Nota van zienswijzen Ontwerp Projectplan Natte Natuurparel Wijboschbroek Zuid (fase 1) Waterschap Aa en Maas

Transcriptie

1 Nota van zienswijzen Ontwerp Projectplan Natte Natuurparel Wijboschbroek Zuid (fase 1) Waterschap Aa en Maas 14 februari 2012

2 Aanleiding voor de vaststelling van het ontwerp- Projectplan Natte Natuurparel Wijboschbroek (fase1) Dit projectplan geeft invulling aan het doel herstel van de Natte Natuurparel Wijboschbroek Zuid. Waterschap Aa en Maas heeft de taak het verdrogingsprobleem aan te pakken in verdroogde (waterafhankelijke) gebieden, de Natte Natuurparels, waaronder Wijboschbroek. Dit levert ook een bijdrage aan behoud en herstel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van Nederland waar de natte natuurparels deel van uit maken. Tevens wordt invulling gegeven aan doelen voor waterkwaliteit en -kwantiteit gesteld in de Kader Richtlijn Water (KRW). Nr. Inspreker Samenvatting zienswijzen Overwegingen waterschap 0. - Algemene reactie m.b.t. schadevergoeding Als gevolg van vernatting kunnen verschillende soorten schade ontstaan, zoals bijv. inkomensschade of vermogensschade. Dit kan gelden voor cultuurgronden zoals gras- en bouwland, maar ook voor gronden met houtopstanden of bouwwerken. Het waterschap heeft voorafgaand aan het vaststellen van het projectplan de particuliere belangen meegewogen. De nadelige gevolgen van de uitvoering van het plan zijn zoveel mogelijk met technisch compenserende maatregelen opgevangen. Dit blijkt niet, of niet volledig, in alle gevallen mogelijk te zijn. In deze gevallen stelt het waterschap de schade vast bij beschikking (art. 4:86 Awb) en keert deze direct uit na uitvoering van de maatregelen. Indien de belanghebbende het niet eens is met de hoogte van dit bedrag, kan hij hiertegen gemotiveerd bezwaar maken bij het dagelijks bestuur en zo nodig beroep en hoger beroep indienen bij de rechtbank respectievelijk de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op grond van de Verordening behandeling bezwaren wordt het bezwaar voorgelegd aan de bezwarencommissie van het waterschap. Deze commissie adviseert het dagelijks bestuur over de te nemen beslissing op bezwaar. Voor schade die zich wellicht in een later stadium manifesteert, kan ook na verloop van tijd een aanvullend verzoek om schadevergoeding worden ingediend op grond van art e.v. Waterwet Artikel 7.14 Waterwet bevat een algemene regeling voor het vergoeden van schade die een gevolg is van een besluit of een handelen van het waterschap en geeft de burger rechtszekerheid. Vanzelfsprekend wordt bij de behandeling van het verzoek rekening gehouden met eerdere of op ander wijze verstrekte vergoedingen dan wel met mogelijke positieve effecten. Ter uitvoering van artikel 7.14 Waterwet heeft het waterschap een Verordening schadevergoeding opgesteld. In deze verordening is geregeld op welke wijze schadeverzoeken in behandeling worden genomen en welke rol een externe 2

3 1. De heer W. Claessen d.d De heer A.P.M. den Blanken d.d. 15 november Hij denkt dat de verhoging van de grondwaterstand gevolgen heeft voor het pand Haagsebosch 6 in Schijndel, de bijgebouwen en het gehele erf. Hij vindt dat deze schade door het waterschap gecompenseerd dient te worden Hij denkt dat de uitvoering van de maatregelen, opgenomen in het ontwerp-projectplan, gevolgen hebben voor zowel het bebouwde gedeelte als de bomenopstand op het perceel in Schijndel. Hij is van mening dat alle gevolgen voor zowel het pand Haagsebosch 6, de bijgebouwen en het hele erf door het waterschap gecompenseerd dienen te worden Hij denkt dat ook de schade aan de agrarische doeleinden onttrokken gedeelte van 7797 vierkante meter dient gecompenseerd te worden. Daar zijn flinke kosten gemaakt om adviescommissie hierin speelt Verwezen wordt naar de beantwoording onder 0. In overleg met de eigenaren en met de huidige huurders is het plan besproken. Het Waterschap zal ter plaatse van woning, bijgebouwen en het erf aan het adres Haagsebosch 6 een drainagevoorziening aanleggen om optredende grondwatereffecten als gevolg van het plan te voorkomen. De drainage zal worden voorzien van een pomp die overtollig water zal afvoeren naar de nabij gelegen sloot. Hiermee zal in normale en in natte periodes het huidige peil worden gehandhaafd. Voor de natte periodes is dit een verbetering ten opzichte van de huidige toestand. De begrenzing van het erf en de locaties van de drainagevoorzieningen worden in overleg met de inspreker vastgesteld Verwezen wordt naar de beantwoording onder Verwezen wordt naar de beantwoording onder 0. 3

