Offerte-aanvraag ambulante Wmo en Jeugdhulp 2018 e.v.

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Offerte-aanvraag ambulante Wmo en Jeugdhulp 2018 e.v. Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Dit voorstel is een nadere invulling van het Inkoopkader 2018 e.v. Wmo en Jeugdhulp wat in mei is vastgesteld door de Raad. Dit voorstel betreft de vaststelling van de offerte-aanvraag voor de ambulante Wmo en jeugdhulp (behandeling, begeleiding, verzorging, dagbesteding, kortdurend verblijf en vervoer). De ambulante Wmo en Jeugdhulp wordt regionaal gecontracteerd, maar lokaal uitgevoerd. Gunning vindt plaats eind Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Leonie Braks, 2480 Datum ambtelijk voorstel 8 juni 2017 Registratienummer Ter besluitvorming door het college 1. Onder voorbehoud van vaststelling door overige regiogemeenten van het Rijk van Nijmegen bijgaande offerteaanvraag voor de inkoop van ambulante Wmo en Jeugdhulp vast te stellen. 2. Onder voorbehoud van mandatering door overige regiogemeenten van het Rijk van Nijmegen: a. Wethouder Bert Frings van Nijmegen te mandateren om niet-wezenlijke tekstuele wijzigingen aan te brengen in de offerte-aanvraag; b. Wethouder Bert Frings van Nijmegen te mandateren om namens de gemeente Nijmegen de overeenkomsten voorlopig te gunnen. Steller Leonie Braks Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 12 juni 2017 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 4.3 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling Het aflopen van de contracten voor ambulante Wmo en Jeugdhulp (blok B) met de Combinatie en de kleine aanbieders betekent een nieuw inkooptraject voor 2018 en verder. In mei 2017 is het inkoopkader voorgelegd aan alle raden in de regio. Dit voorstel betreft de offerte-aanvraag. Vanwege vertraging van landelijke richtlijnen over de bekostiging zal de inkoop van de ambulant Jeugd-Ggz later plaatsvinden. Voor de zomer volgt daarvoor nog een aparte offerte-aanvraag. 2 Juridische aspecten De diensten die worden ingekocht zijn maatwerk- respectievelijk individuele voorzieningen die op basis van de Wmo 2015 en de Jeugdwet worden ingezet. Deze zijn vertaald in bouwstenen en worden aanbesteed in percelen (zie paragraaf in de Offerte-aanvraag). Het betreft een Europese Aanbesteding waarvoor een offerte-aanvraag is opgesteld. Dit is een wettelijke verplichting bij sociale en andere specifieke diensten omdat het om een bedrag van meer dan euro gaat. Inschrijvingen die voldoen aan de geschiktheidseisen, minimumeisen en waar geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn, worden beoordeeld op de gunningscriteria. De gunningscriteria zijn een concretisering van de doelen van de gemeenten en zijn gericht op kwaliteit van de zorg. Als de score op de gunningscriteria voldoende is kan er gegund worden. Voor Nijmegen vindt dan op het perceel Wmo begeleiding (regulier en specialistisch) nog een selectie op volume plaats om het aantal aanbieders te beperken. De definitieve gunning wordt in november voorgelegd aan het college. Een selectie in het inkoopproces vormt een aantal risico s: 1. Niet-gunnen geeft kans op juridische procedures. We hebben de afgelopen 2 jaar veel zorgaanbieders toegelaten en die zullen het verlies van hun omzet niet zonder bezwaar accepteren. Dat is niet te vermijden in tijden van forse bezuinigingen waar we als gemeente nu nog toeleggen op sommige vormen van zorg. Aanbieders die een kort geding aanspannen tegen niet-gunnen en in het gelijk worden gesteld kunnen alsnog een overeenkomst krijgen. 2. Cliënten bij de niet-gegunde aanbieders kunnen hun traject afmaken als de aanbieder dat ook wenst. Als een vervolgtraject nodig is, wordt hiervoor een andere aanbieder gezocht. Dit kan voor de betreffende cliënten persoonlijk niet wenselijk zijn vanwege de band met hun professional. We richten een communicatietraject daarvoor in en stellen eisen aan een duidelijke overdrachtsprotocol. 3. De druk op PGB zal hoger worden. Het PGB-beleid en de -uitvoering daarvan moeten voor 2018 worden aangepast om dit risico te voorkomen. 4. Het aantal partijen dat niet gegund wordt is niet te voorspellen. We doen de aanname dat veel van de bestaande partijen goede kwaliteit leveren en dat er zeker voldoende keuzemogelijkheid overblijft voor de cliënten. Het tarief is vast, voor Wmo is dit op basis van de AMVB uit juni 2017 die stelt dat de gemeente een reëel tarief moeten hanteren. Voor jeugdhulp is dezelfde lijn gehanteerd al is die niet wettelijk vastgelegd. Het contract is een raamcontract. Het tarief staat vast en de geleverde productie wordt uitbetaald. Dit betreft dus een open-einde regeling. Financiële sturing kan plaatsvinden door

3 Collegevoorstel Vervolgvel 2 sturing op de volumes: aantal cliënten, intensiteit van zorg en lengte van zorg. Dit is een taak van toeleiders, aanbieders en contractmanagement. Contractduur voor ambulante Wmo en jeugdhulp wordt 3 jaar (2018/2020), met een optie tot verlenging van 2 keer 2 jaar (2021/2022, 2023/2024). Bij de verlenging ontstaat de mogelijkheid om het contract te stoppen, dit kan ook partieel per perceel terwijl de rest doorloopt en dat geeft flexibiliteit. 3 Doelstelling Het doel van dit voorstel is het vaststellen van de offerte-aanvraag en het mandateren van wethouder Frings door alle regiogemeenten voor de voorlopige gunning. 4 Argumenten De belangrijkste verbetervoorstellen uit het Inkoopkader 2018 e.v. zijn: - Het opheffen van het onderscheid tussen het contract met het samenwerkingsverband de Combinatie en de zogenaamde Kleine aanbieders; vanaf 2018 krijgt iedere geselecteerde aanbieder een raamcontract. De reden om het onderscheid op te heffen is dat we naar 1 bekostigingsmodel willen voor de hele markt en dat we willen dat alle aanbieders goed samenwerken in een sterk lokaal netwerk en niet alleen de leden van de Combinatie. - We gaan in dit inkoopproces selecteren op kwaliteit van de aanbieders: de burger moet erop kunnen vertrouwen dat de Zorg in Natura zorgvuldig is ingekocht. We hebben veel kennis opgedaan over de werkwijze van aanbieders en die kennis is omgezet in geschiktheidseisen, minimumeisen en de volgende gunningscriteria (zie Hoofdstuk 4 offerte-aanvraag) o Hulpverleningsplan en evaluatieplan: o Bereik en participatie specifieke doelgroepen o Betaalbaarheid o Duurzaamheid: personeelsbeleid en milieubeleid Voor Nijmegen vindt naast selectie op kwaliteit ook nog een selectie op volume op het perceel Wmo begeleiding (regulier en specialistisch) plaats om het aantal aanbieders te beperken. Minder aanbieders maakt het mogelijk om meer grip te krijgen op het productievolume. In 2016 heeft een zeer sterke groei plaatsgevonden op de productie van (specialistische) begeleiding die demografisch en in afschaling van zware zorg niet verklaarbaar is. - Versterking van de inzet van casemanagement om het principe 1 gezin-1 plan meer handen en voeten te geven: gemeentelijke toegangspoorten kunnen casemanagers aanwijzen, er is een opleiding ontwikkeld en we gaan monitoren op de inzet van casemanagement. - Financiële sturing krijgt plaats middels sturing op volumes, zie paragraaf financiën. 5 Financiën Rijksbudget We dekken de inkoop van de ambulante Wmo en Jeugdhulp uit de integratieuitkering sociaal domein voor jeugd en Wmo.

4 Collegevoorstel Vervolgvel 3 In onderstaande tabel geven we het verloop van deze middelen voor de gemeente Nijmegen weer (stand meicirculaire 2017): in mln Jeugd 40,2 37,6 37,7 38,1 38,1 38,3 38,5 Wmo 20,6 23,2 22,6 23,4 23,2 23,3 23,3 Totaal 60,8 60,8 60,2 61,5 61,2 61,6 61,8 De Nijmeegse inkoop van blok B ambulante Wmo en jeugdhulp komt uit op ongeveer 30 mln (aandeel Nijmegen) dit is ongeveer 50% van het budget. Deze uitkering wordt verder gebruikt voor de bekostiging van onder andere: - Blok A: welzijn, inloopvoorzieningen en dagbesteding ouderen. Contractering verloopt via lokale subsidies. - Arbeidsmatige Dagbesteding. Contractering wordt uitgevoerd door het Regionaal Werkbedrijf. - Veilig Thuis. Contractering via subsidiering van GGD (?) - Dyslexie. Een meerjarige regionaal contract is in 2017 ingegaan - Blok C1 (jeugdhulp met verblijf). Een meerjarige regionale contract is in 2017 ingegaan. - Blok C2 (jeugdbescherming en jeugdreclassering), regionale contractering middels - Gemeentelijke uitvoeringskosten voor backoffice en regionaal ondersteuningsbureau. - Landelijk transitie-arrangement. Contractering loopt landelijk. - Blok B (ambulante hulp Wmo en jeugd), regionale contractering middels onderhavig voorstel Omvang van het contract: volume De diensten in Blok B hebben een cruciale functie in het op- en afschalen tussen zware zorg en preventieve ondersteuning in de 0-en 1-lijn. Het afschalen van de zware regionale en landelijke zorg zal tot een toename leiden van de productie in blok B. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de versterking van de basis-infrastructuur en de 0 e en 1 e lijn met als doel afschalen uit blok B 1, zoals de recente uitbreiding van de Nijmeegse wijkteams, het doorvoeren van efficiëncymaatregelen bij de Nijmeegse wijkteams en de innovatieprojecten bij jeugd die jeugdprofessionals op vindplaatsen zet. Hiermee komt er meer ruimte voor het uitvoeren van de kantelingsprincipes wat moet leiden tot een daling van de productie. Specifiek voor specialistische begeleiding geldt dat we de duur hiervan in beginsel willen maximeren op 1 jaar, wat impliceert dat in een specialistisch begeleidingsplan wordt toegewerkt naar omzetting naar reguliere begeleiding (indien nodig) na 1 jaar. Daarnaast stellen we de voorwaarde dat aanbieders van specialistische begeleiding ook reguliere begeleiding bieden, zelf of via onderaannemerschap of een samenwerkingsovereenkomst, om afschaling naar reguliere begeleiding te vergemakkelijken en om vanuit cliëntperspectief een warme overdracht te borgen. Het netto effect van de ingrepen op het totale volume van zorg in blok B is niet in te schatten en zal per zorgsoort ook kunnen verschillen. Raamcontracten ondersteunen deze veranderlijkheid in het productievolume omdat ze geen vaste omzetafspraken bieden maar een vaste prijs/tarief waarmee de daadwerkelijke produktie wordt afgerekend. Dit betreft dus een open-einde regeling. Financiële sturing kan plaatsvinden door sturing op de volumes:

5 Collegevoorstel Vervolgvel 4 aantal cliënten, intensiteit van zorg en lengte van zorg. Dit is een taak van toeleiders, aanbieders en contractmanagement. Wij kunnen hier geen keiharde garanties afgeven, we introduceren wel dynamische plafonds op perceelniveau om dit te ondersteunen (zie paragraaf Dynamische Plafonds op perceelniveau). Tarieven De tarieven zijn vaste tarieven die voor alle aanbieders gelden. Hiermee wordt de concurrentie op prijs uitgeschakeld en kan enkel op kwaliteit het verschil worden gemaakt. Opdrachtgever heeft de ambitie en wettelijke plicht in de Wmo om reële tarieven vast te stellen overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van de dienst en de continuïteit in de hulpverlening. Met reëel wordt bedoeld dat het tarief wordt opgebouwd uit kostenelementen die nodig zijn om de zorg te leveren. Kostenelementen zijn bijvoorbeeld personele kosten (gebaseerd op loonschalen in de cao), productiviteit van het personeel, overhead kosten, kosten voor dagverblijf en grootte van groepen bij dagverblijf. De tarieven die gepubliceerd worden 26 juni, zijn de voorlopige tarieven. Er vinden nog tariefonderzoeken plaats bij diverse zorgaanbieders om tot definitieve tariefstelling te komen. In de nota s van inlichtingen zullen de definitieve tarieven gepubliceerd worden. Eind augustus volgt daarvoor nog een collegevoorstel. Wat de betreft de indexering van de tarieven vanaf 2019 stellen we een voorbehoud dat wij de indexering kunnen beperken bij financiële knelpunten en kunnen laten variëren over de verschillende zorgvormen. Dynamische plafonds op perceelniveau Het richtinggevend budget zal per gemeente vóór aanvang dienstverlening (dus voor 1 januari 2018) worden vastgesteld per perceel (combinatie van product en gemeente). Jaarlijks wordt dit opnieuw vastgesteld op basis van de september circulaire waarin het rijksbudget voor de regio wordt aangekondigd. Indien blijkt dat het richtinggevend budget zoals voor aanvang dienstverlening door iedere afzonderlijke gemeente wordt vastgesteld, (mogelijk) niet voldoende is, gaat de Opdrachtgever in gesprek met alle Opdrachtnemers die leveren in desbetreffend perceel over de analyse en mogelijke oplossingsrichtingen om binnen het budget te blijven. Er wordt een Dynamisch budgetplafond ingesteld. Door het dynamisch budgetplafond worden instellingen alleen geconfronteerd met een budgetplafond als er sprake of dreiging is van budgetoverschrijdingen. De contractuele uitwerking van het dynamisch budgetplafond zit in het maken van afspraken over het volume aan zorg. Aanbieders worden verzocht te onderzoeken waar de mogelijkheden zitten tot verminderen van zorg in intensiteit en duur, prioritering van de instroom van nieuwe cliënten, vergroten van wachttijden of in het uiterste geval een cliëntenstop. De dynamische plafonds geven gemeenten geen harde zekerheid tegen overschrijdingen (zoals bij subsidieplafonds), maar vormen wel een productiekader voor gegunde aanbieders en een mechanisme om bij te sturen. Dynamische plafonds zijn plafonds op perceelniveau voor de aanbieders die daar gegund zijn. Plafonds op aanbiedersniveau zijn niet haalbaar omdat we vooraf niet weten hoeveel aanbieders zich inschrijven en gegund worden en wat hun capaciteit is en hoe het volume zich ontwikkelt. 6 Participatie en Communicatie Raden Diverse raden hebben hun wensen en bedenkingen opgesteld. Wij komen nog met een formele reactie op de wensen en bedenkingen middels een raadsbrief, maar aan het grootste

6 Collegevoorstel Vervolgvel 5 deel van de wensen geven wij invulling. De wensen en bedenkingen van de Nijmeegse raad betroffen: - gelijke kansen voor grote en kleine aanbieders, dit wordt gerealiseerd in deze Europese aanbesteding; - PGB aanpassen dat aanbieders ook daar moeten voldoen aan kwaliteitseisen, dat moet gerealiseerd worden in de aanpassing van het PGB beleid; - In de gunningscriteria is conform de wensen van de Raad rekening gehouden met diversiteit (gunningscriterium 2: bereik en participatie specifieke doelgroepen), duurzaamheid in milieu- en personeelsbeleid (gunningscriterium 4: duurzaamheid); - In het Programma van Eisen is conform de wens van de Raad rekening gehouden met de Wet Normering Topinkomens. Cliënten In de aanloop naar de contractering 2018 hebben we een bijeenkomst gehouden gevoerd met vertegenwoordigers van cliëntenraden uit de regio. Daarnaast hebben we signalen uit de lokale Cliëntervaringsonderzoeken meegenomen en de adviezen van het regionaal Platform Ervaringsdeskundigen. Ook hebben diverse Wmo-raden 2 gereageerd op het inkoopkader en de offerte-aanvraag. In Nijmegen heeft de adviescommissie JMG een gevraagd advies uitgebracht ten aanzien van het inkooptraject 2018, dat voor nu ter kennisname is bijgevoegd. Tegelijkertijd met de reactie op de wensen en bedenkingen van de raad komen we tevens met een reactie op het advies van JMG. Op deze manier zijn er veel signalen en aandachtspunten opgehaald. De signalen rond de zorgaanbieders zijn meegenomen in de programma s van eisen. De belangrijkste gaan over cliënt centraal, personele kwaliteit, mantelzorg, reële tarieven en bijbehorende passende beloning voor personeel en continuïteit van zorg. Aanbieders Met bestaande zorgaanbieders is er contact in het kader van contractmanagement. Er hebben markconsultaties plaatsgevonden voorafgaand aan de contractering. In de aanbestedingsprocedure is er wettelijk gereguleerd schriftelijk- en mondeling contact. Regiogemeenten De regiogemeenten werken samen aan de inkoop en uitvoering van Wmo en Jeugdhulp. Daarvoor zijn de volgende structuren ingericht: 1. Er is een regionaal ondersteuningsbureau (ROB) voor de contractering en het contractmanagement gedurende de contractperiode 2. Wethouders, hoofden van de gemeentelijke uitvoering, beleid en financiën stemmen af in regionale overleggen. 7 Uitvoering en evaluatie De inkoop verloopt via een openbare europese aanbestedingsprocedure. Aanbieders die gegund worden, krijgen 1 januari 2018 een contract. Inschrijvers die niet gegund worden gaan mogelijk PGB aanbieden. De inzet (volume en uitgaven) van de gecontracteerde zorg in blok B wordt via periodieke managementrapportages gemonitord. De dialoog met de aanbieders en daarmee het contractmanagement wordt gevoerd op 2 niveaus: gebiedsgericht per gemeente/wijk), dit zijn 2 Opereren onder diverse namen in de regio: Wmo-raad, adviesraden, Wmo-werkgroep.

7 Collegevoorstel Vervolgvel 6 inhoudelijke dialogen over de zorg en de zorgprocessen, en regionaal (instellingsgericht), dit zijn dialogen over het gehele contract. 8 Risico De gemeenten in de regio Nijmegen hebben gekozen voor een sturingsmodel met 3 kernthema s: toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid. Deze thema s zijn van belang voor de monitoring van de transitie en langs de 3 kernthema s benoemen we de risico s en hoe we hierop sturen. Betaalbaarheid De betaalbaarheid komt onder druk omdat de bezuinigingen van de rijksmiddelen nog niet structureel zijn doorgevoerd in de hele keten van informele hulp en collectieve voorzieningen tot individueel maatwerk. Met de diverse verbetervoorstellen en innovaties willen wij onder meer de betaalbaarheid borgen en toekomstige tekorten voorkomen. - Versterking van wijkteams en jeugdkennis op vindplaatsen - Selectie op aantal aanbieders in de inkoop - Afschalend werken bij specialistische begeleiding versterken door maximale toewijzing van 1 jaar en reguliere begeleiding steviger te verbinden aan specialistische begeleiding - Dynamische plafonds per perceel in de contractperiode Omdat de blok B-voorzieningen open einderegelingen betreffen, kunnen wij hiervoor echter geen garanties afgeven. We hebben de plicht op burgers met een ondersteuningsvraag passende zorg te leveren. Door inrichting van het berichtenverkeer zijn we beter in staat de uitnutting te monitoren en tijdig in gesprek te gaan met de aanbieders en toeleiders om maatregelen te treffen. We kunnen nu nog niet inschatten of de budgetten Jeugd en Wmo toereikend zullen zijn. In geval van tekorten zullen we een beroep doen op de bestemde reserve Wmo/Jeugd. Als deze reserve uitgeput dreigt te raken omdat blijkt dat budgetten en plafonds te snel worden uitgeput zullen we binnen het programma Zorg en Welzijn maatregelen nemen om dreigende tekorten op te vangen. Een specifiek risico vormt de PGB. Inschrijvers die niet gegund worden gaan mogelijk PGB aanbieden. Het PGB-beleid en de uitvoering daarvan moeten voor 2018 worden aangepast om dit risico te beperken. Toegankelijkheid De toegankelijkheid vormt een risico voor de betaalbaarheid en kwaliteit. Enerzijds als de toeleiding onvoldoende slaagt in het vinden van lichte oplossingen en teveel blijft doorverwijzen naar zorg. Anderzijds als de toeleiding naar zorg verstopt raakt en de problematiek van burgers verergert gedurende de wachttijd. Onverantwoorde wachttijden moeten gemeld worden door aanbieders zodat naar oplossingen gezocht kan worden. Van groot belang is dat de toeleiding passend toeleidt: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig en met de juiste snelheid. Deels hebben de gemeenten grip op het volume van de toeleiding zoals de sociale wijkteams en de regieteams, deel liggen de toeleiders buiten de directe aansturing zoals huisartsen en jeugdartsen. In de contractering vragen we van zorgaanbieders om te ondersteunen in de toeleiding door consultatie en advies te leveren en hun expertise in te brengen. De afzonderlijke gemeenten zijn verantwoordelijk voor het sturen op de toeleiding en de totstandkoming van een sterk lokaal netwerk tussen aanbieders, sociale wijkteam, huisartsen, welzijnswerk en onderwijs. Nijmegen kiest voor een sterkere selectie van aanbieders van Wmo-begeleiding om zo meer sturing te kunnen geven.

8 Collegevoorstel Vervolgvel 7 Kwaliteit Als gemeenten zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. We zijn daarmee ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en het toezicht daarop. Daarom selecteren we in deze inkoop op kwaliteit middels geschiktheidseisen, minimumeisen, uitsluitingsgronden en gunningscriteria. Aanbieders die niet voldoen aan de eisen worden niet-gegund. Cliënten mogen hun traject afmaken maar moeten bij herindicatie een andere aanbieder kiezen. Dit bevordert de continuïteit van zorg niet en is daarmee een afbreukrisico voor de kwaliteit van zorg. Na gunning vindt gedurende de contractperiode monitoring van kwaliteit plaats door contractmanagementgesprekken, cliëntervaringsonderzoeken en kwaliteitscontroles op rechtmatigheid en doelmatigheid. De landelijke jeugdinspecties houden toezicht op de uitvoering van de Jeugdwet en het toezicht op de Wmo hebben we uitbesteed aan de GGD Gelderland Zuid. Het regionale toezicht en handhaving krijgen vorm door middel van een fraudemeldpunt, diepergaande controles en inspecties. Bijlagen Offerte-aanvraag ambulante Wmo en Jeugdhulp 2018 ev Bijlage 3 bij Offerte-aanvraag: Programma van eisen Bijlage 9 bij Offerte-aanvraag: Bouwstenen Brief gemeenteraad W&B Inkoopkader 2018 ambulante Wmo en Jeugdhulp Gevraagd advies inkoop adviescommissie JMG

9 Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen G e m e e n t e r a a d Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) griffie@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk 17 mei 2017 BM50/ Onderwerp W&B Inkoopkader 2018 ambulante Wmo en Jeugdhulp Uw kenmerk MO50/ Datum uw brief 28 maart 2017 Contactpersoon Renée Waumans Doorkiesnummer Geacht college, Met uw brief van 28 maart 2017 stelt u de gemeenteraad in de gelegenheid wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen ten aanzien van het voorgestelde inkoopkader 2018 voor ambulante Wmo en Jeugdhulp. De gemeenteraad heeft kennis genomen van uw brief en heeft in zijn vergadering van 17 mei 2017 besloten de volgende wensen en bedenkingen mee te geven aan uw college. 1. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat wanneer zorgaanbieders niet voldoen aan de kwaliteitseisen voorkomen moet worden dat deze aanbieders overstappen naar de PGBoptie. 2. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat ondernemerschap en kleine, nieuwe initiatieven en kleine aanbieders de ruimte wordt gegeven om mee te kunnen dingen naar raamcontracten onder voorwaarde dat ze aan vastgestelde basis kwaliteitseisen voldoen. 3. De gemeenteraad spreekt de wens uit zo snel mogelijk de wachtlijsten bij de Sociale Wijkteams weg te werken zodat er ruimte komt voor innovatie en kostenbesparing. 4. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de keuzevrijheid geborgd blijft. 5. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat er rekening gehouden wordt met specifieke doelgroepen zoals LHTB en statushouders. 6. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat kwaliteit voorop staat en binnen het gunningscriterium duurzaamheid extra punten worden toegekend als zorgaanbieders gebiedsgericht te werk gaan (bijvoorbeeld: alle werknemers verplaatsen zich zoveel mogelijk op de fiets).

10 Gemeente Nijmegen Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie Vervolgvel 1 7. De gemeenteraad is zeer tevreden dat de PGB als volwaardige optie in het inkoopkader is opgenomen en spreekt de wens uit dat kwaliteit voorop blijft staan en denkt dat de vaardigheidscheck bij het aanvragen van PGB goede waarborg daarvoor is. 8. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat bij het opheffen van het onderscheid tussen de Combinatie en de kleine aanbieders er geen monopolie ontstaat voor de grote aanbieders, maar kwaliteit voorop staat. 9. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat er bij de inkoop eisen worden gesteld om duurzame inzetbaarheid van betrokken werknemers te maximaliseren. De omloopsnelheid van personeel bij zorgaanbieders is namelijk erg hoog. 10. De gemeenteraad spreekt de wens uit voor meer vaste gezichten in de wijk en eist daarbij dat een aanbieder een maximale flexibele schil van 25% heeft. 11. De gemeenteraad spreekt de wens uit nadrukkelijk te participeren in haar rol als controleur tijdens de looptijd van dit inkoopbeleid. Het jaarlijkse onderzoek dat wordt gedaan naar cliëntervaringen kan daar een aanknopingspunt voor zijn. Gesprekken met cliënten zoals vorig jaar georganiseerd tijdens de Verantwoordingsdag in een ronde tafel setting zorgen voor een goed beeld. 12. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de Wet Normering Topinkomens bij bestuurders van zorgaanbieders steeds onder de aandacht wordt gebracht om daarmee te voorkomen dat er een groot deel van het inkoopbudget naar bestuurders gaat. We geven daarom de voorkeur aan zorgaanbieders die hier al aan voldoen. 13. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat binnen de gunningscriteria wordt meegewogen: beschikbare diversiteit om goed in te spelen en aan te sluiten op de diversiteit en cultuur binnen de klanten/cliëntenkring zoals LHBT en statushouders. Wij gaan er van uit u middels deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, de Raad der Gemeente Nijmegen, de Voorzitter, De Griffier, drs. H.M.F. Bruls drs. M.A.H. Heffels bijlage: 1

11 Bijlage 9 Bouwstenen en tarieven 9.1 BOUWSTENEN WMO PRODUCT PROD. CODE 01 Reguliere Wmo Begeleiding 02A03 volwassenen 02 Specialistische Begeleiding volwassenen Wmo 02A05 DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 1 Mensen die beperkingen ondervinden in het zelfstandig functioneren, wonen en participeren. Volwassenen met beperkt regieverlies, (redelijk) voorspelbare situatie, beperkte complexiteit, (redelijk) ziekte-inzicht en stabiel medicatiegebruik. Zie paragraaf 9.3 Onderscheid tussen reguliere begeleiding en specialistische begeleiding. Mensen die als gevolg van psychiatrische en NAHbeperkingen ondervinden in het zelfstandig functioneren, wonen en participeren. Volwassenen met ernstig regieverlies en passiviteit, grote complexiteit en geen/beperkt ziekteinzicht. Begeleiding gericht op: - Activering en aanbrengen dagstructuur; - Stabiliseren of handhaven van de situatie; - Inslijpen/toepassen/oefenen en behouden van (praktische) vaardigheden in het dagelijks leven door herhaling. Voorwaarde is dat altijd systeemgericht wordt gewerkt op alle leefgebieden. Voor het bepalen van concrete doelen op één of meer leefgebieden wordt gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidmatrix. Begeleiding gericht op: - Activering en aanbrengen dagstructuur; - Methodisch trainen van vaardigheden en leren omgaan met medicatie. Voorwaarde is dat altijd systeemgericht wordt gewerkt op alle leefgebieden. Voor het bepalen van concrete doelen op één of meer leefgebieden wordt gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidmatrix. Zelfstandig functioneren en participatie vergroten, behouden of voorkomen/vertragen van achteruitgang (m.n. bij ouderen) met behulp van het eigen netwerk (vergroting samenredzaamheid), aan de hand van concrete doelen op één of meer leefgebieden uit de ZRM in het begeleidingsplan. Zelfstandig functioneren en participatie vergroten, behouden of voorkomen/vertragen van achteruitgang (m.n. bij ouderen) met behulp van het eigen netwerk (vergroting samenredzaamheid), aan de hand van concrete doelen op één of meer leefgebieden uit de ZRM in het begeleidingsplan. De voorziening reguliere begeleiding volwassenen wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. Voor het opstellen van het begeleidingsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een professional ingezet te worden met een mboopleiding op niveau 4. De voorziening specialistische begeleiding wordt uitgevoerd door een professional met een hbo-opleiding. 1 NB: Opleiding moet worden gelezen als afgeronde zorggerelateerde opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

12 WMO PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 1 Zie bijlage (appendix A) voor een uitgebreide beschrijving van de richtlijnen voor het onderscheid tussen (reguliere) begeleiding en specialistische begeleiding. 03 Reguliere begeleiding in een groep volwassenen 04 Specialistische begeleiding in een groep volwassenen Zie Bouwsteen 01 Zie Bouwsteen 01 Reguliere begeleiding in een groep. Het onderscheid met dagbesteding is dat er geen specifiek verblijf met staf is ingericht. Zie Bouwsteen 02 Zie Bouwsteen 02 Specialistische begeleiding in een groep. Het onderscheid met dagbesteding is dat er geen specifiek verblijf met staf is ingericht. Zie Bouwsteen 01 Zie Bouwsteen 01 Zie Bouwsteen 02 Zie Bouwsteen Persoonlijke Verzorging Volwassenen Wmo 03A03 Volwassenen met verstandelijke, psychiatrische, zintuiglijke of NAH- beperkingen waarbij lijfgebonden zorg noodzakelijk is, en waarbij geen sprake is van een ondersteuningsbehoefte vanuit geneeskundige zorg of een verhoogd risico daarop 2. NB: wanneer de cliënt de behoefte heeft aan begeleiding bij persoonlijke verzorging of Het overnemen van de zelfzorg Voorbeelden van handelingen in het kader van persoonlijke verzorging zijn: opstaan, aankleden, eten, drinken, wassen, toiletgebruik, scheren, kammen, tanden poetsen en steunkousen aantrekken. Stabilisatie van zelfzorg, hygiëne. De voorziening persoonlijke verzorging wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding. Indien deze voorziening wordt uitgevoerd in combinatie met reguliere begeleiding, door dezelfde professional, gelden de minimum personeelseisen genoemd bij de bouwsteen reguliere begeleiding volwassenen (01) 2 Wanneer de behoefte aan Persoonlijke Verzorging samenhangt met een behoefte aan geneeskundige zorg of een verhoogd risico daarop, valt de verzorging onder de Zvw. Onder geneeskundige zorg kan worden verstaan: zorg voor cliënten die noodzakelijk is als gevolg van ziekte, aandoening of beperking, of bij cliënten die een hoog risico hierop hebben, zoals ouderen met een lichamelijke aandoening of beperking, dementie of, in het algemeen, mensen bij wie de gezondheidssituatie snel kan veranderen/verslechteren die dikwijls al te maken hebben met huisartsenzorg of ziekenhuiszorg.

