidelijk dat GS instemmen met de inhoud van kaart en dat die kaart dient ter verduidelijking van de maatgevende definitie in deverordening ruimte. 7. Wat is de beleidsmatige betekenis van BSD? ls het BSD de nieuwe rode contour? Het BSD is niet de nieuwe rode contour. De rode contour was een lijn die een verbodsbepaling vorm gaf: nieuwe stedelijke ontwikkeling mocht niet buiten de contour. Het BSD is een hulpmiddel bij het toepassen van de Ladder voor duuzame verstedelijking; de wettelijke motiveringsplicht voor omvang en locatie van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Dus ook buiten BSD is verstedelijking, onder de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), Bro en VRM (Visie Ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte) aangegeven voorwaarden, mogelijk. 8. Is het mogelijk dat BSD 2014 kleiner van omvang is dan BSD 2010 uit de PSV en/of BSD 2013 uit de ontwerp VRM? ln het ontwerp Programma ruimte stond een BSD 2013 aangegeven op de kaart met woningbouwlocaties groter dan 3 ha buiten BSD. Dit BSD 2013 was gebaseerd op het BSD Het BSD 2013 is vervolgens niet in het Programma ruimte vastgesteld omdat het maken en regelmatig actualiseren van een illustratieve kaart wordt beschouwd als een verantwoordelijkheid van GS en niet van PS. Daarnaast gaf dit meer tijd om een keuze te maken over hoe om te gaan met de talrijke zienswijzen over het BSD op die kaart, voorzover het gaat om stukjes gebied die passen in de definitie, de kaart te actualiseren op de luchtfoto's van 2013 en een grondige check op de vastgestelde BSD-definitle te doen. Het is komt inderdaad voor dat BSD 2014 op plaatsen kleiner van omvang is dan BSD 2010 en/of BSD BSD 2014 is bepaald op basis van een (nieuwe) definitie die afwijktvan de inhoudelijke overwegingen destijds waarop BSD 2010 en de daarvan afgeleide BSD 2013 waren gebaseerd. De provincie is zich daar bewust van, maar hecht grote waarde aan het maken van een kaart die consistent is met de definitie en het in de VRM geformuleerde beleid. Mede om die reden is gekozen voor het niet vaststellen van een BSD 2014 tegelijk met de vaststelling van de Verordening, maar voor het nemen van de tijd voor het maken van de illustratieve kaart. 9. ls het gemakkelijker voor de gemeente als een plan binnen BSD ligt in plaats van erbuiten? ln de prakijk is dit verschil beperkt.. Ligging binnen BSD betekent dat de gemeente trede 2 en (deels) trede 3 van de Ladder voor duurzame verstedelijking niet hoeft toe te passen. Dat hoeft niet te betekenen dat de motivering van de locatiekeuze gemakkelijker is. Binnen BSD moet uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening het belang van verdichting worden afgewogen tegen dat van de omgevingskwaliteit (handhaving groen, water, milieu-aspecten en ruimtelijke kwaliteit). 2 PZH dd. 09- I

