Wijziging Omgevingsverordening ivm de Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (WABO)

Transcriptie

1 Statenvoorstel nr. PS/2010/586 Wijziging Omgevingsverordening ivm de Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (WABO) Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij llmei / dhr. PSWM Kessen, telefoon Aan Provinciate Staten Onderwerp Wijziging Omgevingsverordening in verband met de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2010/(bijgevoegd) II. Artikelsgewijze wijzigingen hoofdstuk 3 en 5 Omgevingsverordening Samenvatting van het voorgestelde besluit Op 1 oktober 2010 zal de Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht in werking treden. In verband daarmee dient de Omgevingsverordening te worden gewijzigd. Dit voorstel strekt hiertoe. Inleiding en probleemstelling Op 1 oktober 2010 zal de Wet Algemene bepalingen Omgevingsrecht (WABO) in werking treden. Het doel van de wet is om vanuit de 1-loket gedachte, ook een integrate omgevingsvergunning af te geven voor een aanvrager van een project. Overheidsorganisaties zullen hier de nodige gevolgen van ondervinden; de wet heeft gevolgen voor de verdeling van bevoegdheden tussen provincie en gemeenten, voor de inrichting van besluitvormingsprocessen en voor allerlei bestaande wet- en regelgeving. Als gevolg van de WABO dient ook de provinciate omgevingsverordening te worden aangepast. Dit betreft de onderdelen grondwaterbescherming en uitwegen. Overwegingen In het eerste geval (grondwaterbescherming) gaat het om wetstechnische aanpassingen (verandering van wetsnamen, andere hoofdstukken, etc). Tegelijk worden enkele technische aanpassingen meegenomen in verband met de vervanging van de grondwaterwet door de Waterwet. Met betrekking tot ontheffingen voor uitwegen op provinciate wegen wordt ingevolge de WABO het college van Burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente het bevoegde gezag. De voorgestelde wijziging verandert de omgevingsverordening op dit punt en strekt ertoe de mogelijkheid te houden dat Gedeputeerde Staten door het stellen van algemene regels invloed kunnen uitoefenen op de verlening door de colleges van Burgemeester en wethouders. Deze regeling wordt op dit moment in provincie e^)verijssel

2 samenwerking met de gemeenten opgemaakt. Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het bijgevoegde concept besluit vast te stellen. Voor de volledigheid hebben wij de tekst van de Omgevingsverordening, zoals die komt te luiden na instemming met bljgevoegd ontwerpbesluit, voor uw informatie op het SIS geplaatst. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris,

3 Bljlage I Ontwerpbesluit nr. PS/2010/586 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. - kenmerk overwegende dat de inwerkingtreding van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht juridisch technische gevolgen heeft voor de hoofdstukken 3 en 5 voor de Omgevingsverordening. besluiten: 1. Om de in bijlage II genoemde wijzigingen in de Omgevingsverordening vast te stellen. 2. Te bepalen dat de wijzigingen in werking treden gelijktijdig met het in werking treden van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. Zwolle, Provinciale Staten voornoemd, voorzitter, griffier.

4 Bijlage II Artikelsgewijze wijzigingen hoofdstuk 3 en S Omgevingsverordening De volgende onderdelen in de Omgevingsverordening worden als volgt gewijzigd: Hoofdstuk 3 Grondwaterbescherminq en bodem 1 Titel Begripsbepalingen en zorgplicht, wordt als volgt gewijzigd: -Artikel sub c komt te luiden: Betrokken grondwateronttrekker: de houder van een inrichting, als bedoeld in artikel 1.1. van de Waterwet, uitsluitend of mede bestemd tot net onttrekken van grondwater voor de (openbare) drinkwatervoorziening, in wiens belang het betreffende gebied wordt beschermd; -Artikel sub t komt te luiden: de wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2 Titel Grondwaterbescherming, regels voor inrichtingen wordt als volgt gewijzigd: In artikel lid 1 wordt de zinsnede "bijlagen I of II van het Ivb" vervangen door "onderdeel C van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht". In artikel lid 1 lid 4 wordt de zinsnede "krachtens hoofdstuk 8 van de wet" vervangen door "krachtens hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht" In artikel lid 4 wordt de zinsnede "krachtens hoofdstuk 8 van de wet" vervangen door "krachtens hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". In artikel lid 2 wordt de zinsnede "hoofdstuk 8 van de wet" vervangen door "hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". In artikel lid 1 wordt de zinsnede "hoofdstuk artikel 8 van de wet" vervangen door "hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". 3 Titel Grondwaterbescherming, regels voor inrichtingen wordt als volgt gewijzigd: -In artikel lid 1 sub b wordt "Grondwaterwet" veranderd in "Waterwet". 4 Titel Vergoeding van kosten en schade wordt als volgt gewijzigd: -In artikel wordt de zinsnede "artikel juncto artikel van de wet" vervangen door "artikel 4.3 juncto 4.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". -In artikel lid 1 wordt de zinsnede "artikel 15.20, eerste lid van de wet' vervangen door "artikel 4.2 lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". Toelichting hoofdstuk 3 Ad 1. Omdat de Grondwaterwet is komen te vervallen met de inwerkingtreding van de Waterwet zijn een aantal artikelen in de Omgevingsverordening tekstueel aangepast. De betreffende artikelen uit de Wet milieubeheer waar in dit hoofdstuk 3 naar wordt verwezen zijn komen te vervallen. Hetgeen hier was bepaald is nu geregeld bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zie verder de toelichting onder Ad 2.