13 WMO PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 1 gebaat is bij een combinatie van beide producten, dan kan er een combinatie van de bouwstenen persoonlijke verzorging en reguliere begeleiding worden ingezet. Hierbij gaat de voorkeur uit naar het laten uitvoeren van de ondersteuning door dezelfde professional. 06 Dagbesteding Volwassenen Wmo 07A03 Volwassenen met psychiatrische, verstandelijke, lichamelijke en/of somatische beperkingen - exclusief mensen met geriatrische/ ouderdomsproblematiek (blok A) en mensen met zintuiglijke beperking. Ontwikkelingsgericht dagactiviteiten, al dan niet in groepsverband, gericht op: - het creëren en behouden van dagstructuur; - indien mogelijk toeleiding naar arbeidsmatige of (begeleid) werk; - ontwikkelen en behouden van fysieke, cognitieve en sociale vaardigheden; - het bevorderen en behouden van zelfredzaamheid - het bevorderen van de eigen regie - verminderen/voorkomen van sociaal isolement - contact, ontwikkeling en/of ontplooiing - ontlasting van mantelzorgers. Tijdens de dagbesteding wordt zoveel mogelijk een gezonde leefstijl (gezonde voeding, beweging, etc.) bevorderd. Participatie (zo inclusief/geïntegreerd mogelijk) en dagstructuur vergroten en behouden aan de hand van concrete doelen op één of meer leefgebieden uit de ZRM in het begeleidingsplan. De voorziening dagbesteding wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. Voor het opstellen van het hulpverleningsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een professional ingezet te worden met een mboopleiding op niveau 4. Voor iedere deelnemer wordt de ondersteuningsbehoefte gemonitord gedurende de periode dat hij deelneemt aan de dagbesteding. Wijzigingen in deze zorgbehoefte worden vastgelegd per deelnemer. De dagbestedingsactiviteiten worden zo lokaal mogelijk georganiseerd, zoveel mogelijk aansluitend op de in wijken en stadsdelen aanwezige voorzieningen en zo mogelijk met gebruikmaking

14 WMO PRODUCT PROD. CODE 07 Kortdurend verblijf volwassenen 08 Casemanagement Alleen inzetbaar als stapelbouwste en op een andere voorziening Wmo 04A04 Jw 45A 55 Wmo 02A21 DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 1 van de lokaal aanwezige (gemeentelijke) accommodaties. Volwassenen met een verstandelijke, psychiatrische, NAH- of lichamelijke (LG) beperking. Exclusief ouderen 3 Casemanagement wordt ingezet bij complexe problematiek op meerdere levensgebieden en wanneer er coördinatie nodig is op het geheel aan zorg en ondersteuning in een (1) huishouden. De ondersteuning in dit huishouden bevat minimaal een (1) maatwerkvoorziening Wmo of individuele voorziening Jeugd. De rol van casemanager kan alleen worden vervult door een van deze maatwerk-aanbieders. Er kan dus geen sprake zijn van een aparte casemanager die geen maatwerkvoorziening levert. Logeersituatie in verschillende varianten om de thuissituatie (mantelzorgers) te ontlasten. Zo lokaal mogelijk en voor diverse doelgroepen. Aansluiten op bestaande voorzieningen. De casemanager is degene die ervoor zorgt dat iedereen, ook andere hulpverleners in de casus, doet wat is afgesproken met de cliënt, jeugdige en de ouders en daar zelf ook voor zover het zijn eigen professionele discipline betreft - actief aan deelneemt. Daartoe werkt hij samen met de professionele partners (bv. onderwijs, schulphulpverlening) aan het domeinoverstijgende hulpverleningsplan. Ontlasten van mantelzorgers. Door de inzet van casemanagement vindt er regie op ondersteuning/zorg plaats waarbij het principe één gezin één plan leidend is. Door afstemming tussen de professionals en prioritering wordt de effectiviteit van ondersteuning/zorg vergroot. Bovendien worden escalatie van de problematiek en onnodige stapeling van ondersteuning/zorg voorkomen. Het toezicht tijdens het kortdurend verblijf wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. De voorziening casemanagement wordt uitgevoerd door een geregistreerde professional met een hboopleiding. Sociaal Wijkteam/regieteam/ Veiligheidshuis bepaalt wie de casemanager is maakt de verwijzing voor 3 Kortdurend verblijf voor ouderen wordt separaat door de gemeenten ingekocht en maakt dus geen onderdeel uit van dit overzicht.

15 WMO PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 1 deze bouwsteen. 09 Vervoer naar dagbesteding en kortdurend verblijf volwassenen Wmo 08A03 NB: Het kan zijn dat een jeugdbeschermer de rol van casemanager vervult. Dan hoeft deze bouwsteen niet te worden ingezet. Volwassenen die niet zelf of niet via hun netwerk in vervoer kunnen voorzien terwijl er ook geen passend vervoer aanwezig is en het vervoer niet valt onder de gebruikelijke zorg. Vervoer moet inclusief zijn bij: - Dagbesteding volwassenen - Dagbesteding jeugd - Dagbehandeling jeugd 4 - Kortdurend verblijf volwassenen - Kortdurend verblijf jeugd Startpunt is het eigen netwerk en de lokale mogelijkheden tot inzet van vrijwilligers. Daar waar dit niet mogelijk is, is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor het bieden van passend vervoer van en naar de dagbesteding, dagbehandeling of het kortdurend verblijf. De plaatsing van cliënten is een verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Het Sociaal Wijkteam geeft de indicatie voor vervoer af, maar doet dit in overleg en afstemming met de zorgaanbieder, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van het sociale netwerk en de lokale mogelijkheden tot inzet van vrijwilligers. Bij het vaststellen van de indicatie geldt het Toetsingskader Vervoer Jeugdhulp en Wmo Regio Nijmegen. Dit kader geldt ook voor een zorgaanbieder als een jeugdige rechtstreeks door de wettelijke verwijzer bij een zorgaanbieder terecht komt. Voor het vervoer worden voertuigen ingezet die in Vervoer naar de genoemde individuele voorzieningen voor jeugd en volwassenen. Voor de ritten die worden gemaakt gelden de volgende eisen: - de maximale duur van de rit voor een klant, van thuissituatie naar dagbesteding, bedraagt één uur; - het op tijd vertrekken van het voertuig en het op tijd aankomen op de bestemming: maximaal een half uur voor afgesproken vertrektijd en half uur na afgesproken aankomsttijd. De voorziening wordt uitgevoerd door een chauffeur die in ieder geval; - In het bezit is van een EHBO-certificaat; - Kennis en affiniteit heeft met de klant; - kan omgaan met de diverse beperkingen en ziektebeelden van de klant; - servicegericht, klantvriendelijk, verantwoordelijk en behulpzaam is. Indien van belang voor de klant moet de chauffeur; - vastigheid (in chauffeurs en route) bieden; - in het bezit zijn van een certificaat voor omgaan met epilepsie; - weten hoe om te gaan met klanten met gedragsproblemen. 4 Uitzondering; Vervoer naar de behandeling Jeugd GGZ wordt regionaal ingekocht via het doelgroepenvervoer Avan.

16 WMO PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 1 ieder geval; - voldoen aan alle relevante bepalingen en door de Rijksdienst door het Wegverkeer te zijn goedgekeurd voor taxivervoer; - voorzien zijn van een verbandtrommel, brandblusser, noodhamer en gordelsnijder; - dusdanig zijn ingericht dat de chauffeur vanuit zijn/haar zitplaats altijd alle inzittenden tijdens de rit kan zien; - elke klant zicht naar buiten bieden; - zijn voorzien van een kinderslot; - zijn voorzien van veiligheidsgordels die geschikt zijn voor alle reizigersgroepen - rookvrij zijn - (bij rolstoelplaatsen): zijn voorzien van een voor alle rolstoeltypen veilige bevestiging van de rolstoel en zijn voorzien van een voor alle rolstoeltypen veilige bevestiging van de reiziger. Voor iedere chauffeur die ingezet wordt voor het vervoer van rolstoelafhankelijke reizigers gelden de volgende aanvullende eisen; - heeft ervaring in de omgang met de doelgroep en haar beperkingen; - bezit praktische vaardigheden betreffende het vervoeren van rolstoelreizigers; - beheerst de zit- en tiltechnieken ten behoeve van passagiers met een fysieke beperking. JEUGD PRODUCT PROD. CODE 10 Reguliere Jw 45A04 Begeleiding Jeugd DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 Mensen die beperkingen ondervinden in het zelfstandig functioneren, wonen en participeren. Jeugdigen (incl. het gezin) met beperkt regieverlies, (redelijk) voorspelbare situatie, Begeleiding gericht op: - Activering en aanbrengen dagstructuur; - Stabiliseren of handhaven van de situatie; - Inslijpen/toepassen/oefenen en behouden van (praktische) vaardigheden in het dagelijks leven door herhaling. Voorwaarde is dat altijd systeemgericht wordt gewerkt op alle leefgebieden. Voor het bepalen van Zelfstandig functioneren en participatie vergroten, behouden of voorkomen/vertragen van achteruitgang (m.n. bij ouderen) met behulp van het eigen netwerk (vergroting samenredzaamheid), aan de hand van concrete doelen op De voorziening reguliere begeleiding jeugd wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. Voor het opstellen van het begeleidingsplan en het realiseren en monitoren van de 5 NB: Opleiding moet worden gelezen als afgeronde zorggerelateerde opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied.

17 JEUGD PRODUCT PROD. CODE 11 Specialistische Begeleiding Jeugd Jw 45A05 DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 beperkte complexiteit, (redelijk) ziekte-inzicht en stabiel medicatiegebruik. concrete doelen op één of meer leefgebieden wordt gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidmatrix. één of meer leefgebieden uit de ZRM in het begeleidingsplan. Zie bijlage (appendix A) voor een uitgebreide beschrijving van de richtlijnen voor het onderscheid tussen reguliere begeleiding en specialistische begeleiding. Mensen die als gevolg van psychiatrische en NAH-beperkingen ondervinden in het zelfstandig functioneren, wonen en participeren. Jeugdigen (incl. het gezin) met ernstig regieverlies en passiviteit, grote complexiteit en geen/beperkt ziekteinzicht. Begeleiding gericht op: - Activering en aanbrengen dagstructuur; - Methodisch trainen van vaardigheden en leren omgaan met medicatie. Voorwaarde is dat altijd systeemgericht wordt gewerkt op alle leefgebieden. Voor het bepalen van concrete doelen op één of meer leefgebieden wordt gebruik gemaakt van de Zelfredzaamheidmatrix. Vaktherapie is geen specialistische begeleiding maar behandeling/ kan alleen worden geboden binnen de bouwsteen behandeling (bouwsteen 15) Zelfstandig functioneren en participatie vergroten, behouden of voorkomen/vertragen van achteruitgang (m.n. bij ouderen) met behulp van het eigen netwerk (vergroting samenredzaamheid), aan de hand van concrete doelen op één of meer leefgebieden uit de ZRM in het begeleidingsplan. resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een SKj-geregistreerde professional ingezet te worden met een hboopleiding. De voorziening specialistische begeleiding wordt uitgevoerd door een SKJ-geregistreerde professional met een hboopleiding. 12 Reguliere begeleiding in een groep Zie bijlage (appendix A) voor een uitgebreide beschrijving van de richtlijnen voor het onderscheid tussen (reguliere) begeleiding en specialistische begeleiding. Zie Bouwsteen 10 Zie Bouwsteen 10 Reguliere begeleiding in een groep. Het onderscheid met dagbesteding is dat er geen specifiek verblijf Zie Bouwsteen 10 Zie Bouwsteen 10

18 JEUGD PRODUCT PROD. CODE Jeugd DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 met staf is ingericht. 13 Specialistische begeleiding in een groep jeugd Zie Bouwsteen 11 Zie Bouwsteen 11 Specialistische begeleiding in een groep. Het onderscheid met dagbesteding is dat er geen specifiek verblijf met staf is ingericht. Zie Bouwsteen 11 Zie Bouwsteen Verzorging en begeleiding Jeugd Jw 40A04 Jeugdigen (0-18 jaar) met een aandoening of beperking. Het ondersteunen of overnemen van de zelfzorg bij jeugdigen met een aandoening of beperking. Ook het stimuleren van jeugdigen om deze activiteiten zelf te doen en het aanleren ervan behoren tot dit product. Het bieden van hulp en begeleiding bij persoonlijke zelfzorg en hygiëne. Het ondersteunen van ouders/verzorgers in het aanleren van vaardigheden rondom de persoonlijke verzorging van de jeugdige. Resultaat: betere zelfredzaamheid op het gebied van zelfzorg. De voorziening verzorging en begeleiding wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. Voor het opstellen van het begeleidingsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een SKJ-geregistreerde professional ingezet te worden met een hboopleiding. 15 Dagbesteding Jeugd (intersectoraal ) Jw 41A18 Jeugdigen (0-18 jaar) met psychiatrische, verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen Ontwikkelingsgerichte dagactiviteiten in groepsverband, gericht op; - het bieden van dagstructuur of participatie - het aanleren van dagstructuur en ritme. - het handhaven en bevorderen van zo zelfstandig mogelijk functioneren; - toeleiding naar reguliere setting (indien mogelijk) - versterken van het netwerk - verzorgen van zinvolle dagbesteding - ontlasting van gezin/mantelzorg. Er is altijd sprake van maatwerk. De dagbesteding wordt ingezet vanuit een methodische en gestructureerde setting. Veiligheid wordt systematisch gemonitord. Flexibel dagbesteding- Jeugdigen een zo maximaal mogelijke ontwikkeling door laten maken aansluitend bij de mogelijkheden die de jeugdigen hebben. Opzet is om het lerend vermogen van jeugdigen zoveel mogelijk te versterken en in te zetten (inslijpen en behouden). Het is belangrijk om in het ontwikkelingsplan van iedere jeugdige de doelen expliciet te beschrijven. De voorziening dagbesteding wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. De voorziening wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een SKJ-geregistreerde professional met een hboopleiding.

19 JEUGD PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 aanbod is met verschillende activiteiten. De begeleiding is gericht op de ontwikkelmogelijkheden van het kind, met zo mogelijk integratie en afschaling naar reguliere setting (bijvoorbeeld onderwijs of kinderopvang). Bijvoorbeeld: Jeugdzorgboerderij NB: Dit is geen alternatief voor (passend) onderwijs 16 Dagbehandeli ng Jeugd (intersectoraal ) Jw 41A03 Jeugdigen (0-18 jaar) die ernstige moeilijkheden hebben in hun ontwikkeling of waar sprake is van complexe (psychiatrische) gedragsproblematiek in hun gezin, waardoor zij niet terecht kunnen bij reguliere opvang. En/of Jeugdigen (0-18 jaar) met een IQ tussen de 50 en 85. Behandeltraject voor jeugdigen en hun ouders met LVG, ernstige of meervoudige problematiek of psychische stoornis. Vaak zitten deze jeugdigen ook op speciaal onderwijs en kennen zij een vorm van J&O behandeling Gerichte inzet van specifieke of specialistische, systeemgerichte pedagogische expertise in een groep en/of thuis, aan de hand van een met de jeugdige opgesteld behandelplan. Behandeling wordt ingezet op meerdere leefgebieden, ontwikkelingsdomeinen en omgevingsdomeinen. Er wordt een gevarieerd dagprogramma waarin verschillende situaties worden aangeboden aan jeugdigen om meer zicht te krijgen op ontwikkelingsmogelijkheden van jeugdigen. Ondersteuning sluit aan bij de ontwikkelingsfase van het kind en sluit aan op de ontwikkelingen op meerdere leefgebieden, zoals in de thuissituatie, school en zijn/haar verdere leefwereld. Wanneer er sprake is van een verstandelijke beperking is het belangrijk dat kinderen ervaringsgericht leren door in groepsverband (leren van elkaar) en onder begeleiding de dag door te brengen. Methodiek is evidence based en gericht op het systeem. Er vindt altijd effectmeting plaats. Dagbehandeling wordt ingezet vanuit een methodische en gestructureerde setting/omgeving. Dagbehandeling kan plaatsvinden op locatie, buiten of na schooltijd, in een geïntegreerd aanbod samen Verhelpen/verbeteren problematiek van de jeugdige in de opvoedingssituatie. Opvoedingsrelatie herstellen, door enerzijds de ouders te versterken door hun pedagogische vaardigheden te vergroten (door oefenen van nieuw gedrag in samenwerking met pedagogisch medewerkers, psycho-educatie), en anderzijds jeugdigen te versterken door hun positieve, corrigerende ervaringen op te laten doen in een duidelijk, voorgestructureerd pedagogisch basisklimaat. Verbeteren zelfredzaamheid en participatie van het kind en gezin in de domeinen school, sociaal leven en maatschappij (ZRM) Jeugdige en gezin leren omgaan met de kindspecifieke problematiek. Ontwikkelingsstimulering; De voorziening dagbehandeling wordt uitgevoerd door een SKJgeregistreerde professional met hboopleiding. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een BIG/NVO/NIPgeregistreerde regiebehandelaar.

20 JEUGD PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 met onderwijs of eventueel in combinatie met kinderopvang Veiligheid wordt van begin tot einde systematisch gemonitord en meegenomen in de behandeling. Er vindt altijd een veiligheidscheck (risico-inschatting veiligheid) plaats en zo nodig wordt er een veiligheidsplan opgezet en uitgevoerd. Waar nodig vindt casemanagement plaats met andere partijen aansluiten bij wat goed gaat en dit verder uitbreiden. Zelfvertrouwen vergroten. Om van daaruit ook te werken aan de dingen dit wat minder goed gaan. Werken met beloningssystemen en deze ook implementeren in de thuissituatie. MKD en KDC Het medisch kinderdagverblijf (MKD) en het kinderdagcentrum (KDC) biedt dagopvang voor jeugdigen in groepen die ernstige moeilijkheden hebben in hun ontwikkeling of een verstandelijke of meervoudige beperking hebben, in combinatie met bijkomende psychiatrische problematieken, zoals bijvoorbeeld autisme. De jeugdigen verblijven in groepen. Op een MKD en een KDC worden de jeugdigen en het systeem ook onderzocht en multidisciplinair behandeld (evidence based, en in uitzonderlijke gevallen NA overleg met aanbestedende dienst practised based) onder verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar. OPD en KDC Orthopedagogisch Dagcentrum (OPD) biedt (naschoolse) dagbehandeling voor jeugdigen in de leeftijd van 6-18 jaar. Kinderdagcentrum (KDC) biedt dagbehandeling voor jeugdigen in de leeftijd 0-5 jaar. Dagelijkse intensieve zorg wordt tijdelijk van de ouders overgenomen. Gedragsregulatie; frustratie tolerantie vergroten, gezagsacceptatie verbeteren, vergroten sociale vaardigheden en emotie herkenning; leren omgaan met angsten, boosheid, verdriet. Stabiliseren en normaliseren van de gezinssituatie: gezin staat weer in eigen kracht. Gezinsleden voorbereiden op afbouw naschoolse (dagbehandeling) door draagkracht tijdens behandeling te vergroten. Veiligheid voor de ontwikkeling van de jeugdige waarborgen. Na 1 (school)jaar evaluatie van concrete behandeldoelen en vaststellen of deze zijn behaald en wat er eventueel nodig is om verder te groeien of te stabiliseren. Ook wordt beoordeeld of het behandeltraject afgeschaald kan worden naar begeleiding.

21 JEUGD PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 17 Behandeling jeugd (J&O en J-LVG en vaktherapie) 18 Groepsgerichte behandeling (J&O en J-LVG en vaktherapie) J&O en J-LVG Jeugdigen in de leeftijd 0-18 en hun (gezins)systeem met ernstige of meervoudige problematiek, jeugd en opvoedproblematiek (J&O), NAH problematiek of LVG problematiek, eventueel in combinatie met een psychische stoornis. Zie behandeling jeugd (J&O en J-LVG en vaktherapie). J&O en J-LVG Het betreft individuele of gezinsgerichte (ambulante) behandeling, middels een curatieve interventie, inclusief observatie en diagnostiek Jeugd (J&O en J- LVG). Gericht op het omgaan met gedrag, voortkomend uit kindproblematiek en/of systeemgerelateerde problematiek. Er is sprake van Evidence based methodiek. Effectmeting vindt plaats. Met de cliënt wordt een behandelplan opgesteld, altijd in samenwerking met het gezin. Behandeling is altijd systeemgericht. Veiligheid wordt van begin tot einde systematisch gemonitord en meegenomen in de behandeling. Er vindt altijd een veiligheidscheck (risico-inschatting veiligheid) plaats en zo nodig wordt er een veiligheidsplan opgezet en uitgevoerd. Waar nodig vindt casemanagement plaats met andere partijen Zie behandeling jeugd (J&O en J-LVG en vaktherapie). Behandeling lijkend op een setting van individuele behandeling, maar dan met twee of meer aanwezige cliënten (en eventueel behandelaren), waarbij de behandelaren (of trainers) zelfstandig verantwoordelijk zijn voor de cliënten, zonder ondersteuning van een staf voor verzorging, ondersteuning en verpleging (vov-staf). Korte en gerichte inzet van specifieke of Behandeling leidt tot - forse vermindering of opheffen van klachten - leerbaarheid binnen een van te voren bepaalde periode. - stabiliseren en normaliseren van het gezin. - Versterking of herstel eigen netwerk (zo nodig) Duur wordt vooraf bepaald. Bij afloop duur evalueren. Veiligheid voor de ontwikkeling van de jeugdige waarborgen. Zie behandeling jeugd (J&O en J-LVG en vaktherapie). Gericht op het omgaan met gedrag, voortkomend uit kindproblematiek en/of systeemgerelateerde problematiek. De voorziening behandeling wordt uitgevoerd door een SKJgeregistreerde professional met een hboopleiding. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de BIG-geregistreerde Gezondheidspsycholoog (GZ) of Arts Verstandelijke Gehandicapte (AVG) (conform beleidsregels NZA, richtlijnen NJI). Vaktherapie De voorziening behandeling wordt uitgevoerd door een SKJgeregistreerde professional met een hboopleiding. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een BIG/NVO/NIPgeregistreerde regiebehandelaar. De voorziening behandeling wordt uitgevoerd door een SKJgeregistreerde professional met een hboopleiding. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de BIG-geregistreerde Gezondheidspsycholoog (GZ) of Arts Verstandelijke

22 JEUGD PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 specialistische, systeemgerichte training in een groep. Aanvullend kan thuisbehandeling nodig zijn (of onderdeel van de behandeling zijn). Met andere woorden; er kunnen behandelingen zijn die onder beiden vallen. Zowel individueel als in groepsverband. Gehandicapte (AVG) (conform beleidsregels NZA, richtlijnen NJI). Vaktherapie: BIG/NVO/NIPgeregistreerde regiebehandelaar 18 Kortdurend verblijf Jeugd Jw 44A09 Jeugdigen (0-18 jaar) die het grootste deel van de tijd in een gezinssetting leven en functioneren en waarbij de ouders/verzorgers ontlast moeten worden. Logeervoorziening. De jeugdige is in een andere omgeving en ontmoet andere mensen dan thuis. Het ontlast de ouders tijdelijk. Ontspanning en vrije tijd zijn het uitgangspunt. Stabiliseren en behouden van stabilisatie van de jeugdige. Inslijpen aangeleerde vaardigheden vanuit behandeling. Ontlasten van het gezin. Het toezicht tijdens het kortdurend verblijf wordt uitgevoerd door een professional met een mbo-opleiding op niveau 3. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een SKJ-geregistreerde professional met een hboopleiding.

23 JEUGD PRODUCT PROD. CODE 19 Casemanagement Jw 45A55 Alleen inzetbaar als stapelbouwste en bij andere voorzieningen DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 Casemanagement wordt De casemanager is degene die ervoor zorgt dat Door de inzet van De voorziening ingezet bij complexe iedereen, ook andere hulpverleners in de casus, doet casemanagement vindt er regie casemanagement wordt problematiek op wat is afgesproken met de cliënt, jeugdige en de op ondersteuning/zorg plaats uitgevoerd door een meerdere ouders en daar zelf ook voor zover het zijn eigen waarbij het principe één gezin geregistreerde levensgebieden en professionele discipline betreft - actief aan één plan leidend is. Door professional met een hboopleiding. wanneer er coördinatie deelneemt. Daartoe werkt hij samen met de afstemming tussen de nodig is op het geheel professionele partners (bv. onderwijs, professionals en prioritering aan zorg en schulphulpverlening) aan het domeinoverstijgende wordt de effectiviteit van ondersteuning in een (1) hulpverleningsplan. ondersteuning/zorg vergroot. huishouden. De Bovendien worden escalatie van ondersteuning in dit de problematiek en onnodige huishouden bevat stapeling van minimaal een (1) ondersteuning/zorg voorkomen. maatwerkvoorziening Wmo of individuele voorziening Jeugd. De rol van casemanager kan alleen worden vervult door een van deze maatwerk-aanbieders. Er kan dus geen sprake zijn van een aparte casemanager die geen maatwerkvoorziening levert. Sociaal Wijkteam/regieteam/Vei ligheidshuis bepaalt wie de casemanager is maakt de verwijzing voor deze bouwsteen. NB: Het kan zijn dat een jeugdbeschermer de rol van casemanager vervult. Dan hoeft deze bouwsteen niet te worden ingezet. 20 Vervoer naar Jw 42A03 Jeugdigen die niet zelf of Vervoer moet inclusief zijn bij alle vormen van Vervoer naar de genoemde De voorziening wordt

24 JEUGD PRODUCT PROD. CODE dagbesteding, kortdurend verblijf en dagbehandeli ng jeugd DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 niet via hun netwerk in dagbesteding, dagbehandeling 6 en kortdurend individuele voorzieningen voor uitgevoerd door een vervoer kunnen voorzien verblijf: jeugd en volwassenen. chauffeur die in ieder terwijl er ook geen - Dagbesteding volwassenen passend vervoer - Dagbesteding jeugd Voor de ritten die worden geval; vervoer niet valt onder - Kortdurend verblijf volwassenen eisen: de gebruikelijke zorg. - Kortdurend verblijf jeugd aanwezig is en het - Dagbehandeling jeugd gemaakt gelden de volgende Startpunt is het eigen netwerk en de lokale mogelijkheden tot inzet van vrijwilligers. Daar waar dit niet mogelijk is, is de zorgaanbieder verantwoordelijk voor het bieden van passend vervoer van en naar de dagbesteding, dagbehandeling of het kortdurend verblijf. De plaatsing van cliënten is een verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Het Sociaal Wijkteam geeft de indicatie voor vervoer af, maar doet dit in overleg en afstemming met de zorgaanbieder, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van het sociale netwerk en de lokale mogelijkheden tot inzet van vrijwilligers. Bij het vaststellen van de indicatie geldt het Toetsingskader Vervoer Jeugdhulp en Wmo Regio Nijmegen. Dit kader geldt ook voor een zorgaanbieder als een jeugdige rechtstreeks door de wettelijke verwijzer bij een zorgaanbieder terecht komt. Voor het vervoer worden voertuigen ingezet die in ieder geval; - de maximale duur van de rit voor een klant, van thuissituatie naar dagbesteding, bedraagt één uur; - het op tijd vertrekken van het voertuig en het op tijd aankomen op de bestemming: maximaal een half uur voor afgesproken vertrektijd en half uur na afgesproken aankomsttijd. - In het bezit is van een EHBO-certificaat; - Kennis en affiniteit heeft met de klant; - kan omgaan met de diverse beperkingen en ziektebeelden van de klant; - servicegericht, klantvriendelijk, verantwoordelijk en behulpzaam is. Indien van belang voor de klant moet de chauffeur; - vastigheid (in chauffeurs en route) bieden; - in het bezit zijn van een certificaat voor omgaan met epilepsie; - weten hoe om te gaan met klanten met gedragsproblemen. - voldoen aan alle relevante bepalingen en door de Rijksdienst door het Wegverkeer te zijn goedgekeurd voor taxivervoer; Voor iedere chauffeur die ingezet wordt voor het vervoer van 6 Uitzondering; Vervoer naar de behandeling Jeugd GGZ wordt regionaal ingekocht via het doelgroepenvervoer Avan.

