Projectplan Herprofileren Rijnwijcksewetering

Transcriptie

1 DM Projectplan Herprofileren Rijnwijcksewetering Colofon Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Postbus GJ Houten Telefoon: website:

2 1. Inleiding Het ontwerp projectplan Herprofileren Rijnwijcksewetering heeft van 25 maart tot en met 6 mei 2019 ter inzage gelegen. In deze periode zijn 2 zienswijzen ingediend. In dit inspraakrapport wordt beschreven hoe deze zienswijze is verwerkt in het definitieve projectplan. Om privacy redenen worden de namen van insprekers niet in dit inspraakrapport genoemd. 1.1 Toelichting procedure Het definitieve projectplan is tezamen met dit inspraakrapport zijn op 25 juni 2019 door het college van dijkgraaf en hoogheemraden vastgesteld. De insprekers worden hierover per brief geïnformeerd, waarbij het inspraakrapport is bijgevoegd en waarin wordt vermeld waar het vastgestelde projectplan (met bijbehorende stukken) kan worden bekeken. Na publicatie van het besluit bestaat voor belanghebbenden die eerder zienswijzen hebben ingediend, of voor belanghebbenden die kunnen aantonen hiertoe redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest, de mogelijkheid om binnen 6 weken beroep aan te tekenen bij de rechtbank te Utrecht. 1.2 Toelichting inspraakrapport In dit inspraakrapport is in hoofdstuk 2 de zienswijzen van de insprekers en de reactie van het waterschap opgenomen. Ook is aangegeven of een zienswijze tot een wijziging van het projectplan heeft geleid. Het inspraakrapport in hoofdstuk 2 bestaat uit drie kolommen: 1. Reactie inspreker: In deze kolom zijn de binnengekomen zienswijzen opgenomen. De reacties zijn kort samengevat. 2. Reactie waterschap: In deze kolom is de reactie van het waterschap weergegeven. 3. Aanpassing: In deze kolom is aangegeven of de zienswijze tot een aanpassing van het projectplan leidt. 2

3 2. Zienswijzen In onderstaand overzicht treft u de binnengekomen zienswijze, de reactie van het waterschap daarop en of de zienswijze voor het waterschap heeft geleid tot een aanpassing van het projectplan. Nr. Zienswijze Reactie waterschap Gevolg op projectplan 1.1 Waarom zijn de lokale natuur en milieugroepen niet eerder bij dit project betrokken? Bij uitvoering van dit project wordt de Wet natuurbescherming en de Gedragscode Wet natuurbescherming voor waterschappen in acht genomen en zullen maatregelen genomen worden om de ruimtelijke ingreep zo klein mogelijk te houden. Inmiddels heeft er een veldbezoek plaatsgevonden waarin de werkzaamheden aan de natuur en milieugroepen zijn toegelicht. 1.2 Wat is de aanleiding tot het uitdiepen? Het uitdiepen van de watergang is nodig om waterafvoer in piektijden te kunnen garanderen. In de huidige situatie is het nu een verlande sloot/greppel. Het waterschap schoont daarom de watergang op en er vindt een herprofilering plaats. Het is van belang de afvoer van water te kunnen garanderen 1.3 Leidt het uitdiepen tot verdroging in de omgeving omdat water wordt onttrokken? Er wordt een zeer beperkt gedeelte van de watergang geherprofileerd waarbij een maximale verdieping van ca. 40 cm plaatsvindt ten opzichte van de huidige slootbodem. De werkzaamheden zijn dusdanig kleinschalig van aard (het herstellen van een verlande sloot/greppel) dat dit geen significant effect zal hebben op de grondwaterstand in en nabij de watergang. Wordt er geheel of gedeeltelijk met een foliebodem gewerkt? Nee, er wordt geen plastic folie of dergelijke materialen gebruikt. 3

4 Nr. Zienswijze Reactie waterschap op zienswijze Gevolg zienswijze op ontwerp-projectplan 1.4 Komen er riooloverstorten uit op de Rijnwijcksewetering Ja, aan de westkant van de parkeerplaats van Bochane komt er een overstort van riool uit in de wetering. Vanaf dit punt blijft de Rijnwijckse Wetering een primaire watergang, vanwege het belang van deze overstort. Ontstaat er door het uitdiepen stagnant water? Nee. Juist in de huidige situatie is er sprake van stilstaand water. Door het profiel te herprofileren kan water wegstromen Wat gebeurt er met het vervuilde slib? Hoe ziet het gebied er concreet na de werkzaamheden uit? Dat blijkt nu niet uit het projectplan. Het vervuilde slib wordt volgens de wettelijke regels afgevoerd naar een erkend verwerker. Daarbij zullen maatregelen genomen worden om te voorkomen worden dat vervuild slib de omgeving opnieuw vervuilt, zowel tijdens uitvoering van de werkzaamheden als het transport. Het gebied zal er niet of nauwelijks anders uit zien na de werkzaamheden, het betreft slechts het herstellen van een verlande sloot/greppel. Het profiel van de wetering zal vlak na de werkzaamheden wel duidelijker zichtbaar zijn in het landschap. 1.7 Inspreker stelt dat voor de werkzaamheden een omgevingsvergunning verplicht is. Navraag bij de gemeente Zeist heeft opgeleverd dat de werkzaamheden worden gezien als onderhoud en dat daarom geen omgevingsvergunning nodig is Inspreker wijst op de aanwezigheid van landschaps historische waarden en vraagt zich af op welke wijze hiermee rekening wordt gehouden. Er wordt niets veranderd aan de loop de wetering. Juist door het herstellen van het verlande gedeelte wordt de wetering teruggebracht en is deze meer zichtbaar aanwezig in het landschap. 4

