Artikel 43-vragen inzake woninginbraken, burgerwacht en politie keurmerk veilig wonen

Transcriptie

1 uw nummer uw datum 27 februari 2012 ons nummer onze datum verzonden inlichtingen bij sector/afdeling doorkiesnr. 2012/uit/ april APR K. Geurts SECR/Kabinet en Communicatie AAN het raadslid de heer B. Achten bijlage(n) betreffende Artikel 43-vragen inzake woninginbraken, burgerwacht en politie keurmerk veilig wonen Aantal uren besteed aan beantwoording brief: 9 Geachte heer Achten, Ter beantwoording van de door u gestelde vragen op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad met betrekking tot woninginbraken, burgerwacht en politie keurmerk veilig wonen delen wij u, met opneming van de inleiding, het volgende mede. Inleiding In toenemende mate vangt de WD-fractie vanuit de samenleving signalen op over woninginbraken. Vanwege deze signalen, in combinatie met veel politie- en (media)berichten, hebben wij sterk de indruk dat er sprake is van een toename van inbraakcijfers. Afgelopen zaterdag 25 februari namen wij kennis van een tweetal artikelen in Dagblad de Limburger (biz. A7) waaruit onder meer blijkt dat de pakkans van inbrekers gering is en het aantal inbraken (landelijk) weer fors stijgt. Dat wordt onder meer toegeschreven aan bezuinigingen op goed hang- en sluitwerk door woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars. Een politiechef merkt in de artikelen op dat "de beste preventie een burgerwacht is" en gepleit wordt voor méér Politiekeurmerken Veilig Wonen. De korpschef politieregio Limburg-Noord heeft begin januari in landelijke en regionale media woninginbrekers de oorlog (kop Binnenlands Bestuur) verklaard door speciale teams te zullen samenstellen bestaande uit politie, gemeente en de bond van verzekeraars. Door informatie te delen en tot een gezamenlijke aanpak op maat te komen, kunnen deze partijen beter een dam opwerpen tegen inbraak, zo stelde korpschef Bryan Rookhuijzen van de politie Limburg Noord begin januari van dit jaar. Rookhuijzen stelde dat de politie alle partijen bij deze aanpak kan betrekken die een bijdrage kunnen leveren, zoals woningcorporaties, burgers in wijken of zelfs journalisten. De in gezamenlijk overleg gemaakte afspraken zijn niet vrijblijvend, benadrukte Rookhuijzen. Agenten zouden ook een smoelenboek meekrijgen met informatie over potentiële daders met een crimineel verleden. Dat smoelenboek kan met de inbreng van de andere partijen worden aangevuld en uitgebreid. Het bovenstaande is voor de WD-fractie aanleiding om de navolgende schriftelijke aan het college te stellen. SUdhuis I Markt EM Postbus AX Roermond T F Rabobank