25 JEUGD PRODUCT PROD. CODE DOELGROEP OMSCHRIJVING DOELSTELLING/RESULTAAT MINIMUM PERSONEELSEISEN 5 - voorzien zijn van een verbandtrommel, brandblusser, noodhamer en gordelsnijder; - dusdanig zijn ingericht dat de chauffeur vanuit zijn/haar zitplaats altijd alle inzittenden tijdens de rit kan zien; - elke klant zicht naar buiten bieden; - zijn voorzien van een kinderslot; - zijn voorzien van veiligheidsgordels die geschikt zijn voor alle reizigersgroepen - rookvrij zijn - (bij rolstoelplaatsen): zijn voorzien van een voor alle rolstoeltypen veilige bevestiging van de rolstoel en zijn voorzien van een voor alle rolstoeltypen veilige bevestiging van de reiziger. rolstoelafhankelijke reizigers gelden de volgende aanvullende eisen; - heeft ervaring in de omgang met de doelgroep en haar beperkingen; - bezit praktische vaardigheden betreffende het vervoeren van rolstoelreizigers; - beheerst de zit- en tiltechnieken ten behoeve van passagiers met een fysieke beperking. 9.2 TOELICHTING BOUWSTENEN Bouwstenen kunnen gecombineerd worden ingezet. 2 dezelfde bouwstenen kunnen niet tegelijkertijd worden ingezet. De bouwsteen case-management kan alleen worden ingezet bij een aanbieder waar al een bouwsteen is ingezet (maatwerkvoorziening Wmo en/of individuele voorziening Jeugdhulp) Wmo bouwstenen en case-management kunnen alleen worden ingezet door gemeentelijke verwijzers wijkteam en regieteam. Jeugd bouwstenen kunnen ook ingezet worden door wettelijke verwijzers. Kortdurend verblijf en dagbesteding kunnen niet tegelijkertijd worden ingezet. 9.3 ONDERSCHEID TUSSEN REGULIERE EN SPECIALISTISCHE BEGELEIDING

26 Onderstaand schema geeft inzicht wanneer welke soort begeleiding nodig is bij een cliënt vanuit de doelgroep GGZ- en NAH-cliënten, al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking (specialistische begeleiding is niet bedoeld voor mensen met alleen een verstandelijke, lichamelijke/somatische of geriatrische beperking). Om te bepalen of specialistische begeleiding aan de orde is moet aan alle criteria uit de kolom Specialistische begeleiding zijn voldaan. REGULIERE BEGELEIDING - Bij beperkt regieverlies en/of beperkte gevolgen voor het dagelijks leven. - (Redelijk) voorspelbare situatie. Het opstellen van het begeleidingsplan is overzichtelijk en wordt in nauwe samenwerking met de cliënt en zijn gezin/systeem/netwerk opgesteld, bij voorkeur met behulp van Sociale Netwerkstrategieën. - Bij volwassenen: (redelijk) ziekte-inzicht is aanwezig en cliënt en/of zijn begeleider herkennen signalen die duiden op dreigend terugval (zoals isolatie/terugtrekken). - Er zijn afspraken over wanneer en hoe men eventueel aanvullende hulp zal inschakelen en de cliënt is in staat om zich aan deze afspraken te houden. Accent begeleiding is gericht op stabiliseren (op orde brengen) of handhaven van de situatie. Accent van de begeleiding ligt op: - Oefenen van vaardigheden; samen met cliënt uitvoeren van dagelijkse taken (met name huishoudelijke en gezinstaken) - Ondersteunen bij het regelen/overnemen van dagelijkse/praktische bezigheden (financiën, dagstructuur, zelfstandig wonen, participatie, sociale contacten, gezondheid, etc.) - Ondersteuning mantelzorg - Activering Stabiel medicatiegebruik. Hier volstaat een professional op (minimaal) MBO-niveau. SPECIALISTISCHE BEGELEIDING - Bij ernstig regieverlies op meerdere leefgebieden als gevolg van een Ernstige Psychische Aandoening (EPA) of Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking; cliënt is passief/zeer beperkt actief. - De situatie is onvoorspelbaar; instabiele psychische situatie: de cliënt of het kind is zeer snel psychisch uit balans (met bijvoorbeeld psychoses tot gevolg). Het gezamenlijk opstellen van het begeleidingsplan is complex vanwege de instabiele cliënt- of gezinssituatie, wat Sociale Netwerkstrategieën niet uitsluit. Geen/zeer beperkt ziekte-inzicht: begeleiding nodig bij het verbeteren van het ziekte-inzicht. Accent begeleiding is gericht op: - het beoordelen of behandeling nodig is, ter overbrugging tot de behandeling of ter motivatie tot behandeling of; - het methodisch trainen van vaardigheden die geleerd moeten worden vanuit de behandeling. Ontwikkelingsgericht trainen van vaardigheden met behulp van methodische interventies. Leren omgaan met veranderingen in medicatiegebruik. Door de complexiteit en hoge mate van instabiliteit van de situatie is een professional nodig op minimaal HBO-niveau. In het algemeen is begeleiding (regulier en specialistisch) gericht op ondersteuning in de dagelijkse redzaamheid op alle leefgebieden voor zover nodig: zelfstandig wonen, werk, participatie, sociale contacten, financiën, gezondheid, etc. Het kan bijvoorbeeld gaan om sociaal-emotionele begeleiding, aanleren en oefenen van (sociale en/of praktische) vaardigheden in het dagelijks leven, het aanbrengen van dagstructuur of activering. Er moet altijd een begeleidingsplan zijn met concrete doelen en daaraan gekoppelde activiteiten/acties die periodiek geëvalueerd worden. Uit het begeleidingsplan moet bij specialistische begeleiding tevens blijken dat de genoemde criteria vertaald zijn in doelen en methodische interventies. In de praktijk zien we casuïstiek waarbij een deel van de begeleiding door een specialistische begeleider wordt gedelegeerd naar de reguliere begeleider. Er zal dan op dit moment gewerkt worden met het stapelen van bouwstenen : een combinatiebeschikking van bijvoorbeeld de bouwsteen specialistische waakvlambegeleiding (voor toezicht en coördinatie) en begeleiding

27 regulier voor het stabiliseren en toepassen van vaardigheden in de dagelijkse praktijk. De specialistische begeleider raakt hiermee niet uit beeld en kan bij vragen of evaluaties betrokken blijven in de casus. Hierbij zal rekening worden gehouden met de continuïteit van de hulpverlening (zoveel mogelijk dezelfde professionals) maar ook met doelmatige inzet van middelen.

28 9.4 TARIEVEN WMO PRODUCT PROD. CODE 01 Reguliere Begeleiding volwassenen Wmo 02A03 02 Specialistische Begeleiding volwassenen Wmo 02A05 03 Reguliere begeleiding in een groep volwassenen 04 Specialistische begeleiding in een groep volwassenen 05 Persoonlijke Verzorging Volwassenen Wmo 03A03 06 Dagbesteding Volwassenen Wmo 07A03 07 Kortdurend verblijf volwassenen Wmo 04A04 08 Case-management Alleen inzetbaar als stapelbouwsteen op andere voorziening 09 Vervoer naar dagbesteding en kortdurend verblijf volwassenen Wmo 02A21 Wmo 08A03 DECLARATIE Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten. Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten. Toewijzing: maximaal 1 jaar. Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten, waarbij de tijd wordt verdeeld over de aanwezige cliënten. Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten, waarbij de tijd wordt verdeeld over de aanwezige cliënten. Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten. Declaratie: aanwezige dagdelen. Richtlijn: 1 tot maximaal 10 dagdelen per week. Declaratie: aanwezige etmalen. Weekend (vrij-avond zon-avond = max 2 etmalen) Richtlijn: 2 etmalen per maand, vakanties 15 etmalen. Declaratie: indirecte cliëntgebonden tijd in minuten. Einddatum is conform de einddatum van de basisbouwsteen. Richtlijn: gemiddelde inzet per week 0,5 tot 1,5 uur Declaratie: aanwezige etmalen (etmaal waarin de cliënt ten minste één dagdeel bij de voorziening aanwezig is). TARIEF /minuut = /uur /minuut = /uur /minuut = /uur /minuut = /uur /minuut = /uur /dagdeel /etmaal /minuut = /uur /etmaal JEUGD PRODUCT PROD. CODE 10 Reguliere Begeleiding Jeugd Jw 45A04 DECLARATIE Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten. 11 Specialistische Begeleiding Jeugd Jw 45A05 Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten. Toewijzing: maximaal 1 jaar. 12 Reguliere begeleiding in een groep Jeugd Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten, waarbij de tijd wordt verdeeld over de aanwezige cliënten. /minuut = /uur /minuut = /uur /minuut = /uur

29 JEUGD PRODUCT PROD. DECLARATIE CODE 13 Specialistische begeleiding in een groep jeugd Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten, waarbij de tijd wordt verdeeld over de aanwezige cliënten. 14 Verzorging en begeleiding Jeugd Jw Declaratie: directe cliëntgebonden tijd in minuten. 40A04 15 Dagbesteding Jeugd (intersectoraal) Jw Declaratie: aanwezige dagdelen. 41A18 Richtlijn: 1 tot maximaal 10 dagdelen per week. 16 Dagbehandeling Jeugd (intersectoraal) Jw 41A03 17 Behandeling jeugd (J&O en J-LVG en vaktherapie) Declaratie: aanwezige dagdelen. Richtlijn: 1 tot maximaal 10 dagdelen per week. Toewijzing maximaal 52 weken / schooljaar Variant 1: uniform tarief per minuut Variant 4: tarief per functiegroep per minuut /minuut = /uur /minuut = /uur /dagdeel /dagdeel Declaratie: directe- en indirecte cliëntgebonden tijd in minuten. Toewijzing: maximaal 1 jaar. 18 Groeps-gerichte behandeling (J&O en J-LVG en vaktherapie) Declaratie: directe- en indirecte cliëntgebonden tijd in minuten, waarbij de tijd wordt verdeeld over de aanwezige cliënten. 19 Kortdurend verblijf Jeugd 20 Case-management Alleen inzetbaar als stapelbouwsteen op basisbouwsteen: 21 Vervoer naar dagbesteding, kortdurend verblijf en dagbehandeling jeugd Jw 44A09 Jw 45A55 Jw 42A03 Toewijzing: maximaal 1 jaar. Declaratie: aanwezige etmalen. Weekend (vrij-avond zon-avond = max 2 etmalen) Richtlijn: 2 etmalen per maand, vakanties 15 etmalen. Declaratie: indirecte cliëntgebonden tijd in minuten. Einddatum is conform de einddatum van de basisbouwsteen. Richtlijn: totaal aantal uren is gemiddelde inzet per week (0,5 tot 1,5 uur) maal het aantal weken. Declaratie: aanwezige etmalen (etmaal waarin de cliënt ten minste één dagdeel bij de voorziening aanwezig is). /etmaal /minuut = /uur /etmaal 9.4 DEFINITIES volgt

30 3 PROGRAMMA VAN EISEN WETTELIJKE KWALITEITSKADERS WMO 1 Maatschappelijke ondersteuning Opdrachtgever verstaat onder maatschappelijke ondersteuning: bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving; bieden van beschermd wonen en opvang. 2 Maatwerkvoorziening Opdrachtgever verstaat onder een maatwerkvoorziening een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen: ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen; ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen, ten behoeve van beschermd wonen en opvang. 3 Kwaliteitssysteem De Opdrachtnemer draagt zorg voor de goede kwaliteit van de voorziening. Een voorziening wordt in elk geval: veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verstrekt; afgestemd op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt; verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard; verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de cliënt. 4 Klachtenregeling Opdrachtnemer hanteert een eenvoudige en transparante klachtenregeling die voldoet aan de uitgangspunten van de Wmo 2015 en voorziet in bemiddeling bij en afhandeling van klachten. 5 Medezeggenschapsregeling Opdrachtnemer hanteert een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van Opdrachtnemer die voor de cliënten van belang zijn. 6 Meldcode huiselijk geweld een kindermishandeling 6.1 Opdrachtnemer voldoet aan de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiertoe moet zij in ieder geval een meldcode hanteren en het gebruik en de kennis van de meldcode

31 onder degenen die voor hem werkzaam zijn bevorderen. 6.2 Bovenwettelijk; Opdrachtnemer heeft een aandachtsfunctionaris aangesteld. 7 Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) Bovenwettelijk; Opdrachtnemer beschikt over een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van personen die beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met cliënten. De VOG mag niet ouder zijn dan drie maanden bij aanvang van de werkzaamheden. De Opdrachtnemer verlangt van haar werknemers een nieuwe VOG op het moment dat redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat daar aanleiding toe is. 8 Verwijsindex risicojongeren Bovenwettelijk; Opdrachtnemer die werkt met jongvolwassenen voldoet aan de eisen van de in de Jeugdwet verplichte landelijke Verwijsindex risicojongeren 1. De verwijsindex is een vroegsignaleringsinstrument dat risicomeldingen van professionals over jongeren tot 23 jaar bij elkaar brengt. Hierdoor weten betrokkenen sneller of een jongere ook bekend is bij een andere professional. Het doel is vroege signalering van risico s die een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid van een jongere bedreigen, zodat tijdig passende hulp, zorg of bijsturing kan worden gegeven. Opdrachtnemer die werkt met jongvolwassenen wijst een instellingscoördinator VIR aan die de implementatie van VIR in de organisatie waarborgt. Opdrachtnemer implementeert toekomstige wijzigingen van de Verwijsindex. JEUGDWET 9 Jeugdhulp Opdrachtgever verstaat onder jeugdhulp het volgende: Ondersteuning, hulp en zorg, niet zijnde preventie, voor jeugdigen en hun ouders2 bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen; Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt; Het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt. 10 Doelgroep jeugdhulp Jeugdhulp is bedoeld voor de jeugdige die: de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt of de leeftijd van 23 jaar nog niet heeft bereikt en jeugdhulp ontvangt in het kader van jeugdstrafrecht of de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van de Jeugdwet: 1 Zie voor de Handreiking. 2 Hier kan ook gelezen worden verzorgers of wettelijk vertegenwoordiger(s)

32 o o o is bepaald dat de voortzetting van jeugdhulp waarvan de verlening was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, noodzakelijk is; vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar is bepaald dat jeugdhulp noodzakelijk is, of; is bepaald dat na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is. 11 Verantwoorde hulp 11.1 De Opdrachtnemer verleent verantwoorde hulp. Dat is hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig is en cliëntgericht wordt verleend en is afgestemd op de reële behoefte van jeugdige of ouder De Opdrachtnemer organiseert zich op zodanige wijze, voorziet zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp. De jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instellingen betrekken hierbij de resultaten van overleg tussen jeugdhulpaanbieders, het college en cliëntenorganisaties. 12 Verantwoorde werktoedeling 12.1 De Opdrachtnemer voldoet aan de norm van verantwoorde werktoedeling De Opdrachtnemer zet professionals in die over de juiste expertise beschikken en vakbekwaam zijn. Vakbekwaam zijn houdt in dat professionals in staat zijn om een beroep uit te oefenen volgens de voor de beroepsgroep geldende professionele standaard. Dat betekent dat steeds die professional moet worden ingezet die past bij de vraag van de cliënt, die beschikt over de noodzakelijke vakbekwaamheid en die handelt volgens de beroepsethische normen De Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat professionals hun taken kunnen verrichten met inachtneming van de voor hen geldende professionele standaarden (beroepscodes, vakinhoudelijke richtlijnen en veldnormen) De Opdrachtnemer werkt met geregistreerde professionals (SKJ of BIG) 12.5 De Opdrachtnemer deelt taken toe met inachtneming van de specifieke kennis en vaardigheden van de geregistreerde professional De Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat taken worden uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional De Opdrachtnemer belast niet-geregistreerde professionals uitsluitend met de uitvoering van taken indien het aannemelijk is dat dat niet afdoet aan de kwaliteit, of zelfs noodzakelijk is voor de kwaliteit van de uit te voeren taak De Opdrachtnemer moet kunnen verantwoorden waarom een geregistreerde, dan wel een nietgeregistreerde professional wordt ingezet voor een taak. 13 Kwaliteitssysteem Opdrachtnemer moet de kwaliteit van de geboden hulp systematisch bewaken, beheersen en verbeteren. Opdrachtnemer moet daarnaast gegevens over de kwaliteit van hulp systematisch verzamelen en registreren. 14 Hulpverleningsplan Opdrachtnemer werkt op basis van een hulpverleningsplan waarover is overlegd met de jeugdige en de verzorgers en dat is afgestemd op de behoeften van de jeugdige.

33 15 Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) 15.1 Opdrachtnemer beschikt over een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van personen die beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of verzorgers. De VOG mag niet ouder zijn dan drie maanden bij aanvang van de werkzaamheden. Opdrachtnemer verlangt van haar werknemers een nieuwe VOG op het moment dat redelijkerwijs het vermoeden bestaat dat daar aanleiding toe is. De VOG van een solistisch werkende jeugdhulpverlener mag tijdens de werkzaamheden niet ouder zijn dan drie jaar Bovenwettelijk; Opdrachtnemer raadpleegt het BIG/SKJ-register en het register met tuchtrechtuitspraken alvorens een hulpverlener aan te nemen. 16 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 16.1 Opdrachtnemer voldoet aan de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiertoe moet zij in ieder geval een meldcode hanteren en het gebruik en de kennis van de meldcode onder degenen die voor hem werkzaam zijn bevorderen Bovenwettelijk; Opdrachtnemer heeft een aandachtsfunctionaris aangesteld. 17 Vertrouwenspersoon 17.1 Opdrachtnemer stelt de vertrouwenspersoon AKJ (Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg) in staat werk te verrichten. Dit betekent dat de vertrouwenspersoon in ieder geval; vrije toegang heeft tot de gebouwen, terreinen en ruimten van jeugdhulpaanbieders waar jeugdigen kunnen verblijven, een en ander voor zover dit voor een juiste uitoefening van zijn taak nodig is. De vertrouwenspersoon behoefte geen toestemming van derden om met een jeugdige te spreken Opdrachtnemer aan de vertrouwenspersoon alle inlichtingen verschaffen en alle bescheiden tonen die de vertrouwenspersoon voor een juiste uitoefening van zijn taak nodig heeft De vertrouwenspersoon de faciliteiten verschaffen die de vertrouwenspersoon voor een juiste uitoefening van zijn taak nodig heeft 17.2 Opdrachtnemer informeert cliënten en hun verzorgers actief over het recht tot ondersteuning van een onafhankelijk vertrouwenspersoon. 18 Klachtenregeling Opdrachtnemer hanteert een klachtenregeling die voorziet in bemiddeling bij en afhandeling van klachten van jeugdigen, verzorgers en (pleeg)ouders over de Opdrachtnemer of personen die voor hem werkzaam zijn. Opdrachtnemer heeft een klachtencommissie ingesteld. Opdrachtnemer informeert cliënten en hun (pleeg)ouders actief over de klachtenregeling en toegang tot de klachtencommissie. 19 Cliëntenraad De Opdrachtnemer stelt een cliëntenraad in en volgt daarbij de wettelijke bepalingen opgenomen in artikel 4.2 van de Jeugdwet. 20 Inzicht in kwaliteitsverslag Opdrachtnemer stelt jaarlijks een verslag op over de naleving van de regels omtrent de kwaliteit van de jeugdhulp, onderscheidenlijk de kwaliteit van de uitvoering van de taken, het klachtrecht en de medezeggenschap. De Opdrachtnemer verleent inzicht in dit verslag aan de Opdrachtgever door het jaarlijks aan te leveren bij de Contractmanager. Opdrachtnemer maakt dit verslag openbaar. 21 Verwijsindex risicojongeren Opdrachtnemer voldoet aan de eisen van de wettelijk verplichte landelijke Verwijsindex risicojongeren, en wijst een instellingscoördinator VIR aan die de implementatie van VIR in de organisatie waarborgt.

34 Opdrachtnemer implementeert toekomstige wijzigingen van de Verwijsindex. OVERIGE WET- EN REGELGEVING 22 In dit document staan slechts een aantal wettelijke eisen benoemd waaraan Opdrachtnemer moet voldoen. Opdrachtgever verwacht dat Opdrachtnemer bekend is met, en voldoet aan, alle op de Opdrachtnemer van toepassing zijnde wet- en regelgeving, richtlijnen en verdragen zoals, maar niet beperkt tot; Geneesmiddelenwet Jeugdwet Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg (van de regiogemeenten) VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap Wet aanpak schijnconstructies Wet arbeid vreemdelingen Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie Wet gebruik Burgerservicenummer in de zorg Wet Ketenaansprakelijkheid Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 23 Doorstroom en afstemming Wmo, Jeugdwet, Zorgverzekerswet, Wet Langdurige Zorg en de Participatiewet Doorstroom Jeugdwet naar Zorgverzekeringswet (Zvw) Als een jeugdige Zvw-zorg krijgt, bestaat er geen recht op een voorziening op grond van de Jeugdwet. Indien de behandeling van een jeugdige nog niet afgesloten kan worden en continuering daarvan ná het 18e jaar noodzakelijk is vanuit de Zvw, zorgt Opdrachtnemer er in samenspraak met de jeugdige voor dat er tijdig een verwijzing van de huisarts is. Daarnaast begeleidt Opdrachtnemer de jeugdige bij het tijdig aanvragen van een zorgverzekering. Doorstroom Jeugdwet naar Wet Langdurige Zorg (Wlz) Jeugdigen met een blijvende beperking worden vaak in eerste instantie van hulp en begeleiding voorzien vanuit de jeugdhulp. Voor jeugdigen tot 18 jaar is de Wlz van toepassing op de meeste kwetsbare jeugdigen met 'een blijvende behoefte' aan 'permanent toezicht' of '24 uur per dag zorg in de nabijheid'. Het gaat dan om zorg vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking, een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking, een zintuiglijke beperking of meervoudige beperkingen. Bij jeugdigen met een perspectief of vermoeden van een Wlz traject (in de toekomst) is het van belang om op een zo vroeg mogelijk moment na te gaan of voortzetting van de hulp in het kader van de Wlz is aangewezen. Bovenstaande verplicht Opdrachtnemers die met deze jeugdigen werken tot een zorgvuldige diagnose, een zorgvuldige opbouw van het dossier en begeleiding bij de aanvraag Wlz bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Als een jeugdige dus recht heeft op Wlz-zorg, bestaat geen recht op een voorziening op grond van de

35 Jeugdwet. Dit geldt ook wanneer er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de jeugdige een indicatie voor Wlz-zorg zou kunnen krijgen, maar weigert mee te werken aan het verkrijgen van dit indicatiebesluit. In dat geval meldt de Opdrachtnemer deze weigering bij de desbetreffende Gemeente. Uitzondering hierop is als er meerdere oorzaken ten grondslag liggen aan de problemen van de jeugdige. In dat geval kan het zijn dat de jeugdige zowel op grond van de Wlz als op grond van de Jeugdwet een soortgelijke voorziening kan krijgen. De jeugdhulpvoorziening op grond van de Jeugdwet gaat dan voor. Afstemming Wmo 2015, de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) Er wordt geen maatwerkvoorziening vanuit de Wmo 2015 verstrekt voor zover met betrekking tot de problematiek die in het gegeven geval aanleiding geeft voor de noodzaak tot ondersteuning, een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat. Dit betekent: Wlz Bij een verdere achteruitgang van de cliënt met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem wordt indien noodzakelijk tijdig een Wlz-indicatie aangevraagd bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) door de cliënt zelf of diens vertegenwoordiger met begeleiding van de aanvraag Wlz door Opdrachtnemer. Na de toekenning van de Wlz-indicatie vervalt de Wmoindicatie, behoudens de door de wetgever benoemde uitzonderingssituaties. De Opdrachtnemer heeft de verplichting de desbetreffende Gemeente onverwijld te informeren over de toegekende Wlzindicatie. De Wmo 2015 bepaalt dat de Gemeente een maatwerkvoorziening kan weigeren indien er redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt op de Wlz aanspraak kan doen gelden en weigert mee te werken aan het verkrijgen van een besluit dienaangaande. In dat geval meldt de Opdrachtnemer deze weigering bij de desbetreffende Gemeente. Zvw Als de Zvw toegang biedt voor zorg die al vanuit de Wmo 2015 geleverd wordt, dan moet de Opdrachtnemer in die gevallen actie ondernemen om Zvw-indicatie te verkrijgen, de Wmo-indicatie op dit onderdeel te stoppen en hiertoe contact op te nemen met de Gemeente. Overig Tenslotte kan het voorkomen dat een cliënt niet alleen ondersteuning krijgt vanuit de Wmo 2015, maar ook uit de aanpalende wetten, waarin bijvoorbeeld leerlingenvervoer en jeugdzorg is geregeld. Waar die zorg geleverd wordt door andere zorgopdrachtnemer(s) dient Opdrachtnemer de dienstverlening af te stemmen met deze betrokken zorgopdrachtnemer(s). Samenloop Wmo 2015 en Participatiewet De Participatiewet kan voor veel cliënten mogelijkheden bieden in de verdere verbetering van de levenssituatie van de cliënt. De Opdrachtnemer denkt actief mee in de mogelijkheden die de Participatiewet in deze kan bieden voor de cliënt en ondersteunt de cliënt bij de toeleiding naar (aangepast) werk. 24 Privacy en informatie uitwisseling 24.1 De Opdrachtnemer is verplicht zich te houden aan privacy wet en regelgeving (Wmo, Jeugdwet en Wet Bescherming Persoonsgegevens). Dit geldt ook voor de samenwerking met de Gemeentelijke Toegangs. Daar waar mogelijk en noodzakelijk willen we dat de Opdrachtnemer goede afspraken maakt over de uitwisseling van informatie in het belang van de cliënt. De Opdrachtnemer geeft zich er rekenschap van dat de Europese verordening (Algemene Verordening Gegevensbescherming) is aangenomen, die direct werking heeft. Alle organisaties in publieke en private sector moeten uiterlijk 25 mei 2018 aan deze nieuwe wetgeving voldoen.

36 24.2 Opdrachtgever vindt het belangrijk dat uitwisseling van persoonsgegevens goed beveiligd plaatsvindt, onder andere door middel van beveiligd verkeer. Opdrachtgever sluit daartoe de Gemeentelijke Toegangspoort aan op Zorgmail. Deze keuze is gemaakt vanwege de huisartsen en GGD in de regio. Opdrachtnemer heeft de keuze van ditzelfde instrument gebruik te maken, of de beveiligde berichtenuitwisselingsomgeving van de Regio te gebruiken of op niet- elektronische wijze te communiceren. Ontwikkelingen op het vlak van beveiligde gegevensuitwisselingen staan niet stil. Opdrachtgever zal tijdig communiceren wat de volgende stappen zijn.

37 PRESTATIE-EISEN 25 Cliëntondersteuning Elke cliënt heeft recht op een onafhankelijke cliëntondersteuning. Opdrachtnemer informeert de cliënt hierover en beperkt zich tot betrokkenheid bij de cliënt op basis van de ondersteunings- en/of zorgbehoefte van desbetreffende cliënt. 26 Cliënt centraal 26.1 De regie op de hulpverlening ligt bij de cliënt, al dan niet samen met familieleden, buren of vrienden uit het eigen netwerk. Opdrachtnemer sluit aan bij de regiemogelijkheden die de cliënt en zijn sociaal netwerk hebben Opdrachtnemer betrekt de cliënt bij beslissingen en behandelt de cliënt als een gelijkwaardige gesprekspartner. Praten met de cliënt, en niet over de cliënt en naast de cliënt staan, en niet er tegenover staan, zijn de uitgangspunten Opdrachtnemer stemt de inzet van ondersteuning af op de agenda van de cliënt en/of zijn verzorgers/mantelzorgers Bij iedere situatie/aanvraag/casus waarbij er signalen zijn dan wel vermoedens zijn van een mogelijk onveilige situatie voor jeugdige en/of volwassene wordt een veiligheidscheck gedaan. Een veiligheidscheck omvat een beoordeling- en risicotaxatie van de veiligheid van de jeugdige en/of volwassene. Het dient als een signaleringsmiddel voor onveilige situaties en als kapstok voor een open gesprek over een lastig thema. Risicofactoren die kunnen worden benoemd en ingeschat in de check zijn bijvoorbeeld (echt)scheiding, ziekte, werkloosheid, huiselijk geweld, huisvesting en sociaal isolement. Op basis van een veiligheidscheck moet worden bepaald welke inzet en/of afspraken nodig zijn om de risico s te minimaliseren en de veiligheid te verhogen. Instrumenten die bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt zijn het Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid (LIRIK) of de Checklist Veilig Thuis. 27 Tolken Bij de toewijzing van professionals aan cliënten, houdt de Opdrachtnemer rekening met de moedertaal van de cliënt. Waar mogelijk zet Opdrachtnemer een professional in die de taal van de cliënt spreekt. Indien dit niet mogelijk is, bekijkt Opdrachtnemer de mogelijkheid om een tolk vanuit het sociale netwerk van cliënt of vanuit Vluchtelingenwerk in te zetten. 28 Verwijzers 28.1 Bij de Wmo is de Gemeentelijke Toegang de Verwijzer (Sociaal Wijkteams ook wel sociale teams, kernteams, regieteams of zorgnetwerken en Veiligheidshuis) Bij Jeugdhulp zijn naast de gemeentelijke toegang als Verwijzer aangewezen: huisartsen, jeugdartsen, kinderartsen, medisch specialisten, voogden van gecertificeerde instellingen, rechter, raad van de kinderbescherming en de officier van justitie. 29 Verwijzing 29.1 Opdrachtnemer is beschikbaar is voor Consultatie & Advies bij de Verwijzers en levert daarmee een bijdrage aan een goede triage zodat kinderen en gezinnen snel de juiste hulp krijgen. We streven met deze werkwijze matched care na. Indien nodig kan de Verwijzer (o.a. de Gemeentelijke Toegang) besluiten om een extern advies/second opinion van een tweede Opdrachtnemer op te vragen. Opdrachtnemer verleent hiertoe zijn medewerking Opdrachtnemer doet geen intake met cliënt of inzet van zorg voordat verwijzing heeft plaatsgevonden door de Verwijzer. Verwijzer en Opdrachtnemer kunnen wel overeenkomen dat de zorg moet aanvangen voordat de formele beschikking rond is.

