MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Kopieerhandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Kopieerhandleiding"

Transcriptie

1 MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Kopieerhandleiding

2 0-03 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA TEC CORPORATION.

3 Voorwoord Bedankt voor uw aanschaf van het TOSHIBA multifunctionele digitale systeem. Deze handleiding beschrijft het gebruik van de kopieerfuncties van dit multifunctionele systeem. Lees deze handleiding vóór gebruik van dit multifunctionele systeem. Houd deze handleiding bij de hand en maak er gebruik van om een omgeving te configureren waarin de functies van de e-studio ten volle worden benut. Bij de e-studio456-serie is de scan-/afdrukfunctie optioneel. Bij bepaalde modellen is deze optionele scan-/afdrukfunctie echter reeds geïnstalleerd. De e-studio306lp is een multifunctioneel digitaal systeem met uitwisbare toner. Om papier op efficiënte wijze te recyclen, kan het multifunctionele systeem niet worden voorzien van een finisher en/of perforator met nierfunctie. Gebruik van deze handleiding Symbolen in deze handleiding In deze handleiding gaan bepaalde belangrijke passages vergezeld van de hieronder weergegeven symbolen. Lees eerst deze passages voordat u dit multifunctionele systeem gaat gebruiken. Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden tot overlijden, ernstig letsel of ernstige beschadiging van of brand in het multifunctionele systeem of voorwerpen in de naaste omgeving ervan. Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die, tenzij deze wordt vermeden, kan leiden tot licht of matig letsel, lichte beschadiging van het multifunctionele systeem of voorwerpen in de naaste omgeving ervan, of verlies van gegevens. Wijst op informatie waar u bij het bedienen van het multifunctionele systeem op moet letten. In afwijking op het bovenstaande, geeft deze handleiding met de volgende pictogrammen ook informatie, die nuttig en handig kan zijn bij de bediening van dit systeem: Beschrijft handige informatie die van pas kan komen wanneer u het multifunctionele systeem bedient. Pagina' s met onderwerpen die gerelateerd zijn aan uw huidige werkzaamheden. Bekijk deze pagina' s naar behoefte. Model- en serienamen in deze handleiding In deze handleiding wordt elke modelnaam vervangen door de hieronder aangegeven serienaam. Modelnaam e-studio06l/56/306/356/456/506, e-studio56se/306se/356se/456se/506se e-studio306lp Serienaam in deze handleiding e-studio456-serie e-studio306lp Voorwoord

4 Beschrijving van de richting van het origineel/kopieerpapier Kopieerpapier of originelen met A4-, B5- of LT-formaat kunnen zowel in een staande als een liggende richting worden geplaatst. In deze handleiding is een "-R" aan het papierformaat toegevoegd wanneer dit formaat papier of origineel in liggende richting wordt geplaatst. Voorbeeld: Origineel in A4-formaat op de glasplaat voor originelen Geplaatst in staande richting: A4 Geplaatst in liggende richting: A4-R Kopieerpapier of originelen met A3-, B4-, LD- of LG-formaat kunnen alleen in een liggende richting worden geplaatst, daarom krijgen deze formaten geen toevoeging "-R". Displays De schermen in deze handleiding kunnen afwijken van de echte schermen, afhankelijk van hoe het apparaat gebruikt wordt, zoals de status van de geïnstalleerde opties. De in deze handleiding opgenomen illustraties van de display zijn voor papier in A/B-formaat. Als u papier van formaat LT gebruikt, kan de display of de volgorde van toetsen in de afbeeldingen verschillen van die van uw multifunctionele systeem. Handelsmerken De in deze handleiding of in deze software voorkomende bedrijfs- en productnamen kunnen de handelsmerken zijn van de respectievelijke bedrijven. Opmerking over papier afgedrukt met e-studio306lp Vermijd de volgende situaties om het verkleuren van papier afgedrukt met e-studio306lp te voorkomen. Lange tijd bewaren Blootstellen aan omgevingen met hoge temperaturen, zoals in de auto Blootstellen aan omgevingen met direct zonlicht De afdrukzijde hard opwrijven met rubber of een soortgelijk materiaal Voorwoord

5 INHOUD Voorwoord... Hoofdstuk VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Menu BASIS voor de kopieerfuncties... 8 Papier plaatsen... Geschikt kopieerpapier... Papier in laden plaatsen... 3 Papierformaat vastleggen... 6 Instelling papiersoort... 8 Papier in het grote papiermagazijn (optie) plaatsen... 0 Hoofdstuk HET MAKEN VAN KOPIEËN Originelen plaatsen... 4 Aanvaardbare originelen... 4 Functie ter voorkoming van vervalsing... 4 Originelen op de glasplaat voor originelen leggen... 5 Boeken... 6 Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie)... 7 Afdrukken maken Basiskopieerprocedure Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken Proefkopie Uitvoerlade selecteren Kopiëren met handinvoer Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat Afdrukken met handinvoer op niet-standaard papierformaat Hoofdstuk 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Vóór gebruik van de kopieerfuncties Standaardinstellingen Ingestelde functies bevestigen Ingestelde functies annuleren Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies Papierselectie Automatische papierselectie (APS) Gewenste papier handmatig selecteren Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren Instelling ORIGIN. MODUS... 6 Densiteitaanpassing Vergroten en verkleinen Automatische zoomselectie (AMS) Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren De reproductiefactor handmatig specificeren Afwerkfunctie selecteren Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten Modus Sorteren/Groeperen INHOUD 3

6 Stand Roteren en sorteren Stand Nieten en sorteren Brochure sorteren / Uitvouwblad / Rughechten... 8 Stand Perforatie Stand Handmatig nieten Dubbelzijdig kopiëren Een enkelzijdige afdruk maken Een dubbelzijdige afdruk maken Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken Opslaan als bestand uitvoeren Instelling gedeelde map Hoofdstuk 4 BEWERKINGSFUNCTIES Weergave menu BEWERKEN Beeld verplaatsen Marge boven/onder of marge links/rechts creëren Inbindruimte creëren... 0 Rand wissen Boekmidden wissen Dubbele pagina IN / 4IN Stand Brochure sorteren... Beeld bewerken... 3 Trimmen / maskeren... 3 Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering... 6 XY-zoom... 7 Kaftblad... 8 Invoegvel... 0 Tijdstempel... 3 Paginanummer... 4 Taakopbouw... 6 Beeldrichting... 9 Boek - kalender... 3 ADF -> SADF... 3 Geen blanco pagina Buitenkant wissen Hoofdstuk 5 BEELDCORRECTIE Weergave menu BEELD Gebruik van de functies voor beeldcorrectie... 4 Achtergrondinstelling... 4 Scherpte INHOUD

7 Hoofdstuk 6 SJABLONEN Templates Weergave templatemenu Gebruik van Praktische templates Templates vastleggen Templates in de openbare templategroep vastleggen Een nieuwe privé-groep aanmaken Templates in een privé-groep vastleggen... 5 Templates oproepen Gegevens wijzigen Gegevens van privé-groep wijzigen Templategegevens wijzigen Groepen of templates verwijderen Privé-groepen verwijderen Templates verwijderen... 6 Hoofdstuk 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Bevestiging kopieertaakstatus Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen Taakgeschiedenis bevestigen... 7 Papierladen bevestigen... 7 Hoeveelheid resterende toner bevestigen Hoofdstuk 8 OVERIGE INFORMATIE Continue kopieersnelheid Combinatiematrix kopieerfunctie Combinatiematrix / Combinatiematrix / TREFWOORDENREGISTER... 8 INHOUD 5

8 6 INHOUD

9 .VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet weten voordat u dit multifunctionele systeem gebruikt, zoals de samenstelling van het menu BASIS voor de kopieerfuncties en de wijze waarop het kopieerpapier wordt geplaatst. Menu BASIS voor de kopieerfuncties... 8 Papier plaatsen... Geschikt kopieerpapier... Papier in laden plaatsen...3 Papierformaat vastleggen...6 Instelling papiersoort...8 Papier in het grote papiermagazijn (optie) plaatsen...0

10 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Menu BASIS voor de kopieerfuncties Het menu BASIS voor de kopieerfunctie toont de volgende informatie: Gebied voor meldingen Hier verschijnt een korte beschrijving van de functies of de huidige status van dit multifunctionele systeem in de vorm van een melding.. Meldingsgebied systeemstatus ( P.0) Hier verschijnt het formaat, de papiersoort of het resterende aantal vellen in elke lade. 3. Indextabbladen (BASIS, BEWERKEN, BEELD) ( P.97, P.39) Hiermee kunt u tussen de menu's BASIS, BEWERKEN en BEELD schakelen. 4. Gebied voor waarschuwingsmeldingen Hier worden waarschuwingsmeldingen, zoals meldingen dat de tonercartridge aan vervanging toe is, weergegeven. Bij gebruik van de gebruikersbeheerfunctie en de afdelingsbeheerfunctie In bovenstaand geval verschijnen hier gedurende 5 seconden na authenticatie van de gebruiker de aan elke gebruiker of afdeling toegewezen taakquota. Het weergegeven aantal is het kleinste aantal van of gebruiker ( ) of afdeling ( ). De weergave kan afhankelijk van de beheersstatus van het multifunctionele systeem afwijken. Raadpleeg voor bijzonderheden met betrekking tot de gebruikersbeheerfunctie of de afdelingsbeheerfunctie uw systeembeheerder. 5. Toets [APS] (automatische papierselectie) ( P.58) Deze dient voor de overschakeling op automatische papierselectie. 6. Toets [ZOOM] ( P.64) Deze dient voor de wijziging van de reproductiefactor van afdrukken. 7. Toets [DUBBELZIJDIG] ( P.87) Deze dient voor het selecteren van enkelzijdig/dubbelzijdig kopiëren (bijv. -> dubbelzijdig, -> dubbelzijdig). 8. Toets [AFWERKING] ( P.70) Deze dient voor het selecteren van een sorteren-stand. 9. Toets [ORIGIN. MODUS ] ( P.6) Deze dient voor het selecteren van een modus voor originelen. 0. Datum en tijd 8 Menu BASIS voor de kopieerfuncties

11 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM. Toets [TAAKSTATUS] ( P.66) Deze toets is voor het bevestigen van de verwerkingsstatus van kopieer-, fax-, scan- of afdruktaken, en ook voor het bekijken van de geschiedenis van de resultaten ervan.. Toets [PROEFKOPIE] ( P.35) Deze dient voor het maken van een proefkopie ter controle van een afdruk voordat een groot aantal afdrukken wordt gemaakt. 3. Toetsen voor aanpassing dichtheid ( P.63) Deze dienen voor de aanpassing van het densiteitniveau van afdrukken. 4. Aantal afdruksets 5. Aantal resterende afdruksets 6. (Help) toets Deze toets is voor het weergeven van de uitleg bij elke functie of de toetsen op het aanraakscherm. 7. [TEMPLATE]-toets ( P.43) Deze dient voor de templatefunctie. 8. [INSTELLING]-toets ( P.56) Deze dient voor de controle van de momenteel ingestelde functies. 9. Toets [OPSLAG] ( P.93) Deze dient voor de opslagfunctie. Menu BASIS voor de kopieerfuncties 9

12 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Meldingsgebied systeemstatus In het meldingsgebied voor de status van het systeem wordt de volgende informatie getoond: Weergave uitvoerlade ( P.37) Deze toont de lade waarheen de afdrukken worden afgevoerd.. Toets [UITVOERLADE]( P.37) Deze dient voor het selecteren van de uitvoerladen. 3. Papierladetoetsen ( P.59) Deze tonen het papierformaat, het resterend aantal vellen in elke papierlade en de voor de papierlade ingestelde papiersoort. Wanneer u een bepaalde papierlade wilt gebruiken, drukt u op de betreffende toets. Het resterend aantal vellen dat nog in elke papierlade ligt, wordt als volgt weergegeven. Gebruik het als een globale richtlijn aangezien de detectie van het resterend aantal vellen kan afwijken, afhankelijk van de papiersoort. Resterend aantal vellen Meer dan 0 mm (bij benad.) * Weergave vel - minder dan 0 mm (bij benad.) * Geen papier * Circa 00 vel door TOSHIBA aanbevolen normaal papier 4. [HANDINVOER]-toets ( P.38) Wanneer er op deze toets wordt gedrukt terwijl er papier in de handinvoerlade ligt, wordt deze als het papiermagazijn ingesteld. 5. Papiersoort in de handinvoerlade ( P.38) Hier wordt de papiersoort in de handinvoerlade met een pictogram aangegeven. 0 Menu BASIS voor de kopieerfuncties

13 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Papier plaatsen Geschikt kopieerpapier Het volgende papier kan worden geplaatst en gebruikt voor het kopiëren. De waarden zijn alleen geldig als er door TOSHIBA aanbevolen papier wordt gebruikt. Voor het aanbevolen papier zie de Verkorte installatiehandleiding. Plaats geen papier van verschillend formaat of van verschillende soort in dezelfde papierlade. Zorg ervoor dat de papierstapel niet hoger is dan de lijn op de geleidingen. e-studio456-serie Toevoermagazijn Papiersoort Maximale invoercapaciteit Formaat Papierladen incl. de papierlademodule (optioneel) Extra groot papierinvoermagazijn (optioneel) Handinvoer Normaal papier (64-80 g/m ) (7-0 lb. Bond) DIK (8-05 g/m ) (4-8 lb. Bond) Normaal papier (64-80 g/m ) (7-0 lb. Bond) DIK (8-05 g/m ) (4-8 lb. Bond) Normaal papier (64-80 g/m ) (7-0 lb. Bond) DUN *, * (5-63 g/m ) (4-7 lb. Bond) DIK (8-05 g/m ) (4-8 lb. Bond) DIK * (06-63 g/m ) (9 lb. Bond - 90 lb. Index) DIK 3 * (64-09 g/m ) (9-0 lb. Index) Calqueerpapier *, *3 (75 g/m ) (0 lb. Bond) Etiketten *, *4 600 vel (64 g/m ) (7 lb. Bond) 550 vel (80 g/m ) (0 lb. Bond) 450 vel 360 vel (64 g/m ) (7 lb. Bond) 000 vel (80 g/m ) (0 lb. Bond) 660 vel A/B-formaat: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO LT-formaat: LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 3" LG, 8,5" SQ K-formaat: 8K, 6K, 6K-R A4 (apparatuur voor A/B-formaat), LT (apparatuur voor LT-formaat) 00 vel A/B-formaat: A3, A4, A4-R, A5-R, A6-R, B4, B5, B5-R, FOLIO vel 80 vel 40 vel 30 vel 00 vel vel Overhead-transparanten * vel A4, LT LT-formaat: LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 3" LG, 8,5" SQ K-formaat: 8K, 6K, 6K-R Niet-standaard formaat: Lengte: mm (3.9" -.7"), Breedte: mm (5.8" - 7") ENVELOP *, *5, *6 envelop DL (0 mm x 0 mm), COM0 (4 / 8" x 9 /"), Monarch (3 7/8" x 7 /"), CHO-3 (0 mm x 35 mm), YOU-4 (05 mm x 35 mm) * Dubbelzijdig kopiëren is niet beschikbaar. * Wanneer de Finisher met rughechting MJ-06 (optie) geïnstalleerd is, wordt het papier in de bovenste lade uitgeworpen. *3 Voor het maken van kopieën op het calqueerpapier wordt NORMAAL als papiersoort ingesteld. *4 Wilt u op de etiketten kopiëren, selecteer dan DIK als papiersoort. *5 Kopiëren op de achterzijde van een envelop is niet mogelijk. *6 Wanneer de Finisher MJ-0 (optie) of de Finisher met rughechting MJ-06/MJ-033 (optie) is geïnstalleerd, wordt de envelop uitgeworpen in de uitvoerlade van het apparaat. Wanneer de binnenste Finisher MJ-03 (optie) is geïnstalleerd, wordt de envelop uitgeworpen in de kopieopvanglade van de finisher. Papier plaatsen

14 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM e-studio306lp Toevoermagazijn Papiersoort Maximale invoercapaciteit Formaat Papierladen Normaal papier (64-80 g/m ) (7-0 lb. Bond) 600 vel (64 g/m ) (7 lb. Bond) 550 vel (80 g/m ) (0 lb. Bond) A/B-formaat: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO Hergebruikt papier * Stapelhoogte 60,5 mm of minder (Ongeveer 480 vel) LT-formaat: LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 3" LG, 8,5" SQ K-formaat: 8K, 6K, 6K-R A/B-formaat: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO Handinvoer Normaal papier (64-80 g/m ) (7-0 lb. Bond) 00 vel Hergebruikt papier * Stapelhoogte 5,5 mm of minder (Ongeveer 40 vel) LT-formaat: LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP, 3" LG, 8,5" SQ K-formaat: 8K, 6K, 6K-R * Papier afgedrukt met e-studio306lp en gewist door e-studio RD30. Niet-standaard formaat: Lengte: mm (3.9" -.7"), Breedte: mm (5.8" - 7") LT-formaat is het standaardformaat alleen voor gebruik in Noord-Amerika. K-formaat is een Chinees standaardformaat. Afkortingen voor papierformaten: LT: Letter, LD: Ledger, LG: Legal, ST: Statement, COMP: Computer, SQ: Square Ongeschikt kopieerpapier Gebruik geen van de onderstaande soorten papier. Dit kan het vastlopen van papier veroorzaken. Vochtig papier Gevouwen papier Gekruld of gekreukt papier Papier met een extreem glad of ruw oppervlak Gebruik geen van de onderstaande soorten papier. Dit kan een storing in het multifunctionele systeem veroorzaken. Papier waarvan het oppervlak een speciale behandeling heeft ondergaan Papier dat al een keer is gebruikt in andere multifunctionele systemen of printers Gebruik geen van de onderstaande soorten papier bij gebruik van e-studio306lp die nadien worden gewist met e- STUDIO RD30, deze soorten papier zullen een uitwerping veroorzaken. Papier afgedrukt door een kopieerder of printer anders dan e-studio306lp Papier met perforatie- en/of nietjesgaten Gekleurd papier Gevlekt en/of vuil papier Papier beschreven met potloden en dergelijke Opgekruld papier Aanwijzingen voor de opslag van kopieerpapier Zorg bij de opslag van kopieerpapier voor het volgende: Bewaar het papier in de originele verpakking om het stofvrij te houden. Vermijd direct zonlicht. Bewaar het papier in een vochtvrije ruimte. Bewaar kopieerpapier op een vlakke ondergrond om te voorkomen dat het papier vouwt of buigt. Papier plaatsen

15 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Papier in laden plaatsen Volg de onderstaande werkwijze voor het in een papierlade plaatsen van papier. Voor het geschikte kopieerpapier zie: P. Geschikt kopieerpapier Schakel de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem in. Trek een papierlade voorzichtig uit totdat deze niet verder gaat. 3 Leg het papier in de lade. e-studio456-serie Er kunnen maximaal 600 vellen (64 g/m ) (7 lb. Bond) in een papierlade worden geplaatst. Zorg ervoor dat de papierstapel niet hoger is dan de lijn aan de binnenzijde van de papiergeleiders. P. Geschikt kopieerpapier Waaier het papier goed los en stoot het gelijk voordat u het in een papierlade plaatst omdat de vellen anders vóór het invoeren mogelijk niet van elkaar worden gescheiden. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers snijdt. Plaats het papier met de kopieerzijde naar boven gekeerd. De kopieerzijde staat meestal aangegeven op de verpakking. e-studio306lp Er kunnen maximaal 600 vellen (64 g/m ) (7 lb. Bond) in een papierlade worden geplaatst. Zorg ervoor dat de papierstapel niet hoger is dan de lijn aan de binnenzijde van de papiergeleiders. P. Geschikt kopieerpapier Laad hergebruikt papier in de e-studio306lp in stapeltjes van ongeveer 50 vellen en schud alvorens het papier te plaatsen. Bij opgekruld papier moet de gekrulde zijde omlaag worden geplaatst, zoals getoond in de figuur. Papier plaatsen 3

16 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 4 Verplaats de achtergeleider naar de achterrand van het papier terwijl het lagere deel in de richting van de pijlen geduwd wordt. 5 Pas de zijgeleiders aan de papiergrootte aan; houd hierbij de groene hendel van de papiergeleider aan de voorzijde vast. Verstel de papiergeleiders met twee handen. 6 Bevestig dat er geen extra ruimte tussen papier en de zij- of achtergeleiders bestaat. Als de ruimte tussen het papier en de zij- of achtergeleiders te groot is, leidt dit tot vastlopen van het papier. Ruimte tussen papier en zijgeleiders ( A in de afbeelding rechts): Zorg ervoor dat de ruimte niet groter is dan 0,5 mm aan één zijde of,0 mm aan beide zijden. Als zich bij dik papier vastlopen van het papier voordoet, zorg dan voor een geschikte ruimte. Ruimte tussen papier en achtergeleider ( B in de afbeelding rechts): Maak de ruimte niet groter dan 0,5 mm. B A 7 Wijzig de papierformaatindicator indien nodig. 8 Duw de papierlade voorzichtig en recht in het multifunctionele systeem tot deze niet verder kan. Pas op dat uw vingers niet bekneld raken als de papierlade in het multifunctionele systeem wordt geschoven. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 4 Papier plaatsen

17 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 9 Onderstaand menu verschijnt. Als het papierformaat of de papiersoort afwijkt van het tevoren in de papierlade gebruikte formaat, druk dan op [NEE] op het aanraakscherm. Als ze hetzelfde zijn, druk dan op [JA]. Het kan zijn dat bovenstaand menu - afhankelijk van de instelling van het multifunctionele systeem - niet verschijnt. Zie in dat geval de volgende pagina's om de instelling van het papierformaat en de papiersoort te wijzigen: P.6 Papierformaat vastleggen P.8 Instelling papiersoort Raadpleeg voor de wijziging van de instelling voor de weergave van dit menu uw systeembeheerder. Wanneer u op [JA] drukt, wordt de procedure beëindigd. 0 Selecteer het papierformaat en de papiersoort van het in de papierlade geplaatste papier op het aanraakscherm. ) Selecteer het papierformaat. ) Selecteer de papiersoort. 3) Druk op [OK]. Papier plaatsen 5

18 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Papierformaat vastleggen Wanneer u voor het eerst papier plaatst of het papier door een ander formaat vervangt, dient u het formaat in dit multifunctionele systeem vast te leggen. Druk op de [USER FUNCTIONS]-toets op het bedieningspaneel. Druk op het tabblad [GEBRUIKER] op het aanraakscherm om het instellingenmenu op te roepen en druk vervolgens op [PAPIERLADE]. 3 Selecteer het papierformaat op het aanraakscherm. ) Selecteer de papierlade waarin het papier is geplaatst. ) Selecteer het papierformaat. 3) Druk op [OK]. 6 Papier plaatsen

19 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 4 Druk op [SLUITEN] op het aanraakscherm of op de [USER FUNCTIONS]-toets op het bedieningspaneel. Papier plaatsen 7