5 Nr. Zienswijze Reactie waterschap op zienswijze Gevolg zienswijze op ontwerp-projectplan 1.10 Inspreker is van mening dat een aangepast en aangevuld projectplan opnieuw ter inzage moet worden gelegd, omdat in het voorliggend projectplan niet wordt ingegaan op diverse relevante aspecten. Middels het veldbezoek met de natuur en milieugroepen en de aanvullende vragen die gesteld zijn, is het waterschap van mening dat dit project voldoende is toegelicht Is de gemeente Zeist bij dit project betrokken geweest? Ja, de gemeente Zeist is op de hoogte van de plannen. 2.1 Het is voorbarig om de watergang af te waarderen naar tertiair, omdat in de toekomst de kwel of verhoogde afvoer weer kan toenemen. Inspreker stelt dat het niet goed is om de watergang af te waarderen en het onderhoud over te laten aan derden. Ook met eventuele toekomstige ontwikkelingen heeft dit gedeelte van de watergang een zeer gering belang voor de lokale waterhuishouding. Daarom wordt het afgewaardeerd naar tertiair. Middels het schouwproces houdt het waterschap toezicht op het onderhoud van de aangrenzende eigenaren. 2.2 Het is inspreker niet geheel duidelijk welke nieuwe dwarsprofielen er komen en welke bomen gekapt gaan worden. Het is niet mogelijk om te werken via exacte dwarsprofielen. Een en ander zal in het werk bepaald moeten worden. Er zullen geen bomen gekapt worden. Wellicht wel enkele struiken of opschot. 2.3 Inspreker vraagt zich af of er geen drainerende werking zal optreden door het verdiepen van de sloot Er wordt een zeer beperkt gedeelte van de watergang geherprofileerd waarbij een maximale verdieping van ca. 40 cm plaatsvindt ten opzichte van de huidige slootbodem. De werkzaamheden zijn dusdanig kleinschalig van aard (het herstellen van een verlande sloot/greppel) dat dit geen significant effect zal hebben op de grondwaterstand in en nabij de watergang. 2.4 De Quickscan Flora en Fauna is niet toegevoegd en daarom is het niet duidelijk welke verstoring plaats zal vinden Het is niet gebruikelijk om de Quickscan bij het Projectplan toe te voegen. Een gecertificeerd bureau heeft de Quickscan uitgevoerd en de aanbevolen maatregelen worden tijdens de uitvoering opgevolgd. 5

6 Nr. Zienswijze Reactie waterschap op zienswijze Gevolg zienswijze op ontwerp-projectplan 2.5 Het is mogelijk om een stuwtje of iets soortgelijks aan te brengen zodat de Wetering langer waterdragend wordt? Het waterschap is geen voorstander van het plaatsen van kunstwerken als dit voor de waterhuishouding niet noodzakelijk is Inspreker vraagt zich af of landbouwwater uit het lage deel verder de Heuvelrug op kan dringen en of het mogelijk is om een betonnen drempel o.i.d. aan te brengen om dit te verhinderen. Inspreker vraagt of door de maatregelen een verhoogde en versnelde afvoer van kwelwater plaats vindt en daarmee wordt bijgedragen aan verdroging? Inspreker denkt dat door de afwaardering van primair naar tertiair water, het onderhoud in de toekomst niet voldoende zal worden uitgevoerd. Ook van belang hierbij is volgens inspreker de aanwezigheid langs de sloot van de Japanse Duizendknoop, die zich zal vermeerderen zonder gedegen onderhoud. Het verder opdringen van landbouwwater is niet mogelijk, omdat de bodemhoogte van het te herprofileren gedeelte hoger ligt dan het waterpeil van het watervoerende deel van de Rijnwijckse Wetering. Het aanbrengen van een onderwaterdrempel is daarom ook niet nodig. Er wordt een zeer beperkt gedeelte van de watergang geherprofileerd waarbij een maximale verdieping van ca. 40 cm plaatsvindt ten opzichte van de huidige slootbodem. De werkzaamheden zijn dusdanig kleinschalig van aard (het herstellen van een verlande sloot/greppel) dat dit geen significant effect zal hebben op de grondwaterstand in en nabij de watergang. Naar verwachting gaan de natuurwaarden erop vooruit. Het aanwezige asbest wordt verwijderd en de Japanse duizendknoop (invasieve soort) wordt verwijderd. HDSR zal via het schouwproces handhaven op het regulier slootonderhoud, net als andere tertiaire watergangen. 6

7