38 29.3 De potentiële Opdrachtnemer is niet betrokken en/of aanwezig bij het proces van onderzoeksfase (eventueel keukentafelgesprek) tussen Verwijzer en de cliënt, tenzij de Verwijzer hier expliciet om verzoekt Opdrachtnemer bemiddelt een cliënt niet naar een woning voordat verwijzing heeft plaatsgevonden door de Verwijzer. Dit ongeacht of het een woning in de sociale huursector of particuliere huursector betreft. Opdrachtnemers die iemand voor bemiddeling naar woonruimte willen aanmelden bij de Nijmeegse Werkgroep Bijzondere Bemiddeling (WBB), moeten een beschikking meesturen met de aanmelding bij de WBB. De WBB bemiddelt pas naar woonruimte als er een Wmo- of jeugdindicatie is afgegeven. 30 Wachtlijsten & wachttijden 30.1 Opdrachtnemer draagt zorg voor verantwoorde wachtlijsten/-tijden voor cliënten. Als Opdrachtnemer onverantwoorde wachtlijsten/-tijden heeft of dreigt te hebben, meldt hij dit bij Opdrachtgever via Op verzoek van Opdrachtgever verleent Opdrachtnemer inzicht in de wachttijden De Opdrachtnemer accepteert geen wachttijden bij urgente problematiek. Urgente problematiek betreft in ieder geval casuïstiek waarbij sprake is van crisis of spoed. Tot het moment van intake ligt deze beoordeling bij de Verwijzer. Na het intakegesprek ligt deze beoordeling bij de Opdrachtnemer. 31 Cliëntenstop Indien Opdrachtnemer voornemens is een cliëntenstop in te stellen, gaat hij daarover zo snel mogelijk overleg aan met Opdrachtgever om tot een mogelijke oplossing te komen. 32 Acceptatieplicht Opdrachtnemer heeft een acceptatieplicht tenzij er zwaarwegende redenen bestaan, verband houdend met de omstandigheden (beperkingen/ondersteuningsbehoefte) van de cliënt, op grond waarvan in redelijkheid niet van Opdrachtnemer kan worden verlangd om passende ondersteuning te bieden aan desbetreffende cliënt of Opdrachtnemer aantoont dat hij niet de juiste zorg kan bieden. Van de voorgenomen afwijzing doet Opdrachtnemer tijdig schriftelijk en met redenen omkleed melding aan de cliënt en de Verwijzer. 33 Hulpverleningsplan 33.1 Opdrachtnemer wijst cliënt op de mogelijkheid om zijn/haar sociale netwerk, waaronder mantelzorger(s), te betrekken bij het opstellen van, en invulling geven aan, het hulpverleningsplan en geeft hier, indien gewenst, actief invulling aan Opdrachtnemer werkt op basis van een hulpverleningsplan waarover is overlegd met de cliënt en dat is afgestemd op de behoeften van de cliënt Opdrachtnemer stelt altijd een hulpverleningsplan (begeleidings- of behandelplan) op met concrete doelen en daaraan gekoppelde activiteiten/acties om deze doelen te bereiken die overeengekomen zijn met de cliënten, verzorgers en andere betrokkenen uit het sociale netwerk, onderwijs, leerplicht, vrijwilligers, lokale zorgstructuur, (huis)artsen, jeugdgezondheidszorg, zorgaanbieders etc. Als er sprake is van doorverwijzing door een Gemeentelijke Toegang, dan is het hulpverleningsplan gebaseerd op het onderzoeksverslag van het Gemeentelijke Toegang. In het hulpverleningsplan benoemt Opdrachtnemer de doelen aan de hand van de leefgebieden uit de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) waarop de cliënt problemen ervaart. Opdrachtgever ziet de ZRM niet als instrument voor bekostiging, maar als hulpmiddel voor integrale en resultaatgerichte ondersteuning.

39 Tijdens het traject, zoekt de Opdrachtnemer met de cliënt voortdurend naar mogelijkheden in het voorliggende veld (voorliggende voorzieningen) om aan de gestelde doelen te werken. Te denken valt aan het onder de aandacht brengen van wijkactiviteiten of het zoeken naar lotgenotencontact. Deze activiteiten moeten zichtbaar zijn in het hulpverleningsplan. Opdrachtnemer legt in het hulpverleningsplan vast wanneer en op welke wijze de doelen worden geëvalueerd. Evaluatie vindt minimaal één keer per jaar plaats. Indien er meerdere professionals zijn betrokken bij een cliënt, maakt een bespreking van de ervaringen van de cliënt met het samenwerkingsverband integraal onderdeel uit van de evaluatie. Opdrachtnemer gebruikt deze informatie om de samenwerking tussen zijn professionals onderling en tussen zijn professionals en professionals van andere organisaties te verbeteren. In het evaluatieverslag rapporteert Opdrachtnemer in ieder geval over de geboden activiteiten, de bereikte resultaten, de mate van doelrealisatie en een advies over het vervolg. Opdrachtnemer geeft in het evaluatieverslag aan welke gestelde doelen zijn behaald en aan welke doelen nog gewerkt moet worden, dit ook voor een eventuele overdracht naar een andere zorgaanbieder. In het hulpverleningsplan legt Opdrachtnemer vast op welke wijze de wijzigingen in doelen/acties die voortvloeien uit de evaluatie tussentijds worden teruggekoppeld naar de betrokkenen en de Verwijzer In het hulpverleningsplan staat hoe er wordt vormgegeven en gewerkt aan de kantelingsprincipes: Licht en dichtbij: de ondersteuning wordt zo dichtbij mogelijk geboden, bij mensen thuis of op vindplaatsen (zoals scholen en wijkcentra). De aanbieders zijn verplicht zich in te spannen om de hulpverlening zoveel mogelijk lokaal en gebiedsgebonden, afgestemd op de lokale zorg- en welzijnsstructuur en vaste gezichten te leveren en te organiseren; Zelfregie en samenredzaamheid: welke methodieken wordt toegepast om eigen regie van de cliënten en hun sociale netwerk te versterken en samen met het netwerk het plan op te stellen en uit te voeren (bij voorkeur Sociale Netwerkstrategieën of Persoonlijk Toekomst Plan), wordt er toegewerkt naar herstel van een zo normaal mogelijke situatie in het gezin?; Het principe één gezin, één plan, één regisseur : hoe wordt samengewerkt met onderwijs, het sociale netwerk en vrijwilligers (informele hulp), lokale zorgstructuur en andere zorgprofessionals (huisartsen, jeugdgezondheidszorg, leerplicht etc)? Wie voert indien nodig de casusregie?; Participatie en gewoon meedoen : stimuleert de Opdrachtnemer zoveel mogelijk de deelname aan gewone activiteiten op scholen, wijkactiviteiten of sportverenigingen? Wordt bij jongeren toegewerkt naar zelfstandigheid en participatie?; Collectief boven individueel: wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van het aanbod van vrijwilligersorganisaties, welzijnsvoorzieningen? en algemene voorzieningen? Er wordt ook aangeven of individuele jeugdhulp (deels) omgezet kan worden in groepsactiviteiten met motivatie waarom dit al dan niet mogelijk is Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat de cliënt de inhoud van het hulpverleningsplan begrijpt en verstrekt de cliënt, indien gewenst, een versie van het hulpverleningsplan. 34 Integraal werken Opdrachtnemer vormt een netwerk rond de cliënt met Verwijzer en stemt de ondersteuning af met andere professionele dienstverleners die zorg of jeugdhulp leveren aan de Cliënt (één gezin, één plan, één regisseur). Waar nodig en mogelijk, werkt Opdrachtnemer binnen dit netwerk met een integraal hulpverleningsplan. 35 Casemanagement 35.1 Wanneer er sprake is van complexe problematiek op meerdere levensgebieden, vaak

40 domeinoverstijgend, spreken we over multiproblem huishoudens. Hierbij gaat het vaak om kwetsbare gezinnen/huishoudens met een geringe sociale redzaamheid. In die situaties heeft de cliënt en/of zijn sociale netwerk ondersteuning nodig op de regie van de hulpverlening, in de vorm van een Casemanager. De Casemanager coördineert de hulpverlening en ondersteuning samen met de cliënt en zijn verzorgers/sociale netwerk. Casemanagement is daarbij een integraal onderdeel van de hulpverlening en geeft vorm aan het uitgangspunt 1 gezin-1 plan. Niet altijd kan er sprake zijn van hulpvraag-gestuurd maar is er meer noodzaak tot een probleemgerichte aanpak met aspecten van drang of dwang De Gemeentelijke Toegang bepaalt expliciet welke organisatie de Casemanager levert. In de meeste situaties is dat degene die het meest direct bij het gezin betrokken is. Zie ook bouwsteen Casemanagement. Opdrachtnemer kan deze rol niet weigeren, tenzij Opdrachtnemer zwaarwegende redenen aandraagt bij het opdrachtgever en zij de weigering accepteert en op inhoudelijke gronden komt tot een andere keuze De casemanager heeft het mandaat van alle betrokken hulpverleners en zijn organisatie om te doen wat nodig is. Daartoe werkt hij samen met de professionele partners aan het integrale plan van aanpak. Met één integraal plan van aanpak wordt bedoeld een plan voor alle relevante leefgebieden voor het gehele gezin/huishouden; de relevantie en daarbij de prioritering wordt in overleg met elkaar vastgesteld. Neemt daar zelf ook voor zover het zijn eigen professionele discipline betreft - actief aan deel. De casemanager heeft een spilfunctie als het gaat om het bewaken van de voortgang en ziet erop toe dat alle betrokkenen (hulpverleners en andere professionals van woningcorporatie, politie, schuldhulpverlening), doet wat is afgesproken met de cliënt verzorgers en omgeving op de hoogte blijft van de ontwikkelingen. De casemanager schaalt tijdig op naar de procesregisseur/medewerker van de Gemeentelijke Toegang als de hulpverlening stagneert en/of de hulp en ondersteuning niet effectief is en er signalen zijn van toenemende onveiligheid Opdrachtnemer heeft kennisgenomen van de vastgestelde definitie casemanagement en het door de ontwikkelgroep opgestelde competentieprofiel casemanagement en neemt deze mee in haar programma voor scholing intervisie - en deskundigheidsbevordering en haar strategische personeelsplanning. Opdrachtnemer laat de geselecteerde professionals deelnemen aan de door de gemeente Nijmegen georganiseerde training casemanagement. 36 (Voortijdige) beëindigen ondersteuning 36.1 Bij beëindiging van ondersteuning wordt de reden voor de beëindiging in samenspraak met de cliënt en/of diens ouder(s)/ verzorger(s) vastgesteld. De reden wordt opgenomen in het zorgdossier. De Opdrachtnemer rapporteert over de redenen beëindiging zorg aan de Opdrachtgever Indien dienstverlening aan cliënt, op verzoek van cliënt en/of Opdrachtgever, wordt gestaakt en cliënt ondersteuning van een andere Opdrachtnemer gaat afnemen, dan verleent Opdrachtnemer volledige medewerking aan een warme, zorgvuldige en vlotte overgang van cliënten naar de door Opdrachtgever gecontracteerde aanbieder en bevordert ononderbroken voortzetting van de zorg Opdrachtnemer heeft de plicht om een eenmaal ingezet traject te voltooien conform de afspraken die zijn gemaakt door de Opdrachtnemer, de Verwijzer en de cliënt. Opdrachtnemer kan ondersteuning aan een cliënt uitsluitend (voortijdig) beëindigen indien er zwaarwegende redenen bestaan, verband houdend met de omstandigheden (beperkingen/ondersteuningsbehoefte) van de cliënt, op grond waarvan in redelijkheid niet van Opdrachtnemer kan worden verlangd om de ondersteuning voort te zetten. Van de voorgenomen beëindiging doet Opdrachtnemer tijdig schriftelijk en met redenen omkleed

41 melding aan de cliënt en Verwijzer. Opdrachtnemer kan de aangevangen ondersteuning alleen beëindigen nadat er een passend alternatief is gevonden. 37 Zorgverantwoordelijkheid & passend alternatief 37.1 De Verwijzer heeft zorgverantwoordelijkheid voor de cliënt tot het moment van intake door Opdrachtnemer. Dit laat onverlet dat Opdrachtnemer verantwoordelijk is voor verantwoorde wachttijden voor cliënten en dat Opdrachtnemer beschikbaar moet zijn voor Consultatie en Advies voor het, op verzoek van cliënt, vinden van een passend alternatief tot de intake door Opdrachtnemer Opdrachtgever verwacht van de Opdrachtnemer, in ieder geval bij de intake, de triage van alle verwijzingen en een juiste en adequate beoordeling van de prioritering van de zorg Opdrachtnemer heeft zorgverantwoordelijkheid voor de cliënt vanaf het moment van intake. Bij de intake komt Opdrachtnemer met cliënt overeen wat de gewenste en verantwoorde termijn is om met de ondersteuning te starten. Bij de intake legt Opdrachtnemer vast wie verantwoordelijk is voor de cliënt en wie als aanspreekpunt fungeert in de periode tussen de intake en aanvang van de hulpverlening. Opdrachtnemer informeert cliënt over deze afspraken. Bij de intake bespreken Opdrachtnemer en cliënt ook hoe te handelen wanneer in deze periode de toestand van cliënt verergert Indien Opdrachtnemer na het intakegesprek toch niet de ondersteuning kan bieden aan de cliënt, of deze ondersteuning niet kan bieden binnen een verantwoorde termijn, vindt er per definitie intercollegiaal advies plaats waarin gezocht wordt naar een passend alternatief voor de cliënt. In die gevallen waarin de Gemeentelijke Toegangspoort de Verwijzer is, informeert Opdrachtnemer de Verwijzer over de keuze, en motivatie, om niet aan de acceptatieplicht te voldoen. In deze gevallen is Opdrachtnemer verplicht om de Gemeentelijke Toegangspoort te voorzien in een gericht advies voor een passend alternatief. De Gemeentelijke Toegangspoort is dan verantwoordelijk voor het vaststellen van een passend alternatief en het opstellen van een nieuwe verwijzing. In die gevallen waarin de Gemeentelijke Toegangspoort niet de Verwijzer is, is Opdrachtnemer verantwoordelijk voor het vinden van een passend alternatief. In deze gevallen is er geen verandering van verwijzing nodig. De nieuwe gecontracteerde zorgaanbieder kan zonder tussenkomst van de Verwijzer een verzoek tot toewijzing (315) bericht sturen. Indien Opdrachtnemer in deze gevallen geen passend alternatief kan vinden, gaat Opdrachtnemer in overleg met de Verwijzer Indien Opdrachtnemer na afloop van de wachttijd tussen intake en aanvang van ondersteuning ofwel na aanvang van de ondersteuning, niet langer passende ondersteuning kan bieden aan de cliënt, is Opdrachtnemer verplicht een passend alternatief te vinden en de Verwijzer te informeren over deze keuze. 38 Verlenging maatwerkvoorziening 38.1 Indien de cliënt na afloop van een maatwerkvoorziening deze voortgezet wil hebben, moet hij/zij dit minimaal acht weken voor afloop van de beschikking aangeven bij de Gemeentelijke Toegang. De Opdrachtnemer kan de cliënt hierbij helpen. Een verzoek tot voortzetting dat minder dan acht weken voor afloop van de beschikking wordt ingediend, is ten tijde van het aflopen van de beschikking mogelijk nog in behandeling Indien de toewijzing afloopt en verlenging van de maatwerkvoorziening gewenst is, dient Opdrachtnemer bij de melding aan de Verwijzer ten behoeve van een herindicatie altijd een evaluatieverslag aan te leveren. Bij de evaluatie staat de actuele ondersteuningsbehoefte van de cliënt centraal /18-

42 Opdrachtnemer draagt zorg voor een goede doorgaande zorglijn van 18- naar 18+. Opdrachtnemer start, samen met de jeugdige, op zestienjarige leeftijd met het maken van een toekomstplan waarbij een regisseur wordt benoemd. Netwerkondersteuning maakt onderdeel uit van het toekomstplan. 40 Samenwerking 40.1 Op verzoek van Opdrachtgever participeert Opdrachtnemer in lokale netwerkgesprekken Opdrachtnemer zoekt, indien van toepassing, actief samenwerking met de wijkverpleegkundige Opdrachtnemer werkt samen met de mantelzorgers die zijn betrokken bij een cliënt. Opdrachtnemer heeft aandacht en begrip voor de belangen en de positie van de mantelzorgers van een cliënt, betrekt de mantelzorgers bij de ondersteuning en stemt de ondersteuning af op de mantelzorger Opdrachtnemer stemt, in geval er samenloop van zorg en ondersteuning is bij een bepaalde cliënt, ook af met zorgverzekeraars, het Zorgkantoor en behandelaars Opdrachtnemer werkt op operationeel-, tactisch- en strategisch niveau samen met alle betrokkenen Samenwerking met het onderwijs bij kinderen en jeugdigen Opdrachtnemer werkt samen met onderwijs (o.a. leerkrachten, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, intern begeleider, zorgcoördinator, leerplichtambtenaar en ambulante begeleider van samenwerkingsverband). Er dient afstemming plaats te vinden tussen eventuele ondersteuning in de thuissituatie en ondersteuning op school. Belangrijk is de verbinding en het maken van zo concreet mogelijke afspraken met het onderwijsveld/passend Onderwijs, zowel met het Primair onderwijs als het Voortgezet Onderwijs. De verbinding zit op een aantal onderdelen maar zeker ook op het goed aansluiten van het VO op het ROC waardoor jeugdigen een goede aansluiting en daarmee mogelijkheid tot het behalen van een startkwalificatie en met als doel zoveel mogelijk aan het werk te komen. Opdrachtnemer houdt rekening met de continuïteit van het onderwijs voor het kind om verzuim zoveel mogelijk te voorkomen. Zorg wordt zoveel mogelijk op school aangeboden. Opdrachtnemer brengt onderwijs op de hoogte van: wachttijd voor de geïndiceerde hulp, start/voortgang/beëindiging van jeugdhulp, handelingsadvies voor leerkrachten en overige adviezen. Uiteraard binnen de wetten van de privacy. Belangrijk is de verbinding en het maken van zo concreet mogelijke afspraken met het onderwijsveld/passend Onderwijs, zowel met het Primair onderwijs als het Voortgezet Onderwijs waaronder het ROC waardoor jeugdigen een startkwalificatie kunnen behalen en aan het werk komen. Opdrachtnemer werkt volgens convenant Onderwijs Jeugd augustus Relatie met gedwongen jeugdhulp De partijen die voor de regio de gedwongen jeugdhulp uitvoeren hebben een subsidiecontract in het kader bestek C2 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Het is van belang om een gedegen samenwerking te realiseren met deze partijen. In bepaalde gevallen hebben deze partijen een door de kinderrechter gemandateerd recht om zorg toe te wijzen Relatie met residentiële jeugdhulp Het is van belang de verbinding te leggen met residentiële jeugdhulp. Opzet is om zware residentiële zorg te beperken en in plaats daarvan zoveel mogelijk in te zetten kortdurend verblijf de plek te bieden, zodat de jeugdige zoveel mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan worden ondersteund Relatie met inkomensondersteuning Berg en Dal, Beuningen en Nijmegen Wat betreft bewindvoering stellen we de eis dat instellingen cliënten niet direct (via de rechter) naar

43 bewindvoerders verwijzen, maar deze cliënten met een advies door leiden naar gemeentelijke schuldhulpverlening, waar beoordeeld wordt of bewindvoering wenselijk is of dat een cliënt op een effectievere of efficiëntere wijze geholpen kunnen worden binnen de keten schuldhulpverlening.

44 ORGANISATORISCHE EISEN 41 Wijzigen inschrijving: onderaannemers, combinanten, coöperatieleden 41.1 Indien Opdrachtnemer onderaannemers heeft, draagt Opdrachtnemer de verantwoordelijkheid op de kwaliteitseisen van alle onderaannemers en is hiervoor ook aansprakelijk (inclusief eventuele boetes). Alle onderaannemers dienen aan alle kwaliteitseisen te voldoen die Opdrachtgever stelt en Opdrachtnemer waakt hiervoor Opdrachtnemer moet altijd melding maken bij Opdrachtgever van het, gedurende het contract, in- en uittreden van onderaannemers, combinanten of coöperatieleden (NB: dit omvat ook ZZP-ers). Opdrachtnemer doet dit door de melding tezamen met een ingevuld en ondertekend UEA formulier (per intredend(e) onderaannemer, combinant of coöperatieleden) en een door Opdrachtnemer en toetreder/uittreder getekende verklaring te sturen naar 41.3 Gedurende de looptijd van de overeenkomst, is het inschakelen of vervangen van onderaannemers/combinatieleden/coöperatieleden door Opdrachtnemer uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming door Opdrachtgever. De nieuwe onderaannemer, combinant of het nieuwe coöperatielid dient te voldoen aan de gestelde geschiktheidseisen en er mogen geen uitsluitingsgronden op hem van toepassing zijn. Ook moet de nieuwe onderaannemer, combinant of het nieuwe coöperatielid voldoen aan de wijze van aanbieden door Opdrachtnemer (conform gunningscriteria). Bij Opdrachtnemers, die de vorm van een coöperatie hebben, kan de ledenlijst slechts eenmaal per jaar worden veranderd. 42 Certificering (voor Wmo) Opdrachtnemer die maatschappelijke ondersteuning in het kader van de Wmo biedt, beschikt uiterlijk 1 juli 2018 en gedurende de (verdere) looptijd van de overeenkomst over een geldig, door een gecertificeerde instelling afgegeven, HKZ, ISO 9001, ISO 9001 voor de zorg (NEN-EN 15224) of gelijkwaardig (door de Raad van Accreditatie goedgekeurd) certificaat. Het is aan Opdrachtnemer om de gelijkwaardigheid van een certificaat desgevraagd aan te tonen. 43 Branche-organisatie Opdrachtnemer is lid of aspirant-lid van een brancheorganisatie. 44 Administratie, declaratie en verantwoording 44.1 Opdrachtgever en Opdrachtnemer wisselen iwmo/ijw-berichten uit via de landelijke infrastructuur, met gebruikmaking van de knooppunten Gemeentelijk Gegevensknooppunt en/of VECOZO Schakelpunt Opdrachtnemer werkt met software die geschikt is voor Berichtenverkeer VECOZO (ijw, iwmo) Opdrachtgever en Opdrachtnemer wisselen iwmo/ijw berichten uit volgens de volgende structuur: - Wmo: Toewijzing Wmo-ondersteuning hierna te noemen Toewijzing - Wmo: Start ondersteuning en Stop ondersteuning hierna te noemen Start Zorg respectievelijk, Stop Zorg - Wmo: Declaratie Wmo-ondersteuning hierna te noemen Declaratie - Jeugd: Toewijzing Jeugdhulp en Verzoek om toewijzing jeugdhulp hierna te noemen Toewijzing respectievelijk Verzoek om toewijzing - Jeugd: Start Jeugdhulp en Stop Jeugdhulp hierna te noemen Start Zorg respectievelijk, Stop Zorg - Jeugd: Declaratie jeugdhulp hierna te noemen Declaratie 44.4 Opdrachtnemer declareert in 2018 maandelijks de geleverde zorg via Declaratie aan de Opdrachtgever. Declaratie start nadat een Toewijzing is ontvangen (301) en vindt plaats binnen een maand na

45 ontvangst van de Toewijzing (301) of, indien de levering van zorg niet start in deze maand, binnen een maand na de periode (maand) waarin de zorg is geleverd. Opdrachtnemer handelt afgekeurde berichten, na ontvangst van retourbericht op Declaratie, zo snel mogelijk af en indien nodig, vervolgens gecorrigeerd opnieuw aangeleverd. Gezien de landelijke ontwikkelingen rondom de eigen bijdrage Wmo/het CAK, is het nu niet mogelijk om de termijnen voor 2019 en verder vast te leggen. Opdrachtgever committeert zichzelf aan tijdige communicatie hieromtrent en een verantwoorde termijn voor implementatie Opdrachtgever hanteert in het berichtenverkeer maximaal één AGB-code ter adressering van Opdrachtnemer. In het berichtenverkeer wordt enkel de AGB-code gebruikt die bij inschrijving is opgegeven door Opdrachtnemer. Dit moet altijd de praktijkcode zijn. Berichten waarin een andere AGBcode wordt gebruikt, worden niet in behandeling genomen en worden retour gestuurd aan de Opdrachtnemer. Wijzigen AGB-code; Opdrachtnemer stuurt, indien hij voornemens is zijn AGB-code te wijzigen, het ingevulde formulier X (Bijlage X) naar Opdrachtgever. Opdrachtnemer hanteert de gewijzigde AGB-code pas in het berichtenverkeer nadat hiertoe toestemming is verleend door Opdrachtgever Opdrachtnemer maakt enkel gebruik van de door Opdrachtgever geselecteerde productcodes. Wijzigingen van productcodes worden gepubliceerd op de website van het ROB ( en doorgegeven in de daarvoor bestemde berichten. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van ongeldige productcodes zal de Opdrachtgever de desbetreffende declaratie niet betaalbaar stellen en retour sturen naar de Opdrachtnemer. Indirecte kosten van de Opdrachtnemer worden niet separaat gefactureerd De Opdrachtnemer garandeert de Opdrachtgever dat alleen activiteiten worden gedeclareerd waarvoor zij opdracht heeft gekregen (zonder toewijzing geen declaratie) De Opdrachtnemer garandeert de Opdrachtgever dat alleen activiteiten worden gedeclareerd die feitelijk zijn uitgevoerd Opdrachtnemer ontvangt betalingen binnen een termijn van 30 dagen. Deze termijn gaat in op het moment dat Opdrachtgever het declaratiebericht heeft ontvangen Opdrachtnemer richt zijn administratie zodanig in dat zij in ieder geval voldoet aan de minimumeisen die de Belastingdienst stelt aan de Opdrachtnemer. Opdrachtnemer richt zijn administratie zodanig in dat het ten allen tijde mogelijk is om een relatie te leggen tussen de zorgtoewijzing (beschikking) van een cliënt en de tijd besteed aan zorg voor de cliënt. - Opdrachtnemer registreert de uitgevoerde werkzaamheden per Client op een wijze die past bij zijn/haar bedrijfsvoering en die past bij de tarief eenheid; - Opdrachtnemer creëert uit deze registratie van uitgevoerde werkzaamheden op navolgbare en controleerbare wijze de declaratie met genoemde productcodes welke naar Opdrachtgever wordt verstuurd; - Door het inrichten en zorgvuldig uitvoeren van regulier berichtenverkeer, monitoren zowel opdrachtnemer als Opdrachtgever welke cliënten zorg ontvangen. De tijdregistratie dient daarbij herleidbaar te zijn naar de individuele medewerker en cliënt.; - Opdrachtnemer verleent op verzoek van Opdrachtgever medewerking aan bestandsvergelijking op deze cliënt registratie. Opdrachtnemer dient jaarlijks, op uiterlijk 1 juni, een door Opdrachtnemer ondertekende jaarrekening aan te leveren over het voorgaande jaar. Indien de omvang van de organisatie boven de in de wet

46 geldende (Artikel 396, Titel 9 BW 2) omvangscriteria uitkomt, dient de jaarrekening voorzien te zijn van een accountantsverklaring. 45 Indexatie We voeren de indexatie van het rijk op de integratie-uitkering sociaal domein in het jaar t-1 door in de tarieven van het jaar t. Indien integratie-uitkering sociaal domein (deels) overgaat op de algemenen middelen van het gemeentefonds, hanteren we voor dit deel de consumenten prijs index (CPI) van het CBS. Voor de indexatie in het jaar t gaan we dan uit van de inflatiecorrectie in het jaar t-1. De komende jaren voorzien wij druk op de budgetten voor Zorg en Welzijn. Niet uitgesloten kan worden dat deze consequenties heeft voor het indexeren van de beschikbare budgetten. We behouden ons daarom het recht voor om de indexatie van tarieven niet of niet evenredig te doen over alle tarieven maar onderscheid te maken in de tarieven van de verschillende bouwstenen en om een korting op de indexering toe te passen bij grote wettelijke of beleidsmatige wijzigingen of tekorten in de begroting. 46 Eigen bijdrage Wmo 46.1 Voor vragen rondom het bestaan, de reikwijdte en de maximale hoogte van de Eigen Bijdrage verwijst Opdrachtnemer cliënten, indien zij dit verzoeken, naar de Gemeentelijke Toegang. Voor vragen rondom de berekening en de inning van de Eigen Bijdrage verwijst Opdrachtnemer cliënten, indien zij dit verzoeken, naar het CAK De eigen bijdragen worden (landelijk) geïnd door het CAK. Dit is in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgelegd. Opdrachtnemer levert de gegevens die nodig zijn voor de berekening en inning van de Eigen Bijdrage aan bij het CAK. De Opdrachtnemer levert de gegevens over de geleverde uren/dagdelen, en eventuele correcties, op periode- en cliëntniveau aan conform de door het CAK gestelde eisen en termijnen. Opdrachtgever controleert via het CAK of Opdrachtnemer zich aan deze voorwaarden houdt Wanneer de verantwoordelijkheid van het aanleveren van productie gegevens overgaat van zorgaanbieder naar gemeente vervalt Opdrachtgever committeert zichzelf aan een tijdige communicatie hieromtrent. 47 Passende beloning Opdrachtgever hecht veel belang aan goed werkgeverschap, goed bestuur en een passende beloning voor zowel bestuurders als werknemers. Ze stelt daarom de volgende eisen aan Opdrachtnemers: Opdrachtnemer geeft invulling aan het begrip goed werkgeverschap ; Opdrachtnemer voldoet aan de wetgeving omtrent arbeidsomstandigheden (Arbowet, Arbobesluit en Arboregeling); Indien er sprake is van een in de branche toepasselijke algemeen verbindend verklaarde cao, pas Opdrachtgever deze toe; Indien er geen sprake is van een in de branche toepasselijke algemeen verbindend verklaarde cao dan sluit Opdrachtnemer zoveel mogelijk aan bij de in de betreffende branche gebruikelijke cao of sluit een daarmee gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket af. Opdrachtnemer voldoet aan de Wet Normering Topinkomens (WNT); Opdrachtnemer voldoet aan de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en

47 jeugdhulp; Opdrachtnemer geeft invulling aan het begrip good governance. Hiertoe hanteert Opdrachtnemer de (meest recente) Governancecode zorg 3 of, indien deze niet past bij de organisatorische kenmerken van de Opdrachtnemer, een eigen governancecode. Opdrachtnemer die de Governancecode zorg hanteert en die conform de Wet Toelating Zorginstellingen winst mag uitkeren, houdt bij de uitkering van winst rekening met de maatschappelijke doelstelling, positie en belangen (op de korte- en lange termijn) van de zorgorganisatie; Opdrachtnemer stelt personeel dat wordt ingehuurd als payroll- of uitzendkracht gelijk wat betreft de beloning. Daarmee hebben deze inhuurkrachten recht op de eindejaarsuitkering en de levensloopbijdrage, naast de andere arbeidsvoorwaarden die gelden voor de uitzendcao(abu). 3 In 2010 is een zorgbrede Governancecode ingevoerd voor de zorgsector door ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN. Hieronder vallen ook jeugd-lvb en jeugd-ggz die deel uitmaken van de jeugdhulp. Onderdeel van de code vormen drie taken van de Raad van Toezicht: het houden van intern toezicht, het regelen van extern toezicht en het maatschappelijk verantwoorden.