154 o a a Als in de 1u trede van de Ladder voor duurzame verstedelijking wordt aangetoond dat het plan vooziet in de behoefte aan een woonmilieu dat enkel buiten BSD is te realiseren (bijv. landelijk woonmilieu), dan is daarmee meteen gemotiveerd dat het plan buiten BSD wordt gerealiseerd. Als in een regionale woonvisie met planlijst een locatie op die manier is opgenomen, dan is aan de motiveringsplicht voldaan. Voor andere functies is dit minder evident, maar het zou bijvoorbeeld ook op kunnen gaan voor een bedrijventerrein in een hoge hindercategorie. Qua procedure zou ligging binnen BSD gemakkelijker kunnen zijn als het gaat om een locatie die groter is dan 3 hectare, omdat PS locaties buiten BSD van die omvang moeten opnemen in het Programma ruimte. ln de praktijk zijn alle bij de provincie, op het moment van vaststelling van de VRM, bekende locaties al opgenomen in het Programma en maakt dit voor die locaties op dit punt niets uit. Locaties buiten BSD groter dan 3 ha die niet in het Programma ruimte zijn opgenomen, moeten eerst door PS in het Programma ruimte worden opgenomen. Voor zeer kleinschalige ontwikkelingen, bijvoorbeeld een woning in een lint, maakt het niet uit of de ontwikkeling binnen of buiten BSD ligt omdat in dat geval de ladder voor duuzame verstedelijking niet hoeft te worden toegepast volgens jurisprudentie. 10. Er zijn locaties binnen gemeenten met een bouwtitel voor een stedelijke ontwikkeling die nog niet in uitvoering (bouwrijp of verder) is. Het gebied is dan geen BSD. Moet de gemeente dan voor dat gebíed aantonen waarom de ontwikkeling buiten BSD ligt? Nee, dat hoeft dan niet. Zoals ook al is aangegeven in de Nota van beantwoording, kan de gemeente dan zonder meer een bouwvergunning verlenen. De situatie verandert wanneer de gemeente het bestemmingsplan herziet of wijzigt. In dat geval moet volgens de Verordening ruimte de Ladder voor duuzame verstedelijking doorlopen worden. Normaal gesproken moet dat voor wat betreft trede 2 en 3 geen groot probleem zijn als bij het bestaande plan al de locatiekeuze is gemotiveerd en in de situatie intussen geen betekenisvolle veranderingen zijn opgetreden. Voor het overige zal de provincie kwesties rond het toepassen van de Ladder bezien in het kader van beleid over de ladder; deze notitie gaat enkel over BSD. 11. Stedelijk groen wordt gerekend tot BSD. Betekent dat dat de gemeente eerst al haar stadsparken moet volbouwen voordat ze buiten BSD mag ontwikkelen? Nee. Een goede ruimtelijke ordening staat voorop. Behoud van voldoende groen en water in steden en dorpen is daar een aspect van. Ook bouwen binnen BSD vereist een integrale belangenañareging. Bovendien moet ook binnen BSD worden voldaan aan de ruimtelijke kwaliteitsbepalingen uit de Verordening. Vertaling definitie BSD naar lllustratieve kaart BSD Waarop is de vertaling van de definitie naar een illustratieve kaart gebaseerd? De vertaling is gebaseerd op de tekst van de VRM, het Programma ruimte, de Verordening ruimte en de Nota van beantwoording van zienswijzen op de ontwerp VRM. 13. Hoe is omgegaan met linten? Hiervoor geeft de VRM een richtlijn: linten zijn lineaire, aangesloten bebouwing langs wegen, waterwegen of dijken met een sterke relatie met het omliggende landschap. Ze bepalen mede de kenmerken van het landschap en zijn daarvan niet los te zien. Om die reden worden in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid linten beschouwd als onderdeel van de laag van de cultuur- en natuurlandschappen, tena/jl steden en dorpen (inclusief kleine kernen) worden beschouwd als onderdeel van de laag van stedelijke occupatie. Soms lopen linten deels in steden en dorpen. Op de kwaliteitskaart is aangegeven welke delen van linten worden beschouwd als stadldorp en welke niet. De bovenstaande punten uit de VRM brengen met zich mee dat linten buiten de steden en dorpen in principe geen BSD zijn. Van dit principe kan afgeweken als duidelijk sprake is van een "stedenbouwkundig stelsel". Dat is voor de provincie het geval als sprake is van een lint met zijlachterwegen en daaraan bebouwing. Dan kan voor die kant worden gesproken van BSD. Ook vindt de provincie dat sprake kan zijn van een stedenbouwkundig stelsel als een lint is ingeklemd tussen twee wegen of tussen een weg en een vaarweg. ln dergelijke situaties hangt het mede af van schaal, maat en functies van de bebouwing en (vaar)wegen of inderdaad sprake is van BSD. 14. Hoe is omgegaan met onbebouwd gebied dat aan alle zijden is begrensd door bebouwing? Dat wordt beschouwd als BSD. Het s een uitleg van het laatste deel van de defìnitie ("alsmede de bijbehorende.."). ln de definitie worden expliciet genoemd: bij de bebouwing behorend stedelijk groen, openbare of sociaal-culturele voorzieningen en infrastructuur. 3 P ZH '1 dd I 4