20 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Instelling papiersoort Wanneer u speciaal papier anders dan normaal papier of een soort dat niet voor normaal kopiëren wordt gebruikt plaatst, dient u de dikte en het kenmerk op het multifunctionele systeem in te stellen. De dikte en het kenmerk kunnen tegelijkertijd worden ingesteld. Als DIK of een kenmerk behalve GEEN is ingesteld voor een papierlade, dan wordt het papier in deze papierlade niet voor de APS-functie gebruikt. Als een kenmerk behalve GEEN voor een papierlade is ingesteld, dan is de functie Automatisch wisselen van papiermagazijn (Toevoer van hetzelfde papierformaat vanuit een andere papierlade zelfs al is de opgegeven papierlade van waaruit papier wordt toegevoerd leeg) uitgeschakeld voor het papier in deze papierlade. Zie voor het instellen van Automatisch wisselen van papiermagazijn de MFP-beheerhandleiding. De ingestelde papiersoort wordt met een pictogram aangegeven in het meldingsgebied voor de status van het systeem. P.0 Meldingsgebied systeemstatus alleen normaal papier is geschikt voor e-studio306lp. De volgende papiersoorten zijn geschikt: Dikte Toets Omschrijving Pictogram NORMAAL Normaal papier: g/m (7-0 lb. Bond) DIK * Dik papier: 8-05 g/m ( - 8 lb. Bond) Kenmerk Toets Omschrijving Pictogram NEE Geen kenmerk aangegeven TUSSEN- LEGVEL KAFTEN SPECIAAL Losse vellen gebruikt in de stand invoegen speciaal invoegvel P.0 Invoegvel Er kunnen maximaal soorten vellen (invoegvel en ) worden ingesteld. Voor het instellen van invoegvel en, selecteer de papierlade voor invoegvel en druk op [TUSSENLEGVEL] en selecteer daarna een papierlade voor invoegvel en druk op [TUSSENLEGVEL]. Losse vellen gebruikt in de kaftbladen-functie P.8 Kaftblad Gekleurd papier of papier met watermerk etc., FAX *, *3, *4 Faxpapier ENKELZIJDIG Alleen geschikt voor enkelzijdige afdruk * Niet beschikbaar bij e-studio306lp. * Het verzenden en ontvangen van faxberichten is alleen beschikbaar als de fax-eenheid (optie) is geïnstalleerd. *3 Wanneer er lijsten worden afgedrukt, wordt de papierinstelling FAX gebruikt. Voor het afdrukken van lijsten zie de MFP-beheerhandleiding. *4 Als ROTATIESORTERING is INGESCHAKELD voor het afdrukken van ontvangen faxen in het FAX menu, kan de FAX niet als kenmerk worden ingesteld. Voor de afdrukinstellingen van faxen, raadpleeg de GD-50/GD-60/GD-70 Operator s Manual for FAX Unit. Druk op de [USER FUNCTIONS]-toets op het bedieningspaneel. 8 Papier plaatsen

21 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Druk op het tabblad [GEBRUIKER] op het aanraakscherm om het instellingenmenu op te roepen en druk vervolgens op [PAPIERLADE]. 3 Druk op [PAPIERSOORT]. 4 Selecteer de papiersoort. ) Selecteer de papierlade waarin het papier is geplaatst. ) Selecteer de papiersoort. 3) Druk op [OK]. Alleen "NORMAAL" wordt weergegeven op e-studio306lp. Papier plaatsen 9

22 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM 5 Druk op [OK]. 6 Druk op [SLUITEN] op het aanraakscherm of op de [USER FUNCTIONS]-toets op het bedieningspaneel. Ingestelde papiersoort annuleren Druk op de papierlade-toets in het menu in stap 4 en druk vervolgens op de papiersoort waarvan de instelling moet worden geannuleerd. Als zowel INVOEGVEL als INVOEGVEL zijn ingesteld en u annuleert alleen de instelling van INVOEGVEL, dan wordt de instelling voor INVOEGVEL automatisch de instelling voor INVOEGVEL. Papier in het grote papiermagazijn (optie) plaatsen Trek de papierlade van het grote papiermagazijn voorzichtig uit tot deze niet verder kan. A Let erop dat u de schuifgeleiders (A in de afbeelding) niet aanraakt. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 0 Papier plaatsen

23 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM.VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Plaats stapels papier in de betreffende rechter- en linkerlade. Waaier het papier goed los en stoot het gelijk voordat u het in de lade legt. Plaats het papier met de kopieerzijde naar boven gekeerd. Plaats een papierstapel in de rechterlade (aangeduid met A in de afbeelding) met de zijkant tegen de rechterhoek van de lade en plaats de andere papierstapel in de linkerlade (aangeduid met B in de afbeelding) met de zijkant tegen de linkerhoek van de lade. Het papier kan correct worden geplaatst door het in kleine stapeltjes te verdelen en afwisselend in de twee lades op te stapelen. B A Het papier in de rechterlade wordt het eerst gebruikt. Als het op raakt, wordt het papier in de linkerlade automatisch naar de rechterlade verplaatst en ingevoerd. Er kunnen maximaal 360 vellen (64 g/m ) (7 lb. Bond) in de lades worden geplaatst. De papierstapel mag echter niet hoger zijn dan de lijn aan de binnenzijde van de papiergeleiders. P. Geschikt kopieerpapier De kopieerzijde staat meestal aangegeven op de verpakking. Pas op dat u zich niet in uw vingers snijdt bij het waaieren. Zorg er bij het plaatsen van het papier voor dat de middelste hendel niet geopend is (Zie het etiket in de papierlade van het grote papiermagazijn.). 3 Duw de papierlade van het grote papiermagazijn voorzichtig recht in het multifunctionele systeem. Wanneer de papierlade volledig is ingeschoven, wordt de rechterlade omhooggezet tot de papierinvoerpositie. Duw de lade niet met kracht dicht. De gestapelde vellen kunnen inzakken waardoor ze niet juist getransporteerd kunnen worden. Pas op dat uw vingers niet bekneld raken als de papierlade in het multifunctionele systeem wordt geschoven. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 4 Wijzig de papiersoort indien nodig. P.8 Instelling papiersoort Papier plaatsen

24 VÓÓR GEBRUIK VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM Toevoegen van papier in het papierinvoermagazijn tijdens het kopiëren Wanneer het papier in de linker lade van het papierinvoermagazijn tijdens het kopiëren op raakt, verschijnt Papier voor linker lade toevoegen. Het papierinvoermagazijn kan uitgetrokken worden, waarna zonder het kopiëren te onderbreken papier in de linker lade kan worden toegevoegd. Dit is handig wanneer er snel veel kopieën gemaakt moeten worden. Trek de papierlade van het grote papiermagazijn voorzichtig uit tot deze niet verder kan. Alleen de linker lade zal naar buiten komen. A Raak de schuifgeleider ( A in de afbeelding rechts) niet aan. Hierdoor kunt u letsel oplopen. Leg papier in de linker lade. Plaats het papier uitgelijnd met de linkerzijde van de lade. 3 Duw de papierlade van het grote papiermagazijn voorzichtig recht in het multifunctionele systeem. Wanneer het papier in de rechter lade op is, wordt het papier uit de linker lade automatisch naar de rechter lade verschoven. Duw de lade niet met kracht dicht. De gestapelde vellen kunnen inzakken waardoor ze niet juist getransporteerd kunnen worden. Pas op dat uw vingers niet bekneld raken als de papierlade in het multifunctionele systeem wordt geschoven. Hierdoor kunt u letsel oplopen. Papier plaatsen

25 .HET MAKEN VAN KOPIEËN In dit hoofdstuk worden de basiskopieerprocedures toegelicht. Originelen plaatsen... 4 Aanvaardbare originelen...4 Functie ter voorkoming van vervalsing...4 Originelen op de glasplaat voor originelen leggen...5 Boeken...6 Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie)...7 Afdrukken maken Basiskopieerprocedure...30 Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen...33 Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken...34 Proefkopie...35 Uitvoerlade selecteren...37 Kopiëren met handinvoer Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat...40 Afdrukken met handinvoer op niet-standaard papierformaat...50

26 HET MAKEN VAN KOPIEËN Originelen plaatsen Aanvaardbare originelen Wanneer het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt, kunnen dubbelzijdige originelen automatisch vel voor vel worden gescand. Wanneer de glasplaat voor originelen wordt gebruikt, kunnen originelen zoals overheadtransparanten, calqueerpapier, boekjes of 3-D voorwerpen worden gescand die niet op het automatische documentinvoersysteem kunnen worden geplaatst, alsmede ook normaal papier. Plaats Maximumformaat Papiergewicht Glasplaat voor originelen Automatisch documentinvoersysteem (optie) Lengte: 97 mm (.69") Breedte: 43 mm (7.0") Enkelzijdige originelen: g/m Dubbelzijdige originelen: g/m Geschikte formaten voor automatische formaatbepaling Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, ST-R Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP Automatische formaatbepaling werkt niet correct wanneer originelen van A/B-formaat worden gebruikt in voor Noord-Amerika bestemde multifunctionele systemen. Deze functie werkt niet correct wanneer originelen van LT-formaat worden gebruikt in andere multifunctionele systemen dan voor Noord-Amerika. Automatische formaatbepaling werkt niet correct wanneer papier van K-formaat wordt gebruikt voor het kopiëren. (K-formaat is een standaard papierformaat in China). Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Plaats originelen van ST-formaat of A5-formaat in liggende richting wanneer het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt. Er kunnen maximaal 000 vellen per afdruktaak worden gescand of totdat het geïntegreerde geheugen vol is. Functie ter voorkoming van vervalsing Dit multifunctionele systeem is uitgerust met een functie ter voorkoming van vervalsing. Daarom zou het kunnen voorkomen dat de scan- of kopieerfunctie niet correct werkt. 4 Originelen plaatsen

27 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Originelen op de glasplaat voor originelen leggen De glasplaat voor originelen kan worden gebruikt voor originelen zoals overhead-transparanten of calqueerpapier alsmede normale papiervellen die niet op het automatische documentinvoersysteem (optie) kunnen worden geplaatst. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. Til de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) op. Til het geheel 60 of meer op zodat het formaat van het origineel correct kan worden gedetecteerd. Leg het origineel op de glasplaat met de te kopiëren zijde naar beneden tegen de linkerbovenhoek aan. Kopiëren van zeer transparante originelen Bij het kopiëren van zeer transparante originelen zoals overheadtransparanten of calqueerpapier dient er een leeg vel met hetzelfde formaat als het origineel of groter op te worden gelegd. 3 Sluit de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) voorzichtig. Originelen plaatsen 5

28 HET MAKEN VAN KOPIEËN Boeken U kunt boeken op de glasplaat voor originelen plaatsen. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. Til de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) op. Zoek de gewenste pagina in het origineel en leg deze met de te kopiëren zijde naar beneden op de glasplaat. Leg het origineel tegen de linkerbovenhoek op de glasplaat. Wanneer u dubbelzijdige afdrukken maakt uit boeken in standen zoals boek met dubbelzijdig kopiëren of kopiëren met twee-pagina scheidingsfunctie, dient u het midden van het origineel tegen de gele lijn van de glasplaat voor originelen te plaatsen. P.90 Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken P.06 Dubbele pagina 3 Sluit de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) voorzichtig. Sluit de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) niet met kracht wanneer het origineel erg dik is. Er ontstaat geen kopieerprobleem, zelfs niet wanneer de klep niet volledig is gesloten. Kijk niet rechtstreeks op de glasplaat voor originelen omdat tijdens het kopiëren een fel licht naar buiten kan komen. 6 Originelen plaatsen

29 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie) Aanwijzingen Gebruik geen originelen zoals onder punt t/m 9 aangegeven omdat dergelijke originelen papierfouten of beschadiging van het multifunctionele systeem kunnen veroorzaken.. Erg gekreukelde, gevouwen of omgekrulde originelen. Originelen met carbonpapier 3. Originelen met plakband, met opgeplakte teksten of geknipte originelen 4. Originelen met meerdere perforaties zoals losbladig papier 5. Originelen met paperclips of nietjes 6. Originelen met gaten of scheuren 7. Vochtige originelen 8. Overhead-transparanten of calqueerpapier 9. Gecoat papier (behandeld met was etc.) Behandel originelen zoals aangegeven onder punt 0 en met extra zorg. 0. Originelen die moeilijk met de vingers kunnen worden verschoven of originelen met speciaal behandeld oppervlak (de vellen van dergelijke originelen mogen niet van elkaar worden gescheiden). Gevouwen of gekrulde originelen (deze moeten voor gebruik worden gladgestreken) Wanneer er zwarte strepen verschijnen Indien het scangebied of het geleidingsgebied vuil is, kunnen er zich afdrukproblemen zoals zwarte strepen op de afdrukken voordoen. Het wekelijks reinigen van deze gebieden wordt aanbevolen. Voor reiniging zie de Verkorte installatiehandleiding. Originelen plaatsen 7

30 HET MAKEN VAN KOPIEËN Continue invoer De invoer is standaard op continue invoer ingesteld. Zodra u de originelen hebt ingesteld en daarna op de [START]-toets drukt, worden ze continu pagina voor pagina gescand. Dit is handig als u meerdere originelen in één keer wilt kopiëren. Leg alle originelen netjes tegen de aanleglijst. Rangschik de originelen in de volgorde waarin u deze wilt kopiëren. Het bovenste origineel zal als eerste worden gekopieerd. Leg de originelen met de af te drukken zijde naar boven en pas de papiergeleiders aan de lengte van de originelen aan. Originelen tot 00 vel (35 tot 80 g/m ) of 6 mm in hoogte zijn geschikt, onafhankelijk het formaat. Voor originelen met verschillende formaten zie: P.60 Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren Voor lange originelen Gebruik van de originelenopvang voorkomt dat gescande originelen uit het apparaat vallen. Trek deze uit de optionele RADF en hef de subopvang op. Laat de sub-opvang zakken en til de originelenopvang lichtjes op om deze terug te duwen na gebruik ervan. Bij te veel in één keer te scannen originelen moet u deze in een aantal sets verdelen voor er gekopieerd wordt. Plaats de eerste set originelen en druk vervolgens op [VERVOLG] op het aanraakscherm terwijl deze set wordt gescand. Plaats na het scannen de volgende set originelen en druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. (Als er net voordat het scannen van de originelen voltooid is, op [VERVOLG] gedrukt wordt, kan het zijn dat deze knop niet werkt.) 8 Originelen plaatsen

31 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Enkelvoudige invoer Als de invoer is ingesteld op "enkelvoudige invoer" wordt een origineel automatisch ingevoerd wanneer het op het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gelegd. Dit is handig wanneer u slechts vel wilt kopiëren. P.3 ADF -> SADF Pas de papiergeleiders aan de lengte van de originelen aan. Plaats het origineel met de te kopiëren zijde naar boven en recht tegen de papiergeleiders. Het origineel wordt automatisch naar binnen getrokken en vervolgens wordt het menu van stap 3 op het aanraakscherm weergegeven. Laat het origineel los wanneer het naar binnen wordt getrokken. 3 Als er nog een origineel is, ga dan op dezelfde wijze te werk. 4 Nadat alle originelen naar binnen zijn getrokken in, drukt u op [OPDR. GEREED]. Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op [STOP OPDR.]. Originelen plaatsen 9

32 HET MAKEN VAN KOPIEËN Afdrukken maken Basiskopieerprocedure Maak afdrukken zoals hieronder beschreven. RADF (optioneel) Glasplaat voor originelen OF Controleer of er (voldoende) papier in de papierlade(n) zit. Voor de geschikte papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie: P. Geschikt kopieerpapier P.3 Papier in laden plaatsen P.0 Papier in het grote papiermagazijn (optie) plaatsen Plaats de originelen. Voor de formaten en soorten originelen alsmede het plaatsen ervan zie: P.4 Aanvaardbare originelen P.7 Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie) P.5 Originelen op de glasplaat voor originelen leggen P.6 Boeken Toets het gewenste aantal afdrukken in als u meer dan één afdruk wilt. Druk op de [CLEAR]-toets op het bedieningspaneel om het ingetoetste aantal te annuleren. Selecteer de kopieerinstellingen naar behoefte. P.55 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES P.97 BEWERKINGSFUNCTIES P.39 BEELDCORRECTIE 30 Afdrukken maken

33 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN 5 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het kopiëren begint. De afdrukken worden uitgevoerd met de gekopieerde zijde naar beneden. Wees voorzichtig omdat de papieruitvoer en omgeving ervan en het papier zelf na het kopiëren heet zijn. Het onderstaande menu kan verschijnen wanneer speciale programma's worden gebruikt. Dit menu verschijnt als enkelvoudige invoer is ingesteld voor het documentinvoersysteem of bij functies waarbij het origineel op de glasplaat wordt gelegd en de gescande gegevens tijdelijk in het geheugen worden opgeslagen, zoals kopiëren en sorteren of enkelzijdig naar dubbelzijdig kopiëren. Ga als volgt te werk wanneer dit menu verschijnt. Er worden verschillende berichten in het bovenste gedeelte van het menu weergegeven voor wanneer de originelen via het automatische documentinvoersysteem worden gescand en voor wanneer er via de glasplaat voor originelen wordt gescand. 6 7 Plaats het volgende origineel, en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel of op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm. Het scannen begint. (Als het documentinvoersysteem op SADF (enkelvoudige invoer) is ingesteld, wordt er automatisch een origineel ingevoerd wanneer het op het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gelegd.) Druk op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm nadat alle originelen zijn gescand. Het kopiëren begint. Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op [STOP OPDR.]. Wanneer de papierlade tijdens het kopiëren leeg raakt, kan vanuit een andere papierlade papier worden ingevoerd als dat papier hetzelfde formaat en dezelfde richting heeft, zonder dat het kopiëren wordt onderbroken. Wanneer er geen lade met dergelijk papier beschikbaar is, wordt het kopiëren onderbroken en verschijnt de melding Papier bijvullen op het aanraakscherm. Vul in dat geval de papierlade bij. Afdrukken maken 3

34 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren stoppen en opnieuw starten Druk op de [STOP]-toets op het bedieningspaneel. Het kopiëren of scannen wordt onderbroken. Druk op [STOP OPDR.] op het aanraakscherm om het kopiëren te beëindigen. Druk op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel om weer op te starten. Wanneer u op [STOP OPDR.] drukt, worden de gescande gegevens gewist en worden eventuele afdruktaken in de wachtrij uitgevoerd. Zelfs wanneer u niet op [STOP OPDR.] drukt, worden de gescande gegevens gewist door middel van de automatische wis-functie. 3 Afdrukken maken

35 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Volgend origineel tijdens het kopiëren scannen Zelfs tijdens het uitvoeren van de kopieerfunctie of terwijl BEDRIJFSKLAAR (OPWARMFASE) op het aanraakscherm wordt weergegeven, kan het volgende origineel worden gescand (automatische start). Plaats de originelen. Stel het aantal afdruksets en de kopieerinstellingen naar wens in. De nieuwe taak wordt gestart overeenkomstig de tevoren geselecteerde kopieerinstellingen tenzij andere instellingen worden gekozen. 3 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Er kunnen maximaal 000 vellen per afdruktaak worden gescand of totdat het geïntegreerde geheugen vol is. Automatische taken bevestigen Taken in de wachtrij kunnen op het aanraakscherm worden bevestigd of indien nodig worden geannuleerd. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P.66 Bevestiging kopieertaakstatus Actieve scantaken annuleren Druk op de [STOP]-toets op het bedieningspaneel om een taak te annuleren terwijl originelen worden gescand. Wanneer u op [STOP OPDR.] op het aanraakscherm of op de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel drukt terwijl het scannen onderbroken is, wordt het scannen beëindigd. (In dat geval worden de gegevens die zijn gescand voordat de taak werd onderbroken, gekopieerd.) Druk op de [START]-toets om het scannen opnieuw te starten. Afdrukken maken 33

36 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren onderbreken en andere afdrukken maken U kunt de huidige afdruktaak onderbreken voor het maken van andere afdrukken (kopiëren met onderbreking). Wanneer de onderbroken taak weer wordt gestart, hoeven de kopieerinstellingen niet opnieuw te worden geselecteerd omdat deze in het geheugen van het multifunctionele systeem zijn opgeslagen. De volgende functies kunnen niet worden gebruikt in combinatie met "kopiëren met onderbreking": Kopiëren met kaftbladen, kopiëren met speciaal invoegvel, taakopbouw, opslaan via e-filing, opslaan als bestand Tijdens kopiëren met onderbreking kan er niet overgeschakeld worden naar een niet-kopieerfunctie, zoals e-filing, scannen, afdrukken of faxen. Als u de functie wilt wijzigen, druk dan eerst op de [INTERRUPT]-toets om het kopiëren met onderbreking te wissen. Druk op de [INTERRUPT]-toets op het bedieningspaneel. Er verschijnt "Taak onderbroken taak opgeslagen." en het lampje van de [INTERRUPT]-toets gaat branden. Als het origineel wordt gescand, verschijnt de bovenstaande melding na voltooiing van het scannen. 3 4 Vervang het origineel door een ander. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Druk opnieuw op de [INTERRUPT]-toets nadat de functie "kopiëren met onderbreking" is beëindigd. Er verschijnt Gereed om taak af te maken. en de onderbroken taak wordt hervat. 34 Afdrukken maken

37 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Proefkopie Wanneer u een groot aantal afdrukken gaat maken, kunt u controleren of deze precies aan uw wensen voldoen door eerst één pagina te kopiëren (proefkopie). Dan kunt u de standen of instellingen wijzigen (bijv. het aantal afdruksets, uitvoerlade, paginanummer, tijdstempel, sorteren/nieten, perforeren) na controle van de proefkopie. Indien u instellingen zoals de reproductiefactor, de densiteit, de modus voor originelen of enkel/dubbelzijdig kopiëren wilt wijzigen, moet u de proefkopie eerst voltooien. Wijzig deze instellingen en scan het origineel opnieuw. 3 4 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Selecteer het aantal afdruksets en de kopieerinstellingen. Druk op [PROEF COPY] op het aanraakscherm. "PROEF COPY" IS GESELECTEERD. Druk op START knop voor kopie", verschijnt gedurende ongeveer seconden. Indien [SORTEREN UIT NIETEN UIT] of [GROEP] is geselecteerd als afwerkfunctie, wordt deze automatisch in [SORTEREN] gewijzigd. 5 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het scannen begint. set afdrukken wordt afgedrukt. Afdrukken maken 35

38 HET MAKEN VAN KOPIEËN 6 Wijzig het aantal afdruksets en kopieerinstellingen naar wens na controle van de proefkopie. Standen of instellingen zoals aantal afdruksets, de uitvoerlade, paginanummer, tijdstempel, sorteren/nieten en perforeren kunnen worden gewijzigd. Indien u instellingen zoals de reproductiefactor, de densiteit, de modus voor originelen of enkel/dubbelzijdig kopiëren wilt wijzigen, moet u de proefkopie eerst voltooien. Wijzig deze instellingen en scan het origineel opnieuw. Druk op [GEHEUGEN WISSEN] op het aanraakscherm of op de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel om de proefkopie te voltooien. 7 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Indien het aantal afdrukken in de bovenstaande stap 6 niet is gewijzigd, wordt één afdruk minder dan tevoren is ingesteld afgedrukt omdat er al een als proefkopie is gemaakt. (Als het aantal afdrukken echter is ingesteld op, wordt naast de proefkopie nog een set afdrukken gemaakt.) 36 Afdrukken maken

39 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Uitvoerlade selecteren U kunt de uitvoerlade selecteren als er een optionele finisher voor de binnenste lade is geïnstalleerd. De beschikbare uitvoerlade kan onderhevig zijn aan beperkingen, afhankelijk van kopieerinstellingen en papierformaten. De uitvoerladeselectie is standaard op automatische selectie ingesteld. De uitvoerlade wijzigen De momenteel geselecteerde uitvoerlade wordt weergegeven in het meldingsgebied voor de status van het systeem. Druk voor het wijzigen van de uitvoerlade op [UITVOERLADE]. Elke keer dat hierop gedrukt wordt, wijzigt de weergave, van de uitvoerlade van de apparatuur naar elke uitvoerlade van de finisher en binnenste lade en automatische selectie, in deze volgorde. Weergave autom. selectie uitvoerlade Huidige uitvoerlade Toets [UITVOERLADE] Afdrukken maken 37