4 3. De heer G.M.C. den Blanken d.d De heer P. Heesakkers d.d. 1 populieren te planten en door de beoogde vernatting zal de houtopbrengst flinke schade oplopen Hij denkt dat de lager wordende marktwaarde van het pand een andere schadepost is. Deze is gebaseerd op de ligging op een unieke plek. Hij is van mening dat dit ook gecompenseerd moet worden Hij vindt dat n.a.v. de verhoging van de grondwaterstand gevolgen heeft voor zowel het pand Haagsebosch 6 in Schijndel de bijgebouwen en het gehele erf. Hij vindt dat de nadelige materiele en economische gevolgen voor het pand Haagschebosch 6, de bijgebouwen en het gehele erf door het waterschap gecompenseerd dienen te worden Hij vindt dat n.a.v. de verhoging van de grondwaterstand zijn perceel een stuk natter wordt. Daardoor kan hij zijn perceel niet meer bewerken Verwezen wordt naar de beantwoording onder Verwezen wordt naar de beantwoording onder Verwezen wordt naar de beantwoording onder 0. In het voorstadium heeft het Waterschap met deze eigenaar gesproken. Op basis van dit gesprek is de nieuw te realiseren stuw stroomopwaarts van de Poelkensdijk geplaatst, zodat de gevolgen zijn beperkt zijn en de schade als gering is te beschouwen. De detailontwatering op het betreffende perceel, die afwatert is op de watergang aan de kanaalzijde en niet direct op het hogere stuwpand van op de Biezenloop, levert een positieve bijdrage aan de ontwatering en zal de vernatting nog verder 4

5 5. De heer A.J.M. Ketelaars d.d Hij vindt niet duidelijk hoe de basis situatie vast gesteld is. Hij heeft gevraagd naar profiel gegevens van de duiker ter plaatse van de geplande noordelijkste peilscheiding maar heeft nog niets ontvangen. Hierdoor kan inspreker niet verwachten dat de genomen maatregelen voldoende effectief zullen zijn om vernatting te voorkomen zoals in het rapport staat Hij weet dat tijdens de ruilverkaveling diverse sloten zijn aangelegd. Hij vindt dat dit heeft ervoor heeft gezorgd dat de betreffende percelen natter zijn geworden, ook omdat het peil in de Biezenloop in een aantal jaren al verhoogd is. Nu zal een extra peilverhoging landbouwkundig ongewenst zijn. Bij de daar optredende vernatting is er meer kans op uitspoeling van mineralen beperken. Het beheer en onderhoud van deze afwaterende sloten zal niet worden aangepast om deze optimale ontwatering te blijven garanderen. Daarnaast zal de nieuw te plaatsen stuw 10 centimeter lager worden ingesteld dan in het ontwerpplan werd aangegeven, nl. op 7.10 m+nap. Ook hiermee zal de schade nog sterker verminderen Op basis van het gestelde vragen heeft het Waterschap aanvullende metingen verricht. Deze gegevens wordt inspreker separaat verstrekt. Dit vormt de basis voor het treffen van aanvullende maatregelen. Door het wegnemen van geconstateerde plaatselijke bodemverhogingen kan de waterafvoer naar de Martemanshurkloop worden gestuurd. De afwatering van de landbouwpercelen blijft gewaarborgd via de watergang in westelijke richting en watert af op de Martemanshurkloop. In deze watergang wordt een zomerpeil NAP 7,30 m+nap en winterpeil NAP 7,10 m + NAP gehanteerd. Dat is lager dan het huidige peil van de Biezenloop waarop tot nu toe werd geloosd. De afwatering zal ter plaatse van het eerste deel tot aan de Bunder geschoond/verdiept worden tot een bodemhoogte van 7,30+ NAP. In het 2e deel tot aan de Aakendonk worden lokale bodemverhogingen verwijderd waarbij een aflopend bodemprofiel ontstaat zodat de watergang optimaal kan fungeren voor afwatering van de landbouwpercelen Door het treffen van de maatregelen zoals omschreven bij 5.1 zijn de percelen van de inspreker afgekoppeld van de Biezenloop en worden deze gekoppeld aan een ander peil. De door inspreker genoemde problemen zullen dan ook niet meer van toepassing zijn. 5