48 PERSONEEL 48 Personeel 48.1 Opdrachtgever hecht veel belang aan toegankelijkheid en effectiviteit van de zorg voor alle doelgroepen en een personeelsbeleid dat hierop aansluit. Opdrachtnemer waarborgt toegankelijkheid en effectiviteit van de zorg voor cliënten van alle etnische/culturele achtergronden (cultuursensitief werken) Opdrachtgever hecht veel belang aan continuïteit in de ondersteuning. Opdrachtnemer streeft naar een gezonde verhouding tussen vast- en flexibel personeel. Hiertoe wordt een gezond personeelsbestand opgebouwd waarin er wordt gewerkt met vast en flexibel personeel op basis van structureel benodigde zorguren. Het aantal contracturen wordt in overeenstemming gebracht met het benodigd aantal structureel te verlenen (zorg)uren Opdrachtnemer zorgt voor een vertrouwde en stabiele relatie tussen cliënt en professional. Personele wisselingen worden zoveel mogelijk beperkt om dit te realiseren. Opdrachtnemer zet zoveel mogelijk dezelfde professionals in bij een cliënt De organisatie zoekt naar een optimale balans tussen de inzet van professionals, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers De Opdrachtnemer beschikt over aantoonbaar bekwaam en gekwalificeerd personeel (betaald en onbetaald) voor het uitvoeren van de dienstverlening. De benodigde deskundigheid is vastgesteld per ondersteuningsvorm. Opdrachtnemer voldoet aan deze aanvullende kwalificatie-eisen. Opdrachtnemer moet dit kunnen aantonen. 49 Minimumeisen personeel Wmo 49.1 De voorziening dagbesteding volwassenen wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Voor het opstellen van het hulpverleningsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een professional ingezet te worden met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 4 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied De voorziening reguliere begeleiding volwassenen (in een groep) wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Voor het opstellen van het begeleidingsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een professional ingezet te worden met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 4 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied De voorziening specialistische begeleiding volwassenen (in een groep) wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied Het toezicht tijdens het kortdurend verblijf volwassenen wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied De voorziening persoonlijke verzorging volwassenen wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Wanneer de cliënt de behoefte heeft aan begeleiding bij persoonlijke verzorging of gebaat is bij een combinatie van beide producten, dan valt de begeleiding onder de bouwsteen begeleiding. Hierbij gaat de voorkeur uit naar het laten uitvoeren van de ondersteuning door dezelfde professional. Indien

49 deze voorziening wordt uitgevoerd in combinatie met reguliere/specialistische begeleiding, door dezelfde professional, gelden de minimum personeelseisen genoemd bij reguliere/specialistische begeleiding. 50 Minimumeisen personeel Jeugd (algemeen) 50.1 Het in te zetten hbo en wo geschoold personeel van Opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met jeugdigen of verzorgers aan wie Jeugdhulp is geboden, is geregistreerd in het Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) register. Het in te zetten ondersteunend mbo-geschoold personeel werkt altijd onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional. Het in te zetten personeel van Opdrachtnemer dat de mogelijkheid heeft om zich te registeren in het BIG- of SKJ-register, registreert zich zo snel mogelijk. LET OP: Vanaf 1 januari 2018 (naar verwachting) is een vooraanmelding in het SKJ-register niet langer gelijk aan een registratie in het SKJ-register. De professionals die vooraangemeld zijn kunnen dan niet langer worden ingezet als geregistreerde professionals. Uiterlijk 1 januari 2018 (naar verwachting) is voor een groot deel van de professionals die zich nu enkel kunnen vooraanmelden volwaardige registratie in het SKJ mogelijk Opdrachtnemer die professionals wil inzetten die op het moment van inschrijving enkel vooraangemeld kunnen zijn in het SKJ-register, meldt Opdrachtgever na bekendmaking van de eisen voor registratie zo spoedig mogelijk of deze professionals wel of niet in aanmerking komen voor registratie in het SKJ-register en meldt wanneer deze registratie naar verwachting is geregeld. Opdrachtnemer is verplicht deze registratie binnen redelijke termijn tot stand te brengen De voorzieningen dagbehandeling jeugd en (groepsgerichte) behandeling jeugd (J&O, J-LVG en vaktherapie)kunnen alleen worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een (specifieke) regiebehandelaar. Onder regiebehandelaar verstaat Opdrachtgever (conform de brieven van Schippers respectievelijk van 2 juli en 2 september 2013 met kenmerk CZ / CZ): Psychiater Klinisch psycholoog Klinisch neuropsycholoog Psychotherapeut Verslavingsarts in profielregister KNMG Verpleegkundig specialist GGZ Gz-psycholoog Kinder- en Jeugdpsycholoog NIP (alleen in de GBGGZ) Orthopedagoog-generalist NVO (alleen in de GBGZZ) De regiebehandelaar is een zorgverlener die bij de patiënt de diagnose stelt en door wie of onder wiens verantwoordelijkheid de behandeling plaatsvindt. Dit houdt in dat de regiebehandelaar verantwoordelijk is voor alle acties die in het kader van de behandeling van een patiënt gedurende het traject plaatsvinden. De regiebehandelaar heeft een afgeronde ggz-specifieke opleiding en is, met uitzondering van de orthopedagoog-generalist en kinder- en jeugdpsycholoog, BIG-geregistreerd. De orthopedagoog generalist is ingeschreven in het SKJ- en Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO) -register. De kinder- en jeugdpsycholoog is ingeschreven in het register van het SKJ en Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) -register. Er wordt van de beroepsgroepen kinder- en jeugdpsycholoog NIP en orthopedagoog-generalist NVO verwacht dat zij zich register in het BIG, zodra de mogelijkheid hiertoe ontstaat.

50 50.4 De regiebehandelaar is in ieder geval aanwezig bij de diagnostiek, het maken van de behandelovereenkomst en de evaluatiegesprekken met de cliënt De regiebehandelaar kan ondersteund worden door medebehandelaars. De medebehandelaar verricht, in het kader van een behandeltraject, zorgactiviteiten onder verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. De medebehandelaar is geregistreerd in het BIG en/of in het SKJ-register. 51 Minimumeisen personeel reguliere begeleiding jeugd (in een groep) De voorziening reguliere begeleiding jeugd wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Voor het opstellen van het ondersteuningsplan en het realiseren en monitoren van de resultaten die in dit plan opgenomen zijn, dient een geregistreerde professional ingezet te worden met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. 52 Minimumeisen personeel specialistische begeleiding jeugd (in een groep) De voorziening specialistische begeleiding jeugd wordt uitgevoerd door een geregistreerde professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. 53 Minimumeisen personeel dagbesteding jeugd De voorziening dagbesteding jeugd wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. 54 Minimumeisen personeel dagbehandeling jeugd De voorziening dagbehandeling jeugd wordt uitgevoerd door een geregistreerde professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Deze voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde regiebehandelaar. 55 Minimumeisen personeel (groepsgerichte) behandeling jeugd (J&O, J-LVG en vaktherapie) De voorziening (groepsgerichte) behandeling jeugd wordt uitgevoerd door een geregistreerde professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening (groepsgerichte) behandeling jeugd (J&O, J-LVG) wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een de BIG-geregistreerde Gezondheidspsycholoog (GZ) of Arts Verstandelijke Gehandicapte (AVG) (conform beleidsregels NZA, richtlijnen NJI). De voorziening (groepsgerichte) behandeling jeugd (vaktherapie) wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een BIG/NVO/NIP-geregistreerde regiebehandelaar. 56 Minimumeisen personeel Verzorging (en begeleiding) jeugd De voorziening verzorging jeugd wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. Wanneer de cliënt de behoefte heeft aan begeleiding bij persoonlijke verzorging of gebaat is bij een combinatie van beide producten, dan valt de begeleiding onder de bouwsteen begeleiding. Hierbij

51 gaat de voorkeur uit naar het laten uitvoeren van de ondersteuning door dezelfde professional. Indien deze voorziening wordt uitgevoerd in combinatie met reguliere/specialistische begeleiding, door dezelfde professional, gelden de minimum personeelseisen genoemd bij reguliere/specialistische begeleiding. 57 Minimumeisen personeel kortdurend verblijf jeugd Het toezicht tijdens het kortdurend verblijf jeugd wordt uitgevoerd door een professional met een afgeronde zorggerelateerde mbo-opleiding op niveau 3 gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. De voorziening wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional met een afgeronde zorggerelateerde hbo-opleiding gekoppeld aan het gevraagde deskundigheidsgebied. 58 Minimumeisen vervoer van/naar dagbesteding (volwassenen en jeugd), kortdurend verblijf (volwassenen en jeugd) en dagbehandeling (jeugd) 58.1 Voor de voertuigen die worden ingezet voor het Vervoer gelden de volgende eisen: 58.2 dienen te voldoen aan alle relevante bepalingen en door de Rijksdienst door het Wegverkeer te zijn goedgekeurd voor taxivervoer; dienen te zijn voorzien van een verbandtrommel, brandblusser, noodhamer en gordelsnijder; zijn dusdanig ingericht dat de chauffeur vanuit zijn/haar zitplaats altijd alle inzittenden tijdens de rit kan zien; dienen elke klant zicht naar buiten te bieden; zijn voorzien van een kinderslot; alle zitplaatsen zijn voorzien van veiligheidsgordels die geschikt zijn voor alle reizigersgroepen waaronder ook kinderen; zijn rookvrij. Bij rolstoelplaatsen: zijn voorzien van een voor alle rolstoeltypen veilige bevestiging van de rolstoel en zijn voorzien van een voor alle rolstoeltypen veilige bevestiging van de reiziger. Voor de chauffeurs die worden ingezet voor het Vervoer van/naar de voorziening dagbesteding gelden de volgende kwaliteitseisen: heeft kennis van en affiniteit met de doelgroep; herkent en kan omgaan met de diverse beperkingen en ziektebeelden van de doelgroep; is verantwoordelijk voor veilig vervoer en past de rijstijl aan de weersomstandigheden aan; heeft een servicegerichte en reizigersvriendelijke instelling; past goede sociale vaardigheden toe; is vakkundig, klantvriendelijk, servicegericht, behulpzaam en heeft correcte omgangsvormen gebruikt geen verbaal of fysiek geweld tegen reizigers om welke reden dan ook; verwijdert geen reizigers uit het voertuig tijdens de rit om welke reden dan ook met uitzondering van situaties waarin de veiligheid van chauffeur en/of medereizigers in gevaar is; is in bezit van een EHBO-certificaat. Indien van belang voor de cliënt moet de vervoerder daarnaast voldoen aan de volgende kwaliteitseisen: het bieden van vastigheid (chauffeurs en route) aan de cliënt; de chauffeur moet in bezit zijn van een certificaat voor omgaan met epilepsie de chauffeur moet weten om te gaan met cliënten met gedragsproblemen

52 Voor iedere chauffeur die ingezet wordt voor het vervoer van rolstoelafhankelijke reizigers gelden de volgende aanvullende eisen; heeft ervaring in de omgang met de doelgroep en haar beperkingen bezit praktische vaardigheden betreffende het vervoeren van rolstoelreizigers; beheerst de zit- en til-technieken ten behoeve van passagiers met een fysieke beperking Voor de ritten die worden gemaakt in het kader van het Vervoer gelden de volgende eisen: de maximale duur van de rit voor een cliënt, van thuissituatie naar dagbesteding, bedraagt één uur; het op tijd vertrekken van het voertuig en het op tijd aankomen op de bestemming: maximaal een half uur voor afgesproken vertrektijd en half uur na afgesproken aankomsttijd. 59 Minimumeisen casemanagement De voorziening casemanagement wordt uitgevoerd door een geregistreerde professional met een hboopleiding.

53 COMMUNICATIE, CONTROLE EN HANDHAVING 60 Medewerking aan onderzoek 60.1 Opdrachtnemer verleent volledige medewerking aan toezicht en aangekondigd en onaangekondigd onderzoek door de Opdrachtgever (of door ons daartoe aangewezen derden) op de naleving van de contracteisen, inhoudelijke kwaliteit en op presentie- en financiële administratie waaronder begrepen: formele- en materiële onderzoeken, kwaliteitsonderzoeken, rechtmatigheid- en doelmatigheid onderzoeken, onderzoeken n.a.v. calamiteiten/geweldsincidenten, detailcontroles, fysieke controles op locatie en fraudeonderzoeken Voor zover bij een controle of onderzoek op persoonsniveau een voorafgaande toestemmingverklaring is vereist, is Opdrachtnemer gehouden om deze te vragen aan de betreffende cliënten. 61 Meldplicht 61.1 Opdrachtnemer is bekend met en handelt conform de vigerende calamiteitenprotocollen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg. Dit betekent in ieder geval dat Opdrachtnemer calamiteiten en geweldsincidenten zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen drie werkdagen) meldt bij de Inspectie Jeugdzorg of Inspectie voor de Gezondheidszorg Opdrachtnemer is bekend met en handelt conform de Leidraad Meldingen van de Wmotoezichthouder GGD Gelderland-Zuid. Dit betekent in ieder geval dat Opdrachtnemer calamiteiten en geweldsincidenten die plaatsvinden bij de verstrekking van een voorziening in het kader van de Wmo 2015 zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen drie werkdagen) meldt aan aangewezen toezichthouder Wmo GGD Gelderland-Zuid Opdrachtnemer is bekend en handelt, wanneer er sprake is van (dreigende) maatschappelijke onrust en/of (verwachte) media-aandacht, conform het Sociaal Calamiteitenprotocol Regio Nijmegen Maatschappelijke onrust staat hierbij voor het verschijnsel waarbij één of enkele incidenten plaatsvinden die leiden tot subjectieve en/of objectieve problemen op het gebied van openbare orde en veiligheid De gemeenten zijn verantwoordelijk en aanspreekbaar voor de kwaliteit van de zorg. Daarom, doet Opdrachtnemer, aanvullend op de wettelijke meldingsplicht aan de met toezicht belaste ambtenaren en de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg, zo spoedig mogelijk melding aan Opdrachtgever van: Iedere calamiteit en ieder ernstig incident (met grote impact op de maatschappij, de cliënt, zijn/haar omgeving en/of andere betrokkenen); Ieder geweldsincident dat plaatsvindt bij de verstrekking van een voorziening; Elke melding aan of verscherpt toezicht door de Inspectie Jeugdzorg en Inspectie voor de Gezondheidszorg; Elk onderzoek dat door een gemeente, Justitie, de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg of de Inspectie SZW wordt gestart; Elk definitief rapport dat door een gemeente, Justitie, de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg of de Inspectie SZW is uitgebracht; Feiten en omstandigheden die tot een afwijking van de bepalingen uit de overeenkomst of tot (gedeeltelijke) niet nakoming van de overeenkomst zouden kunnen leiden; Fraude of oneigenlijk gebruik van voorzieningen. 62 Contractmanagement, dialoog, communicatie & informatie 62.1 Opdrachtgever werkt in de contractperiode vanuit een partnership-gedachte samen met Opdrachtnemer. Daarvoor wordt Opdrachtnemer gevraagd aan te sluiten bij de dialoog op verschillende

54 niveaus: 1. Gebiedsgericht (gemeente/wijk), dit zijn inhoudelijke dialogen over de zorg en de lokale zorgprocessen en -volumes; 2. Regionaal contractmanagement (instellingsgericht), dit zijn dialogen over het gehele contract Opdrachtnemer werkt gebiedsgericht (gemeente en wijk). Daartoe zorgen de opdrachtnemers zoveel mogelijk voor aanwezigheid en continuïteit van medewerkers per gebied (gemeente en wijk) zodat korte lijnen ontstaan tussen professionals, toeleiders en vindplaatsen zoals wijkteams, scholen en kinderopvang. De professionals in het gebied vormen ook de schakel naar specialisaties bij zorgaanbieders. Gevolg van het gebiedsgericht werken is dat er een sterk lokaal netwerk ontstaat. Opdrachtnemer wordt gevraagd zijn professionals en uitvoerend leidinggevenden actief te laten deelnemen aan het vormen van een sterk lokaal netwerk. Dit omvat deelname aan lokale netwerkgesprekken die door Opdrachtgever worden georganiseerd De regiogemeenten zijn eindverantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg aan burgers. De regio heeft daartoe een regionaal ondersteuningsbureau (ROB 4 )ingericht voor contractering, contractmanagement, betaalafspraken, monitoring en handhaving. Opdrachtnemer stelt maximaal drie personen aan als contactpersonen voor het ROB. Deze personen zijn deskundig en op de hoogte van de gang van zaken binnen de organisatie van de Opdrachtnemer. Het ROB plant structurele overlegmomenten in. Over de frequentie en de agenda worden nadere werkafspraken gemaakt. Beide partijen kunnen een verzoek doen tot tussentijds overleg. Monitoring van de contractuitvoering betreft onder andere: productie-informatie en gemiddelde trajectprijs per cliënt d.m.v. berichtverkeer en, waar gevraagd door Opdrachtgever, de meest actuele productie-informatie van Opdrachtnemer ter verificatie van het berichtenverkeer; signalen (zowel positief als zorgwekkende): o signalen uit lokale netwerkgesprekken, Regionaal Meldpunt Signalen Zorg en media o signalen over omstandigheden die de bepalingen uit de overeenkomst betreffen, zoals: ontwikkelingen in de wachttijden, resultaten van cliëntervaringsonderzoek en maatregelen, personele- en financiële kwesties o feedback van Verwijzers over samenwerking met Opdrachtnemer en vice versa o cliëntervaringen uit gemeentelijke onderzoek o kwaliteitsonderzoeken, controles en inspectierapporten o jaarrekening en accountantsverklaring (mits van toepassing) De regiogemeenten willen gedurende de contractperiode verdere stappen zetten bij het realiseren van de doelen van de transitie en het continue verbeteren van de ondersteuning aan cliënten. Plannen van de Opdrachtgever zoals het door ontwikkelen van case-management en het project 18- /18+ worden genoemd in het Programma van Eisen, zonder dat hierbij in detail is uitgewerkt wat deze betekenen voor de Opdrachtnemer. Aan Opdrachtnemer kan worden gevraagd om mee te denken bij de nadere uitwerking van deze plannen. Nadere werkafspraken of aanpassingen in de raamovereenkomst zullen volgen. Anderzijds zullen Opdrachtnemers ook innovatieve ideeën hebben die niet passen binnen dit contract. Zij worden verzocht om contact op te nemen met het ROB. Daar blijven we parallel aan dit contract 4

55 doorontwikkelen om de transitie te realiseren. We zijn geïnteresseerd in de kansen die de Opdrachtnemers zien om de zorg beter en betaalbaarder te maken bijvoorbeeld door technologische ontwikkelingen 62.5 Voor monitoring van jeugdhulp sluit de regio zich aan bij de landelijk gedefinieerde outcomeindicatoren: Cliënttevredenheid, Doelrealisatie, Uitval 5. Dit is een ontwikkeltraject waarbij wij gedurende de contractperiode tijdig zullen aankondigen wanneer wij van Opdrachtnemer verwachten dat hij zich aansluit bij deze monitor en de vereiste gegevens gaat leveren. 63 Communicatie naar personeel 63.1 Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat zijn personeel inhoudelijk op de hoogte is van de contractuele bepalingen, de werkwijze van de Gemeentelijke Toegang en de sociale kaart van die gemeenten waar Opdrachtnemer werkzaam is Opdrachtnemer informeert zijn personeel over het Regionaal Meldpunt Signalen Zorg 6, een regionaal initiatief van de Opdrachtgever in het kader van kwaliteitsmonitoring. Bij het Regionaal Meldpunt Signalen Zorg worden alle signalen rondom de zorgverlening verzameld. Ook worden er, in samenwerking met alle partijen die betrokken zijn bij kwaliteit, toezicht en handhaving, waar nodig vervolgstappen genomen. Het Meldpunt is toegankelijk voor cliënten en hun sociale netwerk, verwijzers en toeleiders (inclusief de Gemeentelijke Toegang), en zorgaanbieders. Onder andere vermoedens van fraude, onrechtmatigheid, onheuse bejegening, onvoldoende kwaliteit, onvoldoende samenwerking en niet kantelingsgericht werken, kunnen (anoniem) bij dit Meldpunt worden gemeld. 5 & 6

56 OVERIGE EISEN 64 Woonplaatsbeginsel 64.1 Opdrachtgever verwacht van de Opdrachtnemer te werken met de definitie in de Jeugdwet en zich tijdig aan te sluiten bij wijzigingen (Factsheet Woonplaatsbeginsel) Opdrachtnemer schat voor aanvang van zorg het woonplaatsbeginsel in en communiceert deze inschatting aan Opdrachtgever. Opdrachtgever stelt vast bij welke gemeente het woonplaatsbeginsel rust Bij verhuizing van de gezagsdrager of een jeugdige onder voogdij naar een Gemeente, vertegenwoordigd door Gemeente, waarbij jeugdige en gezagsdrager de dienstverlening door Opdrachtnemer willen continueren, honoreert Gemeente de oorspronkelijk afgegeven beslissing, beschikking of toewijzing van zorg voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar De gezagsdrager bepaalt in bovengenoemde situatie of de hulp bij de Opdrachtnemer wordt gecontinueerd, of dat een nieuwe hulpverlener wordt gezocht. Alleen in het geval dat de gezagsdrager dit wenst wordt de behandeling bij Opdrachtnemer binnen redelijke termijn stopgezet. 65 Duurzaamheid Een doelstelling van het inkoopbeleid van de regio Nijmegen is het MKB vriendelijk inkopen bevorderen om mogelijkheden te bieden voor lokale/regionale partijen om opdrachten gegund te krijgen. Daarnaast heeft de regio Nijmegen tot doelstelling om al haar overheidsinkopen vanaf 2015 voor 100% duurzaam te laten zijn. Regio Nijmegen hecht veel belang aan duurzaamheid en wenst een Opdrachtnemer te contracteren die op het gebied van duurzaamheid zijn toegevoegde waarde aantoont. 66 Social return Social return is het koppelen van sociale doelstellingen aan het besteden van middelen voor allerlei diensten, werken en producten met als doel opleidingsmogelijkheden, werk- of stageplekken te creëren voor mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. In het kader hiervan verwacht de regio Nijmegen dat de Opdrachtnemer zich inspant om 2,5 % van de werkelijke opdrachtwaarde (achteraf te bepalen) inzet voor het te werk stellen van de hiervoor genoemde doelgroepen. Deze inzet kan plaatsvinden in onderhavige opdracht dan wel in andere werkzaamheden van de Opdrachtnemer. Opdrachtnemer dient hiervoor de Verklaring Social Return (Bijlage 4) in te vullen en bij zijn inschrijving te voegen. Deze eis is een inspanningsverplichting. 67 Verplichte aanmelding bij Steunwijzer 67.1 Opdrachtnemer dient zich aan te melden bij Steunwijzer na tekenen van contract: het online platform van de Regio Nijmegen waarmee de Opdrachtgever al haar gecontracteerde aanbod in beeld brengt voor toeleiding en cliënten. Opdrachtnemer ontvangt vanuit de Opdrachtgever een met een verzoek het profiel te vullen met de gevraagde informatie. Opdrachtnemer dient dit binnen de aangegeven termijn te doen Opdrachtnemer is zelf verantwoordelijk voor juistheid en volledigheid van informatie voor een optimale toeleiding Opdrachtnemer maakt inzichtelijk wat hun wachttijd en eventuele wachtlijst is Opdrachtnemer geeft aan wat hun specialisatie gebied is binnen de gecontracteerde zorg, maar ook wat hun contra-indicaties zijn zodat Verwijzers passend aanbod kunnen toewijzen. 68 Overgang naar nieuwe overeenkomsten

57 68.1 Opdrachtnemers die de opdracht gegund krijgen en reeds een overeenkomst hadden met Opdrachtnemer voor 1 januari 2018 ronden lopende trajecten af tegen de voor 1 januari 2018 bestaande tarieven, tenzij de tarieven van deze aanbestedingsprocedure hoger zijn. In dat laatste geval gelden de hoogste tarieven Opdrachtnemers die de opdracht niet gegund krijgen en reeds een overeenkomst hadden met Opdrachtnemer voor 1 januari 2018 ronden lopende trajecten af tegen de voor 1 januari 2018 bestaande tarieven. Voor deze groep opdrachtnemers geldt dat er geen nieuwe instroom van cliënten plaatsvindt na 1 januari 2018.

58 Offerteaanvraag AMBULANTE WMO & JEUGDHULP 2018 EV 1

59 BEGRIPPENLIJST In het navolgende document worden onderstaande begrippen gehanteerd. Deze worden in de onderhavige Offerteaanvraag met een hoofdletter beschreven. Begrip Aanbestedende dienst Aanbestedingsstukken Definitie Regio Nijmegen zijnde de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen. Wijchen wordt mogelijk nog toegevoegd, uiterlijk in de laatste nota van inschrijving. Alle documenten in de Aanbestedingsprocedure die door de Aanbestedende dienst in de procedure zijn gebracht. Aanbestedingswet De Aanbestedingswet 2012, 30 juni 2016, Staatsblad 2016 Bouwsteen (Casus) Coördinator Cliënt, jeugdigen, ouderen Cliëntsysteem Cliëntparticipatie Gemeente Gemeentelijke toegangspoort Gunningsbeslissing Hoofdaannemer Jeugdwet Vorm van zorg, ondersteuning of hulp dat Aanbestedende dienst middels deze Offerteaanvraag in de markt wil zetten. De totale opdracht voor WMO en Jeugdhulp is verdeeld in diensten die Bouwstenen worden genoemd. Inschrijver kan op één of meerdere Bouwstenen zich inschrijven. Cliënt ontvangt van de gemeente een beschikking met één of meerdere Bouwstenen die geleverd kunnen worden door één of meerdere Inschrijvers. Een overzicht van Bouwstenen is te vinden in bijlage 9. De persoon (uit het netwerk of professioneel) die de hulpverlening coördineert tussen professionals of hulpverleners (vanuit verschillende organisaties en sectoren) en mantelzorgers bij meervoudige problematiek binnen verschillende leefgebieden. Afhankelijk van de doelgroep van de offerte aanvraag worden hiermee de ontvangers van de in te kopen zorg bedoeld. Het zijn burgers met een ondersteuningsvraag. Familieleden, gezinsleden, ouders, wettelijke vertegenwoordigers of andere betrokkenen in de systemen van de Cliënt. Het naar vermogen laten meedenken en/of meebeslissen door de client en/of zijn vertegenwoordiger aangaande de samenstelling van de zorg die hem of zijn naasten aangaat. In Nederland gelegen voor Ciënt verantwoordelijke gemeente waardoor Opdrachtgever deze overeenkomst sluit. Wettelijk verwijzers zoals wijkteams (ook wel sociale teams, sociale wijkteams, kernteams) en Regieteams (ook wel genoemd Zorgnetwerken) en Veiligheidshuis. De keuze van de Aanbestedende dienst voor de Inschrijver met wie hij een Raamovereenkomst wil sluiten of aan wie hij een Opdracht wil gunnen. Een Inschrijver die een Inschrijving heeft ingediend en die voornemens is de Opdracht door één of meerdere Onderaannemers (deels) te laten uitvoeren. Jeugdwet, regels inzake opgroei- en opvoedingsproblemen, a. psychische problemen en stoornissen; b. opvoedingssituaties waardoor jeugdigen mogelijk in hun ontwikkeling worden bedreigd; c. lichamelijke of verstandelijke beperkingen; d. kindermishandeling en huiselijk geweld. 2

60 Inschrijver Inschrijving Nota van Inlichtingen Offerteaanvraag Onderaannemer Opdrachtnemer Opdracht Opdrachtgever Openbare procedure Professional/hulpverlener Raamovereenkomst Regio ROB Schriftelijk Wijkteam Standaardformulier(en) Gegadigde voor de onderhavige Opdracht en daarvoor een Inschrijving heeft ingediend. Een Inschrijving uitgebracht aan Aanbestedende dienst gebaseerd op de eisen en wensen van Aanbestedende dienst zoals beschreven in de Aanbestedingsstukken. Document waarin geanonimiseerd de vragen en antwoorden op vragen van Inschrijvers zijn opgenomen, evenals eventuele wijzigingen van de Aanbestedingsstukken zijn opgenomen. De Nota van Inlichtingen maakt integraal en bindend onderdeel uit van de Aanbestedingsstukken en prevaleert boven de Aanbestedingsstukken voor zover in de Nota( s) van Inlichtingen de Aanbestedingsstukken worden gewijzigd en/ of verbeterd. Onderhavig document inclusief alle bijlagen waarin de Aanbestedende dienst informatie heeft opgenomen die relevant is voor het kunnen uitbrengen van een Inschrijving in het kader van de Europese Aanbesteding waarop dit document betrekking heeft. Een onderneming die in Opdracht van de Hoofdaannemer (een deel van) de Opdracht uitvoert. De Inschrijver/ Zorgaanbieder aan wie de Aanbestedende dienst de Opdracht gunt en met wie de Aanbestedende dienst een Raamovereenkomst op basis van de Inschrijving sluit. De onderhavige Opdracht voor het leveren van diensten in het kader van de WMO 2015 en de Jeugdwet. Regio Nijmegen (Opdrachtgever) vertegenwoordigend de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen en optioneel Wijchen. Procedure waarbij alle Inschrijvers mogen inschrijven. De professional of hulpverlener is de persoon die de daadwerkelijke zorg verleent aan de cliënt. Een overeenkomst tussen een of meer Opdrachtgever en een of meer Inschrijvers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen overheidsopdrachten vast te leggen. De overeenkomst die voor de Opdracht tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer wordt gesloten. Zie Aanbestedende dienst. Het Regionaal Ondersteuningsbureau Elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld, dat onder andere met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie kan bevatten. Het Wijkteam is een gemeentelijke toegangspoort. In dit wijkteam zitten hulpverleners en toeleiders vanuit diverse disciplines en achtergronden. Voor de WMO geldt dat het Wijkteam de enige mogelijke verwijzer is. Voor de Jeugdwet gelden ook andere verwijzers zoals artsen en voogden. Wijkteams opereren onder verschillende namen in de regio: sociale teams, sociale wijkteams en kernteams. Formulier dat de Aanbestedende dienst aan deze Offerteaanvraag heeft toegevoegd om maximale vergelijkbaarheid van de Inschrijvingen te bewerkstelligen. De Standaardformulieren gelden als dwingend 3