155 15. Hoe is omgegaan met tijdelijk onbebouwd gebied? Gebied dat een stedelijke functie had en tijdelijk onbebouwd is c.q. een andere functie heeft doordat bebouwing is gesloopt om plaats te maken voor andere bebouwing (transformatiegebied) wordt als BSD beschouwd. Het kan worden beschouwd als bouwrijp terrein en is bovendien onderdeel van het bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing. 16. Welke groene aan de stad gerelateerde voorzieningen zijn wel en welke zijn niet gerekend tot BSD?. Stedelijk groen behorend tot het stedenbouwkundig samenstel van bebouwing is BSD. Onder stedelijk groen vallen stadsparken, begraafplaatsen en sportvelden. Als ze in of direct aan stad of dorp liggen dan horen ze volgens de provincie tot het samenstel van bebouwing. Sportvelden die los liggen buiten stad of dorp horen er niet toe.. Verblijfsrecreatiegebieden worden niet gerekend tot BSD. Verblijfsrecreatie valt niet onder een van de functies genoemd achter "ten behoeve van" (zijnde: "wonen... horeca").. Groene recreatiegebieden aan de stadsrand worden niet gerekend tot stedelijk groen, ook al maken stedelingen er gebruik van (die doen dat ook van wegen buiten de stad en die wegen zijn ook geen BSD). Beleidsmatig rekent de provincie dergelijke gebieden in zijn algemeenheid tot het landelijk gebied. 17. Hoe is omgegaan met glastuinbouw die aan alle zijden is begrensd door bebouwing? Dat wordt beschouwd als BSD. Alle vierzijdig door BSD begrensd gebied wordt door de provincie beschouwd als BSD. 18. Hoe verhoudt zich dat tot de bepaling in de definitie dat glastuinbouw niet onder BSD valt? Dat deel van de definitie heeft betrekking op wat "zelfstandig" onder BSD valt: woongebieden, kantoorgebieden, bedrijventerreinen, winkelgebieden, horecagebieden en combinaties daarvan. Ook als bijvoorbeeld een bedrijventerrein buiten een woongebied ligt dan wordt het als BSD beschouwd. Glastuinbouw valt niet "zelfstandig" onder BSD. Het gaat bij deze bepaling om glastuinbouwconcentratiegebieden en verspreid glas - niet een stedelijke, maar een agrarische functie - buiten de steden en dorpen. Restlocaties glas binnen steden en dorpen kunnen wel worden gerekend tot het BSD. Als onbebouwde restruimtes worden gerekend tot BSD (zie bl 14) dan is het logisch dat ook te doen voor bebouwde restruimtes met niet-stedelijke functies. Deze redenering heeft de provincie gevolgd bij het maken van de kaart Woningbouwlocaties en reservering bedrijventerreinen in het Programma ruimte gemaakt m.b.t. de interpretatie van dit deel van de definitie van BSD. 19. Hoe is omgegaan met sportvelden, water, infrastructuur en "restruimtes" díe (deels) zijn omsloten door of los liggen van bebouwing? ln het algemeen hangt dat af van de mate van omslolenheid door bebouwing of de wijze van aansluiting op de bebouwing c.q. maat en aard van tussenliggende functies 20. Hoe is omgegaan met bungalowparken, golfbanen, los (buiten stad of dorp) gelegen afvalwaterzuiveringsinstallaties en los gelegen transformatorstations? De provincie beschouwt die situaties niet als BSD. Er is geen sprake van een samenstelsel van bebouwing ten behoeve van de in de definitie genoemde functies.. 4 PZH dd