6 6. De heer P. den Blanken d.d De heer E.W.M. Saris en de heer en/of denitrificatie van stikstof mogelijk. Tevens zal de bewerking van de grond meer problemen geven zowel in het voorjaar als najaar en een verkorting van de groeiseizoen opleveren Hij is niet voldoende bekend hoe de grondwaterstanden de afgelopen jaren zijn vastgelegd betreffende aantal en plaatsing van de meetpunten in en om het Wijboschbroek. Hij wenst inzicht over een periode van tenminste 10 jaar zover de gegevens bekend zijn in de omgeving van zijn perceel Hij vindt dat vernatting van het gebied zo moet worden uitgevoerd dat het huidige gebruik van gebouwen, erf en bomenopslag mogelijk blijft. Dat wil zeggen dat de woonfunctie van hoofdgebouw met bijgebouwen, het erf als (moes)tuin en boomgaard en de bomenopslag als bos- en natuurgebied in stand kunnen blijven De beiden heren zijn eigenaren van 5.3 Een rapportage over de gemeten grondwaterstanden wordt separaat verstrekt. Er is geen specifiek dalende of stijgende trend waarneembaar over de meetperiodes (periodes verschillen per meetpunt van 3 tot 16 jaar). 6.1 Verwezen wordt naar de beantwoording onder 0 en Het waterschap heeft als taak om hydrologisch herstel van de natte natuurparel Wijboschbroek te bewerkstelligen. Aangezien slechts op een beperkt 6

7 R.E.M. van Zeeland d.d. 4 december 2011 landbouwgrond in de nabijheid van de Natte Natuurparel Wijboschbroek. Ze zijn van mening dat in het projectplan onvoldoende rekening is gehouden met de effecten en gevolgen van hun landbouwgronden en opstallen. Ze zijn van mening dat vernatting ook voor hun percelen zal leiden tot een ongewenste verhoging van de grondwaterstand. De beiden heren vinden dat het waterschap uitgaat van beperkte uitstraling naar de omgeving buiten de plangrens en baseert zich daarbij op berekeningen met grondwatermodellen. Echter er is geen peilbuis in de directe omgeving van hun landbouwgronden aangebracht. Ze zijn van mening dat de hogere waterstand voor hun leidt tot lagere gewassenopbrengsten, lagere inkomsten en derhalve een lagere waarde van deze gronden Ze zijn van mening dat de drainerende werking van de waterlopen van (negatieve) invloed zijn op gedeelte van de gronden binnen de natte natuurparel geen agrarische activiteiten plaats vindt heeft het definitief projectplan (d.d. 13 februari 2012) betrekking op een beperkt gedeelte van Wijboschbroek. Het plan heeft alleen betrekking op het oostelijke deel van het Wijboschbroek. Bij het opstellen van het plan is een aantal randvoorwaarden gesteld: - Er mag geen vernatting optreden op een afstand van meer dan 500 m. van het kerngebied (EHS) - De nadelige gevolgen van de uitvoering van het plan dienen zoveel mogelijk met technisch compenserende maatregelen worden opgevangen Het model laat zien dat het opgestelde plan alleen in de direct aanliggende gronden leidt tot enige vernatting. De gronden van de insprekers zijn op buiten de invloedssfeer van de maatregelen gelegen. Op deze gronden zal geen vernatting plaats vinden als gevolg van de maatregelen zoals opgenomen in het voorliggende plan Er vinden geen veranderingen plaats aan deze watergangen. 7