40 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren met handinvoer Wanneer u afdrukken op overhead-transparanten, etiketten, enveloppen of een niet-standaard papierformaat maakt, leg het kopieerpapier dan in de handinvoerlade. Kopiëren met handinvoer is ook raadzaam voor het kopiëren op standaard papierformaat dat niet in een van de papierladen aanwezig is. In functie van het model zijn bepaalde papiersoorten al dan niet geschikt. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P. Geschikt kopieerpapier Wanneer u het papierformaat selecteert, kunt u verschillende functies gebruiken zoals de automatische papierselectie (APS) of de automatische zoomselectie (AMS). Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P.78 Combinatiematrix kopieerfunctie Als u de originelen op de RADF plaatst voor kopiëren met handinvoer zonder het papierformaat in te stellen, dan worden de originelen omgekeerd gekopieerd. Zorg ervoor dat u het papierformaat instelt als u wilt kopiëren met handinvoer. Open de handinvoerlade voor kopiëren met handinvoer. Als het papier groot is, trek de papierhouder dan uit. Verplaats bij het plaatsen of verwijderen van kopieerpapier de papierklemhendel naar de buitenzijde. Verplaats deze hendel hierna terug naar de apparatuur. Bij gebruik van dik papier voor handmatig kopiëren, kan het voorkomen dat sommige soorten dik papier niet juist ingevoerd worden. Draai het papier in dit geval om en plaats het opnieuw, zoals getoond in de afbeelding. 38 Kopiëren met handinvoer

41 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN De werkwijze voor het kopiëren met handinvoer verschilt afhankelijk van het te gebruiken papierformaat. Zie onderstaande tabel voor de werkwijze bij elk formaat. Papierformaat Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5 Standaardformaat ST-R Noord-Amerika: LD, LT, LG, Behalve bovenstaande Envelop Overige (niet-standaardformaten) Werkwijze P.40 Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem behalve voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika) P.44 Kopiëren op andere dan bovenstaande standaard papierformaten P.46 Kopiëren op een envelop P.50 Afdrukken met handinvoer op niet-standaard papierformaat In functie van het model zijn bepaalde papiersoorten al dan niet geschikt. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P. Geschikt kopieerpapier Kopiëren met handinvoer wordt beëindigd als de handinvoerlade tijdens het kopiëren leeg raakt, zelfs wanneer papier van hetzelfde formaat in een van de papierladen aanwezig is. Het kopiëren wordt hervat als de handinvoerlade is bijgevuld. Wanneer het kopiëren met handinvoer voltooid is, knippert de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel. Druk op deze toets om van de functie kopiëren met handinvoer over te schakelen op normaal kopiëren met behulp van de papierladen. (Zelfs wanneer niet op toets [FUNCTION CLEAR] gedrukt wordt, zal afdrukken met handinvoer worden gewist wanneer de automatische wis-functie na een bepaalde tijd geactiveerd wordt.) Kopiëren met handinvoer 39

42 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren met handinvoer op standaard papierformaat Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem behalve voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika) Plaats de originelen. Trek de papierklemhendel naar de buitenkant. Leg het papier met de af te drukken zijde naar beneden in de handinvoerlade. De papierstapel mag niet hoger zijn dan de aanduiding op de papiergeleiders. Wanneer meer dan één vel wordt gebruikt, waaier de vellen dan goed los voordat deze in de handinvoerlade worden gelegd. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers snijdt. Duw het papier niet in de invoeropening van de handinvoer. Dit kan het vastlopen van papier veroorzaken. Bij opgekruld papier moet de gekrulde zijde omlaag worden geplaatst, zoals getoond in de figuur. 40 Kopiëren met handinvoer

43 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN 3 Pas de papiergeleiders aan de lengte van het papier aan terwijl u de tab vasthoudt. Trek de papierklemhendel naar de buitenzijde van de apparatuur. Wanneer het papier is geplaatst, verschijnt het menu voor het kopiëren met handinvoer. 4 Selecteer de toets voor hetzelfde formaat onder KOPIE als van het papier dat in de handinvoerlade is geplaatst. Het papierformaat is nu ingesteld. Als het papierformaat niet in deze stap wordt geselecteerd, kan het kopiëren worden vertraagd. 5 Druk op [PAPIERSOORT] op het aanraakscherm als de papiersoort in de handinvoerlade anders is dan normaal papier. Kopiëren met handinvoer 4

44 HET MAKEN VAN KOPIEËN 6 Druk op de toets voor dezelfde papiersoort als dat van het papier dat in de handinvoerlade is geplaatst. Druk daarna op [OK]. Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen ontstaan. Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van de pictogrammen zoals weergegeven in het onderstaande meldingsgebied voor de status van het systeem. Alleen "NORMAAL" wordt weergegeven op e-studio306lp. Papiersoort Pictogram Papiersoort Pictogram NORMAAL DIK 3 DUN DIK TRANSPARANT ENVELOP DIK Automatisch dubbelzijdig kopiëren kan toegepast worden op normaal papier en DIK. Voor overhead-transparanten (TRANSPARANT) kan alleen enkelzijdig kopiëren worden uitgevoerd. Voor enveloppen is alleen enkelzijdig kopiëren op de voorzijde mogelijk. 7 Druk na het instellen van het formaat en soort papier, op [OK]. Het menu keert terug naar het menu BASIS. 4 Kopiëren met handinvoer

45 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN 8 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Als u afdrukt op losse overhead-transparanten, verwijder de afgedrukte overhead-transparanten dan vel voor vel terwijl ze in de uitvoerlade vallen. Indien de overhead-transparanten zich opstapelen, kunnen deze gaan krullen en zijn dan niet meer geschikt voor gebruik. Kopiëren met handinvoer 43

46 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren op andere dan bovenstaande standaard papierformaten Plaats de originelen en het papier op dezelfde wijze zoals beschreven in stap t/m 3 in Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem behalve voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika) ( P.40) Druk op [INSTELLING FORMAAT] op het aanraakscherm. 3 Druk op de toets voor hetzelfde formaat als dat van het papier dat in de handinvoerlade is geplaatst. Het geselecteerde formaat wordt als een OVERIGE formaat vastgelegd. 4 Druk op [OVERIGE] onder KOPIE. Het papierformaat is nu ingesteld op het formaat dat als OVERIGE is vastgelegd. 44 Kopiëren met handinvoer

47 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Als het papierformaat niet in deze stap wordt geselecteerd, kan het kopiëren worden vertraagd. 5 Druk op [PAPIERSOORT] als het papier in de handinvoerlade geen normaal papier is. 6 Druk op de toets voor dezelfde papiersoort als dat van het papier dat in de handinvoerlade is geplaatst. Druk daarna op [OK]. Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen ontstaan. Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van de pictogrammen zoals weergegeven in het meldingsgebied voor de status van het systeem. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: Tabel in stap 6 in Kopiëren op A3-, A4-, B4- en B5-formaat (op multifunctioneel systeem behalve voor Noord-Amerika) / LD-, LT-, LG- en ST-R-formaat (op multifunctioneel systeem voor Noord-Amerika) ( P.40) Alleen "NORMAAL" wordt weergegeven op e-studio306lp. 7 8 Druk na het instellen van het papierformaat en de papiersoort, op [OK]. Het menu keert terug naar het menu BASIS. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Kopiëren met handinvoer 45

48 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren op een envelop De geschikte envelopformaten zijn als volgt: DL (0 mm x 0 mm), COM0 (4 /8" x 9 /"), Monarch (3 7/8" x 7 /"), CHO-3 (0 mm x 35 mm), YOU-4 (05 mm x 35 mm) Raadpleeg de Verkorte Installatiehandleiding voor de aanbevolen enveloppen. Enveloppen niet geschikt voor gebruik met e-studio306lp. Opmerkingen bij gebruik van enveloppen Gebruik de volgende enveloppen niet omdat dit kan leiden tot vastlopen van het papier of beschadiging van de apparatuur.. Erg gekreukelde, gevouwen of omgekrulde enveloppen. Zeer dikke of dunne enveloppen 3. Natte of vochtige enveloppen 4. Gescheurde enveloppen 5. Enveloppen waar zich iets in bevindt 6. Enveloppen van niet-standaard maten (en/of met een speciale vorm) 7. Enveloppen met gaatjes of vensters 8. Enveloppen die zijn dichtgeplakt met kleefmiddel of tape 9. Gedeeltelijk geopende of geperforeerde enveloppen 0. Enveloppen met een speciale coating op het oppervlak. Enveloppen met lijm of dubbelzijdig kleefband Enveloppen horen bij kamertemperatuur opgeslagen en weg van hitte en vocht opgeslagen te worden. 46 Kopiëren met handinvoer

49 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN Leg het origineel op de glasplaat. ABC Plaats de envelop op een vlak, schoon oppervlak en druk er met uw handen op in de richting van de pijl om lucht te laten ontsnappen. Druk er goed op om te voorkomen dat de rand naar boven rolt. Corrigeer omgevouwen hoeken van de envelop. 3 Trek de papierklemhendel naar de buitenzijde. Leg de envelop met de te bedrukken zijde naar beneden in de handinvoerlade. Plaats de envelop met de rand naar binnen naar de voorkant. Maak geen kopie op de achterzijde van de envelop. Dit kan leiden tot het vastlopen van het papier of het kopieerpapier of de binnenzijde van de apparatuur vervuilen. 4 Pas de papiergeleiders aan de lengte van de envelop aan terwijl u de tab vasthoudt. Trek de papierklemhendel naar de binnenzijde van de apparatuur. Wanneer de envelop geplaatst is, verschijnt het menu voor het kopiëren met handinvoer. Kopiëren met handinvoer 47

50 HET MAKEN VAN KOPIEËN 5 Druk op [INSTELLING FORMAAT] op het aanraakscherm. 6 Druk op de toets voor hetzelfde formaat als dat van de envelop dat in de handinvoerlade is geplaatst. Het formaat van de geselecteerde envelop wordt als formaat OVERIGE vastgelegd. 7 Druk op [OVERIGE] onder KOPIE. De papiergrootte wordt nu ingesteld op de grootte van de envelop die in de handinvoerlade geplaatst is. Het papiertype wordt automatisch ingesteld op [ENVELOP]. 48 Kopiëren met handinvoer

51 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN 8 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het kopiëren begint. Wanneer de Finisher MJ-0 (optie) of de Finisher met rughechting MJ-06/MJ-033 (optie) is geïnstalleerd, wordt de envelop uitgeworpen in de uitvoerlade van het apparaat. Wanneer de binnenste Finisher MJ-03 (optie) is geïnstalleerd, wordt de envelop uitgeworpen in de kopieopvanglade van de finisher. Neem na elke 0 kopieën de enveloppen uit de uitvoerlade. Kopiëren met handinvoer 49

52 HET MAKEN VAN KOPIEËN Afdrukken met handinvoer op niet-standaard papierformaat U kunt niet-standaard papierformaten gebruiken zoals aan de rechterzijde weergegeven mm (5.8" - 7") mm (3.9" -.7") Leg het origineel op de glasplaat. Trek de papierklemhendel naar de buitenzijde. Leg het papier met de af te drukken zijde naar beneden in de handinvoerlade. 50 Kopiëren met handinvoer

53 HET MAKEN VAN KOPIEËN.HET MAKEN VAN KOPIEËN De papierstapel mag niet hoger zijn dan de aanduiding op de papiergeleiders. Wanneer meer dan één vel wordt gebruikt, waaier de vellen dan goed los voordat deze in de handinvoerlade worden gelegd. Pas op dat u zich hierbij niet in uw vingers snijdt. Duw het papier niet in de invoeropening van de handinvoer. Dit kan het vastlopen van papier veroorzaken. Bij opgekruld papier moet de gekrulde zijde omlaag worden geplaatst, zoals getoond in de figuur. 3 Pas de papiergeleiders aan de lengte van het papier aan terwijl u de tab vasthoudt. Trek de papierklemhendel naar de binnenzijde van de apparatuur. Wanneer het papier is geplaatst, verschijnt het menu voor het kopiëren met handinvoer. 4 Druk op [AANGEPAST PAPIER] op het aanraakscherm. Kopiëren met handinvoer 5

54 5 Toets de afmeting in. ) Druk op [LENGTE] en toets de waarde in (00 mm tot 97 mm (3.94" tot.69")) ) Druk op [BREEDTE] en toets de waarde in (48 mm tot 43 mm (5.83" tot 7.0")) 3) Druk op [OK]. Lengte en breedte worden aangeduid zoals aan de rechterzijde weergegeven: Breedte Lengte Druk, om de eerder opgeslagen afmetingsgegevens op te roepen, op de betreffende toets [GEHEUGEN ] t/m [GEHEUGEN 4] en druk vervolgens op [OK]. Voor het opslaan in het geheugen van afmetingsgegevens zie: P.53 Niet-standaardformaat in het geheugen opslaan 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel.

55 HET MAKEN VAN KOPIEËN Niet-standaardformaat in het geheugen opslaan Ga te werk zoals beschreven in stap t/m 4 in Afdrukken met handinvoer op nietstandaard papierformaat ( P.50). Sla afmetingen in het geheugen op. ) Selecteer een gewenst geheugennummer. ) Druk op [LENGTE] en toets de waarde in (00 mm tot 97 mm (3.94" tot.69")) 3) Druk op [BREEDTE] en toets de waarde in (48 mm tot 43 mm (5.83" tot 7.0")) 4) Druk op [GEHEUGEN]. Kopiëren met handinvoer 53

56

57 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES In dit hoofdstuk worden de belangrijkste kopieerfuncties, zoals wijziging van de reproductiefactor, instelling van de sorteerstanden en uitvoering van dubbelzijdig kopiëren, beschreven. Vóór gebruik van de kopieerfuncties Standaardinstellingen...56 Ingestelde functies bevestigen...56 Ingestelde functies annuleren...57 Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies...57 Papierselectie Automatische papierselectie (APS)...58 Gewenste papier handmatig selecteren...59 Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren...60 Instelling ORIGIN. MODUS... 6 Densiteitaanpassing Vergroten en verkleinen...64 Automatische zoomselectie (AMS)...64 Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren...66 De reproductiefactor handmatig specificeren...68 Afwerkfunctie selecteren Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten...70 Modus Sorteren/Groeperen...75 Stand Roteren en sorteren...77 Stand Nieten en sorteren...78 Brochure sorteren / Uitvouwblad / Rughechten...8 Stand Perforatie...85 Stand Handmatig nieten...86 Dubbelzijdig kopiëren Een enkelzijdige afdruk maken...88 Een dubbelzijdige afdruk maken...89 Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken...90 Opslaan als bestand uitvoeren Instelling gedeelde map...95

58 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Vóór gebruik van de kopieerfuncties Standaardinstellingen Dit multifunctionele systeem start op met de standaardinstellingen wanneer de stroomvoorziening wordt ingeschakeld. Maar als er nog geen wijziging in instellingen is toegepast, komen de instellingen van het multifunctionele systeem weer op de standaardwaarden te staan wanneer de energiebesparingsstand wordt gewist of er op de [FUNCTION CLEAR]- toets op het bedieningspaneel wordt gedrukt. De standaardinstellingen voor de belangrijkste kopieerfuncties bij de installatie worden hieronder weergegeven. Onderdeel Reproductiefactor 00% Aantal afdrukken Papierselectie Enkelzijdig/dubbelzijdig Densiteitaanpassing Modus voor originelen Afwerkfunctie Invoer bij gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie) Standaardinstelling Automatische papierselectie (APS) enkelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk Automatische aanpassing TEKST/FOTO Bij gebruik van de glasplaat voor originelen: SORTEREN UIT NIETEN UIT Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie): SORTEREN Continue invoer De standaardinstellingen kunnen worden gewijzigd. Raadpleeg voor meer informatie de MFP-beheerhandleiding. Ingestelde functies bevestigen Als u op [INSTELLING] drukt op het aanraakscherm, verschijnt onderstaand menu. In dit menu kunt u de momenteel ingestelde functies bekijken. Naar het functie-instelmenu gaan Als u de functies in het huidige menu wilt wijzigen, druk dan op de bijbehorende knoppen. Vervolgens verschijnt het gewenste instelmenu. 56 Vóór gebruik van de kopieerfuncties

59 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Ingestelde functies annuleren Als u een kopieerfunctie-instelling wilt annuleren, druk dan op [RESET] in het bijbehorende instelmenu. Alle gewijzigde instellingen annuleren Wanneer u op de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel drukt, worden alle functiewijzigingen geannuleerd. Zelfs al doet u dat niet, dan worden de wijzigingen toch geannuleerd als het multifunctionele systeem 45 seconden niet in gebruik is geweest (standaardinstelling). Voor het wijzigen van deze tijd zie MFP-beheerhandleiding. Beperkingen met betrekking tot combinaties van functies Meerdere functies kunnen samen worden gebruikt. Een aantal functies kunnen echter niet samen met andere worden gebruikt. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P.78 Combinatiematrix kopieerfunctie Vóór gebruik van de kopieerfuncties 57

60 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Papierselectie Automatische papierselectie (APS) Het multifunctionele systeem detecteert het formaat van het origineel en selecteert automatisch hetzelfde formaat kopieerpapier. Deze functie heet automatische papierselectie (APS). Voor de origineelformaten die kunnen worden gedetecteerd zie: P.4 Aanvaardbare originelen Sommige origineelformaten kunnen niet met deze functie worden gedetecteerd. Selecteer het gewenste formaat in dat geval handmatig. P.59 Gewenste papier handmatig selecteren 3 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [APS] op het aanraakscherm. De papierselectiemodus is nu ingesteld op automatische papierselectie. De papierselectiemodus is standaard ingesteld op automatische papierselectie. Zelfs wanneer de richting van het in de geselecteerde papierlade geplaatste papier afwijkt van die van het origineel, draait het multifunctionele systeem de data van het origineel 90 zodat afdrukken worden gemaakt zolang de formaten hetzelfde zijn. (Dit is alleen van toepassing op A4-, B5- of LT-papier.) Bijvoorbeeld wanneer een A4-origineel in staande richting wordt geplaatst en A4-R-papier in de papierlade ligt, worden de data van het A4-origineel gedraaid en correct op A4-R-papier gekopieerd. Volg de aanwijzingen op wanneer Wijzig richting van origineel of WIJZIG PAPIERLADE NAAR CORRECT PAPIERFORMAAT of WIJZIG PAPIERLADE NAAR CORRECT PAPIERFORMAAT PLAATS LAATSTE ORIGINEEL verschijnt. 4 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 58 Papierselectie

61 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Gewenste papier handmatig selecteren U dient het papier zelf te selecteren als de volgende originelen worden gekopieerd waarvan de formaten niet correct kunnen worden gedetecteerd: Zeer transparante originelen (bijv. overhead-transparanten, calqueerpapier) Geheel donkere originelen of originelen met donkere randen Originelen met niet-standaard formaat (bijv. kranten, tijdschriften) Wanneer er in geen van de papierladen papier van het gewenste formaat zit, leg het dan in een papierlade of in de handinvoerlade. P.3 Papier in laden plaatsen P.38 Kopiëren met handinvoer 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op de toets voor de papierlade met het gewenste papierformaat. 4 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Papierselectie 59

62 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren U kunt een set originelen met verschillende formaten met behulp van het automatische documentinvoersysteem (optie) kopiëren. De volgende origineelformaten kunnen worden gecombineerd: Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, COMP Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, B4, B5, FOLIO Vul de papierlade(n) met papier. De handinvoerlade kan niet worden gebruikt. Gebruik de papierladen. Stel de papiergeleiders op het breedste origineel in en leg de originelen tegen de papiergeleider aan de voorzijde. Als originelen dezelfde breedte hebben Als originelen niet dezelfde breedte hebben Wanneer originelen met verschillende breedtes worden gekopieerd, kan het gekopieerde beeld van het kleinste origineel scheef komen te staan omdat het niet tegen de papiergeleider aan de achterzijde ligt. 3 Druk op [ZOOM] op het aanraakscherm. 60 Papierselectie

63 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 4 Druk op [GEMENGD]. 5 Druk op [AMS] om afdrukken te maken op papier van één formaat. Om afdrukken te maken op papier van hetzelfde formaat als de originelen druk op [OK] of [AFBREKEN] zodat het menu terugkeert naar het menu BASIS en druk vervolgens op [APS]. Als [AMS] wordt geselecteerd: Bij de automatische zoomselectie kunnen beelden niet worden vergroot van A4 (staande richting), B5 (staande richting) of LT (staande richting) naar A3 (liggende richting), B4 (liggende richting), LD (liggende richting) of LG (liggende richting). Plaats A4-, B5- of LT-originelen in dat geval in liggende richting. Voordat u de automatische papierselectie gebruikt, dienen alle papierformaten overeenkomstig de origineelformaten in de papierladen te zijn geplaatst. 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Indien de melding Wijzig richting van origineel tijdens het scannen verschijnt, verwijder het origineel dan uit het automatische documentinvoersysteem (optie) en wijzig de richting ervan dienovereenkomstig. Papierselectie 6

64 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Instelling ORIGIN. MODUS U kunt afdrukken met de optimale afdrukkwaliteit maken door de volgende modi voor uw origineel te selecteren. TEKST/FOTO: Originelen met zowel tekst als foto's TEKST: Originelen met alleen tekst (of tekst en lijntekeningen) FOTO: Originelen met foto's KLEURENDOCUMENT: Kleurenoriginelen, zoals presentatiedocumenten BLAUW ORIGINEEL: Originelen afgedrukt met uitwisbare toner Wanneer KLEURENDOCUMENT of "BLAUW ORIGINEEL" is ingesteld, is de reproductiefactor in te stellen tussen 5 en 400%. De volgende instelling zijn standaard ingesteld. e-studio456 Serie: [TEKST/FOTO] e-studio306lp: [TEKST] Druk op [ORIGIN. MODUS] op het aanraakscherm. Selecteer de modus voor originelen en druk vervolgens op [OK]. [BLAUW ORIGINEEL] wordt alleen weergegeven op e-studio306lp. 6 Instelling ORIGIN. MODUS

65 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Densiteitaanpassing Het multifunctionele systeem detecteert het densiteitniveau van originelen en past het densiteitniveau van het gekopieerde beeld automatisch voor een optimaal resultaat aan. Ook kunt u het handmatig aan het gewenste niveau aanpassen. Automatisch instellen (automatische densiteitaanpassing) Druk op [AUTOM.] op het aanraakscherm. De automatische aanpassing voor dichtheid wordt standaard bij het installeren ingesteld. Handmatig instellen Druk op of voor het selecteren van het gewenste densiteitniveau. Densiteitaanpassing 63

66 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Vergroten en verkleinen U kunt de reproductiefactor van gekopieerde beelden als volgt wijzigen: Automatische zoomselectie (AMS): Specificeer vooraf het formaat van het kopieerpapier dat wordt gebruikt. Het multifunctionele systeem bepaalt het origineelformaat en selecteert automatisch de optimale reproductiefactor voor het formaat van het kopieerpapier. Zowel origineelformaat als kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren: Specificeer vooraf zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk. Overeenkomstig de gespecificeerde formaten wordt de optimale reproductiefactor automatisch geselecteerd. Deze functie wordt gebruikt als de automatische zoomselectie niet beschikbaar is, zoals bij het kopiëren van overhead-transparanten. De reproductiefactor handmatig specificeren: U kunt de gewenste reproductiefactor selecteren door op [ZOOM] of de zoom-tiptoetsen op het aanraakscherm te drukken. Het beschikbare bereik voor de reproductiefactor verschilt afhankelijk van de plaatsing van het origineel op de glasplaat of op het automatische documentinvoersysteem (optie). Glasplaat voor originelen: 5 tot 400% (Wanneer de modus voor originelen "KLEURENDOCOUMENT" of "BLAUW ORIGINEEL" is: 5 tot 00%) Automatisch documentinvoersysteem: 5 tot 00% Automatische zoomselectie (AMS) Specificeer vooraf het kopieerpapierformaat zodat het multifunctionele systeem het origineelformaat detecteert en automatisch de optimale reproductiefactor voor het kopieerpapierformaat selecteert. Deze functie is beschikbaar bij het volgende formaat van de originelen: Noord-Amerika: LD, LG, LT, LT-R, ST-R en COMP (COMP is alleen beschikbaar als het automatische documentinvoersysteem wordt gebruikt.) Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO (FOLIO is alleen beschikbaar als het automatische documentinvoersysteem wordt gebruikt.) Deze functie werkt niet goed bij de onderstaande originelen. Kies andere functies bij het kopiëren ervan. Zeer transparante originelen (bijv. overhead-transparanten, calqueerpapier) Geheel donkere originelen of originelen met donkere randen Originelen met niet-standaard formaat (bijv. kranten, tijdschriften) Vul de papierlade(n) met papier. Druk op [ZOOM] op het aanraakscherm. 64 Vergroten en verkleinen