61 Uniform Europees Aanbestedingsdocument Verwijzer Wmo (2015) voorgeschreven format voor levering van informatie en mogen op straffe van ongeldigheid van de Inschrijving niet worden gewijzigd. Het UEA is het Europees standaardformulier dat in Nederland wordt toegepast op Aanbestedingen zowel boven als onder de Europese Aanbestedingsdrempel. Het UEA is een Eigen verklaring over de financiële toestand, de bekwaamheden en de geschiktheid van ondernemingen voor een Aanbestedingsprocedure. Bij de Wmo is de gemeentelijke toegangspoort de Verwijzer (Wijkteams, regieteams en Veiligheidshuis). Bij Jeugdhulp zijn naast de gemeentelijke toegangspoort als Verwijzer aangewezen: huisartsen, jeugdartsen, kinderartsen, medisch specialisten, voogden van gecertificeerde instellingen, Rechter, raad van de kinderbescherming of Officier van Justitie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang zoals door de Tweede Kamer der Staten Generaal aangenomen. 4

62 BEGRIPPENLIJST INLEIDING TOELICHTING OPDRACHTGEVER AANLEIDING EN DOELSTELLING VAN DE AANBESTEDING BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT/ ONDERWERP VAN DE AANBESTEDING OMVANG EN DUUR VAN DE OVEREENKOMST TARIEVEN DE AANBESTEDING ALGEMENE REGELGEVING PLANNING VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE DATUM COMMUNICATIE INDIENEN INSCHRIJVING DE INSCHRIJVING INDELING EN INHOUD INSCHRIJVING INSCHRIJVINGS- EN UITVOERINGSVOORWAARDEN STANDAARD DOCUMENT: UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT INSCHRIJVING DOOR EEN SAMENWERKINGSVERBAND VAN INSCHRIJVERS (COMBINATIE) DEEL III VAN HET UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT: UITSLUITINGSGRONDEN DEEL IV VAN HET UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT: GESCHIKTHEIDSEISEN EISEN VOOR UITVOERING VAN WERKZAAMHEDEN GUNNINGSCRITERIA EN BEOORDELING GUNNINGSCRITERIA VOOR KWALITEIT GUNNING NA SELECTIE OP VOLUME VOOR PERCEEL WMO NIJMEGEN GUNNING BIJLAGE 2: UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT BIJLAGE 3: PROGRAMMA VAN EISEN BIJLAGE 4: VOORWAARDEN EN EISEN M.B.T DE AANBESTEDING BIJLAGE 5: INKOOPVOORWAARDEN GEMEENTE NIJMEGEN BIJLAGE 6: CONCEPT RAAMOVEREENKOMST BIJLAGE 7: VERKLARING SOCIAL RETURN BIJLAGE 8: INSCHRIJFFORMULIER BIJLAGE 9: BOUWSTENEN BIJLAGE 10: INVULBIJLAGE GUNNINGSCRITERIA BIJLAGE 11: NOTA KRACHT DOOR VERBINDING BIJLAGE 12: PROCEDURE OVERDRACHT CLIËNTEN BIJ NIET-GUNNING

63 1 INLEIDING Regio Nijmegen heeft het voornemen een Opdracht te verlenen voor de uitvoering van ambulante trajecten voor Wmo en Jeugdhulp. De condities voor deze Aanbesteding zijn weergegeven in onderliggend document, de zogenaamde Offerteaanvraag en de daarbij behorende bijlagen 1 t/m 12. Het doel van de regio Nijmegen is het selecteren en contracteren van de meest geschikte Opdrachtnemers voor deze Opdracht. 1.1 TOELICHTING OPDRACHTGEVER Deze uitnodiging voor het doen van een Inschrijving wordt gezamenlijk gedaan door de gemeenten in de regio Nijmegen. De regio Nijmegen wordt gevormd door de gemeenten Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar en Nijmegen. Wijchen wordt mogelijk nog toegevoegd, uiterlijk in de laatste nota van inschrijving. 1.2 AANLEIDING EN DOELSTELLING VAN DE AANBESTEDING Opdrachtgever zet een Europese Openbare Aanbesteding in de markt die bedoeld is voor Zorgaanbieders die diensten leveren in het kader van de Wmo en/of de Jeugdwet. De belofte van de transitie van de Wmo en jeugdhulp van 2015 blijft hetzelfde: de gemeente wil de zorg dichterbij de burger organiseren om de zorg daardoor toegankelijker, beter en goedkoper te maken, gesymboliseerd met het motto Gewoon doen wat nodig is. Daarbij moet de burger kunnen rekenen op passende zorg die aansluit op zijn mogelijkheden en zijn netwerk: licht waar kan, zwaar waar nodig. Het totale beroep op maatwerk/individuele voorzieningen moet verminderen door het inrichten van een sterke basis-infrastructuur per wijk. De doelen van de transitie (zoals in de door de gemeenteraden vastgestelde regionale beleidsnota Kracht door Verbinding (bijlage 11 ) vormen nog steeds het leidende principe. Van de Opdrachtnemer wordt verwacht dat zij zich hierop richten. In onderstaande tabel wordt dit uitgewerkt. Tabel 1: kerndoelstellingen en succesfactoren van de transitie 6

64 1.4 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT/ ONDERWERP VAN DE AANBESTEDING OPDRACHTNEMERS Van Opdrachtnemers wordt het volgende verwacht: 1. Leveren van kwaliteit Opdrachtnemer werkt met deskundig personeel aan kwalitatieve zorg waarbij de cliënt en zijn netwerk centraal staan. De uitvoering dient te geschieden conform hetgeen is gesteld in de aanbestedingsstukken, waaronder in het bijzonder het Programma van eisen (bijlage 3) en de voorwaarden en eisen (bijlage 4.1). We zoeken de beste aanbieders van zorg en hebben de kwalitatieve eisen verwerkt in de Gunningscriteria (bijlage 10) en handhaven gedurende selectiefase en looptijd op de kwaliteit (paragraaf 1.4.2). Opdrachtnemer is gehouden de opdracht uit te voeren conform zijn inschrijving (waaronder hetgeen is aangeboden op basis van de gunningscriteria), een en ander voor zover niet in strijd met de eisen voortvloeiend uit de aanbestedingsstukken. 2.. Gebiedsgericht werken in sterke lokale netwerken Voor de toegankelijkheid van de zorg voor de burgers vragen we opdrachtnemers om gebiedsgericht te werken. Daartoe zorgen de opdrachtnemers zoveel mogelijk voor de aanwezigheid en continuïteit van medewer- 7

65 kers per gebied (gemeente en wijk). Professionals hebben onderling korte lijnen met elkaar, met toeleiders en met de vindplaatsen zoals wijkteams, scholen en kinderopvang. Deze professionals in de wijk vormen ook de schakel naar specialisaties bij de zorgaanbieders. Gevolg van het gebiedsgericht werken is dat een sterk lokaal netwerk ontstaat waarin professionals elkaar, de wijk en het wijkteam goed kennen en nauw met elkaar samen werken. Dit draagt bij aan samenhang van zorg (1gezin-1 plan), kennis bij de toeleiders, vroegsignalering op de vindplaatsen, afstemming over passende zorg en optimaal gebruik van de collectieve en informele voorzieningen in de wijk. Ondernemer wordt gevraagd zijn professionals actief te laten deelnemen aan het vormen van een sterk lokaal netwerk 3. Perspectiefgericht werken Voor een balans tussen kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg streven we naar passende zorg met aandacht voor afschalingsmogelijkheden. Opdrachtnemer werkt aan zo groot mogelijke zelf- en samenredzaamheid van de cliënt zodat hij kan meedoen in de samenleving. Zware hulp wordt ingezet als dat nodig is, maar de afhankelijkheid van de zorgprofessional wordt afgebouwd als dat kan binnen de mogelijkheden van de cliënt en zijn omgeving. Dit is de kern van de kanteling: van zorgen VOOR naar zorgen DAT HANDHAVING De regiogemeenten zijn eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg aan de burgers en ziet toe op de uitvoering van de Opdracht door Opdrachtnemer. Opdrachtgever kan de Inschrijver uitsluiten tijdens de selectiefase bij constatering van de toepasselijkheid van een Uitsluitingsgrond (waaronder een Ernstige fout) dan wel het niet voldoen aan de gestelde eisen in de aanbestedingsstukken. Indien na contractering blijkt dat (alsnog) een Uitsluitingsgrond van toepassing is dan wel niet wordt voldaan aan de in de aanbestedingsstukken gestelde eisen (waaronder de geschiktheidseisen) dan levert dat een tekortkoming op zijdens Opdrachtnemer met het recht voor Opdrachtgever maatregelen te nemen, zoals het vorderen van nakoming, schadevergoeding en/ of ontbinding van de Raamovereenkomst. A. Uitsluiting in selectiefase De gemeenten hanteren Uitsluitingsgronden zoals geformuleerd in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (Bijlage 2). Voor wat betreft het begrip ernstige fout in de uitoefening van het beroep betekent: Kwade opzet of nalatigheid van een zekere ernst met betrekking tot het: 1. doen van een gift of belofte of het aanbieden van een dienst indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd iemand iets te laten doen wat in strijd is met zijn plicht; 2. vervalsen of valselijk opmaken van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen; 3. verstrekken van onjuiste gegevens of het ten onrechte niet verstrekken van juiste gegevens, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daarmee wordt beoogd financieel voordeel te behalen; 4. handelen of nalaten waardoor de (lichamelijke) integriteit van werknemers of andere personen ernstig in gevaar wordt gebracht, waaronder begrepen (arbeids)discriminatie; 5. direct of indirect gebruikmaken van in de EU verboden vormen van kinderarbeid; 6. begaan van overtredingen op het gebied van milieuwetgeving; 7. handelen in strijd met door de daartoe bevoegde autoriteit vastgestelde import-, export-, aankoop-, vervoers- en/of investeringsverboden; 8. maken van afspraken met andere Aanbieders of het begaan van feitelijke gedragingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat mededinging verhinderd, beperkt of vervalst wordt of het anderszins handelen in strijd met mededingingsregelgeving; 8

66 9. onrechtmatig handelen of tekortkomen in de nakoming van een Raamovereenkomst waaruit ernstige schade voortvloeit, als gevolg van grove nalatigheid, opzet of bewuste roekeloosheid; 10. het begaan van gedragingen in strijd met specifiek voor het beroep of bedrijf van een Inschrijver relevante wet- en regelgeving, tuchtregels, toezichtsregels, gedragsregels of gedragscodes; 11. het verrichten van werkzaamheden die in strijd zijn met de openbare orde; 12. alle andere delicten en gedragingen of omstandigheden die naar hun aard zijn aan te merken als ernstige fout in de uitoefening van het beroep. ln aanvulling hierop acht de Opdrachtgever een ernstige fout in de uitoefening van het beroep aanwezig indien er ernstig gevaar bestaat dat de op grond van deze aanbestedingsprocedure gesloten Raamovereenkomst door de Inschrijver mede zal worden gebruikt om (i) uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of (ii) strafbare feiten te plegen. De Opdrachtgever kan een ernstige fout in de uitoefening van het beroep in ieder geval, maar niet uitsluitend, aannemelijk maken: 1. doordat de ernstige fout in de uitoefening van het beroep wordt erkend door de betrokken Inschrijver; 2. door eigen ervaring van voor de Opdrachtgever werkzame ambtenaren, ambtsdragers of door de Opdrachtgever ingehuurd personeel, danwel ervaring van andere opdrachtgevers; 3. door een rechterlijke uitspraak, bindend advies of arbitraal vonnis; 4. door een strafrechtelijke transactie of civielrechtelijke schikking; 5. door een uitspraak of beschikking van een bevoegde autoriteit, waaronder begrepen een uitspraak of beschikking van een tuchtrechter, 6. toezichthouder of geschillencommissie; 7. door een Bibob-advies; 8. door een strafrechtelijk onderzoek of strafvervolging, ingesteld door de bevoegde autoriteiten. In verband met het voorgaande behoudt de Opdrachtgever zich zowel gedurende de aanbestedingsprocedure als gedurende de looptijd van de Raamovereenkomst het recht voor een Inschrijver te screenen indien er op grond van enig signaal dat de Opdrachtgever bereikt, op welke wijze dan ook, een vermoeden rijst dat er sprake is van een ernstige fout in de uitoefening van het beroep. Bij de screening maakt de Opdrachtgever gebruik van de middelen die haar ter beschikking staan, met inachtneming van haar wettelijke verplichtingen en bevoegdheden. Deze middelen bestaan in ieder geval uit: 1. Het door een Inschrijvers laten overleggen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) of een Gedragsverklaring Aanbesteden GVA); 2. Het doen van onderzoek in open bronnen; 3. Het doen van onderzoek in gesloten bronnen; 4. Het vragen van een Bibob-advies bij het Landelijk Bureau Bibob. Inschrijvers zijn gehouden hun medewerking aan een screening te verlenen. Indien een Inschrijver geen of onvoldoende medewerking verleent aan een screening is de Opdrachtgever gerechtigd de Inschrijver uit te sluiten van deelname aan de aanbesteding danwel tot wijziging, opschorting of beëindiging van de Raamovereenkomst voor zover een screening plaatsvindt gedurende de looptijd van de Raamovereenkomst. Ten aanzien van de uitsluitingsgrond als genoemd in artikel 2.87 lid 1 sub c van de Aanbestedingswet 2012 geldt dat indien een Inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan de betreffende Inschrijver in beginsel wordt uitgesloten van verdere deelname aan de aanbestedingsprocedure, tenzij uitsluiting disproportioneel zou zijn. De betreffende Inschrijver wordt in voorkomend geval in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat hij inmiddels de nodige maatregelen heeft genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen en deze maatregelen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepas- 9

67 selijke uitsluitingsgrond. Als dat bewijs toereikend wordt geacht, wordt de betrokken Inschrijver niet uitgesloten van de aanbestedingsprocedure. B. Tijdens looptijd raamovereenkomst De Opdrachtgever kan consequenties en/of sancties opleggen aan Opdrachtnemer indien er sprake is van een (toerekenbare) tekortkoming van de Opdrachtnemer. Hieronder valt ook de (alsnog) toepasselijkheid van een Uitsluitingsgrond of het niet voldoen aan de overig gestelde eisen. Afhankelijk van de ernst en zwaarte van de geconstateerde feiten kan Opdrachtgever besluiten één of meer van de volgende maatregelen te nemen: 1. Het afgeven van een waarschuwing; 2. Het stoppen van de verwijzing van Cliënten (cliëntenstop) ; 3. Het stoppen van de verwijzing van bestaande Cliënten bij herbeoordeling; 4. Terugvordering van (een deel van) het bedrag aan onrechtmatig en/of ondoelmatig bestempelde declaraties (waarbij tevens de gemaakte onderzoekskosten aan de Opdrachtnemer zullen worden doorberekend) al dan niet gecombineerd met verrekening met nog openstaande dan wel toekomstige declaraties; 5. Het doen van aangifte bij het Openbaar Ministerie; 6. Opschorten van de betalingsverplichtingen door Opdrachtgever; 7. Ontbinding/opzegging van de Overeenkomst.; 8. Het vorderen van schadevergoeding Voornoemde sancties laten de mogelijke sancties en maatregelen op grond van het Burgerlijk Wetboek onverlet. Bij het nemen van een besluit om al dan niet tot uitsluiting van deelname aan de aanbestedingsprocedure (A) danwel tot wijziging, opschorting of beëindiging van de Raamovereenkomst (B) over te gaan kunnen onder meer de volgende aspecten in de afweging worden betrokken: 1. de ernst van de overtredingen; 2. de mate van betrokkenheid bij de overtredingen van leidinggevenden; 3. de sinds de overtredingen verstreken tijd (de Gemeente betrekt uitsluitend ernstige fouten die zich in de drie jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving hebben voorgedaan); 4. het verband met de onderhavige aanbestedingen; 5. de wegens overtredingen opgelegde sancties; 6. de maatregelen die genomen zijn om herhaling te voorkomen; 7. de omvang van de aanbestede opdracht; 8. de houding/opstelling van de betreffende Inschrijver. Tot daadwerkelijke uitsluiting (of ontbinding) wordt slechts besloten indien de Opdrachtgever dat proportioneel acht. Dit is ter beoordeling van de Opdrachtgever en zonder inperking van de mogelijke sancties/ maatregelen op grond van het Burgerlijk Wetboek Opdrachtnemer zal Opdrachtgever vrijwaren van en schadeloos stellen voor vorderingen die derden tegen Opdrachtgever in verband met het tekortschieten in de nakoming van de verplichtingen van de Opdrachtnemer op grond van de onderhavige overeenkomst hebben. Opdrachtnemer zal tevens de kosten van rechtsbijstand vergoeden die Opdrachtgever in deze als gevolg van het tekortschieten van Opdrachtnemer moet maken, tenzij al rechtens is vastgesteld dat de Opdrachtnemer geen enkel verwijt gemaakt kan worden. 10

68 1.4.3 ONDERWERP VAN DE AANBESTEDING: BOUWSTENEN Deze aanbesteding betreft de inkoop van blok B diensten: ambulante Wmo en Jeugdhulp. Uitgezonderd zijn dyslexiezorg, kortdurend verblijf- en dagbesteding voor ouderen en Ggz-jeugdhulp. In de Bouwstenen (bijlage 9) staan de diensten specifiek beschreven. Voor het leveren van zorg en ondersteuning in het kader van de WMO en/of Jeugdwet is een geldige verwijzing van een hiertoe bevoegd verwijzer noodzakelijk. Indien noodzakelijk is wijziging van de bouwstenen gedurende de contractperiode mogelijk op initiatief van Opdrachtgever PERCELEN De percelen zijn opgedeeld in geografische percelen (de gemeenten) en dienstverleningspercelen (clusters van bouwstenen). De gunning vindt plaats voor een perceel waarop de aanbieder zich inschrijft. Mogelijk wordt perceel Wijchen nog toegevoegd. Aanbestedende dienst gunt per Perceel of Bouwsteen meerdere Inschrijvers de Opdracht als deze aan de eisen voldoen. 1 GEOGRAFISCHE PERCELEN: UITBREIDING IS LATER MOGELIJK De geografische percelen zijn de regiogemeenten. De inschrijver geeft met zijn inschrijving op de geografische percelen aan wat zijn dominante werkgebieden zijn waar hij zijn diensten gaat aanbieden. Aanbieder hoeft maar 1 inschrijving te doen voor 1 of meerdere geografische percelen. Inschrijving op een geografisch perceel sluit niet uit dat de aanbieder later gedurende de uitvoering van Raamovereenkomst alsnog op andere geografische percelen (gemeenten) mag en kan leveren. Uitzondering op bovenstaande is het perceel Nijmegen/wmo begeleiding, daarop is geen uitbreiding later mogelijk. Voor perceel Nijmegen vindt extra selectie plaats op volume van Wmo specialistische begeleiding en reguliere begeleiding (zie paragraaf 4.2). Aanbieders die daar niet gegund worden, kunnen daar niet gaan leveren. Als ze in de overige gemeenten wel gegund worden kunnen ze daar wel leveren. WMO PERCELEN NIJMEGEN BERG EN DAL BEUNINGEN DRUTEN HEUMEN MOOK EN MIDDELAAR Specialistische Begeleiding (Reguliere) begeleiding en persoonlijke verzorging 2 DIENSTPERCELEN: UITBREIDING IS LATER NIET MOGELIJK Voor elk dienstperceel zal de aanbieder een inschrijving moeten doen. Gunning vindt specifiek voor dat dienstperceel plaats. Aanbieder kan tijdens de uitvoering van de raamovereenkomst geen dienstperceel gaan leveren waarvoor hij niet gegund is. Dagbesteding Wmo/Jeugd, dagbehandeling Jeugd en kortdurend verblijf Wmo/Jeugd kan alleen geleverd worden indien Inschrijver ook het noodzakelijk geachte vervoer kan regelen. 11

69 Persoonlijke verzorging volwassenen is een optionele bouwsteen in het perceel Reguliere begeleiding en persoonlijke verzorging. Alle Inschrijvers moeten in staat zijn casemanagement te leveren. WMO PERCELEN Reguliere Begeleiding en persoonlijke verzorging BOUWSTENEN Reguliere begeleiding Persoonlijke verzorging volwassenen (optionele dienst) Reguliere begeleiding in een groep Specialistische Begeleiding (zie eis onder *) Specialistische Begeleiding Wmo Specialistische begeleiding in een groep Dagbesteding (inclusief vervoer) Kortdurend verblijf (inclusief vervoer) Dagbesteding volwassenen Wmo Kortdurend verblijf volwassenen Wmo JEUGD PERCELEN Dagbesteding (inclusief Vervoer) Specialistische Begeleiding (zie eis onder *) BOUWSTENEN Dagbesteding Jeugd (intersectoraal) Specialistische Begeleiding Specialistische begeleiding in een groep Reguliere Begeleiding en Verzorging en Begeleiding Reguliere begeleiding Verzorging en begeleiding Jeugd Reguliere begeleiding in een groep Ambulante (groeps)behandeling J&O en J-LVB Behandeling jeugd (J&O en J-LVG, vaktherapie) Groepsgerichte behandeling (J&O en J-LVG en vaktherapie) Dagbehandeling (inclusief vervoer) Kortdurend Verblijf (inclusief vervoer) Dagbehandeling Jeugd (intersectoraal) Jw 41A03 Kortdurend verblijf Jeugd Jw 44A09 * Bij inschrijving op perceel specialistische begeleiding geldt de specifieke eis dat u ook aangeeft hoe u de afschaling naar (reguliere) begeleiding vormgeeft. Dit kan uitsluitend zijn middels: 1. eigen personeel; 2. opgave van namen van Onderaannemers, waaronder Zzp-ers (zie ook paragraaf 3.4.1); 3. verklaring van samenwerking met andere Opdrachtnemers. Als de samenwerkingspartner op dit perceel niet gegund krijgt, heeft opdrachtnemer tot 1 maart 2018 de kans om een nieuwe samenwerkingspartner te vinden. Indien dit niet lukt, leidt dit tot uitsluiting. 12

70 1.5 OMVANG EN DUUR VAN DE OVEREENKOMST DUUR Opdrachtgever wenst een Raamovereenkomst af te sluiten met een looptijd van drie jaar, ingaande per 1 januari 2018 en eindigend van rechtswege op 31 december 2020, met twee maal een optie tot verlenging van twee jaar ( , ). Opdrachtgever laat uiterlijk twee maanden voor afloop van de overeenkomst weten of zij wenst te verlengen OMVANG De diensten in Blok B hebben een cruciale functie in het op- en afschalen tussen zware zorg en preventieve ondersteuning in de 0-en 1-lijn. Het afschalen van de zware regionale en landelijke zorg zal tot een toename leiden van de productie in blok B. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de versterking van de basis-infrastructuur en de 0 e en 1 e lijn met als doel afschalen uit blok B 1, dit leidt tot een daling van de productie. Het netto effect op het volume van zorg in blok B is niet in te schatten en zal per zorgsoort ook kunnen verschillen. Daarnaast zullen meerdere inschrijvers gegund worden als deze aan de eisen voldoen. Raamcontracten ondersteunen deze veranderlijkheid in het productievolume omdat ze geen vaste omzetafspraken bieden maar een vaste prijs waarmee de daadwerkelijke productie wordt afgerekend DYNAMISCHE BUDGETPLAFONDS Gemeente en Opdrachtnemers hebben de gezamenlijke opdracht om de zorg betaalbaar te houden en de noodzakelijk geachte hulp te leveren binnen het beschikbaar gestelde rijksbudget. De begroting van de individuele gemeenten in de Regio is daarom leidend. Het richtinggevend budget zal per gemeente vóór aanvang dienstverlening (dus voor 1 januari 2018) worden vastgesteld per perceel (gemeente/dienst, zie voorbeeld onder). Jaarlijks wordt dit opnieuw vastgesteld mede op basis van de september circulaire waarin het rijksbudget voor de regio wordt aangekondigd. Voorbeeld: Beschikbaar rijkbudget per perceel per gemeente, vertaald in productievolume Beuningen Dagbesteding Budget Volume Dagdelen Gegunde Aanbieders Specialistische Begeleiding Budget Volume Uren Begeleiding en persoonlijke verzorging Budget Volume Uren Bijvoorbeeld uitbreiding taken wijkteam en innovatieprojecten jeugd en andere pilots waarin voorveld (0- en 1 e lijn) en delen van zorgtaken overneemt zoals kortdurende begeleiding. 13

71 3 Kortdurend Verblijf Budget Volume Dagen 1 2 Indien uit het berichtenverkeer bij Opdrachtnemers blijkt dat het richtinggevend budget zoals voor aanvang dienstverlening door iedere afzonderlijke gemeente wordt vastgesteld, (mogelijk) niet voldoende is, gaat de Opdrachtgever in gesprek met alle Opdrachtnemers die desbetreffende dienst leveren in desbetreffende gemeente over de analyse en mogelijke oplossingsrichtingen om binnen het budget te blijven. Hierbij worden ook andere partijen uit het lokale netwerk betrokken zoals toeleiders en vindplaatsen. Er wordt een dynamisch budgetplafond ingesteld. Door het dynamisch budgetplafond worden instellingen alleen geconfronteerd met een budgetplafond als er sprake of dreiging is van budgetoverschrijdingen. De contractuele uitwerking van het dynamisch budgetplafond zit in het maken van afspraken over het volume aan zorg. Aanbieders worden dan verplicht afspraken te maken over de vermindering van zorg in intensiteit en duur, prioritering van de instroom van nieuwe cliënten, vergroten wachttijden of in het uiterste geval een cliëntenstop. Dynamische plafonds vormen een productiekader op perceelniveau voor de aanbieders die daar gegund zijn. Plafonds op aanbiedersniveau zijn niet haalbaar omdat we vooraf niet weten hoeveel aanbieders zich inschrijven en gegund worden en wat hun capaciteit is en hoe het volume zich ontwikkelt VARIANTEN EN ALTERNATIEVEN In het kader van deze Aanbesteding zijn geen varianten en alternatieven toegestaan MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD INKOPEN (MVI) Maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) betekent dat in alle fasen van het inkoopproces de effecten op People (mensen), Planet (planeet/milieu) en Profit/ prosperity (winst/welvaart) worden meegenomen zodat levering van duurzame producten, diensten en werken wordt gerealiseerd. De Regio vindt maatschappelijk verantwoord inkopen belangrijk omdat ze daarmee duurzaamheid, innovatie en werkgelegenheid en bedrijvigheid kan stimuleren. Samen met de marktpartijen bekijkt de Regio echter ook of zij meer kunnen en willen bieden dan deze minimale eisen. Voor deze Opdracht wordt een inspanning verwacht van de contractpartijen. Inschrijver dient hiervoor de Verklaring Social Return (bijlage 7) in te vullen en bij zijn Inschrijving te voegen. De Regio hecht veel belang aan goed werkgeverschap en daarmee aan een passende beloning voor zowel bestuurders als werknemers van bedrijven waarmee ze zaken doet. 1.6 TARIEVEN De tarieven zijn vaste tarieven die voor alle aanbieders gelden. Hiermee wordt de concurrentie op prijs uitgeschakeld en kan enkel op kwaliteit het verschil worden gemaakt. Opdrachtgever heeft de ambitie en wettelijke plicht in de Wmo om tarieven vast te stellen die zich bevinden in een reële bandbreedte. Met reëel bedoelen we dat het tarief wordt opgebouwd uit kostenelementen die nodig zijn om de zorg reële te leveren. Kostenelementen zijn bijvoorbeeld personele kosten (gebaseerd op loonschalen in de cao), productiviteit van het personeel, overhead kosten, kosten voor dagverblijf en grootte van groepen bij dagverblijf. De tarieven in deze offerte-aanvraag, zijn de voorlopige tarieven ( zie bijlage 9: overzicht bouwstenen 2018). 14

72 Er vinden nog tariefonderzoeken plaats bij diverse zorgaanbieders om tot definitieve tariefstelling te komen. Uiterlijk in de laatste nota van inlichtingen zullen de definitieve tarieven gepubliceerd worden. Indexatie vindt jaarlijks plaats conform artikel 44 in het Programma van eisen. 15

73 2 DE AANBESTEDING 2.1 ALGEMENE REGELGEVING De Aanbestedingsprocedure geschiedt op basis van de Aanbestedingswet 2012, 30 juni 2016, Staatsblad Deze Aanbestedingsprocedure wordt uitgevoerd aan de hand van de Openbare procedure. 2.2 PLANNING VAN DE AANBESTEDINGSPROCEDURE In onderstaande tabel staat de indicatieve planning weergegeven. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. DATUM Publiceren Offerteaanvraag 26 juni 2017 Deadline 1e ronde stellen vragen 25 augustus Beantwoorden vragen Deadline 2e ronde stellen vragen 30 augustus 4 september Publicatie Nota van Inlichtingen Ontvangst en opening Offertes Offertebeoordeling 8 september 20 september 24 september 10 oktober Presentaties 1-13 oktober, uitloop oktober Gunningsadvies Opstellen gunningsbrieven Voornemen tot Gunning Alcateltermijn Definitieve Gunning Overeenkomst Publicatie gegunde opdrachten op Tenderned 23 oktober 25 oktober 25 oktober 15 november 16 november 1 december Medio december Ingangsdatum contract 1 januari COMMUNICATIE Alle communicatie met betrekking tot onderhavige procedure dient te verlopen via het Aanbestedingsplatform CTM. Het is niet toegestaan andere medewerkers van Aanbestedende dienst tijdens de procedure rechtstreeks te benaderen omtrent deze Aanbestedingsprocedure, anders dan verwoord in dit document. Meer informatie over het Aanbestedingsplatform CTM, hierna te noemen CTM, vindt u op Contactpersonen voor deze Aanbesteding: Inkoop@nijmegen.nl Gemeente Nijmegen Team Inkoop, FA20 Arlette Rugebregt, Senior Inkoopadviseur Na gunning en gedurende de duur van de overeenkomst verloopt de communicatie met de Opdrachtgever via het ROB. 16