156 Lid Gedeputeerde Staten '?",îrîhorrnnd Ss*sËN De leden van de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Drs. G. Veldhuijzen Contact Postadres Provlnciehuis Postbus S) LP Den Haag T ', un t w.zuid-holland.nl Detum 22 januari2015 Ons kcnmêrk VRM/BSD Uw kenmeil Bi lâgen Ondenrerp Proces totstandkoming i I lustratieve kaart bestaa nd stadsen dorpsgebied 2014 Geachte statenleden, ln uw vergadering van 7 januari 2015 heb ik u toegezegd u te informeren over het proces van totstandkoming van de illustratieve kaart bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) Naar aanleiding daarvan deel ik u het volgende mede. B6zo6kadfês Zuid-Hollandplein AW D n Haag Tram 9 en de buslljnen 90, 385 en 386 stoppon dlchlbû hêt provlnclohuls, Vanef sl tion Den Haag CS ls hot tlen minulsn lopsn. Da pa*6oruimte rroor auto's ie boperkt. ffi EIhSEI Hot gevolgde proc.s ' ln september-1e helft oktober 2014is een ambtelijke conceptkaart BSD 2014 gemaakt. Uitgangspunt was de kaart BSD 2010 uit de Verordening ruimte Bii het maken van de conceptkaart BSD 2014 is de kaart BSD 2010 langs drie lijnen aangepast: * op basís van in april 2014 gepubliceerde luchtfoto's uit 20'13; 'naar aanleidlng van zienswijzen op de ontwerp Visie Ruimte en l\ñobiliteit (VRM; d.d. januarifebruari 20141die betrekking hadden op het BSD, voorzover de inhoud van de zíenswijze evident paste in de defìnitie (bijvooóeeld als het gebied inmiddels bouwrijp bleek te zijn); * bij het voorbereiden van de kaart en bestuderen van de zienswijzen bleek dat op een aantal punten een nadere interpretratie van de definitie gegeven moest worden om keuzen richting gemeenten goed te kunnen motiveren. Deze punten betroffen met name de ondenrerpen die in de aan de gemeenten en u toegestuurde toelichting onder punt zijn genoemd. Voor een aantal punten, bfvoorbeeld voor bebouwlngslinten, kon worden aangesloten op passeges uit de VRM. De meeste van deze punten en keuzen zijn aan een delegatie van uw commissie ambtelijk gepresenteerd op 2 juli r Een ambtelijke notitie over de betekenis van BSD, van de illustratieve kaart en de lnterpretatie van de definitie, is geagendeerd voor de Bestuurlijke Tafels Ruimte in oktober 2014.De inhoud van die notitie komt in grote lijnen neer op de toelichting zoals die uiteindelijk in december 2014 naar de gemeente en u is verstuurd. De inhoud van de notitie is in de Bestuurlijke Tafels voor kennisgeving aangenomen; een enkele keer heb ik passages desgevraagd toegelicht. : De conceptkaart BSD 2014 met toelichting is 2e helft oktober 2014 per mail ambtelijk voorgelegd aan de gemeenten. Gemeenten is gevraagd te reageren op zowel de uitgangspunten als de vertaling naar de kaart daarvan. De reacties van de gemeenten zijn vervolgens venrverkt, waarbij voor elke gemeente per situatie is aangegeven of haar voorstel is

157 e" ".ir'$hor.r,ano Ons kenmerk VRI\ llbsd overgenomen, en zo nee waarom niet (met verwüzing naar de in de notltie genoemde u tgangspunten), Daarna heeft in drie regio's op verzoek van de gemeenten nader overleg plaatsgevonden, wat in een aantal gevallen heeft geleid tot het alsnog instemmen met gemeentelijke voorstellen omdat ze toch binnen de definitie van BSD en de interpretatie van de provincie bleken te passen. Verder heeft dat overleg geleid tot het door de provincie verduidelijken van bijvoorbeeld het begrip "illustratief, zoals dat in de uiteindelijke toelichting terecht is gekomen. Ook op de ambtelijke bijeenkomst voor gemeenten over de VRM op 26 november 2414 is in de sessies over de Ladder voor duuzame verstedelíjking (met meer dan 100 deelnemers) uitgebreid van gedachten gewisseld over de betekenis van BSD en van de illustratieve kaart, over de interpretatie van de definitie en de vertaling naar de illustratieve kaart. Nadat GS de illustratieve kaart op I decembe 2014 hebben vastgesteld, zijn de gemeenten bestuurlíjk ingelicht via de brief met toelichting waarvan u een kopie heeft ontvangen. Daarnaast zijn de gemeenten ook voor de definitieve versie van de kaart ambtelijk ingelicht met een puntsgewijze weergave van de wijze waarop voorstellen zijn verwerkt, met een motivatie waar voorstellen niet ljn overgenomen. Brieven en mails van gemeenten waarin zij hun voorstellen nader hadden toegel cht, zijn door de provincie beantwoord. ln het proces gebleken verschillen in opvattingen Met een aantal gemeenten zijn er structureel verschillende opvattingen over de interpretatie van de deflnitle van BSD in het Bro en de Verordening ruimte. Deze verschillen waren in de Nota van beantwoording VRM al duidelijk en betreffen met name het omgaan met bebouwingslinten, waarbij gemeenten doorgaans (in het landschap gelegen) linten eerder als BSD beschouwen dan de provlncle dat doet. De opvatting van de provincie is weergegeven bij punt 13 van de toelichtende notitie. Hoogachtend, Drs. G. 2t2

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 Onderwerp Bestemmingsplan Torensteepolder 2015 Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Regelgeving. : Memo Ladder voor Duurzame Verstedelijking In opdracht van : gemeente Bodegraven-Reeuwijk Datum : 30 juni 2015