67 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3 Selecteer het gewenste papierformaat, druk op [AMS] en vervolgens op [OK]. Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als OVERIGE vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [OVERIGE] op het aanraakscherm drukt. Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5 Voor de werkwijze bij het vastleggen zie: P.67 Papierformaten onder OVERIGE formaat vastleggen Papierformaten kunnen ook worden vastgelegd door in het menu BASIS op de toets voor de gewenste papierlade in het meldingsgebied voor de status van het systeem te drukken. 4 Plaats de originelen. Als het origineel op de glasplaat wordt gelegd, wordt de reproductiefactor ingesteld. Als het origineel op het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt geplaatst, wordt de reproductiefactor ingesteld bij het scannen van het origineel. Indien Wijzig richting van origineel verschijnt, wijzig deze dan dienovereenkomstig. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Vergroten en verkleinen 65

68 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Zowel het origineelformaat als het kopieerpapierformaat afzonderlijk specificeren 3 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [ZOOM] op het aanraakscherm. 4 Selecteer het gewenste formaat voor het origineel en het kopieerpapier en druk vervolgens op [OK]. 5 Indien u een ander formaat wilt selecteren dan hieronder voor origineel en kopieerpapier aangegeven, moet u het formaat als OVERIGE vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [OVERIGE] op het aanraakscherm drukt. Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5 Voor de werkwijze bij het vastleggen zie: P.67 Papierformaten onder OVERIGE formaat vastleggen Papierformaten kunnen ook worden vastgelegd door in het menu BASIS op de toets voor de gewenste papierlade in het meldingsgebied voor de status van het systeem te drukken. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 66 Vergroten en verkleinen

69 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Papierformaten onder OVERIGE formaat vastleggen Indien u een ander formaat wilt selecteren dan hieronder voor origineel en kopieerpapier aangegeven, moet u het formaat op de volgende wijze als OVERIGE vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [OVERIGE] op het aanraakscherm drukt. Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5 U kunt alleen standaardformaten als [OVERIGE] vastleggen en geen niet-standaard formaten. Druk op [INSTELLING FORMAAT] op het aanraakscherm. Selecteer het gewenste formaat. Het geselecteerde formaat wordt als een OVERIGE formaat vastgelegd. Vergroten en verkleinen 67

70 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES De reproductiefactor handmatig specificeren 3 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [ZOOM] op het aanraakscherm. 4 Druk op de hieronder weergegeven toetsen voor het selecteren van de gewenste reproductiefactor. [ OMHOOG] en [ OMLAAG] toetsen De reproductiefactor verandert telkens % wanneer een van de toetsen wordt ingedrukt. Wanneer een van beide ingedrukt wordt gehouden, wordt de factor automatisch verhoogd resp. verlaagd. Zoom-tiptoetsen Kies de gewenste factor: [400%], [00%], [00%], [50%] of [5%]. Wanneer het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt, is de maximaal beschikbare factor 00%. 68 Vergroten en verkleinen

71 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 5 Selecteer het gewenste formaat en druk vervolgens op [OK]. Indien u een ander papierformaat wilt selecteren dan hieronder aangegeven, moet u het formaat als OVERIGE vastleggen. Zodra u dit formaat heeft vastgelegd, wordt het geactiveerd telkens wanneer u op [OVERIGE] op het aanraakscherm drukt. Noord-Amerika: LD, LG, LT, ST Anders dan Noord-Amerika: A3, A4, B4, B5 Voor de werkwijze bij het vastleggen zie: P.67 Papierformaten onder OVERIGE formaat vastleggen Papierformaten kunnen ook worden vastgelegd door in het menu BASIS op de toets voor de gewenste papierlade in het meldingsgebied voor de status van het systeem te drukken. 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Vergroten en verkleinen 69

72 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Afwerkfunctie selecteren Afwerkfuncties en als optie leverbare afwerkapparaten Zie onderstaande tabel voor elke afwerkfunctie. Afwerkfunctie Sorteren uit nieten uit Sorteren ( P.75) Groeperen ( P.75) Roteren en sorteren ( P.77) Nieten en sorteren ( P.78) Brochure ( P.8) Uitvouwblad ( P.8) Rughechten ( P.8) Brochure sorteren & uitvouwblad ( P.8) Brochure & rughechten ( P.8) Perforatie ( P.85) Handmatig nieten ( P.86) Omschrijving Afdrukken worden zonder te sorteren of te nieten uitgevoerd. Afdrukken worden in dezelfde paginavolgorde als de originelen set voor set uitgevoerd. Afdrukken worden per pagina gegroepeerd uitgevoerd. Afdrukken worden set voor set afwisselend in een andere richting uitgevoerd. Afdrukken worden in de hoek ervan geniet uitgevoerd. Afdrukken worden in paginavolgorde voor boek uitgevoerd. Afdrukken worden in paginavolgorde voor boek, in het midden gevouwen, uitgevoerd. Afdrukken worden in paginavolgorde voor boek, in het midden gevouwen en geniet uitgevoerd. Brochure sorteren en uitvouwblad worden gecombineerd. Brochure en rughechten worden gecombineerd. Afdrukken worden aan de zijkant geperforeerd uitgevoerd. Afdrukken worden handmatig geniet. De beschikbare afwerkfuncties verschillen afhankelijk van de als optie geïnstalleerde afwerkapparaten (finisher, perforatie-eenheid en binnenste lade). De volgende afwerkapparaten zijn voor dit multifunctionele systeem beschikbaar: Finisher Finisher MJ-0 (voor de e-studio356/456/506) Finisher met rughechting MJ-06 (voor de e-studio356/456/506) Binnenste finisher MJ-03 (voor de e-studio06l/56/306/356/456) Finisher met rughechting MJ-033 (voor de e-studio06l/56/306/356/456) Perforatie-eenheid Perforatie-eenheid MJ-603 (voor de finisher MJ-0 en de finisher voor rughechten MJ-06) Perforatie-eenheid MJ-6007 (voor de Binnenste finisher MJ-03) Perforatie-eenheid MJ-6008 (voor de Finisher met rughechting MJ-033) Binnenste lade Job Separator MJ-5004 (voor de e-studio06l/56/306) Offsetlade MJ-5005 (voor de e-studio06l/56/306) Job Separator MJ-5006 (voor de e-studio356/456/506) Job Separator MJ-5009 (voor de e-studio306lp) De binnenste lade kan niet geïnstalleerd worden als Binnenste finisher MJ-03 geïnstalleerd is 70 Afwerkfunctie selecteren

73 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Controleer de afwerkfuncties die bij elk afwerkapparaat worden geactiveerd. Afwerkfunctie MJ-0 en MJ-603 MJ-0 MJ-06 en MJ-603 Apparaten MJ-06 MJ-03 en MJ-6007 Sorteren uit nieten uit Ja Ja Ja Ja Ja Ja Sorteren Ja Ja Ja Ja Ja Ja Groeperen Ja Ja Ja Ja Ja Ja Roteren en sorteren Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nieten en sorteren Ja Ja Ja Ja Ja Ja Brochure Ja Ja Ja Ja Ja Ja Uitvouwblad Ja Ja Rughechten Ja Ja Brochure sorteren & uitvouwblad Ja Ja Brochure & rughechten Ja Ja Perforatie Ja Ja Ja Handmatig nieten Ja Ja Ja Ja Afwerkfunctie MJ-033 en MJ-6008 MJ-033 MJ-5004 MJ-5009 Apparaten MJ-5005 MJ-5006 MJ-03 Geen apparaat Sorteren uit nieten uit Ja Ja Ja Ja Ja Ja Sorteren Ja Ja Ja Ja Ja Ja Groeperen Ja Ja Ja Ja Ja Ja Roteren en sorteren Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nieten en sorteren Ja Ja Brochure Ja Ja Ja Ja Ja Ja Uitvouwblad Rughechten Ja Ja Brochure sorteren & uitvouwblad Brochure & rughechten Ja Ja Perforatie Ja Handmatig nieten Afwerkfunctie selecteren 7

74 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Naam van elk onderdeel van de finishers (optie) MJ Bovenste uitvoerlade. Onderste uitvoerlade 3. Secundaire lade 4. Klep voorzijde 5. Perforatie-eenheid MJ Bedieningseenheid voor nieten 4 MJ Bovenste uitvoerlade. Bakhouder 3. Onderste uitvoerlade 4. Secundaire lade 5. Lade voor rughechten 6. Opvang 7. Klep voorzijde 8. Perforatie-eenheid MJ Bedieningseenheid voor nieten Gebruik van de bakhouder Open de bakhouder wanneer het papier in de uitvoerrichting langer dan dat in de bovenste opvanglade is. De houder voorkomt dat het uitgevoerde papier op de grond valt. Breng hem na gebruik terug naar de oorspronkelijke positie. Zorg er bij uitvoer van talrijke afdrukken voor dat de bakhouder terug in de oorspronkelijke positie is geplaatst bij gebruik van papier dat korter is dan het papier dat in de bovenste opvanglade is geplaatst. 7 Afwerkfunctie selecteren

75 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES MJ-03. Bovenste klep. Kopieopvanglade 3. Secundaire lade 4. Perforatie-eenheid MJ Klep voorzijde MJ Bovenste klep. Lade 3. Secundaire lade 4. Lade voor rughechten 5. Klep voorzijde 6. Perforatie-eenheid MJ Naam van elk onderdeel van de binnenste lade (optie) MJ-5004/MJ Lade. Opvang papier Afwerkfunctie selecteren 73

76 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES MJ Lade MJ Lade 74 Afwerkfunctie selecteren

77 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Modus Sorteren/Groeperen Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kunnen deze in dezelfde paginavolgorde als die van de originelen worden uitgevoerd. Deze modus heet sorteren. Afdrukken kunnen ook per pagina gegroepeerd worden uitgevoerd. Deze modus heet groeperen. Stand Sorteren Stand Groeperen Bij het gebruik van papier van groot formaat zoals A3, B4, LD en LG, trekt u vooraf de secundaire lade uit zodat het kopieerpapier niet valt en netjes wordt gesorteerd. Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Wanneer u originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) plaatst, verandert de weergave van de toets voor de stand Sorteren in SORTEREN. 3 Druk op [AFWERKING] op het aanraakscherm. Afwerkfunctie selecteren 75

78 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer [SORT] of [GROEP] en druk vervolgens op [OK]. 5 6 Toets het gewenste aantal afdrukken in. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 76 Afwerkfunctie selecteren

79 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Stand Roteren en sorteren Wanneer u meer dan één set afdrukken maakt, kan elke set bovenop een andere set afwisselend in staande en liggende richting worden uitgevoerd. Deze modus heet roteren en sorteren. Gebruik papierladen en stapels papier van hetzelfde formaat. Leg één stapel papier in staande richting in de ene papierlade en de andere stapel in liggende richting in de andere lade voordat met kopiëren wordt begonnen. Er kan A4-, B5- en LT-papier in de papierlade of de handinvoerlade worden gebruikt. De stand roteren en sorteren is niet beschikbaar als automatische papierselectie wordt geselecteerd. Vul de papierlade(n) met papier. Leg één stapel papier in staande richting in de ene papierlade en de andere stapel in liggende richting in de andere lade. 3 Plaats de originelen. Druk op [AFWERKING] op het aanraakscherm. Afwerkfunctie selecteren 77

80 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer [ROTEREN] en druk vervolgens op [OK]. 5 6 Toets het gewenste aantal afdrukken in. Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Stand Nieten en sorteren Wanneer meer dan één set afdrukken wordt gemaakt, kan het gekopieerde papier automatisch set voor set geniet worden. Deze modus heet nieten en sorteren. Er kan gekozen worden uit drie verschillende nietposities. Voorbeeld: Wanneer [VOOR NIETEN] wordt geselecteerd Speciaal papier zoals overhead-transparanten of etiketten is niet van toepassing. Kopieën van verschillende afmetingen kunnen niet geniet worden. (Als de lengtes van de kopieën gelijk is, kan er wel geniet worden.) Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. 78 Afwerkfunctie selecteren

81 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3 Druk op [AFWERKING] op het aanraakscherm. 4 Selecteer de gewenste positie van de nietjes: [VOOR NIETEN], [DUBBEL NIETEN] of [NIETEN ACHTER] en druk vervolgens op [OK]. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Wanneer het aantal vellen het maximale aantal mogelijke vellen voor nieten overschrijdt, schakelt het multifunctionele systeem automatisch over op de stand Sorteren. Maximaal aantal mogelijke vellen voor nieten Het maximale aantal mogelijke vellen voor nieten is verschillend afhankelijk van het geïnstalleerde afwerkapparaat, het papierformaat of het papiergewicht. Finisher MJ-0 Papierformaat g/m (7-0 lb. Bond) Papiergewicht 8-90 g/m ( - 4 lb. Bond) 9-05 g/m (5-8 lb. Bond) A4, B5, LT 50 vel 30 vel 30 vel A3, A4-R, B4, FOLIO, LD, LG, LT-R, COMP 30 vel 5 vel 5 vel Afwerkfunctie selecteren 79

82 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Finisher voor rughechten MJ-06 Papierformaat g/m (7-0 lb. Bond) * De capaciteit van de uitvoerlade bedraagt 30 sets. Papiergewicht 8-90 g/m ( - 4 lb. Bond) Binnenste finisher MJ-03 / Finisher met rughechting MJ g/m (5-8 lb. Bond) A4 *, B5, LT * 50 vel 30 vel 30 vel A3, A4-R, B4, FOLIO, LD, LG, LT-R, COMP Papierformaat 30 vel 5 vel 5 vel g/m (7-0 lb. Bond) Papiergewicht 8-90 g/m ( - 4 lb. Bond) 9-05 g/m (5-8 lb. Bond) A4, A4-R, B5, LT, LT-R 50 vel 50 vel 30 vel A3, B4, FOLIO, LD, LG, COMP 30 vel 5 vel 5 vel kaften (MJ-0: 64 tot 09 g/m (7 lb. Bond tot 0 lb. Index), MJ tot 09 g/m (7 lb. Bond tot 0 lb. Index), MJ-03/MJ-033: 06 tot 09 g/m (9 lb. Bond tot 0 lb. Index)) kan toegevoegd worden. In dat geval is het aantal mogelijke vellen inclusief kaftbladen. Raadpleeg voor het maximale aantal vellen dat in de lade kan worden geplaatst de Verkorte installatiehandleiding. 80 Afwerkfunctie selecteren

83 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Brochure sorteren / Uitvouwblad / Rughechten U kunt meer dan één origineel kopiëren en de afdrukken tot een boekje samenvoegen (brochure sorteren). Bij de finisher voor rughechten is het ook mogelijk het gekopieerde boekje in het midden te vouwen (uitvouwblad) en te nieten (rughechten). Optie Uitvouwblad is alleen beschikbaar wanneer de Finisher met rughechting MJ-06 (optie) geïnstalleerd is. Brochure sorteren Stand Uitvouwblad Modus Rughechten Stand Brochure sorteren & uitvouwblad Brochure sorteren & rughechten Afwerkfunctie selecteren 8

84 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Eisen met betrekking tot uitvouwblad Finisher voor rughechten MJ-06 Papierformaat Papiergewicht Maximaal aantal voor uitvouwblad beschikbare vellen * Maximaal aantal sets in lade voor rughechten A3, A4-R, B4, LD, LT-R, LG g/m (7-8 lb. Bond) 5 vel - 5 vel/set: 5 sets 6-0 vel/set: 6 sets - 5 vel/set: 8 sets 6-0 vel/set: sets Minder dan 5 vel/set: 5 sets * Er kan kaftblad (64 tot 56 g/m (7 lb. Bond tot 40 lb. Index)) worden toegevoegd. In dat geval is het aantal vellen per set inclusief het kaftblad. Eisen met betrekking tot rughechten Finisher voor rughechten MJ-06 A3, A4-R, B4, LD, LT-R, LG Papiergewicht * Finisher met rughechteenheid MJ-033 Papierformaat Papierformaat A3, A4-R, B4, LD, LT-R, LG g/m (7-4 lb. Bond) 9-05 g/m (5-8 lb. Bond) Papiergewicht * g/m (7-0 lb. Bond) 8-90 g/m ( - 4 lb. Bond) 9-05 g/m (5-8 lb. Bond) Maximaal aantal vellen voor rughechten * 5 vel 0 vel Maximaal aantal vellen voor rughechten * 5 vel 0 vel 0 vel Maximaal aantal sets in lade voor rughechten - 5 vel: 5 sets (0 sets indien er kaftbladen worden toegevoegd) 6-0 vel: 30 sets (5 sets indien er kaftbladen worden toegevoegd) Minder dan 5 vel: 50 sets 6-0 vel: 5 sets (5 sets indien er kaftbladen worden toegevoegd) Minder dan 5 vel: 40 sets (30 sets indien er kaftbladen worden toegevoegd) Maximaal aantal sets in lade voor rughechten - 5 vel: 0 sets 6-0 vel: 5 sets Minder dan 5 vel: 0 sets 6-0 vel: 0 sets Minder dan 5 vel: 5 sets 6-0 vel: 0 sets Minder dan 5 vel: 5 sets * Neem bij verschillende papiergewichten de waarde van het zwaarste. * kaft (MJ-06: 64 tot 09 g/m (7 lb. Bond tot 0 lb. Index), MJ-033: 06 tot 09 g/m (9 lb. Bond tot 0 lb. Index)) kan toegevoegd worden. In dat geval is het aantal vellen per set inclusief het kaftblad. Wanneer staande originelen zoals aan de rechterzijde weergegeven in liggende richting in de stand Brochure sorteren, de stand Brochure sorteren & uitvouwblad of de stand Brochure sorteren & rughechten worden geplaatst, moet de functie Beeldrichting in het menu BEWERKEN worden geactiveerd. Anders worden de originelen niet in de juiste paginavolgorde gekopieerd. P.9 Beeldrichting Brochure sorteren kan ook in het menu BEWERKEN worden geselecteerd. Indien u deze in het menu BEWERKEN selecteert, kunt u de inbindruimte instellen. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P. Stand Brochure sorteren 8 Afwerkfunctie selecteren

85 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Vul de papierlade(n) met papier. Speciaal papier zoals overhead-transparanten of etiketten is niet van toepassing. 3 4 Selecteer het gewenste papierformaat. Er kan papier van formaat A3, A4-R, A5-R *, B4 of B5-R * worden gebruikt. * A5-R en B5-R zijn alleen geschikt voor de stand Brochure sorteren. Plaats de originelen. Plaats de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zoals afgebeeld op de vorige pagina. Plaats de originelen in de onderstaande volgorde op de glasplaat: Brochure, brochure sorteren & uitvouwblad, brochure & rughechten: plaats de eerste pagina van het origineel als eerste. Uitvouwblad, rughechten: bijvoorbeeld als het totale aantal pagina's is, plaats pagina en tezamen en dan pagina en, 0 en 3, 4 en 9, 8 en 5, en ten slotte pagina 6 en 7. Druk op [AFWERKING] op het aanraakscherm. 5 Selecteer de gewenste stand: [BROCHURE], [BROCHURE SORTEREN & UITVOUWBLAD], [BROCHURE & RUGHECHTEN], [UITVOUWBLAD] of [RUGHECHTEN]. Druk daarna op [OK]. [BROCHURE & RUGHECHTEN] en [RUGHECHTEN] zijn alleen te selecteren wanneer de Finisher met rughechting MJ-06/MJ-033 (optie) geïnstalleerd is. [BROCHURE SORTEREN & UITVOUWBLAD] en [RUGHECHTEN] zijn alleen te selecteren wanneer de Finisher met rughechting MJ-06 (optie) geïnstalleerd is. Afwerkfunctie selecteren 83

86 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 7 Voeg het gekopieerde papier samen als de stand Uitvouwblad of de stand Brochure sorteren & uitvouwblad wordt gebruikt. In de stand Uitvouwblad, wordt er voor iedere 5 vellen papier in het midden gevouwen voordat het uitgevoerd wordt. Als er meer dan 5 vel papier worden gekopieerd, voeg ze dan samen zoals aangegeven in de afbeelding. 0~5 6~0 ~5 6~0 ~5 ~5 84 Afwerkfunctie selecteren

87 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Stand Perforatie Afdrukken kunnen worden geperforeerd als de perforatie-eenheid (optie) op de finisher is geïnstalleerd. Papierformaten 3, A4, A4-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R en COMP alsmede papiergewichten van 64 tot 09 g/m (7 lb. Bond tot 0 lb. Index) (MJ-603) en 64 tot 8 g/m (7 tot 34 lb. Bond) (MJ-6007/ MJ-6008) zijn hiervoor geschikt. Speciaal papier zoals overhead-transparanten of etiketten is niet van toepassing. 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op [AFWERKING] op het aanraakscherm. 4 Selecteer [PERFORATIE] en druk vervolgens op [OK]. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Afwerkfunctie selecteren 85

88 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Stand Handmatig nieten U kunt afdrukken handmatig nieten zonder te kopiëren. Dit is handig wanneer u vóór het kopiëren vergeten bent nieten en sorteren in te stellen of wanneer u originelen wilt nieten. (Alleen beschikbaar bij de finisher MJ-0 of finisher voor rughechten MJ-06) Maximaal aantal vellen voor handmatig nieten Papierformaat g/m (7-0 lb. Bond) A4, B5, LT 50 vel A3, A4-R, B4, FOLIO, LD, LG, LT-R, COMP Papiergewicht 8-90 g/m ( - 4 lb. Bond) MJ-0: 30 vel MJ-06: 50 vel 30 vel MJ-0: 5 vel MJ-06: 30 vel 9-05 g/m (5-8 lb. Bond) 30 vel 5 vel Gebruik de toetsen op de bedieningseenheid voor nieten van de finisher (optie) voor handmatig nieten. Toets / LED voor positie nietjes Toets / LED voor nieten 3 Druk op de nieten-toets op de bedieningseenheid voor nieten. De sluiteenheid van de papieruitvoer wordt geopend en het multifunctionele systeem schakelt over op handmatig nieten. Druk op de toets voor de positie van de nietjes (voorzijde of achterzijde). Plaats papier in de onderste uitvoerlade van de finisher (optie). Waaier het papier goed los en stoot het gelijk. Plaats het met de te kopiëren zijde naar beneden. Wanneer in de hoek aan de voorzijde wordt geniet, moet het papier tegen de aanleglijst aan de voorzijde worden geplaatst. Wanneer aan de achterzijde wordt geniet, moet het papier tegen de aanleglijst aan de achterzijde worden geplaatst. Het symbool voor het nieten gaat branden als het papier op de juiste wijze is geplaatst. Als dit niet het geval is, dient het papier goed te worden geplaatst. 4 Laat het papier los en druk vervolgens op de niet-toets. Het nieten begint. Als de symbolen voor de positie van de nietjes beginnen te knipperen, is het nieten voltooid. Verwijder daarna het geniete papier. Houd uw handen uit de buurt van het papier wanneer er wordt geniet. Handmatig nieten beëindigen Verwijder het geniete papier uit de onderste uitvoerlade en druk vervolgens op de niet-toets. De sluiteenheid van de papieruitvoer wordt gesloten. Dit betekent dat het handmatige nieten is beëindigd. Wanneer de functie gedurende ca. 5 seconden niet wordt geactiveerd, wordt het handmatige nieten automatisch beëindigd. 86 Afwerkfunctie selecteren

