Ontwerprichtlijnen voor bodemenergiesystemen Optimale verticale scheiding voor monobronsystemen
|
|
- Karel Brabander
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ontwerprichtlijnen voor bodemenergiesystemen Optimale verticale scheiding voor monobronsystemen BACHELOR EINDWERK CIVIELE TECHNIEK TU DELFT ERIK VAN UTENHOVE Supervisor: Ir. M. Bloemendal Prof. Dr.ir. T. Olsthorn
2 Abstract Dit BSc eindwerk is opgesteld om de optimale verticale afstand tussen de warmte- en koudebron van monobronnen te onderzoeken. Hiervoor is kennis over grondwaterstromingen en stijghoogteveranderingen vereist. Deze zijn beide afhankelijk van de systeemdimensies en lokaal geldende bodemkarakteristieken. In dit rapport is onderzocht hoe de systeemdimensies en bodemparameters de optimale bronscheiding van monobronnen beïnvloed. Doormiddel van een varierende capaciteitsrage van m3/h zijn verschillende monbronnen gesimuleerd onder anisotropie-waarde 2, 5 en 10. Daarnaast is onderzocht hoe de systeemdimensies afhankelijk zijn van de dikte van de aquifer en voor welke dimensies geldt dat warmteverliezen geminimaliseerd worden. Uit de simulatie volgde dat de optimale bronscheiding profijt heeft van een hoge anisotropie en lange filterlengte. De filterlengte is echter weer van invloed op de vorm van de thermische bel en zo ook bepalend voor warmteverliezen. Bij een hoger vergund volume moeten een langere bronscheiding gehanteerd worden. Een verhoging van het volume gaat gepaard met een minder sterke toename in warmteverliezen. Er geldt dus dat voor grotere systemen een hoger rendement behaald kan worden. In 5.3 zijn de systeemdimensies gegeven voor minimale systeemlengte en in 5.4 de dimensies voor minimale warmteverliezen. i
3 Inhoudsopgave Abstract... i 1. Inleiding Context Doel van het onderzoek Plan van aanpak Achtergrondinformatie bodemenergie Bodemenergiesystemen Geothermie Hogetemperatuuropslag Open bron Recirculatie Warmte Koude Opslag (WKO) Monobron Doublet Gesloten bron Theoretische achtergrond Bodemparameters Geschikt watervoerend pakket Porositeit Doorlatendheid Warmtetransport Grondwaterstroming Conductie Warmtecapaciteit Dispersie Systeem parameters Opslagvolume Filterlengte Verticale scheidingsafstand Onderzoeksmethode Stijghoogteverandering ii
4 4.2 Stroomsnelheid thermisch front Modellering Optimale verticale scheiding Designformule: minimale systeemlengte Designformule: minimale warmteverliezen Parameters Resultaten Optimale verticale scheiding Vergelijking theoretische waardes met bestaande cases Optimaal design: minimale systeemlengte Optimaal design: minimaal warmteverlies Conclusie Aanbeveling Referentie Appendix A: Data Instellect iii
5 1. Inleiding 1.1 Context Door de klimaatveranderingen en de uitputting van fossiele bandstoffen speelt duurzame energie een grote rol in onze huidige samenleving. Het grote voordeel van duurzame bronnen is oneindigheid en minder, dan wel geen, CO2 uitstoot. Nederland heeft als ambitieus doel voor 2020 gesteld dat 10% van het totale energieverbruik afkomstig moet zijn uit hernieuwbare bronnen (CBS, 2009). Toepassing van bodemenergie kan een grote rol spelen bij de haalbaarheid van deze doelstelling (Taskforce WKO, 2009). Het klimaat en de bodemgesteldheid in Nederland is uitermate gunstige voor toepassing van warmte koude opslag, ook wel WKO systemen genoemd (Bloemendal et al.).. Taskforce WKO (2009) voorspelt dat het aantal WKO systemen in 2020 exponentieel zal toenemen. Door de toename om WKO systemen worden monobronnen steeds interessanter. Deze WKO configuratie bestaande uit een enkel boorgat waarin de warmte en koude bron boven elkaar geplaatst worden. In vergelijk met doublet systemen is minder bodemruimte nodig. Daarnaast kunnen meerdere monobronnen dicht naast elkaar worden geplaatst zonder dat de prestatie negatief beïnvloed wordt. Echter vereisen deze systemen meer inzicht in de stromingen en processen rondom de bronnen. Om een zo hoog mogelijk rendement te behalen is het belangrijk dat het systeem goed is ontworpen. De verticale afstand tussen de twee bronnen speelt hierbij een belangrijke factor, waarbij kort cyclische stroming tussen de warmte- en koude bron moeten worden vermeden. Deze worden doormiddel van versimpelde formules en vuistregels bepaald. Hierbij is het de vraag dit in de praktijk een goede benadering geeft. 1
6 1.2 Doel van het onderzoek Verbeteren van ontwerprichtlijnen die kunnen worden toegepast om de benodigde verticale scheidingsafstand van monobronnen te bepalen. 1.3 Plan van aanpak Voor de plan van aanpak is het onderzoek in drie deelvragen opgesplitst. 1) Welke factoren zijn van invloed op het rendement van monobronnen? De eerste deelvraag zal middels literaire studies worden beantwoord. Drie verschillende aspecten zullen in behandeling genomen worden: - Bodemparameters - Warmtetransport - Energievraag Allereerst wordt gekeken welke bodemeigenschappen van invloed zijn op grondwaterstromingen. Daarnaast word onderzocht aan welke eisen het watervoerend pakket moet voldoen om monobronnen te kunnen toepassen. Ten tweede zullen de factoren die van invloed zijn op he warmte transport in de bodem behandeld worden. Er wordt bepaald door welke processen warmteverlies van de bron optreedt, en hoe deze berekend kunnen worden. Als laatste wordt onderzocht hoe de energievraag van de gebruiker van invloed is op de systeemdimensie. 2) Welke bodemparameters beïnvloeden de vereiste verticale scheiding? Voor deze deelvraag wordt gekeken wanneer er kortsluitstroming optreedt. De stromingen tussen de twee bellen worden hoofdzakelijk bepaald door stijghoogteverandering. Temperatuurverschillen spelen een ondergeschikte rol vanwege een kleine T. Door de stijghoogteverandering ontstaat stroming tussen de twee bellen. Onderzocht zal worden welke bodemparameters van invloed zijn op de stroomsnelheid. Op basis van de stroomsnelheid van het thermisch front moet een bepaalde verticale scheiding tussen de bronnen aangehouden worden 3) Welke invloed heeft het vergund volume op de benodigde verticale scheiding? Door onttrekking en infiltratie zullen stijghoogteveranderingen in de bronnen optreden. De verhouding tussen het filterlengte en het opgeslagen thermische volume bepaald de vorm van de bel. Dit is van invloed op de stroomsnelheid van het thermisch front. 2
7 2. Achtergrondinformatie bodemenergie 2.1 Bodemenergiesystemen Bodemenergiesystemen zijn duurzame bronnen die gebruik maken van de thermische opslagcapaciteit van de bodem. In de bodem bevinden zich zandlagen waardoor grondwater kan stromen. Een opeenstapeling van meerdere zandlagen wordt een watervoerend pakket genoemd. In een watervoerend pakket kan energie in de vorm van warmte of koude worden opgeslagen. In een later stadia kan dit weer worden opgepompt voor gebruik van verkoeling of verwarming van gebouwen. Daarnaast zijn er ook systemen die op grote diepte grondwater onttrekken. Grondwater in diepe lagen is opgewarmd door de aardkern en kan zo hoge temperaturen aannemen. Kortom, bodemenergiesystemen komen in veel verschillinde soorten en maten voor. Er wordt hoofdzakelijk onderscheid gemaakt tussen diepe en ondiepe systemen. Deze zijn vervolgens weer onder te verdelen in verschillende subdivisies, weergegeven in figuur 2.1. Diep Hogetemperatuuropslag Geothermie Bodemenergie Ondiep Open bron Gesloten bron Warmte Koude opslag Recirculatie systeem Doublet Monobron Figuur 2.1: Classificering van verschillende soorten bodemenergiesystemen 2.2 Geothermie De kern van de aarde straalt continu warmte uit waardoor op grote diepte water van boven de 70 C gevonden kan worden. In het algemeen geldt dat per 35 meter diepte de grondwatertemperatuur 1 C toeneemt (Bridger en Allen, 2005). Geothermie systemen winnen warmte door grondwater uit diepe watervoerende lagen ( 2 5 kilometer) op te pompen. Tevens kan energie worden opgewekt als temperaturen boven de 120 C voorkomen. 2.2 Hogetemperatuuropslag In de industrie gaat veel restwarmte verloren. Hogetemperatuuropslag maakt het mogelijk om de restwarmte diep in de bodem op te slaan zodat het op een later moment weer kan worden gebruikt 3