Regelgeving. : Memo Ladder voor Duurzame Verstedelijking In opdracht van : gemeente Bodegraven-Reeuwijk Datum : 30 juni 2015 Bezoekadres: Telefoonnummer: Bankrekeningnummer IBAN buro WAALBRUG 024-675 23 56 NL98 RABO 0302 2351 59 Schoenaker 10 6641 SZ Beuningen Website: KvK Nummer www.burowaalbrug.nl 58365524 Postadres: Postbus

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA Reactienota Zienswijzen Bestemmingsplan Harlingen - Ludinga Code 071905 / 19-11-14 GEMEENTE HARLINGEN 071905 / 19-11-14 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015

Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking. Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Supermarkten & de ladder voor duurzame verstedelijking Sascha Stavenuiter Houten, 24 juni 2015 Introductie Plaats van de Ladder binnen het wettelijk kader Agenda Ladder duurzame verstedelijking Jurisprudentie

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 Uitspraak 201600179/1/R6 Datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2016 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: de raad van de gemeente Cromstrijen Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak 'AAKNR. Raad van de gemeente Etten-Leur Postbus 10100 4870 GA ETTEN LEUR i^öcfliuninrch 015 Afdeling; 0 \AJ Vertronwa^k OA NEE Datum Ons numntci 25 februari 2015

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3 Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Tiendweg 3 Team Ruimtelijke plannen Juli 2018 1 Nota van beantwoording zienswijzen Het ontwerp bestemmingsplan Tiendweg 3 heeft ter inzage gelegen van

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost In deze notitie wordt het woningbouwprogramma dat met het bestemmingsplan De Groendijck- Oost, Driebruggen kan worden gerealiseerd, onderbouwd.

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland Ladder Holland Rijnland Basisonderbouwing plannen wonen Stec Groep aan Holland Rijnland Peter van Geffen & Bouke Timmen november 2016 Ladder Holland Rijnland: basismotivering plannen wonen 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Nota van Beantwoording en Wijziging

Nota van Beantwoording en Wijziging Nota van Beantwoording en Wijziging Partiële wijziging Programma ruimte inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare Gedeputeerde Staten, 17 mei 2016 1 1. Inleiding Deze Nota van Beantwoording

Nadere informatie

Toepassing duurzaamheidsladder locatie Peter Zuidlaan 22 Veldhoven

Toepassing duurzaamheidsladder locatie Peter Zuidlaan 22 Veldhoven Toepassing duurzaamheidsladder locatie Peter Zuidlaan 22 Veldhoven Op 1 oktober 2012 is de Ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen in artikel 3.1.6 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

Nadere informatie

memo Toetsing ontwikkeling Land van Matena aan ladder voor duurzame verstedelijking

memo Toetsing ontwikkeling Land van Matena aan ladder voor duurzame verstedelijking memo Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2018555 Fax: 010-4121039 E-mail: info@rho.nl Aan: T.a.v.: Onderwerp: Gemeente Papendrecht Mevr. M.A.G. van t Verlaat Toetsing ontwikkeling Land van Matena

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

vaststellen bestemmingsplan Bartok Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Project: Vergroten woning Oudelandseweg 6 te Sint-Maartensdijk September 2010 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Projectbeschrijving 2 3. Vigerend bestemmingsplan 3 4. Omgevingsplan

Nadere informatie

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre. Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 Gemeente Eersel Postbus 12 5520 AA EERSEL info@brabant.nl www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 3825558

Nadere informatie

Hierbij het verzoek bijgaand mailbericht aan GS te doen toekomen aan de Statenleden en op te nemen onder ingekomen stukken.

Hierbij het verzoek bijgaand mailbericht aan GS te doen toekomen aan de Statenleden en op te nemen onder ingekomen stukken. Geachte mevrouw van Mulligen, Hierbij het verzoek bijgaand mailbericht aan GS te doen toekomen aan de Statenleden en op te nemen onder ingekomen stukken. BvD Met vriendelijke groet, John Zeilstra Begin

Nadere informatie

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland Ladder Holland Rijnland Basisonderbouwing plannen wonen Stec Groep aan Holland Rijnland Peter van Geffen & Bouke Timmen September 2016 Ladder Holland Rijnland: basismotivering plannen wonen 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma 2016-2020 gemeente Harlingen In 2013 heeft de gemeenteraad de woonvisie voor de gemeente Harlingen voor de periode 2013 2020 vastgesteld. In de woonvisie

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2005 Datum publicatie 21-12-2005 Zaaknummer 200502884/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan Van Weedestraat 62 Afdeling Ruimte - 18 november 2014 Verseonnr. 1226906 Pagina 2 van 20 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Zienswijzen...