89 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Dubbelzijdig kopiëren U kunt een enkelzijdig origineel naar een dubbelzijdige afdruk kopiëren en omgekeerd of een dubbelzijdig origineel naar een dubbelzijdige afdruk. Dit is handig wanneer u papier wilt besparen of wanneer u een boek met behoud van de juiste paginavolgorde wilt kopiëren. Enkelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk ( P.88) Dubbelzijdig origineel -> enkelzijdige afdruk ( P.88) Enkelzijdig origineel -> dubbelzijdige afdruk ( P.89) Dubbelzijdig origineel -> dubbelzijdige afdruk ( P.89) Boek -> dubbelzijdige afdruk ( P.90) Gebruik normaal papier of DIK voor dubbelzijdig kopiëren. Dubbelzijdig kopiëren 87

90 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Een enkelzijdige afdruk maken Bij het kopiëren van dubbelzijdige staande originelen die maar aan één zijde van het papier naar links/rechts zijn geopend, moet de functie Beeldrichting in het menu BEWERKEN worden gebruikt zodat alle afdrukken in de juiste richting worden uitgevoerd. P.9 Beeldrichting AFDRUKRICHTING instellen Geen instelling 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op [DUBBELZIJDIG] op het aanraakscherm. 4 Selecteer de gewenste modus en druk vervolgens op [OK]. [-> ENKELZIJDIG]: Enkelzijdig origineel naar enkelzijdige afdruk [-> SPLITSEN]: Dubbelzijdig origineel naar enkelzijdige afdruk 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 88 Dubbelzijdig kopiëren

91 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Een dubbelzijdige afdruk maken Wanneer enkelzijdige staande originelen in liggende richting zijn geplaatst en op beide zijden van het papier worden gekopieerd, zijn de afdrukken meestal in naar boven/beneden geopende richting. U kunt afdrukken maken in naar links/rechts geopende richting met behulp van de functie Beeldrichting. P.9 Beeldrichting AFDRUKRICHTING instellen Geen instelling 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op [DUBBELZIJDIG] op het aanraakscherm. 4 Selecteer de gewenste modus en druk vervolgens op [OK]. [ -> DUBBELZIJDIG]: Enkelzijdig origineel naar dubbelzijdige afdruk [ -> DUBBELZIJDIG]: Dubbelzijdig origineel naar dubbelzijdige afdruk 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Plaats het origineel op de glasplaat zoals beschreven in stap 6 en 7 op P.30 Basiskopieerprocedure. Dubbelzijdig kopiëren 89

92 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken U kunt dubbelzijdige afdrukken maken van boeken of catalogi in de juiste paginavolgorde. A4-, B5- en LT-formaat zijn mogelijk. Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Druk op [DUBBELZIJDIG] op het aanraakscherm. 3 Selecteer [BOEK -> ]. 90 Dubbelzijdig kopiëren

93 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer de boekkopieerfunctie. Voorbeeld: Wanneer pagina t/m 6 van een boek geopend naar links moeten worden gekopieerd, selecteer [LINKS -> LINKS] Druk op [OK]. Het menu keert terug naar het menu BASIS. 6 Druk op de toets voor de papierlade met het gewenste papierformaat. Alleen A4-, B5- en LT-formaat zijn mogelijk. Dubbelzijdig kopiëren 9

94 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 7 8 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen. Als voor de afdruk een inbindruimte nodig is, selecteer dan de functie boekinbindruimte in het menu BEWERKEN. P.0 Inbindruimte creëren Leg het origineel op de glasplaat. Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en lijn het midden ervan uit met de gele lijn onder de glasplaat. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. 9 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Leg het volgende op de glasplaat voor originelen zodra de pagina's zijn gescand. Herhaal deze stap totdat alle gewenste pagina's zijn gescand. Als de laatste pag. een enkele pagina is, druk dan op [KOPIE LAATSTE PAG.] op het aanraakscherm en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel om het scannen te starten. De gescande pagina's worden gekopieerd. 0 Druk op [GEREED] wanneer alle pagina's zijn gescand. De gescande pagina's worden gekopieerd. 9 Dubbelzijdig kopiëren

95 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES Opslaan als bestand uitvoeren Met de functie Opslaan als bestand kunt u de gekopieerde gegevens in de gedeelde map van de harde schijf van het multifunctionele systeem of een opgegeven pc in een netwerk opslaan. De gegevens kunnen als PDF-, TIFF- of XPSbestand worden opgeslagen. Functie OPSLAAN ALS BESTAND is alleen beschikbaar wanneer de scannerkit of de printer-/scannerkit (beide opties) geïnstalleerd is. De gegevens worden als zwarte afbeeldingen opgeslagen (resolutie: alleen 600 dpi). De door middel van deze functie opgeslagen gegevens zijn geschikt om af te drukken, maar niet om als afbeelding in uw pc te importeren. Voor een optimale afdrukkwaliteit voor het importeren is het raadzaam voor het opslaan van de gegevens de functie Scan naar bestand van dit multifunctionele systeem te gebruiken. De netwerkbeheerder dient vooraf instellingen voor de functie Opslaan als bestand te realiseren. Raadpleeg voor meer informatie de TopAccess Guide. Het is raadzaam een reservekopie van de opgeslagen gegevens in de gedeelde map op te slaan. U kunt gegevens opslaan in een e-filing-box door middel van de e-filing-functie. Raadpleeg voor meer informatie de e-filing Guide. Plaats de originelen. Druk op [OPSLAG] op het aanraakscherm. 3 Druk op [OPSLAAN ALS BESTAND] op het aanraakscherm. Opslaan als bestand uitvoeren 93

96 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 4 Druk op de desbetreffende toetsen voor de invoer van informatie over de gegevens die moeten worden opgeslagen. Druk daarna op [OK]. MFP LOKAAL: Druk hierop om de gegevens in de gedeelde map van het multifunctionele systeem op te slaan. NETWERK, NETWERK : Druk op een van de twee om de gegevens op te slaan in de gedeelde map van een pc die via een netwerk met het multifunctionele systeem is verbonden. U kunt er maximaal selecteren uit [MFP LOKAAL], [NETWERK ] en [NETWERK ]. U kunt het geselecteerde item annuleren door opnieuw op dezelfde toets te drukken. Als een gebruiker die gemachtigd is de instelling van [NETWERK ] en [NETWERK ] te wijzigen, een van beide toetsen heeft ingedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index. Zie in dat geval voor het opgeven van de index: P.95 Instelling gedeelde map BEST.NAAM: Druk hierop voor de weergave van het bedieningspaneel op het scherm. Toets daarna de bestandsnaam met maximaal 8 letters in. De tekens aan het einde in een bestandsnaam (max. 74) kunnen eventueel worden verwijderd, afhankelijk van het gebruikte type letters. BEST.ORMAAT: Selecteer het bestandsformaat waarin de gegevens worden opgeslagen: PDF, TIFF of XPS. MULTI/ ENKEL: Deze dienen om aan te geven of de gegevens in een bestand van een of meer pagina's worden opgeslagen. Wanneer MEERV. wordt geselecteerd, worden alle gescande gegevens als één bestand opgeslagen. Wanneer ENKEL wordt geselecteerd, wordt een map aangemaakt en elke pagina van de gescande gegevens wordt als afzonderlijk bestand in de map opgeslagen. 5 6 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem (optie) wordt geplaatst, start het kopiëren en opslaan gelijktijdig. Wanneer het origineel op de glasplaat wordt gelegd, dient als volgt te werk te worden gegaan. Leg het volgende origineel op de glasplaat en druk vervolgens op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Herhaal deze stap totdat het scannen van alle originelen is voltooid. 94 Opslaan als bestand uitvoeren

97 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES 7 Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm. Het kopiëren en opslaan begint. Instelling gedeelde map Wanneer een gebruiker die gemachtigd is een gedeelde map te wijzigen, op [NETWERK ] of [NETWERK ] heeft gedrukt, verschijnt het menu voor het opgeven van een index. De instellingsitems verschillen afhankelijk van het te gebruiken bestandsoverdrachtsprotocol. FTP, SMB, NetWare IPX/ SPX, NetWare TCP/IP en FTPS kunnen als bestandsoverdrachtsprotocol worden geselecteerd. FTP / FTPS Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK]. SERV.NAAM: Druk hierop voor de invoer van het IP-adres van de FTP-server. Toets bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp:// /user0/scan/ in: NETWERK PAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een FTP-map waarin de gegevens moeten worden opgeslagen. Voer bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp:// /user0/scan/ in: user0\scan. LOGIN GEB. NAAM: Druk hierop voor de invoer van de gebruikersnaam voor het inloggen op de FTP-server. Voer zoals vereist in. WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de FTP-server. Voer zoals vereist in. POORT NR.: Druk hierop voor de invoer van een commandopoortnummer voor de uitvoering van commando's. Normaal gesproken wordt in dit veld - ingevoerd, wat wil zeggen dat een door de beheerder ingesteld poortnummer wordt gebruikt. Wijzig dit alleen indien u een ander poortnummer wilt gebruiken. Opslaan als bestand uitvoeren 95

98 3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES SMB Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK]. NETWERK PAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor de map waarin de gegevens moeten worden opgeslagen. LOGIN GEB. NAAM: Druk hierop voor de invoer van een gebruikersnaam voor de toegang tot de netwerkmap. Voer zoals vereist in. WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor de toegang tot de netwerkmap. Voer zoals vereist in. Indien u [SMB] heeft geselecteerd, zijn de instellingen voor [SERV.NAAM] en [POORT NR.] niet nodig. NetWare IPX / NetWare IP Door op een van de onderstaande toetsen te drukken verschijnt het toetsenbord op het scherm. Voer in met de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Druk na beëindiging van de invoer op [OK]. SERV.NAAM: Wanneer u [NetWare IPX] selecteert, voer dan de servernaam van de NetWare-server of Tree/Context (indien NDS bruikbaar is) in. Wanneer u [NetWare IP] selecteert, voer dan het IP-adres van de NetWare-server in. NETWERK PAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een NetWare-servermap waarin de gegevens moeten worden opgeslagen. Voer bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een map sys\scan van NetWare-server \sys\scan in. LOGIN GEB. NAAM: Druk hierop voor de invoer van een gebruikersnaam voor het inloggen op de NetWare-server. Voer zoals vereist in. WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de NetWare-server. Voer zoals vereist in. 96 Opslaan als bestand uitvoeren

99 4.BEWERKINGSFUNCTIES In dit hoofdstuk wordt het gebruik van de verschillende kopieerfuncties in het menu BEWERKEN beschreven. Weergave menu BEWERKEN Beeld verplaatsen Marge boven/onder of marge links/rechts creëren...99 Inbindruimte creëren...0 Rand wissen Boekmidden wissen Dubbele pagina IN / 4IN Stand Brochure sorteren... Beeld bewerken... 3 Trimmen / maskeren...3 Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering...6 XY-zoom... 7 Kaftblad... 8 Invoegvel... 0 Tijdstempel... 3 Paginanummer... 4 Taakopbouw... 6 Beeldrichting... 9 Boek - kalender... 3 ADF -> SADF... 3 Geen blanco pagina Buitenkant wissen... 36

100 4 BEWERKINGSFUNCTIES Weergave menu BEWERKEN U kunt het menu BEWERKEN oproepen door op het tabblad [BEWERKEN] op het aanraakscherm te drukken wanneer u de verschillende bewerken-functies wilt gebruiken. Het menu BEWERKEN omvat pagina's. Om tussen de pagina's te schakelen druk op of. 98 Weergave menu BEWERKEN

101 4 BEWERKINGSFUNCTIES Beeld verplaatsen U kunt een inbindruimte creëren door een beeld naar de linker-, rechter-, boven- of onderzijde van het kopieerpapier te verplaatsen. Deze functie heet beeld verplaatsen. Dit is handig wanneer u een stapel papier na het kopiëren wilt perforeren of nieten. Met deze functie kunt u eenvoudig een inbindruimte creëren wanneer u een boek op beide zijden van het papier kopieert. U kunt een inbindruimte overeenkomstig de onderstaande combinaties als volgt creëren: Marge boven/onder en marge links/rechts Marge boven/onder en inbindruimte Marge boven/onder of marge links/rechts creëren Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. 3 Plaats de originelen. Druk op [SCHUIF BEELD] in het menu BEWERKEN. 4 Selecteer het type inbindruimte. Beeld verplaatsen 99

102 4 BEWERKINGSFUNCTIES 5 Stel de breedte van de inbindruimte in. ) Druk op [VOOR] en stel de breedte van de inbindruimte aan de voorzijde in met behulp van [ 0 mm] en [ 00 mm]. (De breedte aan de achterzijde wordt op dezelfde wijze ingesteld.) ) Druk op [ACHTER.] en stel de breedte van de inbindruimte aan de achterzijde in met behulp van [ 0 mm] en [ 00 mm]. (Alleen de breedte aan de achterzijde wordt ingesteld.) 3) Druk op [OK]. Let op dat bij dubbelzijdig kopiëren een inbindruimte rechts/links aan de tegenoverliggende zijde op de achterzijde van het papier wordt gecreëerd. (Bijvoorbeeld wanneer een inbindruimte aan de rechterkant op de voorzijde van het papier wordt gecreëerd, gebeurt dit aan de linkerkant op de achterzijde.) 6 Druk op [OK]. 7 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 00 Beeld verplaatsen

103 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES Inbindruimte creëren U kunt eenvoudig een inbindruimte creëren bij het kopiëren van een boek op beide zijden van het papier. P.90 Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken Druk op [SCHUIF BEELD] in het menu BEWERKEN. Druk op [BOEK]. 3 Stel de breedte van de inbindruimte in. ) Druk op [ 0 mm] (0") of [ 30 mm] (.8"). ) Druk op [OK]. Beeld verplaatsen 0

104 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4 Druk op [OK]. Selecteer ook Boek -> dubbelzijdige afdruk". P.90 Een dubbelzijdige afdruk van een boek maken 0 Beeld verplaatsen

105 4 BEWERKINGSFUNCTIES Rand wissen U kunt de rand van een gekopieerd beeld wit maken wanneer een schaduwachtig donker gedeelte erop verschijnt. Deze functie heet rand wissen. Dit is handig wanneer u het gekopieerde beeld netjes en schoon wilt maken als de rand van het origineel vuil of gescheurd is. Alleen originelen met standaardformaat zijn mogelijk. 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op [RAND WISSEN] in het menu BEWERKEN. 4 Stel de breedte van het te wissen gedeelte in. ) Druk op [ mm] of [ 50 mm]. ) Druk op [OK]. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Rand wissen 03

106 4 BEWERKINGSFUNCTIES Boekmidden wissen U kunt het midden van het gekopieerde beeld wit maken wanneer een schaduwachtig gedeelte erop verschijnt. Deze functie heet boekmidden wissen. Dit is handig bij het kopiëren van boeken. Boekmidden wissen instellen Geen instelling Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Selecteer de papierlade voor het gewenste papierformaat. 3 Druk op [BOEKMIDDEN WISSEN] in het menu BEWERKEN. 04 Boekmidden wissen

107 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 4 Stel de breedte van het te wissen gedeelte in. ) Druk op [ mm] of [ 50 mm]. ) Druk op [OK]. 5 Leg het origineel op de glasplaat. Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en lijn het midden ervan uit met de gele lijn onder de glasplaat. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Boekmidden wissen 05

108 4 BEWERKINGSFUNCTIES Dubbele pagina U kunt de tegenoverliggende pagina's van een boek of originelen naast elkaar op aparte vellen of op beide zijden van vel papier kopiëren. Deze functie heet dubbele pagina. U hoeft het origineel op de glasplaat niet te verschuiven Alleen A4-, B5- en LT-formaat zijn mogelijk. Vul de papierlade(n) met papier. Druk op [TWEE PAG.] in het menu BEWERKEN. 3 Druk op [-ZIJDE] of [-ZIJDIG]. -ZIJDE: De tegenoverliggende pagina's van het origineel op zijde van aparte vellen papier kopiëren -ZIJDIG: De tegenoverliggende pagina's van het origineel op zijden van vel papier kopiëren 4 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen. U kunt ook Schuif beeld selecteren. P.99 Marge boven/onder of marge links/rechts creëren 06 Dubbele pagina

109 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 5 6 Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het menu BASIS en selecteer vervolgens A4, B5 of LT als kopieerpapierformaat. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Open de gewenste pagina en leg deze op de glasplaat voor originelen. Plaats het origineel met de onderzijde naar u toe gekeerd en lijn het midden ervan uit met de gele lijn onder de glasplaat. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. 7 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Open de volgende pagina's en plaats deze wanneer het scannen van de geopende pagina's is voltooid. Herhaal deze procedure totdat alle gewenste pagina's zijn gescand. Als de laatste pag. een enkele pagina is, druk dan op [KOPIE LAATSTE PAG.] op het aanraakscherm en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel om het scannen te starten. De gescande pagina's worden gekopieerd. 8 Druk op [GEREED] wanneer alle pagina's zijn gescand. De gescande pagina's worden gekopieerd. Dubbele pagina 07

110 4 BEWERKINGSFUNCTIES IN / 4IN U kunt of 4 originelen op vel papier kopiëren door deze te verkleinen. Deze functie heet IN of 4IN. Bij het gebruik van deze functie in combinatie met dubbelzijdig kopiëren kunt u in totaal 8 afdrukken op vel papier maken. De onderstaande afbeeldingen tonen hoe u de afdrukken kunt rangschikken. IN 4IN IN & dubbelzijdig kopiëren (a: zijde, b: zijde ) a a b b 4IN & dubbelzijdig kopiëren (a: zijde, b: zijde ) a b 08 IN / 4IN

111 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Als u een papierformaat selecteert dat afwijkt van dat van het origineel, druk dan op [ZOOM] in het menu BASIS. Selecteer vervolgens het gewenste papierformaat, druk op [AMS] en dan op [OK] in het onderstaande menu. 3 Plaats de originelen. Druk op [IN / 4IN] in het menu BEWERKEN. 4 Voer instelling IN / 4IN uit. ) Als u originelen op pagina wilt kopiëren, selecteer dan [IN]. Als u er 4 op pagina wilt kopiëren, selecteer dan [4IN]. ) Selecteer de duplexmodus. 3) Druk op [OK]. IN / 4IN 09

112 4 BEWERKINGSFUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en kopiëren. Voer stap 6 en 7 uit als deze op de glasplaat voor originelen zijn geplaatst. Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het scannen van het volgende origineel begint. Bij meer dan één origineel dient deze stap te worden herhaald totdat het scannen van alle originelen is voltooid. Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm. Het kopiëren begint. 0 IN / 4IN

113 4 BEWERKINGSFUNCTIES Stand Brochure sorteren U kunt meer dan één origineel kopiëren in boekpaginavolgorde. Deze modus heet Brochure sorteren. Deze functie kan worden gecombineerd met het vouwen en nieten van de gekopieerde pagina's in het midden. Deze modus heet Brochure sorteren & rughechten. Brochure sorteren Brochure sorteren & rughechten Brochure sorteren kan ook in het menu BASIS worden geselecteerd. Raadpleeg de volgende pagina voor meer informatie: P.8 Brochure sorteren / Uitvouwblad / Rughechten 3 Vul de papierlade(n) met papier. De volgende formaten zijn mogelijk: Brochure sorteren & rughechten: A3, A4-R, B4, LD, LG, LT-R Selecteer het papierformaat. Papierlade: P.58 Automatische papierselectie (APS) Handinvoerlade: P.38 Kopiëren met handinvoer Plaats de originelen. Wanneer staande originelen zoals aan de rechterzijde weergegeven in liggende richting in de stand Brochure sorteren of Brochure sorteren & rughechten worden geplaatst, moet de functie Beeldrichting in het menu BEWERKEN worden geactiveerd. Anders worden de originelen niet in de juiste paginavolgorde gekopieerd. P.9 Beeldrichting Stand Brochure sorteren

114 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4 Druk op [BROCHURE SORTEREN] in het menu BEWERKEN. 5 Stel de stand rughechten en de inbindruimte naar wens in. ) Druk bij de instelling van rughechten op [NIETEN AAN]. Hoeft er niet geniet te worden, druk dan op [NIETEN UIT]. ) Druk op [ mm] of [ 30 mm] voor de instelling van de breedte van de inbindruimte. 3) Druk op [OK]. Voor het maximale aantal mogelijke vellen voor rughechten zie: P.8 Brochure sorteren / Uitvouwblad / Rughechten 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Stand Brochure sorteren

115 4 BEWERKINGSFUNCTIES Beeld bewerken U kunt de verschillende hieronder weergegeven bewerken-functies voor gescande beelden selecteren. Trimmen: U kunt een bepaald gebied van een origineel selecteren en alleen dit kopiëren. Maskeren: U kunt een bepaald gebied van een origineel maskeren en alleen het ongemaskeerde gebied kopiëren. Spiegelbeeld: U kunt een pagina in spiegelbeeld afdrukken. Negatief/positief-omkering: U kunt het zwart en wit van een pagina omkeren. Trimmen / maskeren U kunt het gewenste gebied van een origineel selecteren en alleen dit kopiëren (trimmen). U kunt het gewenste gebied van een origineel ook maskeren en alleen het ongemaskeerde gedeelte kopiëren (maskeren). Bij beide functies kunt u maximaal 4 gebieden van origineel selecteren. Het geselecteerde gebied moet zich in een rechthoek bevinden. Trimming Maskeren Alleen originelen met standaardformaat zijn mogelijk. Let op dat het complete beeld van het geselecteerde gebied mogelijk niet wordt gekopieerd indien u geen correct formaat voor origineel en kopieerpapier hebt gekozen. Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Druk op [BEWERKEN] in het menu BEWERKEN. Beeld bewerken 3

116 4 BEWERKINGSFUNCTIES 3 Selecteer [TRIM] of [MASK]. 4 Leg het origineel met de af te drukken zijde naar boven op de glasplaat. Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Lijn de linkerbovenhoek uit met die van de glasplaat zodat het origineel tegen de aanleglijst ligt. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. 5 Lees de volgende 4 waarden af om het gebied met behulp van de schaalverdeling aan de linker- en bovenzijde van de glasplaat voor originelen aan te geven. X: Van de linkerbovenzijde tot de linkerrand van het geselecteerde gebied X: Van de linkerbovenzijde tot de rechterrand van het geselecteerde gebied Y: Van de linkerbovenzijde tot de bovenste rand van het geselecteerde gebied Y: Van de linkerbovenzijde tot de onderste rand van het geselecteerde gebied Let op dat de markeringen van de aanleglijsten een onderlinge afstand van mm hebben. 4 Beeld bewerken

117 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 6 Toets de afgelezen waarden in. ) Druk op [X], [X], [Y] en [Y] en toets vervolgens de bijbehorende afgelezen waarden in. ) U kunt maximaal 4 gebieden op pagina aangeven. Als u meer dan één gebied wilt aangeven, druk dan op [GEBIED ] tot [GEBIED 4] om van gebied te wisselen en toets vervolgens de bijbehorende waarden in. 3) Druk op [OK] nadat u alle gebieden hebt aangegeven. 7 Leg het origineel weer op de glasplaat met de af te drukken zijde naar beneden. Plaats het met de onderzijde naar u toe gekeerd. Lijn de linkerbovenhoek uit met die van de glasplaat. 8 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Beeld bewerken 5