5 Ad 2. Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vervalt een groot deel van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer (namelijk de artikelen 8.1 tot en met 8.34) die betrekking hebben op inrichtingen. Dit betekent dat in de Omgevingsverordening, daar waar verwezen wordt naar een inrichting op grand van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer, dit is vervangen door het daarmee corresponderende hoofdstuk van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Ook de diverse uitvoeringsbesluiten op grand van de Wet milieubeheer zijn komen te vervallen. De bijlagen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Ivb) zijn opgenomen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Ad 3. Zie de toelichting onder Ad 1. Ad 4. In titel zijn regels opgenomen over de wijze van totstandkomen van beschikkingen op grand van artikel juncto van de Wet milieubeheer. Het gaat om beschikkingen terzake van vergoeding van kosten of schade door het van toepassing worden van bepalingen van de Omgevingsverordening. In verband met de integratie van de vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in de omgevingsvergunning, vervalt onderdeel a van artikel 15.20, eerste lid, van deze wet. Artikel 4.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voorziet in een met dat artikel vergelijkbaar schadevergoedingsartikel, hetgeen in de Omgevingsverordening is verwerkt in artikel In artikel lid 1 sub c wordt de zinsnede "artikel 15.20, vierde lid van de wet" vervangen door n artikel 4.2 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht". WiiziQinqen hoofdstuk 5 Verkeer Het huidige artikel wordt vervangen door het volgende artikel : Ontheffing en melding 1. Van de verboden, als bedoeld in artikel 5.1.2, onderdelen 3 tot en met 5 kan ontheffing worden verleend. 2. De ontheffing bedoeld in het vorige lid wordt verleend door Gedeputeerde Staten, tenzij op grand van enige wet een ander orgaan bevoegd is. 3. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot gevallen waarin met een melding kan worden volstaan. 4. Voor werken die geschieden door of namens de provincie is geen ontheffing, als genoemd in het eerste lid, vereist. 5. Een ontheffing kan worden gewijzigd of ingetrokken indien: a. dit in het belang van het gebruik van de wegen, dan wel ter bescherming van de wegen of kunstwerken nodig is; b. de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet of niet behoorlijk worden nageleefd; c. van de ontheffing gedurende een aaneengesloten periode van meer dan twee jaren geen gebruik is gemaakt; d. de omstandigheden zodanig gewijzigd zijn dat de ontheffing niet meer op dezelfde wijze zou worden verleend; e. de ontheffing is verleend ten gevolge van het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens. 6. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen met betrekking tot criteria voor de ontheffing voor het maken, hebben of veranderen van een uitweg, dan wel het veranderen van het gebruik daarvan. Toelichting hoofdstuk 5 De oorzaak van de wijziging van artikel ligt in de bevoegdheidsverdeling die de WABO teweeg brengt. Het artikel is nu zodanig geconstrueerd dat het bevoegde gezag wordt aangeduid door de WABO zelf. Daarnaast is de mogelijkheid gecreeerd om ondanks de werking van de WABO toch enige invloed te doen uitgaan door de mogelijkheid op te nemen om nadere ontheffing- en meldingscriteria vast te stellen.

6