8 voor verwarming van gebouwen. Tevens kan hogetemperatuuropslag ook worden toegepast op andere processen waarbij veel warmte wordt geproduceerd. Zo gaat ongebruikte warmte-energie niet verloren. Diepe systemen opereren met grondwater van hoge temperatuur. Dit is direct bruikbaar voor verwarmings systemen. Er gaat dus alleen energie verloren aan het verpompen van het water. Hierdoor kan een zeer hoog rendement behaald worden. 2.3 Open bron Bij een open bron wordt een put in het watervoerend pakket geplaatst. Hiermee wordt een warmte of koude bron gecreëerd. Het grondwater fungeert zowel als opslag- als verplaatsingsmedium. Open bronnen zijn van toepassing bij voor recirculatie en warmte koude opslag (WKO). WKO is onder te verdelen in een doublet en monobron Recirculatie Jaarlijks schommelt de grondwatertemperatuur tussen de 10 à 12 graden. Recirculatie systemen gebruiken een vaste bron voor grondwateronttrekking. Het opgepompte water wordt gebruikt voor continue verkoeling, maar kan bij lage buitentemperaturen in de winter ook worden gebruikt voor verwarming. Na de warmtewisselaar wordt het water in een vaste infiltratiebron gepompt Warmte Koude Opslag (WKO) Bij WKO systemen worden twee filters in eenzelfde watervoerend pakket geplaatst. De ene filter wordt gebuikt voor warm water en de andere filter voor koud water. Zo ontstaat er een koude en een warme bron. In de zomer is er vraag naar koude en zal water uit de koude bron worden onttrokken. Het koude water wordt naar een warmtewisselaar gepompt, waar de koude wordt overgedragen aan het koelsysteem van de gebruiker. Hierbij geeft het verpompte grondwater haar koude af en neemt het warmte van het gebouw op. Zo houd men warm water over wat vervolgens wordt opgeslagen in de warmtebron. In de winter draait de stroming om en is er juist vraag naar verwarming. Hiervoor zal water uit de warmtebron wordt onttrokken. Vaak is de temperatuur van de warmtebron echter nog te laag voor verwarmende doeleinde. Het water moet dan eerst doormiddel van een warmtepomp worden opgewaardeerd naar een hoger temperatuurniveau. Een warmtepomp bestaat uit een gesloten circuit met aan één kant een condensor en aan de andere kant een verdamper. Door onttrekking van thermische warmte uit het grondwater ontstaat gelijktijdig warmte en koude. De warmte wordt aan de verwarmingsinstallatie afgegeven en de koude wordt opgeslagen in de koudebron. In een bron vindt dus op seizoensbasis opslag dan wel onttrekking plaats. De warmte en koude bron kunnen op twee verschillende manieren worden geconfigureerd. Men kan ervoor kiezen om deze horizontaal of verticaal naast elkaar te plaatsen. 4
9 Monobron Bij een monobron worden de warmte en koude bron boven elkaar geplaatst, weergegeven figuur 2. Vanwege dichtheidsverschillen wordt de warmtebron boven de koudebron geplaatst. Het grote voordeel van een monobron is dat maar één bronlocatie nodig is. Dit vermindert boringskosten en minimaliseert het bodemgebruik. Daarnaast kunnen meerdere monobronnen dicht naast elkaar worden geplaatst zonder dat de prestatie negatief beïnvloed wordt. Nadeel is dat er geen algemene regel toepasbaar is voor het design van een monobron. Het ontwerp wordt bepaald door lokale bodemparameters. (a) Zomersituatie (b) Wintersituatie Figuur 2.2: Werking van een monobron. In de zomer wordt er koud water onttrokken en warm water opgeslagen. In de winter wordt warm water onttrokken en koud water opgeslagen. Bron: Materplan open bodemenergiebronnen De Dam I Monobronnen kunnen een maximaal debiet van ongeveer 50 m3/h behalen en zijn van toepassing op kleine kantoren en woningbouw (SKB, 2013). Het maximaal haalbare debiet hangt echter per situatie af en wordt voornamelijk beïnvloed door de bodemgesteldheid. In het algemeen geldt dat in een dikke zandlaag meer opslag kan plaatsvinden wat een hoger haalbaar debiet geeft Doublet De werking van een doublet is hetzelfde als bij monobronnen, echter liggen de wamt en koude bron nu naast elkaar in het watervoerend pakket. Voordeel is dat beide bronnen over de gehele dikte van het watervoerend pakket gebruik kunnen maken. Dit zorgt ervoor dat grotere bronnen gecreëerd kunnen worden waarin een grotere hoeveelheid koude en warmte kan worden opgeslagen. Nadeel is dat doublet systemen veel ruimte in gebruik nemen. Tussen de bronnen dient een aftand van 3 maal de thermische straal aan te worden gehouden zodat deze elkaar thermisch niet beïnvloeden (NVOE, 2006). 5
10 b) Zomersituatie (b) Wintersituatie Figuur 2.3: Werking van doublet. Opslag van warm water en onttrekking van koud water in de zomer. Opslag van koud water en onttrekking van warm water in de winter. Bron: Materplan open bodemenergiebronnen De Dam I 2.4 Gesloten bron Indien geen geschikte watervoerende laag beschikbaar is of de kosten te hoog liggen kunnen gesloten systemen een geschikt alternatief zijn (Bridger en Allen, 2005). Hierbij worden lussen in de grond geplaatst, te configureren in horizontale richting, verticale richting of in de vorm van een spiraal. Door de leiding wordt een medium gepompt wat via geleiding warmte of koude uit de bodem onttrekt. In contrast met open bronnen wordt er geen gebruik gemaakt van verplaatsing van grondwater (NVOE, 2006). (a) Zomersituatie (b) Wintersituatie Figuur 2.4: Werking van gesloten systemen. In de zomer vindt oopslag van warmte en onttrekking van koude in de bodem plaats. In de winter draait de stroming om en vindt er opslag van koude en onttrekking van warmte uit de bodem plaats. Bron: Materplan open bodemenergiebronnen De Dam I 6
11 3. Theoretische achtergrond Dit hoofdstuk gaat in op de processen die rondom een monobron en tussen de warme- en koude bel plaats vinden. In 3.1 wordt besproken welke bodemeigenschappen van invloed zijn op monobronnensystemen. Paragraaf 3.2 gaat in op de aspecten die warmteverlies veroorzaken. 3.3 behandeld hoe de vraag van gebruiker de systeemdimensies beïnvloed. 3.1 Bodemparameters Geschikt watervoerend pakket Voor de toepassing van monobronnen zal een geschikt watervoerend pakket aanwezig moeten zijn. Het watervoerend pakket moet aan verschillende eisen voldoen. Als de warmte en koude bron dicht bij elkaar liggen kan onderling kortsluitingsstroming voorkomen. Dit veroorzaakt een daling van temperatuur in de warme bel en een opwarming van de koude bel. Opgeslagen energie gaat zo verloren wat resulteert in een afname van het te behalen rendement. Om menging van de bellen te voorkomen is een watervoerend pakket van voldoende dikte gewenst. Zo kan de benodigde scheidingsafstand tussen de bronnen worden toegepast. Daarnaast moet het watervoerend pakket begrensd worden door een scheidende isolerende laag aan boven- en onderkant. Zo wordt afstroming van opgeslagen warmte of koude naar omliggende watervoerende pakketten voorkomen Porositeit Een grondlaag bestaat uit een opeenstapeling van vele korrels. Doordat deze korrels niet precies op elkaar aansluiten ontstaan ruimtes in het korrelskelet. Deze ruimtes, ook wel poriën genoemd, kunnen gevuld zijn met water en/of lucht. De verhouding tussen het totale volume (V V ) en de poriën (V T )wordt aangeduid door de porositeit n: n = V V V T (3.1) De korrelgrootte, sortering van de korrels en de korrelvorm is per sediment verschillend. Hierdoor is de porositeit per grondlaag verschillend. Indicatieve waardes voor de porositeit per sediment zijn weergegeven in tabel 1. Tabel 3.1: Porositeit per sediment. Bron: Bear (1972) Sedimenten Porositeit (%) Sediment Porositeit (%) Veen Fijn tot matig fijn zand Aarde Grind Klei Grind en zand Slib Zandsteen Grof tot matig grof zand Leisteen 1-10 Uniform zand Kalksteen