74 2.3.1 GELEGENHEID TOT VRAGEN STELLEN De Aanbestedende dienst neemt uitsluitend vragen in behandeling die CTM zijn gesteld via Bijlage 1 Standaardformulier indienen vragen. De vragen dienen uiterlijk conform de gestelde datum in paragraaf 2.2. te zijn gesteld en ontvangen. De Aanbestedende dienst beantwoordt vragen schriftelijk én geanonimiseerd in de Nota van Inlichtingen, op uiterlijk de in paragraaf 2.2. genoemde datum. Deze Nota van Inlichtingen wordt gepubliceerd op CTM. De Offerteaanvraag is met de grootste zorg opgesteld. Indien naar de mening van een Inschrijver de Offerteaanvraag, de Aanbestedingsprocedure en/of enig ander Aanbestedingsdocument een onduidelijkheid, (innerlijke) tegenstrijdigheid, onrechtmatigheid en/ of andere onvolkomenheid bevat, dient hij dat (op straffe van rechtsverwerking) uiterlijk voor de deadline voor het stellen van vragen aan de Aanbestedende dienst kenbaar te maken op de wijze beschreven in deze paragraaf. Indien een Inschrijver een vraag heeft gesteld, respectievelijk bezwaar heeft gemaakt, en het antwoord naar diens oordeel onbevredigend is, dient de Inschrijver op straffe van verval van recht uiterlijk 7 kalenderdagen voor de uiterlijke datum dat de Inschrijving moet zijn ingediend (zie de planning in paragraaf 2.2) de Aanbestedende dienst in kort geding te betrekken. De Inschrijver doet dit door het rechtsgeldig betekenen van een kort gedingdagvaarding aan het adres van de Aanbestedende dienst. Indien één of meerdere aanvullende Nota s van Inlichtingen worden gepubliceerd, dient de Inschrijver voor die Nota( s) van Inlichtingen nadere vragen / opmerkingen in te dienen, alvorens eventueel een kort geding aanhangig te maken. Indien de Inschrijvers na de laatste Nota van Inlichtingen geen vragen stellen over of bezwaar maken tegen bepalingen in de Aanbestedingsdocumenten en/of geen kort geding aanhangig maken ingeval zij zich niet met de inhoud van de laatste Nota van Inlichtingen kunnen verenigen, dan kan de Inschrijver zich daar na Inschrijving (bijvoorbeeld bij afwijzing) niet meer op beroepen (rechtsverwerking). Hieruit vloeit voort dat het recht om na indiening van de Inschrijving te klagen over onduidelijkheden of onvolkomenheden of onrechtmatigheden in de Aanbestedingsdocumenten vervalt indien niet tijdig, dus uiterlijk ter zake van de laatste Nota van Inlichtingen, daarover om opheldering wordt gevraagd. Inschrijvers dienen te allen tijde proactief te handelen. De Aanbestedende dienst verzoekt Inschrijver om redelijk om te gaan met het stellen van vragen. Dit houdt in dat Inschrijver zijn vragen kort en bondig stelt. 2.4 INDIENEN INSCHRIJVING De Inschrijver dient de Inschrijving vóór de in paragraaf 2.2 genoemde datum in te dienen via CTM. Inschrijvingen die te laat binnen zijn, worden niet beoordeeld en komen niet voor gunning in aanmerking. De Aanbestedende dienst wijst Inschrijver erop tijdig met het uploaden van de documenten te starten. De mogelijkheid om documenten te uploaden en vragen te beantwoorden wordt op het in de planning genoemde tijdstip automatisch afgebroken, waarna Inschrijver geen mogelijkheid meer heeft om de Inschrijving in te dienen. Het risico van vertraging in de digitale verwerking/ indiening van de Inschrijving is voor de Inschrijver WIJZE VAN INDIENING De Inschrijving, inclusief alle bijlagen, moet door een rechtsgeldige vertegenwoordiger van de Inschrijver ondertekend ingediend worden via CTM. Op een andere wijze aanleveren van de Inschrijving is niet mogelijk. Inschrijvingen ingediend op een andere wijze dan door middel van CTM, komen niet in aanmerking voor een beoordeling en dus ook niet voor gunning OPENING 17

75 De opening van Inschrijvingen vindt plaats conform de in paragraaf 2.2 genoemde datum en tijdstip. Deze opening is niet openbaar. Inschrijver wordt na afloop van de opening in een Proces Verbaal van de opening genoemd. Alle Inschrijvers ontvangen dit Proces middels CTM VOORWAARDEN AAN INSCHRIJVER EN INSCHRIJVING 1. De Inschrijving dient te geschieden in overeenstemming met de bepalingen als gesteld in deze Offerteaanvraag. Inschrijvingen die niet voldoen aan de eisen benoemd in de Aanbestedingsdocumenten, kunnen ongeldig worden verklaard. 2. De Inschrijving en alle bijlagen dienen tot tenminste 120 kalenderdagen na de sluitingstermijn van deze aanbesteding geldig te zijn (gestanddoeningstermijn). In verband met de mogelijkheid dat tegen de gunningbeslissing rechtsmiddelen worden aangewend, dient de Inschrijver de Inschrijving in ieder geval gestand te doen tot 20 kalenderdagen na de uitspraak van de voorzieningenrechter indien op de laatste dag van de gestanddoeningstermijn van 120 kalenderdagen een kort geding ter zake van het gunningsbesluit aanhangig is gemaakt en voor zover deze termijn later eindigt dan de periode in de eerste volzin. Indien een kort geding tegen de gunningsbeslissing aanhangig wordt gemaakt, wordt de gestanddoeningstermijn automatisch verlengd tot 20 kalenderdagen nadat de voorzieningenrechter in eerste aanleg vonnis heeft afgewezen. De Aanbestedende dienst kan de Inschrijvers om andere redenen dan de voorgaande verzoeken om de gestanddoeningstermijn te verlengen. De Inschrijvers kunnen aan een dergelijk verzoek geen recht tot (voorlopige) gunning van de Opdracht ontlenen. Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om ondanks het aanhangig zijn van een kort geding tot definitieve gunning over te gaan gelet op het feit dat tijdige contractering van belang is voor de zorgverlening aan cliënten en de omstandigheid dat er in principe geen beperking is aan het aantal te contracteren inschrijvers (met uitzondering van het perceel Nijmegen waarvoor wel een volumebeperking geldt) zodat de afwijzing van en wellicht na kort geding alsnog gunning aan een inschrijver in principe niet van invloed is op de gunning van andere inschrijvers. Zie ook paragraaf 4.3 onder 11 hieronder. Inschrijvers gaan hiermee akkoord en doen daarmee dus ook afstand van een eventuele recht op vernietiging van de inmiddels met andere inschrijvers gesloten overeenkomsten. 3. De Inschrijving en alle gevraagde bijlagen dienen rechtsgeldig te worden ondertekend. De bevoegdheid van de ondertekenaar dient te blijken uit een actueel, correct uittreksel uit het handels- of beroepsregister van het land van vestiging van Inschrijver. Dit uittreksel moet bij de Inschrijving zijn toegevoegd en in ieder geval niet ouder dan zes maanden (gerekend vanaf de dag van indiening Inschrijving) mag zijn. Indien volgens het uittreksel van het handelsregister twee of meerdere personen gezamenlijk bevoegd zijn, dienen alle personen die gezamenlijk bevoegd zijn de Inschrijving te ondertekenen. Ingeval door een (beperkt) gevolmachtigde wordt ondertekend, dient de volmacht in ieder geval het aangaan van overeenkomsten met een waarde van ,= te omvatten. De volmacht moet zijn verstrekt door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de Inschrijver wiens bevoegd daartoe uit een recent uittreksel van het handelsregister moet blijken. Deze volmacht dient in dat geval eveneens bij de inschrijving te worden ingediend. Een gebreke aan de ondertekening(bevoegdheid) en/ of het niet overleggen van een uittreksel en volmacht kan tot ongeldigheid van de Inschrijving leiden. 4. Het Uniform Europees aanbestedingsdocument mag uitsluitend worden ondertekend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de Inschrijver die in een recent (niet ouder dan zes maanden van datum inschrijving) uittreksel uit het handelsregister is benoemd. Indien volgens het uittreksel uit het handelsregister twee of meerdere personen gezamenlijk bevoegd zijn, dienen alle personen die gezamenlijk bevoegd zijn de Eigen Verklaring te ondertekenen. Een volmacht tot ondertekening van de Eigen Verklaring volstaat derhalve niet. 18

76 5. Inschrijver verklaart zich zonder voorbehoud akkoord met de aanbestedingsstukken, waaronder het concept van de Raamovereenkomst (bijlage X) en de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente Nijmegen (bijlage X). Bezwaren tegen of opmerkingen over de Raamovereenkomst en de algemene inkoopvoorwaarden kunnen uitsluitend ter zake van de Nota van Inlichtingen kenbaar worden gemaakt. 6. Van toepassing zijn de Algemene Inkoopvoorwaarden van de gemeente Nijmegen (bijlage 8). Algemene (verkoop)voorwaarden van de Inschrijver zijn niet van toepassing en worden uitdrukkelijk van de hand gewezen. 7. Publiciteit en/ mededelingen aan derden (in welke vorm dan ook) met betrekking tot deze aanbesteding is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Aanbestedende dienst. Het publiceren van mededelingen over de aanbestedingsprocedure door Inschrijvers zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Aanbestedende dienst, kan tot uitsluiting/ ongeldigheid van de Inschrijving leiden. 8. Inschrijver verklaart zich te onthouden van verklaringen van welke aard dan ook die betrokkenen bij de aanbestedingsprocedure kunnen schaden. Schending van deze voorwaarde kan tot gevolg hebben dat Inschrijver van verdere deelname wordt uitgesloten. 9. Door het indienen van een Inschrijving verklaart Inschrijver zich uitdrukkelijk akkoord met alle voorwaarden en het daaromtrent gestelde in de Aanbestedingsstukken, (het verloop van) de aanbestedingsprocedure en de (eventueel onwelgevallige) inhoud van de Nota( s) van Inlichtingen. 10. Aanbestedende dienst zal de door Inschrijver ingediende documenten als vertrouwelijk behandelen. De vertrouwelijkheid wordt bewaard, ongeacht of een Inschrijving wel of niet tot een overeenkomst zal leiden voor Inschrijver en voor zover de inhoud niet noodzakelijk is voor het opstellen van een deugdelijk en rechtmatig gunningsvoornemen en voor zover de Aanbestedende dienst niet verplicht is tot openbaarmaking op grond van de wet- en/of regelgeving of gerechtelijke uitspraak. 11. Het is - op straffe van uitsluiting/ ongeldigheid van de Inschrijving - niet toegestaan om de vaste tekst van de Standaardformulieren aan te passen. 12. De prijzen en percentages zoals vermeld in de Inschrijving zijn definitief. Na het indienen van de Inschrijving wordt daarover niet (meer) onderhandeld. 13. Alle communicatie met de Aanbestedende dienst geschiedt in de Nederlandse taal VOORBEHOUDEN VAN AANBESTEDENDE DIENST 1. Aanbestedende dienst behoudt zich het recht voor alle gegevens uit de Inschrijving inclusief bijlagen alsmede de daarin genoemde documenten op juistheid te controleren, al dan niet door middel van controle van die informatie bij of door derden. 2. Aanbestedende dienst behoudt zich het recht voor de door Inschrijver ingediende documenten die niet voldoen aan de regels van de aanbestedingsprocedure, dan wel niet volledig of juist zijn, niet in behandeling te nemen. Dat kan tot de ongeldigheid van de Inschrijving leiden. 3. De Aanbestedende dienst behoudt zich het recht voor om tot het moment van ondertekening van de beoogde overeenkomst de gehele of een gedeelte van de aanbestedingsprocedure tijdelijk of definitief te stoppen, op te schorten dan wel te beëindigen, met motivering van reden en zonder vergoeding van gemaakte kosten van Inschrijver voor het opstellen van diens Inschrijving dan wel vergoeding van enige vorm voor gederfde winst/ omzet en/of schade. 19

77 4. Indien Inschrijver gedurende de aanbestedingsprocedure de voor de aanbesteding relevante bedrijfsactiviteiten staakt, dan dient Inschrijver hiervan direct schriftelijk melding te maken bij de Aanbestedende dienst. De Aanbestedende dienst behoudt zich het recht voor Inschrijvingen om die reden terzijde te leggen en niet verder in de beoordeling mee te nemen. 5. De Aanbestedende dienst behoudt zich het recht voor Inschrijvers om een toelichting op of aanvulling van hun Inschrijving te verzoeken. Een toelichting of aanvulling mag nooit leiden tot een (inhoudelijke) wijziging van de Inschrijving. Bij het verzoek om een toelichting of aanvulling zal de Aanbestedende dienst altijd de aanbestedingsbeginselen in acht nemen. 6. De Aanbestedende dienst behoudt zich het recht voor (de motivering en/ of de gronden van) het gunningsvoornemen te wijzigen, in te trekken en/ of aan te vullen indien na voorlopige gunning naar het oordeel van de Aanbestedende dienst blijkt dat (de motivering van) het gunningsvoornemen gebrekkig, onjuist en/ of onvolledig is. 7. In alle gevallen behoudt de Aanbestedende dienst zich het recht voor rechtstreeks met (een) gegunde inschrijver(s) en/ of derden tot (aanvullende) contractering over te gaan indien naar het oordeel van de Aanbestedende dienst de continuïteit van goede en voldoende zorgverlening in gevaar komt. 20

78 3 DE INSCHRIJVING In dit hoofdstuk treft u informatie aan over de wijze van Inschrijving, de uitsluitingsgronden, de geschiktheidseisen en de overige eisen. 3.1 INDELING EN INHOUD INSCHRIJVING De Inschrijving dient (op straffe van ongeldigheid) de informatie te bevatten die hieronder wordt weergegeven. Het aanleveren van de bewijsstukken dient plaats te vinden volgens onderstaand schema: Indienen bewijsstukken: wanneer Bij Inschrijving Bij voornemen tot gunning Akkoord Uniform Europees Aanbestedingsdocument, UEA (bijlage 2) Ja, Bijlage 2 Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. Nee. Bewijs rechtsgeldige inschrijving Ja, (kopie) uittreksel Kamer van Koophandel of gelijkwaardig (max. 6 maanden oud). Nee. Bewijs dat er geen bezwaren zijn m.b.t. Inschrijving Nee. Ja, Gedragsverklaring Aanbesteden (GVA) (max. 6 maanden oud). Bewijs verzekering Nee. Ja, Polis, Certificaat (max X maanden oud). Bewijs betaling belastingen/sociale verzekeringspremies Bewijs continuïteit dienstverlening NB: dit geldt alleen voor inschrijvers die in 2016 een omzet van meer dan euro hadden. Nee. Ja, verklaring Belastingdienst (max. 6 maanden oud). Ja, 1. De meest recente door een registeraccountant gecontroleerde jaarrekening inclusief het jaarverslag; 2. De bij de jaarrekening behorende accountantsverklaring; 3. De bij de jaarrekening behorende verslag van bevindingen van de registeraccountant; 4. In geval dat de accountant opmerkingen gemaakt heeft over de continuïteit in de accountantsverklaring 21

79 dient de inschrijver met een bedrijfsplan/liquiditeitsprognose voor de looptijd van het contract te onderbouwen dat het continuïteitsvraagstuk het hoofd geboden kan worden. Bewijs samenwerkingsverband inschrijving NB: dit geldt alleen voor Inschrijvers bij wie er sprake is van hoofd- en onderaannemerschap, een combinatie, of een coöperatie. Ja, lijst met onderaannemers, combinanten of coöperatieleden (organisatienaam, zorgspecialisatie, kvk). Nee. Hoofd- en onderaannemerschap; Een opgave van de met de Opdrachtnemer gelieerde rechtspersonen, de aard van de relatie tot de Opdrachtnemer en de vermogenspositie van de gelieerde rechtspersoon Ja, verklaring indien van toepassing. Nee Social Return on Investment Ja, Bijlage 7 Verklaring Social Return. Nee. Bewijs ervaring Ja, Nee. ZIN referentie (referentie(s) met minimaal 5 Cliënten (max 3 jaar oud), of PGB referentie (referentie(s) met minimaal 5 Cliënten) (max 3 jaar oud). Bewijs geregistreerde jeugdprofessionals NB: dit geldt alleen voor Inschrijvers die zich inschrijven op een Jeugd- Ja, 1. lijst van namen met BIG- registratienummer en functietitel werkzaam voor de Opdrachtnemer als regiebehandelaar 2. lijst met namen met NIP- Nee. 22

80 hulp-perceel. registratienummer van kinder- en jeugdpsychologen werkzaam voor de Opdrachtnemer als regiebehandelaar 3. lijst van namen met NVOregistratienummer van orthopedagoog-generalisten werkzaam voor de Opdrachtnemer als regiebehandelaar 4. lijst van namen met SKJregistratienummer en functietitel werkzaam voor de Opdrachtnemer 5. lijst van namen met aanmeldingsnummer en functietitel vooraangemeld bij het SKJ werkzaam voor de Opdrachtnemer Bewijs certificering NB: dit geldt alleen voor Inschrijvers die zich inschrijven op een Wmoperceel. Ja, bewijs van certificering ISO 9001 (voor de zorg) of HKZ en een verslag van het laatste auditgesprek, of; bewijs van gelijkwaardige (door de Raad van Accreditatie) certificering en een verslag van het laatste auditgesprek, of; bewijs start certificeringstraject met tijdspad waaruit blijkt dat ISO 9001 (voor de zorg) of HKZcertificaat er uiterlijk 1 juli 2018 is. Nee. Document(en) met betrekking tot de gunningscritera Ja, Twee geanonimiseerde hulpverleningsplannen (uit de praktijk); Nee. één evaluatieplan; Schriftelijke beantwoording andere criteria (bijlage X). Inschrijving op percelen en bouwstenen Ja, verklaring op welke percelen/ bouwstenen wordt ingeschreven (bijlage X); Ja, bij inschrijving op perceel specialistische begeleiding: verklaring hoe vorm gegeven wordt aan de eis dat ook (reguliere) begeleiding geleverd kan worden. Nee 23

81 1 eigen personeel 2 opgave van namen van Onderaannemers 3 verklaring van samenwerking met andere Opdrachtnemer Inschrijving brancheorganisatie Ja, bewijs inschrijving. Nee. Bewijsstukken personele eisen Op verzoek ter verificatie. Documenten die staan vermeld in de kolom Bij voornemen tot gunning zullen uitsluitend worden verlangd van de Inschrijver aan wie de Aanbestedende dienst het voornemen heeft om te gunnen. Deze documenten dienen ter controle/verificatie van de documenten zoals benoemd in de kolom Bij inschrijving. Ter zake van de GVA wordt erop gewezen dat de aanvraag daarvan 8 weken kan duren (artikel 4.5, lid 1, onder b Aw). Het niet (tijdig) verkrijgen van de GVA komt geheel voor rekening en risico van de Inschrijver. Er zal derhalve geen verlenging van de indieningstermijn worden toegekend indien de GVA niet tijdig is aangevraagd, dan wel wordt toegewezen. 3.2 INSCHRIJVINGS- EN UITVOERINGSVOORWAARDEN Een Inschrijver kan slechts éénmaal (ofwel zelfstandig, of in een bepaalde rechtsvorm als lid van een Coöperatie of als hoofdaannemer dan wel als onderaannemer) inschrijven op deze Aanbesteding. Indien een Inschrijver bij meer dan één Inschrijving betrokken is (al dan niet zelfstandig of als combinant, dan wel als Hoofd- of Onderaannemer), worden alle inschrijvingen waarbij Inschrijver is betrokken ongeldig verklaard. Het na gunning vormen van een nieuwe constructie als hoofdaannemer,-onderaannemer of combinatie anders dan waarvoor de Inschrijving heeft plaatsgevonden, is slechts toegestaan na schriftelijke goedkeuring van Aanbestedende dienst. Voor wijzigingen in het ledenbestand van Coöperaties zie: STANDAARD DOCUMENT: UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT Bijlage 2 dient volledig en rechtsgeldig ondertekend aangeleverd te worden. Hierin staan de uniforme eisen die aansluiten bij de Europese regelgeving. De ondernemer dient deel II van het UEA volledig en naar waarheid in te vullen. Een aantal invulvelden in het UEA vereisen een toelichting op wat er van de ondernemer gevraagd wordt in het kader van zijn inschrijving en de door hem te verstrekken informatie. In de volgende paragrafen zal Aanbestedende dienst, voor zover nodig, deel II van het UEA bespreken. Door het indienen van een Inschrijving, verklaart de Inschrijver zich akkoord met en zich te conformeren aan de eisen voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals beschreven in het Programma van Uitvoeringseisen (bijlage 3) en deze Offerteaanvraag incl. alle bijlagen. 3.4 INSCHRIJVING DOOR EEN SAMENWERKINGSVERBAND VAN INSCHRIJVERS (COMBINATIE) Naast een zelfstandige Inschrijving, kan een Inschrijving in Combinatie, dan wel met één of meerdere Onderaannemers plaatsvinden. 24

82 3.4.1 ONDERAANNEMING/BEROEP OP DERDEN Een Inschrijver hoeft niet zelf aan alle eisen te voldoen, hij kan zich ook beroepen op de financiële draagkracht of op de bekwaamheid van een andere partij. Dit kan alleen als hij kan aantonen daar daadwerkelijk over te beschikken. Dit kan via onderaanneming of combinatievorming. Indien Inschrijver een beroep doet op de draagkracht van derden, dient Inschrijver aan te tonen daadwerkelijk te kunnen beschikken over de noodzakelijke middelen van de derde. Als Inschrijver, om te kunnen voldoen aan één of meer van de Geschiktheidseisen, een beroep doet op de draagkracht van derde(n) dient hij dit te vermelden in deel II C van zijn Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA). De betreffende derde(n) dienen ieder afzonderlijk het UEA in te vullen met de informatie die wordt gevraagd in deel II de afdelingen A en B en deel III tot en met V. Uiteraard moet(en) deze derde(n) hun UEA eveneens rechtsgeldig ondertekenen in deel VI. Onder derde(n) wordt in dit verband verstaan: alle (rechts)personen die niet rechtstreeks tot de onderneming van Inschrijver behoren. Hieronder vallen ook gelieerde ondernemingen (dochter, zuster-, of moedervennootschap). Ook niet rechtstreeks tot de onderneming van Inschrijver behorende technici of technische organen kwalificeren in dit verband als derde(n). Indien Inschrijver in de uitvoering van de Opdracht gebruik wenst te gaan maken van één of meer Onderaannemers, dient Inschrijver in deel IID en IVC onder 10 van zijn UEA aan te geven welke onderaannemers voor welke (percentage van de) activiteiten zullen worden ingezet. Door middel van ondertekening van het UEA verklaart Inschrijver als Hoofdaannemer volledig aansprakelijk te zijn voor de uitvoering van de gehele Opdracht. Daarnaast verklaart Inschrijver dat hij daadwerkelijk kan beschikken over de noodzakelijke inzet, activiteiten en financiële of andere middelen van de onderaannemer(s) gedurende de uitvoering van de gehele Opdracht. Wanneer de Raamovereenkomst is ingegaan mag Inschrijver slechts een Onderaannemer vervangen en/of inschakelen na schriftelijke goedkeuring door Opdrachtgever. De in te schakelen Onderaannemer dient in dat geval te voldoen aan alle in deze aanbestedingsprocedure gestelde Geschiktheidseisen en er mogen geen Uitsluitingsgronden op de Onderaannemer van toepassing zijn. De goedkeuring zal niet worden verleend als dit een wezenlijke wijziging van de Opdracht oplevert of op kan leveren. Het na gunning vormen van hoofdaanneming-onderaanneming of Combinatie anders dan waarvoor de Inschrijving heeft plaatsgevonden, is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Opdrachtgever en kan alsnog leiden tot ongeldigverklaring/ ontbinding van de Leveringsovereenkomst COMBINATIE Indien Inschrijver inschrijft in Combinatie dienen alle leden van de Combinatie (combinanten) bekend te worden gemaakt in de Uniform Europees Aanbestedingsdocument onder aangeving van de door hen uit te voeren werkzaamheden (bijlage 2). Alle afzonderlijke combinanten dienen een eigen ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Uniform Europees Aanbestedingsdocument in te dienen met de Inschrijving. Alle afzonderlijke combinanten zijn, naast de Combinatie als geheel, hoofdelijk aansprakelijk voor de (deugdelijke en tijdige) uitvoering van de Opdracht. In geval van een Combinatie dient er één aanspreekpunt (penvoerder) te zijn en geschiedt de facturering vanuit één partij. Inschrijver dient de penvoerder te vermelden in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (zie deel II van het UEA "wijze van deelneming"). Correspondentie en betaling vindt uitsluitend plaats met respectievelijk aan de penvoerder. De verdeling van de gelden is een interne aangelegenheid van de Combinatie waarvoor de Opdrachtgever (jegens de afzonderlijke combinanten) 25

83 niet aansprakelijk of verantwoordelijk is jegens de individuele combinanten. Andere combinanten dan de penvoerder kunnen van de Opdrachtgever geen (rechts)handelingen afdwingen (bijvoorbeeld het betalen van bedragen). Een eventuele wijziging respectievelijk vervanging van een combinant tijdens de looptijd van de Leveringsovereenkomst kan uitsluitend met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Aanbestedende dienst geschieden. Toestemming kan pas worden verleend als de nieuwe combinant voldoet aan alle oorspronkelijke inschrijfeisen en indien de gehele Combinatie door de wijziging aan de inschrijfeisen blijft voldoen. Door toetreding in de Combinatie wordt ook de nieuwe (toetredende) combinant, naast de andere afzonderlijke combinanten en de Combinatie als geheel, hoofdelijk aansprakelijk voor de (deugdelijke en tijdige) uitvoering van de opdracht. Het niet voldoen aan de in deze paragraaf genoemde voorwaarden leidt tot ongeldigverklaring van de Inschrijving en/of betreft een grond voor Aanbestedende dienst/ Opdrachtgever om de Raamovereenkomstte ontbinden. Als de combinatie een beroep doet op een derde om te voldoen aan de geschiktheidseisen dan geldt tevens het hierboven bepaalde onder paragraaf CONCERNINSCHRIJVINGEN Van een concern mogen slechts meerdere Inschrijvers zich inschrijven (zelfstandig, in Combinatie, of als Onderaannemer), indien zij - op verzoek van de Aanbestedende dienst - kunnen aantonen dat zij ieder de Inschrijving onafhankelijk van de andere Inschrijvers (waaronder de Inschrijvers die deel uitmaken van hetzelfde concern) hebben opgesteld, en de vertrouwelijkheid hierbij in acht hebben genomen. Kan dit niet door één of meerdere van de betreffende Inschrijvers worden aangetoond, dan leidt dit tot uitsluiting van alle tot het hetzelfde concern behorende Inschrijvers. Inschrijvers behoren tot hetzelfde concern indien zij: a. aan elkaar zijn gelieerd op een wijze als bedoeld in artikel 24a boek 2 Burgerlijk Wetboek (moederdochtermaatschappijen); b. met elkaar zijn verbonden in een groep als bedoeld in artikel 24b boek 2 Burgerlijk Wetboek (groepsmaatschappijen); of c. aan elkaar zijn gelieerd in aan sub a of sub b vergelijkbare rechtsvormen naar buitenlands recht COÖPERATIES Een coöperatie is een coöperatieve vereniging zoals bedoeld in artikel 53 van Boek 2 BW. De coöperatie dient bij inschrijving aan te geven welke leden de coöperatie heeft. Gedurende de looptijd van de raamovereenkomst kan de lijst met leden eenmaal jaarlijks worden aangepast door de coöperatie na voorafgaande schriftelijke toestemming door Opdrachtgever. Het nieuwe coöperatielid dient in dat geval te voldoen aan alle in deze aanbestedingsprocedure gestelde Geschiktheidseisen en er mogen geen Uitsluitingsgronden op het coöperatielid van toepassing zijn. De goedkeuring zal niet worden verleend als dit een wezenlijke wijziging van de Opdracht oplevert of op kan leveren. Door middel van ondertekening van het UEA verklaart inschrijvende coöperatie volledig aansprakelijk te zijn voor de uitvoering van de gehele Opdracht. Daarnaast verklaart Inschrijver dat hij daadwerkelijk kan beschikken over de noodzakelijke inzet, activiteiten en financiële of andere middelen van de coöperatieleden gedurende de uitvoering van de gehele Opdracht. 26

84 Voor wat betreft de declaratie en verantwoording geldt dat er twee opties zijn: ofwel de coöperatie heeft een eigen AGB code ofwel de coöperatieleden hebben eigen AGB codes. Bij inschrijving dient de coöperatie aan te geven van welke optie zij gebruik maakt ZELFSTANDIGE ZONDER PERSONEEL (ZZP) Een zelfstandige zonder personeel heeft de mogelijkheid om zelfstandig in te schrijven indien hij voldoet aan de door Opdrachtgever gestelde eisen en voorwaarden. Ook kan hij mogelijk door een hoofdaannemer als onderaannemer worden ingeschakeld (zie 3.4.1). Een laatste mogelijkheid is dat de ZZP lid van een coöperatie is (zie 3.4.4). Een combinatie van 2 of 3 van de genoemde mogelijkheden wordt niet toegestaan door Opdrachtgever. 3.5 DEEL III VAN HET UNIFORM EUROPEES AANBES TEDINGSDOCUMENT: UITSLUITINGS- GRONDEN Als eerste zal het Uniform Europees Aanbestedingsdocument worden beoordeeld op volledigheid en vormvereisten en op het voldoen aan de gestelde uitsluitingsgronden. Zie deel III van Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument. Indien één of meerdere van de uitsluitingsgronden benoemd in deel III van Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument van toepassing zijn, dan wel indien Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument niet volledig is, dan wel niet voldaan is aan een vormvereiste, zal Aanbestedende dienst de betreffende Inschrijver uitsluiten van verdere deelname. 3.6 DEEL IV VAN HET UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOC UMENT: GESCHIKTHEIDSEI- SEN De Aanbestedende dienst heeft geschiktheidseisen gesteld betreffende de beroepsbekwaamheid en technische bekwaamheid. Zie deel IV van Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (bijlage 2), het programma van eisen (bijlage 3) en/of de gestelde eisen in deze Offerteaanvraag (incl. bijlagen). Indien de Inschrijver niet voldoet aan één of meerdere geschiktheidseisen, is de Inschrijving ongeldig en komt die niet voor gunning in aanmerking. Door ondertekening van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument verklaart Inschrijver aan onderstaande geschiktheidseisen te voldoen ZZP-ER Indien gegadigde/inschrijver een ZZP-er is, dient hij/zij te voldoen aan de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties en zal Aanbestedende dienst gebruik maken van een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst voor ZZP`ers BEROEPSBEKWAAMHEID EIS: RECHTSGELDIGE INSCHRIJVING De offerte dient rechtsgeldig en door een bevoegd persoon namens Inschrijver te worden ondertekend. De bevoegdheid van de ondertekenaar dient te blijken uit een actueel (max. 6 maanden oud), uittreksel bewijs, waaruit blijkt dat inschrijver volgens de eisen die gelden in het land waar zijn onderneming is gevestigd- is ingeschreven in het nationale beroeps- of handelsregister, dan wel een verklaring of attest onder ede te verstrekken. EIS: GEDRAGSVERKLARING AANBESTEDEN (GVA) 27