118 4 BEWERKINGSFUNCTIES Spiegelbeeld / Negatief/positief-omkering U kunt een pagina als een spiegel (spiegelbeeld) omkeren of u kunt zwart en wit van een pagina omkeren (negatief/ positief-omkering). Spiegelbeeld Negatief/positief-omkering 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op [BEWERKEN] in het menu BEWERKEN. 4 Selecteer [SPIEGEL] of [NEG/POS] en druk vervolgens op [OK]. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 6 Beeld bewerken

119 4 BEWERKINGSFUNCTIES XY-zoom U kunt de reproductiefactor zowel in verticale als in horizontale richting afzonderlijk wijzigen. Deze functie heet XY-zoom. 00% 00% 00% 00% De reproductiefactor kan worden ingesteld van 5 tot 400%. In de volgende gevallen is dit bereik echter 5 tot 00%. Wanneer de modus voor originelen KLEURENDOCOUMENT of BLAUW ORIGINEEL is Wanneer het origineel op het automatische documentinvoersysteem (optie) is geplaatst Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. 3 Plaats de originelen. Druk op [XY ZOOM] in het menu BEWERKEN. 4 Stel de reproductiefactor zowel in verticale als in horizontale richting in. ) Druk op [X] en vervolgens op [ 5%] of [ 400%] voor horizontale richting. ) Druk op [Y] en vervolgens op [ 5%] of [ 400%] voor verticale richting. 3) Druk op [OK]. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. XY-zoom 7

120 4 BEWERKINGSFUNCTIES Kaftblad U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier voor het voorkaft of het achterkaft toevoegen. Deze functie heet kaftblad. In de kaftbladen-functie kunt u selecteren of u het voor- of achterkaft wel of niet wilt afdrukken zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Klep voorzijde Achterkaft Modus Omschrijving Modus Omschrijving NEE Hiermee wordt geen vel als voorkaft toegevoegd. NEE Hiermee wordt geen vel als achterkaft toegevoegd. BLANK Hiermee wordt een leeg vel als voorkaft toegevoegd. TOP AFDRUK Hiermee wordt een aan de bovenzijde bedrukt vel als voorkaft toegevoegd. GEKOPIEERD Hiermee wordt een aan beide zijden bedrukt vel als voorkaft toegevoegd. BLANK Hiermee wordt een leeg vel als achterkaft toegevoegd. TOP AFDRUK Hiermee wordt een aan de bovenzijde bedrukt vel als achterkaft toegevoegd. GEKOPIEERD Hiermee wordt een aan beide zijden bedrukt vel als achterkaft toegevoegd. ALLEEN ACHTER GEKOPIEERD Hiermee wordt een aan de achterzijde bedrukt vel als achterkaft toegevoegd. Voorbeeld: Selecteren van TOP AFDRUK voor het voorkaft en BLANK voor het achterkaft Er wordt een aan de bovenzijde bedrukt vel toegevoegd als het voorkaft en een leeg vel als het achterkaft. REPORT 003 REPORT Plaats het papier voor de kaftbladen. Plaats het papier in de handinvoerlade of in een papierlade die tevoren voor kaftbladen is ingesteld. Het papier voor de kaftbladen moet in een ander papiermagazijn dan voor normaal papier worden gelegd. Bij het plaatsen van papier in een papierlade voor kaftbladen moet KAFTBLAD als papiersoort alsmede papierformaat en -dikte worden ingesteld. P.8 Instelling papiersoort Bij het plaatsen van papier in de handinvoerlade moeten papierformaat en -dikte worden ingesteld. P.38 Kopiëren met handinvoer Plaats het papier voor kaftbladen van hetzelfde formaat als normaal papier in dezelfde richting. 3 4 Plaats het normale papier in de papierlade(n). Plaats de originelen. Bij het plaatsen ervan op de glasplaat voor originelen moet dit vanaf de eerste pagina gebeuren. Druk op [VOORBLAD] in het menu BEWERKEN. 8 Kaftblad

121 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 5 Selecteer de voor- en achterkaftinstellingen en druk vervolgens op [OK]. Er kan alleen [ GEKOPIEERD] voor de voor- of achterkaft gekozen worden wanneer [-> DUBBELZIJDIG] of [-> DUBBELZIJDIG] ingesteld is voor de dubbelzijdige afdrukmodus in het basismenu. 6 Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het menu BASIS. Selecteer vervolgens een papierlade waarin normaal papier is geplaatst (niet die voor de kaftbladen). U moet vooraf normaal papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting als voor de kaftbladen plaatsen Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en kopiëren. Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 8 en 9 uit. Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het scannen van het volgende origineel begint. Herhaal deze procedure totdat het scannen van alle originelen is voltooid. Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm. Het kopiëren begint. Kaftblad 9

122 4 4 BEWERKINGSFUNCTIES Invoegvel U kunt een speciale papiersoort zoals gekleurd papier bij de gewenste pagina invoegen. Deze functie heet invoegvel. U kunt maximaal soorten vellen voor in totaal 50 pagina's invoegen. De stand invoegen speciaal tussenlegvel heeft de volgende mogelijkheden: KOPIE: Voegt een gekopieerd vel in plaats van de aangegeven pagina in. REPORT REPORT 003 BLANCO: Voegt een leeg vel vóór de aangegeven pagina in. 3 Plaats vellen voor invoegvel. Plaats deze in de handinvoerlade of in een papierlade die eerder voor invoegvellen is ingesteld. Het papier voor de invoegvellen moet in een ander papiermagazijn dan voor normaal papier worden gelegd. Bij het plaatsen van papier in een papierlade voor invoegvel moet TUSSENLEGVEL of TUSSENLEGVEL als papiersoort alsmede papierformaat en -dikte worden ingesteld. P.8 Instelling papiersoort Bij het plaatsen van papier in de handinvoerlade moeten papierformaat en -dikte worden ingesteld. P.38 Kopiëren met handinvoer Plaats het papier voor invoegvellen van hetzelfde formaat als normaal papier in dezelfde richting. 3 4 Plaats het normale papier in de papierlade(n). Plaats de originelen. Bij het plaatsen ervan op de glasplaat voor originelen moet dit vanaf de eerste pagina gebeuren. Druk op [TUSSENLEG VELLEN] in het menu BEWERKEN. 0 Invoegvel

123 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 5 Selecteer [AFDRUK] of [BLANK]. 6 Selecteer de pagina waarbij het invoegvel wordt ingevoegd. ) Selecteer het soort invoegvel ([TUSSENLEG LADE ] of [TUSSENLEG LADE ]). ) Toets paginanummers ( tot 000) in waar de invoegvellen zullen worden ingevoegd en druk vervolgens op [SET]. Herhaal stap ) en ) indien u invoegvellen bij meer dan één pagina wilt invoegen. 3) Druk op [OK] nadat u de paginanummers hebt ingetoetst. Indien u [AFDRUK] in stap 5 hebt geselecteerd, wordt de betreffende pagina vervangen door een gekopieerd invoegvel. Indien u [BLANK] hebt geselecteerd, wordt een leeg invoegvel vóór de betreffende pagina ingevoegd. Voor [TUSSENLEG LADE ] en [TUSSENLEG LADE ] kunnen maximaal 50 pagina s worden geselecteerd. 7 Druk op het tabblad [BASIS] voor de weergave van het menu BASIS. Selecteer vervolgens een papierlade waarin normaal papier is geplaatst (niet die voor vellen invoegen). U moet vooraf normaal papier van hetzelfde formaat en met dezelfde richting als voor de invoegvellen plaatsen. Invoegvel

124 4 BEWERKINGSFUNCTIES Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en kopiëren. Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 9 en 0 uit. Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm of op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het scannen van het volgende origineel begint. Herhaal deze procedure totdat het scannen van alle originelen is voltooid. Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm. Het kopiëren begint. Invoegvel

125 4 BEWERKINGSFUNCTIES Tijdstempel U kunt de datum en de tijd op het kopieerpapier afdrukken. Onderaan op een staande afdruk Bovenaan op een liggende afdruk MM.DD.YYYY 4:54 MM.DD.YYYY 4:54 3 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [TIJDSTEMPEL] in het menu BEWERKEN. 4 Selecteer de richting en de plaats van de tijdstempel. ) Selecteer de richting ([KORTE ZIJDE] of [LANGE ZIJDE]). ) Selecteer de plaats ([BOVEN] of [ONDER]). 3) Druk op [OK]. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Tijdstempel 3

126 4 BEWERKINGSFUNCTIES Paginanummer U kunt een paginanummer op het kopieerpapier afdrukken. Middenonder op een staande afdruk Rechtsboven op een liggende afdruk Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [PAG. NUMMER] in het menu BEWERKEN. 4 Selecteer de richting en de plaats van een paginanummer. ) Selecteer de richting ([KORTE ZIJDE] of [LANGE ZIJDE]). ) Selecteer de plaats ([TOP LINKS], [TOP MIDDEN], enz.). 3) Als u de pagina waarop de nummering moet beginnen wilt opgeven, druk dan op en ga naar stap 5. Druk anders op [OK] en ga naar stap 6. 4 Paginanummer

127 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 5 Geef de pagina op waarop de nummering moet beginnen. ) Toets het paginanummer in. ) Druk op [OK]. 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Paginanummer 5

128 4 BEWERKINGSFUNCTIES Taakopbouw U kunt meerdere stapels originelen waarvan de instellingen verschillend zijn, scannen en daarna in één keer kopiëren of opslaan. Deze functie heet taakopbouw. Bijvoorbeeld tekstfragmenten (in de TEKST-stand) en foto's in tijdschriften (in de FOTO-stand) in A3-formaat en foto's in A4-formaat kunnen met de optimale instelling voor elk origineel worden gescand en in één keer worden gekopieerd. Er kunnen maximaal 000 pagina's originelen in één keer worden gekopieerd. Er is geen beperking met betrekking tot het aantal taken. Sommige instellingen zijn niet beschikbaar voor taakopbouw en sommige instellingen voor de eerste taak worden op alle andere taken toegepast. Raadpleeg de onderstaande tabel voordat taakopbouw wordt ingesteld. Niet beschikbare instellingen Automatische papierselectie BOEK -> (boek -> dubbelzijdige afdruk) Bewerken XY-zoom Voorblad Tussenleg vellen Brochure Brochure & rughechten Brochure sorteren & uitvouwblad IN/4IN Op alle taken van toepassing zijnde instellingen e-filing / opslaan Originelen met verschillende formaten Kopieerpapierformaat Afwerkfunctie Beeld verplaatsen Boekmidden wissen Tijdstempel Paginanummer Beeldrichting Boek - kalender Geen blanco pagina Voor elke taak te wijzigen instellingen Reproductiefactor Automatische zoomselectie (standaardinstelling voor taakopbouw) Origineelformaat Modus voor originelen Kopieerinstellingen enkelzijdig/ Dubbelzijdig anders dan boek -> Dubbelzijdige afdruk (-> ENKELZIJDIG, -> ENKELZIJDIG, -> DUBBELZIJDIG, -> DUBBELZIJDIG) Achtergrondinstelling Scherpte Rand wissen Dubbele pagina Documentinvoersysteem (invoermodus) Wis randen Druk op [JOB OPBOUW] in het menu BEWERKEN. 6 Taakopbouw

129 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES Druk op [OK]. Taakopbouw is nu ingesteld en de onderstaande melding verschijnt. 3 Plaats de eerste stapel originelen en selecteer daarna de instellingen. Denk eraan dat bij het plaatsen van het origineel op de glasplaat pagina overeenkomt met taak. Zie voor het plaatsen van originelen met verschillende formaten op het automatische documentinvoersysteem (optie): P.60 Originelen met verschillende formaten in één keer kopiëren Indien u een bepaalde papierlade wilt gebruiken, moet u deze selecteren. Druk op [INSTELLING] op het aanraakscherm ter bevestiging van de huidige instellingen. Indien u de instellingen wilt wijzigen, drukt u op de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel en herhaalt u de procedure vanaf stap. Taakopbouw 7

130 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4 Druk op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het scannen begint. Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, verschijnt de onderstaande melding. 5 Plaats de volgende stapel originelen en selecteer daarna de instellingen. Herhaal stap 4 en 5 totdat alle gewenste pagina's zijn gescand. Indien u geen instellingen wijzigt, zijn die voor de laatste taak van toepassing. 6 Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, wijzigt u zo nodig het aantal afdruksets. Druk vervolgens op [OPDR. GEREED] op het aanraakscherm. Het kopiëren begint. Als een opslagfunctie is ingesteld, dan zal die eveneens worden uitgevoerd. 8 Taakopbouw

131 4 BEWERKINGSFUNCTIES Beeldrichting Wanneer u enkelzijdige staande originelen naar dubbelzijdige afdruk kopieert terwijl deze in liggende richting worden geplaatst, zijn de gekopieerde pagina's normaal gesproken naar boven geopend. Met deze functie kan dit worden gewijzigd in naar links geopend. Deze functie heet beeldrichting. Wanneer u dubbelzijdige naar links geopende staande originelen naar enkelzijdige afdruk kopieert, worden de gekopieerde pagina's normaal gesproken afwisselend in een andere richting uitgevoerd. Met deze functie kunnen alle pagina's in dezelfde richting worden uitgevoerd. Enkelzijdig staand origineel (in liggende richting geplaatst) -> dubbelzijdige afdruk AFDRUKRICHTING instellen Geen instelling Dubbelzijdig naar links geopend staand origineel -> enkelzijdige afdruk AFDRUKRICHTING instellen Geen instelling 3 4 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Stel dubbelzijdig kopiëren in. P.87 Dubbelzijdig kopiëren Druk op [BLD RICHTING] in het menu BEWERKEN. Beeldrichting 9

132 4 BEWERKINGSFUNCTIES 5 Druk op [OK]. Beeldrichting is nu ingesteld. 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 30 Beeldrichting

133 4 BEWERKINGSFUNCTIES Boek - kalender Met betrekking tot de richting van originelen of gekopieerde beelden wordt naar links geopend boek en naar boven geopend kalender genoemd. Met deze functie kunt u dubbelzijdige originelen naar dubbelzijdige afdruk kopiëren waarbij alleen de achterzijde van de gekopieerde pagina 80 wordt gedraaid zodat u boek originelen naar kalender kunt kopiëren en omgekeerd. 3 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [BOEK <->KALENDER] in het menu BEWERKEN. 4 Druk op [OK]. Boek - kalender is nu ingesteld. 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Boek - kalender 3

134 4 BEWERKINGSFUNCTIES ADF -> SADF U kunt de invoermodus bij gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie) van automatisch documentinvoersysteem (ADF) naar enkelvoudige invoer (SADF) omschakelen. De papierinvoermodus heeft de volgende functies: ADF (continue invoer): Continue invoer van originelen bij het indrukken van de [START]-toets op het bedieningspaneel terwijl originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) worden geplaatst. Dit is handig bij het maken van meerdere kopieën in één keer (standaardinstelling). SADF (enkelvoudige invoer): Originelen worden automatisch één voor één ingevoerd. Dit is handig wanneer u meestal maar één origineel hebt. Wanneer de enkelvoudige invoer (SADF) is ingesteld, plaatst u de vellen één voor één. Als u meer dan één origineel plaatst, kan het gekopieerde beeld scheef komen te staan of kunnen de originelen vastlopen. Vul de papierlade(n) met papier. Druk op [ADF -> SADF] in het menu BEWERKEN. 3 Druk op [OK]. De invoermodus is nu op enkelvoudige invoer ingesteld. 4 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen. 3 ADF -> SADF

135 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 5 Plaats de originelen vel voor vel op het automatische documentinvoersysteem (optie). Het origineel wordt automatisch in het automatische documentinvoersysteem (optie) getrokken, waarna het onderstaande menu verschijnt. Herhaal stap 5 voor een volgend origineel. Het geplaatste origineel wordt automatisch in het automatische documentinvoersysteem (optie) getrokken, zelfs al drukt u niet op [VLGND AFDR] op het aanraakscherm. 6 Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, drukt u op [OPDR. GEREED]. Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op [STOP OPDR.]. ADF -> SADF 33

136 4 BEWERKINGSFUNCTIES Geen blanco pagina U kunt blanco pagina's van de gescande originelen verwijderen voordat het kopiëren begint. Deze functie heet geen blanco pagina Deze functie detecteert blanco pagina's van de onderstaande originelen mogelijk niet op de juiste wijze: - Halftoon-originelen - Originelen met bijna blanco pagina's (bijv. blanco pagina's met alleen paginanummers) Als u dubbelzijdige originelen inclusief blanco pagina's naar dubbelzijdige afdruk kopieert terwijl deze functie is geactiveerd, komen de voor- en achterzijden van de originelen en de afdrukken niet overeen. De gevoeligheid voor het detecteren van blanco pagina's kan worden gewijzigd. Raadpleeg voor meer informatie de MFP-beheerhandleiding. 3 Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Plaats de originelen. Druk op [GEEN LEGE PAG.] in het menu BEWERKEN. 4 Druk op [OK]. Geen blanco pagina is nu ingesteld. 34 Geen blanco pagina

137 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 5 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Het scannen en kopiëren begint. Er verschijnt gedurende ca. 5 seconden een melding met het aantal blanco pagina's. Geen blanco pagina 35

138 4 BEWERKINGSFUNCTIES Buitenkant wissen U kunt een schaduwachtig donker gedeelte aan de buitenzijde van het gekopieerde beeld wit maken; deze 'schaduw' komt door de tussenruimte tussen de glasplaat voor originelen en de witte plaat. Deze functie heet buitenkant wissen. Dit is handig wanneer u dikke originelen zoals boekjes op de glasplaat voor originelen plaatst. Buitenkant wissen instellen Geen instelling Deze functie wordt gedeactiveerd wanneer u originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) plaatst of wanneer u deze op de glasplaat legt terwijl het automatische documentinvoersysteem of de afdekklep (optie) volledig gesloten is. Als deze functie wordt geactiveerd, wordt de automatische densiteitaanpassing gedeactiveerd. Stel het dichtheidsniveau handmatig in. Originelen met een uitzonderlijke vorm aan de buitenzijde (bijv. een origineel met uitgesneden delen aan de rand) worden mogelijk niet correct afgedrukt omdat deze functie de overgang tussen het origineel en delen die er niet toe behoren, niet detecteert. Vul de papierlade(n) met papier. Stel bij gebruik van de functie kopiëren met handinvoer het papierformaat in. Selecteer de papierlade voor het gewenste papierformaat. 3 Druk op [WIS RANDEN] in het menu BEWERKEN. 36 Buitenkant wissen

139 4 BEWERKINGSFUNCTIES 4.BEWERKINGSFUNCTIES 4 Stel wis randen in. ) Druk op [AAN]. ) Stel de breedte van de rand rondom het origineel naar wens in door op of te drukken. Wanneer u naar de zijde instelt, wordt het gebied dat als niet tot het origineel behorend moet worden gedetecteerd verbreed. Wanneer u naar de zijde instelt, wordt het gebied dat als niet tot het origineel behorend moet worden gedetecteerd versmald. 3) Druk op [OK]. 5 Leg het origineel op de glasplaat. Bij het plaatsen van het origineel dient de afdekklep (optie) of het automatische documentinvoersysteem (optie) volledig te worden geopend. Als u dit niet doet, wordt de overgang tussen het origineel en gebieden die er niet toe behoren mogelijk niet correct gedetecteerd. Kijk niet rechtstreeks op de glasplaat voor originelen tijdens het afdrukken aangezien fel licht kan worden uitgestraald. Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen er geen kracht op uit. Wanneer het glas breekt, kan dit letsel veroorzaken. 6 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. Buitenkant wissen 37

140

141 5.BEELDCORRECTIE Dit hoofdstuk beschrijft de functies voor beeldcorrectie van deze apparatuur. Weergave menu BEELD Gebruik van de functies voor beeldcorrectie... 4 Achtergrondinstelling...4 Scherpte...4

142 5 BEELDCORRECTIE Weergave menu BEELD U kunt het menu BEELD oproepen door op het tabblad [BEELD] op het aanraakscherm te drukken wanneer u de verschillende functies voor beeldcorrectie wilt gebruiken. 40 Weergave menu BEELD

143 5 BEELDCORRECTIE Gebruik van de functies voor beeldcorrectie Achtergrondinstelling Deze functie dient voor de aanpassing van de dichtheid van de achtergrond van het origineel. Hiermee wordt voorkomen dat de achterzijde van een dubbelzijdig origineel op de voorzijde ervan zichtbaar wordt. Aangepast voor een lichtere Vóór Achter achtergrond Niet aangepast Deze functie kan niet samen met de automatische dichtheidsaanpassing worden gebruikt. P.63 Densiteitaanpassing Druk op [ACHTERG. INSTELLING] in het menu BEELD. Druk op [LICHT] of [DONKER] voor de aanpassing van de densiteit en druk vervolgens op [OK]. Achtergrondinstelling annuleren Schuif de indicator naar het midden en druk vervolgens op [OK]. Druk op [RESET] en daarna op [OK]. Gebruik van de functies voor beeldcorrectie 4

144 5 BEELDCORRECTIE Scherpte Deze functie dient voor het verscherpen of vervagen van de contouren van het beeld. Druk op [SCHERPTE] in het menu BEELD. Druk op [ZACHT] of [SCHERP] voor de instelling van de scherpte en druk vervolgens op [OK]. Wanneer het scherpteniveau naar de [ZACHT] zijde wordt ingesteld, worden de gevlamde randen op de afgedrukte foto's enz. verzacht. Bij de instelling naar de [SCHERP] zijde worden de letters en dunne lijnen scherper. Scherpte-instelling annuleren Schuif de indicator naar het midden en druk vervolgens op [OK]. Druk op [RESET] en daarna op [OK]. 4 Gebruik van de functies voor beeldcorrectie

145 6.SJABLONEN In dit hoofdstuk wordt het gebruik van sjablonen beschreven. Templates Weergave templatemenu...44 Gebruik van Praktische templates...45 Templates vastleggen Templates in de openbare templategroep vastleggen...47 Een nieuwe privé-groep aanmaken...50 Templates in een privé-groep vastleggen...5 Templates oproepen Gegevens wijzigen Gegevens van privé-groep wijzigen...57 Templategegevens wijzigen...58 Groepen of templates verwijderen Privé-groepen verwijderen...60 Templates verwijderen...6

146 6 SJABLONEN Templates U kunt een template aanmaken met meerdere functies die vaak worden gebruikt zodat deze desgewenst kan worden opgevraagd en u niet telkens ingewikkelde instellingen hoeft uit te voeren. Templates kunnen worden gebruikt bij het kopiëren, scannen en versturen van een fax. Fax-functies zijn alleen beschikbaar als de fax-eenheid (optie) is geïnstalleerd = Weergave templatemenu U kunt het templatemenu oproepen door op [TEMPLATE] te drukken op het aanraakscherm wanneer u templates wilt registreren of oproepen. 44 Templates

147 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN Gebruik van Praktische templates Dit multifunctionele systeem beschikt over standaardtemplates, die direct kunnen worden gebruikt. Deze zijn vastgelegd onder groepsnummer 00 Praktische templates. Voor het oproepen ervan zie: P.54 Templates oproepen Templates met kopieerfuncties Toets Functie * Origineelformaat: dubbelzijdige kleine originelen, zoals visitekaartjes Papierformaat: A4 (multifunctioneel systeem voor het A/B-formaat), LT (multifunctioneel systeem voor het LT-formaat) IN / 4IN: IN (Plaats het origineel op de glasplaat voor originelen alvorens de template op te roepen aangezien de automatische start in deze template wordt ingeschakeld. Druk na het scannen van de voorzijde en daarna de achterzijde van het dubbelzijdige origineel op [OPDR. GEREED] om het kopieerproces te starten.) IN / 4IN: IN Enkelzijdig/dubbelzijdig: -> DUBBELZIJDIG Nietje: NIETEN VOOR * Origineelformaat: Verschillende formaten Papierselectie: Automatische papierselectie Nietje: NIETEN VOOR * Origineelformaat: Verschillende formaten Papierselectie: Automatische vergroting selectie Papierbron: ste lade Nietje: NIETEN VOOR * Templates met scanfuncties Toets Functie * Origineel: Enkelzijdig Kleurinstelling: KLEUR Modus voor originelen: TEKST Opslagmethode: Opgeslagen in de gedeelde map van dit multifunctionele systeem als een PDFbestand (multi) met hoge compressie *3 Origineel: Dubbelzijdig Kleurinstelling: KLEUR Modus voor originelen: TEKST Opslagmethode: Opgeslagen in de gedeelde map van dit multifunctionele systeem als een PDFbestand (multi) met hoge compressie *3 Origineel: Enkelzijdig Kleurinstelling: ZWART Modus voor originelen: TEKST/FOTO Resolutie: 400 dpi Opslagmethode: Opgeslagen in de gedeelde map van dit multifunctionele systeem als PDF-bestand (multi) *3 Origineel: Enkelzijdig Kleurinstelling: AUTO KLEUR Modus voor originelen: TEKST Resolutie: 300 dpi Opslagmethode: Opgeslagen in de e-filing-box (openbare box) *3 Templates 45