12 Een watervoerende pakket in Nederland bestaat voornamelijk uit een opeenstapeling van zandlagen. Uit tabel 1 kan worden afgeleid dat de porositeit van zand tussen 40%-30% ligt. Voor berekeningen in dit rapport zal gewerkt worden met een porositeit van Doorlatendheid De doorlatendheid is de mate waarmee water door een bepaalde grondlaag kan stromen. Op basis van grondmonsters kan de doorlatendheid berekend worden met de Kozeny-Carman vergelijking: k = ρ wg μ n 3 (D50) 2 (1 n) (3.2) k = doorlatendheid [m/s] ρ w = dichtheid van water [kg m 3 ] g = valversnelling [m s 2 ] μ = dynamische viscositiet [Ns m 2 ] n = porositeit [ ] D50 = gemiddelde korrelgrootte [um] De waardes voor de dynamische viscositeit en dichtheid van water zijn afhankelijk van de grondwatertemperatuur. Bij KWO systemen bedraagt de temperatuurverschil tussen de bronnen ongeveer 10 C. Dit levert verwaarloosbare veranderingen in dichtheid en dynamische viscositeit op. Uit formule (3.2) valt zo te concluderen dat verschil in doorlatendheid hoofdzakelijk bepaald wordt door de gemiddelde korrelgrootte. Door heterogeniteit van het watervoerend pakket is de gemiddelde doorlatendheid richtingsafhankelijk. Horizontale stromingen verplaatsen zich door eenzelfde grondlaag terwijl verticale stromingen verschillende grondlagen penitreren. Als gevolg hiervan is de verticale hydraulische weerstand groter dan de horizontale hydraulische weerstand. Dit leidt tot een lagere waarde van doorlatendheid in verticale richting. Via de Wet van Darcy kan een gemiddelde waarde van horizontale- en verticale doorlatendheid over het watervoerend pakket bepaald worden: k h = (K xi d i ) d i (3.3) k v = d i d i K zi (3.4) De verhouding tussen horizontale- en verticale doorlatendheid wordt anisotropie genoemd, aangeduid met: a = k h k v (3.5) 8
13 Voordat een systeem gerealiseerd wordt zal uit grondmonsters de anisotopie geschat moeten worden. Hierbij zijn vuistregels van toepassing. Er geldt dat de aanwezig van dunne kleilagen een hogere anisotropie waarden opleveren. In de praktijk varieert de k h /k v verhouding tussen de 2 10 (Hantush and Thomas, 1966). Echter is het lastig om op basis van grondmonsters de exacte grond karakteristieken te bepalen. Hierdoor wijkt de geschatte anisotropie waarde vaak af van de werkelijke anisotropie. Pomptesten geven een betere schatting van de k h /k v waarde. Een constant debiet wordt over een tijdsperiode geïnfiltreerd en tegelijkertijd wordt het piezometrisch niveau op twee plekken gemeten. Zo is de grondwaterverplaatsing tussen de twee punten te bepalen. Met een vooraf bepaalde k h uit grondmonsters valt zo de anisotropie af te leiden. Echter zijn pomptesten pas mogelijk nadat de put is gerealiseerd. 3.2 Warmtetransport Tijdens de opslag van thermische energie zal warmtetransport met de omgeving optreden. De efficiëntie van een bron wordt gegeven door het verschil in opgeslagen en onttrekbare thermische energie. Het thermisch verlies van de bron is afhankelijk van de volgende factoren: - Grondwaterstroming - Conductie - Warmtecapaciteit - Dispersie Daarnaast vindt ook warmtetransport door van straling plaats, echter kan dit verwaarloosd worden ten opzichte van het totale warmte verlies (Li, Yang & Yeh, 2010) Grondwaterstroming Natuurlijke grondwaterstromingen ontstaan door variaties in stijghoogte, veroorzaakt door neerslag, hoogteverschil in maaiveld en menselijke invloeden zoals infiltratie en onttrekking van grondwater. De grondwaterstroomsnelheid is afhankelijk van het verhang (i), doorlatendheid (k) en porositeit (n), gegeven door de formule: v = grondwaterstroomsnelheid [m/a] k = doorlatendheid [m/d] i = dh dx v = ki n 365 (3.6) Het verhang is de gradiënt van de stijghoogte in horizontale stroomrichting. Advectie zorgt ervoor dat het thermisch front in de richting van de grondwaterstroming verplaatsen Conductie Conductie is het warmtetransport dat plaats vindt door warmtegeleiding. Dit wordt veroorzaakt door verschil in temperatuur. Met de formule van Fourrier kan de warmtestroom voor geleiding berekend worden: q x = λ T x (3.7) 9
14 q x = warmtestroom door conductie[w/m] λ = warmtegeleidingscoëfficiënt van het watervoerend pakket [W/(m C)] T = temperatuurgradiënt [ C/m] x Conductie vindt aan het oppervlak van het thermisch front plaats. Een compacte vorm gaat gepaard met een afname aan conductie verliezen Warmtecapaciteit Thermische energie wordt in de bron opgenomen door zowel het korrelskelet als het grondwater. De warmtecapaciteit geeft aan hoeveel warmte een medium kan opnemen. Op basis van de warmtecapaciteit van water en het korrelskelet kan de warmtecapaciteit van het watervoerend pakket worden berekend (NVOE, 2006): c a = nc w + (1 n)c r (3.8) c a = warmtecapaciteit aquifer [J/(m 3 K)] c w = warmtecapaciteit water [J/(m 3 K)] c r = warmtecapaciteit korrelskelet [J/(m 3 K)] n = porositeit [ ] Als gevolg van energieopslag in het korrelskelet zal het thermisch front zich langzamer verplaatsen dan de grondwatersnelheid (Dickinson et al., 2008). De verhouding tussen de snelheid van het thermisch front en de snelheid van het water wordt gegeven door (Schaetzle et al., 1980): V w V th = c a c w = R (3.9) De retardatiefactor R geeft aan in hoeverre de verplaatsing van het thermisch front vertraagd is ten opzichte van de grondwatersnelheid. In een watervoerend pakket in Nederland ligt deze waarde rond 2.0 (Xynogalou, 2015). Convectie is een combinatie van advectie en conductie, waarbij thermische energie van het korrelskelet wordt afgegeven aan het stromende water. Convectie speelt een grote rol op het totale warmteverlies maar wordt vertraagd door de retardatiefactor Dispersie Door de heterogeniteit van het watervoerend pakket ontstaan variaties in lokale stroomsnelheden en stromingsrichting ten opzichte van de gemiddelde stroming. Deze variaties beïnvloeden het warmtetransport en ontstaan door: a) Verschil in stroomsnelheid binnen een porie: De stroomsnelheid is het hoogst in het centrum van de porie en minder snel aan de randen van de porie, waar frictie met de korrels wordt ondervonden. 10
15 b) Vertakking van stroomlijnen door porie onregelmatigheden: Het grondwater kan zich alleen door de poriën verplaatsen en zal dus om de korrels heen stromen. c) Verschil in doorlatendheid tussen grondlagen: Grondwaterstromingen zoeken de makkelijkste weg en heeft daarom de neiging om naar hogere doorlaatbare lagen te stromen. Figuur 3.1: (a) Stoomsnelheid distributie in een porie. (b) Vertakking van stroomlijnen door heterogeniteit in de poriën. (c) Stroming loopt van slecht doorlatende laag naar een goed doorlatende laag. Bron: Bear, 1972 Dispersie is voornamelijk verantwoordelijk voor de uitsmering van het thermisch front. Hierdoor treedt menging met de omgeving op. 3.3 Systeem parameters De gebruiker bepaalt de vraag naar verwarming en koeling. Het systeem zal een vermogen moeten leveren om aan de energiebehoefte te voldoen. Het vermogen is afhankelijk van de het debiet Q, temperatuurverschil tussen de bronnen ΔT, soortelijke warmte van water c w en de dichtheid van water ρ w, gegeven door: P = QΔTc w ρ w (3.10) Het benodigde vermogen bepaald de capaciteit en daarmee de dimensies van het systeem. De dimensies van een systeem zijn onder te verdelen in: - Pompcapaciteit (Q) - Filterlengte (L) - Verticale scheiding tussen de bronnen (d) Opslagvolume Afhankelijk van het de injectieduur zal er een hoeveelheid water in het watervoerend pakket worden opgeslagen. Het vergunde volume is gelijk aan de hoeveelheid water die in een seizoen wordt opgeslagen, gegeven door : V = Qt vollast (3.12) 11