8 8. De heer E.W.M. Saris en de heer H.A.M. Saris d.d. 4 hun landbouwgronden De beiden heren zijn eigenaren van landbouwgrond met woonhuis in de directe omgeving van de Natte Natuurparel Wijboschbroek. Ze zijn van mening dat in het projectplan onvoldoende rekening is gehouden met de effecten en gevolgen van hun landbouwgronden en opstallen. Ze zijn van mening dat vernatting ook voor hun percelen zal leiden tot een ongewenste verhoging van de grondwaterstand. De beiden heren vinden dat het waterschap uitgaat van beperkte uitstraling naar de omgeving buiten de plangrens en baseert zich daarbij op berekeningen met grondwatermodellen. Echter er is geen peilbuis in de directe omgeving van hun landbouwgronden aangebracht. Ze zijn van mening dat de hogere waterstand leidt voor hun tot lagere gewassenopbrengsten, lagere inkomsten en derhalve een lagere waarde van deze gronden Verwezen wordt naar de beantwoording onder

9 9. Mevrouw E.W.M. Saris van der Pol 9.1. Zij is langdurige pachter van landbouwgrond met opstal, onder andere perceel N 489. Dit perceel ligt binnen de begrenzing van Natte Natuurparel Wijboschbroek. Zij is van mening dat in het projectplan onvoldoende rekening is gehouden met de effecten en gevolgen voor haar landbouwgronden en opstallen. Zij is van mening dat vernatting ook voor haar percelen zal leiden tot een ongewenste verhoging van de grondwaterstand. Zij vindt dat het waterschap uitgaat van beperkte uitstraling naar de omgeving buiten de plangrens en baseert zich daarbij op berekeningen met grondwatermodellen. Echter er is geen peilbuis in de directe omgeving van haar landbouwgronden aangebracht. Mevrouw is van mening dat de hogere waterstand voor haar leidt tot lagere gewassenopbrengsten, lagere inkomsten en derhalve een lagere waarde van deze gronden Zij vindt dat door het plaggen, dichtbij haar 9.1. Verwezen wordt naar de beantwoording onder De plagwerkzaamheden zoals aangegeven door de inspreker zijn beschreven in de inrichtingsvisie Natte Natuurparel Wijboschbroek. De inrichtingsvisie is echter 9

10 10. De heer M.M.J. van der Pol en mevrouw W.G. van der Pol Kanters d.d. 4 gronden, verwaaiing van onkruiden, waaronder akkerdistel, kunnen ontstaan en meer vraat door de toename van klein wild Zij denkt dat door vernatting de runderen op het perceel 489 (veestal met uitloop) minder buiten kunnen zijn met alle negatieve gevolgen, kosten door de vernatting noodzakelijke investeringen voor de bedrijfsvoering Beide insprekers zijn eigenaren van perceel 489 in de begrenzing van de Natte Natuurparel Wijboschbroek. Ze zijn van mening dat in het projectplan onvoldoende rekening is gehouden met de effecten en gevolgen van hun landbouwgronden en opstallen. Ze zijn van mening dat vernatting ook voor hun percelen zal leiden tot een ongewenste verhoging van de grondwaterstand. Ze vinden dat het waterschap uitgaat van beperkte uitstraling naar de omgeving buiten de plangrens en baseert zich daarbij op berekeningen met grondwatermodellen. Echter alleen ter informatie en als onderbouwing toegevoegd aan het projectplan. Alleen de maatregelen die in Projectplan NNP Wijboschbroek Zuid (fase 1) zijn beschreven worden uitgevoerd Verwezen wordt naar de beantwoording onder Verwezen wordt naar de beantwoording onder