148 6 SJABLONEN Templates met e-filing-functies Toets Functie * Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: -> ENKELZIJDIG Opslagmethode: Opgeslagen in de e-filing-box (openbare box) Geen kopieerfunctie Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: -> DUBBELZ. NAAR ENKELZ. Opslagmethode: Opgeslagen in de e-filing-box (openbare box) Geen kopieerfunctie Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: -> DUBBELZIJDIG Opslagmethode: Opgeslagen in de e-filing-box (openbare box) Kopieerfunctie uitgevoerd Modus voor originelen: TEKST/FOTO Enkelzijdig/dubbelzijdig: -> ENKELZIJDIG Functie bewerken: Dubbele pagina Opslagmethode: Opgeslagen in de e-filing-box (openbare box) Geen kopieerfunctie (De dubbele-paginafunctie is alleen voor A4-, LT- en B5-formaat beschikbaar.) * Voor functies anders dan hier vermeld, is de standaardinstelling ervan van toepassing. * Er is een optionele finisher nodig voor nieten en rughechten. Als er geen finisher geïnstalleerd is, wordt het afgedrukte papier alleen gesorteerd. *3 De scannerkit (optioneel) of Printer/Scannerkit (optional) is vereist voor e-studio56/356/456/ Templates

149 6 SJABLONEN Templates vastleggen Templates moeten worden vastgelegd in de openbare templategroep of in de privé-groepen. U kunt een wachtwoord instellen om het gebruik van vastgelegde templates te beperken. Openbare templategroep: Dit is de standaardinstelling. Templates in deze groep kunnen door iedereen worden gebruikt. Het is handig meerdere combinaties van functies die vaak in het gehele kantoor of in een afdeling worden gebruikt vast te leggen. Maximaal 60 templates kunnen in de openbare groep worden vastgelegd. Het Admin-wachtwoord (beheerder) is vereist voor het vastleggen, wissen of wijzigen van templates in de openbare templategroep. Privé-groep: U kunt maximaal 00 privé-groepen aanmaken. Deze zijn handig voor elke afdeling, sectie of gebruiker. Er kunnen maximaal 60 templates per groep worden vastgelegd. U kunt een wachtwoord instellen om het gebruik van de vastgelegde templates te beperken. Praktische templates zijn standaard vastgelegd onder groep 00. Templates in de openbare templategroep vastleggen Stel alle benodigde functies in. Voorbeeld: Bewerken-functie beeld verplaatsen, reproductiefactor 90%, aantal afdruksets 0 Druk op [TEMPLATE] op het aanraakscherm. Het templatemenu verschijnt. 3 Selecteer de openbare sjabloongroep. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Druk op [OPENBARE SJABLOONGROEP]. 3) Druk op [OPENEN]. Templates vastleggen 47

150 6 SJABLONEN 4 Druk op [WACHTWOORD]. Het toetsenbord op het scherm verschijnt. 5 Geef het Admin-wachtwoord op met behulp van het toetsenbord op het scherm of de numerieke toetsen. Druk daarna op [OK]. 6 Selecteer een template. ) Druk op een lege toets. ) Druk op [BEWAREN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. 48 Templates vastleggen

151 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 7 Voer de benodigde gegevens over de template in. NAAM & : Toets de naam van de template in. NAAM verschijnt boven de templatetoets en NAAM verschijnt eronder. Voer ten minste één ervan in. Wanneer u op een van beide drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Toets maximaal tekens in. GEBR.NAAM: Toets zo nodig de naam van de template-eigenaar in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Toets maximaal 30 tekens in. WACHTWOORD: Toets hier een wachtwoord in als u het oproepen van de template met een wachtwoord wilt beveiligen. Wanneer u erop drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Volg de onderstaande werkwijze. ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord (tot 0 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. De ingetoetste tekens verschijnen als sterretjes (*). ) Druk op [HERH. WACHTWOORD] en toets het wachtwoord opnieuw in. 3) Druk op [OK]. De onderstaande tekens mogen niet worden gebruikt in wachtwoorden. ' \ % & < > [ ] AUTOMATISCHE START: Druk op [AAN] wanneer u de uitvoering van de ingestelde functies onmiddellijk na het indrukken van een toets voor de betreffende template wilt starten. Druk op [UIT] wanneer u pas wilt starten bij het indrukken van de [START]-toets op het bedieningspaneel. Templates vastleggen 49

152 6 SJABLONEN Zelfs wanneer de automatische startfunctie is ingeschakeld, moet u in de volgende gevallen de gebruikersnaam en het wachtwoord opgeven voor het oproepen van de template. Informeer bij uw beheerder voor meer informatie over de gebruikersauthenticatie voor Scannen naar bericht en de gebruikersbeheerfunctie. Als de gebruikersauthenticatie voor Scannen naar bericht is ingeschakeld en de gebruikersbeheerfunctie is uitgeschakeld Als zowel de gebruikersauthenticatie voor Scannen naar bericht als de gebruikersbeheerfunctie zijn ingeschakeld, maar de gebruikersnamen en wachtwoorden verschillend zijn Na het invoeren van alle benodigde items drukt u op [BEWAREN]. De template is nu vastgelegd en er wordt teruggekeerd naar het menu dat net vóór het vastleggen werd weergegeven. Een nieuwe privé-groep aanmaken Druk op [TEMPLATE] op het aanraakscherm. Het templatemenu verschijnt. Selecteer een groep. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. 50 Templates vastleggen

153 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 3 Voer de benodigde gegevens over de groep in. NAAM: Toets de naam van de groep in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Toets maximaal 0 tekens in. Zorg ervoor dat deze wordt ingevoerd. GEBR.NAAM: Toets zo nodig de naam van de groepseigenaar in. Wanneer u erop drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Toets maximaal 30 tekens in. WACHTWOORD: Toets hier een wachtwoord in als u het weergeven van de groep of het vastleggen van templates in de groep met een wachtwoord wilt beveiligen. Wanneer u erop drukt, verschijnt het toetsenbord op het scherm. Volg de onderstaande werkwijze. ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord (tot 0 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. De ingetoetste tekens verschijnen als sterretjes (*). ) Druk op [HERH. WACHTWOORD] en toets het wachtwoord opnieuw in. 3) Druk op [OK]. De onderstaande tekens mogen niet worden gebruikt in wachtwoorden. ' \ % & < > [ ] Na het invoeren van alle benodigde items drukt u op [OK]. De nieuwe groep is nu vastgelegd en het menu voor het vastleggen van templates verschijnt. 4 Druk op de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel. Het menu keert terug naar het menu BASIS. Templates vastleggen 5

154 6 SJABLONEN Templates in een privé-groep vastleggen Stel alle benodigde functies in. Voorbeeld: Bewerken-functie beeld verplaatsen, reproductiefactor 90%, aantal afdruksets 0 Druk op [TEMPLATE] op het aanraakscherm. Het templatemenu verschijnt. 3 Selecteer de gewenste groep. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. 5 Templates vastleggen

155 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 4 Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 5.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. 5 Leg een template vast zoals beschreven in stap 6 en 7 op P.47 Templates in de openbare templategroep vastleggen. Templates vastleggen 53

156 6 SJABLONEN Templates oproepen Wanneer u een template oproept, worden de daarin ingestelde functies automatisch geactiveerd. Als de automatische startfunctie is ingeschakeld, start het multifunctionele systeem de uitvoering van elke functie automatisch wanneer u de toets voor de betreffende template indrukt. 3 Vul de papierlade(n) met papier. Plaats de originelen. Druk op [TEMPLATE] op het aanraakscherm. Het templatemenu verschijnt. 4 Druk op de toets voor de groep waarin de gewenste template is vastgelegd. U kunt de groep ook selecteren door het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. Tussen menu's schakelen Druk op of. 54 Templates oproepen

157 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 5 Toets het wachtwoord in wanneer u de privé-groep heeft geselecteerd. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 6.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. 6 Druk op de toets van de gewenste template. Tussen menu's schakelen Druk op of. Templates met ingeschakelde automatische startfunctie kunnen worden aangeduid met. Als deze markering wordt weergegeven, kunt u erop drukken om de uitvoering van de in de template ingestelde functies onmiddellijk te starten. 7 Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 8.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. Templates oproepen 55

158 6 SJABLONEN 8 Controleer of Bijwerken template (SJABLOON instelling). wordt weergegeven op het aanraakscherm. De melding wordt ca. 3 seconden weergegeven. 9 Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START]-toets op het bedieningspaneel. 56 Templates oproepen

159 6 SJABLONEN Gegevens wijzigen U kunt de gegevens wijzigen van reeds vastgelegde templates of privé-groepen zoals templatenaam, gebruikersnaam, wachtwoord en instelling van de automatische startfunctie. De gegevens van de openbare templategroep kunnen worden gewijzigd vanuit het TopAccess-menu, maar niet via het bedieningspaneel. Voor de wijziging ervan vanuit het TopAccess-menu zie de TopAccess Guide. Gegevens van privé-groep wijzigen Selecteer de gewenste groep in het templatemenu. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. 3) Druk op [BEWERKEN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 3.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. 3 4 Wijzig de gegevens zoals beschreven in stap 3 op P.50 Een nieuwe privé-groep aanmaken. Druk op de [FUNCTION CLEAR]-toets op het bedieningspaneel. Het menu keert terug naar het menu BASIS. Gegevens wijzigen 57

160 6 SJABLONEN Templategegevens wijzigen Selecteer in het templatemenu de groep waarin de gewenste template is vastgelegd. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. Toets het wachtwoord als volgt in en druk vervolgens op [OK]. Als de openbare templategroep is geselecteerd: druk op [WACHTWOORD] en toets het Admin-wachtwoord (6 tot 64 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Als een privé-groep is geselecteerd: druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord (tot 0 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap Gegevens wijzigen

161 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 3 Selecteer de gewenste template. ) Druk op de toets van de betreffende template. ) Druk op [BEWERKEN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. 4 Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 5.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. 5 Wijzig de gegevens zoals beschreven in stap 7 op P.47 Templates in de openbare templategroep vastleggen. Gegevens wijzigen 59

162 6 SJABLONEN Groepen of templates verwijderen U kunt privé-groepen of templates die niet meer worden gebruikt verwijderen. Als een privé-groep wordt verwijderd, gebeurt dit ook met alle templates in deze groep. De openbare templategroep kan niet worden verwijderd. Privé-groepen verwijderen Selecteer de gewenste privé-groep in het templatemenu. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. 3) Druk op [VERWIJDER]. Tussen menu's schakelen Druk op of. Toets het wachtwoord voor de geselecteerde groep in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 3.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. 60 Groepen of templates verwijderen

163 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 3 Druk op [WISSEN]. De privé-groep is nu verwijderd. Groepen of templates verwijderen 6

164 6 SJABLONEN Templates verwijderen Selecteer in het templatemenu de groep waarin de gewenste template is vastgelegd. ) Druk op het tabblad [REGISTRATIE]. ) Selecteer de gewenste groep door op de toets ervan te drukken of het groepsnummer ervan (3 cijfers) in te toetsen. 3) Druk op [OPENEN]. Tussen menu's schakelen Druk op of. Toets het wachtwoord als volgt in en druk vervolgens op [OK]. Als de openbare templategroep is geselecteerd: druk op [WACHTWOORD] en toets het Admin-wachtwoord (6 tot 64 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Als een privé-groep is geselecteerd: druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord (tot 0 tekens) in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 3. 6 Groepen of templates verwijderen

165 6 SJABLONEN 6.SJABLONEN 3 Selecteer de gewenste template. ) Druk op de toets van de gewenste template. ) Druk op [VERWIJDER]. Tussen menu's schakelen Druk op of. 4 Toets het wachtwoord voor de geselecteerde template in. (Als er geen wachtwoord is ingesteld, gaat u verder met stap 5.) ) Druk op [WACHTWOORD] en toets het wachtwoord in door middel van de toetsen op het aanraakscherm of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. ) Druk op [OK]. 5 Druk op [WISSEN]. De template is nu verwijderd. Groepen of templates verwijderen 63

166

167 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Dit hoofdstuk beschrijft hoe de verwerkingsstatus bevestigd wordt en de historie van uitgevoerde kopieertaken. Bevestiging kopieertaakstatus Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen...66 Taakgeschiedenis bevestigen...7 Papierladen bevestigen...7 Hoeveelheid resterende toner bevestigen...73

168 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Bevestiging kopieertaakstatus U kunt taken die in uitvoering zijn of zich in de wachtrij bevinden op het aanraakscherm bevestigen. U kunt taken in de wachtrij ook annuleren, onderbreken of hervatten alsmede de volgorde ervan wijzigen. Het is bovendien mogelijk de geschiedenis van uitgevoerde afdruktaken, de status van papierladen en de hoeveelheid resterende toner in de cartridges te bevestigen. Wanneer dit multifunctionele systeem wordt beheerd door middel van de gebruikersbeheerfunctie en de afdelingsbeheerfunctie, kunnen alleen de taak- en systeemstatus worden bevestigd als de gebruiker niet is aangemeld. Wanneer het multifunctionele systeem beheerd wordt met functie Gebruikersbeheer, kunnen taken die in de wacht staan alleen worden verwijderd, gepauzeerd of in volgorde gewijzigd worden door een ingelogde gebruiker; de taakhistorie wordt alleen voor een dergelijke gebruiker getoond in het afdruklogboek. Als de gebruiker echter over beheerdersprivileges beschikt, kunnen alle in de wacht staande taken worden verwijderd, gepauzeerd of in volgorde gewijzigd worden; de gehele taakhistorie wordt weergegeven in het afdruklogboek. Taken in uitvoering of in de wachtrij bevestigen U kunt de taken die in uitvoering zijn of zich in de wachtrij bevinden op het aanraakscherm bevestigen. Als u deze wilt bekijken, drukt u op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. De afdruktakenlijst verschijnt. (Druk op het tabblad [TAKEN] als een ander tabbladmenu wordt weergegeven.) Kopieertaken verschijnen in de afdruktakenlijst alsmede afdruktaken. In de afdruktakenlijst kunt u het pictogram van het taaktype, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden, de datum en de tijd van verzending, het papierformaat, het aantal pagina's en afdruksets alsmede de verwerkingsstatus bevestigen. Er verschijnen 5 taken op pagina van de afdruktakenlijst. Wanneer u op of op het aanraakscherm drukt, gaat u naar het vorige of volgende menu zodat u maximaal 000 taken kunt bekijken. Druk op [SLUITEN] om de bevestiging te beëindigen. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven vóór het drukken op [TAAKSTATUS]. 66 Bevestiging kopieertaakstatus

169 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken annuleren U kunt taken die niet meer hoeven te worden uitgevoerd annuleren. Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [VERWIJDER]. Het is mogelijk meer dan één taak te selecteren. Druk op [VERWIJDER]. De taak is nu verwijderd. U kunt de afdruktakenlijst niet gebruiken om fax- en internetfaxopdrachten en afdruktaken van mailontvangsten te wissen. Bevestiging kopieertaakstatus 67

170 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken onderbreken Taken met status Wacht, kunnen in de wachtrij worden vastgehouden (onderbreken). Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [PAUZE]. De taak is nu gepauzeerd. De onderbroken taak wordt niet afgedrukt, zelfs niet wanneer die aan de beurt komt. Het afdrukken van de volgende taak begint. Onderbroken taak hervatten Selecteer de gewenste taak en druk vervolgens op [HERVAT]. 68 Bevestiging kopieertaakstatus

171 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taken verplaatsen U kunt de volgorde van de taken in de wachtrij wijzigen door deze in de lijst te verplaatsen. U kunt alleen taken verplaatsen van en naar die waarvan de status Wacht is. Selecteer de gewenste taak in de afdruktakenlijst en druk vervolgens op [VERPLAATS]. Selecteer de positie waarheen u de taak wilt verplaatsen. (Deze wordt onder de geselecteerde taak geplaatst.) Bevestiging kopieertaakstatus 69

172 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Bevestiging van de informatie van een overgeslagen taak Het kan zijn dat er geen afdruktaken uitgevoerd kunnen worden omdat het opgegeven papier op is of de nietjes op zijn enz. Deze zullen onderbroken worden en de volgende taak zal worden uitgevoerd (functie Taak overslaan). Kijk op het aanraakscherm hoe u de onderbroken taken kunt herstellen. Selecteer de overgeslagen taak in de afdruktakenlijst en druk op [HERSTELINFORMATIE]. Hef de oorzaak van het overslaan op door de aanwijzingen op het scherm te volgen. Als er meerdere oorzaken zijn, dan wordt de tweede oorzaak weergegeven nadat u de eerste hebt opgeheven. Hef alle oorzaken op overeenkomstige wijze op. 70 Bevestiging kopieertaakstatus

173 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Taakgeschiedenis bevestigen U kunt de geschiedenis van de uitgevoerde afdruktaken op het aanraakscherm bevestigen. Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk op het tabblad [LOG]. 3 Druk op [AFDRUKKEN]. Het afdruklogboek verschijnt. Kopieertaken verschijnen in het afdruklogboek alsmede afdruktaken. In het afdruklogboek kunt u het pictogram van het taaktype, de naam van de gebruiker die de taak heeft uitgevoerd, de datum en de tijd van afdrukken, het papierformaat en het aantal pagina's of afdruksets bevestigen. Er verschijnen 5 taken op pagina van het afdruklogboek. Wanneer u op of op het aanraakscherm drukt, gaat u naar het vorige of volgende menu zodat u maximaal 0 taken kunt bekijken. Wanneer u de bevestiging beëindigt, drukt u op [SLUITEN] zodat het menu terugkeert naar dat in stap 3 en druk vervolgens op [SLUITEN]. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven vóór het drukken op [TAAKSTATUS]. Bevestiging kopieertaakstatus 7

174 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN Papierladen bevestigen U kunt de instelling van papierformaat en -soort of het aantal resterende vellen in de papierladen bevestigen. Tijdens het afdrukken kunt u bevestigen welke papierlade voor de papierinvoer zorgt. Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk op het tabblad [PAPIER]. Tijdens het afdrukken is de toets voor de papierlade waaruit papier wordt aangevoerd gemarkeerd. Druk op [SLUITEN] om de bevestiging te beëindigen. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven vóór het drukken op [TAAKSTATUS]. Als het papier in de papierlade tijdens het afdrukken is opgeraakt, knippert [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk in dat geval op [TAAKSTATUS] waarna het menu voor de weergave van de afdrukstatus verschijnt en de toets voor de papierlade waarvan het papier is opgeraakt, gaat knipperen in dit menu. Het afdrukken wordt hervat wanneer deze papierlade is bijgevuld. P. Papier plaatsen 7 Bevestiging kopieertaakstatus

175 7 TAAKSTATUS BEVESTIGEN 7.TAAKSTATUS BEVESTIGEN Hoeveelheid resterende toner bevestigen U kunt de hoeveelheid toner die nog ongeveer in de cartridge aanwezig is bevestigen. Druk op [TAAKSTATUS] op het aanraakscherm. Druk op het tabblad [TONER]. Druk op [SLUITEN] om de bevestiging te beëindigen. Er wordt teruggekeerd naar het menu dat werd weergegeven vóór het drukken op [TAAKSTATUS]. Bevestiging kopieertaakstatus 73

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Kopieerhandleiding

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Kopieerhandleiding MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Kopieerhandleiding 009 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd, in welke vorm dan ook,

Nadere informatie

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel Naslagkaart Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel en de handmatige invoer. Het bevat tevens informatie over het

Nadere informatie

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren. Naslagkaart Bezig met kopiëren Een kopie maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn. Zo voorkomt

Nadere informatie

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570

LASERJET PRO 500 COLOR MFP. Naslaggids M570 LASERJET PRO 500 COLOR MFP Naslaggids M570 Direct afdrukken via USB 1. Plaats het USB-flashstation in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. 2. Het menu USB-flashdrive wordt geopend. Raak de pijknoppen

Nadere informatie

Universeellader vullen

Universeellader vullen De universeellader is geschikt voor afdrukmedia van diverse formaten en soorten, zoals transparanten en enveloppen. Deze lade is handig als u enkelzijdig wilt afdrukken op papier met een briefhoofd, gekleurd

Nadere informatie

LET OP KANS OP LETSEL:

LET OP KANS OP LETSEL: Pagina 1 van 19 Help bij afdrukken Papier in de lade voor 250 vel of 550 vel plaatsen LET OP KANS OP LETSEL: Zorg ervoor dat u papier afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de apparatuur

Nadere informatie

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen DX-C200 Verkorte Handleiding Namen en locaties De kopieerfunctie gebruiken De scannerfunctie gebruiken De faxfunctie gebruiken Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Inktcartridges Lees deze handleiding

Nadere informatie

Een kopie maken. Multifunctionele printer Xerox WorkCentre 5945/5955. Startpagina Functies. Opdrachtstatus. Aanraakscherm. Start

Een kopie maken. Multifunctionele printer Xerox WorkCentre 5945/5955. Startpagina Functies. Opdrachtstatus. Aanraakscherm. Start Een kopie maken. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerbak van de. Pas de geleider zodanig aan dat deze de til de op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek

Nadere informatie

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden.

Opmerking: Zorg ervoor dat het formaat van het origineel en het kopieerpapier hetzelfde zijn. Zo voorkomt u dat een afbeelding wordt bijgesneden. Pagina 1 van 5 Snel kopiëren 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde als eerste in de ADF-lade of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerkingen:

Nadere informatie

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MFP kleur systemen Aanteken vel Het Bedieningspaneel Functie paneel Functietoetsen Geeft de keuze om te wisselen tussen de functies: Kopiëren - Doc. Server Faxen - Printen - Scannen

Nadere informatie

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Kopiëren. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Kopiëren Dit hoofdstuk omvat: Eenvoudige kopieertaken op pagina 3-2 Kopieeropties aanpassen op pagina 3-3 Basisinstellingen op pagina 3-4 Afbeeldingsaanpassingen op pagina 3-9 Aanpassingen aan de positie

Nadere informatie

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen

Naslagkaart. Papier in de printer plaatsen. Laden vullen Naslagkaart 2 Stel de papiergeleiders in op het papierformaat dat u wilt plaatsen. 4 Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar beneden en zorg ervoor dat de zijgeleiders goed tegen het papier zitten.