16 Warmteverliezen vinden plaats via het oppervlak van het thermisch front. De vorm van het thermisch front komt overeen met het volume van een bol. Bij een verdubbeling in het opslag volume zal het oppervlak met een kleinere factor toenemen. Er geldt dus dat voor een hoger opslagvolume een beter rendement behaald kan worden Filterlengte Bij opslag van thermische energie zal er een bel rondom het filter ontstaan waarin zich de opgeslagen warmte of koude bevindt. De vorm van de bel wordt bepaald door de lengte van het filter (L) en het vergunde volume (V). Bij een kleine V/L-ratio zal de bel zich voornamelijk in horizontale richting uitstrekken. Dit veroorzaakt een hele platte bel met een hoog contactoppervlak tussen boven- en onderliggende lagen. Hierdoor worden warmteverliezen voornamelijk door verticaal warmtetransport bepaald en zal conductie overheersen. Bij een hoge V/L-ratio strekt de bel zich voornamelijk in verticale richting uit. Dit resulteert in een hoog zijwaarts oppervlak waardoor warmteverliezen gedomineerd zullen worden door dispersie en convectie. Theoretisch zal er een optimale verhouding bestaan tussen L en waar de totale warmteverliezen worden geminimaliseerd. Daarnaast is vorm van de bel ook van invloed op de injectiedruk. Hypothetisch gezien zal een langer filter resulteren in een lagere injectiedruk. Dit zal de aantrekkingskracht tussen de bellen verminderen Verticale scheidingsafstand Gelijktijdige onttrekking en opslag veroorzaakt drukveranderingen in de bronnen. Grondwater verplaatst zich van een hoge druk naar een lage druk. Bij deze verplaatsing zal het thermisch front met vertraging mee worden verplaatst. Om menging van de warmte- en koude bel te voorkomen zal een verticale scheiding tussen de bronnen aangehouden moeten worden. 12
17 4. Onderzoeksmethode Dit onderzoek is opgesteld om een correlatie tussen bodemparameters en systeemdimensies van een monobron te vinden. Specifiek zal worden onderzocht welke minimale verticale afstand tussen de warmte- en koude bron moet worden toegepast. Xynogalou (2015) heeft hier al eerder onderzoek in gedaan, waarbij onderzocht is wat de optimale verticale scheidingsafstand voor GT10, GT15 en GT25 systemen 1 bedraagt. Dit onderzoek zal zich richten op een breder assortiment waarbij een capaciteitsrange van m3/h wordt aangehouden 2. Om de optimale verticale afstand te bepalen zal eerst de stijghoogteverandering berekenen moeten worden waarna de stroomsnelheid van het thermisch front bepaald kan worden. 4.1 Stijghoogteverandering Bij een monobron treedt gelijktijdig opslag en onttrekking in de bronnen plaats. De stijghoogte gradiënt is afhankelijk van het onttrekkingsdebiet, filterlengte, filterdiameter en horizontale doorlatendheid. Thiem heeft een relatie gevonden tussen de stijghoogteverandering en de stijghoogte gradiënt (NVOE, 2006): h = Q 2πT ln ( r i ) r w met T = k h L (4.1) In de formule wordt Q gegeven door pompcapacitiet [m^3/h], T staat voor de transmisiviteit [m2/d], r i wordt gegeven als de straal van invloed en r w is de straal van de put. De straal van invloed kan omschreven worden als de radiale afstand waarvoor geldt dat de stijghoogteverandering een verwaarloosbare invloed heeft. Voor de straal van invloed en de straal van de put worden dezelfde waardes als in het onderzoek van Xynogalou (2015) aangenomen, respectievelijk r i = 1000 m en r w = 0.4 m. Om de stijghoogteverandering analytisch te kunnen berekenen zal de situatie rondom monobronnen enigszins moeten worden versimpelt. De volgende aannames zijn van toepassing: Q is constant over tijd en gelijk aan Q pomp : De vraag is constant over tijd Er vindt alleen horizontale stroming van en naar het filter plaats: De transmissiviteit (T) wordt alleen over de filterlengte berekend. In werkelijkheid treedt ook af- en toestroming van en naar het filter plaats, waardoor de stijghoogteverandering lager uitvalt Het watervoerend pakket is homogeen en alleen anisotroop in verticale en horizontale richting: In horizontale richting treedt uniforme grondwaterstroming op 1 GT voor GeoThermic, een monobronsysteem dat geleverd wordt door GeoComfort. Het getal geeft de pompcapacitiet (m3/h) van het systeem aan. 2 Vergelijkbaar met de capaciteitsrange die door GeoComfort voor monobronnen geleverd wordt 13
18 4.2 Stroomsnelheid thermisch front Door de stijghoogteverandering zal het thermisch front zich met een verticale snelheid verplaatsen. Op basis van de verplaatsingssnelheid zal een bepaalde scheiding tussen de bronnen aangehouden moeten worden waarvoor geldt dat geen menging binnen de cycli optreedt. De grondwaterverplaatsing kan worden afgeleid uit de Wet van Darcy: v w = k v h z (4.2) De stijghoogteverandering in de infiltratiebron is + h en in de onttrekkingsbron - h, de totale stijghoogteverandering tussen de warme en koude bel bedraagt dus 2 h. Daarnaast verplaatst het thermisch front zich met een factor R langzamer dan het grondwater. Zo kan (3) worden omgeschreven naar: v th = k v R 2 h d v v = verticale snelheid van het thermisch front [m/d] (4.3) k v = Gemiddelde verticale doorlatendheid [m/d] R = retardatiefactor [ ] h = stijghoogte verandering tussen de bronnen [m] d = verticale afstand tussen de bronnen [m] De minimale scheiding die tussen de bronnen moet worden aangehouden is gelijk aan de afstand die het thermisch front binnen een seizoen aflegt. Dit is tevens de optimale verticale scheiding: d = verticale scheiding [m] v th = snelheid thermisch front [m/d] t = vollast uren per seizoen [h] d = v th t 24 (4.4) 4.3 Modellering De modellering bestaat uit twee fases. Eerst zal de optimale verticale afstand voor verschillende systemen worden gesimuleerd. Diversiteit tussen de systemen ontstaat door variatie in pompcapaciteit, anisotropie en filterlengte. Het aantal vergunde uren in een seizoen wordt constant gehouden. Vervolgens wordt er gekeken naar de optimale filterlengte van een monobron. De optimale filterlengte zal op twee verschillende uitganspunten worden getoetst: 1) Minimale systeemlengte: In werkelijkheid is er maar een beperkte dikte beschikbaar om een monobronsysteem te realiseren. Doormiddel van de designformule voor minimale systeemlengte kan de bovengrens van het opslag volume in het watervoerend pakket bepaald worden 2) Minimale warmteverliezen: Zoals in besproken is de vorm van de thermische bel van invloed op het totale warmteverlies op de omgeving. De designformule voor minimale 14
19 warmteverliezen geeft weer voor welke systeemparameters het warmtetransport naar de omgeving zo laag mogelijk is Optimale verticale scheiding Een combinatie van vergelijking (4.1), (4.3) en (4.4) levert een directe relatie tussen het volume, filterlengte en anisotropie op: d = V πl a ln ( r i r w ) 1 R (4.5) Op basis van vergelijking (4.5) zal de optimale verticale afstand gesimuleerd worden onder een variërend volume, filterlengte en anisotropie. Vervolgens worden gekeken of bestaande monobronsystemen overeenkomen met de theoretische optimale verticale scheiding. Hiervoor is data van Installect gebruikt. De data is terug te vinden in Appendix A Designformule: minimale systeemlengte In de praktijk wordt de toepassing van monobronsystemen gelimiteerd door de dikte (D) van een watervoerend pakket. De designformule voor minimale systeemlengte geeft het maximaal realiseerbaar opslagvolume in het watervoerend pakket weer. De systeemlengte wordt gegeven door: D = 2L + d (4.6) Er zal worden onderzocht welke filterlengte bij een bepaald volume moet worden toegepast om aan de designformule te voldoen Designformule: minimale warmteverliezen Warmteverliezen zijn afhankelijk van de vorm van de thermische bel. Droughty et al. (1982) heeft onderzocht hoe de verhouding tussen de thermische straal en het filterlengte warmteverliezen van bodemenergiesystem beïnvloed. Het totale warmteverlies is minimaal bij een R/L-ratio van 1.5 (Droughty et al., 1982). De formule voor de thermische straal wordt gegeven door: 3 R th = 3c av 2c w π (4.7) Subsitutie van R th = 1.5L in de bovenstaande vergelijking geeft: 3 L = c V (4.8) Hierin is c afhankelijk van de warmtecapaciteit van het watervoerend pakket. In Nederland zal de waarde van c rond de 1.0 liggen. 15
20 4.3.4 Parameters De modellering wordt toegepast op systemen opererend op een constant aantal vollast uren per seizoen, t=2000 uren. Voor de pomp word een capaciteitsrange van m3/h aangehouden. Er zal dus gemodelleerd worden met een vergund volume van m3. Daarnaast zullen drie verschillende geologische situaties onderzocht worden, overeenkomend met anisortopie 2, 5 en 10. De gebruikte parameters zijn samengevat in tabel 2. Tabel 4.1: Samenvatting van de gebruikte parameters voor de modellering Parameter Symbool Waarde Eenheid Pompcapaciteit Q m3/uur Straal van invloed r i 1000 m Straal van de put r w 0.4 m Vergunde uren per seizoen t 2000 uren Anisotropie a 2, 5, 10 - Filterlengte voor minimale L (D-d)/2 m systeemlengte Filterlengte voor minimale warmteverliezen L 3 V m 16