2 Pagina 2 Vraag 1. Kunt u aangeven met welke trend Roermond te maken heeft bij woninginbraken? Hoeveel inbraken hebben in 2011 en dit jaar plaatsgevonden? De laatste jaren is het aantal woninginbraken in Roermond stabiel gebleven. In 2009 waren er 299, in en in aangiften woninginbraak. Sinds december 2011 is er een stijgende tendens. Tijdens de eerste 12 weken van 2012 zijn er 110 woninginbraken gepleegd, terwijl er in de eerste 4 maanden inbraken waren. Deze stijging zien we niet alleen in Roermond. Ook in andere delen van Limburg en landelijk is sprake van een stijging. Vraag 2. In hoeverre heeft deze trend geleid tot een gewijzigde aanpak (preventief en repressief) van de politie, gemeente (stadstoezicht) en andere partners in de veiligheidsketen? De stijgende tendens heeft er toe geleid dat de aandacht van de samenwerkende partners extra op het onderwerp woninginbraak is komen te liggen. De acties zijn niet alleen van preventieve en repressieve aard, maar ook pro-actief en zelfs reactief om herhaling te voorkomen. Hiervan enkele voorbeelden: In een aantal wijken zijn in 2011 acties van politie en afdeling Stadstoezicht gehouden waarbij met ogen van een inbreker naar een pand werd gekeken. Bewoners zijn actief aangesproken op onveilige woonsituaties en geadviseerd anders te handelen ter voorkoming van inbraak. Mede in verband met het "donkere dagen offensief' wordt de burger veelvuldig opgeroepen alert te zijn en eigen veiligheidsmaatregelen te treffen in zijn/haar woning. Ook zijn er preventiebijeenkomsten in wijken gehouden waarbij ingegaan werd op de eigen verantwoordelijkheid van goede verlichting, goed hang- en sluitwerk, sociale controle etc. In het kader van het districtelijke project 'Waak voor Inbraak' is in 2011 een politie-preventieteam in twee wijken ingezet om desgewenst per woning een gratis preventie-advies uit te brengen. Daarna is dit team in geheel Roermond ingezet ten aanzien van alle slachtoffers van woninginbraken. Daarbij krijgen niet alleen het slachtoffer maar ook de bewoners van 15 omliggende woningen van de inbraak de mogelijkheid een preventieadvies op te laten stellen. Stadstoezicht en politie hebben extra preventief toezicht gehouden in diverse wijken op die tijdstippen waarbinnen de inbraken plaatsvonden. Een procesmanager woninginbrekers werkt vanuit het veiligheidshuis aan de persoongerichte aanpak woninginbrekers. Dit om het terugvallen in oude gewoonten te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat chronische inbrekers (veelplegers) verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de inbraken. De criminaliteitscijfers van woninginbraken worden wekelijks gemonitord. Tweewekelijks is er een feitgericht overleg van politie met gemeente waarbij gekeken wordt naar trends en de wijze van interventie. Repressief wordt door politie specifiek aandacht besteed aan mogelijke hotspots. Dit gebeurt dan op basis van een analyse op plaats/locatie, tijdstip woninginbraak, modus operandi etc. Op basis daarvan worden potentiële woninginbrekers in beeld gebracht Deze extra informatie wordt toegepast tijdens gericht toezicht

3 Pagina 3 Vraag 3. Heeft de korpschef dhr. Rookhuijzen voor de gemeente Roermond zijn landelijk aangekondigde speciale team(s) inmiddels geformeerd? Welke bijdrage leveren de gemeente en de Bond van Verzekeraars hieraan? En hebben alle agenten in Roermond inmiddels ook een smoelenboek dagelijks bij de hand? Nee, er is (nog) geen speciaal team geformeerd. De korpschef heeft hierover gesproken tijdens een interview met een regionaal dagblad. Hij stelt onder meer voor om breder te kijken naar de aanpak van woninginbraken. De door de korpschef beoogde samenwerking is nog niet concreet van toepassing in de regio. Wel wordt in de basiseenheid Horst verkend welke voordelen een dergelijke samenwerking op het terrein van woninginbraken kan bieden. Met betrekking tot het smoelenboek kan worden gemeld dat als er aanleiding is voor verscherpt toezicht, bijvoorbeeld ten aanzien van woninginbraken en er is sprake van een reële daderindicatie de relevante gegevens, inclusief foto's, met de medewerkers van de basiseenheid Roermond gedeeld worden in de briefing. In die zin wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd 'smoelenboek' waarin potentiële woninginbrekers worden opgenomen. Vraag 4. Hoe groot is de pakkans voor een woninginbreker in Roermond op dit moment én hoeveel inbraken zijn (procentueel) opgelost in de afgelopen jaren? Waar vinden de meeste en de minste inbraken in Roermond plaats? Welke verklaring ligt daaraan ten grondslag? De pakkans van een woninginbreker is veelal afhankelijk van getuigenwaarnemingen, achtergelaten sporen dan wel beveiligingssystemen van woningen. Er zijn geen cijfers beschikbaar m.b.t de pakkans. Wel zijn onderstaande cijfers beschikbaar m.b.t. percentage opgeloste woninginbraken en aantal afgehandelde verdachten. Hieruit blijkt dat er in Roermond in 2011 in vergelijking met het district en de regio veel woninginbraken zijn opgelost en relatief veel verdachten zijn aangehouden % Opgeloste woninginbraken Regio Limburg-Noord 8.0 % 8.1 % Distr. Midden-Limburg 6.7 % 8.6 % Gemeente Roermond 6.7 % 12.2 % Aantal afgehandelde verdachten Regio Limburg-Noord Distr. Midden-Limburg Gemeente Roermond Omdat de crimininaliteitscijfers wekelijks worden beschouwd bij de feitgerichte aanpak zijn de zogenaamde hotspots bij politie en gemeente bekend. In 2012 zijn de meeste inbraken in de wijken Swalmen (17), Herten (12) en de Sterrenberg (11) gepleegd. De minste inbraken vonden plaats in de wijken Leeuwen, de Wijher, Hatenboer, Kapel in het Zand, Kitskensberg en Kitskensdal (allemaal 1 inbraak).