Nadere informatie

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Speciale afdrukmethoden en - materialen Speciale afdrukmethoden en - materialen In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 16. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 19. Transparanten

Nadere informatie

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n Naslagkaart voor de 5210n / 5310n 1 2 3 4 VOORZICHTIG: Neem zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in de Handleiding voor eigenaren door voordat u de Dell-printer gaat instellen en gebruiken. 5 6 7 8 1

Nadere informatie

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm De universeellader is geschikt voor papier van diverse formaten en soorten, zoals transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen. Deze lade is handig als u enkelzijdig wilt afdrukken op papier

Nadere informatie

7 3/4 envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X. 9 envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X

7 3/4 envelop (Monarch) 98 x 191 mm (3,9 x 7,5 inch) X X. 9 envelop 98 x 225 mm (3,9 x 8,9 inch) X X Pagina van 5 Help afdrukmat. Papierformaten die door de printer worden ondersteund Opmerking: Wanneer u afdrukt op papier dat minder dan 0 mm (8,3 inch) breed is, is het mogelijk dat de printer na verloop

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Laser-MFP Naslagkaart Kopiëren Snel kopiëren documentinvoer (ADF) of met de bedrukte zijde naar beneden (zoals knipsels uit tijdschriften) in de ADF. Gebruik in plaats plaatst, moet u de papiergeleiders

Nadere informatie

Een kopie maken. Xerox WorkCentre 5845/5855/5865/5875/5890. Bedieningspaneel AOD. Glasplaat

Een kopie maken. Xerox WorkCentre 5845/5855/5865/5875/5890. Bedieningspaneel AOD. Glasplaat Xerox WorkCentre 8/8/8/87/890 Een kopie maken Startpagina Functies Opdrachtstatus Aanraakscherm Start Alle wissen Stoppen. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de. Pas de

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Papier plaatsen in Lade 1 (MPT) voor enkelzijdig afdrukken" op pagina 2-9 "Papier plaatsen in laden 2-5 voor enkelzijdig afdrukken"

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575 LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP Naslaggids M575 Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in het beginscherm

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 4 5 Aanraakscherm

Nadere informatie

Papier, karton of etiketten laden. Briefhoofdpapier laden. Transparanten laden

Papier, karton of etiketten laden. Briefhoofdpapier laden. Transparanten laden De printer geeft aan wanneer het papier moet worden bijgevuld. Als er minder dan 50 vellen papier in een lade zitten, wordt het bericht Lade x bijna op op de display weergegeven, waarbij x verwijst naar

Nadere informatie

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 5 Ontgrendeling

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Papier plaatsen in lade 1 (MPT)' op pagina 2-12 'Papier plaatsen in de laden 2-5' op pagina 2-17 'De nietmachine gebruiken' op pagina

Nadere informatie

Handleiding voor afdrukkwaliteit

Handleiding voor afdrukkwaliteit Pagina 1 van 7 Handleiding voor afdrukkwaliteit Veel problemen met de afdrukkwaliteit kunnen worden opgelost door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben

Nadere informatie

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel

Hulp krijgen. Systeemberichten. Aanmelden/Afmelden. Pictogrammen op het bedieningspaneel Hulp krijgen Voor informatie/assistentie, raadpleegt u het volgende: Handleiding voor de gebruiker voor informatie over het gebruik van de Xerox 4595. Ga voor online hulp naar: www.xerox.com Klik op de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor de wisfunctie

Gebruikershandleiding voor de wisfunctie MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Gebruikershandleiding voor de wisfunctie zwij danken u voor de aanschaf van uw TOSHIBA multifunctionele digitale systeem. z Deze handleiding beschrijft het gebruik van

Nadere informatie

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2050-serie-printer Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2050-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 9301 / 9302 / 9303 Bedieningspaneel Xerox ColorQube 90 / 90 / 90 Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen.?

Nadere informatie

U-lader config Papierstructuur Aangepaste srtn Papiersoort Beschermenvelop Papiergewicht Papier laden Ander formaat. Papierformaat Univrsle install

U-lader config Papierstructuur Aangepaste srtn Papiersoort Beschermenvelop Papiergewicht Papier laden Ander formaat. Papierformaat Univrsle install In het Papiermenu kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst aangeven wat de standaardpapierbron is. Selecteer voor meer informatie een menu-item: U-lader config Papierstructuur Aangepaste

Nadere informatie

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids

LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE. Naslaggids LASERJET PROFESSIONAL M1130/M1210 MFP-SERIE Naslaggids Met Windows afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Selecteer

Nadere informatie

1 Aanmelden. Beweeg uw pas over de bovenkant van de betaalterminal (PayCube).

1 Aanmelden. Beweeg uw pas over de bovenkant van de betaalterminal (PayCube). 1 Aanmelden Beweeg uw pas over de bovenkant van de betaalterminal (PayCube). 2 Kopieerfunctie kiezen Kies voor kopiëren op het aanraakscherm. 3 Kopieerscherm activeren Druk op de knop Copy om het kopieerscherm

Nadere informatie

Berichten op het voorpaneel

Berichten op het voorpaneel en op het voorpaneel In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Statusberichten" op pagina 4-61 "Foutberichten en waarschuwingen" op pagina 4-62 Het voorpaneel van de printer biedt informatie en hulp

Nadere informatie

Kopiëren...5. Kopieën maken...5. Taakonderbreking...6 Een kopieertaak annuleren en...7. Voorbereiden op het per verzenden...

Kopiëren...5. Kopieën maken...5. Taakonderbreking...6 Een kopieertaak annuleren en...7. Voorbereiden op het per  verzenden... Naslagkaart Inhoudsopgave Kopiëren...5 Kopieën maken...5 Snel kopiëren...5 Kopiëren via de ADF...5 Kopiëren via de glasplaat...5 Taakonderbreking...6 Een kopieertaak annuleren...6 Een kopieertaak annuleren

Nadere informatie

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande

Nadere informatie

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat.

Kopiëren via de glasplaat. 1 Plaats het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Naslagkaart Wordt gekopieerd Kopieën maken Snel kopiëren 3 Druk op het bedieningspaneel van de printer op. 4 Als u het document op de glasplaat hebt gelegd, raakt u Finish the Job (Taak voltooien) aan

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN Handleiding voor probleemoplossing 0 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd,

Nadere informatie

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk

ABCDE ABCDE ABCDE. Handleiding voor afdrukkwaliteit. Problemen met afdrukkwaliteit opsporen. Onregelmatigheden in de afdruk Pagina 1 van 8 Handleiding voor afdrukkwaliteit U kunt veel problemen met de afdrukkwaliteit verhelpen door supplies of printeronderdelen te vervangen die bijna het einde van hun levensduur hebben bereikt.

Nadere informatie

In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde:

In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Phaser 6200-kleurenlaserprinter Laden In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Papier in de laden 1 tot en met 3 plaatsen zie pagina 2. Papier in de multifunctionele lade plaatsen zie

Nadere informatie

Handleiding met informatie

Handleiding met informatie Handleiding met informatie Pagina 1 van 1 Handleiding met informatie Er is een groot aantal handleidingen beschikbaar om u te helpen de MFP en de functies ervan te begrijpen. Met behulp van deze pagina

Nadere informatie

Lade 5 (optioneel) Lade 6 (invoegmodule) (optioneel) Bedieningspaneel. Afwerkeenheid voor grote volumes (optioneel) Bedieningspaneel

Lade 5 (optioneel) Lade 6 (invoegmodule) (optioneel) Bedieningspaneel. Afwerkeenheid voor grote volumes (optioneel) Bedieningspaneel Xerox ColorQube 90/ 90/ 90 Apparaatoverzicht Apparaatoverzicht Toepassingen Afhankelijk van de configuratie van uw apparaat, heeft u de beschikking over het volgende: 8 Kopiëren E-mailen Internetfax Serverfax

Nadere informatie

Papier, karton of etiketten laden Transparanten laden Enveloppen laden

Papier, karton of etiketten laden Transparanten laden Enveloppen laden Klik op een onderwerp om direct naar de laadinstructies te gaan. Papier, karton of etiketten laden Transparanten laden Enveloppen laden Media laden 1 De procedure voor het plaatsen van papier is voor beide

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN Handleiding voor probleemoplossing 0 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd,

Nadere informatie

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2030-serie-printer Paper and Print Media Guide HP LaserJet P2030-serie-printer Handleiding voor papier en afdrukmateriaal Copyright en licentie 2008 Copyright Hewlett-Packard Development

Nadere informatie

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425

LASERJET PRO 400 MFP. Naslaggids M425 LASERJET PRO 400 MFP Naslaggids M425 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van de kopie

Nadere informatie

Selecteer voor meer informatie een menu-item:

Selecteer voor meer informatie een menu-item: In het kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Selecteer voor meer informatie een menu-item: Ken srt/lade toe Papier laden

Nadere informatie

Media plaatsen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer

Media plaatsen. WorkCentre C2424-kopieerapparaat-printer Media plaatsen Dit hoofdstuk omvat: Ondersteunde media op pagina 2-2 Media plaatsen in lade 1 op pagina 2-7 Media plaatsen in lade 2, 3 en 4 op pagina 2-13 Copyright 2005 Xerox Corporation. Alle rechten

Nadere informatie

Toepassingen* worden beschikbaar door het aanraken van de tabbladen of Alle functies,

Toepassingen* worden beschikbaar door het aanraken van de tabbladen of Alle functies, Toepassingen* worden beschikbaar door het aanraken van de tabbladen of Alle functies, PAPIER PLAATSEN AANRAAKSCHERM - Geeft alle beschikbare toepassingen en algemene informatie over het apparaat weer ALLES

Nadere informatie

Media laden. Afdrukken. Afdrukmaterialen. Toebehoren. Problemen oplossen. Beheer

Media laden. Afdrukken. Afdrukmaterialen. Toebehoren. Problemen oplossen. Beheer In de volgende tabellen wordt beschreven welk afdrukmateriaal u kunt gebruiken en in welke hoeveelheden. Ook vindt u hier informatie over de wijze waarop u de media in de lade of lader moet plaatsen. Klik

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 7800-serie Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. ABC DEF Menu's GHI

Nadere informatie

Printen via de handmatige invoerlade (briefpapier, etiketten, etc.)

Printen via de handmatige invoerlade (briefpapier, etiketten, etc.) Directie ITS Information and Technology Services HANDLEIDING Printen via de handmatige invoerlade (briefpapier, etiketten, etc.) Deze handleiding beschrijft hoe je op een Xerox-Multifunctional via de handmatige

Nadere informatie

Dynamic balance. www.develop.eu. Snelgids. ineo 3301P

Dynamic balance. www.develop.eu. Snelgids. ineo 3301P Dynamic balance www.develop.eu Snelgids ineo 3301P Inhoudsopgave 1 Omgaan met de printer... 2 Het bedieningspaneel van de printer gebruiken... 2 De kleuren van de slaapknop and het indicatorlampje begrijpen...

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP. Naslaggids M575

LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP. Naslaggids M575 LASERJET ENTERPRISE COLOR FLOW MFP Naslaggids M575 Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in het beginscherm

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN Handleiding voor probleemoplossing 03 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd,

Nadere informatie

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen

Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl. Printen en Scannen Dick Grooters Raadhuisstraat 296 5683 GM Best tel: 0499-392579 e-mail: d.grooters@home.nl Printen en Scannen Als een nieuwe printer wordt gekocht en onder Windows XP aangesloten zal Windows deze nieuwe

Nadere informatie

Speciaal papier. Afdrukken op glanspapier. Richtlijnen. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Speciaal papier. Afdrukken op glanspapier. Richtlijnen. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Speciaal papier In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Afdrukken op glanspapier' op pagina 2-60 'Afdrukken op papier voor digitale foto's' op pagina 2-65 'Afdrukken op briefkaarten en driebladige

Nadere informatie

Naslagkaart. Informatie over het bedieningspaneel. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel. Naslagkaart

Naslagkaart. Informatie over het bedieningspaneel. Betekenis van de lampjes op het bedieningspaneel. Naslagkaart Naslagkaart Informatie over het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de printer heeft twee knoppen en zes lampjes (de knop Doorgaan fungeert als knop en als lampje). De lampjes geven de status van

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u met de voorgestelde oplossing het probleem niet verhelpt. Taak is niet afgedrukt of de verkeerde tekens zijn afgedrukt. Controleer of Gereed wordt

Nadere informatie

Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de indicatielampjes

Uitleg over de kleuren van de slaapknop en de indicatielampjes Naslagkaart Omgaan met de printer Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Onderdeel 1 2 3 4 5 10 Tot 9 1 Display Afdruk-, kopieer-, e-mail-, fax- en scanopties weergeven. Printerstatus en foutmeldingen

Nadere informatie

Versie 1.0 Oktober Xerox 700 Digital Color Press Beeldverschuiving/Hoekverschuiving

Versie 1.0 Oktober Xerox 700 Digital Color Press Beeldverschuiving/Hoekverschuiving Versie 1.0 Oktober 2009 Xerox 700 Digital Color Press Beeldverschuiving/Hoekverschuiving 2009 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Xerox, en het connectiviteitslogo zijn handelsmerken van Xerox

Nadere informatie

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma.

Als u werkt met geladen lettertypen, controleer dan of de lettertypen worden ondersteund door de printer, de hostcomputer en het softwareprogramma. Pagina 1 van 13 Handleiding voor afdrukkwaliteit Neem contact op met onze klantenservice als u het probleem niet kunt oplossen met deze suggesties. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of

Nadere informatie

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het materiaal waarop u afdrukt te kiezen en dit materiaal op de juiste wijze te laden. (Zie de suggesties in Tips ter voorkoming van papierstoringen.)

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURSYSTEMEN. Problemen oplossen

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURSYSTEMEN. Problemen oplossen MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURSYSTEMEN Problemen oplossen 20 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden. In overeenstemming met het auteursrecht, mag deze handleiding op geen enkele wijze worden

Nadere informatie

Opmerking Als u vaak voorbedrukt papier gebruikt, dienen de papierinvoerrollers vaker te worden gereinigd.

Opmerking Als u vaak voorbedrukt papier gebruikt, dienen de papierinvoerrollers vaker te worden gereinigd. Ondersteund papier In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Richtlijnen" op pagina 2-2 "Papier dat de printer kan beschadigen" op pagina 2-2 "Lade instellen" op pagina 2-3 "Ondersteund papier en

Nadere informatie

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z In het kunt u instellen welke papiersoort in de laden is geplaatst en aangeven wat de standaardpapierbron en -uitvoerlade zijn. Selecteer voor meer informatie een menu-item: 1 Ken srt/lade toe Laden config

Nadere informatie

Printerproblemen oplossen

Printerproblemen oplossen 1 De display op het bedieningspaneel is leeg of er worden alleen ruitjes weergegeven. Taken worden niet De zelftest van de printer is mislukt. De printer is niet gereed om gegevens te ontvangen. De aangegeven

Nadere informatie

In lade 1. Papier laden. Afdrukken. 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen

In lade 1. Papier laden. Afdrukken. 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen In lade 1 1 Schuif de achterste papiersteun uit totdat u een klik hoort. 1 2 Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. 3 Als u briefhoofdpapier wilt gebruiken, moet

Nadere informatie

Bediening van de Memory Stick-speler

Bediening van de Memory Stick-speler Bediening Bediening van de Memory Stick-speler Over Memory Sticks Stel Memory Sticks niet bloot aan statische elektriciteit en elektrische bronnen. Dit om te voorkomen dat gegevens op de stick verloren

Nadere informatie

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276

LASERJET PRO 200 COLOR MFP. Naslaggids M276 LASERJET PRO 200 COLOR MFP Naslaggids M276 Kopieerkwaliteit optimaliseren De volgende instellingen voor kopieerkwaliteit zijn beschikbaar: Aut. selectie: Gebruik deze instelling als u de kwaliteit van

Nadere informatie

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit Printerproblemen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: de printer is ingeschakeld; het netsnoer is aangesloten op het stopcontact;

Nadere informatie

LASERJET ENTERPRISE MFP. Naslaggids

LASERJET ENTERPRISE MFP. Naslaggids LASERJET ENTERPRISE MFP Naslaggids M725dn M725f M725z M725z+ Een opgeslagen taak afdrukken Volg de onderstaande procedure om een taak af te drukken die in het apparaatgeheugen is opgeslagen. 1. Raak in

Nadere informatie

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden

Plaatsen waar papierstoringen kunnen optreden De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig het materiaal waarop u afdrukt te kiezen en dit materiaal op de juiste wijze te laden. (Zie de suggesties in Tips voor het voorkomen van papierstoringen.)

Nadere informatie

Speciaal afdrukmateriaal

Speciaal afdrukmateriaal In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 10. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 12. Transparanten zie pagina 15. Enveloppen zie pagina

Nadere informatie

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving

Afdrukken vanuit een Windows-omgeving Als de printer eenmaal klaar is voor gebruik en de stuurprogramma s zijn geïnstalleerd, kunt u afdrukken. Wilt u een brief afdrukken, een watermerk met Niet kopiëren toevoegen aan een document of de tonerintensiteit

Nadere informatie

Gebieden waar het papier kan vastlopen

Gebieden waar het papier kan vastlopen De meeste papierstoringen kunt u vermijden door zorgvuldig de afdrukmedia te kiezen en deze media op de juiste manier te laden. Mocht het papier toch vastlopen, voer dan de stappen uit die in dit gedeelte

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP CM8000 COLOR MFP

Uw gebruiksaanwijzing. HP CM8000 COLOR MFP U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Handleiding voor de gebruiker

Handleiding voor de gebruiker Versie 1.0 Juli 2008 LX-kantoorafwerkeenheid Handleiding voor de gebruiker Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows NT, Microsoft Network en Windows Server zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 5735/5740/5745/ 5755/5765/5775/5790 Een kopie maken. Voorbereidingen. Scannen. Meer informatie

Xerox WorkCentre 5735/5740/5745/ 5755/5765/5775/5790 Een kopie maken. Voorbereidingen. Scannen. Meer informatie Xerox WorkCentre /0// Een kopie maken. Plaats uw documenten met de beeldzijde naar boven in de. Druk op de toets lle wissen (C) om eventuele eerdere 88 99. Druk op de toets Startpagina Functies en selecteer

Nadere informatie

Beknopte handleiding. User Guide. voor de gebruiker XT3008NL0-2 ME3612E4-1. Copyright 2008 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.

Beknopte handleiding. User Guide. voor de gebruiker XT3008NL0-2 ME3612E4-1. Copyright 2008 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Beknopte handleiding User Guide voor de gebruiker XT3008NL0-2 ME3612E4-1 Copyright 2008 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Vertaald door: Xerox GKLS European Operations Bessemer Road Welwyn

Nadere informatie

Verkorte handleiding kopiëren en printen met de e-studio160/200/250

Verkorte handleiding kopiëren en printen met de e-studio160/200/250 Verkorte handleiding kopiëren en printen met de e-studio160/200/250 TOSHIBA TEC NETHERLANDS IMAGING SYSTEMS12345678 PELMOLEN 26 POSTBUS 535 3994 XZ 3990 GH HOUTEN TELEFOON +31(0)30 63 48 600 FAX +31(0)30

Nadere informatie

Richtlijnen voor media

Richtlijnen voor media U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Meer informatie over de kenmerken van de media vindt u in de Card Stock & Label Guideop

Nadere informatie

Dubbelzijdig afdrukken

Dubbelzijdig afdrukken Dubbelzijdig afdrukken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken' op pagina 2-41 'Bindvoorkeuren' op pagina 2-43 'Handmatig dubbelzijdig afdrukken' op pagina 2-46

Nadere informatie

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Icespy MR software Handleiding Icespy MR software Versie 4.40.04 Wij danken u voor de aanschaf van deze IceSpy producten en adviseren u om deze handleiding goed door te nemen. 2 INHOUDSOPGAVE: 1. Installeren van de software...

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 5845 / 5855 / 5865 / 5875 / 5890 Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 5845 / 5855 / 5865 / 5875 / 5890 Bedieningspaneel 8 / 8 / 86 / 87 / 890 Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen.

Nadere informatie

Xerox Nuvera Cartões de início rápido

Xerox Nuvera Cartões de início rápido Software versão 11.6 Outubro de 2012 702P00831 Xerox Nuvera Cartões de início rápido Sistema Xerox Nuvera 200/288/314 EA Perfecting Production System Sistema Xerox Nuvera 200/288 MX Perfecting Production

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan.

Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan. Gebruiksaanwijzing Book Copier VL 4222 Deze handleiding is geschreven om u te helpen bij het kopiëren van een boek of een gedeelte daarvan. Stap 1 U legt het boek opengeslagen met de pagina s die u wilt

Nadere informatie

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken:

Geavanceerde opties. Afdrukken op deelpagina's. Phaser 5500-laserprinter. In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Geavanceerde opties In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Afdrukken op deelpagina's" op pagina 2-68 "Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (X op één)" op pagina 2-69 "Brochures afdrukken"

Nadere informatie

Xerox ColorQube 9201/9202/9203 Een kopie maken. Voorbereidingen. Scannen. Meer informatie

Xerox ColorQube 9201/9202/9203 Een kopie maken. Voorbereidingen. Scannen. Meer informatie Xerox ColorQube 90/90/90 Een kopie maken. Plaats de originele documenten met de beeldzijde naar boven in de. Druk op de toets Startpagina Functies.. Selecteer de optie Kopiëren. Het tabblad Kopiëren wordt.

Nadere informatie

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android )

Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iprint&scan (Android ) Inhoudsopgave Voordat u uw Brother-machine gebruikt... Definities van opmerkingen... Handelsmerken... Inleiding... Brother iprint&scan

Nadere informatie

Papierstoringen. Phaser 6200-kleurenlaserprinter

Papierstoringen. Phaser 6200-kleurenlaserprinter Phaser 6200-kleurenlaserprinter Papierstoringen Naast de informatie over het voorkomen van storingen en de redenen van een papierstoring, bevat deze sectie ook instructies voor het oplossen van de volgende

Nadere informatie

Templates aanmaken voor scannaar-bestand

Templates aanmaken voor scannaar-bestand MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Templates aanmaken voor scannaar-bestand Versie: 1.0 Scan-to-File voorbereiden Alvorens er templates kunnen worden aangemaakt, dient de scan-to-file functie te zijn voorbereid,

Nadere informatie

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Voor de iphone SHARP CORPORATION April 27, 2012 1 Inhoudsopgave 1 Overzicht... 3 2 Ondersteunde besturingssystemen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3 Installatie

Nadere informatie

Printersymbolen Xerox WorkCentre 5945/5955 Xerox WorkCentre 5945i/5955i

Printersymbolen Xerox WorkCentre 5945/5955 Xerox WorkCentre 5945i/5955i Printersymbolen Xerox WorkCentre 5945/5955 Xerox WorkCentre 5945i/5955i Symbool Waarschuwing: Geeft een gevaar aan dat kan leiden tot ernstig letsel of overlijden indien niet vermeden. Hittewaarschuwing:

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Handleiding voor probleemoplossing MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Handleiding voor probleemoplossing 0-03 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Volgens de copyrightwet mag deze handleiding niet worden gereproduceerd, in

Nadere informatie

Papier. Richtlijnen voor media 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Papier. Richtlijnen voor media 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer. Richtlijnen voor media 1 U voorkomt afdrukproblemen door aanbevolen media (papier, transparanten, enveloppen, karton en etiketten) te gebruiken. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd met stuurprogramma's

Nadere informatie

Handleiding voor Drum Vervangen

Handleiding voor Drum Vervangen d r m v e r v a n g e n MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN Handleiding voor Drum Vervangen Vervang de beeld drum-cartridges. Stel de toner of de tonercartridge niet bloot aan vuur. De toner kan

Nadere informatie

Online Handleiding Start

Online Handleiding Start Online Handleiding Start Klik op "Start". Inleiding Deze handleiding beschrijft de printerfuncties van de e-studio6 multifunctionele digitale systemen. Voor informatie over de volgende onderwerpen raadpleeg

Nadere informatie

Etiketten, indexkaarten en wenskaarten

Etiketten, indexkaarten en wenskaarten In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Richtlijnen op pagina 2-35 Indexkaarten afdrukken vanuit lade 1 op pagina 2-35 Etiketten afdrukken vanuit lade 1-4 op pagina 2-37 U kunt Xerox-etiketten in

Nadere informatie