21 Verticale scheiding [m] 5. Resultaten 5.1 Optimale verticale scheiding De optimale verticale afstand is gesimuleerd onder een variërend volume, filterlengte en anisotropie. Om de drie verschillende parameters in één figuur weer te geven is er gekozen om op de horizontale as het volume per meter filterlengte uit te zetten. Op de verticale as is de bijhorende optimale verticale scheiding af te lezen. Het resultaat is weergegeven in figuur 5.1. Uit figuur 5.1 is af te leiden dat de optimale verticale scheiding afhankelijk is van de anisotropie. Dit kan eenvoudig worden verklaart door het feit dat een hogere k h /k v verhouding resulteert in een lagere verticale snelheidsverplaatsing van het thermisch front. Dit gaat gepaard met een kleinere optimale scheiding. Aanwezigheid van kleilenzen hebben dus een gunstig effect op de benodigde verticale scheiding. 80 y = 0,7891x 0, y = 0,499x 0, y = 0,3529x 0, Volume per meter fileterlengte [m3/m] aniso=2 aniso=5 aniso=10 Figuur 5.3: Optimale verticale scheiding ten opzichte van volume per meter filterlengte. Elke lijn komt overeen met een verschillende anisotropie, weergegeven in de legenda. De formule van de corresponderende trendlijn is in de grafiek terug te vinden. Daarnaast valt te concluderen dat de optimale verticale afstand afhankelijk is van de V/L-ratio. Het gewenste volume wordt bepaald door de energievraag van de gebruiker, een waarde die vooraf wordt vastgesteld. De keuze van de filterlengte is bij een bekende anisotropie-waarde de bepalende factor voor de benodigde verticale scheiding. Een kortere filter resulteert in een hogere V/L-ratio. Bij een toename in volume per meter filterlengte zal een hogere verticale scheiding gehanteerd moeten worden. Dit is te verklaren doordat een verhoging van de V/L-ratio gepaard gaat met een toename in stijghoogte. 17
22 Verticale scheiding [m] 5.2 Vergelijking theoretische waardes met bestaande cases In figuur 5.2 is de V/L-ratio en de toegapaste verticale scheiding per systeem uitgezet samen met de theoretisch optimale scheiding. Voor een goede vergelijking is de anisotropie-waarde per systeem nodig. Echter wordt als bovengrens een anisotropie van 10 aangenomen aniso=2 aniso=5 aniso=10 Data installect Volume per meter fileterlengte [m3/m] Figuur 5.4 Toetsing van bestaande cases op de minimale verticale scheiding. In figuur 5.2 is te zien dat de meeste systemen met een volume per meter filterlengte van onder de 5000 m3/m binnen de bandbreedte van de optimale scheiding vallen. Het lijk er dus op dat deze systeem voldoende afstand hanteren. Opvallend is dat voor systemen met een volume per meter filterlengte van boven de 5000 m3/m een kleinere verticale scheiding gehanteerd wordt dan van toepassing zou moeten zijn bij een hoge anisotropie. Theoretisch gezien betekent dit dat, indien geen hogere anisotropie dan 10 geldt, er menging tussen de bronnen zal optreden. Echter is de theoretische waarde gebaseerd op een versimpeling van de werkelijkheid. Zo is aangenomen dat er bij infiltratie en onttrekking alleen horizontale stroming plaats vindt terwijl deze stroming in werkelijkheid ook een verticale component aan kan nemen. Dit zorgt voor een grotere spreiding van het opslagvolume en dus een lagere stijghoogteverandering. 5.3 Optimaal design: minimale systeemlengte De resultaten van het onderzoek naar minimale systeemlengte is weergegeven in figuur 5.3. De filterlengte is in stapgrootte van 1 meter gevarieerd. Indien het minimum over twee filterlengtes verdeeld is werd gekozen voor de kleinste filterlengte. Dit verklaart de ongelijkmatig verloop van de grafiek in figuur 5.3 (b) en 5.3 (c). 18
23 Filterlnegte [m] Verticale scheiding [m] Minimale systeemlengte [m] In 5.3 (a) is voor een bepaalde dikte af te lezen welk volume toepasbaar is. De systeemlengte en het toepasbaar volume zijn met de derde macht wortel aan elkaar gecorreleerd. Daarnaast valt af te leiden dat een watervoerend pakket minimaal 35 meter dik moet zijn om een klein monobron systeem te kunnen toepassen. In figuur 5.3 (b) en (c) is de bijhorende filterlengte en verticale scheiding af te lezen. Hieruit valt te concluderen dat de systeemlengte voornamelijk door de verticale scheiding bepaald wordt Volume [m3] (a) Minimale dikte watervoerend pakket per volume Volume [m3] Volume [m3] (b) Optimale filterlengte per volume (c) Optimale verticale scheidfing per volume Figuur 5.3: Optimale design voor een minimale systeemlengte per volume. In (a) is weergegeven welk vergund volume realiseerbaar is binnen de beperking van de dikte. (b) geeft aan welke filterlengte per volume hiervoor moet worden aangehouden en (c) welke verticale scheiding moet worden toegepast. De blauw lijn komt overeen met de situatie waar een anisotropie 2 van toepassing is, rood geldt voor a = 5 en groen voor a =
24 Filterlnegte [m] Verticale scheiding [m] 5.4 Optimaal design: minimaal warmteverlies De thermische radius is onafhankelijk van de anisortopie. Dit betekent dat de vorm van de bel alleen afhankelijk is van het volume en de filterlengte. De systeem dimensies die per volume moeten worden toegepast zijn te vinden in figuur 5.4. Opvallend is dat de filterlengtes een hoge waarde aannemen. Dit is ongunstig voor de totale kosten. Bij de dimensionering zal moeten worden overwogen of de toename in efficiëntie opweegt tegen de hoge kosten Volume [m3] Volume [m3] (a) Vertical afstande per volume (b) Filterlengte per volume Figuur 5.4: Optimale design voor maximale efficiëntie. (a) geeft aan welke scheiding per volume moet worden aangehouden en (b) welke filterlengte per volume moet worden toegepast. In (b) staat blauw voor a= 2, rood voor a=5 en groen voor a=10. 20
25 6. Conclusie De bestaande designformule voor de verticale afstand tussen de warmte- en koudebron is alleen gebaseerd op het feit dat menging moet worden voorkomen. Er bestaat geen algemene waarde voor de benodigde verticale afstand, deze is per locatie verschillend. Voor de optimale verticale scheiding geldt dat de benodigde afstand minimaal is. De optimale verticale scheiding is gelijk aan de afstand die het thermisch front in een seizoen aflegt. Doormiddel van simulatie van verschillende systemen is onderzocht welke bodemparameters en systeemdimensies van invloed zijn op de optimale verticale scheiding. Er volgt dat de anisotropie, filterlengte en vergund volume de snelheid van het thermisch front bepalen en zo de optimale scheiding beïnvloeden. Monobronnen zijn gebaat bij een hoge anisotropie. Dit leidt tot een lagere verticale snelheid van het thermisch front waardoor een kleinere afstand tussen de bronnen kan worden aangehouden. Een toename van het filterlengte zorgt voor een afname in stijghoogteverandering. De onderlinge aantrekkingskracht wordt zo verminderd wat resulteert in een lagere stroomsnelheid tussen de bronnen. Echter is in de praktijk het watervoerend pakket beperkt in dikte. Dit betekent dat de toepassing van systeemgrootte gelimiteerd is. Het optimale design voor minimale systeemlengte is opgezet te controle of een bepaald vergund volume haalbaar is. Op basis van het optimale design voor minimale warmteverlies kan het rendement van het systeem verder geoptimaliseerd worden. In werkelijkheid is het niet rendabel om de filterlengte zo te kiezen opdat warmteverliezen geminimaliseerd worden. Dit brengt hoge kosten mee waardoor een systeem pas over lange duur kostrendabel wordt. Er zal een keuze gemaakt moeten worden tot welke mate warmteverliezen acceptabel zijn. Systemen met een hoger vergund volume moeten een langere bronscheiding hanteren. Een verhoging van het volume gaat gepaard met een minder sterke toename in warmteverliezen. Er geldt dus dat voor grotere systemen een hoger rendement behaald kan worden. 21