85 Een GVA is een verklaring van de minister van Veiligheid en Justitie dat uit een onderzoek naar de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon blijkt dat er geen bezwaren bestaan in verband met de inschrijving op een aanbestedingsprocedure. Ten bewijze van het beschikken over Gedragsverklaring Aanbesteden dient Inschrijver een kopie van de verklaring aan Aanbesteder overleggen. De aanvraag daarvan 8 weken kan duren (artikel 4.5, lid 1, onder b Aw). Het niet (tijdig) verkrijgen van de GVA komt geheel voor rekening en risico van de Inschrijver. Er zal derhalve geen verlenging van de indieningstermijn worden toegekend indien de GVA niet tijdig is aangevraagd, dan wel wordt toegewezen FINANCIEEL-ECONOMISCHE DRAAGKRACHT EIS: VERZEKERING Voor de Aanbestedende dienst is het van belang dat Inschrijver voldoende verzekerd is tegen bedrijfs- en/of beroepsrisico s. Inschrijver dient derhalve aan te tonen op het moment van gunning op adequate wijze verzekerd te zijn of worden. Inschrijver dient vóór gunning een recent bewijs van verzekering aan te leveren. Hiertoe volstaat een gewaarmerkte kopie van de verzekeringspolis of een verklaring van de verzekeraar waaruit blijkt dat: 1. de dekking; en 2. de maximale dekking per aanspraak en verzekeringsjaar; en 3. de geldigheidsduur van de verzekering. De inschrijver aan wie de opdracht is gegund verplicht zich contractueel om de verzekering die voldoet aan de vereisten, onder dezelfde voorwaarden en met minimaal de verzekerde bedragen te handhaven, gedurende de gehele contractperiode. EIS: VERKLARING BELASTINGDIENST Inschrijver dient vóór gunning een verklaring van de Belastingdienst te overhandigen (maximaal 6 maanden oud) als bewijs van betaling belastingen en betaling sociale verzekeringspremies. EIS: CONTINUITEIT DIENSTVERLENING Voor Inschrijvers met een omzet van meer dan in 2016, vragen wij u vóór gunning het volgende aan te leveren: 1. De meest recente door een registeraccountant gecontroleerde jaarrekening inclusief het jaarverslag; 2. De bij de jaarrekening behorende accountantsverklaring; 3. De bij de jaarrekening behorende verslag van bevindingen van de registeraccountant; 4. In geval dat de accountant opmerkingen gemaakt heeft over de continuïteit in de accountantsverklaring dient de inschrijver met een bedrijfsplan/liquiditeitsprognose voor de looptijd van het contract te onderbouwen dat het continuïteitsvraagstuk het hoofd geboden kan worden. De continuïteit van de dienstverlening door Opdrachtnemer bij de uitvoering van deze opdracht is voor de Opdrachtgever een risico. Hierbij gaat het niet uitsluitend om het financiële risico voor Opdrachtgever, maar ook om het risico dat ontstaat als cliënten de ingezette hulp moeten staken door financiële problemen/faillissement van de Opdrachtnemer. Daarom wenst Opdrachtgever de continuïteit van de uitvoering van de opdracht te borgen. De Opdrachtnemer verklaart door in te schrijven dat de financiële en economische draagkracht van zijn organisatie zodanig is dat de continuïteit van zijn dienstverlening in het kader van deze opdracht niet in gevaar komt. De Opdrachtgever kan de jaarverslagen 2016 en accountantsverklaringen toetsen op de aanwezigheid van een continuïteitsparagraaf. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: 28

86 1. Geen opmerkingen in het jaarverslag of accountantsverklaring aangaande de continuïteit impliceert dat er geen sprake is van een continuïteitsvraagstuk; 2. Indien er wel opmerkingen door de accountant zijn gemaakt of indien de Opdrachtgever aanleiding heeft om aan de continuïteit te twijfelen, dan dient de Opdrachtnemer met een bedrijfsplan/liquiditeitsprognose voor de looptijd van het contract te onderbouwen dat het continuïteitsvraagstuk het hoofd geboden kan worden. Bovenstaande wordt door een financiële expert van Aanbestedende dienst beoordeeld. Indien de beoordeling negatief uitvalt, kan Inschrijver worden uitgesloten TECHNISCHE BEKWAAMHEID EIS: ERVARING (REFERENTIES) Inschrijver dient zijn technische bekwaamheid aan te tonen dat wil zeggen over aantoonbare kennis en ervaring te beschikken. De vereiste capaciteit, kennis en ervaring moet zijn opgedaan in en moet blijken uit één relevante referentieopdracht, die in de afgelopen 3 jaar is uitgevoerd. De gevraagde kerncompetentie voor deze opdracht is: 1. ZIN referentie (1 of meerdere referenties met minimaal 5 Cliënten), of 2. PGB referentie geanonimiseerd (1 of meerder referenties met minimaal 5 Cliënten) Naast ondertekening van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument dient Inschrijver bijlage X in te vullen en bij de inschrijving toe te voegen voor de nadere toelichting met betrekking tot de gevraagde ervaringseis EIS: GEREGISTREERDE JEUGDPROFESSIONALS Inschrijvers die zich inschrijven op een Jeugdhulp-perceel moeten bij inschrijving de volgende lijsten van professionals aanleveren: 1. lijst van namen met BIG registratienummer en functietitel werkzaam voor de Opdrachtnemer als regiebehandelaar 2. lijst met namen met NIP-registratienummer van kinder- en jeugdpsychologen werkzaam voor de Opdrachtnemer als regiebehandelaar 3. lijst van namen met NVO-registratienummer van orthopedagoog-generalisten werkzaam voor de Opdrachtnemer als regiebehandelaar 4. lijst van namen met SKJ registratienummer en functietitel werkzaam voor de Opdrachtnemer 5. lijst van namen met aanmeldingsnummer en functietitel vooraangemeld bij het SKJ werkzaam voor de Opdrachtnemer Deze lijsten mogen uitsluitend professionals bevatten die door Opdrachtnemer worden ingezet voor het werkgebied Rijk van Nijmegen. EIS: CERTIFICERING Inschrijver die zich inschrijft op een Wmo-perceel moeten bij inschrijving aantonen dat hij beschikt over een HKZ, ISO 9001, ISO 9001 voor de zorg (NEN-EN 15224) of gelijkwaardig (door de Raad van Accreditatie goedgekeurd) certificaat en moet het auditverslag van het laatste auditgesprek aanleveren. Indien Inschrijver niet gecertificeerd is, moet hij aantonen dat hij een certificeringstraject is gestart met een tijdspad waaruit blijkt dat het certificaat er uiterlijk 1 juli 2018 is. Uitsluitend certificaten afgegeven door gecertificeerde instellingen kunnen worden geaccepteerd. Het is aan Inschrijver om desgevraagd de gelijkwaardigheid van een certificaat aan te tonen. 29

87 EIS: LID BRANCHEORGANISATIE Inschrijver dient bij inschrijving aantonen dat hij lid of aspirant-lid is van een brancheorganisatie. 3.7 EISEN VOOR UITVOERIN G VAN WERKZAAMHEDEN Door het indienen van een Inschrijving, verklaart de Inschrijver zich akkoord met en zich te conformeren aan de eisen voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals beschreven in het programma van eisen (bijlage 3) en/of deze Offerteaanvraag incl. bijlagen. Indien de Inschrijving niet voldoet aan de eisen, dan wel redelijkerwijs verwacht mag worden dat Inschrijver bij de uitvoering tekort zal schieten, dan, zal de Aanbestedend dienst de Inschrijving terzijde leggen. 30

88 4 GUNNINGSCRITERIA EN BEOORDELING Er wordt gegund op basis van kwaliteitscriteria. Daarnaast wordt voor perceel Wmo specialistische- en reguliere begeleiding Nijmegen gegund tot een maximaal volume. 4.1 GUNNINGSCRITERIA VOOR KWALITEIT De invulling van de gunningscriteria door Opdrachtnemer (Bijlage 10: Invulbijlage Gunningscriteria) gaat onderdeel uitmaken van de eventueel met deze Opdrachtnemer af te sluiten Raamovereenkomst. Het niet waarmaken of niet voldoen aan zijn Inschrijving tijdens de uitvoering van de Opdracht wordt derhalve gekwalificeerd als een toerekenbare tekortkoming zijdens de Opdrachtnemer. Alles wat in de Offerte van Opdrachtnemer wordt beschreven dient toetsbaar te zijn, is bindend bij de uitvoering van deze Overeenkomst en dient minimaal te voldoen aan het Programma van Eisen. Gunning vindt plaats op basis van een afweging op onderstaande kwaliteitscriteria. De prijs vormt geen onderdeel van de beoordeling omdat bij de uitvoering van de Opdracht gebruik gemaakt wordt van vastgestelde tarieven CRITERIUM 1: HULPVERLENINGSPLAN EN EVALUATIEPLAN Wegingsfactor 25 Inschrijver levert twee geanonimiseerde, uit de praktijk gehaalde, hoogstens 1 jaar oude hulpverleningsplannen aan (met de geanonimiseerde verwijzing eronder). Daarnaast één evaluatieplan die matcht bij een van de hulpverleningsplannen. Criterium 1: Hulpverlenings- en evaluatie plan voldoet aan de eisen Opdrachtgever hecht veel waarde aan: 1. één huishouden, één plan waarin alle leefdomeinen aan bod komen en samenhang is tussen de hulp van de verschillende dienstverleners en de informele zorg en ondersteuning 2. dat iedereen zijn eigen mogelijkheden benut, zelfregie houdt over zijn leven en zijn sociale netwerk versterkt (samenredzaamheid) 3. dat ook kwetsbare doelgroepen volwaardig kunnen meedoen in de samenleving en een betekenisvolle tijdsbesteding hebben aansluitend bij de wensen en mogelijkheden 4. methodisch werken aan ontwikkeling met door de cliënt gedragen doelen en concrete acties Criteria a) Er is een check gedaan van alle leefdomeinen. Leefdomeinen: inkomen, werk & opleiding, tijdsbesteding, huisvesting, huiselijke relaties, geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, middelengebruik, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk (en woonomgeving), maatschappelijke participatie en justitie b) Het plan is perspectiefgericht. Er zijn doelen geformuleerd die duidelijk, concreet en haalbaar zijn en zij moeten niet alleen perspectief bieden op de langere termijn, maar zich ook richten op praktische, snelle resultaten. Er zijn activiteiten geformuleerd gericht op het behalen van de korte- en lange termijn doelen met een duidelijke prioritering. c) De informele en formele betrokkenen zijn in kaart gebracht. Er zijn afspraken over hoe de afstemming tussen de betrokken eruit ziet. Er wordt beschreven wie de regie voert: case-management door de aanbieders of het wijkteam. Score 1-5 Score 1-5 Score

89 Voorbeelden van betrokkenen: het sociale netwerk en vrijwilligers (informele hulp), kinderopvang, onderwijs en leerplicht, lokale zorgstructuur, zorgprofessionals (huisartsen, jeugdgezondheidszorg), politie en justitie, ambtenaren inkomen en schuldhulpverlening, bewindvoering, werkbedrijf. d) Er is een goede balans tussen formele en informele zorg en er wordt goed beschreven hoe wordt samengewerkt met sociale netwerk, de inzet de algemene voorzieningen en de informele voorzieningen in de samenleving (verenigingen en vrijwilligersorganisaties). Er wordt ook onderzocht of individuele hulp (deels) omgezet kan worden in groepsactiviteiten met motivatie waarom dit al dan niet mogelijk is. e) De mogelijkheden naar deelname aan gewone maatschappelijke activiteiten wordt onderzocht en gestimuleerd. Voorbeelden van maatschappelijke activiteiten zijn: betaalde arbeid, onderwijs en opleiding, vrijwilligerswerk (burenhulp, mantelzorg), sociale contacten en actieve deelname aan het verenigingsleven. f) Er staat beschreven hoe er wordt gewerkt aan versteviging van de eigen regie van de cliënt en de versterking van hun sociale netwerk. Het eigen denkvermogen (= leervermogen) wordt aangesproken en cliënt is, naar vermogen, eigenaar en regisseur van zijn eigen plan. Score 1-5 Score 1-5 Score CRITERIUM 2: BEREIK EN PARTICIPATIE SPECIFIEKE DOELGROEPEN Wegingsfactor 15 Criterium 2: bereik en participatie specifieke doelgroepen Opdrachtgever hecht veel waarde aan een inclusieve samenleving waar iedereen volwaardig kan meedoen. Dat vereist toegankelijkheid van de zorg voor alle burgers met een ondersteuningsvraag bijvoorbeeld vanwege lichamelijke, verstandelijke en /of psychische beperkingen. Daarbinnen zijn er kwetsbare doelgroepen met extra uitdagingen vanwege, taal, culturele achtergrond, geloofsovertuiging en seksuele geaardheid. Van opdrachtnemer wordt gevraagd dat hij deze specifieke doelgroepen kan bereiken, in hun kracht zet, hun sociaal netwerk versterkt en laat meedoen in de samenleving. Criteria a) Beschrijf welke specifieke doelgroep(en) dit betreft voor uw organisatie. Beschrijf uw werkwijze om deze doelgroepen te bereiken en de zorg aan te passen aan de specifieke behoeften. b) Hoe werkt u aan betekenisvolle participatie? Voorbeelden van maatschappelijke activiteiten zijn: betaalde arbeid, onderwijs en opleiding, vrijwilligerswerk (burenhulp, mantelzorg), sociale contacten en actieve deelname aan het verenigingsleven. Score 1-5 Score CRITERRIUM 3: BETAALBAARHEID Wegingsfactor 25 Criterium 3: betaalbaarheid De opdrachtnemer aan te geven hoe hij bijdraagt aan de betaalbaarheid van de zorg vanuit de doelstelling: licht waar kan, zwaar waar nodig. 32

90 Criteria a) Beschrijf aan welke preventieve en collectieve activiteiten u uw kennis en medewerking hebt verleend? In hoeverre acht u het mogelijk dat in de toekomst een deel van de zorg die u nu biedt verschuift naar het Wijkteam of andere collectieve voorzieningen? b) In hoeverre draagt u actief bij om andere partijen te versterken/beter te maken (wijkteam of binnen het netwerk van professionals)? c) Beschrijf uw ervaringen in het meebewegen met veranderingen in de aard en de intensiteit van de zorgvraag van uw cliënten en het afschalen van de maatwerkvoorzieningen met concrete voorbeelden ten aanzien van: inschakelen van sociale netwerk en inschakelen van informele ondersteuning gebruik maken van voorliggende voorzieningen en collectieve voorzieningen inschakelen van lichtere vormen van zorg inschakelen van groepsgerichte zorg d) Beschrijf de innovaties die uw zorg in de afgelopen jaren efficiënter en effectiever heeft gemaakt? Welke innovatieve plannen heeft u voor de toekomst zoals het gebruik van E-health? Score 1-5 Score 1-5 Score 1-5 Score CRITERIUM 4: DUURZAAMHEID Wegingsfactor 35 Criterium 4 Duurzaamheid Opdrachtgever hecht belang aan duurzaamheid rond de thema s personeel en milieu. Duurzaam personeelsbeleid is van cruciaal belang in de zorg: de kwaliteit van de zorg wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van het personeel, de match van het personeel met de cliënt en de continuïteit van de zorgprofessional voor de cliënt. Criteria Personeel (subweegfactor 40) Score 1-5 a) Geef aan wat uw verloop was in Verloop is de wisseling van werknemers binnen een organisatie door vroegtijdig vertrek, ziekte en pensioen. Dit kan worden uitgedrukt in het aantal werknemers dat vertrekt in een jaar ten opzichte van het totale personeelsbestand stand Een hoog verloop wordt gezien als contraindicatie voor de arbeidskwaliteit. Personeel (subweegfactor 40) b) Beschrijf uw inspanningen om uw personeel vakbekwaam, vitaal en toekomstbestendig te houden. Hoe stimuleert u kantelingsgericht werken: van zorgen VOOR naar zorgen DAT? Milieu (subweegfactor 20) Score 1-5 Score 1-5 c) Beschrijf uw activiteiten rondom het verminderen van de milieubelasting in het kader van deze opdracht. Geeft daarbij aan in hoeverre u zorgt voor gebiedsgericht werken in de vorm van vaste zorgprofessionals en standplaatsen in de wijk gericht op minder vervoersbewegingen van personeel en cliënten WIJZE VAN BEOORDELING 33

91 De beoordeling vindt plaats door een beoordelingsteam dat individueel het subgunningscriterium zullen waarderen met 0-5 punten. De beantwoording van elk criterium wordt beoordeeld aan de hand van: 1. Is de beantwoording passend: In welke mate de antwoorden van Inschrijver passen bij de doelstellingen, randvoorwaarden, werkwijze en uitvoering zoals de Aanbestedende dienst beschrijft in deze Offerteaanvraag en 2. Geborgd: Hoe Inschrijver de antwoorden op de gunningcriteria borgt in zijn organisatie en / of zijn werkproces. Indien de beantwoording SMART is, wordt dit extra gewaardeerd. De scores 1 t/m 5 worden als volgt toegekend: Uitstekend passend en geborgd, beantwoording laat zien op een zeer geloofwaardige en innovatieve en hoogstaande manier te kunnen bijdragen op het bereiken van de doelstellingen en is uitstekend ingebed en aantoonbaar geïntegreerd in het zorgproces. De informatie laat een zeer innovatieve aanpak zien en is buitengewoon SMART beschreven 5 Goed passend en geborgd, beantwoording laat zien op een zeer geloofwaardige en hoogstaande manier te kunnen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen en is goed ingebed en aantoonbaar geïntegreerd in het zorgproces. De informatie laat een heldere en concrete aanpak zien en is SMART beschreven. 4 Gemiddeld passend en geborgd, beantwoording laat zien te kunnen bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen en is enigszins ingebed en geïntegreerd in het zorgproces, en is op onderdelen SMART beschreven 3 Gering passend en geborgd, de beantwoording laat in beperkte mate hoe kan worden bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen; de maatregelen zijn evenwel, niet althans niet voldoende concreet uitgewerkt en niet aantoonbaar geïntegreerd in het zorgproces, het plan is op het punt in kwestie nauwelijks SMART uitgewerkt. 2 Minimaal passend en geborgd, de beantwoording laat nauwelijks zien of er kan worden bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen. Van een SMART geformuleerde maatregel is geen sprake. 1 De inschrijvingen worde door de leden van het beoordelingsteam allereerst individueel, voorlopig, beoordeeld. Vervolgens komen de beoordelaars bij elkaar en wordt in een beoordelingsvergadering tot een gezamenlijke score gekomen met motivering. Een procesbewaker is daarbij aanwezig n om erop toe te zien dat het juiste beoordelingskader wordt gehanteerd. Per subgunningscriterium wordt vervolgens het rekenkundig gemiddelde, op 1 decimaal afgerond, van de beoordelaars vastgesteld, dit wordt vermenigvuldigd met de gegeven wegingsfactor. Bij alle criteria tellen de onderliggende subcriteria even zwaar, alleen bij criterium 4 Duurzaamheid tellen de subcriteria over personeel extra. Daarna worden de subscores op de vier criteria opgeteld waardoor de eindscore ontstaat. Om voor 34

92 gunning in aanmerking te komen, dienen de Inschrijvingen voor ieder criterium tenminste 50% van de maximaal te behalen score te hebben behaald MONDELINGE TOELICHTING OP INSCHRIJVING Inschrijvingen die een eindscore hebben behaald tussen 50% en 70% van de maximaal te behalen score, worden in een mondelinge toelichting op de 4 criteria bevraagd. Aan de hand van deze toelichting kunnen punten naar boven of naar beneden worden bijgesteld. Het gehele interview kan op audio worden opgenomen. 4.2 GUNNING NA SELECTIE OP VOLUME VOOR PERCEEL WMO NIJMEGEN In 2016 heeft een groei plaatsgevonden op de productie van begeleiding die demografisch en in afschaling van zware zorg niet verklaarbaar is. Op perceel Begeleiding Nijmegen zal daarom selectie op volume plaatsvinden. Er zullen niet meer overeenkomsten gegund worden dan nodig is voor het gewenste totaal volume aan zorg (uitgedrukt in totaal aantal uren specialistische begeleiding). De gunningscriteria worden gebruikt om tot een score te komen per aanbieder. Op basis van die scoren worden de inschrijvingen gerangschikt. Elke inschrijver krijgt een selectie-volume toegewezen: voor bestaande aanbieders is dit het volume van 2016, nieuwe aanbieders krijgen een startvolume toegewezen. Vanaf de hoogst scorende aanbieders worden de volumes van de aanbieders opgeteld tot aan het gewenste totaal volume. De aanbieders die daarna komen worden niet gegund. Het gewenste volume wordt gecommuniceerd in de laatste nota van inlichtingen. Deze volumes vormen tijdens de contractperiode het dynamisch budgetplafond (zie paragraaf 1.7.3) 4.3 GUNNING 1. Inschrijvingen worden door een beoordelingsteam beoordeeld aan de hand van de procedure, zoals omschreven in deze Offerteaanvraag. Dit resulteert in een voorstel voor gunningbeslissing. 2. Dit gunningvoorstel zal worden voorgelegd aan degene die gemachtigd is om te beslissen en neemt het gunningbesluit. 3. De Opdrachtgever zal het gunningsbesluit middels een voornemen tot gunning bekendmaken aan Inschrijvers. Alle Inschrijvers worden gelijktijdig Schriftelijk geïnformeerd door Opdrachtgever over de uitkomst van de Aanbestedingsprocedure. 4. De Inschrijvers die voorlopig gegund krijgen, dienen de verificatiestukken (paragraaf 3.1) op straffe van ongeldigheid van de Inschrijving, binnen 8 kalenderdagen na verzending van het verzoek te overleggen. De verificatiestukken worden beoordeeld op volledigheid, juistheid en geldigheid. De Inschrijving wordt alsnog ongeldig verklaard indien de stukken niet, niet volledig of niet juist worden ingediend. Ook indien bij de verificatie blijkt dat in de Inschrijving onjuiste informatie is verstrekt zal de betreffende Inschrijving alsnog worden uitgesloten. 5. Een Inschrijver kan Schriftelijk bezwaar maken tegen een voornemen tot gunning respectievelijk zijn afwijzing/uitsluiting. Een Inschrijver verwerkt (echter) zijn recht om op te komen tegen het voornemen tot gunning respectievelijk afwijzing/uitsluiting wanneer Opdrachtgever niet binnen 20 kalenderdagen na de datum van verzending van het voornemen tot gunning respectievelijk afwijzing/uitsluiting is gedagvaard in kort geding voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem door de rechtsgeldige betekening binnen de genoemde termijn van een kort gedingdagvaarding. 6. Ook indien de Inschrijver bezwaar heeft tegen de (beweerdelijk onvolledige) motivering van de afwijzing en/ of het begin van voornoemde termijn van 20 kalenderdagen, verwerkt de Inschrijver alle rechten in- 35

93 dien niet uiterlijk 20 kalenderdagen na verzending van het gunningsvoornemen/ de afwijzing rechtsgeldig ter zake een kort geding aanhangig is gemaakt. 7. Niet in achtneming van bovengenoemde termijn van 20 kalenderdagen betekent bovendien dat een Inschrijver al haar rechten verwerkt om ter zake in een bodemprocedure van de Opdrachtgever bepaalde (rechts)handelingen en/ of schadevergoeding (met succes) te vorderen. 8. De Opdrachtgever behoudt zicht het recht voor (de motivering en/of de gronden van het gunningsvoornemen te wijzigen, in te trekken en/of aan te vullen indien na voorlopige gunning naar het oordeel van de Opdrachtgever blijkt dat (de motivering van) het gunningsvoornemen gebrekkig, onjuist en/of onvolledig is. 9. Ingeval de Opdrachtgever naar aanleiding van een uitspraak in kort geding tot definitieve gunning over kan gaan en het vonnis in eerste aanleg naar aanleiding van hoger beroep/cassatie, een bodemprocedure of anderszins geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd respectievelijk zijn betekenis verliest, kan dit nimmer tot enige aansprakelijkheid en/of schadevergoeding van de Opdrachtgever leiden. 10. Een Inschrijver komt uitsluitend in aanmerking voor definitieve gunning indien op moment van definitieve gunning nog steeds wordt voldaan aan de selectiecriteria en minimumeisen alsmede dat nog steeds geen uitsluitingsgrond van toepassing is. Mocht na definitieve gunning blijken dat op moment van gunning hieraan (toch) niet is voldaan, levert dit een ontbindingsgrond zijdens de Opdrachtgever op. 11. De overeenkomst komt pas tot stand nadat (i) de Opdrachtgever Schriftelijk heeft bericht tot definitieve gunning over te gaan en/ of (ii) partijen de Raamovereenkomst hebben ondertekend. Verder behoudt de Opdrachtgever zich het recht voor dat ondanks een tegen een voorlopige Gunningsbeslissing ingesteld bezwaar/ kort geding toch gelet op de belangenafweging tot definitieve gunning wordt overgaan (al dan niet onder ontbindende voorwaarde dat de uitspraak in kort geding zich niet tegen de gunning verzet). Van belang daarbij is dat er in principe geen beperking is in het aantal te sluiten Raamovereenkomsten respectievelijk te contracteren Opdrachtnemers ( met uitzondering van de volumebeperking op perceel WMO specialistische begeleiding Nijmegen) zodat ook indien een afgewezen Inschrijver met succes tegen zijn afwijzing in rechte opkomt, dit in principe geen invloed zal hebben op de gunning van andere Opdrachtnemers. 36

94 Bijlage 1: Standaardformulier indienen vragen Het Standaardformulier indienen van vragen is als Microsoft Word-bestand bijgevoegd. BIJLAGE 2: UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument is als Adobe PDF-bestand bijgevoegd. BIJLAGE 3: PROGRAMMA VAN EISEN Deze bijlage is als pdf bestand bijgevoegd. BIJLAGE 4: VOORWAARDEN EN EISEN M.B.T DE AANBESTEDING Deze bijlage is als pdf bestand bijgevoerd BIJLAGE 5: INKOOPVOORWAARDEN GEMEENTE NIJMEGEN De Inkoopvoorwaarden Gemeente Nijmegen zijn als Adobe PDF-bestand bijgevoegd. BIJLAGE 6: CONCEPT RAAMOVEREENKOMST De conceptovereenkomst is als Microsoft Word-bestand bijgevoegd BIJLAGE 7: VERKLARING SOCIAL RETURN De Verklaring Social Return is als Microsoft Word-bestand bijgevoegd. BIJLAGE 8: INSCHRIJFFORMULIER Het inschrijfformulier is als Microsoft Excel-bestand bijgevoegd. BIJLAGE 9: BOUWSTENEN 2018 Het overzicht bouwstenen is als Adobe PDF-document bijgevoegd BIJLAGE 10: INVULBIJLAGE GUNNINGSCRITERIA De invulbijlage is als Word-bestand bijgevoegd. BIJLAGE 11: NOTA KRACHT DOOR VERBINDING BIJLAGE 12: PROCEDURE OVERDRACHT CLIËNTEN BIJ NIET-GUNNING 37

95 College van burgemeester en wethouder Postbus HG Nijmegen Onderwerp: gevraagd advies inkoop WMO en Jeugd Geacht college, Nijmegen 29 mei 2017 De adviescommissie heeft uw stukken ten aanzien van de gunningscriteria voor de inkoop en WMO en Jeugd ontvangen en bestudeerd. Het moet een heel werk geweest zijn om de wensen van alle betrokkenen op elkaar af te stemmen. Wij herkennen veel van de geuite wensen in de gunningscriteria. Voordat we inhoudelijk ingaan op de gunningscriteria willen we een aantal algemene opmerkingen plaatsen. Hoofddoelstelling van de transitie was om dicht bij de burger te staan en onnodige bureaucratie te voorkomen. Zowel voor burgers met een ondersteuningsvraag als voor zorgaanbieders is de bureaucratie daarentegen sterk toegenomen. Zie hiervoor de RPE-rapportage over ervaringsverhalen van burgers met een complexe hulpvraag. De gemeente kan daar niet altijd wat aan doen, maar we merken op dat hier sprake is van een paradoxale situatie. Om deze reden wordt in een aantal gemeenten (bijvoorbeeld in Woerden en Rotterdam) geëxperimenteerd met integrale leef- en ondersteuningsplannen en één centrale regisseurambtenaar die met alle financiers, ondersteunende instanties en gemeentelijke afdelingen achter de schermen (backoffice) formele en financiële zaken regelt. De burger met de ondersteuningsvraag wordt daardoor niet extra belast en kan zich richten op zijn kwaliteit van leven en deelname aan de samenleving. Dat was eigenlijk de grondslag van de transitie. Wij adviseren u dringend om dit uitgangspunt nog eens te toetsen aan de ontstane situatie, speciaal voor burgers en gezinnen met een meervoudige ondersteuningsvraag. Wij zijn gekomen tot de volgende inhoudelijke opmerkingen en adviezen: Criterium 1: Hulpverleningsplan voldoet aan de eisen 1. We adviseren u de term cliënt te vervangen door burgers met een ondersteuningsvraag. 2. Het begrip hulpverleningsplan is niet gangbaar en een achterhaald begrip. Wij adviseren om in plaats van hulpverleningsplan te spreken van een integraal leef- en ondersteuningsplan. 1