Nadere informatie

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 B en W Adviesnota Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019 Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 28 Januari 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen en Wijken/Ruimtelijke

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland 12.008525 POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester en Wethouders Zijpe Postbus 5 1 750 AA SCHAGERBRUG Gemeente Zijpe 7 6 SEP ZQti ingekomen: * ^Gedeputeerde Statf n Behandelaar:

Nadere informatie

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6

Gemeente Aalten. Bestemmingsplan. Buitengebied. Groot Deunkweg Aalten 6 Bestemmingsplan Gemeente Aalten Buitengebied Groenenveld Aalten 2007, in Groot Deunkweg Aalten 6 TOELICHTING 1. Aanleiding Op 16 juni 2010 (nr. 200806665/1/R2) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200502262/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rs van

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rs van GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering 21 december 2017 Datum carrousel 7 december 2017 Raadsbesluitnummer R17.078 Registratienummer Rsl 7.00724 Onderwerp: aststellen bestemmingsplan

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Contact: L.Garnie@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale Staten Datum 1 juni 2017 Ons kenmerk

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen

Nota van beantwoording zienswijzen Nota van beantwoording zienswijzen naar aanleiding van de tervisielegging van het ontwerp van de omgevingsvergunning Vlietkade 1a t/m c Bodegraven, gemeente Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Nadere informatie

Notitie zienswijze ontwerpbestemmingsplan Benneveld - Bennevelderstraat-Almaatsweg

Notitie zienswijze ontwerpbestemmingsplan Benneveld - Bennevelderstraat-Almaatsweg Notitie zienswijze ontwerpbestemmingsplan Benneveld - Bennevelderstraat-Almaatsweg Zienswijze: Stichting Univé Rechtshulp namens de bewoner(s) van het perceel Almaatsweg 11, Benneveld Ad 1. Appellant geeft

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel ' Raad van^tatc m * Afdeling bestuursrechtspraak m e # 03914 Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN AflTO 1 7 MAAST 2011, Beh. Ambt.: Streefdat.: Afschr.: Be^to ƒ R,. B.V.O. Datum 16 maart

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015 Gemeente Oegstgeest Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg 11 maart 2015 DATUM 11 maart 2015 TITEL Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

Datum: 26 mei 2015 Nummer: Onderwerp: Nota van Uitgangspunten locatie Eurowerft Noord te Denekamp

Datum: 26 mei 2015 Nummer: Onderwerp: Nota van Uitgangspunten locatie Eurowerft Noord te Denekamp RAADSVOORSTEL Datum: 26 mei 2015 Nummer: Onderwerp: Nota van Uitgangspunten locatie Eurowerft Noord te Denekamp Voorgesteld raadsbesluit: Vaststelling van de Nota van Uitgangspunten voor de locatie Eurowerft

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 juli 2016 met zaaknummer AST/2016/010134;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 juli 2016 met zaaknummer AST/2016/010134; RAADSBESLUIT Gemeente ^i'sten Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer: Bestemmingsplan Asten Bedrijventerrein Florapark 2013 19 juli 2016 16.07/b.04 De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 28 juli 2014 Onderwerp Programma en portefeuillehouder Voorstel Divinvest herinrichting sportcomplex VV Jisp Programma 3: Maatschappelijke

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25. Laddertoets De Smaragd Waalre Laddertoets De Smaragd Waalre 1 Inleiding 2 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3 3 Uitgangspunten 5 4 Marktanalyse 11 5 Laddertoets 19 Bijlage A 25 Artikel 4.3 Nieuwbouw

Nadere informatie

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen bedrijventerrein. Stec Groep aan Holland Rijnland

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen bedrijventerrein. Stec Groep aan Holland Rijnland Ladder Holland Rijnland Basisonderbouwing plannen bedrijventerrein Stec Groep aan Holland Rijnland Peter van Geffen & Bouke Timmen September 2016 Ladder Holland Rijnland: basismotivering plannen bedrijventerrein

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester en Wethouders Haarlemmermeer Postbus 250 21 30 AG HOOFDDORP Gemeente Haarlemmermeer an 00