26 7. Aanbeveling De optimale verticale scheiding vertoont grote verschillen met bestaande cases die een hoog volume per meter filterlengte hanteren. In een vervolgstudie zal moeten worden onderzocht of de theoretische optimale scheiding ook opgaat voor grote V/L-ratio s of dat er anderen processen een dominante invloed aannemen. Daarnaast heeft dit onderzoek bij mij een nieuwe vraag opgewekt: Hoe kan het design voor minimale warmteverliezen en het design voor minmale systeemlengte met elkaar gecombineerd worden? Beantwoording van deze vraag zal leiden tot het optimale monobron ontwerp. Een vervolgstudie kan hier uitkomst in bieden. 22
27 Referentie Bear, J. (1972). Dynamics of fluids in porous media. Environmental science series (New York, )). New York: American Elsevier Pub. Co. Bloemendal, M., Olsthoorn, T., & Boons, F. (2014). How to achieve optimal and sustainable use of the subsurface for Aquifer Thermal Energy Storage. Energy Policy, 66, Bridger, D. W., & Allen, D. M. (2005). Designing aquifer thermal energy storage systems. Ashrae journal, 47(9). CBS. (2010). Duurzame Energie in Nederland Dickinson, J. S., Buik, N., Matthews, M. C., & Snijders, A. (2009). Aquifer thermal energy storage: theoretical and operational analysis. Geotechnique, 59(3), 249. Doughty, C., Hellström, G., Tsang, C. F., & Claesson, J. (1982). A dimensionless parameter approach to the thermal behavior of an aquifer thermal energy storage system. Water Resources Research, 18(3), Hantush, M. S., and Thomas, R. G. (1966). A method for analyzing a drawdown test in anisotropic aquifers. Water Resour. Res., 2(2), N.V.O.E. (2006). Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen Richtlijnen Ondergrondse Energieopslag. Woerden: NVOE. Li, K.-Y., Yang, S.-Y. & Yeh, H.-D. (2010). An analytical solution for describing the transient temperature distribution in an aquifer thermal energy storage system. Hydrol. Process., 24: Schaetzle, W. J., Brett, C. E., Grubbs, D. M. & Seppanen, M. S. (1980). Thermal energy storage in aquifers: Design and applications. New York: Perganom SKB. (2013). Bodemenergie, warm aanbevolen. Taskforce WKO. (2009). Groen Licht voor Bodemenergie. Technical report Xynogalou, M. (2015). Determination of optimal deparation well distance for single borehole ATES systems in the Netherlands, implementing an axisymmetric numerical model. Delft University of Technology, Delft. 23
28 Appendix A: Data Instellect 24
Open en gesloten WKO systemen. Open systemen
Open en gesloten WKO systemen Open systemen Een kenmerk van open systemen is dat er grondwater onttrokken en geïnfiltreerd wordt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen doubletsystemen, monobronsystemen
Warmte Koude Opslag. Wat is WKO? Diep onder Drenthe
Warmte Koude Opslag Wat is WKO? Diep onder Drenthe Klimaatbestendig Drenthe Klimaatveranderingen van vele eeuwen zijn nog steeds zichtbaar in het Drentse landschap. Voorbeelden hiervan zijn de Hondsrug
Thermisch opslagrendement
Thermisch opslagrendement Deelrapport Werkpakket III Penvoerder onderzoek: IF Technology bv Velperweg 37 Postbus 605 6800 AP ARNHEM T 026-35 35 555 F 026-35 35 599 E info@iftechnology.nl Consortiumlid:
Effectenstudie. Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: Referentie: 16BB128
Effectenstudie Onderwerp: WKO woontoren HAUT te Amsterdam Datum: 1-2-2017 Referentie: 16BB128 Inhoudsopgave Effectenstudie...1 Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Leeswijzer...3
WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld. Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012
WKO-coach Drenthe Kansen gemeente Westerveld in beeld Rutger Wierikx IF Technology 9 februari 2012 Inhoud 1. Introductie 2. Inventarisatie a. Bodemgeschiktheid b. Bouwontwikkelingen c. Omgevingsbelangen
De meest optimale installatie is een zuinige installatie. Daarvoor dienen 3 componenten goed op elkaar te worden afgesteld:
Besteco wil aan de hand van een korte, eenvoudige uitleg algemene informatie verstrekken omtrent warmtepompinstallaties en waar de aandachtspunten liggen. De meest optimale installatie is een zuinige installatie.
Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie
Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker Lezing Geohydrologie Blof Harder Dan Ik Hebben Kan Het regent harder dan ik hebben kan Harder dan ik drinken kan Het regent harder dan de grond aan kan Harder dan ik hebben
Aardwarmte / Luchtwarmte
2015 Aardwarmte / Luchtwarmte Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over het onderwerp Aardwarmte/Luchtwarmte. Pagina 1 Inhoud 1.Aardwarmte / luchtwarmte...3 1.1 Doel van de
Het technische rendement van zonnepanelen Opdracht 2.5 Warmteopslag Aquifer, WKO Ondergrondse warmte en koudeopslag
van de stroomkosten en een actuele rentestand. Zo kunt u de juiste keuze of u wilt investeren in zonnepanelen. Lees meer informatie over de Standaard Rekenmethode. Het technische rendement van zonnepanelen
Effectenstudie bodemenergiesysteem
voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Projectlocatie: OLO-nummer: Datum: Referentie: Vergunningaanvrager: Adviseur: Klik hier als u een datum wilt
Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur. Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012
Berekening van effecten voor WKO systemen tot 50 m³/uur Begeleidingscommissie BUM Bodemenergie provincies 17 Januari 2012 1 Hypothese Een onttrekking van 10 m³/uur met één bron heeft dezelfde hydrologische
Open WKO-systemen A: Inleiding
Open WKO-systemen A: Inleiding Bram Bot 1 en Marette Zwamborn 2 Aan de hand van een systematische serie modelberekeningen zijn vuistregels afgeleid voor het gedrag van een enkele doublet en van uitgestrekte
Effectenstudie. Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: Referentie: 16BB161
Effectenstudie Onderwerp: Bodemenergiesysteem Hudson Bay Amstelveen Datum: 5-1-2016 Referentie: 16BB161 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Bodemenergieplan... 3 1.3. Leeswijzer...
White Paper Warmtepompsysteem
White Paper Warmtepompsysteem Inleiding Een warmtepompsysteem is voor veel mensen inmiddels een bekend begrip, toch ontstaat er nog steeds veel onduidelijkheid over de werking van het systeem. Dit blijkt
Effectenstudie bodemenergiesysteem
voor open bodemenergiesystemen: tot 50 m³/uur en 250.000 m³/jaar en dieper dan 20 m-mv Project: Kinder- en Jeugdcentrum Heliomare (KJC Zuid) en Multifunctionele sportaccomodatie (MFS) Projectlocatie: De
Notitie. 1. Inleiding
Installect Rozenstraat 11 7223 KA Baak www.installect.nl W.H. Bruil T 0575 441187 wbruil@installect.nl Notitie Project : Sanquin Amsterdam Onderwerp : aanmeldingsnotitie voor de m.e.r.-beoordelingsplicht
Hoe werkt een wko-installatie?
Thema duurzame verwarming Hoe werkt een wko-installatie? Warmte-koudeopslag-installaties (wko s) hebben een steeds groter aandeel in de lagetemperatuur-energievoorziening. Door de stijgende energieprijzen
Tussen Theis en Hantush
Tussen Theis en Hantush C. van den Akker 1 In de publicatie Tussen Dupuit en De Glee in Stromingen wordt een geohydrologische situatie beschouwd met stationaire grondwaterstroming in een gedeeltelijk afgesloten
WHITEPAPER Warmte-koude opslagsystemen
WHITEPAPER Warmte-koude opslagsystemen Auteur: Fred de Lede 1 Warmte-koude opslagsystemen Vroeger toen de energieprijzen bijzonder laag waren en de CO 2-doelstellingen nog niet waren geformuleerd, bleken
Naar de bron van de warmtepomp
C on d e ns o r Ve r d am p e r Studienamiddag : Introductie tot alternatieve en duurzame energieopwekking voor KMO s Energik Voka Mechelen 7 juni 2007 Naar de bron van de warmtepomp H.Hoes 1 Naar de bron
Meer met Bodemenergie
Meer met Bodemenergie Modellering systemen Effecten van bodemenergiesystemen op hun omgeving. Modellering individuele projecten Rapport 5 Modellering systemen Effecten van bodemenergiesystemen op hun omgeving.