4 Pagina 4 Vraag 5. Wat kunt u ons berichten over de dadertypologie (bijv. leeftijd, woonplaats, recidivist, veel- en/of meerpleger) en is de daderaanpak (preventief en repressief) en de formatie/capaciteit hierop toegesneden? Er is een goed beeld van de bekende woninginbrekers op basis van de politieregistratie. Deze gegevens zijn ook bekend bij de politiemedewerkers van de basiseenheid Roermond. Indien analyse van de gepleegde woninginbraken leidt tot meer zicht op daders en/of werkwijzen, wordt dit vertaald in surveillance-opdrachten en vindt er gericht politie toezicht plaats. Indien er sprake is van een daderindicatie bij een of meerdere woninginbraken dan wordt het onderzoek door de basiseenheid en/of de rechercheeenheid Midden-Limburg opgepakt. Uiteraard dient de keuze hiervoor bezien te worden in samenhang met andere delicten met een bekende dader. De formatie van de basiseenheid Roermond is in principe leidend voor de politiezorg in de gemeente. Daar waar er sprake is van extern benodigde kwaliteiten kan hiervan gebruik gemaakt worden. Binnen de mogelijkheden wordt ook recherche- of andere capaciteit (o.m. forensische ondersteuning, bureau regionale informatie) ingezet. Daar waar de vraag aan politiezorg de beschikbare politiecapaciteit overstijgt, worden door het bevoegd gezag prioriteiten gesteld. Dat gebeurt op basis van de beleidsuitgangspunten van het jaarplan. Vraag 6. Bent u over de inzet en resultaten van de politie, stadstoezicht (ook al hebben ze geen opsporingsbevoegdheid) en andere partners in de veiligheidsketen tevreden? Zo neen, welke stappen heeft u gezet of gaat u zetten om inzet en resultaten meer in lijn te brengen met uw verwachtingen? Wij zijn in het algemeen tevreden over deze inzet. Dit neemt niet weg dat wij en de ketenpartners niet tevreden zijn met de cijfers. In 2007 waren er in Roermond 495 woninginbraken. De laatste jaren is dit rond de 300. Wij hebben met de ketenpartners voor de periode op het gebied van woninginbraak een ambitieuze doelstelling geformuleerd. Deze ambitie, verwoord in de Kadernota integrale veiligheid is op 22 september 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. Woninginbraak - een delict met een hoge impact - dient met 3,5% ten opzicht van het gemiddelde van 2009 en 2010 te worden teruggedrongen. In de 4-marap wordt gerapporteerd over de resultaten en de acties die hieruit voortkomen. Bij het verder terugdringen van het aantal woninginbraken is ook de deelname van de burger essentieel voor wat betreft braakbeveiliging en buurtpreventie. Vraag 7. Onderschrijft u de opvatting van de politie dat een Burgerwacht vruchten kan afwerpen bij bestrijding van criminaliteit? Wij zijn geen voorstander van het instellen van een Burgerwacht die zijn oorsprong vindt in de Wet op de Weerkorpsen. Wel zijn wij voorstander van burgerparticipatie, het actief betrekken van de burgers in het veilig maken en leefbaar houden van hun woning en directe woonomgeving. Wij zien daar een rol in weggelegd voor wijkraden, bewonersorganisaties, samen met wijkagenten en wijkboa's. Bijvoorbeeld zoals dit nu al gebeurt bij het "hondenuitlaatproject" in Kapel in 't Zand/Muggenbroek. Andere voorbeelden treft u aan in het antwoord op vraag 2.