11 er is geen peilbuis in de directe omgeving van hun landbouwgronden aangebracht. Ze zijn van mening dat de hogere waterstand leidt voor hun tot lagere gewassenopbrengsten, lagere inkomsten en derhalve een lagere waarde van deze gronden. 11. De heer R.E.M. van Zeeland d.d Ze vinden dat door het plaggen, dichtbij hun gronden, verwaaiing van onkruiden, waaronder akkerdistel, kunnen ontstaan en meer vraat door de toename van klein wild. Ze denken dat dit invloed heeft op de opbrengsten en waarde van de landbouwgronden Ze denken dat door vernatting de runderen op het perceel 489 (veestal met uitloop) minder buiten kunnen zijn met alle negatieve gevolgen, kosten door de vernatting noodzakelijke investeringen voor de bedrijfsvoering Hij is grondeigenaar van landbouwgronden nabij het projectplan Natte Verwezen wordt naar de beantwoording onder Verwezen wordt naar de beantwoording onder Verwezen wordt naar de beantwoording onder

12 12. De heer M.G.M. van Veghel d.d. 30 Natuurparel Wijboschbroek. Hij is van mening dat in het projectplan onvoldoende rekening is gehouden met de effecten en gevolgen voor zijn landbouwgronden. Hij is van mening dat vernatting ook voor zijn percelen zal leiden tot een ongewenste verhoging van de grondwaterstand. Hij vindt dat het waterschap uitgaat van beperkte uitstraling naar de omgeving buiten de plangrens en baseert zich daarbij op berekeningen met grondwatermodellen. Echter er is geen peilbuis in de directe omgeving van zijn landbouwgronden aangebracht. Hij is van mening dat de hogere waterstand voor hem leidt tot lagere gewassenopbrengsten, lagere inkomsten en derhalve een lagere waarde van deze gronden Hij is van mening dat de drainerende werking van de waterlopen ook van negatieve invloed zijn op zijn landbouwgronden Hij vindt dat de verhoging van het waterpeil Verwezen wordt naar de beantwoording onder Door het afdammen van waterlopen is het mogelijk om het waterpeil onafhankelijk te maken van het peil van de Biezenloop. De afwatering van de 12

13 november F. van der Pol d.d. 3 november invloed heeft op de absorberende werking van zijn gronden en de afvoer naar de achterliggende gronden verminderen. Hierdoor kan gewassenschade ontstaan Hij denkt dat het seizoen voor de bewerking van zijn gronden zal verschuiven Hij wil dat de classificering van zijn gronden aangepast wordt gezien dat de landbouwkundige inzet van deze gronden minder wordt Hij denkt dat de rietopstanden en slootonderhoud zal toenemen. Dat vindt hij zorgelijk Hij gaat er vanuit dat zijn gronden die nabij het projectplan liggen ruimhartig bekeken worden in het bepalen van eventueel vermindering van opbrengst, waarde en gewasbeperkingen Hij geeft aan dat na de laatste kap en uitdun percelen van de heer van Veghel kan geheel worden geloosd op de Martemanshurkloop het model is rekening gehouden met afwatering via de Biezenloop. De werkelijke schade zal door deze gewijzigde afwatering minder zijn dan berekend met het huidige model Seizoensverkorting is een onderdeel van de schadeberekening en wordt dus meegenomen in de bepaling van de schadevergoeding Het waterschap kent geen classificatie van gronden. Alle landbouwgronden vallen in dezelfde klasse In de huidige situatie is reeds sprake van rietopstanden. Bij wijziging van de waterafvoer zoals beschreven bij 12.1 zal deze situatie niet verslechten. 12.5Verwezen wordt naar de beantwoording onder Er zal contact worden gelegd met Staatsbosbeheer om dit aandachtspunt over de begaanbaarheid van paden te bespreken. De grondwaterstandverhoging 13

14 2011 werkzaamheden in het bos van Wijboschbroek aan de kapot gereden paden totaal niets is gedaan. Er lopen nu sporen van een halve meter diep die nu al vol water staan. Dit zal alleen maar erger worden als de waterstand ook nog eens hoger wordt. Hij denkt dat het toch niet meer als normaal is dat de paden een halve meter opgehoogd worden als u de waterstand een halve meter verhoogd. Hij vindt dat het een gebied moet blijven waar iedereen aan zijn trekken kan komen. zal geen significante nadelige gevolgen hebben voor de recreatiepaden. 14