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN WARMTEPOMP: ONTWERP HERFST 2018 Dimensionering en integratie van geothermische warmtepompinstallaties Hans HOES 2 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE ZINVOL TOEPASSEN VAN GEOTHERMISCHE
DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP
De duurzame energiebron is onuitputtelijk, maar heeft een te laag temperatuurniveau om de CV rechtstreeks op aan te kunnen sluiten. De temperatuur zal dus eerst verhoogd moeten worden, waardoor wij onze
Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel
Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Mark Bakker i Een onvolkomen put kan gemodelleerd worden met een meerlagenmodel door het watervoerend pakket op te delen in drie lagen gescheiden
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN
OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN WARMTEPOMP: ONTWERP HERFST 2017 Dimensionering en integratie van geothermische warmtepompinstallaties Hans HOES 2 INHOUDSOPGAVE INTRODUCTIE ZINVOL TOEPASSEN VAN GEOTHERMISCHE
Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen
Modelberekeningen 1 Geohydrologische berekeningen 1.1 Inleiding Ter onderbouwing van de beheersmaatregel zijn geohydrologische berekeningen uitgevoerd, waarmee de grondwaterstroming door het scherm kan
Optimale prijs/ prestatie energieopslagsystemen
Meer doen met minder Optimale prijs/ prestatie energieopslagsystemen Met steun van de NOVEM is er een onderzoek gedaan ter verbetering van de prijs/prestatie van energieopslagsystemen. De investeringen
1 Kwel en geohydrologie
1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak
Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Delft Nr. 172372 4 oktober 2017 Beleidsregel gesloten bodemenergiesystemen gemeente Delft 2015 Met het per 1-7-2013 van kracht zijnde Besluit bodemenergiesystemen
Verrassende uitkomsten in stromingen
Verrassende uitkomsten in stromingen Deel 2 G.A. Bruggeman De wiskundige theorie van de grondwaterstroming biedt nu en dan uitkomsten die opvallen door hun eenvoud of anderszins door hun bijzonder structuur,
Slimme exploita,estrategie voor bodemenergie bij hoge grondwater- stroomsnelheid
Slimme exploita,estrategie voor bodemenergie bij hoge grondwater- stroomsnelheid Joris Groot (Universiteit Utrecht), Mar4n Bloemendal (Tauw/TUDel>), Erik Donkers (Tauw) Grondwaterstroming is een probleem
10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
De geothermische warmtepomp biedt nieuwe uitdagingen H.Hoes, VITO
De geothermische warmtepomp biedt nieuwe uitdagingen H.Hoes, VITO 1 Condensor Verdamper De geothermische warmtepomp Geothermie, hernieuwbare energie Ondiepe geothermische technologieën Praktijkvoorbeelden
Inventarisatie Thermische wateropslagsystemen
Inventarisatie Thermische wateropslagsystemen Arjan van Steekelenburg Wouter Hoogervorst Arjan van Antwerpen (DLV glas en energie) Dit project is gefinancierd door: Inleiding Aanleiding : In het kader
Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam
MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons
1 Inleiding en projectinformatie
Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de
Hoge Temperatuur Opslag (HTO) Workshop Kopper Cress 4 juni 2019
Hoge Temperatuur Opslag (HTO) Workshop Kopper Cress 4 juni 2019 Benno Drijver, IF Technology b.drijver@iftechnology.nl Inhoud Wat is HTO? Waarom zouden we HTO willen toepassen? Wat zijn de belangrijkste
Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling. Werking van de warmtepomp
BEWONERSINSTRUCTIE Verwarming en koeling met warmtepomp d.m.v. vloerverwarming / koeling Voor de opwekking van benodigde warmte en koude in uw woning wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp van het fabrikaat
Het krimpen en zwellen van de Delftse spons
69e Vakantiecursus TU Delft, 13 januari 2017 Het krimpen en zwellen van de Delftse spons Jan Dirk Jansen TU Delft, Afd. Geoscience & Engineering 69e Vakantiecursus, 13 januari 2017 1 Waarschuwing De kwantitatieve
schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand
schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire) laagjes lucht voor, direct tegen de wand schematische doorsnede van de wand van een oven Filmlaagjes zijn dunne (laminaire)
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan
Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING
INLEIDING Vanwege de oprakende fossiele brandstoffen worden we met zijn alle gedwongen op zoek te gaan naar verbeterde of alternatieve energieopwekkers. Van hout naar kolen naar olie naar gas en nu naar
De potentie van geothermie op Europese en mondiale schaal. dr. Jon Limberger
De potentie van geothermie op Europese en mondiale schaal dr. Jon Limberger Mondiale geothermische capaciteit 25 Geïnstalleerde Capaciteit [GW] = 30 GW 20 15 Warmte 20,6 13.5 kolen, gas, 10 nucleair, wind
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Bepalen van stroomlijnen met behulp van de stroomfunctie
Bepalen van stroomlijnen met behulp van de stroomfunctie André Blonk Momenteel wordt de stroming van grondwater veelal met numerieke methoden berekend. Het numerieke geweld doet de kracht en de schoonheid
Evaluatie van ondiepe en diepe geothermie voor de Parkwijk in Turnhout
01/06/2012 Evaluatie van ondiepe en diepe geothermie voor de Parkwijk in Turnhout Geert Schoofs (DE ARK) en Ben Laenen (VITO) Situering Eigendom 245 won + 205 app Bouwjaren Parkwijk 24 1 24 83 235 27 32
GEOTHERMISCHE SCREENINGSTOOL
check online de mogelijkheden van ondiepe geothermie GEOTHERMISCHE SCREENINGSTOOL http://www.smartgeotherm.be/geothermische-screeningstool/ Inleiding Ondiepe geothermie kan een gebouw op een duurzame wijze
Verwarming en koeling zonder warmtepomp met WKO-triplet
Verwarming en koeling zonder warmtepomp met WKO-triplet Martin Bloemendal, Ad van Wijk (KWR Watercycle Research Institute, TU Delft), Niels Hartog, Jan Jaap Pape (KWR Watercycle Research Institute, Universiteit
De verborgen kant van steden
Extended Abstract De verborgen kant van steden Martin Bloemendal 1 Open bodemenergiesystemen (ook bekend als Warmte-koudeopslag/WKO-systemen) leveren duurzame verwarming en koeling voor gebouwen. Door
Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen
Warmtepompen en warmtebronnen (augustus 2006) Warmtepompen Wat is een warmtepomp? Warmtepompen zijn duurzame energiesystemen die energie uit de omgeving, zoals buitenlucht, bodem of grondwater, omzetten
Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO)
Potentieel thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) Beheergebied van Waterschap Rijn en IJssel Eindrapportage 7 juli 2017 1 Voorblad Opdrachtgevers: Waterschap Rijn en IJssel Postbus 148 7000 AC Doetinchem
a spin off company by met de warmtepomp
a spin off company by Groene warmte én koude met de warmtepomp p N.Robeyn Inhoud Waarom groen verwarmen en koelen? Waarom de bodem als thermos? Hoe geothermisch koppelen? Vergunning aanvragen? Steunmaatregelen?
Warmte Koude Opslag & De volgende stap in IT-business. Rotterdam, 12 November 2013 Elbert Raben (Rittal) en Ronald Smit (Installect)
Warmte Koude Opslag & De volgende stap in IT-business Rotterdam, 12 November 2013 Elbert Raben (Rittal) en Ronald Smit (Installect) Elbert Raben Product Manager IT Controlelijst EU Code of Conduct Best
Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII
Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Stichting Spaarnesant 04 februari 2014 9X3803 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 20 569 77 00 Telefoon 020-5697701 Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com
Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant
1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en
WKO Uw grondwater is goud waard
11/03/15 WKO Uw grondwater is goud waard agenda 15:00 uur Inleiding 15:10 uur De theorie van een WKO 15:30 uur Het onderzoek van 10 WKO s 15:50 uur Beheer en optimalisatie 16:05 uur Eigenaar aan het woord
Tentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 21 juni 2010 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker. Lezing Geohydrologie: tijdsafhankelijke stromen
Hydrology (CT2310) dr. M. Bakker Lezing Geohydrologie: tijdsafhankelijke stromen Geohydrologie, hoofdstuk 7 CT 2310 Henry Darcy Fountains of Dijon Mark Bakker Water Resources Section Civil Engineering,
Duurzame klimaatinstallaties in Etten-Leur Woonbond Kennis- en Adviescentrum 6-11-2015 Siem Goede
Duurzame klimaatinstallaties in Etten-Leur Woonbond Kennis- en Adviescentrum 6-11-2015 Siem Goede Vraagstelling Inventariseren van de WKO-installaties van de complexen Wachter-Valpoort en Contrefort-Chrispijn.
The Freshmaker. 1. Inleiding. 2. Beschrijving van de maatregel. 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen. 4.
The Freshmaker 1. Inleiding 2. Beschrijving van de maatregel 3. Hydrologische haalbaarheid Methoden Metingen Modellen 4. Resultaten 1 1 Inleiding The Freshmaker Zoetwateroverschotten inzetbaar bij droogte
Toepassing open bronsysteem voor Leefmilieu Brussel op Site Tour & Taxis. S. Verheyen Smet GWT H. Hoes Terra Energy
Toepassing open bronsysteem voor Leefmilieu Brussel op Site Tour & Taxis S. Verheyen Smet GWT H. Hoes Terra Energy Leefmilieu Brussel Leefmilieu Brussel Leefmilieu Brussel Leefmilieu Brussel optimaal klimaat
Tentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 25 juni 07 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Ieder onderdeel wordt (indien nodig)
Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn
Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Datum: 18 september 2017 Windsafe Projects B.V. Science Park 5080 5692 EA Son Nederland Project Titel Prestatie Gevellamel versus luchtgordijn Document
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?
Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid? De p90 onzekerheid staat in het kader van de garantieregeling voor aardwarmte
Praktijkgids Energiebesparing bij veredelingsprocessen
1 Inleiding... 1 2 Warmteverliezen van open verfapparaten bij temperaturen dicht bij het kookpunt... 2 3 Bobijn- en boomverfautoclaven... 3 4 Warmteherwinning... 7 5 Samenvatting van adviezen voor energiebesparingen...
Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt
Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor
Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342 Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen 1 Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede is gestart met de ontwikkeling van een woningbouwprogramma
Jos Van Steenwinkel. Bestuurder. IF Tech
Uw logo Jos Van Steenwinkel Bestuurder IF Tech Seizoensmatige energieopslag in bodem en grondwater inzicht in de werking & proactief beheer Inhoudstafel 1. Begrippen energieopslag en geothermie 2. Ondergrondse
Tentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 20 juni 2011 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Tentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 7 april 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.
Bram Bot 1 en Marette Zwamborn 2
Open WKO-systemen C: Hydraulisch gedrag en optimale configuraties Bram Bot 1 en Marette Zwamborn 2 Aan de hand van een systematische serie modelberekeningen zijn vuistregels afgeleid voor het gedrag van
Duurzaam verwarmen en koelen met bodemenergie
Postbus 47 7710 AA Nieuwleusen Rollecate 61 7711 GG Nieuwleusen Tel. 0529 484315 fax 0529 484537 E-mail: info@luinstra.nl Internet: www.luinstra.nl K.v.K. nr. 05080406 BTW nr. NL8155.26.490.B01 IBAN: NL78RABO0127841741
Grip op de Maas kentallen voor energie opwek. in combinatie met ruimtebeslag
Grip op de Maas kentallen voor energie opwek in combinatie met ruimtebeslag Een eerste aanzet tot de vorming van typische kentallen en iconen ter verbinding van de werelden van Water, Landschap en Energie
Tentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 11 november 08 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar
Warmtepompen. Standaard en TOP-klasse
Warmtepompen Standaard en TOP-klasse Geveke is met ruim 40 jaar ervaring specialist in het adviseren, leveren, samenbouwen en in werking stellen van producten en systemen voor uw gebouw en productieproces.
Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied
Bijlage 1: Kaart Aanwijzing Interferentiegebied Toelichting Algemeen Artikel 1 Begripsomschrijving Op 1 juli 2013 treedt het Besluit bodemenergiesystemen in werking. Het besluit bevat regels over het installeren
natuurkunde havo 2017-II
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Panfluit maximumscore In de buis bevinden zich longitudinale geluidsgolven met verschillende frequenties. Er treedt resonantie op
Aanvraag watervergunning betreffend het lozen van grondwater.
Aanvraag watervergunning betreffend het lozen van grondwater. Hotel Okura Amsterdam Projectnummer : 2576 Behandeld door : GeoComfort B.V. Dorpsstraat 30 7234 SP Wichmond Contactpersoon : V. (Volkert) Slagter
Zorgeloze en betaalbare groene verwarming en koeling. 25 maart 2018
Zorgeloze en betaalbare groene verwarming en koeling 25 maart 2018 Onze collectieve klimaatuitdagingen 2020-20% CO² uitstoot 20% hernieuwbare energie 20% energieefficiëntie 2030-40% CO² uitstoot 27% hernieuwbare
29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE
TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Bouwbedrijf De Waal voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een kelder aan de Duwboot 2 te Houten. De projectlocatie
BE 2 Installatietechniek Bieschboshal warmtepomp
BE 2 Installatietechniek Bieschboshal warmtepomp Pagina 1 van 7 Joran van Reede MBGOO17B4..-05-2019 Pagina 2 van 7 Inleiding Voor u ligt een verslag over de installatie techniek van de Bieschbos hal. In
VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET
VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET verleend aan Woningcorporatie Lefier Ontwikkelbedrijf De activiteit water in de bodem brengen en eraan ontrekken (Locatie: Berkenstraat 2
Tentamen Warmte-overdracht
Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 30 juni 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.
Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs
Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw
Verzameling oud-examenvragen
Verzameling oud-examenvragen Achim Vandierendonck Vraag 1 (6 punten) Beschouw een zeer goede thermische geleider (k ) in de vorm van een cilinder met lengte L en straal a 1. Rond deze geleider zit een
Tentamen Stromingsleer en Warmteoverdracht (SWO) april 2009,
Tentamen Stromingsleer en Warmteoverdracht (SWO) 544 6 april 009,.0 7.00 AANWIJZINGEN Geef duidelijke toelichtingen bij de stappen die je neemt en noem eventuele aannames. Bekritiseer je uitkomsten als
Sessie Geothermie; Onze nieuwe bron van energie!
Kennisconferentie Duurzame Ontwikkeling van de Ondergrond Sessie ; Onze nieuwe bron van energie! 1 L. Kramers (TNO) Roelof Migchelsen (Provincie Overijssel) Agenda Wat houdt geothermie in? Even voorstellen:
Single hole geothermische systemen - Wat kun je er mee? Guus Willemsen, IF Technology
Single hole geothermische systemen - Wat kun je er mee? Guus Willemsen, IF Technology Veel onderzoek, weinig commerciële toepassingen Ondiep (tot 200 m-mv) zijn concepten met single hole geothermische
Het Nieuwe Telen van Amaryllis Amazone Amaryllis Deel 2 : energiemonitoring
Het Nieuwe Telen van Amaryllis Amazone Amaryllis 2011-2012. Deel 2 : energiemonitoring Het Nieuwe Telen Amaryllis : Deel 2 Energiemonitoring projectnummer 1400007415 Januari 2013 Energiemonitoring Plantmonitoring
JORIS VAN DYCK JORIS VAN DYCK WARMTEPOMPTECHNIEKEN JVD WARMTEPOMPTECHNIEKEN B.V.B.A.
WARMTEPOMPTECHNIEKEN Verwarmen met een warmtepomp de energie van natuurelementen JVD warmtepomptechnieken bvba Oostmalsebaan 5 B-2960 Brecht Tel.: +32 (0) 3 313 85 39 info@warmtepomptechnieken.be www.warmtepomptechnieken.be
Warmte in de koudetechniek, een hot item
Wijbenga info sheet 5: Warmte in de koudetechniek, een hot item In het ontwerp van een koelinstallatie wordt steeds meer aandacht besteed aan het energieverbruik. Dit kan bereikt worden door een zo hoog
Thermisch rendement hoge & middelhoge temperatuur warmteopslag
Thermisch rendement hoge & middelhoge temperatuur warmteopslag in de bodem Thermisch rendement hoge & middelhoge temperatuur warmteopslag in de bodem Thermisch rendement hoge & middelhoge temperatuur warmteopslag
1 f. Alto.. Engineering the earth. r-- College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus TH UTRECHT
GESCAND - 033 0 2. 0 2. 2012 r-- Alto.. 1 f College van Gedeputeerde Staten van Utrecht t.a.v. mevr. C. Marskamp Postbus 80300 3508 TH UTRECHT IF Technology velperweg 37 6824 BE Arnhem Postbus 6o5 6800
Vrije koeling versus hergebruik restwarmte, waar plukt u de vruchten van? APAC Airconditioning B.V., Martijn Kolk
Vrije koeling versus hergebruik restwarmte, waar plukt u de vruchten van? APAC Airconditioning B.V., Martijn Kolk APAC Airconditioning B.V. is de specialist op het gebied van koeling voor Datacenters en
MIP-event Energie ligt op de straat Energie-wegen, Hoe warmte opslaan en gebruiken?
MIP-event Energie ligt op de straat Energie-wegen, Hoe warmte opslaan en gebruiken? H.Hoes, TERRA ENERGY 1 Energie-wegen, Hoe warmte opslaan en gebruiken? De straat als zonnecollector Van geothermie naar
PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D
ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.
Hoog Temperatuur Opslag in de praktijk
nergie Totaal Projecten Hoog Temperatuur Opslag in de praktijk Koos Agtereek nergie Totaal Projecten TP is systeemleverancier voor duurzame energie: WKO en warmtepompen warmteopslag in de bodem ondiepe
Demo Geothermische Screeningstool
Innovatiesessie: Hoe geld verdienen met energie uit eigen bodem? Gust Van Lysebetten gvl@bbri.be Onderzoeker Afdeling Geotechniek WTCB Innovatiesessies Gent en Hasselt Hoe geld verdienen met energie uit