5 Pagina 5 Vraag 8. Aan welke kwalitatieve en kwantitatieve eisen moet een effectief en efficiënt functionerende Burgerwacht voldoen volgens u en de politie? Ziet U daarbij een rol voor bijvoorbeeld wijkraden, wijkagenten en boa's om erkenning door het Ministerie van Binnenlandse zaken te bevorderen? Zie ons antwoord op vraag 7. Vraag 9. Langs welke stappen zouden wij in Roermond kunnen komen tot een dergelijke Burgerwacht? Zie ons antwoord op vraag 7. Vraag 10. In hoeverre is het mogelijk om bij de verstrekking van een WWB-uitkering deelname aan een Burgerwacht verplicht te stellen bij wijze van "social return" dan wel via stimuleren en / of belonen een positieve impuls daartoe te verlenen? Zie ons antwoord op vraag 7. Vraag 11. Herkent u zich in het beeld dat inbraak vaak niet leidt tot betere preventie (extra maatregelen van burgers en bedrijven) en zo ja welke stappen gaat u zetten om dit beeld omgebogen te krijgen? Dat beeld is wisselend. Het is ons bekend dat twee op de drie huishoudens (zeventig procent) extra hang- en sluitwerk en buitenverlichting laat aanbrengen om inbrekers tegen te houden (bron:cbs 2010). Echter, aan de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) wordt vaak niet voldaan. Meestal vanwege de hoge kosten. Dat is jammer want het is aangetoond dat in PKVW-beveiligde woningen niet of zeer zelden wordt ingebroken. Daarom hebben wij gekozen voor het vaste uitgangspunt van PKVW bij nieuwbouw en daar waar mogelijk bij bestaande bouw. Wij streven daarmee naar een structurele aanpak van het voorkomen van woninginbraak. Vraag 12. Wordt er ook in Roermond door woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars bezuinigd op het hang- en sluitwerk. Zo ja, in welke mate, en door wie? Wat doet u hieraan? Wordt hierop getoetst door de gemeente, b.v. bij bouwvergunningen De grootste woningcorporatie in Roermond, Wonen-Zuid, voorziet de woningen bij renovatie van hang- en sluitwerk met het keurmerk SKG**, hetgeen conform PKVW is. Daarnaast heeft deze corporatie rond 1999 veel (met houten kozijnen) woningen uitgevoerd met extra inbraakwerende voorzieningen. Ook voert Wonen-Zuid alle nieuwbouw conform de eisen van het Bouwbesluit uit. Daarin staan eisen met betrekking tot hang- en sluitwerk opgenomen. Het keurmerk stelt aanvullende (verdergaande) veiligheidseisen aan woningen en woongebouwen, boven op de eisen in het Bouwbesluit Conform het gestelde in de Notitie 'Politiekeurmerk Veilig Wonen in de praktijk in Roermond ' (nu nog in concept) zullen wij hierover bestuurlijk in overleg gaan met de woningstichtingen. Vraag 13 Veiligheid is natuurlijk ook een zaak van de burger c.q. bedrijven zelf. Op welke wijze denkt u hen nog meer te betrekken bij het voorkomen van inbraken? Wij zullen de burger blijven betrekken en informeren over nut en noodzaak in het nemen van de benodigde maatregelen ter voorkoming van inbraak. De materiële en immateriële gevolgen van woninginbraak zijn namelijk groot Uit onderzoek blijkt ook dat als er in

6 Pagina 6 buurten wordt ingebrol<en, er vaal<; in een l<orte tijdsperiode meerdere inbralcen volgen. Dus extra ogen en oren zijn zinvol. Vandaar dat het initiatief van de bewoners in de wijk Kapel / Muggenbroek (buurtpreventie) ook wordt ondersteund Op 24 maart 2012 is hiertoe in aanwezigheid van de burgemeester en de wethouder integrale veiligheid het startschot gegeven.