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam. Inleiding Het ontwerp wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam en het ontwerpbesluit tot vaststelling van hogere waarden geluid

Nadere informatie

Rechtsgebied: Ruimtelijke- ordeningskamer - Bestemmingsplannen Gelderland

Rechtsgebied: Ruimtelijke- ordeningskamer - Bestemmingsplannen Gelderland Uitspraak 201601550/2/R6 Datum van uitspraak: maandag 25 april 2016 Tegen: de raad van de gemeente Ede Proceduresoort: Voorlopige voorziening Rechtsgebied: Ruimtelijke- ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845 Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201

Nadere informatie

Afdeling bcstviursrechtspraak. Uw kenmerk 2011/74. Behandelend ambtenaar J. Jhauw

Afdeling bcstviursrechtspraak. Uw kenmerk 2011/74. Behandelend ambtenaar J. Jhauw ' Raad vanstate Afdeling bcstviursrechtspraak Raad van de gemeente Zaanstad Postbus 2000 1500 GA ZAANDAM Datum Ons nummer 14 november 2012 201 201 949/1/R1 Onderwerp Zaanstad Bp. 'CIOO' Uw kenmerk 2011/74

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

Uitspraak /1/R4

Uitspraak /1/R4 Uitspraak 201407636/1/R4 Datum van uitspraak: woensdag 10 juni 2015 Tegen: de raad van de gemeente Hoogeveen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: RO - Drenthe ECLI: ECLI:NL:RVS:2015:1811

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Presentatie aan raadsleden MRE, 24 juni 2015 Ladder laatste rijksbelang RO, overgenomen door provincie PBL: evaluatie Ladder Monitoring

Nadere informatie

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende. College van B&W van Doetinchem Postbus 9020 7000 HA DOETINCHEM Vooraf per e-mail Geachte raad, geachte raadsleden, Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen,

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032 Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 17 juni 2014 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan W4 Aan de raad. Beslispunten *Z000C92A36 1. Geen exploitatieplan vast te stellen

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2015/637429 Besluitnummer: 52 6.2 Onderwerp: Ontwerp wijzigingsplan Molenhof fase 2 voor de realisatie van 4 woningbouwkavels

Nadere informatie

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING ANNEKE FRANKEN & HANS KOOLEN GIJS HEUTINK ADVOCATEN ARTIKEL 3.1.6 LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING www.gijsheutinkadvocaten.nl Inhoudsopgave Achtergrond Ladder Toepassingsbereik Ladder Ruimtelijke

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico.

Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. deze uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Correct gebruik van fictieve personendichtheid bij de berekening van het groepsrisico. Noot van de commissie: Omdat een aantoonbaar conservatieve aanname

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1 700 AJ HEERHUGOWAARD Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon S. Traudes-Noorlander SVT/IBT Doorkiesnummer

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' ~Q~ ~"~ Gemeente Breda Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 43874] Aantal bijlagen: - 2 - Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' Voorgesteld

Nadere informatie

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Geanonimiseerde versie Beleid & Regie 16 januari 2018 Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje';

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje'; Sa gemeente Winterswijk raadsbesluit 2018, nr. Vlc-2 De raad van de gemeente Winterswijk; overwegende dat: in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de

Nadere informatie

Onderbouwing ladder voor duurzame verstedelijking Achterberg Oost

Onderbouwing ladder voor duurzame verstedelijking Achterberg Oost Onderbouwing ladder voor duurzame verstedelijking Achterberg Oost De gemeente Rhenen heeft de Achterbergse Ontwikkelingsmaatschappij (AOM) gevraagd meer inzicht te geven in de onderbouwing van de ontwikkeling

Nadere informatie

Toelichting behorende bij het Exploitatieplan Centrum Vlijmen 1 e herziening

Toelichting behorende bij het Exploitatieplan Centrum Vlijmen 1 e herziening pagina 1 van 5 Toelichting behorende bij het Exploitatieplan Centrum Vlijmen 1 e herziening 1. Aanleiding Op 18 juni 2013 is het Exploitatieplan Centrum Vlijmen, gemeente Heusden door de gemeenteraad vastgesteld.

Nadere informatie

BEANTWOORDING INGEKOMEN ZIENSWIJZEN SAMENVATTING ZIENSWIJZE. Wijzigingsplan Zijderveldselaan te Zijderveld

BEANTWOORDING INGEKOMEN ZIENSWIJZEN SAMENVATTING ZIENSWIJZE. Wijzigingsplan Zijderveldselaan te Zijderveld Wijzigingsplan Zijderveldselaan 76-78 te Zijderveld INLEIDING Het wijzigingsplan voorziet in het veranderen van de agrarische bestemming op het perceel Zijderveldselaan 76 78 te Zijderveld in Wonen en

Nadere informatie

Bijlage VI Reactienota Zienswijzen. Gemeente Staphorst

Bijlage VI Reactienota Zienswijzen. Gemeente Staphorst Bijlage VI Reactienota Zienswijzen Gemeente Staphorst Reactienota ingediende zienswijzen met betrekking tot ontwerp bestemmingsplan De Streek, partiële herziening Van der Walstraat Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak

Afdeling bestuursrechtspraak R a a d vanstate Afdeling bestuursrechtspraak 2015.11638 Gemeente Noord-Beveland Raad van de gemeente Noord-Beveland Postbus 3 4490 AA WISSENKERKE Ingek. no. Relatienr. Klass. no. - 8 ÛKT 2Ü15 afd. Datum

Nadere informatie

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan "Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke"

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke Beslisnota GS 'JSfJ. Provincie ^Zeeland OPENBAAR documentnummer 17023857 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll onderwerp Zaal

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0834 B.17.0834 Landgraaf, 10 mei 2018 ONDERWERP: Vaststelling Bestemmingsplan Woning Vogelzankweg ong. PROGRAMMA 9. Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer 201304565/1/R1

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer 201304565/1/R1 C.G.M. Neppelenbroek Overlekergouw 3 1151 CX Broek in Waterland Aangetekend Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20019 2500 EA Den Haag Broek in Waterland, 25 juli 2013 Betreft: Waterland

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie. Raadsvoorstel Zaaknummer: 2017-008843 gemeente Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen 20-06-2017 30-01-2018 Ter inzage 1.

Nadere informatie

GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. blz 1 GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Status: Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. /

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BN1869

ECLI:NL:RVS:2010:BN1869 ECLI:NL:RVS:2010:BN1869 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-07-2010 Datum publicatie 21-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200901315/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2

Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2 Bestemmingsplan (vastgesteld) Burgemeester Ponjeestraat wijziging 2 Gemeente Venray Datum: 9 juni 2010 Projectnummer: 90667 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied 3 1.3 Vigerend

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3854

ECLI:NL:RVS:2014:3854 ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Raad van de gemeente De Bilt Postbus 300 3720 AH BILTHOVEN D.ituni Ons mininier Uu kenmerk 31 juli 2013 201 300563/1/R2 Onderwerp lseh;indelend ambtenaar De Bilt J.R.S. de Groot Heupner Bestemmingsplan

Nadere informatie

meen te JBlcidel. Economisch hart van de Kempen lllllīillílliliľlliílll lil:

meen te JBlcidel. Economisch hart van de Kempen lllllīillílliliľlliílll lil: meen te JBlcidel. Economisch hart van de Kempen lllllīillílliliľlliílll lil: Nummer : R2016.071 Onderwerp : woningbouw Hoogeloon Aan de raad Samenvatting In de Structuurvisie Bladel is aangekondigd dat

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN vfv) U u.^ 1 7 JUNI 2010 Datum 16 juni 2010 Ons nummer 200906837/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp Woerden Bp

Nadere informatie

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Rapportnummer: 203x00999.075242_2 Datum: 26 april 2013 Contactpersoon opdrachtgever:

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT ABB Ontwikkeling B.V. / 29 december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding/Projectomschrijving 3 1.2 Vigerend bestemmingsplan 4 1.3 Procedure 6 2.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2872

ECLI:NL:RVS:2016:2872 ECLI:NL:RVS:2016:2872 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507981/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 Voorstel raad en aadsbesluit Programma Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.19.0775 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BN0496. Uitspraak /1/R1. Datum van uitspraak: woensdag 7 juli 2010

ECLI:NL:RVS:2010:BN0496. Uitspraak /1/R1. Datum van uitspraak: woensdag 7 juli 2010 Uitspraak 200907208/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 7 juli 2010 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni Voorgesteld besluit Het college heeft besloten: B&W Vergadering Dossiernummer 303 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2016 Agendapunt 2.2.5 Omschrijving Vaststelling bestemmingsplan Melickerveld Zaaknummer 10913-2016 Commissie RU voorstel Commissiedatum

Nadere informatie